Dr. GEERT DE RIJCKER – KRING Stekene Busreis naar Ieper en omgeving 12 september 2009 Vertrek 8 uur markt Stekene. Reisplan Van Stekene naar de omgeving van Ieper Halte aan het Tyne Cot kerkhof in Passendale. Is de grootste Britse militaire begraafplaats op het vasteland. 11.956 soldaten van het Britse Gemenebest en enkele Duitse soldaten liggen er begraven. Naar Tyne Cot Cemetery komen jaarlijks meer dan 180.000 bezoekers, pelgrims en geïnteresseerden.
Langs de Steenakkermolen. De Steenakkermolen die eeuwenlang de winden trotseerde, ging ten onder in de Eerste Wereldoorlog. Op 21 oktober 1914 begon 'de eerste slag om Ieper' waarbij de Britse, Franse en Duitse troepen hun stellingen innamen. De molen lag vlak in de frontlijn. Door zijn hoogteligging bood de molen uitstekende observatiemogelijkheden. Nauwelijks een week later was het afgelopen met de Steenakkermolen. In de strijd om het bezit ervan, ging hij helemaal in de vlammen op. Na de oorlog werd de molen heropgebouwd. Op 22 april 1915 barstte 'de tweede slag om Ieper' los. Tijdens deze slag gebruikten de Duitse troepen, voor het eerst in de wereldgeschiedenis, chemische wapens (chloorgas) in oorlogsvoering. De Canadese troepen leverden, aanvankelijk te Sint-Juliaan en later in de omgeving van de ruïnes van de Steenakkermolen, moedig weerstand na de eerste ogenblikken van vertwijfelde geallieerde verwarring. Aan deze slag herinneren het 'Canadees monument' in de molenomgeving, de 'Vredeseiken' in het dorp en het Kitchener's Wood-monument in de Wijngaardstraat. De gruwelen van chloorgas inspireerde de Canadese kapitein John McCrae tot het schrijven van het beroemde gedicht “ In Flanders Fields”. Door dit gedicht werden de klaprozen (poppies) het symbool van de eerste wereldoorlog. Anton van Wilderode vertaalde het gedicht als volgt:
In Flanders Fields “In Flanders fields staan de papavers rood Onder het gelid van houten kruisen. De leeuwerik vliegt tegen vuur en dood Gevederd in de lucht van Diksmuide En zaait zijn lied tussen schrapnels en schroot. Wij zijn de doden thans. Maar kortgeleden Nog levenden die liefhadden en streden Voor dat schone land waarvan wij zonen waren. Nu liggen wij alleen in Vlaanderens aarde,In Flanderens Fields”.
Halte aan het “Studentenfriedhof” in Langemark. Volgens opgegeven cijfers liggen er nu meer dan 44000 Duitse doden : 10143 geïdentificeerde en nietgeïdentificeerde op het grafveld, 9257 geïdentificeerde op het vroegere klaprozenveld, bijna 25000 in het kameradengraf. Getuigenis van frontsoldaat Ernst Jünger. Ernst Jünger wordt herinnerd als waarschijnlijk de sterkst omstreden Duitse auteur van de twintigste eeuw. Als conservatief schrijver, die een overtuigd militarist was en er elitaire denkbeelden op nahield, was hij desalniettemin zeer consequent in zijn al bij al vage positie ten opzichte van het nationaalsocialisme: zonder zich ertegen te verzetten, wees hij het toch af. Oorlogsroes is de klassieke oorlogsroman van Ernst Jünger over zijn frontervaringen in de Eerste Wereldoorlog. Een literair en historisch document van de verschrikkingen van de loopgravenoorlog. Oorlogsroes door Ernst Jünger: Het vuur sloeg over ons heen en hield halt bij de weg Langemark-Bikschote. Wij waren er niet gerust op. Tot dan toe hadden we door de bomen het bos niet gezien. Het gevaar was zo overdonderend en veelvormig op ons afgekomen dat we ons er niet mee hadden kunnen bezighouden. Nu de storm over ons heen getrokken was, had iedereen de tijd zich voor te bereiden op wat onvermijdelijk moest komen. En het kwam. De geweren voor ons verstomden. De verdedigers waren buiten gevecht gesteld. Uit de walm dook een dichte schutterslinie op. Mijn mannen schoten van achter de puinhopen, het machinegeweer ratelde. Alsof ze waren weggevaagd, verdwenen de aanvallers in de kraters en hielden ons in hun vuur gevangen. Rechts en links rukten sterke afdelingen op. Het duurde niet lang of we waren omringd door een krans van schutters. De situatie was uitzichtloos. Het had geen zin de manschappen op te offeren. Ik gaf bevel tot terugtrekken. Nu was het moeilijk de mannen overeind te krijgen, want ze hadden zich vastgebeten in de vuurstrijd. Gebruikmakend van een langgerekte rookwolk die boven het terrein hing, zagen we de kans om te ontsnappen, gedeeltelijk door beken waarvan het water tot aan ons midden reikte. Hoewel de strop bijna was dichtgetrokken, wisten we behoedzaam naar buiten te glippen. Ik verliet als laatste de kleine vesting en ondersteunde luitenant Höhlmann, die uit een grote hoofdwonde bloedde en met een paar grappen zijn hulpeloosheid als onbelangrijk probeerde af te doen. Toen we de weg overstaken, stootten we op de tweede compagnie. Na kort beraad besloten we te blijven waar we waren en de vijand te laten naderen. We installeerden ons in een loopgraaf die meer weg had van een greppel en gingen ontbijten. Links voor ons aan de rand van Langemark ontstond beweging. Onze mannen schoten op ronddwalende gestalten tot dat ik dat verbood. Even later verscheen er een onderofficier die meldde dat een compagnie gardefuseliers langs de weg positie had ingenomen en door ons vuur verliezen had geleden. Daarop liet ik onder hevig geweervuur oprukken tot we op dezelfde hoogte waren. Een paar mannen sneuvelden, de luitenant Bartmer van de tweede compagnie raakte zwaar gewond. Hoewel de vijand ver in de meerderheid was, riepen we hun opmars meteen een halt toe. Er werd hevig en gericht geschoten. Ik zag een robuuste sergeant van de achtste compagnie in alle rust zijn geweer aanleggen
over een kapotgeslagen boomtronk- bij elk schot viel een aanvaller. De anderen bleven staan en begonnen onder de kogelregen als hazen heen en weer te springen. Een deel werd getroffen, de overigen kropen weg in de granaatkraters en hielden zich daar verborgen tot de duisternis inviel. De aanval was in de kortste keren afgeslagen en ze moesten hun overmoed duur betalen”.
Bezoek aan het museum “In Flanders Fields” in Ieper In dit museum ervaar je zelf de Eerste Wereldoorlog. Aan de hand van persoonlijke getuigenissen en de modernste technieken kan je doordringen tot de emoties en ervaringen van gewone mensen uit de "Grote Oorlog". Je kunt de identiteit aannemen van een soldaat, een verpleegster, een oorlogsgetuige... geregeld kunt u via een infokiosk vernemen hoe het voor hem of haar in deze oorlog verliep.
Vrij middagmaal op de Grote Markt van Ieper Kort bezoek aan de St .-George Memorial Church De kerk zelf werd ingewijd op 24 maart 1929 door de Bishop of Fulham. Naast het gebouw kwam er een 'Pilgrims' Hall en een woning voor de bedienaar van de kerk. Eton College betaalde voor de bouw van de aanpalende school.Het kerkje is opgetrokken uit gele baksteen, heeft een zadeldak en achteraan een uitbouw voor een vijfhoekige doopkapel. Ongeveer elk voorwerp in de kerk werd geschonken ter nagedachtenis van individuele personen of eenheden die in de Ypres Salient vochten.
en de Sint -Maartenskathedraal. De kathedraal is een oude bisschopskerk in gotische stijl, heropgebouwd na de Eerste Wereldoorlog, met graven van bisschop Jansenius en van Graaf Robrecht van Bethune, de "Leeuw van Vlaanderen". Er is een mooi zijaltaar met retabel en het mirakelbeeld van O.-L.-Vrouw van Thuyne.
Wandeling naar De Meense Poort. Over de wallen langs het G. Gezelleplein, Merghelynckmuseum, Belle Godshuismuseum en het Vleeshuis. Langs Mesen Op de taalgrens, tussen de West-Vlaamse heuvels, in de buurt van Ieper, ligt Mesen. Een prachtig landelijk gebied. Op de heuvelruggen speelden zich tijdens de Eerste Wereldoorlog verschrikkelijke gebeurtenissen af. Op 7 juni 1917 brak de hel hier los. De geallieerden brachten er negentien dieptemijnen met een totale lading dynamiet van 500 000 kilo tot ontploffing. Tweeënveertigduizend soldaten uit alle hoeken van de wereld kwamen daarbij om het leven. Maar liefst vijf monumenten en begraafplaatsen herinneren aan deze droeve gebeurtenis. Op 11 november 1998 werd het Iers Vredespark geopend. Een park vol symboliek en verwijzingen. Het loodrecht schijnen van de zon op 11 november om 11.00 uur op de vredesas die naar de toren loopt, symboliseert de wedergeboorte van de mannen en vrouwen van het Ierse eiland die tijdens the Great War hun leven gaven. De pas geopende Internationale Vredesschool beoogt een wereld zonder geweld, met een sterke nadruk op het Noord - Ierse vraagstuk.
Op de Betlehemhoeve verbleef van december 1914 tot februari 1915 de toen nog jonge Duitse korporaal Adolf Hitler. Hij maakte onder andere een waterverfschilderij van de ruïnes van de SintNiklaaskerk. Een kopie van dit werk bevindt zich in het Geschiedkundig Museum van Mesen. Het Bethleem Farm West Cemetery telt 166 graven. Hier liggen ook Britse soldaten uit de Tweede Wereldoorlog. De Duitse soldaat volgens Hitler “Ik moet zeggen dat ik nooit getwijfeld heb aan de kwaliteiten van de Duitse soldaat, iets wat ik niet altijd kan zeggen van sommige bevelhebbers van de Wehrmacht. Het Duitse leger is technisch het meest volmaakte ter wereld; en de Duitse soldaat is in crisissituaties betrouwbaarder en verstandiger dan welke andere soldaat dan ook. Ik prijs mij gelukkig het genoegen te hebben gekend te zien dat tijdens mijn leven de Duitse soldaat door de Voorzienigheid wordt beloond Als ik twintig of vijfentwintig jaar jonger was geweest, zou ik nu aan het front zitten. Ik vond het heerlijk om soldaat te zijn”. ste
nacht van 24 op 25
juli 1941
Halte op de Rodenberg Rit langs Reningelst en Poperinge naar de abdij van St.- Sixtus. OC De Vrede Enkel hier, in OC de Vrede proef je het “beste bier ter wereld” want de trappist van Westvleteren ( 3 varianten) wordt slechts hier geserveerd. De trappist is met de grootste zorg gebrouwen van zuivere natuurlijke grondstoffen in de plaatselijke Sint- Sixtusabdij. Dit is genieten op alle vlakken: van een unieke godendrank bij een stevige belegde boterham in hedendaagse ruimte, of van de zon op het groene terras bij een dagvers hoeve-ijsje, een mazarinetaartje of een stuk hommeltaart. Verder langs Alveringem fotostop aan het kerkhof, graf van C. Verschaeve) Een getuigenis van Cyriel Verschaeve Verschaeve werd tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) de geestelijke raadsman van de Frontbeweging. Vlaamse soldaten kwamen in opstand tegen hun meestal Frans sprekende officieren. Hij stelde in 1917 aan koning Albert I gerichte "Frontbrieven" op met de verzuchtingen van de Vlaamse frontsoldaten. Koning Albert had immers bij de Duitse inval van 4 augustus 1914 de Vlamingen vermeende gelijkheid in rechte en in feite beloofd als zij gevolg gaven aan zijn oproep om zich te melden bij het Belgisch leger om zich in het avontuur van "De Grooten Oorlog" te storten. Naast deze Frontbeweging groeide in het bezette deel van het land het Activisme, dat gebruik maakte van collaboratie met de Duitse bezetter. Deze bezetter riep op 22 december 1917 de Vlaamse onafhankelijkheid uit. Verschaeve dichtte ook het bekende vers "Hier liggen hun lijken als zaden in het zand, hoop op den oogst O Vlaanderland" dat ook op de eerste IJzertoren voorkwam. De veroordeling en de onderdrukking van de Frontbeweging en het Activisme door de Belgische overheid na de Wapenstilstand bracht bij Verschaeve de overtuiging dat er van België niets te verwachten viel. Uit de oorlogsdagboeken van Cyriel Verschaeve. “Zou het laatste hoekje van Vlaanderen dan toch veroverd worden? Het zuiden trilt, nu al bijna twee dagen lang, van aanhoudend gedonder, en er komt slecht nieuws : te Steenstrate zijn de Fransen achteruitgeworpen, de Engelsen ook, zegt men. ’t Wieltje ligt maar op een half uur van Ieper af; de
Duitsers zijn daar; Lizerne ligt over de sassen van Bickschote; daar zijn ze ook. Ze zonden een wolk stikgassen voor zich uit….er zou paniek ontstaan zijn; in elk geval stroomden de Franse soldaten eergisteren door de straten van Poperinge, op de vlucht. Gisteren in de vroegte stoomde tram na tram hier door het dorp; ze zaten stampvol piotten van onze eerste legerdivisie, die de zesde bijspringen te Steenstrate, waar gevaar voor omsingeling vanwege de Duitsers dreigt. Wij moeten er beroerd voorzitten. Het is een nare dag. De kanonschoten bolderen er dof en aanhoudend door, als bonsden ze tegen een lege kelder aan. Hoopvol land, waar de dood door galmt! Schrikkelijk gedonder dat nooit wil aflaten! Staat ginder de oude Thor en zijn het de slagen van zijn reuzenhamer die ik hoor? Of is het Siefried, met zijn wonderkracht aan het aambeeld?....De aarde schijnt te schokken; de hemel gonst als een ruisende oorschelp, vol van de daverende aanhoudende geschutsvlagen. Wat zal morgen ons brengen? Doorbraak? Wij zullen de Duitsers maar afwachten en dulden wat er te dulden valt. Zo strekte mijn geest zich uit op het betrouwen op God, als op een rustbed, en rust voor geest en lichaam volgde”. Steenstraete 26 april 1915
Via Diksmuide naar de E-weg ter hoogte van Middelkerke Aankomst Stekene ongeveer 21,00 uur Inschrijven voor 1 september door overschrijving van 15 euro op rekening 737-0175638-14 van Dr. Geert De Rijcker- Kring Stekene. Zijn in de prijs inbegrepen: Bus, bezoek aan museum “In Flanders Fields” en andere bezoeken, gids en buschauffeur.
Ivo De Cock Voorzitter
Astère Vaerewijck Penningmeester
Gilberte Geers Secretaris
Hellestraat 46 9190 Stekene Tel.:03/779 78 68
Bormte 95 9190 Stekene Tel. :03.779 80 80
Nachtegaalstraat,57 9190 Stekene Tel.: 03 779 92 88
E-post:
[email protected]
E-post:
www.geertderijckerkring.org
[email protected]
Rek.: 737-0175638-14