dr.
ALETTA JACOBS COLLEGE
Portfolio’s in de deelschool praktijkonderwijs
Portfolio dr. Aletta Jacobs College
Deelschool Praktijkonderwijs
Portfolioproject in het praktijkonderwijs Portfolioproject aan het dr. Aletta Jacobs College Praktijkonderwijs, Hoogezand
Praktijkonderwijs
Sinds de vernieuwing van de Wet op het voortgezet onderwijs (1998) kan een aantal jongeren terecht in het Praktijkonderwijs. Praktijkonderwijs (PrO) is bedoeld voor leerlingen van wie wordt verondersteld dat een orthopedagogische en orthodidactische benadering noodzakelijk is. Ze kunnen niet op het VMBO terecht. Het betreft jongeren tussen 12 en 18 jaar met een IQ tussen de 55 en 80 die een leerachterstand hebben van tenminste drie jaar in twee of meer onderwijsdomeinen. Naast moeite met leren en problemen met motivatie en sociale vaardigheden, hebben deze leerlingen echter ook veel mogelijkheden. Deze moeten onderkend worden. De jongeren in het Praktijkonderwijs zijn in het algemeen goed in staat routinematig werk uit te voeren op assistentenniveau. Ze kunnen enkelvoudige opdrachten gemotiveerd en correct verwerken. Bovendien zijn ze doorgaans in staat zich in te passen in de arbeidscultuur en het arbeidsritme. Ze hebben voldoende mogelijkheden om zich een plaats te verwerven op de arbeidsmarkt. Praktijkonderwijs heeft als doel om deze jongeren voor te bereiden op zelfstandig functioneren in de samenleving en hen rechtstreeks naar een plaats op de arbeidsmarkt te leiden. Het programma van het Praktijkonderwijs wordt vooral bepaald door de eisen die de toekomstige functie aan de leerlingen stelt en is dus sterk afgestemd op de praktijk. Het onderwijs moet ook rekening houden met de mogelijkheden en wensen van de jongeren. Het merendeel van de PrO - leerlingen stroomt uit naar de arbeidsmarkt. Een klein deel vindt werk binnen een sociale werkplaats en een deel stroomt door naar het MBO niveau 1.
Uitgangssituatie: Praktijkonderwijs en leven lang leren.
Het Praktijkonderwijs heeft de pedagogische opdracht de leerlingen voor te bereiden op een zelfstandige deelname aan het maatschappelijk proces. Tussen de ontwikkelingsmogelijkheden van de individuele leerling en de eisen waaraan hij moet voldoen om een zelfstandig bestaan op te bouwen, ligt een spanningsveld. Het is aan de Praktijkschool om dit spanningsveld te overbruggen. De leerlingen in het Praktijkonderwijs nemen een aparte plaats in het Voortgezet Onderwijs in. Ze maken een niet-voorspelbare ontwikkeling door. Mede daarom is een goede vertrouwensrelatie met docenten wezenlijk voor deze jongeren. Ze moeten ook in de toekomst kunnen opgroeien in een veilig schoolklimaat, waar onderwijs en begeleiding beschikbaar zijn op het moment dat ze dat nodig hebben. Maar, binnen het dr Aletta Jacobs College willen we tegelijkertijd wel dat ze zelfredzame mensen worden die zich staande kunnen houden in de maatschappij, ook nadat ze de school hebben verlaten. Het PrO-team werkt samen met de jongeren aan een loopbaan voor het leven, waarin zelfstandig wonen, zinvolle vrijetijdsbesteding en een plaats op de arbeidsmarkt essentiële elementen zijn. Jongeren moeten leren om keuzes te maken, zelf hun koers te bepalen en verantwoordelijkheid te nemen. De jongere die in staat is om zelf te kiezen en zijn leerweg uit te stippelen, krijgt meer zelfvertrouwen en zal gemotiveerder zijn om te leren, ook na zijn schooltijd. De Praktijkschool van het dr Aletta Jacobs College heeft, waar mogelijk, een levensechte en betekenisvolle omgeving ingericht, waarin iedere leerling vindt wat hij nodig heeft voor zijn ontwikkeling en zijn loopbaan. Begeleiding is geïntegreerd in het onderwijs. Als extra aandacht nodig is, gebeurt dit samen met de instellingen en instituten die met de school een netwerk hebben gevormd. Zorg is op die manier niet curatief, maar preventief. (Stage)begeleiding is beschikbaar op het moment dat de jongere die nodig heeft.
In het Praktijkonderwijs zoals we dat voor ogen hebben gaan leer-, socialisatie- en vormingsprocessen hand in hand. De Praktijkschool regelt leer- en begeleidings arrangementen die zijn aangepast aan de mogelijkheden van de individuele leerling en rekening houden met de wensen van de leerling. Leerlingen ontwikkelen competenties door het uitvoeren van taken, klussen en praktijkopdrachten die herkenbaar en levensecht zijn. Essentieel is een schoolklimaat waarin positieve interactie plaatsvindt tussen al degenen die betrokken zijn bij de (levens)loopbaan van de jongeren. De organisatie van de Praktijkschool is gericht op samenwerking en interactie en op het inrichten van een gevarieerde en functionele leeromgeving, waarbinnen een grote verscheidenheid aan leerbronnen beschikbaar is.
Het praktijkonderwijs zet de leerling en zijn loopbaan centraal en speelt met het onderwijs flexibel in op de verschillen tussen leerlingen in belangstelling, leerstijl en leertempo. Daarbij zijn de motivatie en de ontwikkelvraag van de jongere sturend. Dat wil zeggen: samen met de leerkracht, instanties en bedrijven rondom de school arrangeert de leerling leeren ontwikkelingstrajecten. De jongere moet immers leren om zelf keuzes te maken en zoveel mogelijk zelf verantwoordelijkheid te nemen, ook als er straks geen docent is om hem daarbij te begeleiden. Het Praktijkschoolteam beseft dat de school maar een (klein) deel is van het veranderende maatschappelijke en culturele krachtenveld rondom de jongere. Het team kijkt daarom verder dan de schoolmuren en zoekt naar partners waarmee ze kunnen samenwerken.
Leerling en loopbaan
Gezamenlijke verantwoordelijkheid
Die loopbaan zit in de jongere zelf. De leerling maakt voortdurend keuzes. Het onderwijs wordt gestuurd door zijn ontwikkelingsvraag. Op basis van die vraag en het potentieel van de jongere arrangeert de docent samen met de leerling en instanties rondom de school als instituut, leeren ontwikkelingstrajecten.
Samenwerken betekent voor het dr Aletta Jacobs PrO niet alleen informeren, adviseren, overleggen en uitbesteden, maar vooral dat partners gezamenlijk verantwoordelijk zijn en echte aandacht organiseren voor de ontwikkeling van de loopbaan van jongeren. Door samen te werken kunnen de school, instellingen, het bedrijfsleven, brancheorganisaties en andere instanties
gezamenlijk leer- en begeleidingstrajecten aanbieden die de school alleen niet kan realiseren. De regie voor de samenwerking ligt in handen van de Praktijkschool. Netwerkpartners zijn allereerst te vinden in de school zelf. Schoolleiding en docenten onderling werken nauw met elkaar samen. De scheiding tussen praktische vorming en theoretisch leren is diffuus of zelfs volkomen opgeheven.
De toekomstige leerlingen in het Praktijkonderwijs zullen niet veel anders zijn dan de leerlingen van nu. Maar de maatschappij waarin zij leven stelt wel steeds meer eisen. Om zich te kunnen handhaven, moeten ze leren waar hun mogelijkheden, kwaliteiten en beperkingen liggen en hoe ze die verder kunnen ontwikkelen, ook in hun verdere levensloopbaan.
De school werkt structureel samen met het bedrijfsleven en (regionale) brancheorganisaties om leerwerktrajecten en/of branchegerichte cursussen buiten de school te kunnen aanbieden en stagetrainingen binnen de eigen poorten te kunnen vormgeven. Met vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven en de brancheorganisaties overlegt de Praktijkschool over de competenties die de leerlingen nodig hebben om met succes op de arbeidsmarkt te functioneren. De school onderhoudt relaties met het Noorderpoort College (MBO) om leerlingen een aanvullend leertraject (branchegericht) te kunnen aanbieden en om leer- en onderwijstrajecten op elkaar af te stemmen.
Competentiegericht onderwijs
Andere belangrijke partners rondom de Praktijkschool zijn organisaties voor maatschappelijke hulpverlening en instellingen voor gezondheidszorg, de lokale overheid (gemeente Hoogezand-Sappemeer), de woningbouwvereniging “Volksbelang Wonen en Welzijn”, en vooral de ouders/verzorgers. Door de samenwerking zal de overgang voor leerlingen tussen Praktijkschool en ‘staan op eigen benen’ veel vloeiender verlopen. Als de (na)zorg door de school ophoudt, moeten andere instanties uit het netwerk klaar staan om de begeleiding zo nodig over te nemen. Vaste structuur
De Praktijkschool biedt de leerling een vaste structuur, waarin hij zich thuis voelt en veilig kan werken. Hij maakt deel uit van een vaste groep leerlingen, maar werkt ook in kleine, wisselende (project)groepen of individueel. Verbondenheid met medeleerlingen en nauwe relaties met enkele docenten zijn belangrijke voorwaarden voor een optimaal leerproces. Binnen die veilige setting wordt de leerling uitgedaagd om zijn grenzen te verkennen, keuzes te maken en verantwoordelijkheid te nemen voor zijn eigen leerproces en loopbaan.
Zelfstandig wonen, zinvolle vrijetijdsbesteding, maatschappelijk functioneren en een plaats op de arbeidsmarkt. Het zijn de doelen die het Praktijkonderwijs zich stelt voor de leerlingen en die hun impact hebben op de hele verdere levensloopbaan van die leerlingen. Na zijn schooltijd moet de jongere in staat zijn zich - grotendeels - zelf te redden. Hij moet weten wie hij is, wat hij kan en hoe hij verder wil. Competentiegericht onderwijs speelt een grote rol bij het ontwikkelen van dit bewustzijn. Competentiegericht werken betekent in het Praktijkonderwijs, dat leerlingen levensechte, betekenisvolle taken uitvoeren, waarbij de theorie de praktijk ondersteunt. De leerling leert immers alleen als hij de zin daarvan inziet. Voor het aanleren van de competenties volgt de leerling geen lessen, maar hij doet klussen en ontwikkelt zo vaardigheden en persoonlijke kwaliteiten. In de reflectie op zijn werk (coachingsgesprekken) ontdekt hij, samen met de mentor, wat hij kan en waaraan hij nog moet werken. Competenties in portfolio
De leerling legt al de bewijzen van verworven competent gedrag vast in zijn portfolio. (We zijn in het schooljaar 2006-2007 gestart in de klassen 1 en 2 met het verzamelen van portfoliomateriaal). De Praktijkschool (stagebegeleiders en teamleider) gaat in gesprek met de werkgevers in de regio en stelt samen met hen vast wat onmisbare competenties zijn voor uitstromende leerlingen. De school betrekt de werkgevers ook bij de opstelling van de leer en begeleidingsarrangementen. Zo ontstaat regionaal maatwerk voor leerlingen én werkgevers.
IOP en coachingsgesprekken Het Individueel Ontwikkel Plan
Een schoolloopbaan in het Praktijkonderwijs is voor iedere leerling anders. Om een goede individuele ontwikkeling mogelijk te maken is immers maatwerk nodig, dat aansluit bij de vraagstellingen die de leerling oproept. Het werken met een Individueel Ontwikkel Plan (IOP) is daarbij van essentieel belang. In het IOP worden de leer- en ontwikkelingsmogelijkheden van de leerling gekoppeld aan en geïntegreerd met het basisprogramma. Het IOP wordt zo de kern van de aanpak van de individuele ontwikkeling en begeleiding van de leerling. Het IOP wordt nadrukkelijk in interactie met de leerling samengesteld. In de individuele coachingsgesprekken tussen docent en leerling (waarbij ook de ouders betrokken kunnen worden) staat altijd de vraag centraal: ‘Wat wil je leren en doen op het dr Aletta Jacobs College?’ Tijdens die gesprekken wordt ook nagegaan welke elders verworven competenties (evc’s)
de leerling al in huis heeft en welke plaats die krijgen in zijn ontwikkelingsproces. Op die manier wordt de leerling medeverantwoordelijk voor zijn eigen leerproces. In mei 2007 is er voor twee leerlingen in elke klas een IOP samengesteld. Sinds oktober 2007 hebben alle leerlingen een Individueel OntwikkelingsPlan. Het IOP vormt als het ware de rode draad door de schoolloopbaan van de leerling. Het is het instrumentarium dat voor het onderwijs- en begeleidingsteam rondom de leerling de ‘sturende’ informatie geeft over de voortgang van de leerling en dat de kwaliteit van onderwijs en begeleiding representeert. Mentoren, praktijkdocenten en andere begeleiders beschrijven in het IOP de leer- en begeleidingsac tiviteiten. In het IOP worden keuzes en afspraken vastgelegd en de voortgang en ontwikkeling van de leerling zichtbaar gemaakt. Het IOP wordt gedigitaliseerd en indien mogelijk onderdeel van het digitale leerlingvolgsysteem “Magister”.
Voorbeeld Voorbeeld bladzijde uit het coachingsgesprek zoals opgenomen in het IOP. Een neerslag van het coachingsgesprek wordt opgenomen in het portfolio. Persoonsgegevens leerling:
Binnenkort hebben wij samen een coachingsgesprek. Tijdens het coachingsgesprek praten we samen over hoe het gaat op school. Ter voorbereiding wil ik graag weten hoe jij over jezelf denkt. Wil je daarvoor de onderstaande vragen beantwoorden?
Leerling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Klas . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Mentor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Datum . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
1.
Algemene sociale vaardigheden
ONDERDEEL
HOE GOED BEN JIJ HIERIN NOOIT
SOMS
ALTIJD
Ik heb goed contact met andere leerlingen.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Ik weet hoe ik vrienden moet maken.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Ik ben tegen het pesten van andere leerlingen.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Ik los problemen op met praten en niet met agressief gedrag.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
2.
Samenwerken
ONDERDEEL
HOE GOED BEN JIJ HIERIN NOOIT
SOMS
ALTIJD
Als ik in een groepje werk dan doe ik net zoveel als de anderen.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Ik luister ook naar wat anderen willen.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Ik laat anderen rustig werken.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Het Portfolio
Het werken met een portfolio kan worden gezien als een leerling-volg-jezelf-systeem en geeft dus naast het IOP de ontwikkeling van de leerling weer. Mede met behulp van het portfolio kunnen Individuele Ontwikkelingsplannen worden bijgesteld tot een actieplan op leerlingniveau. Voor het verzamelen van bewijzen kan de leerling zowel het geleerde binnen als buiten de school gebruiken. Hierbij wordt dus een beroep gedaan op de inzet en creativiteit van de leerling. Met het portfolio willen we bovendien de zelfstandigheid van de Praktijkschool-leerling vergroten. Daarbij hoeven we de leerling niet meer leren wat hij/zij al kan. Met het portfolio vergroten we de mogelijkheid om recht te doen aan de verschillen tussen de leerlingen. Omdat met het verzamelen van bewijzen zo vroeg mogelijk moet worden begonnen zijn we in het schooljaar 2006/2007 gestart met de aanleg in de klassen 1 en 2. In het portfolio verzamelt de leerling alle bewijzen waarvan hij vindt dat ze representatief zijn voor de competenties die hij heeft verworven.
Het is een bewijzendossier, een registratieinstrument van zijn leer- en ontwikkelproces. In de coachingsgesprekken spreken docent en leerling samen af welke bewijzen de leerling wil gaan leveren voor zijn portfolio. Die bewijzen kunnen allerlei vormen aannemen, zoals: werkstukken, stappenplannen, observatieverslagen, verslag van het coachingsgesprek, verslagen van derden (bijvoorbeeld de stagebegeleider), werkmaterialen, foto’s, getuigschriften en diploma´s. Het portfolio is belangrijk voor de leerling, de school en de toekomstige werkgever. De leerling krijgt een realistisch beeld van wat hij kan en wat zijn mogelijkheden zijn. Voor de school geeft het portfolio mede richting aan het onderwijs. Tijdens het werken aan het portfolio ontstaan bij de leerling leervragen waar de leer- en begeleidingsarrangementen op worden aangepast. De werkgever krijgt een beeld van wat zijn toekomstige werknemer in huis heeft. In de eindfase van de schoolloopbaan staan met name arbeidsgerichte competenties centraal en wordt het portfolio een uitstroomportfolio.
Realisatie van het portfolioproject Realisatie van het Portfolio middels het Equal project
b. Na inventarisatie formuleren van voorstellen, in overleg met de teamleider, een traject van invoering / scholing uitzetten voor het team.
Voor de invoering is in overleg met docenten en teamleiders een projectplan opgesteld door een projectbegeleider.
Concrete doelen einde project
Een schoolbreed ingevoerd portfolio
Het projectplan
Kritische succesfactoren • Afhankelijkheid van aanleveren van materiaal • Visie over portfolio moet gedeeld worden (ondersteund vanuit de teamleiding) • Reflectie/deelname van 2 contactpersonen vanuit het dr. Aletta Jacobs College (“Om de Noord” - locatie Van Heemskerckstraat) aan een werkgroep Portfolio. • Actieve deelname van 2 contactpersonen ( werkgroep implementatie / ontwikkelen beeldmateriaal) in Praktijknet Regio Groningen (2006)
Equal projectplan Aletta Jacobs, locatie Van Heemskerckstraat Portfolio (2006/2007) Doel: De invoering en het werken met een portfolio voor leerlingen van 12 t/m 18 jaar. Vertrekpunt
a. Inventariseren wat op de school aanwezig is op gebied van portfolio. ACTIVITEITEN
WIE
TIJDPAD
a. Beginsituatie
Portfolio wordt nog weinig / niet gebruikt.
b. Werkwijze
Inventarisatie actuele situatie. Principe uitspraak over de invoering van het Portfolio
Projectleider Projectleider / Werkgroep en directie
Jan. / febr. 2006 Maart / april 2006
c. Onderbouwing van de werkwijze
Selecteren van het beste uit het aanbod
Projectleider en werkgroep
Mei – juli 2006
d. Inzet instrumenten
Alle materialen uit het netwerk en uit wat we verder verzamelen.
e. Wijzen van vastPraktijkschoolbreed invoeren stellen of de beoogde doelen zijn bereikt
De docenten van Aletta Jacobs, locatie Van Heemskerckstraat
Sept. 2006 – Juli 2007
f. Gewenste ondersteuning
Financiële onderbouwing voor aanschaf materiaal
Projectleider en werkgroep
Jan. – juli 2006
g. Professionalisering
Leren kijken naar presentaties a.d.h.v. de voorbeelden en de leeswijzers Docenten worden uitgedaagd hun eigen Portfolio vorm te geven a.d.h.v. de voorbeelden en de leeswijzers
Projectleider / Gastsprekers
Januari – juli 2006
Projectleider en werkgroep
Sept. 2006 – juli 2007
1 x per maand overleg
Projectleider / directie Projectleider / werkgroep
Jan. 2006 – juli 2007
h. Communicatie
Inventarisatie en voorstellen Inventarisatie en voorstellen voor opzet van het PrO Portfolio bij aanvang Equal project In het overleg met de (externe) projectleider en vanuit meerdere bronnen (literatuur en internet) is een omschrijving samengesteld voor het te hanteren portfolio: Een leerling-portfolio is een verzameling zelfgemaakt werk van een leerling in één of meer vak- en/of ontwikkelingsgebieden, gemaakt in een bepaalde periode. Dit werk kan verschillend van aard zijn. Zo kunnen leerlingen tekeningen, verslagen, werkbladen van rekenof taalopdrachten, brieven, werkstukken en opstellen kiezen om in hun portfolio te bewaren. Maar ook een foto of een audio- of video-opname van spel, een ruimtelijk product, een presentatie of een optreden past in een portfolio. Een leerling bepaalt zelf wat hij wil bewaren. Aan de hand van de portfolio laat een leerling zien wat hij heeft geleerd, hoe hij dat heeft gedaan en wat hij in de komende periode wil leren. Reflecteren op het gemaakte werk is een essentieel onderdeel van het werken met portfolio’s. Een portfolio is dus niet zomaar een verzameling werkstukken. Het is het tastbare resultaat van een denk- en redeneerproces waarin leerlingen nadenken over hun werk, hun leerproces, hun ambities en gevoelens. Werken met portfolio’s is een vorm van interactief leren en evalueren. Besloten wordt de portfoliobewijzen te verzamelen in een ringmap (ordner). De ordner bevat werk dat later geselecteerd kan worden voor het uiteindelijke presentatie- of evaluatieportfolio. Het gaat om werk waarmee leerlingen bezig zijn, kladversies, voorlopige werkstukken of werk dat klaar is. Werkportfolio’s geven leerling en leraar inzicht in de mate waarin en de wijze waarop bepaalde leerdoelen worden bereikt en hoe het onderwijs daarop afgestemd kan worden. Hieraan worden ook de verslagen van de coachingsgesprekken toegevoegd.
Het portfolio wordt ook gebruikt om bereikte leerresultaten te verantwoorden. Op basis van het curriculum en de daaruit afgeleide leerdoelen worden taken ontwikkeld of uit bestaande methodes gekozen. Deze worden in het IOP vermeld en besloten in het coachingsgesprek. Leerlingen maken deze taken en bewaren deze in hun portfolio. Tenslotte is het Portfolio ook een werk-en presentatieportfolio. Een praktisch middel om het leren op school uitdagender en interactiever te maken. Als evaluatieportfolio is het met name bedoeld bereikte leerresultaten te verantwoorden (bijvoorbeeld aan de ouders). Door te werken met portfolio ontwikkelt een leerling een beeld van zijn eigen leerproces. Door het selecteren, verzamelen en bewaren van werk denkt de leerling zelf na over zijn werk, reflecteert hij op zijn eigen leerproces. Doordat hij dit bovendien samen met anderen bespreekt, aan anderen presenteert en met anderen terugblikt, is het leren met portfolio’s in hoge mate interactief: leerlingen krijgen vragen en feedback van hun leerkracht/docent en van leeftijdgenoten.
De eerste ervaringen en resultaten
De leerling verwerft door te reflecteren meer inzicht in hoe hij leert. Hij leert zich vragen te stellen als: wat heb ik geleerd? Hoe doe ik het in vergelijking met de vorige keer? Hoe heb ik het aangepakt? Hoe heb ik het ervaren? Deze reflecties kan een leerling opschrijven of bespreken met zijn leerkracht/docent. Op basis van deze reflecties kan een leerling nieuwe leeractiviteiten en – doelen plannen. Werken met portfolio’s nodigt uit tot interactie tussen leerling en docent en tussen leerlingen onderling. Leerlingen en docenten worden uitgedaagd te onderhandelen, argumenten uit te wisselen, elkaars standpunten en opvattingen te leren kennen en begrijpen. Dit draagt bij aan een school als gemeenschap waarin leerlingen en leerkrachten/docenten van elkaar leren. Een portfolio vertelt het ontwikkelingsverhaal van één leerling. Door het werken met portfolio’s wordt een leerling nu eens niet vergeleken met anderen, maar met zichzelf: wat weet, kan en begrijp ik nú, wat ik eerst nog niet wist, kon of begreep. De norm voor vooruitgang of ontwikkeling is niet een landelijk gemiddelde, maar ligt in de leerling zelf.
Een leerling krijgt inzicht in zijn eigen ontwikkeling. Dit draagt bij aan het vergroten van het zelfvertrouwen en het gevoel van competentie, en daarmee indirect aan de motivatie voor en betrokkenheid bij het leren. De leerling is zelf de eigenaar van het portfolio. Hij heeft de regie en heeft daardoor mogelijkheden om zijn eigen leerproces ter hand te nemen. Portfolio is zo een krachtig middel om de verantwoordelijkheid voor leren op school daar te leggen waar hij hoort: bij de leerling zelf. Werken met portfolio’s helpt ook de docenten anders met leren van leerlingen om te gaan, leerlingen meer initiatief te geven en een school te ontwikkelen waarin zelfverantwoordelijk leren vanzelfsprekend is. Het portfolio wordt ingezet bij het evalueren van het leren van de leerlingen. Dit gebeurt niet open en vrijblijvend, maar er worden eisen en doelen gesteld. Competenties zijn uitgangspunt: de leerling verzamelt in zijn portfolio bewijzen voor het beheersen van competenties of vaardigheden.
Bijlage 1: Stappenplan bij invoering September tot medio december 2006
Stappenplan bij de invoering van het portfolio: Het Portfolio is ingedeeld in een aantal hoofdstukken.
Hoofdstuk 1: Hoofdstuk 2: Hoofdstuk 3: Hoofdstuk 4:
De leeswijzer. Wie ben ik? ( Personalia). Mijn Voortgang. Wat wil ik en Wat zijn mijn dromen en mijn persoonlijke kwaliteiten. Hoofdstuk 5 t./m. 9: De uitstroomrichtingen van de school Bijv.: Groen, Horeca/ Catering, Dienstverlening (Winkel/Detail), Zorg en Welzijn, Techniek (lassen,VCA etc.). Hoofdstuk 10: Overzicht van de leer en ontwikkelingslijnen Overzicht van de aangeboden thema’s / projecten Andere overzichten
Stap 2: Vragenlijsten invullen. Middels de ingevulde vragenlijsten komen tot een 1e coachingsgesprek met de leerling. Deze ingevulde vragenlijsten komen in hoofdstuk 4 : Wat wil ik en Wat zijn mijn dromen en mijn persoonlijke kwaliteiten. Deze coachingsgesprekken worden individueel volgens afspraak gehouden, tijdens de daarvoor beschikbare mentoruren ( 2 uren per week), het liefst aan het einde van een schooldag. Van deze gesprekken maak je aantekeningen (in het logboek). Met deze aantekeningen, de gegevens tijdens de observatieperiode en de dossieranalyse gaat de leerkracht een 2e coachingsgesprek aan met de leerling (dit kan met de ouders erbij). Tijdens dit gesprek wordt een beknopt handelingsplan samengesteld, een IOP (Individueel Ontwikkelings Plan). Deze wordt ingevoerd in het digitale LVS (Leerlingen Volg Systeem). Het IOP komt ook in hoofdstuk 3 : Mijn Voortgang in het Portfolio van de leerling Na Stap 2 vindt er een intercollegiale toetsing / evaluatie plaats waarin alle ervaringen uitgewisseld kunnen worden. Deze ervaringen worden meegenomen.
Het portfolio wordt stapsgewijs ingevoerd in de groepen 1 en 2 in het schooljaar 2006/2007. In het schooljaar 2007/2008 volgt groep 3 en in schooljaar 2008/2009 volgen groep 4 en 5.
Stap 1 en Stap 2 worden uitgevoerd tijdens de beschikbare mentoruren / AVO- uren.
September 2006
Stap 3: Het vullen van het hoofdstuk 2: Wie ben ik?
Stap 1: Met de leerlingen wordt de leeswijzer (hoofdstuk 1) van het Portfolio doorgenomen. Wat kan er in zoal in een Portfolio komen.
Januari, februari en maart 2007
Dit kan middels de daarvoor beschikbare lijsten. Ook kan de leerling een Frontpage (voorpagina) maken,waarbij de leerling zichzelf presenteert. Gedurende de schoolloopbaan kunnen er aanvullingen/wijzingen zijn. Ook vindt er in deze periode een Portfoliogesprek plaats met elke leerling (tijdens de beschikbare mentoruren). Tijdens dit gesprek wordt een 2e IOP opgesteld en vervolgens vastgelegd in hoofdstuk 3 : Mijn Voortgang, in het Portfolio van de leerling
Na Stap 3 vindt er een intercollegiale toetsing/ evaluatie plaats waarin alle ervaringen uitgewisseld kunnen worden. Deze ervaringen worden meegenomen. April,mei, juni en juli 2007
Stap 4: In deze periode kunnen behaalde certificaten of andere bewijzen toegevoegd worden aan de portfoliomap van de leerling ( In hoofdstuk 4: Wat wil ik en Wat zijn mijn dromen en Wat zijn mijn persoonlijke kwaliteiten). Ook kunnen er opdrachten/prestaties/verslagen worden toegevoegd aan Hoofdstuk 4. Voor suggesties en ideeën kan worden geput uit de voorbeeldmappen Portfolio die op school aanwezig zijn. Na Stap 4 vindt er een intercollegiale toetsing / evaluatie plaats waarin alle ervaringen uitgewisseld kunnen worden. Deze ervaringen worden meegenomen.
Voortgang van het Equal portfolioproject na augustus 2007
Via dit stappenplan en een geleidelijke invoering van dit Portfolio kunnen we komen tot een bewijzenmap voor de leerling, waar hij/zij trots op kan zijn en hem/haar laat zien wie hij/zij is en wat zijn/haar persoonlijke kwaliteiten/ competenties zijn. Zo maakt de leerling met deze map op zak meer kans op de arbeidsmarkt of op een mogelijke vervolgopleiding (MBO 1). In het schooljaar 2007-2008 zal worden gewerkt aan de invoering van het portfolio in de klassen 3 en 4. Nog een schooljaar later (2008-2009) zullen ook de stageleerlingen gebruik kunnen maken van hun portfolio. Ambitie
Een digitaal portfolio beschikbaar maken voor het Praktijkonderwijs via “Magister”.
Bijlage 2: Informatie voor leerling Informatie voor de leerling Portfolio
Dit verhaal is bedoeld om jullie te laten weten wat een portfolio (bewijzenmap ) is. Hoofdstuk 1: Wat is een portfolio Hoofdstuk 2: Waarom krijg je een portfolio? Hoofdstuk 3: Hoe begin je met je portfolio? Hoofdstuk 4: Wat kun je in je portfolio doen? Hoofdstuk 1: Wat is een portfolio?
“Een portfolio is een verzameling van zichtbare prestaties van jezelf” “Een portfolio laat zien wat jij allemaal kunt” “Een portfolio laat zien welke (beroeps - ) competenties jij al beheerst” “In een portfolio worden jouw vorderingen duidelijk in beeld gebracht.” Hoofdstuk 2: Waarom krijg je een portfolio?
In september begin je met het maken van je portfolio. In deze portfolio komen alle bewijzen van jouw successen. Hiermee kun jij aan iedereen laten zien welke vaardigheden / competenties jij al beheerst. Ook kun je jouw portfolio laten zien op je toekomstige stageplek. Hoofdstuk 3: Hoe begin je met je portfolio?
Voorin je portfolio zit een lijst met alle competenties ( leerlijnen en ontwikkelingslijnen) die je op onze Praktijkschool kunt behalen. Alle leerlingen op onze Praktijkschool beginnen op hetzelfde moment met hun portfolio krijgen.
Je kunt dus beginnen met: • wie ben ik • wat wil ik • wat kan ik en waar liggen mijn kansen • hoe denk ik van school naar een leuke arbeidsplaats in de maatschappij te komen Je docent kan daarvoor kiezen uit verschillende lesmethodes. Ook kun je hierbij gebruik maken van foto’s van jezelf en werkstuk, die een voorkant van je portfolio kan zijn. Hoofdstuk 4: Wat kun je in je portfolio doen
Verder kun je in je portfolio bewijzen / certificaten doen , die je op onze school gekregen hebt. Voorbeeld: Je hebt vorig schooljaar een certificaat “schoonmaken” of “EHBO” van je docent gekregen; deze mag je ook in je portfolio doen. Je rapport komt eerst in je portfolio, later zal het rapport er niet meer inzitten. Er zullen dan bladen in je portfolio komen met leerlijnen en ontwikkelingslijnen die je volgt of met succes hebt afgerond. Het boekje met het stage – geschiktheids – onderzoek kun je in je portfolio doen. Foto,s van een schoolkamp. Ik ben ook op kamp geweest!! Let er wel op dat jouw portfolio geen plaatjes / fotoalbum wordt !!! Behaalde prestaties: Certificaten of bewijs van deelname aan bijvoorbeeld training of workshop Foto’s of powerpoint - presentatie van jouw stageplek
Bijlage 3: bijeenkomsten Invulling docentbijeenkomsten portfolio dr. Aletta Jacobs College
Bijeenkomst 11,12
Schooljaar 2006/2007
Bijeenkomst 13,14
Bijeenkomst 1
Introductie Portfolio docenten groep 3 Bespreken leeswijzers Coachingsgesprekken
Evaluatie vragenlijsten Het voeren van coachingsgesprekken
Bijeenkomst 15,16
Bijeenkomst 2,3
Het omzetten van coachingsgesprekken en startdocument in een handelingsplan Bijeenkomst 4,5,6
Het omzetten van coachingsgesprekken in een IOP. Werken met het IOP. Evaluatie van het werken met een IOP
Bijeenkomst 7,8
Hoe kom ik erachter wie ik ben? Project: Ik jij en de ander uitvoeren.
Bijeenkomst 9,10
Invulling van het hoofdstuk: Wie ben ik? Interview door / met de leerling zelf maken. Interview houden met de eigen ouders / cq broer of zus
Evaluatie 1e IOP Evaluatie Interview Maken 2e IOP
Werken met IOP en startdocument Bijeenkomst 17
Overdracht Portfolio groep 3 Maken van een 3e IOP om mee te kunnen starten in groep 2 en 3 (doorgaande lijn)
Internet sites: http://www.aletta.nl http://www.school4job.nl/Projecten/pro_rec/ Deelprojecten/alettajacobsportfolio_artikel.html http://e-portfolio.kennisnet.nl/