Aan:
Wmo adviesraad
Namens:
het college van Burgemeester en Wethouders van Winsum.
Onderwerp:
Drie scenario’s voor het invoeren van een eigen bijdrage in de Wmo
Geachte Leden van de Wmo Adviesraad, De gemeente Winsum is al enige tijd bezig met het onderzoeken van de mogelijke invoering van een eigen bijdrage in de Wmo. De gemeente Winsum heeft u van het begin af aan betrokken bij de ontwikkelingen en gevraagd een advies te geven over de uiteindelijke uitwerking. Op donderdag 18 oktober 2012 hebben wij dit advies ontvangen. Uit het advies blijkt duidelijk dat u, de Wmo adviesraad, zich verdiept heeft in het onderwerp en dit in een bredere context heeft geplaatst. Daarnaast heeft u overleg gevoerd met verschillende partijen. Het geheel heeft geleid tot een duidelijk advies. In deze reactie gaan we in op de gegeven adviezen en waar nodig op de achterliggende argumenten. Advies 1: De Wmo-adviesraad Winsum adviseert het college aan de Gemeenteraad voor te stellen om een inkomensafhankelijke eigen bijdrage resp. aandeel in te voeren voor individuele Wmo-voorzieningen. Reactie college: Het college was van plan om aan de raad voor te stellen de inkomensafhankelijk eigen bijdrage in te voeren in de Wmo. Het is goed om te constateren dat u ook voldoende reden ziet voor het invoeren van een inkomensafhankelijke eigen bijdrage Het college neemt het advies over.
Advies 2: De inkomensafhankelijke eigen bijdrage en aandeel worden geïnd vanaf 120% van het verzamelinkomen op het sociaal minimum. Reactie college: De raad gevraagd om naar verschillende scenario’s te onderzoeken. Uiteindelijk zal de raad een keuze maken over het wel of niet invoeren en op welke wijze. Als hoofdreden om pas vanaf 120% een eigen bijdrage/eigen aandeel te innen geeft u aan dat er sprake is een opstapeling van regelingen, waardoor kosten stijgen. Bijvoorbeeld bezuinigingen in het vervoer en een verhoogd eigen risico in de zorg. 1
Het college deelt deze zorg. Alle zorg wordt duurder en er zijn steeds meer burgers en gezinnen die het hoofd niet boven water kunnen houden. Het gaat hier om de gevallen die tussen wal en schip vallen. Hierbij moet in elk individueel geval worden gekeken wat de aanleidingen zijn. Vaak speelt er meer dan alleen financiële problematiek. Bijvoorbeeld psychosociale problematiek. Alleen door breed te kijken naar de ondersteuningsbehoefte, valt te beoordelen of de gemeente daar ook iets in kan en moet betekenen. Het uitgangspunt is: maatwerk. In principe kan niemand onder het bestaansminimum zakken door kosten aan de zorg. Als je een verzamelinkomen hebt dat hoger ligt dan 110% van het verzamelinkomen op het sociaal minimum, dan is 110% ook het laagste inkomen waarmee men rond moet komen. Burgers komen in aanmerking voor bijzondere bijstand als hun inkomen lager is dan 110% van het sociaal minimum. Al het inkomen boven de 110% wordt gezien als financiële draagkracht. Wordt deze draagkracht benut voor bijzondere kosten, dan kan men alsnog in aanmerking komen voor bijzondere bijstand. Voorbeeld: Een persoon heeft een inkomen dat €200,- hoger ligt dan 110% van het sociaal minimum. Dan is zijn financiële draagkracht €200,--. Zijn bijzondere zorgkosten zijn echter €350,-- dan kan deze persoon nog €150,-- via de bijzondere bijstand vergoed krijgen. Daarnaast is er in de verordening een hardheidsclausule opgenomen. Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van het beleid en ervoor kiezen geen eigen bijdrage te vragen. Het moet wel duidelijk zijn dat dit alleen in hele specifieke en unieke gevallen opgaat.
Er zijn veel burgers zijn die met een inkomen rond de 110% van het verzamelinkomen op het sociaal minimum moeten en kunnen rondkomen. Het is niet onredelijk om aan de groep die hierboven zit een eigen bijdrage te vragen. Het gaat dan wel om een lage bijdrage, namelijk €18,-- per 4 weken voor alleenstaanden en €25,80 per 4 weken voor gehuwden. Op deze kosten is de WTCG 1 korting van toepassing. De bedragen die overblijven zijn dan respectievelijk €12,-- en €17,20 per 4 weken. Deze bijdrage gaat ook niet omhoog totdat het verzamelinkomen hoger is dan 120% van het verzamelinkomen op het sociaal minimum.
Een andere reden om niet vanaf 120% van het verzamelinkomen op het sociaal minimum te gaan innen, zijn de stijgende kosten binnen de Wmo. We hebben niet alleen te maken met vergrijzing en ontgroening, maar ook met transities van zorg naar 1
Wet Tegemoetkoming Chronisch zieken en Gehandicapten: klanten krijgen een korting van 33%
2
gemeenten. Hierdoor stijgt het aantal zorgbehoevenden ten opzichte van de beroepsbevolking. De klanten AWBZ begeleiding betalen nu een eigen bijdrage. De eigen bijdrage regels gaan ook gelden voor de doelgroep van de AWBZ begeleiding, als deze overgaat naar de Wmo. Hierdoor wordt de groep die ontzien moet worden groter en stijgen de kosten binnen de Wmo. Ook gaf u in het advies aan de eigen bijdrage voor HH niet is geëvalueerd. Dit is niet gebeurd omdat de regeling direct is overgenomen van de AWBZ, inclusief eigen bijdrage. Voor de klanten is er dus niets veranderd. Tot nu toe hebben we echter ook geen signalen ontvangen over situaties waarin burgers in de knel raken door deze eigen bijdrage. Minima kunnen worden ontzien door middel van de bijzondere bijstand en de collectieve zorgverzekering van Menzis. Uiteindelijk gaat het erom dat burgers de ondersteuning krijgen die ze nodig hebben. Het idee dat klanten zelf ook een bijdrage leveren is een gedachte die bij de kanteling past. Klanten betalen een bijdrage die bij hun inkomen past. In bijzondere gevallen kunnen we maatwerk leveren. Het gaat dan bijvoorbeeld om bijzondere bijstand bij burgers die een inkomen hebben dat (net) boven de norm ligt. In de meeste gevallen verwachten we dat onze klanten de eigen bijdrage kunnen opbrengen. De kosten van de eigen bijdrage kunnen er in principe niet voor zorgen dat mensen onder het sociaal minimum zakken. Het college neemt het advies niet over, maar zorgt voor de toegankelijkheid van de Wmo door : -
Maatwerk te leveren waar dit nodig is.
-
Aan te sluiten bij de normen van de sociale dienst en de minima te ontzien. De Wmo biedt ondersteuning aan iedereen die het nodig heeft, maar financiële ondersteuning is een vangnet voor de laagste inkomensgroepen.
Verder zijn er nog twee redenen om voor een norm van 110% te kiezen: -
De regeling bestaat al voor Hulp in het huishouden. Er zijn geen signalen dat het bij deze groep problemen oplevert. Dezelfde regeling kan op andere voorzieningen worden toegepast.
-
De Wmo doelgroep (dus ook de groep die ontzien moet worden) wordt in de toekomst groter (vergrijzing en AWBZ). We moeten de Wmo ook in de toekomst betaalbaar houden en het is onduidelijk hoe deze groep de kosten zal beïnvloeden.
Advies 3: De werkzaamheden voor zowel de eigen bijdrage als het eigen aandeel worden uitgevoerd door het CAK.
3
Reactie college Voor wat betreft de eigen bijdrage hebben we geen keuze. Dit gebeurt door een door het rijk aangewezen orgaan; namelijk het CAK. Het eigen aandeel kan ook door het CAK worden uitgevoerd. Door dit ook te doen, ontstaat er een duidelijke lijn naar de klant. Het college neemt het advies over.
Advies 4: Elke regeling m.b.t. een inkomensafhankelijke eigen bijdrage en aandeel moet worden voorzien van een hardheidsclausule, zodat bijzondere omstandigheden kunnen leiden tot adequate besluiten. Reactie college: In de Wmo verordening is een hardheidsclausule opgenomen. Daarnaast bestaat er bijzondere bijstand. In uitzonderlijke gevallen kan deze ook aan mensen met een hoger inkomen worden verstrekt. Zie ook beantwoording vraag 2. Het college neemt kennis van het advies.
Advies 5: Baten moeten worden geoormerkt ten behoeve van de (uitvoering van de) Wmo. Reactie college De baten uit de eigen bijdrage moeten niet gezien worden als een inkomstenbron. Het gaat per saldo om een daling van de uitgaven in het kader van de Wmo. De gemeente heeft het geld al uitgegeven aan ondersteuning, maar krijgt een deel van de kosten terug. Het bedrag dat binnenkomt door middel van de eigen bijdrage, gaat terug naar de begroting van de voorzieningen in het kader van de Wmo. De Wmo is een open eind regeling, dus onafhankelijk van de gemeentelijke begroting, kan er altijd ondersteuning worden geboden. Daarnaast is het belangrijk om op te merken dat mensen maximaal de kostprijs van de voorziening terug betalen door middel van hun eigen bijdrage. Ze leveren een bijdrage in de kosten die de gemeente voor hen maakt. Het moet voor klanten ook duidelijk zijn dat ze (deels) voor hun eigen voorziening betalen. Het college neemt kennis van het advies.
Advies 6: De gemeente moet nu snel concrete en effectieve stappen nemen om het gedachtegoed en de doelstellingen van de Kanteling te realiseren en helder te communiceren.
4
Reactie college: De gemeente Winsum is al enige tijd bezig met het communiceren over de consequenties van de Kanteling in de Wmo voor onze inwoners. Zo staan er regelmatig berichten in de Wiekslag, op de gemeentelijke website en heeft u de gemeente in beeld pagina kunnen zien. Deze pagina ging helemaal over wijzigingen in de Wmo. We zijn van plan om dezelfde middelen in te zetten als het gaat om de eigen bijdrage. In de communicatie over de eigen bijdrage zullen we de kantelingsgedachte meenemen. De bijdrage zal alleen gelden voor nieuwe aanvragen. De Wmo consulenten zullen in het gesprek aandacht hebben voor de consequenties van een eigen bijdrage voor de klant. Niemand wordt dus onverwacht geconfronteerd met extra uitgaven. Daarnaast worden ook seniorenvoorlichters en de mantelzorgondersteuning ingezet om de kantelingsgedachte en nieuwe regeling uit te leggen. Ook noemt u een aantal plekken waar de gemeente lokaal kan voorlichten. In de communicatie rondom de wijzigingen zullen wij in ieder geval aan deze partijen aanbieden om De eigen bijdrage zal worden uitgelegd in het bredere perspectief van de Kanteling. Het college neemt het advies over.
5
Aandachtspunten: We besteden hierbij nog extra aandacht aan een aantal aandachtspunten waarbij u vragen had. De overige aandachtspunten nemen wij mee in verdere uitvoering van de kanteling en de eigen bijdrage. Aandachtspunt 8: Bij het aandachtspunt 8 vraagt u naar de verschillen tussen de verwachte baten in het BMC rapport en de uitkomsten van de “Drie scenario’s”. Reactie College: Het BMC rapport is een intern rapport van de gemeente Winsum. Het rapport schets 4 scenario’s over de mogelijk opbrengsten. Het rapport is moeilijk geschreven, en er zijn de nodige vragen bij te stellen. Het is dan ook niet voor niets dat we in de discussienotitie 3 bronnen hebben gebruikt. Waaronder de inkomsten van de gemeente Groningen en de gemeente Eemsmond. De uitkomsten van “Drie scenario’s voor het invoeren van de eigen bijdrage in de Wmo” geven een vergelijkbaar beeld als die van Groningen, Eemsmond en de het eerste model van het BMC rapport. Aandachtspunt 10: Bij aandachtspunt 10 stelt u een aantal vragen naar aanleiding van de aanname dat we 100-150 toekenningen per jaar doen voor voorzieningen waarop we een inkomensafhankelijke eigen bijdrage kunnen vragen. Reactie College: De aanname is gebaseerd op de aantallen die geregistreerd zijn bij het Wmo loket. In de tabel 1, blz 3, is te zien dat er ongeveer 290 voorzieningen zijn toegekend in de categorie vervoer en woningaanpassingen. Daarvan zijn 143 toekenningen voor de regiotaxipas. Er zijn dus ongeveer 150 toekenningen geweest waarop een eigen bijdrage van toepassing is. De terugloop in het aantal toekenningen is deels te verklaren doordat er meer algemeen gebruikelijke voorzieningen beschikbaar zijn. Het gaat dan om verhoogde toiletpotten etc. De afname in het aantal toegekende rolstoelen is geen verklaring voor. Vorig jaar werden nog veel veranderingen in de Wmo verwacht. We hebben naar aanleiding van uw advies over de Verordening en de beleidsregels aangegeven dat we deze ontwikkelingen afwachten. Inmiddels blijkt dat we hier niet op korte termijn duidelijkheid over krijgen. We moeten de Wmo goed kunnen evalueren. We zullen in het eerste halfjaar van 2013 komen met een voorstel om de Wmo te kunnen evalueren.
In deze reactie zijn we inhoudelijk ingegaan op uw adviezen. Zoals u ziet nemen we het grootste deel van de adviezen over. Daarnaast hebben we beargumenteerd waarom we het advies om te gaan innen van 120% van het verzamelinkomen op het sociaal 6
minimum niet overnemen. Wel hebben we aangegeven wat we kunnen doen om te zorgen dat de Wmo beschikbaar is en blijft voor iedereen die het nodig heeft.
Wij willen u hartelijk bedanken voor het uitgebreide advies. Uw adviezen geven ons de gelegenheid ons beleid aan te scherpen en bij te stellen. Daardoor kunnen we ook richting de klant onze keuzen goed uitleggen. Wij stellen uw bijdrage dan ook zeer op prijs.
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van Winsum,
7