Draaiboek Ketenzorg aan (a.s.) ouders en kind
Utrecht
Utrecht, december 2012 Programma Zorg aan (a.s.) Ouders en Kind, Utrecht Gezond!
Draaiboek Ketenzorg aan (a.s.) ouders en kind
Waarom dit draaiboek Het doel van dit draaiboek is inzichtelijk te maken welke hulpverleners, voorzieningen en hulpverlenende instanties (aanstaande) ouders en hun kinderen in Utrecht tegen kunnen komen in het zorgtraject dat start bij preconceptie en eindigt als het kind 19 jaar is. Het draaiboek beschrijft overdrachtsmomenten en biedt documenten ter ondersteuning hiervan. Doordat betrokken hulpverleners gebruikmaken van dit draaiboek wordt het zorgaanbod beter op elkaar afgestemd.
Uitgangspunten Bij het maken van dit draaiboek is uitgegaan van de volgende uitgangspunten: · de hulpvrager staat centraal · hulpverleners zijn zich bewust van het belang van de zelfredzaamheid van de hulpvrager: het nemen en geven van eigen verantwoordelijkheid en regie is essentieel · dialoog tussen hulpvrager en hulpverlener i.p.v. monoloog: er is geen klant en ook geen koning · de hulpvrager is te allen tijde op de hoogte van relevante informatie en wordt gevraagd toestemming te geven aan de hulpverleners zo nodig met elkaar te overleggen. Juridisch is het mogelijk in uitzonderlijke gevallen (ad hoc bij gevaarlijke decompensatie en/of volgens de meldcodes kindermishandeling) dit te doen zonder toestemming van de ouder(s) · daar waar meerdere hulpverleners betrokken zijn, steunen zij het proces van de hulpvrager door samen te werken en elkaar te informeren. De hulpvrager is op de hoogte van deze samenwerking en het doel ervan
Fasen in zorgtraject Dit draaiboek is opgesteld aan de hand van de volgende fasen: Fase 1. Preconceptie: voor een zwangerschap Fase 2. Zwangerschap Fase 3. Bevalling Fase 4. Kraamtijd: de eerste 10 dagen na de geboorte Fase 5. Jeugdgezondheidszorg (start tussen de 4e en 7e dag na de geboorte)
Betrokken hulpverleners en hulpverlenende instanties Per beschreven fase zijn afwisselend leidend: · Huisarts · Verloskundige · Kraamverzorgende · JGZ: Screener JGZ en Jeugdverpleegkundige De tweede lijn (gynaecoloog en/of kinderarts) kan ook leidend zijn; dit valt buiten dit draaiboek. Daarnaast kunnen de volgende disciplines aanvullen waar nodig: · maatschappelijk werk · FIOM · jeugdarts · VoorZorg · bureau Jeugdzorg · opvoedbureau · GGZ · thuiszorg · diëtetiek · Saltro en RIVM · zwangerschapscursus in diverse vormen · lactatiekundige · fysiotherapie/ oefentherapie · voorlichter eigen taal en cultuur (VETC) · overige 2e lijn: klinisch geneticus, gynaecoloog, kinderarts, kraamafdeling, couveuse afdeling · e.a. op indicatie
2
Draaiboek Ketenzorg aan (a.s.) ouders en kind
Bijlagen: protocollen, standaarden en formats voor verwijsbrieven Het is onmogelijk in dit draaiboek alle hulpverleners en de mogelijke contacten te omschrijven. Bovendien hebben betrokken beroepsgroepen landelijk afspraken over protocollen, standaarden en verwijzingen. In de bijlagen van de digitale versie van dit draaiboek vindt u een deel van deze afspraken terug ter ondersteuning van de omschrijving van de keten en de daarbij horende afspraken. De laatste bijlage geeft in één overzichtelijk stroomschema de hele keten weer. De digitale versie van dit draaiboek en alle bijlagen zijn te vinden op de website van het Centrum van Jeugd en Gezin van gemeente Utrecht:
www.jeugdengezinutrecht.nl/pagina/professionals/623573 of www.kennisnetgeboortezorg.nl klikken op "het centrum voor jeugd en gezin" en dan op professionals.
Bijlage 1:
Structuur preconceptioneel consult – KNOV
Bijlage 2:
Dataregistratieformulier preconceptiezorg – KNOV
Bijlage 3:
NHG standaard Preconceptiezorg - NHG
Bijlage 4:
NHG standaard Zwangerschap en kraamperiode – NHG
Bijlage 5:
Format verwijsbrief HA VK bij zwangerschap
Bijlage 6:
Format terugkoppelingsbrief VK HA na 2e consult zwangerschap
Bijlage 7:
LESA Anemie tijdens zwangerschap en kraamperiode - NHG/KNOV
Bijlage 8:
LESA Anemie Wederzijds consultatieformulier VK en HA - KNOV
Bijlage 9:
LESA Miskraam - NHG/KNOV
Bijlage 10:
Format brief wederzijdse consultatie en/of overdracht hulpverleners onderling
Bijlage 11:
LESA Onderzoek pasgeborene - NHG/KNOV
Bijlage 12:
Indicatiestelling Kraamzorg
Bijlage 13:
NVL Stroomdiagram indicatie lactatiekundige en Richtlijn borstvoeding – NVL
Bijlage 14:
Overdrachtformulier Kraamzorg aan JGZ
Bijlage 15:
Stroomdiagram verloskundige zorgketen
3
Draaiboek Ketenzorg aan (a.s.) ouders en kind
FASE 1:
PRE-CONCEPTIE: VOOR EEN ZWANGERSCHAP
Leidende zorgverlener(s)
huisarts en/of verloskundige
Doel
advies vóór een zwangerschap
Inhoud
Uitwisseling van informatie en advies tussen (a.s.) ouders en hulpverlener. De hulpverlener is voor de vergoeding van een dergelijk consult verplicht daartoe bevoegd en bekwaam te zijn. Verloskundige: risicofactoren voor een toekomstige zwangerschap worden in kaart gebracht. Daaruit volgt een advies waarbij het document ‘Structuur preconceptioneel consult’ (bijlage 1) en het ‘Dataregistratieformulier preconceptioneel consult’ (bijlage 2) van de KNOV de leidraad zijn. De huisarts zal daarbij de NHG standaard Preconceptiezorg volgen (bijlage 3). Toelichting bijlage 1: dit document geeft structuur aan het consult. Er wordt schematisch gekeken naar alle facetten in de anamnese met betrekking tot risicofactoren. Toelichting bijlage 2: de uitkomst van het preconceptieconsult wordt vastgelegd in een dataregistratie (verplicht). Dit is een samenvatting voor de cliënte en haar partner/gezin.
Beoogd resultaat van het
Leefstijladvies en zo nodig aanvullend onderzoek c.q. consulten bij andere
consult
hulpverleners waaronder bijvoorbeeld een klinisch geneticus.
Berichtgeving
Huisarts uitvoerder van het consult: cliënte krijgt de dataregistratie mee van de huisarts.
Verloskundige uitvoerder van het consult: cliënte krijgt de dataregistratie mee en de verloskundige stuurt na toestemming binnen een week de dataregistratie naar de huisarts.
Vanaf 2012 is er de publiekswebsite www.strakszwangerworden.nl. Op de site staan adviezen voor mensen met een kinderwens. Belangrijkste boodschap is dat zij vóór de zwangerschap al veel kunnen doen om hun kindje een zo gezond mogelijke start te geven. Voor professionals is er een toolkit ontwikkeld met allerlei informatie rond het thema ‘zwanger worden’. De toolkit ‘zwanger worden’ is te vinden op www.rivm.nl/toolkits.
4
Draaiboek Ketenzorg aan (a.s.) ouders en kind
FASE 2:
ZWANGERSCHAP
Leidende zorgverlener(s)
Verloskundige
Doel
Begeleiding van zwangere en haar partner/gezin tijdens de zwangerschap
Inhoud
Reguliere zwangerschapscontrole. Volgens afspraak worden altijd de bloeddruk en uitwendig onderzoek gedaan. In het gesprek met de zwangere worden vragen beantwoord en adviezen gegeven. Op indicatie wordt aanvullend onderzoek gedaan of doorverwezen naar andere hulpverleners voor ondersteuning van het proces “zwanger zijn” en de meest optimale toekomst van het kind.
Voorlichting
Algemene voorlichting over zwangerschap en bevallen wordt gegeven op stadsniveau door verloskundigenpraktijken in verschillende wijken. De visie van praktijken op verloskundig niveau wordt op praktijkniveau geregeld. Elke zwangere krijgt van de verloskundige de ‘Groei Op’ boekjes: ‘Zwanger & Kraamtijd’ en ‘Borstvoeding’.
Beoogd resultaat van het
Een zo optimaal mogelijke uitkomst van de zwangerschap.
consult Start van de zorg in de
Een zwangere kan zich rechtstreeks melden bij een verloskundige
zwangerschap Als de zwangerschap bij de huisarts is vastgesteld, zal deze de NHG standaard Zwangerschap en kraamperiode (bijlage 4) volgen en naar de verloskundige verwijzen; de cliënte belt dan bij voorkeur voor of omstreeks 8 weken zwangerschap voor de eerste afspraak bij de verloskundige rond 9-10 weken (bijlage 5 format verwijsbrief HA VK bij zwangerschap). Eerste consult verloskundige: echo termijn/anamnese en aanvraag laboratorium onderzoek: Blgr, RhD, Rhc, HbsAg, Lues, HIV, Hb, glucose ad random. Op indicatie Vit D meeprikken. Het belang van de aanwezigheid van kraamzorg en de functie ervan wordt besproken. Inschrijven bij kraamzorg is bij voorkeur voor 16 weken via de verzekering van de zwangere en wordt vergoed via de basisverzekering. In het tweede consult worden de resultaten van de intake besproken en een plan opgesteld voor de zwangerschapbegeleiding. De naam van het gekozen kraamzorgbureau wordt vastgelegd evenals de achternaam van de baby. Er wordt informatie gegeven voor aangifte van de pasgeborene en de toekomstige voeding wordt besproken, waarbij het belang van borstvoeding voorop staat. Gemiddeld bezoekt de cliënte de verloskundige tussen de 8 en 12 keer. Bij de start wordt een Zorgplan opgesteld; tussen 32 en 36 weken zwangerschap wordt dit uitgebreid met een Bevalplan (op praktijkniveau kunnen de formats verschillend zijn). In grote lijnen zal het zijn zoals hier omschreven. Het huisbezoek door de verloskundige zorgverlener wordt op dit moment landelijk verder uitgewerkt. Kraamzorg: tussen 32 en 36 weken zwangerschap vindt of een huisbezoek of een telefonisch consult plaats voor het afspreken van de zorg in het kraambed.
5
Draaiboek Ketenzorg aan (a.s.) ouders en kind
Berichtgeving
In het zwangerschapsdossier van de cliënte worden de contactgegevens van de verloskundige, de huisarts en het kraamzorgbureau vastgelegd: naam, adres, telefoonnummer. De volgende berichten zijn afgesproken in de zorgketen: Van de verloskundige naar huisarts: De huisarts ontvangt bericht binnen een week na het tweede bezoek aan de verloskundige. Resultaten van de intake en afspraken voor de zwangerschap worden in het kort vermeld volgens een nog af te stemmen format (zie bijlage 6 format brief terugkoppeling VK HA na 2e consult zwangerschap). Tevens wordt de huisarts in dit schrijven gevraagd of er relevante bijzonderheden zijn van de zwangere en het gezin (lichamelijk, psychosociaal). Van de huisarts naar de verloskundige: De cliënte heeft de verwijzing van de huisarts aan het begin van de zwangerschap bij zich bij het eerste bezoek aan de verloskundige. Overige berichtgeving na bijv. een consult of verzoek om inlichtingen van de huisarts naar de verloskundige vindt binnen een week plaats. NB: het melden van schildklierproblematiek en urineweginfecties valt hier ook onder, inclusief de uitslag van eventuele kweken van fluor en/of urine: GBS (Groep B streptococcen)
Overige: Van alle partijen wordt verwacht dat zij elkaar informeren over de voor de zwangerschap gerelateerde bezoeken of onderzoeken. In het geval van anemie en miskraam volgen partijen de landelijke afspraken: de NHG/KNOV LESA Anemie tijdens zwangerschap en kraamperiode (bijlage 7) en gebruiken het KNOV LESA Anemie Wederzijds consultatieformulier VK en HA (bijlage 8) en de NHG/KNOV LESA Miskraam (bijlage 9). Andere berichtgeving, consultatie, overdracht en eventuele contacten vinden plaats via een consult wederzijds met gebruik van een formulier (bijlage 10 format brief wederzijdse consultatie en/of overdracht hulpverleners onderling).
6
Draaiboek Ketenzorg aan (a.s.) ouders en kind
FASE 3:
BEVALLING
Leidende zorgverlener(s)
Verloskundige
Doel
Begeleiden van de zwangere en haar partner/gezin rondom de bevalling
Inhoud
Lege artis. In de zwangerschap heeft de verloskundige met de zwangere een bevalplan gemaakt. Zij heeft met behulp van een vragenlijst haar wensen kunnen uiten en bespreken. De verloskundige legt deze vast in het bevalplan. Minimaal besproken: - gewenste plek van bevallen - waar kraamzorg geregeld is - wie aanwezig is/zijn bij de bevalling, zowel vanuit de hulpvrager als vanuit de hulpverlener (bv. stagiaires) - verwachtingen over de bevalling, eigen inzet, de begeleiding van de verloskundige, inzet van mantelzorg en de eventuele inzet van een doula of ‘bevalmaatje’ - pijnbeleving en pijnbestrijding: mogelijkheden en onmogelijkheden van soorten pijnbestrijding en op welke locaties - screeningstesten postpartum: de hielprik en gehoortest voor de pasgeborene tussen 4 en 7 dagen na de geboorte - en wat verder relevant of noodzakelijk is voor de cliënte en/of andere hulpverleners
Beoogd resultaat van de
Een zo goed mogelijke uitkomst van de bevalling.
zorg Berichtgeving
Verloskundige informeert na de bevalling NB: de verslagen worden automatisch aangemaakt in de verschillende elektronische dossiers die door verloskundige hulpverleners worden gebruikt en kunnen qua format verschillen maar bevatten wel dezelfde inhoud: Cliënte: mondeling over wie welk bericht krijgt en zij krijgt een kopie bevalverslag/overdracht kraamzorg Huisarts: binnen 2 werkdagen van de uitkomst van de zwangerschap door middel van een bevalverslag en uitkomst van het uitwendig onderzoek van de pasgeborene. In het bericht staan ook de relevante gegevens en eventuele bijzonderheden/afspraken voor het kraambed Kraamzorg: via een overdracht van de bevalling middels een bevalverslag en uitkomst van het uitwendig onderzoek van de pasgeborene. Bij een thuisbevalling is dit rechtstreeks een mondelinge overdracht aan de aanwezige kraamverzorgende en binnen 2 dagen een schriftelijk verslag; na een bevalling in het ziekenhuis gaat een bevalverslag mee met de cliënte bij ontslag uit het ziekenhuis JGZ: kopie van het bevalverslag, met eventuele aanvullingen van bijzonderheden in de kraamtijd. Het verslag is toegevoegd aan het kraamdossier. Er wordt overlegd over een meer uitgebreide overdracht.
7
Draaiboek Ketenzorg aan (a.s.) ouders en kind
FASE 4:
KRAAMTIJD: DE EERSTE 10 DAGEN NA DE GEBOORTE
Leidende zorgverlener(s)
Verloskundige en kraamverzorgende Aanvullend zijn: Screener van de JGZ: tussen de 4e en 7e dag Huisarts: consult ad hoc. Landelijk zijn er afspraken om ‘Onderzoek pasgeborene’ (bijlage 11 NHG/KNOV LESA Onderzoek pasgeborene) in de eerste week door de huisarts te laten verrichten. Wij kiezen ervoor dit onder de ‘ad hoc’ consulten te plaatsen: de verloskundige is ook bevoegd en bekwaam en heeft overzicht over eventuele consult(en) bij de kinderarts in het ziekenhuis. NB: zwangeren die in het ziekenhuis gecontroleerd en bevallen zijn worden in principe door de verloskundige ook gezien in het kraambed.
Doel
Begeleiden van de ouders, evt. andere kinderen en het verzorgen van de pasgeborene tijdens de kraamtijd
Inhoud
De kraamverzorgende en verloskundige werken samen aan een optimale begeleiding in de kraamtijd. Zij stemmen de zorg af op het gezin en de zorgvraag. Bij het eerste bezoek in de kraamtijd wordt n.a.v. het Landelijk Indicatieprotocol Kraamzorg (bijlage 12 Indicatiestelling Kraamzorg) het aantal zorguren van de kraamzorg vastgelegd.
Kraamverzorgende: directe zorg voor moeder en kind, iedere dag. De uitvoering van de zorg is conform de afspraken die gemaakt zijn bij het huisbezoek of telefonisch consult in de zwangerschap. Er vindt regelmatig evaluatie plaats over de zorg en inhoud ervan.
Verloskundige: supervisie over de zorg van de kraamverzorgende en geeft advies bij vragen en problemen. Tevens coördineert zij eventueel andere zorg. De verloskundige bezoekt het gezin tussen de 3 en 6 keer. Bijzonderheden worden vastgelegd in het kraambeddossier (kraamzorg) en zwangerschapsdossier (verloskundige).
Huisarts: consult waar nodig telefonisch geregeld. Het consult wordt geïndiceerd door de verloskundige en afhankelijk van de ernst belt zij zelf of laat zij bellen door kraamverzorgende of cliënte in opdracht. De verloskundige schrijft een consultaanvraag (bijlage 10 format brief wederzijdse consultatie en/of overdracht hulpverleners onderling) en laat deze achter. De huisarts schrijft hier de conclusie op en na inzage en verwerking blijft deze in het kraambeddossier als losse bijlage.
8
Draaiboek Ketenzorg aan (a.s.) ouders en kind
Jeugdgezondheidszorg: screener komt voor hielprikscreening en gehoortest. Zij draagt haar bevindingen over aan de jeugdverpleegkundige, die een afspraak maakt voor een huisbezoek ongeveer 2 weken na de geboorte. Lactatiekundige: op indicatie (bijlage 13 NVL Stroomdiagram indicatie lactatiekundige en Richtlijn borstvoeding) Beoogd resultaat van het
Een zo optimaal mogelijke uitkomst voor het gezin van de kraambedperiode
consult Berichtgeving
Alle partijen zijn in het bezit van het bevalverslag Bijzonderheden zijn vastgelegd in het kraamdossier en dit blijft in het gezin achter en ter inzage ook voor de jeugdverpleegkundige. De kraamverzorgende draagt schriftelijk de zorg over aan de JGZ (bijlage 14 Overdrachtformulier Kraamzorg aan JGZ). NB bij relevante bijzonderheden voor de continuering van zorg door de huisarts wordt na toestemming van de hulpvrager de huisarts gebeld voor de overdracht van zorg. Dit geldt ook voor andere betrokken hulpverleners, zoals de JGZ. Zo nodig vindt er telefonisch een overdracht plaats bij noodzaak van extra begeleiding en/of zorg naar een benodigde hulpverlener. Hieronder valt ook de ‘warme’ overdracht bij een niet pluis gevoel’. NB: het tijdstip van berichtgeving wordt ingeschat door de betrokken hulpverlener waarbij de HAP (Huisartsenpost) in de avond, de nacht en het weekend het aanspreekpunt is voor alle huisartsen.
9
Draaiboek Ketenzorg aan (a.s.) ouders en kind
FASE 5:
JEUGDGEZONDHEIDSZORG: SCREENING EN INTAKE HUISBEZOEK
Leidende zorgverlener(s)
Jeugdverpleegkundige en Jeugdarts vanuit de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) 0–4 jarigen (voorheen het “consultatiebureau”) en vervolgens verder tot de leeftijd van 19 jaar.
Doel
Bevorderen, bewaken en beschermen van de gezonde ontwikkeling van het kind
Inhoud
Hielprikscreening en gehoortest tussen 4e en 7e dag na de geboorte. Huisbezoek tussen de 10e en 14e dag na de geboorte. Door de jeugdverpleegkundige worden vervolgafspraken gemaakt voor verdere controle van de pasgeborene en begeleiding van de ouders door de JGZ. De eerste afspraak bij de JGZ vindt gemiddeld 4 weken na de geboorte plaats. Zie hierna: schema contactmomenten JGZ. De gegevens worden verwerkt in het Digitaal Dossier JGZ (DD JGZ).
Beoogd resultaat van het
Een zo optimaal mogelijke ontwikkeling van kind en gezin in het eerste levensjaren
consult
en daarna.
Berichtgeving
De JGZ bericht de huisarts niet van de reguliere contacten bij de JGZ. De jeugdverpleegkundige of jeugdarts informeert in overleg met de ouders de benodigde en/of al betrokken zorgverleners wel over bijzonderheden bij de intake en zo ook bij latere contacten met het gezin. De JGZ ontvangt bij bijzonderheden relevante informatie van verloskundige, kraamzorg en huisarts.
10
Draaiboek Ketenzorg aan (a.s.) ouders en kind
Inzet JGZ tot en met het voortgezet onderwijs Hieronder volgt een overzicht van leeftijden waarop contactmomenten met de Jeugdgezondheidszorg van de GG&GD Utrecht gemiddeld plaatsvindt. Daarbij zijn de belangrijkste onderdelen beschreven. Deze zijn gebaseerd op het Basistakenpakket van de Jeugdgezondheidszorg. Hiernaast is het voor ouders altijd mogelijk om een extra afspraak met de JGZ te maken. Ook professionals kunnen bij zorgen contact opnemen met de JGZ.
Contactmoment
Discipline
4e tot 7e dag - Huisbezoek
Screener
Inhoud (niet volledig) Screeningen op o.a. o PKU o CHT o AGS etc. o Screening perceptief gehoorverlies
2e week - Huisbezoek
Verpleegkundige
Algemene anamnese Sociaal milieu Inschatten verhouding draagkracht / draaglast Bepalen risicogroepen Wettelijk verplichte voorlichting Dossiervorming
1 maand - Consult op het
Arts
Consultatiebureau
Algemene anamnese o controle aangeboren/erfelijke afwijkingen o uitdiepen anamnese o medische achtergrond Groei Ontwikkelingsonderzoek Inschatten zorgbehoefte Voorlichting op maat (o.a. borstvoeding, preventie overgewicht etc.) Autorisatie RVP
2 maanden - Consult
Verpleegkundige
RVP (DKTP / HIB / Hep B / Pneu) Groei Ontwikkelingsonderzoek Voorlichting op maat (o.a. voeding, opvoeding, verzorging, wiegendood, passief roken etc.)
11
Draaiboek Ketenzorg aan (a.s.) ouders en kind
3 maanden - Consult
Arts
RVP (DKTP / HIB / Hep B / Pneu) Groei Ontwikkelingsonderzoek Inschatten zorgbehoefte Screening (o.a. hartafwijking, heupdysplasie) Voorlichting op maat (o.a. voeding, opvoeding, verzorging etc.)
4 maanden - Consult
Verpleegkundige
RVP (DKTP / HIB / Hep B / Pneu) Groei Ontwikkelingsonderzoek Inschatten zorgbehoefte Voorlichting op maat (o.a. voeding, opvoeding, verzorging etc.)
6 maanden - Consult
Arts
Groei Ontwikkelingsonderzoek Inschatten zorgbehoefte Screening (o.a. oogpathologie, hartafwijking, heupdysplasie) Voorlichting op maat (o.a. opvoeding, algemene ontwikkeling etc.)
8 maanden – Consult
Verpleegkundige
Groei
NB In een pilot worden de
Ontwikkeling, specifiek:
consulten voor niet-risicokinderen
o Motoriek
van 7,5 maand en 9 maanden
o Spraak/taal
samengevoegd tot een 8 maanden consult.
Functies o Voedingsadviezen o Mondgedrag Inschatten zorgbehoefte Voorlichting op maat (o.a. opvoeding, algemene ontwikkeling etc.)
12
Draaiboek Ketenzorg aan (a.s.) ouders en kind
11 maanden - Consult
Arts
RVP (DKTP / HIB / Hep B / Pneu) Groei Ontwikkelingsonderzoek Inschatten zorgbehoefte Screening (o.a. oogpathologie, hartafwijking, heupdysplasie) Voorlichting op maat (o.a. voeding, opvoeding, algemene ontwikkeling, spelotheek etc.)
14 maanden - Consult
Verpleegkundige
RVP (BMR / MenC) Groei Ontwikkelingsonderzoek Inschatten zorgbehoefte Voorlichting op maat (o.a. voeding, opvoeding, algemene ontwikkeling etc.) Afsluiting zuigelingenperiode en bepalen zorg peuterperiode
18 maanden - Consult
Arts
Groei Ontwikkelingsonderzoek Functies o Opvoedingsvragen o Pedagogische observatie o Anticiperende voorlichting Inschatten zorgbehoefte Screening (o.a. hartafwijking, oogpathologie) Voorlichting op maat (o.a. voeding, opvoeding, taal/spraak en peuterspeelzaal/voorschool)
2 jaar - Consult
Verpleegkundige
Groei Ontwikkelingsonderzoek o Spraak en taal Functies o Opvoedingsvragen Inschatten zorgbehoefte Voorlichting op maat (o.a. voeding, opvoeding, taal/spraak en peuterspeelzaal/voorschool)
13
Draaiboek Ketenzorg aan (a.s.) ouders en kind
3 jaar - Consult
Arts
Groei Ontwikkelingsonderzoek o Spraak en taal Functies o Opvoedingsvragen o Pedagogische observatie Inschatten zorgbehoefte Screening (o.a. opsporing visuele stoornissen) Voorlichting op maat (o.a. opvoedingsondersteuning, taal/spraak etc.)
3,9 jaar - Consult
Verpleegkundige
RVP (DKTP) Groei Ontwikkelingsonderzoek Inschatten zorgbehoefte Screening (o.a. opsporing visuele stoornissen) Voorlichting op maat (o.a. opvoedingsondersteuning, overgang naar basisschool, seksuele ontwikkeling, taal/spraak etc.)
5 jaar - Screening
Veelal logopedist
Screening spraak- en taalstoornissen
groep 2 basisonderwijs -
Arts
Groei
Preventief Gezondheids Onderzoek (PGO)
Assistant
Ontwikkeling o motorisch o relaties, omgaan met andere kinderen Functies o psychosociale ontwikkeling o emotioneel functioneren o sociaal functioneren Opsporing visuele stoornissen
9 jaar – Massale vaccinatie, vooral
RVP (DTP / BMR)
in de maand april, met inhaal mogelijkheden
14
Draaiboek Ketenzorg aan (a.s.) ouders en kind
10 jaar of groep 7 basis onderwijs
Verpleegkundige
- PGO
Groei o Houding
Assistent Ontwikkeling Functies o psychosociale ontwikkeling o emotioneel functioneren o sociaal functioneren Gedrag o Pesten / geweld 12/13 jaar – massale vaccinatie
HPV, 3 keer achter elkaar
meisjes 13 jaar of klas 2 voortgezet
Verpleegkundige
onderwijs - PGO
Groei o Houding
Assistent Ontwikkeling o Pubertijd Dit is de gangbare invulling. Er loopt een pilot om de inhoud van dit PGO te
Gedrag
moderniseren.
o Schoolverzuim
Speciaal onderwijs - PGO
Arts
Groei, waaronder o Houding
Assistant Ontwikkeling, waaronder PGO bij aanmelding / toelating voor het (V)SO Beneden 8 jaar tweejaarlijks een PGO Vanaf 8 jaar – 19 jaar driejaarlijks een PGO
o motorisch o relaties, omgaan met andere kinderen o Puberteit Functies o psychosociale ontwikkeling o emotioneel functioneren o sociaal functioneren Gedrag, specifiek: o Pesten / geweld o Schoolverzuim Opsporing visuele stoornissen
15
Draaiboek Ketenzorg aan (a.s.) ouders en kind
Dit draaiboek is geschreven en mogelijk gemaakt door het Programma ‘Zorg aan (a.s.) Ouders en Kind’, één van de programma’s van Utrecht Gezond!. Aan dit programma werken mee: Aukje van Beek (auteur, huisarts) Anita van Dam (auteur, verloskundige UMC Utrecht) Wendela Strengers (verloskundige EVC Midden Nederland) Klaske Kooistra (Yunio Kraamzorg) Vicky Leeuwenhage (ZinKraamzorg) Evy Hochheimer (GG&GD Utrecht) Carlijn Klein Lankhorst (Achmea/Agis Zorgverzekeringen) Anouk van Daelen (Raedelijn) Voor vragen over dit document kunt u terecht bij de GG&GD Utrecht, mevrouw E. Hochheimer.
16