DRANK- EN HORECABELEID 2014 GEMEENTE ENSCHEDE
Enschede, 29 oktober 2013 1
Inhoud:
pagina:
1. Inleiding…………………………………..
3
2. Bestaand beleid algemeen…………....
4
3. Paracommercie…………………………
4
4. Horeca……………………………………
6
5. Supermarkten/ slijterijen………………
7
6. Preventie…………………………………
8
6. Terugdringen administratieve lasten.
8
7. Terugdringen alcohol gerelateerde verstoring van de openbare orde…...
9
8. Toezicht en Handhaving………………
9
9. Financiën…………………………………
12
10. Communicatie met doelgroepen……
13
2
1. Inleiding Op 1 januari 2013 is de ‘nieuwe’ Drank- en Horecawet (DHW) in werking getreden. Aanleiding voor de wijziging van deze wet is dat we steeds meer weten over de schadelijke gevolgen van alcoholgebruik onder met name jongeren. Daarnaast zorgt alcoholgebruik vaak voor overlast in de openbare ruimte en bij het overgrote deel van de geweldsdelicten en vernielingen in het uitgaansleven is alcohol in het spel. De wijziging van de Drank- en Horecawet heeft daarnaast gevolgen voor de gemeente. De nieuwe wet raakt verschillende soorten beleid, onder meer: gezondheidsbeleid, horecabeleid, handhavingsbeleid en openbare orde en veiligheid. Om invulling te kunnen geven aan de doelen van de nieuwe Drank- en Horecawet is een integrale benadering vanuit deze beleidsvelden noodzakelijk. De nieuwe wet stelt de gemeente beter in staat om lokaal beleid te ontwikkelen en uit te voeren dat meer aansluit op de lokale situatie en problematiek. De gemeente reguleert, houdt toezicht en kan handhaven en is nu dus verantwoordelijk voor het gehele proces van vergunningverlening tot aan het toezicht op de naleving van de DHW De wet biedt ondersteunende instrumenten ter versterking van de preventieve aanpak van alcoholverstrekking en –gebruik. De raad stelt de Drank- en horecaverordening (DHV) vast en de burgemeester krijgt de bevoegdheid om toezicht te houden op de naleving van de wet en sancties op te leggen indien de wet niet wordt nageleefd. Dit sluit aan bij zijn verantwoordelijkheden en bevoegdheden op het gebied van openbare orde en veiligheid. Doelen nieuwe Drank- en Horecawet: • Alcoholgebruik onder jongeren terugdringen • Alcohol gerelateerde verstoring van de openbare orde aanpakken • Bijdragen aan het verminderen van de administratieve lasten
Totstandkoming beleid: Op verzoek van de gemeenteraad is op 3 juni 2013 in de Stedelijke Commissie de discussienota Drank- en Horecawet besproken om het college en de raad te faciliteren bij het maken van de te maken beleidskeuzes. Naar aanleiding daarvan is uitgegaan van de volgende bij de beleidskeuzes te hanteren kaders: - uitgaan van het reeds bestaande beleid/ geen nieuw beleid(sinstrumenten) inzetten; - eigen verantwoordelijkheid (zelfregulering) partners (zoals horeca, supermarkten, sportverenigingen etc.) toezicht en handhaving daarop afstemmen; - handhaving d.m.v. integrale controles en themagericht (bijvoorbeeld leeftijdscontroles). Om het beleid tot stand te brengen is onder regie van de Concernstaf een werkgroep samengesteld, waarin de programma’s LO, O&O, WZW en E&W en de afdeling Communicatie zijn vertegenwoordigd. Hiermee is een integrale benadering mogelijk geworden, waarbij de facetten van het Drank- en Horecabeleid in samenhang zijn behandeld. Bij de beleidsvoorbereiding zijn de volgende externe partners betrokken geweest: - De Sportadviesraad - Federatie van Enschedese Voetbalverenigingen - Koninklijke Horeca Nederland - Vereniging Horeca Stad Enschede - Plaatselijke Kamer van Verenigingen Fact (vertegenwoordiger 4 grootste studentenverenigingen) - levensmiddelenbranche (supermarkten) - politie
3
2. Bestaand beleid algemeen De doelen van het kabinet om met de mogelijkheden die de nieuwe Drank- en Horecawet de gemeente biedt het alcoholgebruik onder jongeren en de alcohol gerelateerde overlast in de openbare ruimte aan te pakken, zijn niet nieuw. Onder het oude regime van de wet werd reeds ingezet op deze doelen. Denk daarbij onder andere aan Happy Fris (regionaal samenwerkingsverband gericht op preventie en regelgeving), lokaal gezondheidsbeleid waarbij op voorlichting en bewustwording onder jongeren werd en wordt gefocust, in samenwerking met de Voedsel en Waren autoriteit toezien op de naleving van deze wet, de Drank- en Horecaverordening voor o.a. paracommerciële instellingen, en het sluitingstijden- en terrassenbeleid voor de horeca. De gemeente heeft al preventieve taken op grond van de Wet publieke gezondheid. Daarnaast lag het proces van vergunningverlening op grond van de Drank- en Horecawet al bij de gemeente en dit zal niet anders worden bij de uitvoering van de nieuwe Drank- en Horecawet.
3. Paracommercie De wijziging van de DHW brengt één verplichting met zich mee namelijk dat de raad binnen één jaar na het inwerkingtreden van de wet een verordening paracommercie moet opstellen. In deze verordening moeten regels worden opgenomen over toegestane schenktijden en gelegenheden waarbij alcohol mag worden geschonken. Het doel is het voorkomen van oneerlijke mededinging tegenover de reguliere horeca. Paracommerciële instellingen zijn instellingen waarbij het schenken van drank een bijkomende activiteit is van de instelling. In Enschede zijn 199 paracommerciële inrichtingen. De hoofdactiviteit is meestal cultureel, of sport gerelateerd (sportkantines, horecagelegenheid van culturele instellingen en dergelijke), ook buurthuizen en kerkgenootschappen vallen er onder. De uitoefening van het horecabedrijf binnen een dergelijk instelling is daaraan ondergeschikt. Bestaand beleid Onder de ‘oude’ DHW heeft de gemeenteraad van Enschede al een Drank- en horecaverordening vastgesteld waarin een algemeen verbod is opgenomen voor paracommerciële instellingen om zwak-alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken. Door middel van een ontheffingensysteem kan de burgemeester daarvan ontheffing verlenen en daaraan voorschriften verbinden. Daarnaast wordt het schenktijdenbeleid geregeld in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en de Beleidsregel ontheffingen sluitingstijden horecabedrijven. Hierin is bepaald dat aan paracommerciële instellingen slechts ontheffing van het verbod om tussen 00.00 en 07.00 uur voor publiek geopend te zijn kan worden verleend voor een bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard, en dan alleen voor de periode tussen 00.00 en 02.00 uur. Het huidige beleid is dat voor het schenken van alcoholhoudende drank tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard, zoals bruiloften en partijen, geen ontheffing van de sluitingstijden wordt verleend. De nieuwe DHW verplicht de raad om bij verordening voorschriften/ beperkingen vast te stellen voor paracommerciële instellingen die in elk geval betrekking hebben op: a. de tijden waarop in de inrichting alcoholhoudende drank mag worden verkocht; b. in de inrichting te houden bijeenkomsten van persoonlijke aard, zoals bruiloften en partijen; c. in de inrichting te houden bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de betreffende instelling betrokken zijn. De Burgemeester krijgt de bevoegdheid met het oog op bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen ontheffing te verlenen van de bij de verordening gestelde regels.
4
a. Schenktijden: Het huidige beleid - waarbij geen onderscheid wordt gemaakt naar de aard van de paracommerciële instelling - is dat uitsluitend (zwak)alcoholhoudende drank mag worden verkocht gedurende de periode beginnende een uur voor aanvang en eindigende met een uur na beëindiging van activiteiten die passen binnen de statutaire doelomschrijving van de desbetreffende paracommerciële rechtspersoon. De periode waarin (zwak)alcoholhoudende drank mag worden geschonken wordt dus begrensd door de in de statuten neergelegde omschrijving van de activiteiten van de instelling. Door in de nieuwe verordening de schenktijden te koppelen aan de activiteiten van de instellingen wordt het huidige beleid feitelijk gecontinueerd. Niet gebleken is dat dit beleid tot oneerlijke concurrentie jegens de commerciële horecaondernemingen leidt. De beperking van de mogelijkheid om alcoholhoudende dranken te schenken wordt gerealiseerd door: - het sluitingstijdenbeleid in de APV en de beleidsregel sluitingstijdenbeleid horeca; Paracommerciële instellingen dienen tussen 00.00 uur en 07.00 uur gesloten te zijn - begrenzing door de statutaire doelstelling van de betreffende instelling; - het Bestuursreglement van de instelling. Zo hebben sportverenigingen op dit moment een eigen alcoholbeleid dat opgenomen is in het (verplichte)bestuursreglement, waarvoor NOC*NSF een model (“Alcohol in sportkantines”) heeft ontwikkeld. Er is onderzocht of het mogelijk is per branche vaste schenktijden in de verordening op te nemen. De activiteiten van de te onderscheiden paracommerciële instellingen en de tijden waarbinnen deze plaatsvinden zijn zeer divers - ook binnen bijvoorbeeld de sportbranche –, waardoor het niet haalbaar is algemeen geldende, vaste schenktijden vast te leggen. Er is daarom voor gekozen de bestaande systematiek te handhaven. Uitbreiding van de schenktijden wordt onwenselijk geacht. Enerzijds omdat daarmee geen recht wordt gedaan aan de doelstellingen van de DHW – het terugdringen van alcoholgebruik in het algemeen en van jongeren in het bijzonder – en anderzijds omdat daarmee de concurrentiepositie van commerciële horeca zou kunnen verslechteren. Het opnemen van een bepaling in de DHW- verordening daarover is juist door de wetgever verplicht gesteld ter voorkoming van oneerlijke concurrentie. b. bijeenkomsten van persoonlijke aard, zoals bruiloften en partijen Dergelijke bijeenkomsten zijn in het huidige beleid niet toegestaan omdat ze geen relatie hebben met de activiteiten van een instelling en als commercieel kunnen worden aangemerkt. Juist omdat het doel van de wetgever is oneerlijke concurrentie met commerciële horecabedrijven tegen te gaan, is het niet wenselijk dergelijke bijeenkomsten toe te staan. c. bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de betreffende instelling betrokken zijn Hiervoor geldt hetzelfde als wat hiervoor onder punt b is gezegd. Vitale sportverenigingen (VSV) Een VSV biedt een doorlopend sport- en activiteitenaanbod aan dat bijdraagt aan het welzijn, de gezondheid en de participatie van burgers in haar directe omgeving. Ze zet haar kernkwaliteiten niet alleen in voor eigen (sport)leden, maar ook voor de samenleving. De activiteiten van een VSV zijn van niet-commerciële aard zodat de regels omtrent paracommercie ook van toepassing zijn op een dergelijke instelling. De Sportadviesraad heeft geadviseerd het gemeentelijk beleid om vitale sportorganisaties te stimuleren en te faciliteren (middels subsidie) ook in het DHW- beleid tot uiting te laten komen. De activiteiten van een VSV waarvoor subsidie kan worden verstrekt worden getoetst aan de doelstellingen van dit beleid, zoals gezondheidsbevordering, achterstandsbestrijding, stimuleren van werkgelegenheid en/of integratie, die zijn neergelegd in de Nota Subsidiestelsel 2013. Activiteiten die zijn aan te merken als (commerciële) horeca-activiteiten
5
komen niet voor subsidie in aanmerking, dit zou ook strijdig zijn met de uitgangspunten en doelstellingen van het sportbeleid. Eén van die doelstellingen van dat beleid is juist het verantwoord omgaan met alcoholgebruik. Er is dus geen sprake van uitbreiding van de horeca-activiteiten (het schenken van alcohol) van de sportvereniging. Er is dus ook geen aanleiding het DHW- beleid hierop aan te passen. In geval van bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard die passen binnen het sportbeleid kan de burgemeester ontheffing verlenen, zodat het incidenteel mogelijk is alcohol te schenken (zie hierna). Ontheffingsbevoegdheid burgemeester De burgemeester kan op grond van de wet ontheffing verlenen van de hiervoor genoemde verboden en beperkingen. Deze bevoegdheid kan worden toegepast conform de bevoegdheid van de burgemeester om op grond van het sluitingstijdenbeleid horeca ontheffing te verlenen van de sluitingstijden. Het moet gaan om bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard. Gedacht moet worden aan bijvoorbeeld jubileumbijeenkomsten, kampioenschappen of een (eenmalige) bijeenkomst met een internationaal karakter of landelijke uitstraling. Daarnaast kan voor bijzondere, specifieke gevallen een extra verruiming van de sluitingstijden worden toegestaan. Standpunt Paracommercie: Het huidige schenktijdenbeleid continueren en dienovereenkomstig voorschriften opnemen in de verordening. Daarnaast in de verordening een verbod opnemen tot het verstrekken van alcoholhoudende drank tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard en bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn.
4. Horeca De uitvoering van de Drank- en horecawet heeft voor een belangrijk deel betrekking op commerciële horecaondernemingen. Een groot deel van de Enschedese horeca is geconcentreerd in de binnenstad. De gemeente streeft er naar het horecabeleid samen met de ondernemers vorm te geven, waarbij de branche zelf maatregelen treft om alcoholgebruik/ misbruik tegen te gaan, en de gemeente het toezicht en de handhaving van de DHW daarop afstemt. Happy Hours Op dit moment wordt gewerkt aan de totstandkoming van het horecaconvenant “Veilig Uitgaan” tussen gemeente, politie, justitie en horecaondernemers (VHSE). In dit convenant wordt onder andere opgenomen dat de horeca geen happy hours of “piekuren” organiseert en verplicht men zich tot een correcte naleving van de DHW. Ook in de Landelijke Gedragscode van Horecaondernemers zijn (huis)regels opgenomen die zien op een verantwoorde omgang met het schenken van alcohol. Vooruitlopend op het convenant worden de afspraken wat betreft happy hours door vrijwel alle betrokkenen goed nageleefd. In Enschede zijn geen excessen ten aanzien happy hours bekend.Een verbod op het houden van happy hours neergelegd in de Drank- en horecaverordening, wordt daarom niet nodig geacht. Standpunt Happy Hours: Geen verbod op het organiseren van happy hours in de verordening opnemen.
6
Toelatingsleeftijd De nieuwe DHW maakt het mogelijk om bepaalde branches, of gebieden aan te wijzen waarbij er een bepaalde toelatingsleeftijd geldt (bijvoorbeeld minimaal 21 jaar). Op grond van de DHW is het nu al verboden om alcohol te schenken aan personen jonger dan 16 jaar. Ook is het deze leeftijdsgroep vanaf 1 januari 2013 verboden alcoholhoudende drank bij zich te hebben bij op openbare plaatsen. Er zijn in Enschede horecaondernemers die zelf een leeftijdsgrens hanteren vanwege de doelgroep die zij willen bereiken. Daarbij - eveneens opgenomen in het eerder genoemde convenant - geven horecaondernemers instructie aan het personeel om bezoekers (dus ook ouders en hun kinderen) te wijzen op verantwoord alcoholgebruik. Afgezien van het praktische aspect dat een dergelijk toegangsverbod moeilijk gehandhaafd kan worden, is het van belang van een zodanig verbod ook minder groot geworden, nu de leeftijdsgrens voor de verstrekking van alcoholhoudende drank naar per 1 januari 2014 18 jaar wordt opgetrokken. Er is gelet daarop geen aanleiding aanvullend verdere beperkingen op te leggen. Standpunt regulering toelatingsleeftijd: Geen branches en/ of gebieden aanwijzen waarvoor een toelatingsleeftijd geldt.
Onderzoek Universiteit Uit een door de Universiteit Twente verricht onderzoek uit 2011 komt naar voren dat jongeren (onder 16 jaar) nog te gemakkelijk alcohol kunnen verkrijgen in de horeca. Per 1 januari 2014 wordt bovendien de leeftijd waarboven alcohol mag worden verkregen verhoogd naar 18 jaar. In het kader van het toezicht- en handhavingsbeleid zal dit gegeven vanaf 2014 extra aandacht krijgen. Een gezamenlijke evaluatie van de VHSE, KHN en gemeente zal medio 2014 plaatsvinden.
5. Supermarkten/ slijterijen Geen verbod prijsacties supermarkten De wet maakt het in artikel 25d ook mogelijk om ter bescherming van de volksgezondheid of in het belang van de openbare orde te verbieden dat er in supermarkten en slijterijen alcoholhoudende dranken aan te bieden voor gebruik elders dan ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van een week of korter lager is dan 70% van de prijs die in het betreffende verkooppunt gewoonlijk wordt gevraagd. Bij prijsacties gaat het meestal om landelijke acties van supermarktketens en slijterijketens en aangenomen mag worden dat deze bij hun prijsstelling voor (zwak-)alcoholische drank rekening met de wettelijke grens van 70 % zullen houden, dus bij aanbiedingen net boven de grens van 70 % gaan zitten. Bovendien is het gemakkelijk om het verbod te omzeilen door de aanbieding net iets langer dan een week te laten voortduren. Het effect van een dergelijk verbod wordt daarom gering geacht. Standpunt verbod prijsacties: Geen verbod op prijsacties opnemen in de verordening.
7
6. Preventie Het eerder ingezette alcoholpreventiepreventiebeleid wordt zoals in de inleiding al aangegeven heroverwogen in het kader van de transitie jeugdzorg. De huidige activiteiten betreffen: 1. Alcoholvoorlichting op basis- en voortgezet onderwijs (door Tactus); 2. Uit onderzoek van de UT onder jongeren en ouders is gebleken dat ouders wel degelijk invloed hebben op het drinkgedrag van hun kinderen maar dat ouders zich daar onvoldoende bewust van zijn. Daarom is alcoholpreventie een aandachtspunt bij opvoedondersteuning. 3. Het instrument Alcohalt werd tot en met 2011 in Enschede zeer beperkt ingezet. Afstemming met de politie inclusief kennisoverdracht en bewustwording t.a.v. het instrument Alcohalt heeft er toe geleid dat de politie de signaleringsrol wat meer is gaan oppakken. Dit is ook zichtbaar in een beperkte toename in de inzet van het instrument Alcohalt. Met de politie, die hierin een belangrijke rol speelt en aangeeft er positieve ervaringen mee te hebben, is afgesproken dat de inzet daarop wordt gecontinueerd en zo mogelijk wordt vergroot. 4. Alle jongerenwerkers zijn getraind in signalering en zich bewust gemaakt van hun voorbeeldfunctie; 5. Via Bureau Halt is alcoholpreventie geagendeerd op de Jeugddag van het Veiligheidshuis. 6. Op regionaal niveau is bij de provincie een subsidieaanvraag ingediend om het project Happy Fris te kunnen voortzetten. Inmiddels is bekend dat deze aanvraag niet gehonoreerd wordt. Bierbrouwerij Grolsch - die ook betrokken was bij de regionale Happy Fris activiteiten aangeboden om samen te werken ten einde deze preventie-activiteiten te continueren. Vanuit het programma O&O zijn daar inmiddels gesprekken met Grolsch over gaande. Actualisatie lokaal gezondheidsbeleid In 2013 is door het college het lokale gezondheidsbeleid geactualiseerd. In september wordt dit ter vaststelling aan de raad aangeboden. Gekozen is voor een meer integrale benadering van gezondheid door de verbinding te maken met andere beleidsterreinen zoals zorg, jeugd en sport. De decentralisatieopgaven zijn daarin echter leidend. De inmiddels opgestarte samenwerking en afstemming met huisartsen, die noodzakelijk is voor de transitie jeugdzorg, biedt meer mogelijkheden voor gerichte selectieve preventie bij kinderen in gezinnen waar alcoholproblematiek speelt. In het traject “Transitie jeugdzorg” wordt het beleid t.a.v. preventie GGZ, alcohol- en middelengebruik en jeugdveiligheid meegenomen, waarbij de prioriteit bij preventie en het voorkomen van de inzet van zware zorg ligt. Essentieel hiervoor is de samenwerking met het onderwijs en sportverengingen. Ook zal het nieuwe JGZcontactmoment voor 14+, dat per schooljaar 2013/2014 verplicht wordt, worden ingezet voor alcoholpreventiedoelstellingen.
7. Terugdringen administratieve lasten De wet geeft een aantal mogelijkheden om de administratieve lasten voor ondernemers terug te dringen. Zo is het niet langer nodig een nieuwe vergunning aan te vragen wanneer in het horecabedrijf een nieuwe leidinggevende gaat optreden. In dat geval kan worden volstaan met het doen van een melding. Dit scheelt tijd en kosten. Daarnaast is het nu mogelijk om bij jaarlijks terugkerende bijzondere gelegenheden (bijvoorbeeld koningsdag, proef-eet) één keer ontheffing van het verbod om zwakalcoholhoudende dranken te verlenen. Deze ontheffing hoeft dus niet meer elk jaar opnieuw te worden aangevraagd. Ook dit bespaart de ondernemer én de gemeente tijd en kosten. In aanvulling op deze wettelijke mogelijkheden biedt de gemeente Enschede aan ondernemers de mogelijkheid om via het digitale ondernemersdossier informatie te verstrekken. Het betreft een soort digitale kluis (ICT-tool) waar horecaondernemers
8
alle gegevens plaatsen die ze moeten aanleveren aan gemeenten voor het verkrijgen van bijvoorbeeld vergunningen. Voor andere (toekomstige) zaken waarbij uitwisseling van informatie tussen ondernemer en overheden nodig is, kunnen dezelfde gegevens gebruikt worden. Dat scheelt tijd en ergernis bij de ondernemer en werkt effectiever voor de gemeente.
8. Terugdringen alcohol gerelateerde verstoring van de openbare orde (Overmatig) alcoholgebruik gaat vaak gepaard met overlast. De gemeente Enschede werkt al nauw samen met politie en justitie om dit tegen te gaan. In de Algemene Plaatselijke verordening (APV) zijn daarvoor een aantal specifieke maatregelen opgenomen. Denk daarbij aan het verbod op openlijk drankgebruik (op aangewezen plekken), het verbod op samenscholing en het zonder redelijk doel aanwezig zijn in publieke ruimten, en maatregelen tegen baldadigheid. Naast deze juridische maatregelen streeft de gemeente er naar Enschede om samen met de betrokken partners de overlast te voorkomen en terug te dringen. Convenant Veilig Uitgaan In de paragraaf over horeca is hier al kort op ingegaan. Dit convenant richt zich, naast het streven om alcoholmisbruik terug te dringen, vooral ook op het tegengaan van (alcohol gerelateerde) verstoring van de openbare orde en uitgaansgeweld in de binnenstad. Hiertoe is een groot aantal maatregelen opgenomen. Deze maatregelen dragen dus bij aan de doelstelling van de DHW om alcohol gerelateerde verstoring van de openbare orde terug te dringen. Naar verwachting zal het convenant, waarbij de binnenstad-horecaondernemers nauw betrokken zijn, in november 2013 worden bekrachtigd. Keurmerk Veilig ondernemen Het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) een samenwerkingsverband tussen ondernemers, politie, gemeente en andere partijen, waarbij op een gestructureerde manier criminaliteit en overlast in winkelgebieden aangepakt wordt. Tijdens gesprekken met (supermarkt)ondernemers is naar voren gekomen dat het KVO op wijk/ winkelcentrumniveau een rol kan spelen bij het bestrijden van alcohol gerelateerde overlast. Een aantal stadsdelen kent al een KVO-werkgroep voor winkelgebieden, waarin ondernemers(verenigingen) onderling tot afspraken komen om het leefklimaat in het winkelgebied te verbeteren. DHW- gerelateerde thema’s als toezicht op alcoholverkoop aan jongeren en voorkomen van alcohol gerelateerde overlast passen als thema binnen de agenda van deze werkgroepen. Vanuit de stadsdelen zal hierover de regie worden gevoerd.
9. Toezicht en handhaving Toezicht- en handhavingstaken in het kader van de DHW zijn voor de gemeente nieuw. Tot 1 januari 2013 was de Voedsel- en Warenautoriteit verantwoordelijk voor het toezicht op en het handhaven van de DHW. Landelijk waren daarvoor 71 toezichthouders beschikbaar. Organisatie Organisatorisch zullende toezichtstaken worden ondergebracht bij de afdeling Handhaving Openbare Ruimte, en de bestuursrechtelijke handhaving bij de afdeling Handhaving Objectgebonden. Er is naar gestreefd het DHW-beleid en het toezichts- en handhavingsbeleid (deels) regionaal op te zetten. Dit is niet gelukt omdat er te grote verschillen blijken te zijn in de aard van de problematiek waarmee gemeenten te maken hebben. Zo kent Enschede het fenomeen “drinkkeet” niet of nauwelijks terwijl dit in plattelandsgemeenten wel een factor is om rekening mee te houden. In Enschede, met bijna 160.000 inwoners en studentenstad, is de horeca vooral geconcentreerd in de binnenstad, hetgeen een andere aanpak vergt dan in kleinere gemeenten. Een uniform regionaal (toezicht- en handhavings)beleid is vooralsnog niet haalbaar gebleken. Wel hebben de 14 Twentse gemeenten in april 2013 een samenwerkingsconvenant vastgesteld, waardoor buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s ) ook in een andere gemeentes in actie kunnen komen. Te denken valt aan inzet tijdens evenementen, bij incidenten en bij projectmatige inzet, zoals thema-controles in het
9
kader van de DHW (zie verder onder de kop ‘toezichtsmethoden’). Deze inzet is budgetneutraal.
Wettelijk verplicht preventie- en alcoholplan Op 18 juni 2013 is een wetsvoorstel aangenomen dat de gemeenteraad verplicht elke vier jaar, gelijktijdig met de vaststelling van de lokale nota gezondheidsbeleid, een preventie- en alcoholplan vast te stellen. Dit plan zal voor het eerst per 1 juli 2014 moeten zijn vastgesteld. Het plan dient de hoofdzaken van het beleid betreffende de preventie van alcoholgebruik, met name onder jongeren, en de handhaving van de wet te bevatten. Voor Handhaving betekent dit dat in het plan wordt opgenomen de wijze waarop het handhavingsbeleid wordt uitgevoerd en welke handhavingsacties in de door het plan bestreken periode worden ondernomen. Vooruitlopend op de vaststelling van dit plan wordt hieronder aangegeven hoe het DHWtoezicht- en handhavingsbeleid in het door het college vast te stellen handhavingsuitvoeringsprogramma wordt verwerkt. Handhavingsacties zullen dus jaarlijks in het door de afdelingen HOG en HOR uit te werken en door het college vast te stellen Handhavingsuitvoeringsprogramma worden vastgelegd. Toezicht algemeen Om het DHW-beleid succesvol te laten zijn is het van belang dat de betrokken partners in de stad achter de doelstellingen van het gemeentelijk DHW- beleid staan. De alcoholverstrekkers hebben een eigen verantwoordelijkheid op het gebied van alcoholpreventie en het toezien op naleving van de DHW. High Trust, High Penalty Een van de uitgangspunten bij de totstandkoming van het gemeentelijke DHW- beleid is dan ook geweest er naar te streven dat betrokken partners, zoals de horeca, de supermarktbranche, en sportverenigingen door middel van zelfregulering zo veel mogelijk zelf bijdragen aan de doelstellingen van het gemeentelijk beleid. Betrokkenen hebben zich daartoe ook bereid verklaard. Zo investeert de Enschedese supermarktbranche al flink in eigen periodieke leeftijdscontrolesystemen bij verkoop van alcohol aan jongeren, waarbij met mystery-guests wordt gewerkt en maatregelen (tegen bedrijfsleider en/of kassières) worden getroffen bij niet-naleving. De gemeente biedt de partners daarbij de ruimte. In die gevallen waarin een degelijk eigen beleid wordt gevoerd en nageleefd kan worden afgezien van actief toezicht door de gemeente en hoeft toezicht alleen dan plaats te vinden wanneer signalen (intern of extern) daartoe aanleiding geven. Inmiddels zijn met een aantal supermarkten afspraken gemaakt waarbij deze ondernemers zelf het toezicht op zich nemen, bijvoorbeeld door de inzet van mystery-guests. In deze gevallen zal dus geen actief toezicht door de gemeente plaatsvinden. Periodiek zullen de resultaten worden geëvalueerd en kan zo nodig bijsturing van het (handhavings)beleid plaatsvinden. Ook kan steekproefsgewijs worden vastgesteld of betrokkenen zich aan de regels houdt. Is dat niet het geval, dan kan verhoogd toezicht worden ingesteld en kan snel worden opgetreden bij volharding, waarbij direct een boete wordt opgelegd. Bij high trust hoort ook high penalty. Op deze manier kan toezicht en handhaving effectief worden ingezet en dient het als sluitstuk van het DHW- beleid. Toezichtmethoden: Het toezicht op de naleving van het drank- en alcoholbeleid zal tweeledig zijn: 1. door middel van multidisciplinaire integrale acties (MIA’s) 2. door middel van themagerichte controles/ projecten
10
ad 1 MIA-controles. Het structurele toezicht op de naleving vindt plaats door middel van (onaangekondigde) MIAcontroles. Dit instrument leent zich prima om te beoordelen of de feitelijke situatie in een horecalokaliteit nog overeenstemt met de vergunde situatie (bijv: zijn (de juiste) leidinggevenden aanwezig in het horecabedrijf. Ook kan ter plekke worden gecontroleerd of alcohol aan jongeren onder 18 jaar wordt geschonken. Op jaarbasis kunnen op deze manier circa 60 horecabedrijven (inclusief paracommercie) worden gecontroleerd. Dit is circa 10% van het totale horecabestand. ad 2. Themagerichte controles Door middel van themacontroles, op te nemen in het Handhavingsuitvoeringsprogramma, kan elk jaar een ander aspect van het drank- en horecabeleid onder de loep worden genomen. Een thema kan bijvoorbeeld zijn: jeugd en horeca, sportkantines, supermarkten/ slijterijen of evenementen. De themacontroles zijn altijd gerelateerd aan de in het preventie- en alcoholplan neergelegde doelstellingen en worden bepaald aan de hand van de volgende factoren: - mate van zelfregulerend vermogen; - signalen van niet-naleving (bijvoorbeeld vanuit politie, Tactus, onderwijs, maar ook intern); - resultaten eerdere MIA-controles. Een themacontrole dient gepaard te gaan met consultatie/ voorlichting aan de betrokkenen vooraf, en confrontatie achteraf. Thema-controles worden projectmatig uitgevoerd. Door vooraf te communiceren met betrokkenen zal daar een preventieve werking van uitgaan. De controles zelf zullen onaangekondigd worden uitgevoerd.
Handhaving De wet biedt een aantal sanctiemogelijkheden om handhavend te kunnen op te treden: - de bestuurlijke boete - bestuursdwang - de strafsanctie (politie, buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’s) - strafrecht (Wet op de Economische Delicten, politie en Openbaar Ministerie) De bestuurlijke boete is een relatief nieuw fenomeen waar door gemeenten nog relatief weinig gebruik van wordt gemaakt en ervaring mee is. opgedaan. Mede omdat het een arbeidsintensieve procedure betreft, en – anders dan bij de strafsanctie – veel nawerk oplevert (bezwaar- en beroepsprocedure). In de DHW is wat betreft de bestuursrechtelijke handhaving voor het merendeel van de overtredingen een bestuurlijke boete voorgeschreven, de burgemeester heeft dan niet de mogelijkheid een strafsanctie op te leggen. Een combinatie met bestuursdwang is wel mogelijk. Nieuw is ook de “three strikes you’re out” maatregel, waarbij een tijdelijk verbod om alcohol te verkopen kan worden opgelegd aan supermarkten en cafetaria’s (maar niet aan horecabedrijven, daarvan kan de vergunning worden ingetrokken) wanneer binnen een jaar tot 3 keer toe alcohol wordt verkocht aan jongeren beneden 16 jaar (18 jaar per 1 januari 2014). De verwachting is dat een dergelijke maatregel een afschrikwekkend effect heeft, mede gezien de zichtbaarheid van een dergelijke maatregel. Ook nieuw is het verbod voor jongeren beneden 16 jaar (18 jaar per 1 januari 2014) alcohol bij zich te hebben in de openbare ruimte. Overtreding daarvan levert een strafbaar feit op en kan door politie en gecertificeerde BOA’s worden bestraft met een geldboete. Handhavingsstrategie:
11
Hoe met geconstateerde DHW- overtredingen wordt omgegaan is vastgelegd in de Handhavingsstrategie Drank- en Horecawet gemeente Enschede 2014. De uitoefening van de DHW-handhavingstaken- en bevoegdheden worden gebaseerd op de in de gemeente Enschede algemeen al toegepaste handhavingsstrategie. Deze handhavingsstrategie is als bijlage bij dit stuk gevoegd. Taken gemeente en politie Voor het toezicht op de naleving van de wet en het gemeentelijk beleid worden bij de afdeling HOR twee BOA’s opgeleid. Deze dan gecertificeerde ambtenaren hebben specifieke toezichtsbevoegdheden om op te kunnen treden tegen DHW-overtredingen. De bestuursrechtelijke handhaving zal door juristen van de HOG worden uitgevoerd. Ook de politie heeft een toezichts- en handhavingstaak. Politieambtenaren zijn bevoegd strafrechtelijk een geldboete op te leggen wanneer zij jongeren onder 18 jaar op publiek toegankelijke plaatsen aantreffen die alcoholhoudende drank aanwezig hebben of voor consumptie gereed hebben. Daarnaast kan de politie verbaliseren op grond van de Wet op Economische Delicten (zoals bijvoorbeeld in het geval van het schenken van alcohol in een horecabedrijf aan dronken klanten). Daarnaast heeft de politie een signaleringsfunctie zodat de gemeente, samen met de politie, gericht (bijvoorbeeld op hotspots) kan optreden. Ook heeft de politie een verwijzingsrol bij de inzet van het Alco-halt instrument (zie ook onderdeel preventie).
10. Financiën Kosten Omdat het om nieuwe taken gaat en er daarnaast nieuwe regels zijn opgenomen in de DHW kan niet op basis van eigen ervaringscijfers een inschatting van de kosten worden gemaakt. Er is daarom aangesloten bij de ervaringscijfers van de pilotgemeenten (vanaf 2008) van vergelijkbare grootte (Leeuwarden). Om de onder de paragraaf Toezicht en Handhaving beschreven toezicht- en handhavingstaken uit te kunnen voeren is structureel minimaal 1,7 fte toezichthouders en 0,5 fte handhaving (juridische ondersteuning) benodigd. Omdat de vergunningverleningstaak ook voor 2013 al bij de gemeente lag, is hiervoor geen extra capaciteit benodigd. Ook is er voor gekozen het vergunningenbestand niet (nu al) te actualiseren omdat dat geen wettelijke plicht is en er ook geen directe noodzaak voor aanwezig is. De eerder daarvoor berekende incidentele kosten vallen dus weg. Herprioritering toezichts- en handhavingstaken noodzakelijk Het Rijk heeft voor de uitvoering van de DHW en de nieuwe toezicht- en handhavingstaken geen budget beschikbaar gesteld aan de gemeenten. Gezien de gemeente brede financiële situatie en daarmee gepaard gaande krimp in formatie is het niet haalbaar om deze werkzaamheden uit te voeren overeenkomstig de dekking zoals hierboven is weergegeven. Daarnaast heeft de stedelijke commissie in juni 2013 er mee ingestemd dat in het kader van de gemeente brede noodzakelijke bezuinigingsoperatie een bezuiniging bij de afdelingen Handhaving Openbare Ruimte en Handhaving Objectgebonden wordt opgenomen in de keuzelijst van maatregelen die de raad in september 2013 dient vast te stellen ten behoeve van de Programmabegroting 2014-2017. Deze afdelingen, die de toezichthouders en voor het grootste deel de juridisch bestuurlijke handhavers leveren, moeten dus al - ook zonder rekening te houden met de nieuwe DHWtaken - met minder middelen de bestaande taken uitvoeren. De komst van de DHW zonder extra financiële middelen noodzaakt tot een nog ingrijpender herprioritering van toezichts- en handhavingstaken. In het voor het jaar 2014 uit te werken Handhavingsuitvoeringsprogramma zal worden aangegeven welke keuzes worden gemaakt in het herschikken van de toezicht- en handhavingstaken. Hierbij moet worden gerealiseerd dat er in het nu voorgestelde beleid al sprake is van een minimale inzet op de DHW-toezichtsen handhavingsstaken. .
12
11. Communicatie met doelgroepen Inleiding: 1 januari 2014 treedt de gemeentelijke verordening in werking die is gebaseerd op de nieuwe Drank en Horecawet. De gemeenteraad neemt in het najaar het besluit. Belangrijkste verschillen met de huidige situatie voor de gemeente bestaat uit twee onderdelen. De leeftijd voor het kopen en schenken stijgt van 16 naar 18 jaar; deze verhoogde leeftijdgrens geldt ook voor het drank bij je hebben in de openbare ruimte. Bovendien liggen de taken ten aanzien van toezicht en handhaving hiervan voortaan bij de gemeente. De positie van de burgemeester staat hierin centraal vanwege zijn bevoegdheden op het gebied van openbare orde en veiligheid.
Achtergronden: Doel van de veranderingen is om het alcoholgebruik onder jongeren terug te dringen en verstoringen van de openbare orde die het gevolg zijn van overmatig drinken aan te pakken. Volksgezondheid is een belangrijk perspectief sinds meer en meer bekend wordt dat overmatig drinken op jonge leeftijd blijvende schade aan de gezondheid oplevert. In de samenleving lijkt door het toegenomen besef van deze risico’s het draagvlak voor het stellen van grenzen en normen op gebied van alcoholgebruik toegenomen. De wetgever legt hierop de nadruk. Hiermee wordt het belang van de gehele keten van preventie, voorlichting en handhaving onderstreept.
Condities: Belangrijke voorwaarde voor een effectieve campagne bestaat uit een geloofwaardige handhaving door gemeente en stakeholders. Naar mate de pakkans voor verstrekkers en jeugdige gebruikers toeneemt, wordt communicatie zinvoller. Daarbij wordt een groot beroep gedaan op de zelfredzaamheid en de eigen verantwoordelijkheid van alle betrokkenen en organisaties. Het handhavingsuitvoeringsprogramma wordt jaarlijks door het college vastgesteld. Zowel de aankondiging van thematische acties als het publiceren van de resultaten van deze controles leveren een bijdrage aan de geloofwaardigheid van de campagne die is gericht op verantwoord alcoholgebruik. Sancties kunnen bestaan uit een bestuursrechtelijke route (bestuurlijke boete) of een strafrechtelijke benadering (OM: economisch delict). Naast handhaving is preventie van invloed op de resultaten van de campagne. Het preventieen alcoholplan wordt per 4 jaar door de raad vastgesteld. Tot op heden heeft Tactus een rol gespeeld in de uitvoering van deze plannen. Tenslotte: de indruk bestaat dat de bereidheid van de verstrekkers (stakeholders in horeca; paracommercie, verkopers) vrij groot is om zich aan de nieuwe richtlijnen te houden; reputatieschade als gevolg van handhavingsacties is voor hen een risico. De verbinding tussen de verschillende activiteiten en verantwoordelijkheden kan de campagne succesvol maken.
Doelen: - Alle betrokkenen, zowel het publiek (ouders en jongeren) als professionele organisaties (stakeholders in horeca, verkopers, andere verstrekkers) te informeren over de twee belangrijkste wijzigingen van de gemeentelijke verordening Drank en Horeca, waardoor - Betrokkenen de leeftijdgrens en de risico’s van overtreding kennen - Betrokkenen de maatregelen accepteren en - Betrokkenen zich bewust zijn van de risico’s die samenhangen met overmatig drankgebruik. Doelgroepen:
13
Belangrijkste partijen (directe en indirecte doelgroepen) die moeten worden geïnformeerd zijn: - horecaondernemers, georganiseerd en niet georganiseerd, - para commerciëlen (geen volledige horecavergunning), verenigingen op gebied van sport, cultuur, kerken, wijk- en buurthuizen, - verkopers, waaronder slijterijen en supermarkten, - publiek, waaronder ouders en jongeren, - lokale media, - andere indirecte doelgroepen waardoor betrokkenen kunnen worden geïnformeerd, - met een accent op de huidige 16 – 18 jarigen die gewend zijn om in openbare gelegenheden alcoholhoudende dranken te nuttigen maar nu geconfronteerd worden met een wetswijziging waardoor dit niet mogelijk is. Activiteiten en middelen: De campagne heeft twee fasen: bij de start en later incidenteel bij activiteiten. De nadruk ligt op free publicity.
-
-
Bij de Start, direct na besluit gemeenteraad: Persbericht en persgesprek, Bericht in ‘Enschede Centraal,’ Website Gemeente Enschede, Twitterbericht, Documentaire via TVenschedeFM, Eigen uitingen van stakeholders, bijvoorbeeld affiches in de horeca, paracommercie, onderwijsinstellingen en grootwinkelbedrijven, Bijeenkomsten georganiseerd door handhaving waarin verstrekkers worden geïnformeerd over het handhavingsprogramma, Affiches in de Mupi’s in de openbare ruimte, Brief met flyer naar organisaties die alcohol verstrekken c.q. verkopen zoals horeca, verkopers en paracommerciële organisaties, Gebruik van communicatiemiddelen die door de rijksoverheid in kader van landelijke campagne beschikbaar worden gesteld. Een uitgebreide landelijke campagne start in november Incidentele acties: Aankondiging van handhavingsacties; persbericht, Resultaten acties communiceren; persbericht, Bestuursrechtelijke sancties bekend maken, Keurmerken veilig ondernemen, Convenant veilig uitgaan, Brief burgemeester aan ouders van jongeren die zijn aangehouden vanwege overmatig drinken, Affiches in de mupi’s in eerste helft 2013.
14