Drie scenario’s voor het invoeren van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage in de Wmo.
1. Inleiding De gemeente Winsum is al enige tijd bezig met het onderzoeken van de mogelijkheden om voor alle Wmo-voorzieningen een inkomensafhankelijke eigen bijdrage in te voeren. Het proces is begonnen met een startnotitie waarin een aantal vragen gesteld werden, die inzicht geven in de mogelijkheden om een inkomensafhankelijke eigen bijdrage in te voeren. In de “Discussienotitie inkomensafhankelijke eigen bijdrage in de Wmo” zijn de vragen uit de startnotitie beantwoord. De gemeenteraad heeft bij de vaststelling van de discussienotitie een aantal richtinggevende uitspraken gedaan: -
Zoveel mogelijk van de werkzaamheden voor de inkomensafhankelijke eigen bijdrage laten uitvoeren door het CAK Het CAK wordt betaald door het rijk. Het rijk past hiervoor een korting op de rijksmiddelen toe. Deze korting wordt ook toegepast op de rijksuitkering van de gemeente Winsum. Er zijn voor de gemeenten geen verdere kosten verbonden aan werkzaamheden die het CAK voor de gemeenten uitvoert. Gemeenten zijn verplicht om het CAK de inkomensafhankelijke eigen bijdrage te laten uitvoeren. Daarnaast kan het CAK gemandateerd worden om het inkomensafhankelijk eigen aandeel uitvoeren. De gemeente blijft verantwoordelijk voor de inhoudelijke afhandeling en bezwaarschriften.
-
De eigen bijdrage gaat alleen gelden voor nieuwe aanvragen
-
Meer inzicht geven in: o de collectieve ziektekostenverzekering van Menzis o de kosten voor het uitvoeren van het inkomensafhankelijk eigen aandeel door de gemeente Winsum
Daarnaast heeft de gemeenteraad besloten om:” Het college de opdracht te geven de maatregelen omtrent de inkomensafhankelijke eigen bijdrage en het inkomensafhankelijke eigen aandeel nader uit te werken en opnieuw voor te leggen aan de raad.” De gemeenteraad heeft het college gevraagd drie scenario’s uit te werken. Namelijk, een inkomensafhankelijk inkomensafhankelijke eigen bijdrage innen vanaf 110%, 120% en 150% van het verzamelinkomen op het sociaal minimum.
In deze notitie wordt eerst ingegaan op de collectieve ziektekostenverzekering en het zelf uitvoeren van het inkomensafhankelijk eigen aandeel. Daarna worden een aantal aannames beschreven die
1
gemaakt zijn om de verschillende scenario’s te berekenen. Op basis van die aannames worden drie scenario’s beschreven. Als laatste wordt een advies gegeven om 1 van de drie scenario’s uit te voeren. 1.2 Collectieve ziektekosten verzekering van Menzis De gemeente Winsum heeft een minimabeleid. In het minimabeleid wordt aan burgers met een inkomen tot 110% van het sociaal minimum een aantal regelingen aangeboden. Deze regelingen zijn gericht op bijzondere kosten die door mensen met een laag inkomen niet uit reguliere inkomsten betaald kunnen worden. De collectieve ziektekostenverzekering is zo’ n regeling. Burgers komen dus alleen in aanmerking voor deze verzekering als ze een inkomen hebben dat lager of gelijk is aan 110% van het sociaal minimum. Wanneer burgers in aanmerking komen voor deze regeling kunnen ze zich aanmelden bij Menzis (1 keer per jaar). Menzis biedt hen een collectieve ziektekostenverzekering aan met korting (collectiviteitskorting). Wanneer de klant kiest voor een aanvullend pakket, is deze ook verzekerd voor de inkomensafhankelijke eigen bijdrage. Om te zorgen dat mensen zich kunnen verzekeren tegen de inkomensafhankelijke eigen bijdrage heeft SoZaWe een pakket ingekocht bij Menzis. Bij dit pakket horen een aantal afspraken. Menzis zorgt voor de vergoeding van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage aan klanten. Ook de administratieve lasten worden door Menzis gedragen. Maar de kosten voor het vergoeden van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage worden door Menzis doorberekend aan SoZaWe. Deze kosten zouden anders uit de bijzondere bijstand worden betaald Voor de klant is de vergoeding van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage onderdeel van zijn zorgverzekering. In de praktijk gaat het om afspraak tussen SoZaWe en Menzis over de administratieve afhandeling. De kosten voor het vergoeden van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage worden door SoZaWe betaald. 1.3 De kosten voor het uitvoeren van het inkomensafhankelijk eigen aandeel In deze alinea wordt beschreven met wat voor financiële consequenties rekening gehouden moet worden, als de gemeente Winsum het inkomensafhankelijk aandeel zelf uitvoert. Het Inkomensafhankelijk aandeel is van toepassing bij financiële tegemoetkomingen. Deze worden bijvoorbeeld gebruikt bij (grote) woningaanpassingen. Het doel en de uitwerking van het inkomensafhankelijk eigen aandeel is vergelijkbaar met de eigen bijdrage. Het gaat om een bijdrage aan de kosten van een individuele voorziening. In de beantwoording van vragen rondom de “Discussienotitie” is al een schatting gegeven van de kosten die de gemeente Winsum zal maken voor uitvoering van het inkomensafhankelijk eigen aandeel. Met een handeling van 5 a 10 minuten kan het inkomensafhankelijke eigen aandeel berekend worden. Dit is niet anders dan bij de inkomensafhankelijke eigen bijdrage. Na het berekenen blijft de gemeente verantwoordelijk voor het aanpassen en bijhouden van veranderingen
2
van het inkomensafhankelijke eigen aandeel. Dit kan resulteren in een aantal extra werkzaamheden voor het Wmo-loket en extra handelingen voor de klant. Het gaat hierbij om bijvoorbeeld:
Uitvoering Wmo loket: -
-
Klant
Jaarlijks aanpassen inkomensafhankelijk eigen aandeel 1
Berekenen en voorschieten WTCG korting
-
zelf aanleveren van inkomensgegevens
-
een extra instantie voor de afhandeling van het eigen aandeel
Het zelf uitvoeren van het inkomensafhankelijke eigen aandeel levert voor het Wmo-loket meer werk op dan wanneer het CAK dit doet. Naast de feitelijke uitvoering moet er nog steeds worden afgestemd met het CAK zodat de maximale periode bijdrage niet wordt overschreden. Daarnaast heeft de klant (die vaak meer dan 1 voorziening heeft) te maken met twee instanties in plaats van één. Het zou klantvriendelijker zijn om één uitvoerder te hebben voor het eigen aandeel en de inkomensafhankelijke eigen bijdrage. Het uitvoeren van het inkomensafhankelijk eigen aandeel brengt werkzaamheden met zich mee. De hoeveelheid werkzaamheden zijn te beperken door zoveel mogelijk voorzieningen in natura of via een PGB te verstrekken. Hierop is een inkomensafhankelijke eigen bijdrage van toepassing en geen eigen aandeel. De inkomensafhankelijke eigen bijdrage wordt uitgevoerd door het CAK. Als er minder financiële tegemoetkomingen worden toegekend, neemt de complexiteit voor uitvoering door de eigen organisatie af. Conclusie: Het is niet mogelijk om de kosten voor het zelf uitvoeren voor het inkomensafhankelijk eigen aandeel beter inzichtelijk te maken dan de schatting die is gegeven in de toezeggingen van 12-6-12. De uitvoering van het eigen aandeel wordt slechts in enkele gevallen door gemeenten zelf gedaan. De ervaringen van deze gemeenten verschillen. Hierdoor kan er geen overduidelijke conclusie worden getrokken. De daadwerkelijke kosten worden pas echt inzichtelijk als de gemeente Winsum het inkomensafhankelijk eigen aandeel zelf uitvoert. Op dit moment is het mogelijk het inkomensafhankelijk eigen aandeel uit te laten voeren door het CAK. Aan deze mogelijkheid zijn geen extra kosten verbonden. Het CAK handelt ook de inkomensafhankelijke eigen bijdrage af. Afhandeling door het CAK voorkomt fouten in de berekening, en misverstanden tussen de gemeente en het CAK.
1
De WTCG Korting is een korting voor de klant op basis van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten
3
Advies: de uitvoering van het inkomensafhankelijk eigen aandeel mandateren aan het CAK -
De regelingen voor het inkomensafhankelijk eigen aandeel en de inkomensafhankelijke eigen bijdrage zijn gelijk
-
De gemeente Winsum loopt geen risico met betrekking tot de kosten voor de uitvoering
-
Het Wmo-loket wordt niet belast met extra regels en richtlijnen voor de uitvoering
-
De klanten hebben voor de eigen bijdrage en het eigen aandeel te maken met één instantie
4
2. De scenario’s De gemeenteraad van Winsum heeft het college gevraagd om drie scenario’s uit te werken voor de inkomensafhankelijke eigen bijdrage. Het eerste scenario heeft betrekking op het innen van een inkomensafhankelijke eigen bijdrage vanaf 110% van het verzamelinkomen op het sociaal minimum. Hierin worden de minima ontzien. In dit scenario sluiten we aan bij de sociale dienst die bij het minimabeleid ook een norm van 110% hanteert. In het tweede scenario wordt een inkomensafhankelijke eigen bijdrage geïnd vanaf 120% van het verzamelinkomen op het sociaal minimum. De regeling ontziet niet alleen de minima maar ook andere lagere inkomensgroepen. In het derde scenario worden niet alleen de minima, maar ook de lagere en middeninkomens ontzien. In dit scenario wordt een inkomensafhankelijke eigen bijdrage geïnd vanaf 150% van het verzamelinkomen op het sociaal minimum. Bij deze 3 scenario’s is het van belang dat er zo goed mogelijk inzicht gegeven wordt in de kosten en baten van een dergelijk scenario. Om een reële schatting te geven worden een aantal aannames gedaan. Deze aannames worden hieronder beschreven.
2.1 Aannames Inkomensgegevens Een schatting van de baten voor de gemeente Winsum vereist inzicht in de inkomens van de klanten van de Wmo. Deze gegevens zijn niet beschikbaar voor alle klanten, maar wel voor degene die gebruik maken van Hulp in het huishouden (vanaf nu HH). Door middel van een aantal aannames kan worden bekeken of de gegevens voor klanten die gebruik maken van HH vergelijkbaar zijn met die voor overige voorzieningen. Zowel in het BMC rapport “Bezuinigingen binnen de Wmo” als bij het CBS zijn (schattingen van) inkomens gegevens te vinden. Uitgaande van deze bronnen maken wij een eerste Aanname: Aanname 1: tussen de 30%-50% van onze klanten heeft een inkomen boven de 120% van het verzamelinkomen op het sociaal minimum. De inkomensgegevens van de klanten die gebruik maken van HH zijn bekend. Ongeveer 40% van deze klanten had in 2011 een inkomen boven 120% van het verzamelinkomen op het sociaal minimum. Deze gegevens worden gebruikt om een schatting te kunnen maken van de kosten en baten in alle drie scenario’s. Baten Een tweede variabele zijn de baten. In de discussienotitie is te lezen dat er 3 mogelijke bronnen zijn om een schatting van de inkomsten te kunnen maken. Het BMC rapport “Bezuinigingsmogelijkheden
5
binnen de Wmo”, de gemeente Groningen en de gemeente Eemsmond. De schattingen lopen uiteen van € 20.000,-- tot € 97.000,-Aanname 2: De inkomensafhankelijke eigen bijdrage levert € 20.000,-- tot € 97.000,-- op De inkomsten op basis van de berekeningen liggen tussen € 20.000,-- en € 31.000,-- bij respectievelijk 100 en 150 klanten. Dit zijn maximale bedragen op basis van de maximale periode bijdrage. Deze schatting omvat het totaal van inkomsten, waarbij nog rekening gehouden moet worden met: -
Niet alle klanten betalen de maximale periode bijdrage
-
Er zit overlap in voorzieningen
Niet iedereen betaalt de maximale periode bijdrage. Het is mogelijk hiervoor te corrigeren door te kijken naar wat de baten zouden zijn geweest, als alle klanten de maximale periode bijdrage zouden betalen, en wat er daadwerkelijk door het CAK aan de gemeente wordt afgedragen. Berekening max. periode bijdrage HH
€ 164.000,--
Afdracht CAK
€ 129.000,--2
Het CAK draagt ongeveer 78% af van wat de baten zouden zijn als alle klanten de maximale periode bijdrage zouden betalen. Met deze factor moeten we dus ook rekening houden wanneer we kijken naar de inkomsten. Aanname 3: Om een reële schatting te geven gaan we uit van 78% van de berekende maximale inkomsten Het gemiddeld aantal voorzieningen per klant is 1,7. Er is bijna 60% overlap in voorzieningen. Niet iedereen die een voorziening aanvraagt zal dus de (gehele) inkomensafhankelijke eigen bijdrage betalen. Een groot deel van onze voorzieningen bestaan uit HH waarvoor al een inkomensafhankelijke eigen bijdrage geldt. Door middel van de volgende aanname kunnen we corrigeren voor de overlap. Aanname 4: We ontvangen maar in 40% van de gevallen de gehele inkomensafhankelijke eigen bijdrage voor nieuwe voorzieningen Kostenbesparing SoZaWe In het kader van de bijzondere bijstand worden door SoZaWe kosten gemaakt. Om in aanmerking te komen voor bijzondere bijstand mag het verzamelinkomen niet hoger zijn dan 110% van het sociaal minimum.
2
Dit bedrag is afkomstig uit de Wmomonitor. De daadwerkelijke inkomsten kunnen iets hoger of lager uitvallen doordat er sprake is van afrekeningen, te late betalingen etc.
6
Er wordt ook bijzondere bijstand verleend aan klanten die een inkomensafhankelijke eigen bijdrage voor de Wmo of de AWBZ (Zorg zonder verblijf) betalen. Wanneer het CAK gaat innen vanaf 110% van het verzamelinkomen op het sociaal minimum verdwijnen deze kosten bij SoZaWe. Zij hoeven deze kosten niet meer te vergoeden, want het CAK int de inkomensafhankelijke eigen bijdrage niet voor deze doelgroep. Tegelijkertijd wordt er minder afgedragen aan het CAK. De afdracht van het CAK aan de gemeente valt dus ook lager uit. Aanname 5: De kosten die SoZaWe maakt voor de inkomensafhankelijke eigen bijdrage in het kader van bijzonder bijstand zijn even hoog als het bedrag dat geïnd wordt bij klanten met een verzamelinkomen beneden de 110% van het verzamelinkomen op het sociaal minimum. Aantal klanten en voorzieningen In de discussienotitie is al genoemd dat er regels zijn rondom de inkomensafhankelijke eigen bijdrage. Dat betekent ook dat niet alle klanten te maken krijgen met de inkomensafhankelijke eigen bijdrage. De gebruikers van Hulp in het huishouden hebben al te maken met een inkomensafhankelijke eigen bijdrage. Voor gebruikers met een rolstoel en kinderen is een inkomensafhankelijke eigen bijdrage niet toegestaan. Zoals in de discussienotie is beschreven heffen weinig gemeenten een inkomensafhankelijke eigen bijdrage voor de regiotaxi. De regiotaxi (ook wel collectief vraagafhankelijk vervoer of Wmo-taxi) is een vervoersvoorziening. Om met de regiotaxi te kunnen reizen heeft men een regiotaxipas nodig. Deze wordt door het Wmo-loket verstrekt. De klant wordt thuis opgehaald en naar hun bestemming gebracht. Voor klanten met een regiotaxipas is het openbaar vervoer of eigen vervoer geen oplossing. In de regiotaxi wordt aan de klanten een bijdrage gevraagd die vergelijkbaar is met die van het regulier openbaar vervoer. Er wordt dus al een bijdrage gevraagd. Daarnaast wordt het gebruik van de regiotaxi per rit gefactureerd. De kosten van de voorziening zijn variabel. Een inkomensafhankelijke eigen bijdrage is daarom moeilijk te berekenen. Dit houdt in dat op dit moment het invoeren van een inkomensafhankelijke eigen bijdrage op de regiotaxi organisatorisch onwenselijk en onuitvoerbaar is. Aanname 6: Er wordt (voorlopig) geen inkomensafhankelijke eigen bijdrage gevraagd voor de regiotaxi. Wanneer de regiotaxi niet wordt meegeteld, zijn er in 2011 nog 150 voorzieningen toegewezen waarvoor een inkomensafhankelijke eigen bijdrage kan worden gevraagd. De verwachting is dat met de invoering van een inkomensafhankelijke eigen bijdrage en door de Kanteling dat het aantal toekenningen ten opzichte van het aantal aanvragen licht zal dalen. Meer klanten zullen voor een andere oplossing kiezen. In deze schatting gaan we uit van 100-150 voorzieningen per jaar waarop een inkomensafhankelijke eigen bijdrage te vragen is.
7
Aanname 7: We verstrekken 100-150 nieuwe voorzieningen per jaar waarop de inkomensafhankelijke eigen bijdrage van toepassing is. Berekening Voor het berekening zijn de inkomensgegevens van de 263 klanten die gebruik maken van HH gebruikt. Deze gegevens zijn omgerekend naar een fictief scenario van 100 en 150 personen die een nieuwe voorziening aanvragen. Voor deze groepen is de maximale periode bijdrage te berekenen. Dat is voor alle personen in de verschillende gezinssamenstellingen en inkomensgroepen berekend. Daarna is gecorrigeerd voor het niet betalen van de maximale periode bijdrage en de overlap in voorzieningen. De uitkomst van deze berekeningen is te zien in de uitwerking van de scenario’s. De berekeningen zijn te vinden in de bijlage.
8
2.3 Scenario 1: 110% Scenario 1 omvat de keuze vanaf 110% van het verzamelinkomen op het sociaal minimum een inkomensafhankelijke eigen bijdrage te vragen. Beneden de 110% wordt de inkomensafhankelijke eigen bijdrage wel opgelegd, maar niet geïnd. De kosten en baten zijn een belangrijk onderdeel van een inkomensafhankelijke eigen bijdrage. Het is zeker voor onze klanten van wezenlijk belang om te weten hoe de regeling in elkaar zit. In tabel 1 worden de gevolgen voor de klanten van de Wmo overzichtelijk weergegeven. De eigen bijdrage kan niet hoger zijn dan de kosten van de voorziening. De onderstaande tabel geeft aan wat mensen maximaal betalen. Tabel 1: Gevolgen voor klanten, scenario 1 65- ongehuwd
65+ Ongehuwd
65- gehuwd
65+ gehuwd
Verzamelinkomen < 110%
Eigen bijdrage €0,-- per jaar
Eigen bijdrage €0,-- per jaar
Eigen bijdrage €0,-- per jaar
Eigen bijdrage €0,-- per jaar
Verzamelinkomen 110% - 120%
Eigen bijdrage €234,-- per jaar
Eigen bijdrage €234,-- per jaar
Eigen bijdrage €335,40 per jaar
Eigen bijdrage €335,40 per jaar
Verzamelinkomen > 120%
Eigen bijdrage €234,-- per jaar + 15% van het inkomen boven € 22.905,--
Eigen bijdrage €234,-- per jaar + 15% van het inkomen boven € 16.007,--
Eigen bijdrage €335,40 per jaar + 15% van het inkomen boven € 28.306,--
Eigen bijdrage €335,40 per jaar + 15% van het inkomen boven € 22.319,--
In de onderstaande tabel is af te lezen wat de verwachte baten zijn in scenario 1 bij 100 tot 150 klanten. Ter vergelijking worden de baten voor het innen van een inkomensafhankelijke bijdrage bij alle klanten van de Wmo beschreven.
9
Tabel 2: Baten, scenario 1 3 Innen bij alle klanten Baten inkomensafhankelijke eigen bijdrage
Innen vanaf 110%
€ 20.000,-- tot € 31.000,--
€ 16.000,-- tot € 24.000,--
-€ 9.000,--
-€ 9.000,--
€ 11.000,-- tot € 22.000,--
€ 7.000,-- tot € 15.000,--
Inkomstenderving Hulp in het huishouden
€ 0,--
-€ 28.000,--
Kostenbesparing SoZaWe bijzonder bijstand/Menzis
€ 0,--
€ 28.000,--
€ 11.000,-- tot € 22.000,--
€ 7.000,-- tot € 15.000,--
Structurele kosten uitvoering inkomensafhankelijke eigen bijdrage Totaal
Totaal
De baten zijn berekend op basis van de inkomensgegevens van klanten die gebruik maken van Hulp in het huishouden. De berekeningen zijn te vinden in de bijlage. Zoals te zien is in tabel 2, levert de inkomensafhankelijke eigen bijdrage in scenario 1 een bedrag op tussen € 7.000,-- en € 15.000,--. Daarbij zijn ook een aantal kosten meegenomen. Deze bestaan onder andere uit structurele kosten voor de uitvoering van een inkomensafhankelijke eigen bijdrage. Inkomstenderving Hulp in het huishouden: De gemeente Winsum heft een inkomensafhankelijke eigen bijdrage bij Hulp in het huishouden. De inkomensafhankelijke eigen bijdrage voor Hulp in het huishouden bedroeg in 2011 €129.000,--. De inkomensafhankelijke eigen bijdrage geldt voor alle klanten die gebruik maken van hulp in het huishouden, dus ook de minima. Als we gebruik maken van de regeling van het CAK om vanaf een bepaald inkomen te innen (110%) worden de minima ontzien. Dit geldt ook voor de minima die gebruik maken van Hulp in het huishouden en Zorg zonder verblijf in het kader van de AWBZ. De groep die een inkomen heeft beneden 110% van het verzamelinkomen op het sociaal minimum betaalt dan geen bijdrage meer. Deze kosten zijn meegenomen onder de noemer “inkomstenderving”.
3
Voor een reële schatting is gecorrigeerd voor een lagere afdracht dan de maximale periode bijdrage (factor van 0.78) en de overlap in voorzieningen (factor van 0.4)
10
Kostenbesparing SoZaWe: Op dit moment betalen ook de minima die gebruik maken van hulp in het huishouden een inkomensafhankelijke eigen bijdrage. Minima kunnen bijzondere bijstand aanvragen of zich tegen de inkomensafhankelijke eigen bijdrage verzekeren via Menzis. Dit zijn regelingen in het kader van het gemeentelijke minimabeleid. De kosten die nu gemaakt worden door SoZaWe om bijzonder bijstand te verlenen of Menzis te vergoeden worden bespaard. Deze inkomsten staan genoemd onder de noemer “Kostenbesparing SoZaWe”. In dit scenario wordt de werklast voor het Wmo-loket hoger. Ze moeten gegevens invoeren en doorgeven aan het CAK. Daar staat tegenover dat er bij SoZaWe geen bijzondere bijstand verleent hoeft te worden voor klanten die een Wmo voorziening hebben en onder het minimabeleid vallen. Door in de Wmo aan te sluiten bij de norm voor het gemeentelijke minimabeleid is er sprake van helder en eenduidig beleid. De minima worden ontzien op financieel gebied en administratief ontlast doordat ze geen bijzondere bijstand hoeven aan te vragen. Wanneer wordt gekozen voor scenario 1 wordt goed gebruik gemaakt van de financiële ruimte die de Wmo biedt. Het scenario sluit aan bij de huidige regeling voor de voorziening HH, die al een aantal jaren toegepast wordt.
Voordelen scenario 1: Financieel:
Inhoudelijk:
-
Minimale inkomstenderving
-
Uniformiteit in beleid (Wmo & SoZaWe)
-
Baten tussen: € 7.000,-- en € 15.000,--
-
Minder werkzaamheden bij SoZaWe
-
Financiële ruimte Wmo wordt maximaal benut
-
Minima worden ontzien
-
Regeling verandert nauwelijks ten opzichte van HH
Nadelen scenario 1: Financieel:
Inhoudelijk:
11
-
De eigen verantwoordelijkheid in de zorg wordt voor de minima minder benadrukt
-
Extra werkzaamheden Wmo loket
12
2.4 Scenario 2: 120% In dit scenario wordt de inkomensafhankelijke eigen bijdrage geïnd bij klanten die een verzamelinkomen hebben dat hoger is dan 120% van het verzamelinkomen op het sociaal minimum. In tabel 3 worden de gevolgen voor de klanten van de Wmo overzichtelijk weergegeven. De eigen bijdrage kan niet hoger zijn dan de kosten van de voorziening. De onderstaande tabel geeft aan wat mensen maximaal betalen. Tabel 3: Gevolgen voor klanten, scenario 2 65- ongehuwd
65+ Ongehuwd
65- gehuwd
65+ gehuwd
Verzamelinkomen < 120%
Eigen bijdrage €0,-- per jaar
Eigen bijdrage €0,-- per jaar
Eigen bijdrage €0,-- per jaar
Eigen bijdrage €0,-- per jaar
Verzamelinkomen > 120%
Eigen bijdrage €234,-- per jaar + 15% van het inkomen boven € 22.905,--
Eigen bijdrage €234,-- per jaar + 15% van het inkomen boven € 16.007,--
Eigen bijdrage €335,40 per jaar + 15% van het inkomen boven € 28.306,--
Eigen bijdrage €335,40 per jaar + 15% van het inkomen boven € 22.319,--
In scenario 2 worden meer klanten ontzien. Het gaat dan om de minima en lagere inkomensgroepen. Ongeveer 60% van onze klanten betaalt in dit scenario geen inkomensafhankelijke eigen bijdrage. Alleen de inkomensgroepen boven de 120% worden belast. De baten van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage worden opgebracht door 40% van de klanten met een relatief hoog inkomen. Als er één klant uit de hogere inkomensgroepen wegvalt, heeft dit al invloed op de baten. Daar staat tegenover dat de gemeente dan ook geen kosten maakt voor deze klanten. In tabel 4 is te zien wat de financiële consequenties zijn. Tabel 4: Baten, scenario 24 Innen bij alle klanten Baten inkomensafhankelijke eigen bijdrage
Innen vanaf 120%
€ 20.000,-- tot € 31.000,--
€ 15.000,-- tot € 23.000,--
-€ 9.000,--
-€ 9.000,--
Structurele kosten uitvoering inkomensafhankelijke eigen bijdrage
4
Voor een reële schatting is gecorrigeerd voor een lagere afdracht dan de maximale periode bijdrage (factor van 0.78) en de overlap in voorzieningen (factor van 0.4)
13
Totaal
€ 11.000,-- tot € 22.000,--
€ 6.000,-- tot € 14.000,--
Inkomstenderving Hulp in het huishouden
€ 0,--
-€ 31.000,--
Kostenbesparing SoZaWe bijzonder bijstand/Menzis
€ 0,--
€ 28.000,--
€ 11.000,-- tot € 22.000,--
€ 3.000,-- tot € 11.000,--
Totaal
Wanneer de gemeente Winsum voor nieuwe gevallen een inkomensafhankelijke eigen bijdrage gaat innen vanaf 120% van het verzamelinkomen op het sociaal minimum, zijn de inkomsten lager dan bij scenario 1. De gemeente krijgt een extra bijdrage van € 3.000,-- tot € 11.000,--. De inkomstenderving voor klanten die gebruik maken van Hulp in het huishouden is 3.000,-- hoger dan in het eerste scenario. Ook in dit scenario geldt dat werkzaamheden voor de Wmo-consulenten toenemen en die van SoZaWe afnemen. Dit is vergelijkbaar met scenario 1. Bij dit scenario worden verschillende inkomensnormen gehanteerd voor de inkomensafhankelijke eigen bijdrage en het gemeentelijke minimabeleid. Er is geen sprake van uniform beleid tussen de Wmo en SoZaWe. De groep klanten die een inkomen heeft tussen de 110% en 120% is op dit moment niet groot. Hierdoor zijn de financiële consequenties minimaal. De verwachting is dat het absolute aantal klanten over tien jaar aanzienlijk stijgt. De financiële consequenties zullen dan ook groter zijn. Het scenario wijkt af van de huidige regeling voor HH, die al een aantal jaren van kracht is. De afwijking is voordelig voor de klanten met een lager inkomen, maar nadelig voor de gemeente Winsum. Voordelen scenario 2: Financieel: -
Inhoudelijk:
Baten tussen: € 3.000,-- en € 11.000,--
Nadelen scenario 2:
14
-
Minder werkzaamheden bij SoZaWe
-
Minima en lage inkomensgroepen worden ontzien
Financieel:
Inhoudelijk:
-
Financiële ruimte in de Wmo wordt niet maximaal benut
-
Inkomstenderving
-
De eigen verantwoordelijkheid in de zorg wordt voor de minima en lage inkomens minder sterk benadrukt
-
Geen uniformiteit in beleid (Wmo & SoZaWe
-
Wijkt af van de huidige regeling voor Hulp in het huishouden
-
Extra werkzaamheden Wmo loket
2.5 Scenario 3: 150% In dit scenario wordt de inkomensafhankelijke eigen bijdrage geïnd bij klanten die een verzamelinkomen hebben dat hoger is dan 150% van het verzamelinkomen op het sociaal minimum. In dit scenario worden niet alleen maar minima ontzien. Er zijn verschillende mogelijkheden om een inkomensafhankelijke eigen bijdrage vanaf 150% van het verzamelinkomen op het sociaal minimum te organiseren. Om dit scenario vergelijkbaar te houden gaan we uit van dezelfde regeling als bij de andere twee scenario’s. Deze andere mogelijkheden bieden geen financieel voordeel ten opzichte van dit scenario. In bijlage … is een alternatieve berekening te vinden. In tabel 5 worden de gevolgen voor de klanten van de Wmo overzichtelijk weergegeven. De eigen bijdrage kan niet hoger zijn dan de kosten van de voorziening. De onderstaande tabel geeft aan wat mensen maximaal betalen. Tabel 5: Gevolgen voor klanten, scenario 3 65- ongehuwd
65+ Ongehuwd
65- gehuwd
65+ gehuwd
Verzamelinkomen < 150%
Eigen bijdrage €0,-- per jaar
Eigen bijdrage €0,-- per jaar
Eigen bijdrage €0,-- per jaar
Eigen bijdrage €0,-- per jaar
Verzamelinkomen > 150%
Eigen bijdrage €234,-- per jaar + 15% van het inkomen boven € 22.905,--
Eigen bijdrage €234,-- per jaar + 15% van het inkomen boven € 16.007,--
Eigen bijdrage €335,40 per jaar + 15% van het inkomen boven € 28.306,--
Eigen bijdrage €335,40 per jaar + 15% van het inkomen boven € 22.319,--
15
In tabel 2.3.2 is te zien wat de verwachten kosten en baten zijn wanneer de gemeente Winsum een inkomensafhankelijke eigen bijdrage int van 150% van het verzamelinkomen op het sociaal minimum.
16
Tabel 6: Baten, scenario 35 Innen bij alle klanten Baten inkomensafhankelijke eigen bijdrage
Innen vanaf 150%
€ 20.000,-- tot € 31.000,--
€ 11.000,-- tot 16.000,--
-€ 9.000,--
-€ 9.000,--
€ 11.000,-- tot € 22.000,--
€ 2.000,-- tot € 5.000,--
Inkomstenderving Hulp in het huishouden
€ 0,--
-€ 62.000,--
Kostenbesparing SoZaWe bijzonder bijstand/Menzis
€ 0,--
€ 28.000,--
€ 41.000,-- tot € 64.000,--
- € 29.000,-- tot - €32.000,--
Structurele kosten uitvoering inkomensafhankelijke eigen bijdrage Totaal
Totaal
Omdat de inkomensafhankelijke eigen bijdrage inkomensafhankelijk is, zijn de inkomsten relatief hoog. Eén klant meer of minder beïnvloed de berekende baten. De inkomstenderving voor HH is erg hoog. Ongeveer 25% van de klanten met HH heeft een inkomen dat hoger is dan 150% van het verzamelinkomen op het sociaal minimum. In dit scenario betaalt 75% van de klanten geen inkomensafhankelijke eigen bijdrage meer. Dit kost de gemeente Winsum € 62.000,-- op jaarbasis. In dit model kost het invoeren van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage de gemeente Winsum - € 29.000,-- tot - € 32.000,--. Naast de in scenario twee genoemde nadelen kost het invoeren van een inkomensafhankelijke eigen bijdrage vanaf 150% van het verzamelinkomen op het sociaal minimum de gemeente Winsum een flink bedrag. Voordelen scenario 3: Financieel:
Inhoudelijk:
5
-
Minder werkzaamheden bij SoZaWe
-
Grote groep klanten wordt ontzien
Voor een reële schatting is gecorrigeerd voor een lagere afdracht dan de maximale periode bijdrage (factor van 0.78) en de overlap in voorzieningen (factor van 0.4)
17
Nadelen scenario 3: Financieel:
Inhoudelijk:
-
Financiële ruimte in de Wmo wordt niet maximaal benut
-
De eigen verantwoordelijkheid in de zorg wordt niet benadrukt
-
Hoge inkomstenderving
-
-
De gemeente Winsum maakt extra kosten (min. € 29.000,--)
Geen uniformiteit in beleid (Wmo & SoZaWe
-
Wijkt af van de huidige regeling voor Hulp in het huishouden
-
Extra werkzaamheden Wmo loket
18
3. Conclusie In de verschillende scenario’s is doorgerekend wat elk scenario financieel betekent. Daarnaast worden een aantal voor en nadelen onder woorden gebracht. In tabel 7 is te zien wat de verwachte baten zijn bij de verschillende scenario’s. Het gaat hierbij om schattingen. De Aannames zijn in hoofdstuk 2 beschreven. Tabel: 7
1 jaar
Scenario 1 (110%)
Scenario 2 (120%)
€ 7.000,-- tot € 15.000,-per jaar
€ 3.000,-- tot € 11.000,-per jaar
Scenario 3 (150%) - € 29.000,-- tot - €32.000,-- per jaar
De verwachte baten lopen jaarlijks op tot dat een evenwicht wordt bereikt, waarin (bijna) alle klanten een eigen bijdrage betalen. Het is lastig om te berekenen waar het evenwicht zal liggen. Dit is afhankelijk van het aantal klanten. Daarbij moet rekening gehouden worden met de effecten van de kanteling en de invoering van een inkomensafhankelijke eigen bijdrage. Nog een belangrijke consequentie van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage is het uitblijven van kosten. Als een klant kiest voor een andere oplossing, heeft de gemeente geen kosten. Zeker voor klanten met een hoog inkomen kan de inkomensafhankelijke bijdrage eraan bijdragen dat ere voor een andere oplossing wordt gekozen. Uniformiteit zorgt ervoor dat regelingen en beleid helder en transparant zijn. De inkomensafhankelijke eigen bijdrage is niet nieuw. De gemeente Winsum vraagt namelijk al een inkomensafhankelijke eigen bijdrage voor de voorziening Hulp in het huishouden. Een inkomensafhankelijke eigen bijdrage voor nieuwe voorzieningen kan op een vergelijkbare wijze geregeld worden. Door gebruik te maken van de regeling van het CAK om vanaf een bepaald inkomen (110%) een inkomensafhankelijke eigen bijdrage te innen worden de klanten en de gemeente Winsum ontzien. De minima krijgen geen rekening voor de zorg en hoeven geen bijzonder bijstand aan te vragen. De gemeente Winsum hoeft minder werkzaamheden te verrichten ten opzichte van de huidige regeling. Door ook bij de normen voor de sociale dienst aan te sluiten ontstaat een consequente regeling. Beneden de 110% wordt de klant ontzien, daarboven geldt een inkomensafhankelijke eigen bijdrage. Met het oog op de toekomst is het verstandig de financiële ruimte die in de Wet maatschappelijke ondersteuning geboden wordt te benutten. De kosten voor de zorg zullen stijgen. De inkomensafhankelijke eigen bijdrage is een goed middel om de zorg uit Wmo betaalbaar en toegankelijk te houden.
19
Het Wmo-loket heeft en krijgt met veel veranderingen te maken. Vanuit de kantelingsgedachte streven we naar een andere klantbenadering. Daarbij ligt de nadruk op de eigen kracht. Het invoeren van een inkomensafhankelijke eigen bijdrage past bij kantelingsgedachte. In de gemeente Winsum willen we graag sociaal en transparant beleid voeren. Dit kan door de inkomensafhankelijke eigen bijdrage in te voeren zoals beschreven in scenario 1. Dit betekent dat er geïnd wordt vanaf 110% van het verzamelinkomen op het sociaal minimum. Dat de uitvoering door het CAK gebeurt en dat er zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van de ruimte om klanten een inkomensafhankelijke eigen bijdrage te laten betalen.
20
Bijlage
21
Bijlage 1: alternatief scenario 3 Tabel 1: Gevolgen voor klanten, scenario 1 65- ongehuwd
65+ Ongehuwd
65- gehuwd
65+ gehuwd
Verzamelinkomen > 120%
Kosten €0,-- per jaar
Kosten €0,-- per jaar
Kosten €0,-- per jaar
Kosten €0,-- per jaar
Verzamelinkomen 120% - 150%
Kosten €234,-per jaar
Kosten €234,-per jaar
Kosten €335,40 per jaar
Kosten €335,40 per jaar
Verzamelinkomen > 120%
Kosten €234,-per jaar + 15% van het inkomen boven € 28.361,--
Kosten €234,-per jaar + 15% van het inkomen boven € 20.008,--
Kosten €335,40 per jaar + 15% van het inkomen boven € 35.382,--
Kosten €335,40 per jaar + 15% van het inkomen boven € 27.898,--
Tabel 2: Baten, scenario 3 Innen bij alle klanten Baten inkomensafhankelijke eigen bijdrage 6
Innen vanaf 150%
€ 20.000,-- tot € 31.000,--
€ 7.000,-- tot € 10.000,--
-€ 9.000,--
-€ 9.000,--
€ 11.000,-- tot € 22.000,--
- € 2.000,-- tot € 1.000,--
Inkomstenderving Hulp in het huishouden
€ 0,--
-€ 62.000,--
Kostenbesparing SoZaWe bijzonder bijstand/Menzis
€ 0,--
€ 28.000,--
€ 11.000,-- tot € 22.000,--
€ -36.000,-- tot - €33.000,--
Structurele kosten uitvoering inkomensafhankelijke eigen bijdrage Totaal
Totaal
6
Voor een reële schatting is rekening gehouden met een afdracht door het van 78% van de berekende kosten.
22
23