Draaiboek examen Aankomend Winkelmedewerker Voor het schooljaar 2015-2016
©KPC Groep
[Auteur]
VOORWOORD 1 DE OPLEIDING ‘AANKOMEND WINKELMEDEWERKER’
3 4
1.1 De methode Kiem
4
1.2 Aanmelden voor een examen
5
1.3 Het (proef)examen
6
2 DE BRANCHEGERICHTE OPLEIDING ‘AANKOMEND
9
WINKELMEDEWERKER’
Inhoud
2.1 Het kwalificatiedossier mbo 2.2 De branchegerichte opleiding ‘Aankomend
9 10
Winkelmedewerker’ 3 HET PROFIELDEEL VAN DE OPLEIDING ‘ASSISTENT
12
VERKOOP/RETAIL’ 3.1 Assisteert bij de verwerking van goederen en/of producten
12
3.2 Assisteert bij de verkoop en het verlenen van service
20
4 HET PROEFEXAMEN
22
4.1 Beoordelingslijst algemene praktische vaardigheden
23
4.2 Beoordelingslijsten specifieke praktische vaardigheden
24
4.3 Beoordeling examenonderdeel 4.2.1.
25
5 BIJLAGEN
38
5.1 Bijlage 1 Beoordelingsformulier stagebedrijf
38
5.2 Bijlage 2 Overzichtsformulier van de werkzaamheden die
39
een gecertificeerd aankomend winkelmedewerker geacht wordt te kunnen uitvoeren, al dan niet met ondersteuning van een collega-verkoper 5.3 Bijlage 3 Examenreglement
42
5.4 Bijlage 4 Entreeopleiding ‘Assistent verkoop/retail’
45
VOORWOORD Deze brochure bevat informatie over het examineren van leerlingen voor het certificaat ‘Aankomend Winkelmedewerker’ door het SVA Examenbureau dat ondergebracht is bij KPC Groep. De leerlingen zijn geschoold in het werken in de detailhandel en hebben daar ook stage gelopen c.q. lopen daar nog stage. Door de school is het instructiemateriaal gebruikt dat door de OVD Educatieve Uitgeverij wordt uitgegeven onder de naam ‘Kiem’. Bij het samenstellen van het examen is uitgegaan van het instructiemateriaal ‘Aan ’t werk in de winkel’ (theorie en opdrachten 2014). Het examen richt zich vooral op de werkzaamheden die de leerling gedurende zijn/haar stage heeft uitgevoerd. Het gaat daarbij met name om de vakvaardigheden en de daaraan gelieerde competenties. Ook theorie komt aan de orde maar in beperkte mate. In het draaiboek wordt expliciet aangegeven welke theoretische kennis van de leerling verwacht wordt. Dit kan in het examen aan de orde komen door de vragen die gesteld worden. Die theoretische kennis is van belang. Deze is nodig om opdrachten te kunnen begrijpen en/of om aan het werkoverleg deel te kunnen nemen. In hoofdstuk 1 wordt u geïnformeerd over de opleiding ‘Aankomend Winkelmedewerker’, de voorbereiding op het examen en een beschrijving van het (proef)examen zelf. In hoofdstuk 2 wordt de opleiding ‘Aankomend Winkelmedewerker’ beschreven tegen de achtergrond van de entreeopleiding ‘Assistent verkoop/retail’. In hoofdstuk 3 wordt op basis van de entreeopleiding ’Assistent verkoop/retail’ beschreven welke werkzaamheden een aankomend winkelmedewerker moet kunnen uitvoeren. Op basis van dit hoofdstuk kunt u nagaan in hoeverre uw leerling op zijn/haar stageplaats verantwoordelijk wordt gemaakt voor deze werkzaamheden. Welke werkzaamheden voert hij/zij zelfstandig uit na het ontvangen van een opdracht en bij welke werkzaamheden assisteert hij/zij zijn/haar collega-verkoper? Zo krijgt u een goed beeld van wat men van de leerling verwacht. Dit kan van invloed zijn op de inhoud van het examen (een op maat gemaakt examen). Het niveau waarop de leerling functioneert, moet hem/haar in principe uitzicht bieden op een baan binnen de detailhandel. In hoofdstuk 4 wordt het (proef)examen beschreven. De algemene praktische vaardigheden worden beoordeeld: veilig werken, ergonomisch werken, tempo, presentatie, contact met collega’s en klanten. Daarnaast worden specifieke praktische vaardigheden beoordeeld: de werkzaamheden die de leerling geacht wordt te kunnen uitvoeren. Deze beoordeling bestaat uit twee delen. Een deel (het verzorgen en onderhouden van de artikelpresentatie) dat door elke leerling wordt uitgevoerd (duur: 20 tot 30 minuten) en een deel dat uit zeven onderdelen bestaat, en waaruit ter plaatse een keuze wordt gemaakt door de examinator. Alleen die onderdelen worden geëxamineerd die relevant zijn voor het werk dat de leerling op de stageplaats heeft uitgevoerd. Daarover is vooraf overleg geweest tussen de examinator en de school. In de praktijk zal dit neerkomen op twee tot drie taken (totale duur: 30 minuten).
Pagina 3/45
1 DE OPLEIDING ‘AANKOMEND WINKELMEDEWERKER’ 1.1 De methode Kiem Voor een examen moet de leerling ten minste de volgende werkzaamheden kunnen uitvoeren: -
de binnengekomen goederen controleren (kwantiteit en kwaliteit);
-
de goederen winkelklaar maken (ompakken, prijzen);
-
het onderhouden van de artikelpresentatie (met name in
-
het vullen van de vakken (schoonmaken, spiegelen, FIFO, afprijzen).
kledingzaken);
In het instructiemateriaal Kiem (2014) worden ook andere werkzaamheden behandeld: -
het tijdig klaarzetten van emballage en retourgoederen;
-
het assisteren bij het lossen van goederen;
-
contact met klanten (begroeten, beantwoorden van vragen);
-
inpakken van artikelen.
Voor het afstemmen van het examen ‘Aankomend Winkelmedewerker’ baseren wij ons op het instructiemateriaal Kiem: ‘Aan ’t werk in de winkel’ (2014). Daarnaast beschrijven wij alle voorkomende werkzaamheden, ook als die in Kiem niet aan de orde komen. Er verandert immers veel in de winkelpraktijk. Zo werkt de winkelmedewerker met een scan om de voorraad in de winkel te inventariseren. Dit wordt automatisch doorgegeven aan de centrale computer en omgezet in een bestelling. Ook scant de winkelmedewerker producten die over de houdbaarheidsdatum heen zijn en worden deze automatisch aan het bestand onttrokken. Ook worden op veel plaatsen de artikelen door de klant gescand en dus niet bij de kassa. Het betalen gebeurt bij de pinautomaat. De winkelmedewerker neemt zo nu en dan een steekproef of alle artikelen daadwerkelijk door de klant zijn gescand. Ook blijkt uit de praktijk dat sommige leerlingen achter de kassa kunnen werken of klanten kunnen bedienen van achter de toonbank. Deze werkzaamheden behoorden oorspronkelijk niet tot het opleidingsprogramma. Het examen, en dus ook de opleiding, is dus in de afgelopen tien jaar aanmerkelijk verzwaard, gelet op de diverse werkzaamheden. Dat kan voor sommige leerlingen ‘een brug te ver zijn’. Vandaar dat wij streven naar een examen op maat. Daarbij blijft wel het uitgangspunt dat de opleiding zicht moet geven op een baan in de detailhandel. Concreet betekent dit dat van iedere leerling wordt verwacht dat hij/zij kan assisteren bij de ontvangst en opslag van goederen, het winkelklaar maken van de goederen en het verzorgen en onderhouden van de artikelpresentatie. Examen op maat In overleg met de school voor praktijkonderwijs c.q. de school voor voortgezet speciaal onderwijs wordt bepaald wat de inhoud van het examen zal zijn. Voor het examen geeft de school aan welke werkzaamheden door de leerling op het stageadres zijn uitgevoerd. Deze werkzaamheden worden vermeld op de beoordelingslijst, waarnaar op het certificaat wordt verwezen. Het is voorstelbaar dat de werkzaamheden leerlingspecifiek worden benoemd. In het laatste geval zou het examen niet alleen op schoolniveau maar ook op leerlingniveau op maat worden opgesteld. Denk in het laatste geval bijvoorbeeld aan het werken achter de kassa.
Pagina 4/45
1.2 Aanmelden voor een examen Wanneer vraagt een school een examen aan voor een of meerdere leerlingen? Belangrijk is dat de leerling op het stageadres een positieve beoordeling heeft gekregen van de werkvloerbegeleider van het stagebedrijf. Sommige scholen werken met een eigen stageboek waarin de beoordeling wordt vastgelegd. Andere gebruiken de beoordelingslijst van het stagebedrijf (zie bijlage 1). Op basis van deze beoordeling moet de verwachting zijn dat de leerling aan de exameneisen zal voldoen. Naast deze beoordeling van het stagebedrijf is de school verplicht een proefexamen af te nemen. Dit heeft twee voordelen: de leerling ervaart wat een examen inhoudt en u beschikt over gegevens van de leerling die bij het officiële examen gebruikt kunnen worden. Voor de onderdelen die niet op het examen aan bod zijn gekomen wordt de beoordeling van het proefexamen overgenomen op de bij het certificaat behorende beoordelingslijst (voldoende, goed). Het hele jaar door kunt u een examen aanvragen, al wijst de praktijk uit dat de meeste scholen dit doen aan het einde van een schooljaar. Het is raadzaam om tijdig het examen aan te vragen, indien u het examen op voorkeursdagen wilt laten plaatsvinden. Denk in dit verband aan scholen die een LWP (= leerwerkplaats) hebben in een winkel en hier op vaste dagen van de week gebruik van mogen maken. Voordat u een examen aanvraagt, hebt u best overleg met een vertegenwoordiger van de winkel of er mogelijke bezwaren zijn dat er in de winkel en in het magazijn examens worden afgenomen. Over het algemeen zal men bereid zijn om mee te werken, maar zeker weten is beter. Vervolgens zal er overleg zijn met de (pleeg)ouders van de kandidaten, zeker wanneer een financiële bijdrage van hen wordt verwacht. Tijdens het overleg wordt ook gecontroleerd of de persoonsgegevens van de leerling, zoals die in het schoolarchief zitten, correct zijn: -
de voornaam en achternaam;
-
de geboortedatum;
-
de plaats waar de leerling is geboren.
Soms is de geboorteplaats van de leerling onbekend. In dat geval wordt het land van geboorte genoteerd. Voordat u een examen gaat aanvragen, hebt u kennisgenomen van het examenreglement (zie bijlage 3). De school neemt ten minste acht weken voor de geplande datum/data contact op met het SVA Examenbureau dat ondergebracht is bij KPC Groep in ’s-Hertogenbosch. KPC Groep SVA Examenbureau Tel. 073 6247 247 Sandra de Goey Postbus 482 5201 AL ’s-Hertogenbosch
Pagina 5/45
De volgende gegevens moet u bij aanmelding paraat hebben: 1
Van elke leerling:
-
voornaam en achternaam;
-
geboortedatum;
-
geboorteplaats.
2
Het adres van de examenlocatie:
-
indien het examen op een en dezelfde LWP wordt afgenomen, wordt het adres van deze
-
indien het examen op het stageadres van de leerling wordt afgenomen wordt voor iedere
3
Schoolgegevens:
winkel vermeld plus de naam van de contactpersoon; leerling zijn/haar stageadres vermeld. -
naam van de school en adresgegevens;
-
naam van de coördinator;
-
naam van de vakdocent/stagebegeleider die bij het examen aanwezig zal zijn (inclusief telefoonnummer).
Op enig moment ontvangt de school een bevestigingsbrief met daarin de namen van de kandidaten, de examenlocatie(s) en het programma. Belangrijk is om de leerlinggegevens goed te controleren. Fouten kunnen dan nog hersteld worden. Indien op het examen toch fouten op het certificaat blijken voor te komen, kan een nieuw certificaat aangevraagd worden. Aanvragen van een nieuw certificaat kost € 25,--. Het verzetten van een reeds aangevraagd en/of gepland examen is mogelijk tot zes weken vóór de oorspronkelijk geplande examendatum. De administratiekosten hiervoor zijn € 50,--. Het annuleren van een examen kost € 150,--. Vier weken voor de datum waarop het examen afgenomen zal worden, ontvangt de school een overzicht van de werkzaamheden die een aankomend winkelmedewerker in principe kan verrichten (zie bijlage 2). Binnen twee weken is het overzicht retour gezonden. De werkzaamheden die door de leerling worden uitgevoerd, worden op de beoordelingslijst vermeld en maken onderdeel uit van het examen. Op basis van het ontvangen overzicht dat de school heeft ingevuld (per leerling of voor een groep kandidaten) en waaruit blijkt welke werkzaamheden van toepassing zijn, ontvangt de school aanwijzingen voor de examenvoorbereiding van de werkzaamheden. 1.3 Het (proef)examen Het examen bestaat, naast een beoordeling van de algemene praktische vaardigheden, uit twee delen. Het eerste deel ‘De leerling voert werk uit bij het verzorgen en onderhouden van de artikelpresentatie’ wordt door alle kandidaten uitgevoerd. In het tweede deel van het examen voert de leerling twee tot drie opdrachten uit (maximale duur 30 minuten) waarin hij/zij laat zien dat hij/zij dit werk ook kan uitvoeren. De leerling die bij verschillende werkzaamheden kan worden ingezet, vergroot zijn/haar kans op werk. Deel 1 van het examen Alle kandidaten laten zien dat zij artikelen die in het magazijn staan en die al winkelklaar gemaakt zijn, op de juiste plaats in de schappen kunnen zetten/aan de rekken kunnen hangen/in de bakken kunnen leggen. De school/de winkel zorgt ervoor dat voor elke leerling een artikelgroep moet worden aangevuld. Deze artikelen staan klaar in het magazijn. De plaats waar de artikelen geplaatst Pagina 6/45
moeten worden, zijn bij de voorbereiding met opzet in lichte mate ‘vervuild’. In de artikelgroep, die door de leerling moet worden aangevuld, zijn door ‘klanten’ artikelen verkeerd teruggeplaatst.
Voor dit onderdeel van het examen wordt per leerling 20 tot 30 minuten gerekend. De werkvloerbegeleider geeft een indicatie binnen welke tijd de opdracht uitgevoerd moet worden (tussen de 20 en 30 minuten). De leerling haalt de artikelen uit het magazijn en gebruikt daarvoor het meest geëigende hulpmiddel. Voordat de leerling de artikelen plaatst, verwijdert hij/zij de lichte vervuiling. Eventuele beschadigde artikelen worden verwijderd. Artikelen die door de klant verkeerd zijn teruggezet, worden door de leerling uit het schap/rek verwijderd en op de goede plaats teruggezet. Indien van toepassing let de leerling op THT, TGT, FIFO. Na afloop ruimt de leerling de omgeving op. Deel 2 van het examen De examinator maakt een keuze uit onderstaande opdrachten. (De school is vooraf geïnformeerd welke onderdelen zullen worden gekozen en hoe vaak zodat de school het examen goed kan voorbereiden.) Het onderhouden van de artikelpresentatie is examenonderdeel 1, taak 1. De overige taken zijn (examenonderdeel 2): Taak 2 Het op de juiste manier verplaatsen van goederen. Voor dit examenonderdeel zijn in het magazijn aanwezig: een rolcontainer gevuld met colli, een handpallettruck en een pallet met goederen, een steekwagen en een aantal dozen. In geval er een drempel genomen moet worden, is er een rijplaat. De leerling verplaatst de rolcontainer op de juiste wijze. De leerling verplaatst een pallet met goederen. De leerling stapelt dozen op een steekwagen en verplaatst deze op de juiste wijze. Gelet wordt op de juiste manier van tillen. Geschatte duur: 15 minuten. Taak 3 Het controleren van binnengekomen artikelen aan de hand van een pakbon, vrachtbrief en bestellijst. Voor dit examenonderdeel wordt gezorgd voor een pakbon met een daarmee corresponderende vrachtbrief en bestellijst. Voor dit onderdeel wordt een doos met artikelen door de school in gereedheid gebracht met een daarbij passende pakbon: artikelnaam – artikelnummer en het aantal. Met opzet zitten er verschillen (te veel, te weinig of een niet besteld artikel) tussen wat er op de pakbon vermeld staat en wat er aan artikelen in de doos zit. Geschatte duur: 10 minuten. Taak 4 Het sorteren van lege flessen. Voor het examen is met de winkel afgesproken dat er een ‘achterstand’ is gecreëerd in het opruimen van ingeleverde flessen. De leerling ordent de lege flessen. Hij/zij plaatst de flessen in de juiste kratten en stapelt deze op een verantwoorde wijze op. Geschatte duur: 15 minuten. Taak 5 Het reinigen van de winkelvloer. Afhankelijk van het type vloer gebruikt de leerling een stofzuiger of stofwisser (traditioneel of microvezel). Een deel van de vloer wordt op de juiste wijze gereinigd. Geschatte duur: 15 minuten. Taak 6 Het reinigen van het glas van een vitrine of winkelruit. Vooraf worden op het glas enige ‘vette Pagina 7/45
vingers’ aangebracht. De leerling reinigt het glas op de juiste manier. Geschatte duur: 10 minuten.
Taak 7 De leerling kan logo’s/pictogrammen benoemen die in een winkel voorkomen (op de verpakking of op het artikel zelf). Geschatte duur: 5 minuten. Werken achter de kassa is geen standaardonderdeel van het examen. Indien de school aangeeft dat de examenleerling op zijn/haar stageplaats ook kassawerk heeft gedaan, dan kan dit in het examen worden opgenomen (onderdeel 8). Op de bij het certificaat behorende beoordelingslijst wordt ‘werken achter de kassa’ opgenomen. Geschatte duur van dit onderdeel: 20 minuten.
Pagina 8/45
2 DE BRANCHEGERICHTE OPLEIDING ‘AANKOMEND WINKELMEDEWERKER’ De opleiding ‘Aankomend Winkelmedewerker’ is gebaseerd op de entreeopleiding ‘Assistent verkoop/retail’. Deze wordt beschreven in het kwalificatiedossier mbo. 2.1 Het kwalificatiedossier mbo Het kwalificatiedossier mbo is geldig vanaf 1 augustus 2015. Het kwalificatiedossier bevat onder andere de kwalificatie-eisen voor de opleiding ‘Assistent verkoop/retail’. Het bestaat uit een basisdeel en een profieldeel waarin de kerntaken van de assistent verkoop/retail en de werkprocessen worden genoemd. 2.1.1 Het basisdeel Het basisdeel wordt gevormd door de beroepsspecifieke onderdelen. Dit betreft gemeenschappelijke kerntaken en werkprocessen voor het gehele kwalificatiedossier (met eventueel aanvullende eisen per profiel). Werkt als assistent in een arbeidsorganisatie 1
Bereidt (assisterende) werkzaamheden voor.
2
Voert (assisterende) werkzaamheden uit.
3
Meldt zich ter afsluiting van zijn/haar (assisterende) werkzaamheden af.
De generieke onderdelen. De generieke onderdelen zijn door de landelijke overheid geformuleerd. Het betreft de onderdelen: -
Nederlandse taal;
-
rekenen;
-
loopbaan en burgerschap.
2.1.2 Het profieldeel Het profieldeel wordt gevormd door de profielen in dit kwalificatiedossier die de volgende twee kerntaken en de vijf werkprocessen bevatten. Assistent verkoop/retail 1.
Assisteert bij de verwerking van goederen en/of producten.
1.1. Voert werk uit bij de ontvangst en opslag van goederen en/of producten. 1.2. Onderhoudt de artikelpresentatie. 1.3. Voert werk uit bij het verzorgen en onderhouden van de werkplek en werkomgeving. In de opleiding ‘Winkelmedewerker’ staat deze kerntaak centraal. Met name het werkproces 1.2. is een vast onderdeel van het examen voor elke leerling. De werkprocessen genoemd bij 1.1. en 1.3. kunnen een onderdeel zijn van deel 2 van het examen. 2.
Assisteert bij de verkoop en het verlenen van service.
2.1. Ontvangt de klant. 2.2. Assisteert verkopende collega’s. 2.3. Werkt achter de kassa. In de opleiding ‘Winkelmedewerker’ staat deze kerntaak minder centraal, afhankelijk van de mogelijkheden van de leerling.
Pagina 9/45
Scholen voor praktijkonderwijs c.q. vso die leerlingen met potentie willen laten doorstromen naar de entreeopleiding ‘Assistent verkoop/retail’ kunnen zich best goed laten informeren over de inhoud van deze opleiding (zie bijlage).
2.2 De branchegerichte opleiding ‘Aankomend Winkelmedewerker’ De opleiding is afgestemd op leerlingen die een leerbeperking hebben, al dan niet in combinatie met een fysieke of psychische beperking. De functie van ‘Aankomend Winkelmedewerker’ is gericht op het geven van ondersteuning aan de verkoper (mbo niveau 2) in een supermarkt (levensmiddelen), bouw- en hobbymarkt, tuincentrum, warenhuis of kledingzaak. De verkoper stuurt het werk van de winkelmedewerker aan. Er zijn verschillende typen winkels. Het type winkel waarop dit opleidingsprogramma betrekking heeft, is de zelfbedieningszaak of semizelfbedieningszaak: een supermarkt, bouwmarkt of tuincentrum. Ook kan de leerling stage lopen in een warenhuis zoals HEMA, De Bijenkorf of een speciaalzaak (bv. een kledingzaak) zonder dat hij/zij betrokken wordt bij verkoopgesprekken of kassa. De werkzaamheden die door de winkelmedewerker worden uitgevoerd zijn: -
ontvangst van goederen en deze (tijdelijk) opslaan in het magazijn en het signaleren van zichtbare beschadigingen;
-
de goederen winkelklaar maken: dit houdt onder andere in ompakken, de goederen prijzen met een prijstang of ridderspoortang (indien van toepassing);
-
vakken/rekken vullen waarbij gewerkt wordt vanuit het systeem FIFO, TGT en THT (indien van toepassing);
-
spiegelen daar waar de goederen nog niet kunnen worden bijgevuld;
-
onderhouden van de winkel (schoonmaken) en de winkelomgeving.
Daarnaast heeft de winkelmedewerker in opleiding contacten met klanten: -
het begroeten van de klant;
-
het beantwoorden van vragen van een klant of deze doorverwijzen.
De aard van de werkzaamheden worden in belangrijke mate bepaald door het type winkel. In overleg met de school wordt het examen door het SVA Examenbureau afgestemd op de werkzaamheden die de leerling gedurende zijn/haar stage uitvoert c.q. heeft uitgevoerd. Gedurende de stage is de leerling een aantal keer beoordeeld door de stagebegeleider, zodat u een goed beeld hebt van de leerling. Op basis hiervan kunt u beoordelen of de leerling klaar is voor een examen. Voor deze tussentijdse beoordeling kan de school eigen materiaal of het voorbeeld van een beoordelingsformulier in bijlage 1 gebruiken. Ook kunt u gebruikmaken van de in hoofdstuk 3 opgenomen observatieformulieren en beoordelingslijsten. Deze bieden een intensievere vorm van beoordelen en begeleiden. Tijdens het examen kan de examinator deze beoordelingen inzien. In de afgelopen periode is in de winkel het een en ander veranderd. Voorbeelden zijn: -
het magazijn is in vergelijking met het verleden kleiner geworden: vandaag besteld, is morgen gebracht en de goederen worden vrijwel direct in de winkel geplaatst;
-
de meeste goederen zijn al geprijsd (streepjescode) en/of de prijs wordt op het schap vermeld;
-
in de meeste gevallen wordt emballage, wat betreft lege flessen, met een machine afgehandeld;
-
het plastic afval wordt apart verzameld;
-
het vullen van de vakken wordt niet na sluitingstijd uitgevoerd maar gedurende de gehele openingstijd.
Pagina 10/45
Al deze werkzaamheden worden in hoofdstuk 3 nader uitgewerkt, waarbij telkens de vraag wordt gesteld: -
voert de leerling deze werkzaamheden zelfstandig uit of assisteert hij/zij;
-
worden alle voorkomende handelingen door de leerling gedaan;
-
welke begrippen moet de leerling kennen om opdrachten te kunnen begrijpen c.q. werkoverleg te kunnen voeren?
Van de methode Kiem ‘Aan ’t werk in de winkel’ (theorie en opdrachten) maakt het onderdeel ‘Op stage’ (pagina 1 tot en met 88) geen deel uit van het examen. In het theoretische deel worden onder andere de volgende onderwerpen behandeld: -
de verschillende typen winkels;
-
foodproducten en non-foodproducten/detailhandel food versus detailhandel non-food;
-
winkelverkoop en niet-winkelverkoop;
-
de begrippen assortiment en artikelgroep;
-
zelfbediening, semizelfbediening en bediening;
-
prijsdistributie en servicedistributie;
-
etalage, vitrine en display;
-
handel in goederen en handel in diensten;
-
groothandel en detailhandel;
-
dagelijkse, wekelijkse en periodieke werkzaamheden.
Bovenstaande begrippen maken geen deel uit van het theoretisch deel van het examen. Begrippen die de leerling wel moet kennen:
Pagina 11/45
-
artikelgroep;
-
assortiment.
3 HET PROFIELDEEL VAN DE OPLEIDING ‘ASSISTENT VERKOOP/RETAIL’ De officiële definitie van retail is: de levering van diensten en/of goederen voor persoonlijk gebruik aan de consument. Het enige verschil zit in de levering van diensten. Onder retail vallen ook diensten die aan de consument geleverd worden, zoals door een bank of een reisbureau. De detailhandel beperkt zich tot het leveren van fysieke goederen. 3.1 Assisteert bij de verwerking van goederen en/of producten 3.1.1 Voert werk uit bij de ontvangst en opslag van goederen en/of producten 3.1.1.1. Het in ontvangst nemen van goederen en deze (tijdelijk) opslaan in het magazijn De leerling is betrokken bij het lossen van de vrachtwagen. Het lossen van de vrachtwagen behoort in feite niet tot het werk van de bestuurder en dat is op Europees niveau op deze manier wettelijk geregeld. In de praktijk zal de chauffeur in voorkomende gevallen wel de laadklep bedienen en meehelpen met het lossen. De goederen zitten in rolcontainers, staan op pallets of zijn in dozen verpakt. De leerling kiest het juist hulpmiddel voor het vervoeren van de goederen (van de ‘colli’ = verpakkingseenheden): de handpallettruck of een steekwagen. -
Indien de goederen gestapeld zijn in rolcontainers
De collega van de leerling of de chauffeur opent de laadklep en plaatst de rolcontainer(s) op de laadklep (rolcontainer wordt op de rem gezet). Vervolgens laat hij/zij de laadklep zakken en neemt de rem weg. De leerling duwt de rolcontainer van de laadklep en duwt de rolcontainer naar het magazijn. De zwenkwieltjes bevinden zich tussen de rolcontainer en de leerling. In de praktijk kan het voorkomen dat de rolcontainer door de leverancier te hoog is beladen waardoor het zicht van degene die de rolcontainer duwt, beperkt is. In voorkomende gevallen mag de rolcontainer dan in de winkel getrokken worden waar men de klant moet zien te ontwijken. -
Indien de goederen gestapeld zijn op pallets
De collega van de leerling of de chauffeur opent de laadklep en plaatst de handpallettruck op de laadklep. Een collega van de leerling (of de chauffeur) schuift de lepels van de handpallettruck onder de pallet en plaatst de truck op de laadklep. De collega (of de chauffeur) laat de laadklep zakken. De leerling trekt de handpallettruck van de laadklep. De leerling verplaatst de goederen naar het magazijn. -
Indien de goederen verpakt zijn in dozen
De leerling maakt gebruik van een steekwagen. De leerling tilt de dozen op de juiste wijze op en stapelt deze op de steekwagen. De leerling verplaatst de goederen naar het magazijn. In geval van een drempel wordt gebruikgemaakt van een rijplaat. Indien deze ontbreekt, wordt de rolcontainer of de steekwagen achterstevoren over de drempel getrokken (eroverheen trekken). De leerling plaatst de goederen op de aangegeven plaats (artikelgroep). Supermarkten, modewinkels en bouwmarkten hebben de artikelen zo veel mogelijk in de winkel Pagina 12/45
liggen en hebben een relatief klein magazijn.
Deze werkzaamheden kunnen onderdeel uitmaken van het examen. Maar aangezien de meeste leveranciers al vroeg in de ochtend de goederen komen afleveren, zal dit in de praktijk weinig voorkomen. Wel kan de leerling opdracht krijgen om te demonstreren hoe hij/zij werkt met een rolcontainer, een handpallettruck of een steekwagen. Ook het gebruikmaken van een rijplaat kan onderdeel van het examen zijn. Observatieformulier Wie voert uit
Taken
Leerling
Leerling
Collega-
assisteert
verkoper
Chauffeur
Het voorbereiden van de ontvangst: zorgen voor ruimte in het magazijn en de juiste transportmiddelen klaarzetten Klaarzetten van de retourgoederen en emballage die teruggaan Bedienen van de laadklep Het kiezen van het hulpmiddel voor het transporteren Het lossen van de goederen Het transporteren van de goederen Het plaatsen van een rijplaat indien nodig Het bepalen van de plaats waar de goederen tijdelijk worden opgeslagen Begrippen die de leerling moet kennen: -
laadkar of magazijnwagen
-
steekwagen
-
rolcontainer
-
roll-in
-
dolly
-
pompwagen/handpallettruck
-
retourgoederen
-
emballage
Beoordeling Nee De leerling volgt de aanwijzingen van zijn/haar collega op De leerling meldt voorkomende problemen bij het uitvoeren van de opdracht De leerling meldt eventuele zichtbare schade aan zijn/haar collega De leerling werkt goed door en houdt daarbij de veiligheid in de gaten De leerling verplaatst de goederen op een correcte manier naar het magazijn
Pagina 13/45
Soms
Ja
3.1.1.2. Het controleren van de geleverde goederen Bij het leveren van goederen is de controle van belang. Van de leerling mag worden verwacht dat hij/zij zichtbare beschadigingen meldt. Zijn/haar collega is uiteindelijk verantwoordelijk voor de kwantitatieve controle. Allereerst controleert hij/zij of de leerling aan de hand van de orderbevestiging of de geleverde goederen met de bestelde goederen overeenkomen. Ook vergelijkt hij/zij de totaalprijs op de pakbon en/of de vrachtbrief met de totaalprijs op de factuur. De leverancier kan namelijk – per ongeluk – meer artikelen in rekening hebben gebracht dan hij feitelijk geleverd heeft. Als alles goed is gegaan bij het bestellen en leveren, dan verschillen de orderbevestiging, pakbon en vrachtbrief niet van elkaar: op de vrachtbrief staan de naam van de leverancier en het aantal colli. Na de kwantitatieve controle worden de goederen (tijdelijk) opgeslagen. Na de kwantitatieve controle volgt de kwalitatieve controle: -
zijn er beschadigingen;
-
zijn de artikelen nog geschikt voor de verkoop (THT-TGT);
-
is de verpakking dicht (levensmiddelen)?
Observatieformulier Wie voert uit
Taken
Leerling
Leerling
Collega-
assisteert
verkoper
De kwantitatieve controle aan de hand van de orderbevestiging, pakbon/vrachtbrief Sorteren van de binnengekomen goederen in artikelgroepen De kwalitatieve controle aan de hand van de pakbon: zijn de goederen niet beschadigd/bedorven? Is de verpakking dicht? De goederen worden (tijdelijk) opgeslagen: op de vloer, op een pallet, in een stelling, in een koel- of vriescel De leerling tilt het artikel op en verplaatst het artikel op de juiste wijze. Begrippen die de leerling moet kennen: -
voorraad
-
vrachtbrief/pakbon
-
derving
-
collo (een verpakkingseenheid, mv. ‘colli’)
Beoordeling Nee De leerling volgt de aanwijzingen van zijn/haar collega op De leerling meldt eventuele zichtbare schade aan zijn/haar collega De leerling werkt goed door en houdt daarbij de veiligheid in de gaten De leerling kent de symbolen op de verpakking voor breekbaar, boven- c.q. onderkant, het artikel mag niet nat worden Pagina 14/45
Soms
Ja
3.1.1.3. De goederen winkelklaar maken; ompakken, de goederen prijzen met een prijstang of ridderspoortang Per stageplaats kunnen er verschillen zijn in de mate waarin de leerling betrokken wordt bij het winkelklaar maken van de goederen. Het winkelklaar maken van kleding bestaat bijvoorbeeld uit het aanbrengen van een beveiliging, belabelen (prijzen) en kwaliteitscontrole. De goederen worden gecontroleerd op volledigheid en degelijkheid. Ompakken is de artikelen uit de grootverpakking halen (bijvoorbeeld een doos, een container, kist) en deze klaarmaken voor presentatie in de winkel. Ompakken moet op de juiste wijze gebeuren: hygiënisch, nauwgezet en veilig. In toenemende mate worden de artikelen door de leverancier geprijsd door middel van een streepjescode (ook wel ‘barcode’ of ‘EAN-code’ genoemd). Bij groente en fruit kom je de zogenaamde ‘PLU-code’ tegen. Als in een schap alle artikelen dezelfde prijs hebben, is er een schapkaart met de artikelnaam, de prijs en de streepjescode. Soms moet een artikel nog geprijsd worden. Daarvoor gebruik je de prijstang of de ridderspoortang. In de praktijk kan het voorkomen dat de leerling niet met een prijstang of ridderspoortang heeft gewerkt. Deze werkzaamheden maken dan geen deel uit van het onderdeel ‘winkel klaarmaken’. Het prijzen met een prijstang Er zijn verschillende typen prijstangen (bekende merken zijn Samark, Kendo, Blitz en Judo). De verschillen in prijstangen zitten hem vooral in het maximaal te benutten cijfers en regels. Een aantal prijstangen kunnen maximaal 1 regel en 6 cijfers beschrijven, andere prijstangen gaan tot 2 regels en 8 cijfers. Prijstangen werken met een inktrol die een lange levensduur heeft. Toch moeten inktrollen weleens vervangen worden. Dit zal waarschijnlijk niet de taak zijn van de leerling. Op YouTube staan demonstratievideo’s van de verschillende meest voorkomende typen prijstangen. Zoek op Google: Gebruiksaanwijzing Blitz prijstang; Price Gun, Sato Kendo 26, Loading the Labels; Loading Judo 26 Label Gun; Sato Samark 26/S26 Price Gun loading labels. (Alle video’s zijn in het Engels.) Het prijzen met een ridderspoortang Een ridderspoortang is een tang waarmee een prijskaartje (het kimball-kaartje) aan bijvoorbeeld een trui of broek gehangen kan worden; de tang schiet een nylonkoordje (tag) door de stof. Een ridderspoortang is dus een soort pistool waarmee je een nylonkoordje door textiel schiet. Het komt steeds meer voor dat de leverancier van kleding de kleding aanlevert met de kimballkaartjes er al aan. Omprijzen Het komt voor dat de prijs van een artikel wordt gewijzigd. Dat noem je omprijzen. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren als de THT-datum dreigt te verstrijken.
Pagina 15/45
Observatieformulier Taken
Wie voert uit Leerling
Leerling
Collega-
assisteert
verkoper
De artikelen worden uit de omverpakking gehaald: het ompakken; traypacken (een deel van de doos verwijderen), beugelen (kleding aan hangertjes) of per stuk ompakken De code en prijs van het artikel worden ingesteld op de prijstang De artikelen worden geprijsd met een prijstang; de prijs wordt niet op belangrijke informatie geplakt en is goed zichtbaar In voorkomende gevallen de inktrol van de prijstang vervangen De artikelen worden geprijsd met een ridderspoortang De artikelen worden beveiligd (beveiligingstag) De goederen worden gereedgemaakt om naar de winkel te vervoeren met behulp van een dolly, rolcontainer of een roll-in Begrippen die de leerling moet kennen: -
prijstang
-
ridderspoortang
-
traypacken
-
artikelgroep
-
schapkaart
-
omprijzen
-
beveiligingstag
-
streepjescode (barcode of EAN-code = Europese artikelnummering)
-
PLU-code (= Price Look Up bij groente en fruit)
Beoordeling Werken met een prijstang
Nee
Soms
Ja
Soms
Ja
De leerling bereidt het werk goed voor (rol in de prijstang plaatsen, code en prijs instellen) De leerling volgt de aanwijzingen van zijn/haar collega op De leerling prijst de goederen op een goede/zichtbare plaats. Er gaat geen artikelinformatie verloren De leerling werkt goed door met behoud van kwaliteit De leerling ruimt in voorkomende gevallen het verpakkingsmateriaal en het overige afval milieuvriendelijk op Werken met een ridderspoortang De leerling bereidt het werk goed voor (nylonkoord plaatsen, de artikelen klaarleggen die geprijsd moeten worden) De leerling volgt de aanwijzingen van zijn/haar collega op De leerling prijst de goederen op een goede/zichtbare plaats (lusje) De leerling werkt goed door met behoud van kwaliteit Pagina 16/45
De leerling ruimt in voorkomende gevallen het verpakkingsmateriaal en het overige afval milieuvriendelijk op
Nee
3.1.2 Voert werk uit bij het verzorgen en onderhouden van de artikelpresentatie, werkplek en werkomgeving 3.1.2.1. De artikelen worden in de winkel geplaatst: de artikelpresentatie In de methode Kiem wordt vanaf pagina 111 tot en met 128 aandacht geschonken aan het presenteren van artikelen. Van de examenleerling wordt niet verwacht dat hij/zij een presentatieplan ontwerpt c.q. bedenkt. De winkelmedewerker voert vooral opdrachten uit die zijn/haar collega hem/haar geeft. De volgende begrippen komen hier onder andere aan de orde: -
artikelpresentatie;
-
de horizontale presentatie;
-
de verticale presentatie;
-
een actieartikel;
-
een massadisplay (de artikelen uit de reclamefolder);
-
een classdisplay (onder andere een sfeerdisplay).
Dit maakt geen deel uit van het examen. De leerling moet aan de hand van een schappenplan de artikelen in de schappen kunnen zetten, in de bakken kunnen leggen of aan de rekken kunnen hangen.
Pagina 17/45
Observatieformulier Taken
Wie voert uit Leerling
Leerling
Collega-
assisteert
verkoper
De artikelen worden op een dolly of in een rolcontainer naar de plaats gebracht waar deze in de schappen gezet/aan de rekken gehangen/in de bakken gelegd moeten worden De artikelen die nog in het schap staan, in de bak liggen of aan het rek hangen, worden eruit gehaald als er sprake is van beperkte houdbaarheid. De leerling vult het schap/het rek/de bak volgens het FIFOsysteem De artikelen die nog in het schap staan, in de bak liggen of aan het rek hangen, worden eruit gehaald als het schap/het rek/de bak schoongemaakt moet worden De artikelen waarvan de houdbaarheidsdatum is verstreken, worden gescand en verwijderd De artikelen worden ‘gespiegeld’ als er weinig voorraad is. Daarbij wordt gecontroleerd of een artikel beschadigd is of in voorkomende gevallen over de houdbaarheidsdatum is. In een kledingzaak geldt het onderhouden van de artikelen (ordenen, opvouwen) De leerling ruimt in voorkomende gevallen het verpakkingsmateriaal en het overige afval milieuvriendelijk op. Begrippen die de leerling moet kennen: -
schappenplan (facing)
-
vakken vullen (artikelpresentatie aanvullen)
-
FIFO
-
THT
-
TGT
-
spiegelen
Beoordeling Werken met een schappenplan De leerling bereidt het werk goed voor (er is onder andere ruimte om artikelen tijdelijk op te slaan) De leerling hindert tijdens het werk de klant niet De leerling volgt de aanwijzingen van zijn/haar collega op De leerling plaatst de artikelen volgens het schappenplan in het schap De leerling werkt goed door met behoud van kwaliteit
Pagina 18/45
Nee
Soms
Ja
3.1.2.2. Het schoonhouden van winkel en winkelomgeving Het onderhouden van de winkel en winkelomgeving kan een taak zijn van de leerling (de leerling werkt volgens de door de SVS beschreven schoonmaakmethoden; zie ook ‘Schoonmaken in de groothuishouding’). Observatieformulier Wie voert uit
Taken
Leerling
Leerling
Collega-
assisteert
verkoper
Het onderhoud van de vloer: stofwissen/enkelvoudig moppen of tippend stofzuigen (traditioneel of met microvezelmaterialen) Het onderhouden van de glazen wanden van de vitrinekasten Het onderhouden van de etalageruiten en de entree Het verwijderen van zwerfafval rondom de winkel Het verzamelen van achtergelaten winkelwagentjes Begrippen die de leerling moet kennen: -
stofwisser
-
stofwisdoek/microvezeldoek
-
mop
-
trekker/wisser, spons, zeem
Beoordeling Onderhoud winkel en winkelomgeving De leerling bereidt het werk goed voor (kiest bijvoorbeeld de juiste materialen) De leerling voert het schoonmaakwerk correct uit De leerling controleert zijn/haar werk en herstelt eventuele fouten De leerling werkt goed door met behoud van kwaliteit De leerling verzamelt door klanten achtergelaten winkelwagentjes en gaat daarbij ergonomisch verantwoord te werk De leerling maakt onderscheid tussen plastic en papier/karton bij het verzamelen van zwerfafval
Pagina 19/45
Nee
Soms
Ja
3.2 Assisteert bij de verkoop en het verlenen van service 3.2.1 Contacten met de klant Van de leerling wordt verwacht dat hij/zij de klant vriendelijk benadert, vragen van de klant beantwoordt of de klant verwijst naar een collega. In de methode Kiem wordt vanaf pagina 222 tot en met 232 (deel 4b) informatie gegeven betreffende het assortiment. De volgende begrippen komen andere aan de orde: -
assortimentsgroep;
-
smal assortiment;
-
diep assortiment;
-
kernassortiment;
-
randassortiment;
-
assortimentenlijst;
-
standaardartikel;
-
randartikel;
-
aanvullend artikel;
-
prijsaanbieding;
-
concurrerend artikel;
-
impulsartikel.
Bovenstaande begrippen maken geen deel uit van het examen (evenals deel 4c dat elders al aan de orde is geweest). Observatieformulier Taken
Wie voert uit Leerling
Collegaverkoper
Het begroeten van een klant. In geval van semizelfbediening of bediening wordt gevraagd naar wat de klant wenst Een vraag van een klant, waar hij of zij een artikel kan vinden, beantwoorden, de klant naar de betreffende locatie brengen of de klant doorverwijzen naar een collega-verkoper Een vraag van een klant over een artikel juist beantwoorden of de klant doorverwijzen naar een collega-verkoper Beoordeling Nee De leerling staat de klant te woord; hij/zij spreekt duidelijk en kijkt daarbij de klant aan De leerling kan informatie van zijn/haar collega over een artikel op de juiste wijze doorgeven aan de klant De leerling heeft aandacht voor zijn/haar persoonlijke verzorging en houding De leerling meldt een vermoeden van een mogelijke winkeldiefstal aan zijn/haar collega
Pagina 20/45
soms
Ja
3.2.2 Assisteert verkopende collega’s Van de leerling wordt soms verwacht dat hij/zij zijn/haar collega’s assisteert bij de verkoop en dan met name bij het inpakken van gekochte artikelen. Het artikel wordt verpakt: -
omdat het breekbaar is;
-
omdat het een geschenk is;
-
omdat het zo gemakkelijker te vervoeren is (in een plastic tasje).
Het inpakken van artikelen is in principe geen onderdeel van het examen deel 2, tenzij de leerling deze activiteit op zijn/haar stage naar behoren heeft uitgevoerd en het een relevante taak is die zijn/haar kans op een baan vergroot. In de praktijk komt het voor dat de leerling klanten bedient vanachter de toonbank. In overleg met de school kan dit onderdeel zijn van het examen in geval het een relevante taak is op het niveau van winkelmedewerker voor het werken in de winkel. 3.2.3 Werken achter de kassa Ofschoon het werken achter de kassa geen onderdeel uitmaakt van het standaardprogramma kan het in de praktijk voorkomen dat de leerling dit werk naar behoren doet. In dat geval wordt het werken achter de kassa in het examenprogramma opgenomen (onderdeel 2 van het examen).
Pagina 21/45
4 HET PROEFEXAMEN Het proefexamen wordt afgenomen bij de kandidaten voor het examen ‘Aankomend Winkelmedewerker’. Alle onderdelen worden door de stagedocent of de werkvloerbegeleider afgenomen. De gegevens zijn op de dag van het examen door de examinator van het SVA Examenbureau in te zien. Tijdens het examen wordt de leerling door de examinator beoordeeld op de algemene praktische vaardigheden. -
Veilig werken. In de vakliteratuur wordt onder ‘veilig werken’ voornamelijk het voorkomen van agressie en diefstal c.q. een overval verstaan. Hier hebben wij het over het voorkomen van lichamelijk letsel;
-
Ergonomisch verantwoord werken. Belangrijk is dat de leerling zodanig werkt dat er na verloop van tijd geen lichamelijke klachten ontstaan;
-
Tempo. De productiviteit van de leerling is een belangrijk aspect voor de leerling om een baan in de detailhandel te krijgen;
-
Presentatie: de winkelmedewerker is het ‘visitekaartje’ van de winkel;
-
Contact met collega’s: de leerling heeft een constructieve relatie met zijn/haar collega’s;
-
Contact met klanten: de leerling hindert klanten niet en is behulpzaam.
Zoals in hoofdstuk 2 is beschreven bestaat het examen, naast de beoordeling van de algemene praktische vaardigheden, uit een beoordeling van specifieke praktische vaardigheden die uit twee delen bestaat: Deel 1: hier wordt het verzorgen en onderhouden van de artikelpresentatie geëxamineerd. Deel 2: hier voert de leerling twee tot drie opdrachten uit. Tijdens of na voltooiing van de opdrachten worden er enkele kennisvragen gesteld. Er wordt ‘ja’ gescoord als de leerling aan de omschrijving beantwoordt. Er wordt ‘herstelt fout’ gescoord wanneer de leerling na een vraag of opmerking van de examinator alsnog het werk naar behoren uitvoert.
Pagina 22/45
4.1 Beoordelingslijst algemene praktische vaardigheden
1
Voldoende
Goed
1
2
1
2
1
2
Bij laag werk neemt de leerling de knielstand aan
1
2
Bij het optillen houdt de leerling de last zo dicht mogelijk
1
2
1
2
1
2
De leerling kleedt zich representatief (bedrijfskleding)
1
2
De leerling ziet er verzorgd uit (haar, nagels)
1
2
1
2
1
2
1
2
De leerling begroet de klant in voorkomende gevallen
1
2
De leerling hindert de klant niet tijdens het uitvoeren van
1
2
1
2
Veilig werken Bij het ingaan en verlaten van het magazijn is de leerling alert op collega’s/klanten Bij het verplaatsen van goederen in de winkel is de leerling alert op klanten
2
Ergonomisch verantwoord werken De leerling duwt de rolcontainer/dolly tenzij de rolcontainer/dolly te hoog beladen is en het zicht beperkt is
tegen zich aan 3
Tempo De werkzaamheden worden binnen de gestelde tijd uitgevoerd Het werktempo wordt aangepast aan de noodzaak om nauwkeurig te werken
4
5
Presentatie
Contact met collega’s De leerling luistert goed naar de instructie van zijn/haar collega De leerling stelt vragen als hij/zij een opdracht niet begrijpt of hulp nodig heeft De leerling beantwoordt vragen van een collega
6
Contact met klanten
zijn/haar werk De leerling heeft aandacht voor de klant en beantwoordt een vraag van de klant of betrekt een collega erbij als hij/zij de vraag niet heeft verstaan/begrepen of niet kan beantwoorden Eindbeoordeling
Pagina 23/45
Voldoende
> 15
Goed
> 25
4.2 Beoordelingslijsten specifieke praktische vaardigheden Naam leerling: ………………………………………………………………….. 4.2.1. De leerling voert werk uit bij het verzorgen en onderhouden
Herstelt
Dat is het
van de artikelpresentatie
fout
geval
De leerling haalt de artikelen uit het magazijn en gebruikt daarvoor het
5
5
5
10
De leerling hindert tijdens het werk de klant niet
5
10
De leerling volgt de aanwijzingen van zijn/haar collega op
5
5
De leerling maakt indien nodig het schap schoon
5
5
De leerling plaatst de artikelen volgens het schappenplan in het schap
5
20
De leerling plaatst de artikelen op de juiste wijze in het vak (rechtop,
5
20
5
10
5
10
5
5
Vragen
Deels
Ja
Je hebt voor het verplaatsen van de artikelen vanuit het magazijn een
2
5
2
5
Wat noem je ‘spiegelen’ en wanneer pas je dit toe?
2
5
Wat doe jij als de klant iets wil weten over een artikel en jij weet het
2
5
2
5
2
5
Kun jij mij vertellen wat een schappenplan is?
2
5
Wat is spiegelen?
2
5
Wat betekenen de afkortingen FIFO, THT en TGT?
2
5
meest geschikte vervoershulpmiddel De leerling bereidt het werk goed voor (er is onder andere ruimte om de artikelen die nog niet in het schap staan tijdelijk op te slaan)
artikelnaam zichtbaar) De leerling plaatst, indien van toepassing, de artikelen volgens het FIFO-systeem in het schap De leerling werkt goed door met behoud van kwaliteit. Hij/zij controleert het resultaat De leerling ruimt het verpakkingsmateriaal en het overige afval milieuvriendelijk op. Ook de gebruikte materialen worden opgeruimd
hulpmiddel gebruikt. Wat is de naam van dit hulpmiddel? Kun jij de namen noemen van andere hulpmiddelen om artikelen te verplaatsen?
antwoord niet? Je bent bezig en je merkt dat een klant een artikel uit het schap waar jij net werkt wil pakken? Wat doe je? Als een klant een klacht heeft en jou daarover aanspreekt: wat doe je in zo’n geval?
Activiteit: ……. punten Vragen: …… punten De leerling kan maximaal 100 punten halen voor de activiteit en 45 punten voor het beantwoorden van de vragen. Niet in elk examen zullen alle beoordelingspunten aan bod komen, zoals ‘de klant niet hinderen’ of ‘aanwijzingen van collega opvolgen’. In dat geval wordt gescoord met ‘ja’.
Pagina 24/45
4.3 Beoordeling examenonderdeel 4.2.1. Voldoende
Goed
Zeer goed
Activiteit
> 69
> 79
100
Vragen
> 29
> 34
45
De score bij ‘de activiteit’ is bepalend voor het al dan niet slagen voor het examen. Een score lager dan 70 betekent dat de leerling niet geslaagd is. Er is overleg tussen werkvloerbegeleider, stagebegeleider en examinator als de score duidelijk afwijkt van de resultaten van het proefexamen en tussentijdse beoordelingen. De mening van de examinator is doorslaggevend.
Pagina 25/45
Naam leerling: ………………………………………………………………….. 4.2.2. De leerling verplaatst binnengekomen artikelen op de juiste
Herstelt
Dat is het
manier
fout
geval
De leerling duwt de rolcontainer met de zwenkwieltjes in looprichting
5
20
De leerling kan met de rolcontainer een drempel nemen zonder een
5
10
5
10
5
20
5
10
Vragen
Deels
Ja
Het is voor je lichaam het beste dat je een rolcontainer duwt en niet
2
5
2
5
2
5
De leerling verplaatst goederen met een rolcontainer
rijplaat te gebruiken De leerling verplaatst goederen met een handpallettruck/pompwagen De leerling verplaatst een pallet met artikelen naar een door de examinator aangegeven plaats De leerling verplaatst goederen met een steekwagen De leerling stapelt de dozen/kisten op de steekwagen. Hij/zij tilt de dozen op de juiste wijze op De leerling verplaatst de dozen naar een door de examinator aangegeven plaats waarbij hij/zij een drempel moet nemen (zonder rijplaat)
trekt. Als de rolcontainer te hoog beladen is, kan dat in de winkel een probleem geven. Weet jij wat dat probleem is? En hoe los je dat op? Als de artikelen worden aangeleverd in rolcontainers, kun jij mij dan vertellen hoe het lossen in zijn werk gaat? Als de artikelen gestapeld op pallets worden aangeleverd, kun jij mij dan vertellen hoe het lossen in zijn werk gaat? Activiteit: ……. punten Vragen: …… punten Beoordeling examenonderdeel 4.2.2.
Pagina 26/45
Voldoende
Goed
Zeer goed
Activiteit
> 49
> 59
70
Vragen
>7
> 11
15
Naam leerling: ………………………………………………………………….. 4.2.3. De leerling controleert binnengekomen artikelen aan de
Herstelt
Dat is het
hand van een pakbon, vrachtbrief en bestellijst
fout
geval
De leerling controleert de pakbon en gaat na of de artikelen die op de
5
20
De leerling signaleert eventuele beschadigingen/een verstreken THT
5
10
De leerling noteert de bevindingen om verslag te kunnen doen aan
5
10
Vragen
Deels
Ja
Kun jij mij vertellen wat een pakbon is?
2
5
Hier heb je een vrachtbrief. Kun jij mij vertellen wie de leverancier is?
2
5
Wie heeft de goederen besteld?
2
5
Uit hoeveel colli bestaat de levering?
2
5
pakbon vermeld staan, ook daadwerkelijk geleverd zijn. De leerling signaleert de ‘aangebrachte’ verschillen
zijn/haar collega
Beoordeling examenonderdeel 4.2.3. Voldoende
Goed
Zeer goed
Activiteit
> 29
> 34
40
Vragen
> 12
> 16
20
Activiteit: ……. punten Vragen: …… punten
Pagina 27/45
Naam leerling: ………………………………………………………………….. 4.2.4. De leerling sorteert en ruimt ingeleverde lege flessen op
Herstelt
Dat is het
fout
geval
5
20
5
10
Vragen
Deels
Ja
Kun jij mij vertellen waarom de klant deze flessen heeft ingeleverd?
2
5
Deze lege flessen worden ook wel aangeduid met het woord
2
5
2
5
De leerling sorteert de lege flessen en plaatst deze in de bijpassende krat De leerling stapelt de kratten op een aangegeven plaats in het magazijn op: hij/zij tilt en draagt de kratten op de juiste manier en stapelt niet hoger dan 1.50 meter
‘emballage’. Kun jij mij de betekenis van dit woord benoemen? Kun jij nog andere vormen van emballage noemen in deze winkel? Beoordeling examenonderdeel 4.2.4. Voldoende
Goed
Zeer goed
Activiteit
> 14
> 24
30
Vragen
>9
> 11
15
Activiteit: ……. punten Vragen: …… punten
Pagina 28/45
Naam leerling: ………………………………………………………………….. 4.2.5a. De leerling reinigt de winkelvloer met een stofwisser
Herstelt
Dat is het
(traditioneel)
fout
geval
De leerling verzamelt de materialen die hij/zij nodig heeft voor het
5
10
5
10
5
10
5
20
5
10
5
10
5
10
Met veger en blik veegt hij/zij de stofwisdoek op
5
10
De leerling ruimt de gebruikte materialen op
5
10
Vragen
Deels
Ja
Waar worden de stofwisdoeken bewaard?
2
5
Wat moet je niet vergeten met de zak met stofwisdoeken te doen?
2
5
Waarom is het belangrijk de steel van de stofwisser op de juiste hoogte
2
5
stofwissen van de vloer De leerling spreidt een stofwisdoek uit op de vloer en neemt de knielstand aan met de steel van de stofwisser in de hals De leerling maakt met beide duimen de stofwisdoek vast aan de zool van de stofwisser De leerling controleert of de steel op de juiste hoogte staat en corrigeert deze zo nodig De leerling loopt langs de schappen, heen en terug (hij/zij ‘zet het vak’); hij/zij loopt naast de wisser De leerling loopt in banen door het middenvlak tot het middenvlak geheel is gewist De leerling neemt de knielstand aan en maakt de stofwisdoek los van de zool
te hebben? Beoordeling examenonderdeel 4.2.5a. Voldoende
Goed
Zeer goed
Activiteit
> 69
> 79
100
Vragen
>9
> 11
15
Activiteit: ……. punten Vragen: …… punten
Pagina 29/45
Naam leerling: ………………………………………………………………….. 4.2.5b. De leerling reinigt de winkelvloer met een stofwisser
Herstelt
Dat is het
(microvezel)
fout
geval
De leerling verzamelt de materialen die hij/zij nodig heeft voor het
5
10
5
10
5
20
5
10
5
10
5
10
5
10
De leerling ruimt de gebruikte materialen op
5
10
Vragen
Deels
Ja
Als je voordat je gaat droogmoppen op de vloer een natte plek ziet, wat
2
5
stofwissen van de vloer De leerling legt de droogmop op de vloer en plaatst de zool/wingvoet op de droogmop De leerling controleert of de steel op de juiste hoogte staat en corrigeert deze zo nodig De leerling loopt langs de schappen, heen en terug (hij/zij ‘zet het vak’); hij/zij loopt naast de wisser De leerling loopt in banen door het middenvlak tot het middenvlak geheel is gewist De leerling verwijdert de droogmop met beide voeten en plaatst de zool dwars op de droogmop De leerling plaatst de zool/wingvoet dwars op de droogmop en tilt de zool/wingvoet omhoog en haalt de droogmop van de zool/wingvoet
doe je dan? Hoe haal je deze natte plek weg?
2
5
Waarom is het belangrijk de steel van de stofwisser op de juiste hoogte
2
5
te hebben? Beoordeling examenonderdeel 4.2.5b. Voldoende
Goed
Zeer goed
Activiteit
> 69
> 74
90
Vragen
>9
> 11
15
Activiteit: ……. punten Vragen: …… punten
Pagina 30/45
Naam leerling: ………………………………………………………………….. 4.2.5c. De leerling reinigt de winkelvloer met een stofzuiger
Herstelt
Dat is het
fout
geval
5
10
5
10
De leerling controleert of de vloer goed gezogen is
5
10
De leerling ruimt de gebruikte materialen op
5
10
Vragen
Deels
Ja
Waarom controleer je voordat je gaat stofzuigen het snoer?
2
5
Wat is de beste tijd om de vloer te stofzuigen?
2
5
Weet jij wat tippend stofzuigen is?
2
5
De leerling controleert de stofzuiger vóór het gebruik: hij/zij controleert of het snoer geen breuken vertoont De leerling gaat de vloer tippend stofzuigen of gaat geheel afhankelijk van de opdracht stofzuigen
Beoordeling examenonderdeel 4.2.5c. Voldoende
Goed
Zeer goed
Activiteit
> 29
> 34
40
Vragen
> 90
> 11
15
Activiteit: ……. punten Vragen: …… punten
Pagina 31/45
Naam leerling: ………………………………………………………………….. 4.2.6. De leerling reinigt de winkelruit c.q. vitrinekast De leerling bereidt de taak voor: hij/zij vult de emmer met handwarm
Herstelt
Dat is het
fout
geval
5
10
water en voegt daarna het juiste reinigingsmiddel toe De leerling verzamelt het benodigde materiaal: trekker, spons en zeem
5
10
De leerling maakt met de spons het glas vochtig; trekt overlappende
5
10
De leerling spoelt de spons uit en neemt de omlijsting af
5
10
De leerling neemt de wisser en werkt volgens de doorwismethode, de
5
10
De leerling maakt vloeiende bewegingen en er is overlap
5
10
De leerling controleert zijn/haar werk en ruimt zijn/haar materialen op
5
10
Vragen
Deels
Ja
Waarom doe je eerst het water in de emmer en daarna pas het
2
5
Wanneer gebruik je bij voorkeur de verticale wismethode?
2
5
Wanneer gebruik je bij voorkeur de horizontale wismethode?
2
5
banen van boven naar beneden
horizontale wismethode of de verticale wismethode
reinigingsmiddel?
Beoordeling examenonderdeel 4.2.6. Voldoende
Goed
Zeer goed
Activiteit
> 49
> 59
70
Vragen
>7
> 11
15
Activiteit: ……. punten Vragen: …… punten
Pagina 32/45
Naam leerling: ………………………………………………………………….. 4.2.7. De leerling kan de betekenis van logo’s/pictogrammen benoemen die in de winkel voorkomen op de verpakking of op de artikelen Vragen
Deels
Ja
De leerling kan de betekenis van de logo’s benoemen:
5
10
5
10
5
10
-
het artikel is breekbaar
-
deze doos moet op een en dezelfde manier worden neergezet
-
deze doos mag niet nat worden
-
deze dozen niet stapelen
-
deze doos voorzichtig behandelen
De leerling kan de betekenis van de pictogrammen benoemen: -
verboden te roken
-
geen vuur
-
bij onheil is dit de richting om te ontkomen aan het gevaar
De leerling kan de betekenis van de pictogrammen op kleding benoemen: -
met betrekking tot het wassen
-
met betrekking tot het drogen
-
met betrekking tot het strijken
Beoordeling examenonderdeel 4.2.7.
Vragen
Voldoende
Goed
Zeer goed
> 13
> 19
30
Activiteit: ……. punten Vragen: …… punten
Pagina 33/45
Pagina 34/45
De zoolplaat temperatuur mag niet meer dan 110 °C bedragen. Door stoomstrijken kan onherstelbare schade optreden De zoolplaat temperatuur mag niet meer dan 150 °C bedragen
De zoolplaat temperatuur mag niet meer dan 200 °C bedragen
Drogen mogelijk op normale temperatuur en met een normale droogcyclus
Drogen in droogtrommel mogelijk op lage temperatuur met een korte droogcyclus
Niet drogen in een droogtrommel
De wastobbe geeft aan dat het product huishoudelijk gewassen kan worden en slaat op zowel hand- als machinewas De getallen in de tobbe geven de maximale wastemperatuur in Celsius aan, welke niet mogen worden overschreden De lijn onder de waskuip doelt op een gematigde cyclus
Een handsymbool in de wastobbe betekent dat enkel handwas of een speciaal machinaal handwasprogramma mogelijk is
Een diagonaal kruis (St. Andreas kruis) over een pictogram betekent dat de voorgestelde behandeling niet gebruikt mag worden
Pagina 35/45
Naam leerling: ………………………………………………………………….. 4.2.8. De leerling werkt achter de kassa Vragen
Deels
Ja
De leerling tikt zijn/haar code in op de kassa (indien van toepassing)
5
10
De leerling begroet de klant
5
10
De leerling scant de artikelen
5
10
De leerling tikt de PLU-code in bij AGF en tikt op enter
5
10
De leerling geeft de klant op verzoek een plastic tasje waarvoor de
5
10
De leerling meldt aan de klant wat het totaalbedrag is
5
10
De leerling toetst in dat de klant wil pinnen
5
10
De leerling neemt, indien de klant cash betaalt, het geld in ontvangst
5
20
De leerling informeert bij een collega als er vragen zijn
5
20
De leerling geeft de kassabon aan de klant
5
10
De leerling informeert bij de klant of die interesse heeft in een
5
10
5
10
5
10
5
10
Wat doe je als de klant met een eurobiljet van € 200,-- wil betalen?
5
10
Wat doe je als op een artikel de streepjescode ontbreekt?
5
10
Wat doe je als je merkt dat de houdbaarheidsdatum van een product is
5
10
klant betaalt
en geeft het ‘te veel’ ontvangen bedrag terug door terug te tellen
eventuele bonuskaart, actiepunten De leerling wenst de klant een goede dag/goed weekend Vragen Wat doe je als je merkt dat de klant niet alle artikelen uit het winkelwagentje heeft genomen om te worden gescand? Wat doe je als de klant een vraag heeft over een gekocht product en jij het antwoord niet weet?
verstreken? Beoordeling examenonderdeel 4.2.8. Voldoende
Goed
Zeer goed
Activiteit
> 119
> 124
140
Vragen
> 39
> 44
50
Activiteit: ……. punten Vragen: …… punten
Pagina 36/45
Eindbeoordeling van de leerling op grond van het (de) proefexamen(s) Voldoende
Goed
Zeer goed
1
De leerling voert werk uit bij het verzorgen en onderhouden van de artikelpresentatie
Activiteit Vragen 2
De leerling verplaatst binnengekomen artikelen op de juiste manier
Activiteit Vragen 3
De leerling controleert binnengekomen artikelen aan de hand van een pakbon, vrachtbrief en bestellijst
Activiteit Vragen 4
De leerling sorteert en ruimt ingeleverde lege flessen op
Activiteit Vragen 5a
De leerling reinigt de winkelvloer met een stofwisser (traditioneel)
Activiteit Vragen 5b
De leerling reinigt de winkelvloer met een stofwisser (traditioneel)
Activiteit Vragen 5c
De leerling reinigt de winkelvloer met een stofzuiger
Activiteit Vragen 6
De leerling reinigt de winkelruit c.q. vitrinekast
Activiteit Vragen 7
De leerling kent de betekenis van voorkomende logo’s/pictogrammen
Activiteit Vragen 8
De leerling werkt achter de kassa
Activiteit Vragen Deze eindbeoordeling is tijdens het examen door de examinator in te zien.
Pagina 37/45
5 BIJLAGEN 5.1 Bijlage 1 Beoordelingsformulier stagebedrijf (ontleend aan een beoordelingsformulier van Supercoop te Arnhem) Naam leerling: ________________________
Datum: _________________
Afdeling: _____________________ Begeleider: ________________________ Vaardigheden
M
V
G
N.V.T.
Algemeen
M
V
G
N.V.T.
Inzet Uitstraling op de afdeling/winkelvloer Houding naar klanten/collega’s Houden aan pauzetijd (15 minuten) Dragen werkkleding Werktempo Doorzettingsvermogen Zelfstandigheid Inzicht/initiatief Nauwkeurigheid Opmerkingen
Pagina 38/45
5.2 Bijlage 2 Overzichtsformulier van de werkzaamheden die een gecertificeerd aankomend winkelmedewerker geacht wordt te kunnen uitvoeren, al dan niet met ondersteuning van een collega-verkoper 1
De leerling voert werk uit bij de ontvangst en opslag van goederen en/of producten (hij/zij)
Geef aan of dit werk wel of niet door de leerling gedaan wordt
Ja
Nee
Het voorbereiden van de ontvangst: zorgen voor ruimte in het magazijn en de juiste transportmiddelen klaarzetten Het klaarzetten van de retourgoederen en de emballage die teruggaat Het bedienen van de laadklep Het kiezen van het hulpmiddel voor het transporteren Het lossen van de goederen Het transporteren van de goederen naar het magazijn Het plaatsen van een rijplaat indien nodig Het bepalen van de plaats waar de goederen tijdelijk worden opgeslagen Beschrijf hier de werkzaamheden van de leerling die hierboven niet beschreven staan
De kwantitatieve controle aan de hand van de orderbevestiging, pakbon/vrachtbrief Het indelen van de binnengekomen goederen in artikelgroepen De kwalitatieve controle aan de hand van de pakbon: zijn de goederen niet beschadigd/bedorven? Is de verpakking dicht? De goederen worden (tijdelijk) opgeslagen: op de vloer, op een pallet, in een stelling, in een koel- of vriescel De leerling tilt het artikel op en verplaatst het artikel op de juiste manier De tekens op de verpakking zijn bekend: breekbaar, boven/onder, artikelen mogen niet nat worden Beschrijf hier de werkzaamheden van de leerling die hierboven niet beschreven staan
De artikelen worden uit de omverpakking gehaald: het ompakken; traypacken (een deel van de doos verwijderen), beugelen (kleding aan hangertjes) of per stuk ompakken De code en prijs van het artikel worden ingesteld op de prijstang De artikelen worden geprijsd met een prijstang; de prijs wordt niet op belangrijke informatie geplakt en is goed zichtbaar In voorkomende gevallen de inktrol van de prijstang vervangen De artikelen worden geprijsd met een ridderspoortang De artikelen worden beveiligd (beveiligingstag) De goederen worden gereedgemaakt om naar de winkel te vervoeren met behulp van een dolly, rolcontainer of een roll-in Beschrijf hier de werkzaamheden van de leerling die hierboven niet beschreven staan
Pagina 39/45
2
De leerling voert werk uit bij het verzorgen en onderhouden van de artikelpresentatie, werkplek en werkomgeving
Geef aan of dit werk wel of niet door de leerling gedaan wordt
Ja
Nee
De artikelen worden op een dolly of in een rolcontainer naar de plaats gebracht waar deze in de schappen gezet/aan de rekken gehangen/in de bakken gelegd moeten worden De artikelen die nog in het schap staan, in de bak liggen of aan het rek hangen, worden eruit gehaald als er sprake is van beperkte houdbaarheid. De leerling vult het schap/het rek/de bak volgens het FIFO-systeem De artikelen die nog in het schap staan, in de bak liggen of aan het rek hangen, worden eruit gehaald als het schap/het rek/de bak schoongemaakt moet worden De artikelen waarvan de houdbaarheidsdatum is verstreken, worden gescand en verwijderd De artikelen worden ‘gespiegeld’ als er weinig voorraad is. Daarbij wordt gecontroleerd of een artikel beschadigd is of in voorkomende gevallen over de houdbaarheidsdatum is. In een kledingzaak geldt het onderhouden van de artikelen (ordenen, opvouwen) Bij het plaatsen van de artikelen ondervindt de klant geen hinder. Afval wordt direct opgeruimd Beschrijf hier de werkzaamheden van de leerling die hierboven niet beschreven staan
Het onderhoud van de vloer: stofwissen/enkelvoudig moppen of tippend stofzuigen (traditioneel of met microvezelmaterialen) Het onderhouden van de glazen wanden van de vitrinekasten Het onderhouden van de etalageruiten en de entree Het verwijderen van zwerfafval rondom de winkel Het verzamelen van achtergelaten winkelwagentjes Beschrijf hier de werkzaamheden van de leerling die hierboven niet beschreven staan
3
Contacten met de klant
Geef aan of dit werk wel of niet door de leerling gedaan wordt Het begroeten van een klant. In geval van semizelfbediening of bediening wordt gevraagd naar wat de klant wenst Een vraag van een klant, waar hij of zij een artikel kan vinden, beantwoorden, de klant naar de betreffende locatie brengen of de klant doorverwijzen naar een collega-verkoper Een vraag van een klant over een artikel juist beantwoorden of de klant doorverwijzen naar een collega-verkoper Het artikel wordt verpakt: Pagina 40/45
-
het artikel is breekbaar
-
het is een geschenk
-
om het artikel gemakkelijker te vervoeren
Ja
Nee
Beschrijf hier de werkzaamheden van de leerling die hierboven niet beschreven staan
Welke andere werkzaamheden verricht de leerling nog die hierboven niet beschreven staan? Bijvoorbeeld: Het voeren van een verkoopgesprek
Het werken achter de kassa
Klanten helpen vanachter de toonbank
Pagina 41/45
5.3 Bijlage 3 Examenreglement Het examenreglement is ook opgenomen in de algemene informatie over SVA-programma’s en -examinering (versie maart 2014). 1
SVA-certificaat
Kandidaten die het examen met goed gevolg hebben afgelegd, ontvangen formeel van het SVA Examenbureau een SVA-certificaat. Een SVA-certificaat heeft betrekking op werknemersvaardigheden in een specifieke branche van de arbeidsmarkt. SVA-certificaten zijn ontwikkeld met het betreffende kenniscentrum/de brancheorganisatie. 2
Examenlocatie
De examenlocatie is ingericht conform de richtlijnen zoals vermeld in het draaiboek. Indien de examenlocatie niet voldoet aan de omschreven richtlijnen beslist de examinator dat het examen niet kan worden uitgevoerd of dat de examenlocatie alsnog binnen de beperkte tijd in gereedheid moet worden gebracht, waarna het examen alsnog kan plaatsvinden. 3
Examen
Het examen dient minimaal acht weken voor de gewenste examendatum bij het SVA Examenbureau te worden aangevraagd. De school is verantwoordelijk voor het correct aanleveren van de gegevens van de kandidaten: achternaam en roepnaam (of naam/namen volgens geboortecertificaat), geboortedatum en plaats. Deze gegevens van de leerling worden uiterlijk zes weken vóór de afgesproken examendatum digitaal aangeleverd. Bij wijziging van een certificaat door foutief aangeleverde gegevens wordt € 25,-- in rekening gebracht. Bij annulering van een examen wordt € 150,-- in rekening gebracht. Het verzetten van een reeds aangevraagd en/of gepland examen is mogelijk tot zes weken vóór de oorspronkelijk geplande examendatum. De kosten hiervoor zijn € 50,--. Voor het examen ontvangt de school een oproep van het SVA Examenbureau. De school is verantwoordelijk voor het informeren van de kandidaten en de ouders over: -
tijdstip aanvang examen;
-
examenlocatie en tijdstip waarop jongere op school/locatie aanwezig dient te zijn;
-
gebruik van werkkleding, handschoenen en veiligheidsschoenen;
-
verloop van het examen;
-
uitreiking certificaten.
De leerling komt éénmaal in aanmerking voor het maken van het examen. Kandidaten die te laat komen, moeten het examen binnen de resterende tijd uitvoeren. Indien de leerling afwezig is, is de leerling niet geslaagd. Als de leerling een geldige reden voor zijn/haar verzuim heeft, overlegt hij/zij een verklaring aan de school. De school beoordeelt deze verklaring en legt deze voor aan het SVA Examenbureau, voorzien van een motivatie van de school of de afwezigheid van de leerling al dan niet geldig was. Voor kandidaten die een geldige reden voor het verzuim hadden, komt de eerstvolgende examengelegenheid in de plaats van de verzuimde examengelegenheid. Voor kandidaten die geen geldige reden hadden, vervalt de herkansingsmogelijkheid. De school kan deze kandidaten tegen betaling voor een volgend examen aanmelden.
Pagina 42/45
4
Voorwaarden deelname examen
Als voorbereiding op het examen door het SVA Examenbureau neemt de school zelf bij alle kandidaten een proefexamen af. Het proefexamen dient recent te zijn afgenomen (maximaal drie maanden voor het examen) en de resultaten van alle onderdelen dienen ‘voldoende’ of ‘goed’ te zijn beoordeeld. De resultaten en data van de afnamen worden door de school per leerling vermeld op een verzamelstaat. Deze verzamelstaat dient bij het examen voor de examinator beschikbaar te zijn. Indien deze gegevens ontbreken of onvolledig zijn, beslist de examinator of het examen al dan niet kan plaatsvinden. Om in aanmerking te komen voor een SVA2-examen is stage een verplicht onderdeel. De stage wordt met een stagebeoordeling afgesloten. De stagebeoordeling dient met ‘voldoende’ of ‘goed’ te zijn beoordeeld door de stagebieder/werkgever. Bij het examen is de stagebeoordeling door de examinator van het SVA Examenbureau in te zien. Indien deze gegevens ontbreken of onvolledig zijn, beslist de examinator of het examen al dan niet kan plaatsvinden. 5
Afnemen van examen
Het SVA Examenbureau bepaalt vooraf willekeurig welke praktijkonderdelen bij elke leerling worden geëxamineerd. De docent neemt het examen af bij de leerling. De examinator ziet erop toe dat dit volgens de richtlijnen gebeurt zoals beschreven in het draaiboek. De examinator bewaakt de tijd en geeft aan wanneer een tijdslimiet is overschreden en er gestopt moet worden met het desbetreffende onderdeel. Niet beantwoorde vragen of werkzaamheden die niet zijn afgerond binnen de gestelde tijd worden door de examinator als ‘onvoldoende’ gekenmerkt. De examinator bepaalt of er sprake is van een tijdsoverschrijding waaraan de leerling niet debet is (bijvoorbeeld storingen van buitenaf; de docent start later dan gepland met het examen). Na elk examen bespreekt de examinator het examen met de docent. De examinator maakt in principe ter plekke de uitslag van het examen bekend bij de leerling. 6
Inzagerecht
De eindbeoordeling van het examen wordt door het SVA Examenbureau 1 jaar bewaard. Deze termijn gaat in na de einduitslag van het desbetreffende certificaat (examendatum). Gedurende deze periode hebben belanghebbenden die in beroep zijn gegaan recht op inzage en heeft de leerling recht op bespreking van de eindbeoordeling en de motivering die hieraan ten grondslag ligt. Na afloop van deze periode worden de materialen vernietigd. 7
Beroepsprocedure
Een leerling kan bezwaar aantekenen tegen maatregelen en beslissingen die betrekking hebben op het examen door in beroep te gaan en dit schriftelijk kenbaar te maken bij het SVA Examenbureau. Het beroepsschrift dient binnen drie weken nadat de bestreden beslissing aan de leerling ter kennis is gesteld bij het SVA Examenbureau te worden ingediend. Het beroepsschrift moet door de leerling zijn ondertekend en bevat ten minste: -
dagtekening;
-
naam en adres van de leerling;
-
de gronden van het beroep/bezwaar (omschrijving).
Het beroepsschrift wordt voorgelegd aan een beroepscommissie bestaande uit een vertegenwoordiger van de school/het instituut, een vertegenwoordiger van de betreffende brancheorganisatie/het kenniscentrum en een vertegenwoordiger van het SVA Examenbureau. De uitspraak van deze beroepscommissie is bindend.
Pagina 43/45
8
Fraudebepaling
Eenieder die betrokken is bij het examen en vermoedt dat er sprake is van fraude is verplicht dit te melden bij het SVA Examenbureau. Het SVA Examenbureau kan maatregelen treffen tegen kandidaten die ten aanzien van het examen onregelmatigheden plegen. Voordat de maatregel wordt opgelegd, wordt de leerling gehoord. Het is ter beoordeling van het SVA Examenbureau om gedragingen, handelingen en dergelijke aan te merken als onregelmatigheid. Alle partijen worden van de maatregel die het SVA Examenbureau neemt schriftelijk in kennis gesteld. De maatregelen kunnen zijn:
Pagina 44/45
-
het ongeldig verklaren van de uitslag van het desbetreffende examen;
-
het uitsluiten van (verdere) deelname aan SVA-examens.
5.4 Bijlage 4 Entreeopleiding ‘Assistent verkoop/retail’ De opleiding ‘Winkelmedewerker’ is gebaseerd op het entreeopleidingsniveau van het mbo ‘Assistent verkoop/retail’, ook genoemd ‘Aankomend verkoopmedewerker’ of ‘Entree detailhandel’ (voorheen mbo niveau 1 ). Belangrijk is te constateren dat de beschrijving van de inhoud van deze opleiding per ROC kan verschillen. Wij geven hier enkele voorbeelden. Assistent verkoop/retail Hoe ziet je werk eruit? Je werkt als assistent in een winkel en in het magazijn. Je helpt bij de ontvangst en opslag van goederen. Je controleert de goederen en telt de aantallen zoals op de pakbon staan vermeld. Je meldt afwijkingen en schade aan goederen aan je leidinggevende of een ervaren collega. Je zorgt ervoor dat de werkplek er netjes uitziet, dit wil zeggen het magazijn, de winkel en de ruimte eromheen (bijvoorbeeld de etalage, de ramen, de koffieruimte en de stoep). Je bent aardig voor klanten en beantwoordt hun vragen. Je helpt de klant bij het vinden van artikelen. Je kunt klanten doorverwijzen naar een collega of je leidinggevende. (Gilde Opleidingen, Venlo) Assistent verkoop/retail Je leert werken in een winkel en een magazijn, als assistent van andere medewerkers. Je helpt bij de goederenontvangst en zorgt ervoor dat de winkel er netjes uitziet. Je kunt klanten informatie geven over de producten en doorverwijzen naar andere collega’s. (Summa College, Eindhoven) Aankomend verkoopmedewerker Als aankomend verkoopmedewerker heb je verschillende taken. Je assisteert bij de goederenontvangst in het magazijn, daarnaast zorg je ervoor dat de winkel er schoon en netjes uitziet en dat de voorraad wordt aangevuld. Natuurlijk heb je ook contact met de klanten. Het is jouw taak om de klant te helpen of door te verwijzen naar een collega. (Graafschapcollege, Doetinchem) Entree Detailhandel In de richting verkoop/retail staat werken in een winkel centraal. Je leert hoe je in een winkel aan de slag kunt gaan, als assistent van andere medewerkers. Daarnaast vul je alles op tijd aan en zorg je ervoor dat de winkel er verzorgd en netjes uitziet. Je geeft klanten informatie of je verwijst hen door naar een collega die meer informatie heeft. Tijdens de opleiding leer je hoe je goederen in ontvangst neemt, verkoopgesprekken voert, artikelen etaleert of presenteert en kassahandelingen verricht en krijg je product- en marketingkennis. Omdat je als medewerker in een winkel dagelijks contact hebt met klanten, leer je ook hoe je omgaat met klanten. (Alfa-college, Groningen) Assistent verkoop/retail Als assistent verkoop/retail kun je in de detailhandel werken in verschillende winkels zoals bijvoorbeeld supermarkten of kledingwinkels. Je assisteert bij het werk in de winkel en het magazijn. Je helpt bij de ontvangst en opslag van goederen, de presentatie van artikelen, de verzorging van de winkel en het helpen van de klant.
Pagina 45/45