Samen wonen samen werken samen delen
40 jaar
Emmaus Haarzuilens 1966-2006
Samen wonen samen werken samen delen
Uitgave ter gelegenheid van
40 jaar Emmaus Haarzuilens 1966-2006
Samen wonen, samen werken, samen delen 40 jaar Emmaus Haarzuilens (1966-2006) Mieke Heurneman, november 2006 Inhoudsopgave Voorwoord 4 Ontstaan van de Emmausbeweging (1949) Abbé Pierre en zijn voddenrapers Stichting Emmaus Nederland
5
Oprichting van Emmaus Haarzuilens (1966-1967) Kasteel De Haar Twee varkensstallen en een kippenloods Het dorp
8
Bloeiperiode (1967-1976) Het bouwkamp Welvaartsresten Verschillende inspiratiebronnen, één doel
12
Roerige tijden (1977-1986) Zoeken naar structuur Tijdelijk rustiger vaarwater Bloei en achteruitgang
16
Heldere lijnen en duidelijke keuzes (1997-2006) Een nieuw huis Een nieuwe doelgroep “Voor mij is de zon gaan schijnen” Nieuwe initiatieven (1997-2006) Emmaus Retourshop Emmaus Lombok ’t Groene Sticht – Emmaus Parkwijk
24
29
Veertig jaar idealisme en solidariteit (2006)
33
Kaderteksten Punt achter de wanhoop Kost, inwoning en zakgeld De markt De mensen van Emmaus Steun dichtbij en ver weg Spullen met een verhaal
7 15 18 28 32 35
Colofon 36 Nieuwe impulsen (1987-1996) Een nieuwe start Uitbreiding en professionalisering Werken bij Emmaus Externe contacten
19
3
Voorwoord Emmaus Haarzuilens vierde in 2006 haar veertigjarig bestaan. In 1966 werd in Haarzuilens, een klein pittoresk dorp ten westen van Utrecht, een woonwerkgemeenschap gesticht naar het voorbeeld van de Franse ‘Emmausgemeenschappen’. Deze gemeenschappen hebben tot doel mensen te helpen weer op eigen benen te staan en met hun activiteiten de zwaksten dichtbij en ver weg te ondersteunen. De bewoners, in de beginjaren ‘voddenrapers’ genoemd, leven van de verkoop van tweedehands goederen. Wat er van de opbrengst overblijft, wordt besteed aan de ondersteuning van projecten wereldwijd. Inmiddels zijn er zo’n 350 Emmausgemeenschappen in de wereld. Emmaus Haarzuilens was de eerste Nederlandse Emmauscommunauteit. In dit boekje wordt de geschiedenis van Emmaus Haarzuilens beschreven, een verhaal van ‘samen wonen, samen werken, samen delen’.
4
40 JAAR EMMAUS HAARZUILENS 1966-2006
Ontstaan van de Emmausbeweging (1949) Abbé Pierre en zijn voddenrapers
Oprichter van de Emmausbeweging is Abbé Pierre. Hij werd in 1912 in Lyon in een welgestelde familie geboren als Henri Grouès. Toen hij op achttienjarige leeftijd de beschikking kreeg over zijn erfdeel, schonk hij dit aan de armen. Hij trad in bij een kloosterorde en werd in 1938 tot priester gewijd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog nam hij deel aan het Franse verzet en hielp joden, onderduikers en buitenlandse piloten via de Alpen en de Pyreneeën de grens over. Hij richtte ook een illegale krant op en hield zich bezig met allerlei andere ondergrondse activiteiten. Tweemaal werd hij gearresteerd, maar hij wist beide keren te ontsnappen. Tijdens zijn onderduikperiode gebruikte hij de naam Abbé Pierre. Voor zijn verzetswerk kreeg hij na de oorlog verschillende onderscheidingen, waaronder de benoeming tot Ridder in het Legioen van Eer. In 1945 werd Abbé Pierre gekozen in het Franse parlement. Vlak na de Tweede Wereldoorlog heerste er in Frankrijk veel armoede en woningnood. In 1949 werd een beroep gedaan op Abbé Pierre, toen een gezin dakloos dreigde te worden. Abbé Pierre nam het gezin op in zijn huis, dat hij de naam Emmaus gaf. In 1951 verliet Abbé Pierre het parlement om zijn leven geheel aan de armen te wijden. Dat betekende dat hij zijn inkomsten als parlementslid kwijtraakte. Om de financiële nood te lenigen werd begonnen met het inzamelen van tweedehands goederen. Zo begon hij met zijn werk voor de daklozen van Parijs en ontstond zijn gemeenschap van ‘voddenrapers’. In 1954 deed Abbé Pierre na het doodvriezen van een baby voor de radio een
Abbé Pierre: foto in het gastenboek 5
dramatische oproep aan de Franse overheid om het daklozenprobleem op te lossen. Door deze toespraak kreeg hij in binnen- en buitenland veel bekendheid.
Stichting Emmaus Vrienden Nederland
Jongeren van over de hele wereld trokken naar Emmaus om daar enige tijd voor Abbé Pierre te werken. Zij namen zijn idealen mee naar huis en stichtten daar zelf groepen van Emmausvrienden en soms ook gemeenschappen zoals die in Parijs. Daar in Parijs ontmoetten de Nederlandse Jan Wilken en zijn toekomstige echtgenote Liesbeth elkaar. Jan gaf zijn baan als verpleegkundige op om zich geheel voor het werk van Abbé Pierre in te kunnen zetten. In 1956 leidde hij een groep kennissen uit Eindhoven rond in het opvangcentrum in Parijs. Deze groep werd zo enthousiast dat ze de Stichting Emmaus Vrienden Nederland oprichtte. De stichting ontving al snel donaties waarmee kleine projecten voor hulpbehoevenden werden ondersteund. In 1958 verscheen het eerste Nederlandse nummer van Honger en dorst (naar het Franse Soif et faim), het tijdschrift van Emmaus.1 Daarin werd het doel van de stichting als volgt omschreven: “De Stichting “Emmaüsvrienden Nederland” heeft zich voorlopig tot taak gesteld Abbé Pierre bij te staan in zijn werk van naastenliefde, namelijk de 150.000 werkende jongelui in Parijs – die na volbrachte dagtaak niet weten waar hun vermoeide ledematen te ruste te leggen – van een onderdak te voorzien.”2 In het nummer werd vooral de nood in verschillende delen van de wereld beschreven en met foto’s getoond, maar was er ook aandacht voor wat Emmaus al bereikt had. “Er rijdt een missionaris met een caravan door het berggebied van Bolivia om de Indiaanse bevolking te kunnen helpen aan het allernoodzakelijkste. We mogen het met enige trots 6
Honger en Dorst, tijdschrift van Emmaus
zeggen: deze wagen is een gave van Nederlanders, van Emmausvrienden.”3 In 1965 zetten de Emmausvrienden in Hilversum een grote actie op touw voor het dorp Djemila in Algerije, waar mensen in ellendige omstandigheden leefden. Via Hilversum als mediastad wilden de Emmausvrienden heel Nederland zien te bereiken. Op 40 JAAR EMMAUS HAARZUILENS 1966-2006
24 september 1965 kwamen vijfhonderd jongeren bijeen in één van de studio’s, waar Abbé Pierre voor de radio zou spreken. Zijn oproep had succes. De volgende dag trokken honderd vrachtwagens door Hilversum om oud papier, kleding, vodden en metalen op te halen. Met de opbrengst van fl. 35.000,werd in Djemila een gemeenschapshuis gebouwd.
Ophaalactie in Hilversum, september 1965
Emmaus: punt achter de wanhoop De naam Emmaus is afkomstig van een plaatsje dat niet ver van Jeruzalem lag. Volgens een bijbelverhaal keerden twee pelgrims uit Emmaus gedesillusioneerd terug uit Jeruzalem. Daar hadden ze het nieuws vernomen dat Jezus, op wie zij hun hoop hadden gevestigd, aan het kruis was gestorven. Onderweg naar huis voegde zich een derde reiziger bij hen. Thuisgekomen in Emmaus nodigden de twee pelgrims de man uit. Daar herkenden zij hem pas: het was Jezus zelf, die uit de dood was opgestaan. Abbé Pierre koos de naam Emmaus, omdat die naam verwees naar een plek waar mensen weer hoop hadden kregen. Hij noemde Emmaus ook wel “punt achter de wanhoop”. Maar “Emmaus is geen liefdewerk, geen confessionele beweging noch een politieke. Emmaus is een school voor gewetensvorming en aktie door burgerzin, geheel gebaseerd op de overtuiging dat het de wet is van de gemeenschap: Help op de eerste plaats hen, die het meeste lijden!”27 De filosofie achter Emmaus is jezelf helpen door anderen te helpen. In 1971 werd het Universeel Emmaus Manifest opgesteld met daarin de uitgangspunten van de beweging. Het centrale doel was om hulp te bieden waarmee mensen in staat worden gesteld voor zichzelf te zorgen. Daarnaast moesten de oorzaken van armoede worden aangekaart.
7
Oprichting van Emmaus Haarzuilens (1966-1967) Kasteel De Haar
De inzamelingsacties voor het werk van Abbé Pierre waren in Nederland een groot succes. Het blad van de Nederlandse Emmausvrienden, Honger en dorst, werd in 1965 al door vijfduizend mensen gelezen. De contacten tussen de Franse Emmausbeweging en haar Nederlandse Vrienden werden geïntensiveerd. Naar aanleiding van de succesvolle actie in Hilversum vroeg Abbé Pierre aan Jan Wilken of een Emmauscommunauteit ook in Nederland zou kunnen bestaan. Hier was dakloosheid dan wel een minder groot probleem dan in Parijs met zijn vele clochards, maar volgens Abbé Pierre moest hier vooral ook iets worden gedaan aan de stille en geestelijke armoede. Jan Wilken ging vervolgens op zoek naar een geschikte locatie voor een Emmauscommunauteit. Dat bleek een lastige klus. Totdat hij hoorde van een ontmoeting die Abbé Pierre had gehad met Gabrielle van Zuylen van Nijevelt, barones van Kasteel De Haar in Haarzuilens. De twee hadden elkaar ontmoet op vliegveld Le Bourget in Parijs. Abbé Pierre had verteld over zijn werk. De barones was geraakt door zijn verhaal en had hem later in het vliegtuig door de stewardess een briefje laten bezorgen waarin ze haar bewondering uitsprak en, als ze ooit iets voor hem zou kunnen doen…. In Nederland aangekomen vertelde Abbé Pierre dit aan Jan Wilken, die direct contact opnam met de barones. Hij werd uitgenodigd op het kasteel, waar de in Parijs wonende kasteelheer en zijn echtgenote enkele maanden per jaar verbleven. 8
Kasteel De Haar
Jan Wilken deed zijn plannen uit de doeken, waarop de baron een hoekje van het kasteelterrein aanbood ter grootte van een hectare. Tegen een symbolisch bedrag van één gulden per jaar mocht Emmaus de grond en de bijbehorende gebouwen gebruiken.
Twee varkensstallen en een kippenloods
Maar er moest nog veel gebeuren voordat de nieuwe Emmauscommunauteit van start kon gaan. In de eerste plaats moesten er mensen worden gevonden die de communauteit zouden gaan vormen. Bewoner van het eerste uur was de toen 28-jarige Wim Veer. Hij had twee jaar als vrijwilliger in Frankrijk voor
40 JAAR EMMAUS HAARZUILENS 1966-2006
Emmaus gewerkt en was daarna een jaar in het Algerijnse bergdorp Djemila geweest, waar de opbrengst van de grote inzamelingsactie in Hilversum naartoe was gegaan. Wim Veer werd door Abbé Pierre gevraagd om in Haarzuilens een communauteit op te zetten. Al snel kreeg hij gezelschap van Joop, Chris, Els en Jan. Vervolgens kwam ook Tilly “met haar vele gordijntjes, kleedjes en ondefinieerbare maar lekkere soepen”4. Wim Veer werd door het bestuur benoemd tot responsable (de Franse term werd aangehouden) en was verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van de communauteit. Het terrein bevond zich aan de rand van het dorp Haarzuilens, aan het eind van een doodlopend straatje, de Eikstraat. Er stonden twee varkensstallen en een kippenloods die ooit bij één van de pachtboerderijen van het kasteel hadden ge-
hoord. Na het uitmesten van de kleinste stal namen de bewoners daar hun intrek. Het was er behelpen, maar niemand die daar een probleem van maakte. De stal deed dienst als eetkamer, slaapkamer, keuken, salon en werkplaats. De verschillende ruimtes waren van elkaar gescheiden door spaanplaat of gordijnen. Zo snel mogelijk begonnen de Nederlandse ‘voddenrapers’ met hun werk: het ophalen van meubels, oud papier en ijzer, het sorteren en de verkoop daarvan. Verder werd er onderdak geboden aan gasten, onder wie veel daklozen. Zo ging in december 1966 officieel de eerste Nederlandse Emmauscommunauteit van start. Begin 1967 bracht Abbé Pierre in eigen persoon een bezoek aan de communauteit in Haarzuilens, die de zestigste vestiging van Emmaus in de wereld was.
De oorspronkelijke situatie
9
Feestmarkt Pasen 1967
Het dorp
De inwoners van Haarzuilens keken met grote ogen naar wat zich aan de rand van hun dorp afspeelde. Om de dorpelingen kennis te laten maken met de communauteit werd op 13 februari 1967 een voor10
lichtingsavond gehouden in café Miltenburg. Burgemeester J.H. van der Heide, die zelf bestuurslid was van de pas opgerichte Stichting Emmauscommunauteiten Nederland (SEN), leidde de avond, waar
40 JAAR EMMAUS HAARZUILENS 1966-2006
zeventig Haarzuilenaren op af waren gekomen. Wim Veer legde uit wat de idealen van de Emmauscommunauteit waren en vertoonde dia’s van het werk van Abbé Pierre in Frankrijk. Hij benadrukte dat het dorp Haarzuilens en de communauteit elkaar nodig hadden. “U heeft ons nodig om te zien wat liefde is. Als u in nood zit, kom langs! Het is een wederzijds spel.”5 De dorpelingen luisterden belangstellend, maar er werden ook kritische vragen gesteld. Zouden er geen nadelige gevolgen zijn voor het dorp, gezien de achtergrond van sommige bewoners? Werden er ook vrouwen toegelaten? En hoe vulden de bewoners van de communauteit hun vrije tijd in? Waarop iemand uit de zaal riep dat het dorp een goede drumband had, die blijkbaar nog wel wat leden kon gebruiken. De avond was een succes. Ook later bleef de dorpskroeg de plaats waar het contact met de lokale bevolking plaatsvond. Het café werd ook wel de “tweede huiskamer”6 van Emmaus genoemd.
Kinderen uit het dorp kwamen na schooltijd vaak helpen met allerlei klusjes, zoals het sorteren en uitvouwen van oude kranten.
Bladzijde uit het gastenboek met reacties van vrijwilligers uit het dorp
11
Bloeiperiode (1967-1976) Het bouwkamp
Met Pasen 1967 vond de eerste grote feestmarkt al plaats. Het terrein en de gebouwen bevonden zich toen nog grotendeels in de staat waarin de eerste bewoners het aangetroffen hadden. In mei van dat jaar startten de bewoners met de bouw van de eerste loods (de huidige kledingloods). In de zomer van 1967 werd er een internationaal bouwkamp georganiseerd. Metselaars, timmerlieden, technici en andere vrijwilligers uit onder meer Portugal, Turkije, Duitsland, Tsjecho-Slowakije, maar ook uit Zeist, Delfgaauw en Utrecht kwamen de bouwactiviteiten ondersteunen. De grote varkensstal werd flink onder handen genomen en bewoon- en werkbaar gemaakt. Er werd schoongemaakt, gebroken en verbouwd. De grote staldeuren gingen eruit en er werden zowel op de begane grond als op de eerste verdieping nieuwe ramen geplaatst. Door nieuwe muren ontstonden er kamertjes. Van buiten werd het gebouw wit geschilderd. De hooizolder werd meubelopslag en het terrein rond de schuur werd verhard met een partij slakken die door de Utrechtse Demkafabriek was geschonken.
Van varkensstal naar woonhuis.
Er werden nog meer verbeteringen aangebracht aan het complex, onder andere dankzij een gift van de beroemde acteur Charlie Chaplin. Deze had in 1965 voor zijn oeuvre de Erasmusprijs ontvangen en was daarbij toegesproken door Prins Bernhard. Later was Chaplin te gast op het jaarlijkse haringfeest op Kasteel De Haar, waar hij hoorde over de activiteiten die
Emmaus ontplooide op een hoek van het kasteelterrein. Hij was onder de indruk en besloot de helft van zijn prijs aan Emmaus te schenken: een bedrag van fl. 25.000. Het geld werd besteed aan de bouw van een nieuwe loods. Voorjaar 1969 startte de bouw van deze loods, die gebruikt zou worden voor de opslag en het sorteren van kleding. Nog steeds herinnert
12
40 JAAR EMMAUS HAARZUILENS 1966-2006
een grote poster van Charlie Chaplin die er aan de muur hangt, aan zijn bijdrage; een enkeling noemt hem nog de ‘Chaplinloods’. Op deze manier profiteerde Emmaus van de goede contacten met het kasteel. Andersom was het ook goed voor het imago van het kasteel dat dit soort activiteiten op het landgoed plaatsvond.
Door de toename van de inzameling en verkoop van tweedehands goederen was er meer ruimte nodig. In 1969 kreeg men de kippenloods ter beschikking, wat een aanzienlijke uitbreiding van de werkruimte betekende. Maar dat was nog niet genoeg. In 1971 werd daarom nog een loods gebouwd, waar de eerste jaren papier en karton werd geperst en opgeslagen. Later werd de loods in gebruik genomen als
Welvaartsresten
Vanaf 1969 onderhield Emmaus Haarzuilens een regelmatige ophaaldienst van gebruikte goederen, ook wel ‘welvaartsresten’ genoemd. Dit was niet alleen een manier om in het levensonderhoud te voorzien, maar ook een aanklacht tegen de consumptiemaatschappij en de oneerlijk verdeelde overvloed. Bovendien probeerde Emmaus een steentje bij te dragen aan een beter milieu, dat minder zwaar zou worden belast, wanneer afgedankte goederen werden hergebruikt. Emmaus hield aanvankelijk grootscheepse huis-aan-huis inzamelingen, maar haalde later spullen af op telefonische afspraak. De hoeveelheid goederen en materialen nam zo toe dat het bestelbusje waarmee ze werden opgehaald al snel werd vervangen door een vrachtwagen. De eerste vijf jaar lag de nadruk op het inzamelen van materialen als oud papier en ijzer. Pas later kwam het zwaartepunt meer te liggen bij consumptiegoederen als meubels, kleding en snuisterijen. Tweemaal per week, op woensdag en op zaterdag, werd op het terrein van Emmaus een bric-à-brac (rommelmarkt; verkoop van tweedehands goederen) gehouden, waar de ingezamelde spullen werden verkocht. Het aantal bezoekers en de omzet groeiden snel. Jaarlijks hoogtepunt was de grote Pinkstermarkt, waar duizenden kopers op af kwamen.
Eén van de eerste folders
13
Zomerse taferelen
verkoopruimte van spulletjes, boeken en elektra; sindsdien noemt men het de “spulletjesloods”. In 1972 tenslotte bouwde men het zogenoemde ‘kleine huisje’, dat als extra woonruimte diende.
Verschillende inspiratiebronnen, één doel
De opbrengsten van de verkoop werden gebruikt voor het levensonderhoud van de bewoners en voor benodigdheden voor het kringloopbedrijf, zoals bijvoorbeeld een nieuwe vrachtwagen of een papierpers. Alles wat overbleef, werd weggegeven aan goede doelen in binnen- en buitenland. In de jaren ’70 werd zelfs bijna de helft van de inkomsten besteed aan deze projecten. Zo diende het werk van Emmaus drie doelen: mensen aan de rand van de samenleving onderdak en een zinvolle tijdsbesteding bieden, het 14
sparen van het milieu door tweedehands goederen een nieuwe bestemming te geven en de steun aan projecten over de hele wereld. In 1973 waren de bouwwerkzaamheden aan het complex zo ver klaar, dat er vijftien mensen konden wonen. Naast enkele vaste bewoners die zich voor langere tijd aan Emmaus verbonden, waren er mensen die korte tijd meedraaiden. Daarnaast werd onderdak geboden aan dak- en thuislozen die slechts één of enkele dagen bleven. Er waren daklozen die een aantal van dit soort adressen hadden en als ze die allemaal langs waren geweest weer bij Emmaus aanklopten. De bewonersgroep werd in de loop der jaren hechter. Mensen bleven langer, waardoor er meer sfeer en gezelligheid was. In de communauteit leefde men steeds meer als een ‘groot gezin’. Met name de mensen uit de vaste kern, waren idealisten, wereldverbeteraars. Thijs: “Je bent niet bezig andere mensen uit te buiten; je weet dat er geen mensen in andere gebieden van de wereld zijn, die onder jouw werk te lijden hebben.”7 De communautairs hadden zeer uiteenlopende achtergronden. Zo was Piet zeeman geweest, had Lien in het onderwijs en de zwakzinnigenzorg gewerkt en had Wim Veer een onvoltooide priesteropleiding achter de rug. Allemaal waren ze op de één of andere manier teleurgesteld in de samenleving en wilden ze zich met hart en handen inzetten om de armoede, ellende en onrechtvaardigheid te bestrijden door de zwaksten te ondersteunen. Vanwege de bijbelse naam wordt wel eens gedacht dat Emmaus een christelijke organisatie is. Emmausgroepen staan echter open voor alle gezindten. De inspiratiebron van waaruit gewerkt wordt is divers. Mede daardoor zijn er verschillen tussen
40 JAAR EMMAUS HAARZUILENS 1966-2006
de groepen. Emmaus Haarzuilens heeft altijd een overwegend links en maatschappijkritisch karakter gehad. Dat neemt niet weg dat er ook bij deze groep mensen betrokken zijn geweest die het werk vanuit hun christelijke overtuiging deden. Een bewoner hierover: “Hier in Haarzuilens bidden we niet samen
en zo, maar we doen hetzelfde werk als de mensen in andere groepen: het opvangen van mensen, openstaan voor anderen. Je kan zeggen dat het gewoon menselijk is, maar je kan het ook christelijke naastenliefde noemen. Het gaat erom wat je doet en niet om het etiket dat er op komt.”
Kost, inwoning en zakgeld De bewoners van de leefgemeenschap leven van de opbrengst van de verkoop van de resten van de welvaartsmaatschappij. Ze zien af van een salaris. Ze leven op basis van kost (daar vallen ook verzekeringen, brillen, steunzolen, etc. onder), inwoning en zakgeld. Bewoners met een WAO-uitkering betalen een bedrag voor kost en inwoning. Het zakgeld bedroeg in 1966 10 gulden per week. Door de inflatie moest dit bedrag in de loop der tijd regelmatig worden verhoogd. Dit was altijd een lastige beslissing, want een verhoging van het zakgeld betekende dat er minder geld overbleef om aan projecten te besteden. In 1978 Een huisvergadering werd het zakgeld van 20 gulden verhoogd naar 25 gulden per week. Eind jaren ’80 was dit verdubbeld tot 50 gulden en nu, anno 2006, is het 35 euro per week. Dit bedrag kan iedereen geheel vrij besteden. Verder maken de bewoners zelf gebruik van de tweedehands goederen. Iedere bewoner krijgt een eigen kamer, die hij/zij naar eigen smaak kan inrichten met spullen uit de meubelloods. Verder zijn er kleding, boeken, cd’s, etc. Piet (1978): “Iedereen draagt dus de kleding die binnen komt. Heb je een paar nieuwe schoenen nodig, dan ga je naar de loods, een paar nieuwe schoenen zoeken. Dat is wel een heel gesleep, want ja, in het begin denk je: gôh, ik heb het hier zo maar voor het pakken en dan blijf je slepen naar je kamer. Op het laatst heb je de kast zó vol, dat je denkt, ja, maar nou moet ik er toch een eind aan maken. En dan ga je alles weer terug slepen.”28 In de jaren ’80 kregen nieuwkomers een brief waarin werd duidelijk gemaakt hoe hiermee om te gaan. “Je begrijpt natuurlijk wel dat het niet de bedoeling is om van je kamer een antiekmarkt te maken, met uitsluitend de aller-aller-allermooiste dingen.”29
15
Roerige tijden (1977-1986) Zoeken naar structuur
Na een bloeiende start, braken er in de tweede helft van de jaren ’70 woeliger tijden aan voor Emmaus Haarzuilens. Oude gewoonten kwamen ter discussie te staan en men moest op zoek naar een nieuw evenwicht. Deze zoektocht leidde tot ups en downs op zowel het menselijke als het commerciële vlak. Er was discussie ontstaan over de functie van responsable, die door het bestuur van Emmaus Nederland werd aangesteld. Passend in de tijdgeest gingen er stemmen op voor een democratischer systeem met meer inspraak. Wat ook meespeelde, was de soms gespannen hiërarchische relatie met Emmaus Nederland. Het feit dat voor allerlei belangrijke en minder belangrijke zaken toestemming moest worden gevraagd in Bilthoven, waar Emmaus Nederland haar
kantoor had, riep steeds meer weerstand op. Uiteindelijk werd de functie van responsable afgeschaft. Daarvoor in de plaats kwam de zogeheten ‘groepsverantwoordelijkheid’. Maar al gauw werd duidelijk dat die niet werkte. Er was niemand meer die mensen corrigeerde. Moeilijkheden werden niet meer in de groep aan de orde gesteld. Er was onduidelijkheid over het aannamebeleid en over het opvangen van nieuwe mensen in de groep. Bovendien ontbrak een heldere visie op het werk en op de toekomst. Duidelijk was inmiddels wel dat er toch behoefte was aan een vorm van leiding en aan meer structuur. In 1977 werd besloten om een twee- of driemanschap aan te stellen als leidinggevenden. Maar ook dit functioneerde niet goed.
Een feestmarkt in de jaren ‘70 16
40 JAAR EMMAUS HAARZUILENS 1966-2006
Door de interne moeilijkheden kwam men er nauwelijks toe zich naar buiten te richten. Twijfel en zorgen dreigden de overhand te krijgen. Een bewoner: “Misschien is dat onze grootste zorg: de angstige vrees dat het tegenovergestelde verwerkelijkt wordt van wat we beogen: mensen die dichtgaan, leren ziek communiceren, vreugde verliezen, verbitteren […].”8 In het handgeschreven jaarverslag van 1979 werden de zorgen op een andere manier verwoord: “Het lijkt zo paradijselijk, ons wereldje in een schitterende omgeving, sprookjesachtig als het kasteel, fascinerend als het ezeltje-strekje, dat velen geneigd zullen zijn ons leven te idealiseren en er een Abbé-Pierre-aureool om willen zetten. Maar onze werkelijkheid heeft ook andere kanten. […] Wij moeten stuk voor stuk soms bitter strijd leveren om onszelf te zijn, onze meningen aan elkaar te toetsen. Daar vallen soms harde woorden. Soms vallen er brokken.”9
Tijdelijk rustiger vaarwater
In het eerste half jaar van 1979 werd een aannamestop ingesteld in de hoop daarmee weer in rustiger vaarwater te komen. Dat was een moeilijk besluit, want het hield in dat men mensen die zich bij Emmaus Haarzuilens wilden aansluiten, moest teleurstellen. Bovendien waren er minder krachten beschikbaar voor het kringloopwerk. De groep slonk tot acht à tien mensen. Een voordeel hiervan was dat de bewoners door hun kleine aantal meer op elkaar aangewezen waren en zo een hechte groep werden. Ze ondernamen ook leuke dingen met elkaar, zoals de zeilweek in juni 1979. En het probleem van het schoonmaken, dat niet door iedereen met evenveel enthousiasme werd gedaan, werd opgelost: “We hebben ook geprobeerd een nieuwe dimensie
Een Emmauswijsheid
aan het ‘huis schoonhouden’ te geven: dat doen we nu ’s maandagsochtends met z’n allen, met resultaat dat alles nu wat regelmatiger schoongehouden wordt (en de maandagochtendhumeurtjes verdwijnen ‘als sneeuw voor de zon’).” 10 Er was meer heugelijk nieuws. Op 6 juni 1981 werd Lotte geboren, de dochter van Hans van de Ven en Anita Breedijk, beiden communauteitslid. De hele groep had intens meegeleefd tijdens de zwangerschap en toegeleefd naar de geboorte.
Bloei en teruggang
Ondertussen was het werk van Emmaus gewoon doorgegaan en had dat ook steeds meer bekendheid gekregen. Zo was Hans in 1977 bij de VARA te gast geweest in het televisieprogramma van Sonja Barend. Dit soort media-optredens leverde veel telefoontjes op: “Van heinde en verre belt men ons op, we krijgen ook heel aparte dingen aangeboden, zo-
17
als in deze week al een gemotoriseerde invalidewagen, een caravan, een set loodzware randapparatuur van een computer, een aanhangwagen en tenten.”11 Van de economische crisis, waarin Nederland in het begin van de jaren ’80 terecht was gekomen, leek Emmaus weinig last te hebben. Jos: “Mensen gooien niet minder gauw dingen weg, je staat er versteld van wat er hier allemaal binnenkomt.” Hans: “Zo krijgen we al veel droogkappen die het echt nog doen.”12 Het kringloopwerk dreigde Emmaus Haarzuilens zelfs boven het hoofd te groeien. Daarom besloot men in 1981 na veel wikken en wegen om de traditionele Pinkstermarkt af te schaffen. De Pinkstermarkt was gewoon te groot geworden en was aan zijn eigen succes ten onder gegaan. Toen dit moeilijke besluit eenmaal genomen was, viel er een last van vele schouders. Een voordeel was ook dat er op de gewone wekelijkse markten betere spullen te koop waren, nu de mooiste spullen niet meer werden achtergehouden voor de Pinkstermarkt. Maar na een periode van zakelijk succes liepen begin jaren ’80 de zaken voor Emmaus Haarzuilens terug. De inkomsten daalden. Dit kwam onder andere door nieuwe interne spanningen. Na het opheffen van de opnamestop was er een aantal nieuwe mensen bijgekomen. De balans die er behoorde te zijn tussen mensen die verantwoordelijkheid droegen en de anderen die dat niet of minder deden, was verstoord geraakt. Sommigen maakten misbruik van de gemeenschap. Dit had zijn weerslag op het werk. Doordat de inzet niet bij iedereen optimaal was, kwamen er minder spullen binnen en werd er op de markten minder verkocht. Tussen 1979 en 1983 liepen de inkomsten met 40% terug.13 Halverwege de jaren ’80 was de toestand zodoende zorgwekkend.
18
De markt
De verkoop van tweedehands goederen vindt plaats op het terrein van Emmaus zelf: in de verkooploodsen en in de open lucht. Elke woensdagmiddag en de laatste zaterdag van de maand is er markt, voorheen heette dat bric à brac. De markten trekken veel kopers uit de wijde omtrek van Haarzuilens. Tientallen mensen verdringen zich achter het touw dat voor aanvang bij de ingang is gespannen. Klokslag één uur (of op zaterdag om elf uur) wordt het touw verwijderd en stromen de kopers rennend het terrein op. Het publiek is zeer divers: mannen, vrouwen, handelaren, mensen die van een uitkering moeten leven, mensen van vluchtelingenwerk, studenten en verzamelaars, etc. Twee keer per jaar is er een grote feestmarkt, waarvan de opbrengst naar een van tevoren aangewezen project gaat. Zo ging er in 1976 fl. 26.700 naar een pedagogisch centrum voor minderjarige wezen in Bolivia. In 1979 bedroeg de opbrengst zelfs fl. 37.500. Begin jaren ’90 fluctueerden de opbrengsten nogal. Soms waren de weersomstandigheden de spelbreker. De laatste jaren vertonen de omzetten over het algemeen een stijgende lijn. In augustus 2002 werd voor het eerst de € 20.000 overschreden.
40 JAAR EMMAUS HAARZUILENS 1966-2006
Nieuwe impulsen (1987-1996) Een nieuwe start
Ondanks de moeilijkheden bereikte Emmaus Haarzuilens een belangrijke mijlpaal: op 12 juni 1986 werd zij een zelfstandige stichting. Hiermee kreeg de relatie met het bestuur van Emmaus Nederland een ander karakter en kwam Emmaus Haarzuilens als één van de laatste groepen in Nederland op eigen benen te staan. Het bestuur van de nieuwe stichting werd gevormd door een bewoner, een vrijwilliger en iemand van buitenaf. Eén van de eerste zaken waar de stichting voor kwam te staan was het oplossen van de interne problemen. Een klein groepje bewoners overwoog zelfs om Emmaus Haarzuilens te sluiten en helemaal opnieuw te beginnen. Uiteindelijk werd besloten om toch door te gaan en de storende elementen te verzoeken de groep te verlaten. In één geval heeft dit nog tot een rechtszaak geleid. Zo werd schoon schip gemaakt en bleef er nog maar een klein aantal mensen over. De communauteit begon weer uit het dal op te klimmen. Het idealisme bloeide bij de overgebleven bewoners weer op. Ze traden daar ook mee naar buiten. Zo werden jaarlijks gastlessen verzorgd op scholen. De lessen maakten indruk op de kinderen. Een leerling van het Revius Lyceum in Doorn: “Maar wat ik nog veel knapper vind is dat jullie misschien wel twintig tv’s hebben, maar er geen één voor jullie zelf houden.”14 De communauteit werd weer hechter en het verloop werd minder groot. Er kwam meer aandacht voor vrije tijd en het volgen van projecten. De vrijdagmid-
dag werd bestempeld als praatmiddag. Dan was er een huisvergadering, waarin het werk en persoonlijke zaken werden besproken en soms een thema werd behandeld. Over de verhouding tussen werk en vrije tijd stelde men zich de vraag: “Wat is belangrijker, omzet of mens?”15 Er werd bewust gekozen voor de mensen die binnen Emmaus Haarzuilens leefden en werkten. Eén van de maatregelen was het verkleinen van het ophaalgebied en het inkorten van de werkweek. In plaats van wekelijks werd er alleen nog maar op de laatste zaterdag van de maand een markt gehouden. De woensdagmarkt bleef gewoon bestaan. De gevolgen van deze maatregelen waren verrassend. De omzet liep namelijk niet terug, zoals verwacht, maar groeide zelfs. Langzamerhand veranderde ook het jargon. Zo werd het woord ‘communauteit’ steeds meer vervangen door woonwerkgemeenschap.
Uitbreiding en professionalisering
In de jaren ’80 werd tweedehands kleding populairder. In trendy boetiekjes in de stad vond deze kleding grif aftrek. Dit bracht Emmaus Haarzuilens op het idee om zelf in Utrecht een kledingwinkel op te zetten. Vanwege het grote aanbod aan kleding bij Emmaus was een tweede verkooppunt zeer welkom. Op 2 juli 1987 werd hiervoor Stichting Emmaus Utrecht in het leven geroepen. Dankzij leningen van Emmausgroepen en andere geldschieters kon een pand in de Mgr. Van de Weteringstraat worden aan-
19
De kledingwinkel
gekocht. Met hulp van vrienden en kennissen werd het pand opgeknapt. Op 3 oktober 1987 ging de kledingwinkel open. De kleding die er werd (en wordt) verkocht, kwam uit Haarzuilens, waar het was gesorteerd. Boven de winkel bevond zich een woning met een aantal kamers. Zo betekende de aankoop van het pand niet alleen een uitbreiding op commercieel gebied, maar was het ook een uitbreiding van de woonruimte van Emmaus. Jos en Hermien namen hier samen met Harry hun intrek. Op allerlei gebied werd het kringloopbedrijf van Emmaus Haarzuilens geprofessionaliseerd. “We willen ook wel eens af van dat Malle Pietje-imago. Emmaus is uitgegroeid tot een professioneel kringloopbedrijf, dat loopt als een trein en waar keihard gewerkt wordt”, aldus een medewerker.16 Het bedrijf had ook het economisch tij en de tijdgeest mee. Dankzij de toegenomen welvaart werden er betere spullen afgedankt. Daarnaast groeide het milieubewustzijn onder het publiek en kwam de overheid met 20
campagnes voor het scheiden van afval. Dit alles had tot gevolg dat het aantal telefoontjes bij Emmaus Haarzuilens flink groeide. Emmaus ging ook samenwerken met andere kringloopbedrijven en met de gemeente. Zo nam ze samen met Stichting de ARM (een Utrechts kringloopbedrijf) en de gemeentereiniging deel aan het Kartonoverleg. Verder werden in 1990 met de gemeente Utrecht afspraken gemaakt over het ophalen van het grof vuil. Emmaus heeft zo gedurende enkele jaren voor de gemeentelijke ophaaldienst uitgereden en alle nog bruikbare spullen meegenomen. Dit scheelde de gemeente destijds per jaar anderhalf miljoen gulden aan inzamel-, verbrandings- en transportkosten.17 Omdat Emmaus steeds meer goederen ophaalde, was uitbreiding noodzakelijk. In 1991 werd de ‘spulletjesloods’, die voorheen had gediend voor de opslag van oud papier, als verkoopruimte in gebruik genomen. Dankzij de opbrengst van de lentemarkt van 1992 kon vervolgens de kippenloods, waar meubels
Oud ijzer
40 JAAR EMMAUS HAARZUILENS 1966-2006
werden opgeslagen en verkocht, worden gerenoveerd. Het dak werd door vrijwilligers zelf gesloopt, waarmee duizenden guldens werden bespaard. Er werd een verdieping opgebouwd en ingericht als vergader- en ontmoetingsruimte. In januari 1994 werd de loods officieel geopend door burgemeester J.J.F.M. Westra. In 1996 plaatste Emmaus verspreid over Vleuten-De Meern (en later ook in Harmelen) een aantal kledingcontainers. Hier konden mensen tweedehands kleding in deponeren.
procent van de bezoekers doet heel gezellig. Sommigen brengen zelfs een attentie mee met Kerst.”18 Ook de in Haarlem woonachtige Martin is al jaren vrijwilliger bij Emmaus Haarzuilens en besteedt drie à vier dagen per week aan de boeken. Ooit ging hij mee naar een zomerkamp in Haarzuilens. “Na afloop kreeg ik de vraag: zou je die boeken nog een weekje willen doen? Dat weekje is nou al zo’n zeven jaar.”19 Emmaus krijgt nu, weer tien jaar later, nog altijd veel complimenten over de boekenafdeling, waar Martin nog steeds werkt. “Ook op de kwaliteit let ik goed. Vooral de ruggetjes. Als je vijftig boeken op een plank hebt en er is er één met een slecht ruggetje, dan zien de klanten dát ruggetje.”20 Boeken die moeilijk aan de man te brengen zijn, verkoopt hij in hele partijen voor een schappelijk prijsje. Verder zorgt hij voor variatie door de boeken steeds te verplaatsen. “Mensen zijn een beetje lui. Ze bukken liever niet. Het moet op ooghoogte staan.”21
De eerste kledingcontainer
Werken bij Emmaus
Vrijwilliger Gerard over het kringloopwerk van Emmaus: “Je leert in dit werk heel goed spullen hun waarde teruggeven. We moeten niet te duur, maar ook niet te goedkoop spullen aanbieden. Uitsorteren is leuk werk, maar ik geniet het meest van het contact met de mensen die op de markt komen. Natuurlijk komen sommigen alleen voor de ‘heb’, maar tachtig
Martin en zijn boeken
21
Externe contacten
In deze periode pakte Emmaus Haarzuilens een oude traditie weer op. In 1988 werd er voor het eerst sinds 1969 weer een zomerkamp georganiseerd. Via de Vrijwillige Internationale Actie (VIA, dat is de Nederlandse afdeling van Service Civil International (SCI)) konden vrijwilligers zich aanmelden om twee weken te komen helpen in Haarzuilens. Zo kwamen er in 1990 jongeren uit Engeland, Spanje, Joegoslavië, Canada, Turkije, Finland, Denemarken en Maleisië. Na de val van de Muur in 1989 werd het voor jongeren uit Oost-Europa makkelijker om te komen. Werken voor Emmaus was voor hen een goedkope mogelijkheid om kennis te maken met het westen.
Tijdens de zomerkampen werkten de jongeren gewoon mee in het kringloopbedrijf en hielpen ze met de voorbereidingen van de grote markt in augustus. Daarnaast kregen ze informatie over het werk van Emmaus. Bij Emmaus Haarzuilens werd jaarlijks uitgekeken naar deze ontmoetingen. Voor de bewoners was het prettig te merken dat er van buitenaf belangstelling was voor hun werk en de motieven daarachter. De vrijwilligers waren vaak jonge en idealistische mensen, die de bewoners ook weer inspireerden. En er werd altijd veel lol gemaakt. Bewoners en vrijwilligers gingen samen uit en maakten uitstapjes in het land. Dat leidde nogal eens tot verliefdheden over en weer. Te meer ook omdat de bewoners veelal man-
Zomerkamp 1995
22
40 JAAR EMMAUS HAARZUILENS 1966-2006
nen waren en er onder de vrijwilligers veel meisjes waren. Zo ontmoette een bewoner tijdens het zomerkamp van 2004 een leuke Italiaanse. Na afloop van het kamp vertrok hij samen met haar naar Italië en keerde niet meer terug. Begin jaren ’90 reisden Jos en Hermien een jaar lang langs Emmausgroepen en andere projecten in Zuid-Amerika. Zij deden daar veel contacten op; een aantal daarvan is uitgegroeid tot intensieve vriendschapsbanden. “Deze vriendschapsbanden passen in de internationale ontwikkeling van Emmaus. Het gaat niet in de eerste plaats om het steunen van de derde wereld, maar om de uitwisseling van ideeën, inspiratie opdoen, merken dat je vanuit dezelfde idealen werkt.”22 Met name met twee Peruaanse groepen, Emmaus Trujillo en Emmaus Piura, is een hechte band ontstaan. Later ontstonden er ook contacten met projecten in andere delen van de wereld (onder andere Kenia en Uganda). In de loop van de jaren vonden er vele bezoeken over en weer plaats. Ook dichter bij huis trad Emmaus Haarzuilens meer naar buiten en zocht samenwerking met organisaties die zich inzetten voor dak- en thuislozen. Zo was Emmaus Haarzuilens in 1992/1993 medeoprichter van de Stichting De Tussenvoorziening Utrecht. Dit was (en is) een organisatie die opvang, steun en begeleiding biedt aan dak- en thuislozen en andere gemarginaliseerde groepen. Eén van de projecten van de stichting was de Tussenbus, die in de Utrechtse binnenstad stond en waar koffie, soep, brood en dekens werden uitgedeeld aan de meest kwetsbare daklozen. Dankzij het actieve daklozenbeleid van de gemeente Utrecht is de Tussenbus nu niet meer nodig.
Woonhuis Emmaus Trujillo, deels gefinancierd met projectengeld van Emmaus Haarzuilens
Ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan van Emmaus Trujillo wordt door Jos en Carina een plaquette onthuld
23
Heldere lijnen en duidelijke keuzes (1997-2006)
Een laatste drankje voor het oude huis
Een nieuw huis
De voormalige varkensstal waarin de woonwerkgemeenschap nog altijd huisde, vertoonde steeds meer gebreken en voldeed niet meer. Daarom werd in 1996 besloten om de stal af te breken en een nieuw gebouw neer te zetten. De bouw van het nieuwe huis luidde een nieuw tijdperk in. Op 1 april werd begonnen met de sloop van de twee varkens24
stallen. Tot het nieuwe gebouw, dat op dezelfde plek zou komen, klaar was, woonden de bewoners in caravans, die op het terrein waren neergezet. Voordat met de bouw kon worden begonnen, moest het gemeentelijk bestemmingsplan worden gewijzigd. Met de kasteelheer werd een erfpachtovereenkomst voor 25 jaar afgesloten.
40 JAAR EMMAUS HAARZUILENS 1966-2006
Het nieuwe huis wordt gebouwd
Voor het ontwerp koos Emmaus voor het Utrechtse architectenbureau Kapriool [van kap tot riool], omdat dat ideologisch veel overeenkomsten vertoonde met de eigen doelstellingen.23 De bouw werd uitbesteed om de handen zoveel mogelijk vrij te houden voor het kringloopbedrijf, dat gewoon door moest gaan. Emmaus betaalde de kosten van fl. 700.000 uit eigen middelen en met renteloze leningen van andere Emmausgroepen. Bij het nieuwe woonhuis is gebruik gemaakt van houtskeletbouw, waardoor het veel weg heeft van een chalet. “We hebben gekozen voor skeletbouw omdat het gebouw uiteraard wel moet harmoniëren met de omgeving. Bovendien wilden we absoluut energievriendelijk en duurzaam bouwen.”24 Er is gebruik gemaakt van onderhoudsarm hout uit het noorden van Scandinavië, dat ook ter plekke weer wordt aangeplant. Een voorwaarde die Emmaus heeft gesteld was dat bouwresten na eventuele sloop opnieuw te gebruiken moesten zijn. Vetplanten op het dak zorgen voor natuurlijke isola-
tie. Er had nog meer energie bespaard kunnen worden wanneer het nieuwe huis op het naastliggende weiland was gebouwd, waar meer geprofiteerd had kunnen worden van de warmte en het licht van de zon. Toch is voor de oude schaduwrijke plek gekozen, omdat je van daaruit beter zicht op het terrein hebt. Het nieuwe huis kreeg op de eerste verdieping badkamers en twaalf slaapvertrekken (ca. 2,5 x 5m). Op de begane grond kwamen alle gemeenschappelijke voorzieningen als huiskamer, keuken, wasruimte, voorraadkamer en kantoor. Aan de achterzijde van het gebouw werd een groot terras aangelegd. Het nieuwe gebouw werd geopend door mej. J.L.N. Nieuwland, directrice château van Kasteel Haarzuilens, als vervangster van de kasteelheer. Rentmeester F. Koster hield namens de adellijke familie een toespraak.
30 jarig bestaan. Henk Minnema (toenmalige voorzitter van Emmaus Nederland) en Jan en Liesbeth Wilken
25
Een nieuwe doelgroep
De bouw van het nieuwe huis luidde een periode in waarin er meer lijn kwam in de opname van nieuwe mensen in de groep. Men richtte zich minder op nachtslapers (daklozen die voor een nacht onderdak zochten), want voor hen kwamen steeds meer andere voorzieningen. Emmaus wilde mensen uit een probleemsituatie een plek bieden waar zij tot rust kunnen komen, om van daaruit hun leven weer op de rails te zetten. Emmaus Haarzuilens ziet zichzelf nadrukkelijk niet als hulpverlener, maar biedt mensen een thuis en structuur. Hermien: “Mensen die door de maatschappij zijn uitgekotst, proberen wij een plaats te geven.”25 Het gaat dus bij Emmaus Haarzuilens niet alleen om liefde voor de medemens, maar ook om kritiek op de samenleving, waarin mensen vaak worden afgeschreven. Bij Emmaus wordt juist gekeken naar wat mensen wél kunnen. Er zijn verschillende manieren waarop mensen bij Emmaus terecht komen: via hulpverleningsinstanties, de reclassering, door mond-op-mond-reclame of via andere kanalen. Eerst vindt een kennismakingsgesprek plaats. Een belangrijk gesprekspunt is de motivatie van degene die bij Emmaus aanklopt. Wat wil hij/zij bereiken? Wat wil hij/zij doen om zijn/ haar situatie te verbeteren? Verder wordt gelet op de problematiek en of de persoon in de leefgemeenschap past. Er wordt niet diep in iemands verleden gegraven, zoals dat onderling in de woonwerkgemeenschap ook niet gebeurt. Het gaat erom wie iemand nú is en de mogelijkheden die hij nú heeft. Na een logeerperiode van twee weken wordt in overleg besloten of de aspirantbewoner bij Emmaus Haarzuilens kan en wil blijven. De problematiek van de bewoners is divers. De meeste mensen zijn dak- en/of thuisloos geraakt door bij26
voorbeeld psychische problemen, een verslavingsverleden, detentie of schulden. Bij de aanname van nieuwe bewoners wordt hen geadviseerd om voor hun problemen buitenshuis professionele hulp te zoeken. Want, zoals gezegd, Emmaus biedt onderdak, werk en structuur, maar is geen hulpverlenende instelling. Emmaus streeft naar een evenwichtige verdeling van soorten Koffie! problematiek. Ook mogen de problemen niet al te groot zijn. Het moet nog wel mogelijk zijn om ‘als een gezin’ samen te leven en te werken. Daarnaast wordt er op gelet dat er een evenwicht bestaat tussen enerzijds idealistische mensen die zelf kiezen voor dit leven en anderzijds mensen die uit een probleemsituatie komen.
“Voor mij is de zon weer gaan schijnen”
Alle bewoners draaien mee in het kringloopbedrijf. Iedereen krijgt de belasting die hij of zij aan kan. Het werk geeft de bewoners een dag- en weekritme, waardoor ze structuur in hun dagelijks leven krijgen. Naast een zinvolle dagvulling helpt dit ook voorkomen dat ze op het verkeerde pad raken en in oude gewoonten terugvallen. De dagindeling is als volgt:
40 JAAR EMMAUS HAARZUILENS 1966-2006
8.15 10.00-10.30 12.00-13.00 15.00-15.30 17.00 18.00
werkbespreking en daarna aan de slag koffie-/theepauze lunchpauze koffie-/theepauze einde werk avondeten
Op maandagochtend wordt er gezamenlijk schoongemaakt en op vrijdagmiddag is er een huisvergadering die voor alle bewoners verplicht is. Naast het werk moeten de bewoners ook leren om hun vrije tijd in te vullen. Dat is niet voor iedereen even gemakkelijk. Gemiddeld blijven bewoners zo’n tweeëneenhalf jaar bij Emmaus Haarzuilens. Als het goed is, hebben ze in die tijd belangrijke stappen gezet. De bedoeling is dat ze gesterkt door hun ervaringen bij Emmaus zelfstandig terugkeren in de maatschappij, al of niet met hulp van buitenaf. Geregeld blijven oud-bewoners na hun vertrek uit Haarzuilens contact houden met Emmaus. Ze hebben er een leuke tijd gehad en komen graag terug, bijvoorbeeld om te helpen met
de voorbereiding van feestmarkten. Sommigen blijven naderhand als vrijwilliger bij Emmaus werken. Het komt ook voor dat bewoners blijven en intern doorgroeien naar een meer verantwoordelijke functie. Wat Emmaus kan betekenen voor een bewoner, blijkt uit het verhaal van Hélène: “Ik ben al 25 jaar verslaafd. Ik ben heel erg verslaafd geweest. Nu gaat het iets beter met me. Ik wil nog steeds heel graag afkicken, maar ik kan nergens meer terecht. Ik heb alle therapieën gehad en alle klinieken doorlopen om van de drugs af te komen, maar het is me niet gelukt.” Via drugspastor Ricus kwam Hélène bij Emmaus terecht, waar ze nog altijd een deel van de week logeert. “Ik woon bij mijn moeder in huis. Mijn moeder heeft me nooit laten vallen. Mijn moeder had het vroeger heel goed, maar ik heb haar arm gemaakt. Nu is ze oud en invalide. Ik wil graag voor haar zorgen. […] Het is heel fijn dat ik nu iedere week drie dagen helemaal weg kan [naar Emmaus Haarzuilens]. Daar leef ik helemaal van op. Voor mij is de zon gaan schijnen.”26
Uit het gastenboek
27
De mensen van Emmaus
Verschillende groepen mensen zijn betrokken bij Emmaus Haarzuilens. In de eerste plaats zijn er de bewoners. Zij wonen en werken in de woonwerkgemeenschap. In Haarzuilens kunnen maximaal veertien mensen wonen, in Parkwijk vijftien. Een aantal van hen heeft bewust gekozen voor het leven en werken in de woonwerkgemeenschap. Niet als opoffering, maar omdat ze dat als een uitdaging en verrijking ervaren. Anderen komen uit een probleemsituatie. Bij Emmaus Haarzuilens krijgen ze de kans om weer op eigen benen te gaan staan. ‘Bart’: “Mijn leven heeft weer structuur gekregen. Ik leer wat het is vroeg op te staan Aan tafel en verantwoordelijkheid te dragen. Over een paar jaar sta ik sterk genoeg in mijn schoenen om voor mezelf aan de slag te gaan.”32 Als het goed is, vinden deze bewoners na enkele jaren zelf hun weg in de samenleving of stromen ze binnen Emmaus door naar meer verantwoordelijke posities. Naast de bewoners zijn er de vrijwilligers, die zich één of meer dagdelen per week voor Emmaus inzetten. Ook onder hen is de motivatie om bij Emmaus mee te werken divers. Er zijn bijvoorbeeld vroeg-gepensioneerden die hun kennis willen delen. Anderen zoeken een zinvolle dagbesteding of komen in het kader van een arbeidsreïntegratietraject. De vrijwilligers krijgen reiskostenvergoeding en korting op de tweedehands goederen. Sinds halverwege de jaren ’90 werkt een aantal mensen op basis van een door de overheid gesubsidieerde baan in het kringloopbedrijf mee (de ‘Melkertbanen’, die later I&D-banen werden). Op het hoogtepunt van deze regeling had Emmaus 12 van deze plekken. Vanaf 2004 werd de regeling afgebouwd en eind 2006 stopt de I&D-regeling definitief. Mogelijk komen er een andere subsidieregelingen voor in de plaats. Via de reclassering krijgt Emmaus regelmatig mensen over de vloer die een taakstraf moeten doen. Tenslotte zijn er nog enkele betaalde krachten die een salaris ontvangen. Dit zijn met name de coördinatoren van Emmaus Parkwijk, Lombok en Overvecht.
28
40 JAAR EMMAUS HAARZUILENS 1966-2006
Nieuwe initiatieven (1997-2006) Begin jaren ’90 was de kringloopmarkt erg in beweging. Kringloopbedrijven werden groter en commerciëler. Veel bedrijven gingen een samenwerkingsverband met een gemeente aan. In deze tijd ontstonden ook de zogenaamde Melkertbanen, die later Instroom-Doorstroombanen (I&D-banen) werden. Dit waren door de overheid gesubsidieerde banen voor mensen die op de reguliere arbeidsmarkt moeilijk aan werk konden komen. Emmaus Haarzuilens wilde de boot niet missen. Zij werd actief lid van de branchevereniging van kringloopbedrijven (BKN) en hield de ontwikkelingen in en rond Utrecht goed in de gaten. Eind jaren ’90 greep ze verschillende kansen aan om uit te breiden.
Emmaus Retourshop
In 1995 voerde Emmaus de eerste gesprekken met de gemeente Utrecht over de opening van een vestiging in de wijk Overvecht. De gemeente had plannen met een voormalige parkeergarage, die als “een bron van sociale onveiligheid” beschouwd werd. Op 27 juni 1997 werd er een intentieverklaring opgesteld tussen woningcorporatie Bo-Ex ’91, de Gemeente Utrecht en Emmaus Haarzuilens. Bo-Ex ’91 stelde de ruimte aan de Gloriantdreef gratis ter beschikking. Voor de verbouwing droeg Emmaus Haarzuilens fl.100.000 bij, daarnaast kwam er geld van de gemeente en van een Europees subsidiefonds. Op 18 september 2001 werd hier de Emmaus Retourshop geopend. Dit is een drive-in inzamelpunt van twee-
dehands goederen, maar vooral ook een laagdrempelig dagbestedings- en werkervaringsproject voor mensen die weinig kansen hebben op de reguliere arbeidsmarkt. Een deel van de ruimte werd verhuurd aan Milieupunt Overvecht, waarmee Emmaus soms samenwerkt.
Emmaus Lombok
Een ander belangrijk initiatief van Emmaus was de opening van een nieuwe kringloopwinkel in Lombok. In 1997 had de Nachtopvang in Zelfbeheer (NoiZ) Emmaus Haarzuilens al uitgenodigd om mee te denken over de invulling van een pand in de Makassarstraat. Dit voormalige schoolgebouw was te groot voor de NoiZ, die alleen de bovenverdieping zou gaan gebruiken. De NoiZ vond in Emmaus Haarzuilens en Stichting De Tussenvoorziening goede buren. Emmaus Haarzuilens kon hier een kringloopwinkel vestigen en De Tussenvoorziening zocht kantoorruimte en een stallingsplaats voor de Tussenbus. Maar het zou nog jaren duren voor dit een feit was. In de zomer van 1997 belegden de drie betrokken organisaties samen met de gemeente een informatiebijeenkomst voor de buurt. De plannen zorgden voor verhitte gemoederen bij de honderdvijftig aanwezige buurtbewoners. Zij wilden pertinent geen daklozen(voorziening) in hun buurt. Het gevolg was dat de gemeente op zoek ging naar een andere bestemming voor het schoolgebouw aan de Makas-
29
sarstraat. De plannen van de NoiZ, De Tussenvoorziening en Emmaus Haarzuilens verdwenen in de ijskast. Ondanks de emoties in de buurt besloot de gemeente in januari 2000 het pand toch toe te wijzen aan deze drie organisaties. Er werd een beheergroep opgericht, waarin ook de buurt vertegenwoordigd was. Na een verbouwing kon Emmaus op 26 april 2001 starten met de verkoop. Op 11 mei van dat jaar vond de feestelijke opening van Emmaus Lombok plaats. De winkel van Emmaus wordt gerund door een coördinator en een aantal vrijwilligers. Voor de omwonenden organiseert de beheergroep jaarlijks een buurtfeest op en rond het terrein van de voormalige school aan de Makassarstraat.
Emmaus Lombok
30
De betrokken organisaties werken goed samen. Het gezamenlijke motto is: bed, bad, brood, begeleiding en een baan. Bij de NoiZ kunnen dertig daklozen slapen. Een aantal van hen kan meewerken in de kringloopwinkel van Emmaus. Hiermee krijgen zij een zinvolle dagbesteding en structuur in hun dagelijks bestaan. Zij ontvangen geen loon, maar Emmaus betaalt hun overnachting en eten bij de NoiZ. De Tussenvoorziening kan begeleiding bieden bij het zoeken naar huisvesting of een baan of anderszins.
’t Groene Sticht - Emmaus Parkwijk
Een derde initiatief waarbij Emmaus Haarzuilens halverwege de jaren ’90 actief betrokken raakte was de oprichting van ‘t Groene Sticht. Eind 1996 kwamen Ab Harrewijn en Jelle van Veen van Werkgroep De Rafelrand (een werkgroep van de actiegroep Arme Kant van Nederland) naar Haarzuilens om te praten over hun ideeën voor ‘een soort klooster’ in de Vinexlocatie Leidsche Rijn. Het moest een plek worden waar de sterke vanuit zijn roeping de zwakkere helpt. In 1997 vormden Emmaus Haarzuilens, De Rafelrand en de NoiZ een initiatiefgroep, die de plannen voor een woonerf met een woon-, werk- en opvangfunctie verder uitwerkte. In september van dat jaar richtte Ab Harrewijn, die later voor Groen Links in de Tweede Kamer zat, Stichting ’t Groene Sticht op. In het bestuur waren De Tussenvoorziening, NoiZ en Emmaus Haarzuilens vertegenwoordigd. Emmaus Haarzuilens stelde fl. 30.000 beschikbaar als garantstelling en startkapitaal en Ab Harrewijn werd coördinator van het geheel. In 2001 kwam de boerderij en de grond waar het erf gevestigd zou worden vrij. In april 2002 werd de eerste paal de grond in geslagen en in juni volgde de eerste steenlegging. Initia-
40 JAAR EMMAUS HAARZUILENS 1966-2006
tiefnemer Ab Harrewijn maakte dit niet meer mee. Hij overleed op 13 mei aan een herseninfarct. Ter nagedachtenis aan zijn inzet onthulde wethouder W.A. Lenting bij de eerste steenlegging op het terrein het bord van de nieuwe Ab Harrewijnstraat. In december 2003 werd het complex geopend door de Utrechtse burgemeester mw. A.H. Brouwer-Korf. Het bestond onder andere uit: - woonwerkgemeenschap Emmaus Parkwijk (woonruimte voor vijftien bewoners en een kringloopwinkel); - een boerderij met restaurant en vergaderruimte in beheer bij Reinaerde (instelling voor verstandelijk gehandicapten); - de Silo, die dienst doet als buurtwerkplaats, werkplaats van Remake (knapt oude meubels op tot design) en als ontmoetingsruimte voor de woonvereniging;
- -
huisvesting voor twaalf dak- en thuislozen door NoiZ/Tussenvoorziening; 32 appartementen in de sociale huursector, 12 kamers voor jongeren en 9 koopwoningen.
Behalve het startkapitaal heeft Emmaus nog eens fl. 85.000 geschonken en een lening verstrekt van een half miljoen gulden voor de periode van dertig jaar, waarbij de jaarlijkse aflossing vanaf 2002 weer geschonken wordt aan ’t Groene Sticht. De oprichting van Emmaus Parkwijk was een initiatief van Emmaus Haarzuilens. In december 2003 betrokken de eerste bewoners het huis. Op 14 mei 2004 vond de officiële opening plaats. Net als in Haarzuilens bevinden zich hier een woonhuis en een kringloopbedrijf, met als motto: “Kom ons helpen anderen te helpen, en misschien ben jij daarmee geholpen.”
Emmaus Parkwijk
31
Steun dichtbij en ver weg
Doordat de bewoners van Emmaus Haarzuilens afzien af van een regulier salaris, blijft er geld over voor projectensteun. Deze steun wordt niet beschouwd als liefdadigheid, maar als een bijdrage aan een eerlijker verdeling van de welvaart. Mede daarom spreekt men dan ook liever van samenwerking dan van hulp. Er wordt veel waarde gehecht aan persoonlijke contacten met de mensen die worden ondersteund. Daarom vinden er bezoeken over en weer plaats. Zo kan men elkaars realiteit leren kennen en van elkaar leren. De projecten die Emmaus ondersteunt, zijn grofweg in drie categorieën te verdelen: kleinschalige buitenlandse projecten, Nederlandse projecten voor dak- en thuislozen en bewustwordingsprojecten. Het grootste deel van de projectensteun (over de afgelopen tien jaar was dat 65%) gaat naar kleinschalige buitenlandse projecten. Belangrijk criterium bij de beslissing of een projectaanvraag wel of niet ondersteund Treesleeper, een project in Namibië zal worden, is de mogelijkheid dat het project op termijn zelfvoorzienend zal kunnen worden. Een voorbeeld van een kleinschalig buitenlands project is het Treesleeperscamp in Namibië. Hier hebben dorpsbewoners met financiële ondersteuning van onder andere Emmaus een camping opgezet, die inmiddels goed draait. Dankzij de inkomsten daaruit heeft de (voorheen arme) bevolking weer een toekomst. Ook gaat er geregeld projectensteun naar bevriende Emmausgroepen. Zo heeft Emmaus Haarzuilens de groep in Trujillo (Peru) tien jaar lang ondersteund bij het opbouwen van de woonwerkgemeenschap; inmiddels is deze zelfvoorzienend. Bijna eenderde van de projectensteun gaat naar binnenlandse (met name regionale) projecten voor dak- en thuislozen. Daar liggen immers ook de roots van de Emmausbeweging. Zo is Emmaus Haarzuilens actief betrokken geweest bij het opzetten van De Tussenvoorziening. Daarnaast wordt het STIL, een solidariteitsorganisatie voor vluchtelingen en migranten zonder verblijfsvergunningen, al jaren ondersteund. Met de steun aan bewustwordingsprojecten (zo’n 4% van de totale projectsteun) wil Emmaus Haarzuilens helpen om misstanden in onze samenleving aan de kaak te stellen. Het geld gaat naar organisaties als Actie Strohalm, Anti Facistische Actie, Schone Kleren Campagne en Buro Jansen en Janssen, dat onlangs onderzoek heeft verricht naar de wijze waarop de politie de identificatieplicht uitvoert.
32
40 JAAR EMMAUS HAARZUILENS 1966-2006
Veertig jaar idealisme en solidariteit (2006) Eind augustus 2006 vierde Emmaus Haarzuilens haar veertigjarig bestaan. Een week eerder waren leden van bevriende (Emmaus)groepen uit verschillende landen (onder andere Peru, Oeganda, Spanje en Frankrijk) gearriveerd om het feest mee te vieren. De gasten hielpen met de voorbereidingen en verrichtten hand-en-spandiensten bij het gewone kringloopwerk. Een grote feesttent was op het weiland neergezet. Allerlei mensen die betrokken zijn bij het werk van Emmaus en alle bewoners van Haarzuilens waren uitgenodigd voor een feestelijke receptie, waarbij diverse cadeaus werden aangeboden. Er werd een documentaire vertoond en er waren foto’s te zien. Oude bekenden zagen elkaar weer en er werden veel herinneringen opgehaald. Twee dagen later was de grote feestmarkt, waar ook andere Nederlandse groepen spullen verkochten. Op verschillende podia werd muziek gemaakt en voor kinderen was er een springkussen. Uiteraard ontbrak ook de modeshow van tweedehandskleding niet en waren er allerlei exotische hapjes te verkrijgen. De belangstelling was overweldigend en de opbrengst van € 21.715 was een record. Een deel daarvan ging naar Couture Bianca in Ouagadougou (Burkina Faso). In dit project krijgen vrouwen een naaiopleiding, wat hun kansen op werk en inkomen moet vergroten. Het andere deel ging naar Narodna Dopomoga in Kiev, een project voor verbetering van de levensomstandigheden en kansen van dak- en thuislozen in Kiev.
Een terugblik op veertig jaar Emmaus Haarzuilens laat een bewogen geschiedenis zien. Een geschiedenis met ups en downs. Een geschiedenis van idealis-
Uitnodiging voor het jubileumfeest
33
me, van handen uit de mouwen steken, van solidariteit met de zwaksten ver weg en dichtbij, van samen werken aan een rechtvaardigere wereld, van de moed niet verliezen, van een tweede kans voor mensen en goederen. De folder die in 1991 ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum van Emmaus Haarzuilens werd gemaakt, vermeldt dat Emmaus er naar streeft om zichzelf overbodig te maken. Ook vijftien jaar later is het nog lang niet zo ver. Nog steeds zijn er mensen die tussen wal en schip dreigen te belanden en is er onrecht. Dat wil echter niet zeggen dat Emmaus niet veel méér heeft bereikt dan een druppel op een gloeiende plaat. Alleen al het bedrag van ruim drie miljoen euro dat in de afgelopen veertig jaar bij elkaar is gebracht en aan projecten overal in de wereld is besteed, weerspreekt dat. En wat niet in cijfers is uit te drukken, is hoe veel Emmaus Haarzuilens heeft betekend voor de mensen die hier korte of langere tijd samen leefden, samen deelden en samen werkten aan een betere toekomst. Modeshow jubileummarkt met internationale gasten
Uit de afscheidsbrief van Ben van Oers (oud-voorzitter Emmaus Nederland, oud-vrijwilliger Emmaus Haarzuilens)
... en ik hoop dat ze dat nog heel lang doen: mensen die bij het grof vuil zijn gezet ophalen en laten werken. Dank jullie wel. Ben
34
40 JAAR EMMAUS HAARZUILENS 1966-2006
Spullen met een verhaal
Emmaus leeft van de verkoop van tweedehands goederen: meubels, kleding, huisraad, boeken, fietsen, tenten, muziekinstrumenten, electra, platen, cd’s en nog veel meer. Aan de spullen die binnenkomen, zijn nieuwe (of inmiddels verouderde) trends af te lezen. Zo komen nu de eerste nordic walking stokken binnen en heeft Emmaus ook al enige tijd rollators in de aanbieding. Bij het ophalen van goederen is Emmaus echter wel kritisch. Het moeten wel verkoopbare voorwerpen zijn. Alles moet op zijn minst heel zijn en niet al te erg uit de tijd. Er komen opmerkelijke zaken voorbij, zoals bijvoorbeeld een kunstbeen en een rokje waar een merkje inzat met ‘Armani’ er op en waar nog een prijskaartje aan hing van 1.850 dollar! Een andere verrassende vondst deed Martin in november 2004, toen hij ’s avonds nog even met de boeken bezig was. Triomfantelijk kwam hij de woonkamer binnen met in zijn hand een stapeltje bruine papiertjes: achttien briefjes van fl. 100,-! Uit een ander boek kwamen later nog een paar briefjes van fl. 50,-. De totale oogst was dus fl. 2.050,-. De eigenaar van de boeken was niet meer te achterhalen. Als ophaler kom je ook op bijzondere plekken. Zo moesten er een keer goederen worden opgehaald van de zolder van de Hamtoren en oude kluisjes uit een ABN-AMRO bankgebouw. “Zo ver was ik nog nooit een bank in geweest!”30 Bij het ophalen van goederen komt meer kijken dan zakelijk inzicht en spierkracht. “Je maakt wel eens tragische dingen mee. We halen ook kleding op bij mensen en dat zijn dan de kleren van de partner met wie ze vijftig jaar hebben samengeleefd. Wat moet je dan doen? Wat je níet kunt doen is het zakkie aanpakken en hup de trap afrennen. Voor zover mogelijk neem je er dan de tijd voor en je probeert dat voor mensen zo acceptabel mogelijk te maken. Er zit een verhaal achter die kleren.”31
35
Noten S inds enige jaren heeft het een nieuwe naam: de Emmauskrant. 2 Honger en dorst, nr. 1 (1958) 3. 3 Ibidem, 11. 4 Jubileumkrant Emmaus, 1976. 5 Artikel 14-2-1967 (krant onbekend). 6 Jeugdwerk Nederland (JN), jrg. 10, nr. 12 (29-6-1978) 10. 7 Ibidem. 8 Kontaktblad, mei 1980. 9 ‘Jaarverslag 1979’ (handgeschreven). 10 Kontaktblad, augustus 1979. 11 Ibidem, april 1978. 12 Artikel 1982 (bron onbekend). 13 Jubileumuitgave Emmaus Haarzuilens, 1991, grafiek p. 4. 14 Kontaktblad, 1987. 15 ‘Het Gele Boekje’. Jaarverslag over 1990. 16 De Brug, 2-2-1994. 17 De Volkskrant, 13-3-1993. 18 Utrechts Nieuwsblad, 1991 (datum onbekend). 19 Honger en dorst, mei 1996. 20 Ibidem. 21 Ibidem. 22 Utrechts Nieuwsblad, 19-6-1993. 23 De Brug, 6-12-1995. 24 Ibidem. 25 Bondig nr. 291, 17. 26 Jaarverslag Raad van Kerken Amsterdam, 1997. 27 Citaat Abbé Pierre in Honger en dorst, nr. 11, 3. 1
36
J eugdwerk Nederland (JN), jrg. 10, nr. 12 (29-6-1978) 10. 29 Brief voor nieuwkomers, begin jaren ’80. 30 Gesprek met Kees, 11 augustus 2006. 31 Xander in Hervormd Nederland, 14-5-1983. 32 Reader’s Digest, september 1994. 28
Colofon Tekst: Mieke Heurneman, Amersfoort Eindredactie: Jos van der Meer, Hermien Vat, Carina Wagenaar Vormgeving en drukwerk: Drukkerij van Rooijen, Vleuten Haarzuilens 2006
40 JAAR EMMAUS HAARZUILENS 1966-2006
Woonwerkgemeenschap Emmaus Haarzuilens vangt mensen uit een probleemsituatie op, met name dak- en thuislozen, en biedt hen de mogelijkheid hun leven weer op te bouwen. Door het ophalen en weer verkopen van gebruikte goederen, voorziet de groep in haar eigen levensonderhoud. Het geld dat overblijft gaat naar projecten in binnen- en buitenland. Emmaus Haarzuilens werd in 1966 opgericht. In 2006 vierde de groep haar 40-jarig bestaan. In dit boekje wordt de bewogen geschiedenis van 40 jaar Emmaus Haarzuilens beschreven. Een verhaal van samen wonen, samen werken, samen delen.
Haarzuilens 2006