Zwijsen
lijsterbij 1 en 2 & de basisspellinggids t o e l i c h t i n g
Auteurs Betty Cranshoff Johan Zuidema
1e versie (december 2008)
Lay-out en dtp Hans van Loon
www.zwijsen.nl www.zininspelling.nl
© Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg
Projectgroep Uitgeverij Zwijsen Jeske Heezemans (redactie) Miranda van Zeelst (bureauredactie) Tony Riboch (vormgeving) Huub Lucas (uitgever)
jaargroep
A
B
C
D
E
4
5
6
7
8
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geauto matiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compi latiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro). Alle hier genoemde uitgaven volgen de officiële spelling, zoals in oktober 2005 is vastgelegd.
Inhoud Inleiding
2
1. Materialen
3
2. Doelstellingen 2.1 Spellingonderwijs in jaargroep 4 2.2 Spellingonderwijs in jaargroep 5-6 2.3 Spellingonderwijs in jaargroep 7-8
4 4 4 4
3. Kenmerken van Lijsterbij 1, 2 en de Basisspellinggids 3.1 Lijsterbij 1 3.2 Lijsterbij 2 3.3 De Basisspellinggids
5 5 6 8
4. Kenmerken van de werkboeken en de antwoordenboeken 4.1 Werkboek en antwoordenboek bij Lijsterbij 1 4.2 Werkboek en antwoordenboek bij Lijsterbij 2 4.3 Werkboek en antwoordenboek bij de Basisspellinggids
11 11 12 12
© Uitgeverij Zwijsen B.V.
Inleiding Lijsterbij 1, 2 en de Basisspellinggids vormen een serie spellinggidsen die gericht voor het basisonderwijs zijn ontwikkeld. Elk van deze gidsen is inhoudelijk afgestemd op de leerdoe len die gelden binnen het spellingonderwijs van de basisschool. De woordenlijsten zijn zorgvuldig samengesteld op basis van teksten die geschreven zijn voor kinderen (taal- en lees boeken). De woordenlijsten zijn gecontroleerd en aangevuld met woorden uit bestaande lijs ten voor de specifieke leeftijdsgroepen. Bij de uitleg van de spellingregels van het Nederlands staat in de spellinggidsen het didactische doel centraal. Lijsterbij 1, 2 en de Basisspellinggids bieden een aanvulling op de gebruikte spellingmethode waar het gaat om het stimuleren van het ge bruik van opzoekstrategieën en het ontwikke len van een spellinggeweten bij leerlingen. De delen van de Lijsterbij en de Basisspelling gids sluiten op elkaar aan, met een toenemen de complexiteit per deel. Lijsterbij 1 is direct bruikbaar in jaargroep 4 en veronderstelt geen oefening vooraf, zoals het leren van het alfabet. De letterrups die op elk blad staat, helpt bij het zoeken. Handig is dat leerlingen ook op klank kunnen zoeken: bij ‘sirkus’ vind je ‘je zegt sirkus; schrijf circus’, bij ‘kaktus’ staat een verwijzing naar ‘cactus’. Als leerlingen met Lijsterbij 1 hebben gewerkt,
zijn ze al voor een deel ingewijd in het gebruik van Lijsterbij 2. De leerlingen merken dat de manier van opzoeken in de tweede Lijsterbij net zo is ingericht als in de eerste. Ze ervaren bovendien dat je in Lijsterbij 2 vervoegde vor men van het werkwoord kunt vinden bij de woordenboekvorm en dat je meervouden en verkleinvormen van zelfstandig naamwoorden vindt bij het enkelvoud. Vanaf Lijsterbij 2 wor den de leerlingen bij het opzoeken ook gehol pen door de drieletterblokjes die in de lijst zijn opgenomen als de derde letter van een woord verandert. Bij de stap van Lijsterbij 2 naar de Basisspelling gids is er weer veel overeenkomst in de manier van opzoeken. Het zoeken op klank is sterk uitgebreid, waardoor de correcte spelling van veel moeilijke (leen)woorden gemakkelijk vind baar is. Nieuw is de uitgebreide inleiding in de spellingregels van het Nederlands. Deze uitleg is zeer compleet, en bevat dus alle 75 spelling categorieën die in het basisonderwijs aan bod komen. Bij elk van de spellinggidsen is ook een werk boek ontwikkeld waarmee de leerlingen zelf standig leren te navigeren in de spellinggids van hun niveau. Eerst leren ze handig te zoe ken, later zijn de opdrachten in de werkboekjes meer gericht op de inhoud van de spellingpro blemen. Met de bijbehorende antwoordenboe ken kunnen leerlingen zelf hun werk nakijken.
© Uitgeverij Zwijsen B.V.
1. Materialen Rond de spellinggidsen is een overzichtelijk materialenpakket ontwikkeld. We onderscheiden de volgende materialen:
Antwoordenboeken Antwoordenboek bij het werkboek bij Lijsterbij 1 jaargroep 4
Lijsterbij 1, 2 en de Basisspellinggids Lijsterbij 1 jaargroep 4
Antwoordenboek bij het werkboek bij Lijsterbij 2 jaargroep 5-6
Lijsterbij 2
jaargroep 5-6
Antwoordenboek bij het werkboek bij de Basisspellinggids jaargroep 7-8
Basisspellinggids
jaargroep 7-8
Werkboeken Werkboek bij Lijsterbij 1
jaargroep 4
Werkboek bij Lijsterbij 2
jaargroep 5-6
Werkboek bij de Basisspellinggids jaargroep 7-8
Toelichting De toelichting die u nu voor u heeft, geeft u informatie over Lijsterbij 1, 2 en de Basisspel linggids en de drie bijbehorende werkboeken. U vindt er een overzicht van de bijzondere kenmerken van Lijsterbij 1, 2 en de Basisspel linggids waarmee deze spellinggidsen zich onderscheiden van de naslagwerken die voor volwassenen zijn bedoeld.
© Uitgeverij Zwijsen B.V.
2. Doelstellingen Leerlingen leren zelfstandig moeilijke woorden op te zoeken in Lijsterbij 1, 2 en de Basisspel linggids en gebruik te maken van tips, sche ma’s en spellingregels. Ze ervaren het nut van een woordenlijst voor spelling, onder meer bij het controleren van hun schrijfwerk. De onder steuning die de spellinggidsen bieden, beperkt zich niet tot de spellinglessen.
kippenhok, ziekenhuis, hoogtepunt en er is aan dacht voor de spelling van die klank in woorden als regenen, jarig, vrolijk. De onderwerpen ei of ij; au of ou; ch of g worden uitgebreid. Met de afwijkende spelling van frequente leenwoorden en vreemde woorden krijgen de leerlingen ook steeds vaker te maken: insect, computer, taxi, circus, baby.
2.1 Spellingonderwijs in jaargroep 4
2.3 Spellingonderwijs in jaargroep 7-8
Leerlingen weten al dat klanken verbonden worden met letters. Ze breiden hun kennis nu uit. Behalve om eenvoudige klank-letterom zettingen gaat het om alle gangbare clusters van medeklinkers, aan het begin en einde van een lettergreep: blaf, straf, schrap, hert, denkt, herfst. Ook bij de klinkers worden lange clus ters behandeld: mooi, nieuw, sneeuw. Andere onderwerpen zijn: de eind-d die als t wordt uitgesproken: hond, mand; de eind-b die als p wordt uitgesproken: schub, krab; ei of ij; au of ou; ch of g en de niet-geschreven stomme e in half en scherm.
Het hoofdonderwerp is de werkwoordspel ling. Deze wordt aangeleerd met een algoritme waarin de grammaticaal bepaalde beslissings stappen worden doorlopen. Het algoritme kan eventueel worden ingekort tot een checklist van moeilijke gevallen. De leerlingen wor den alert bij lastige homofonen als: verbrand - verbrandt, gelooft - geloofd, erkent - erkend, verwachtten - verwachte. Enkele spellingon derwerpen zijn nieuw, zoals de tussen-s in sa menstellingen: stationschef, kapperszaak; klin kerbotsingen: auto-ongeval, ruïne; het gebruik van de apostrof: piano’s, baby’tje. Alle andere onderwerpen worden herhaald.
2.2 Spellingonderwijs in jaargroep 5-6 Het belangrijkste thema is de kwestie van de open of gesloten lettergrepen: bom - bommen; boom - bomen. De schrijfwijze van de stomme e in samenstellingen wordt eveneens behandeld:
Aan het einde van de basisschool hebben de leerlingen kennisgemaakt met het complete Nederlandse spellingsysteem, dat kan worden samengevat in 75 spellingcategorieën.
© Uitgeverij Zwijsen B.V.
3. K enmerken van Lijsterbij 1, 2 en de Basisspellinggids In Lijsterbij 1, 2 en de Basisspellinggids kunnen leerlingen de spelling van woorden opzoeken en regels bestuderen. Stap voor stap leren ze om te gaan met de eigenschappen van een woordenboek en Lijsterbij 1, 2 en in het bijzon der de Basisspellinggids. Hieronder wordt, telkens in dezelfde volgorde, een karakterisering gegeven van de spelling gidsen. Er wordt aandacht besteed aan de over eenkomsten en verschillen, en de opklimmende complexiteit van de drie uitgaven.
3.1 Lijsterbij 1 In Lijsterbij 1 worden de basisprincipes van een alfabetisch geordend naslagwerk aangeleerd. De woordenschat (het lexicon) van deel 1 is beperkt, maar toch heel compleet voor de beoogde leef tijdsgroep. De presentatie van de gegevens is eenvoudig. Inrichting van Lijsterbij 1 • gebruiksaanwijzing • alfabetische woordenlijst, met illustraties en de letterrups • handige rijtjes (zie onder Extra informatie) • verantwoording Omvang en aard van de woordenlijst • 3000 trefwoorden, geselecteerd uit: - Nieuwe streeflijst woordenschat voor 6-jarigen, geschreven door G.A. Kohnstamm en anderen, uitgegeven door Swets & Zeitlin ger te Lisse - Woorden in het basisonderwijs, geschreven door W. Schrooten en A. Vermeer, uitgege ven door Tilburg University Press - Basiswoordenboek van de Nederlandse taal, geschreven door M. Huijgen en M. Ver burg, uitgegeven door Educatieve Partners Nederland bv te Houten en Van Dale Lexi cografie bv te Utrecht/Antwerpen
- De genoemde woordenlijsten zijn aange vuld met woorden uit taal- en leesboeken voor kinderen. Extra informatie (ook buiten het domein van de spelling) • dierenverhaaltjes bij alle letters, waarin de let ter in allerlei posities voorkomt en ook de met die letter corresponderende uitspraak varieert • lidwoorden vóór het trefwoord • frequent gebruikte vervoegde en verbogen vormen • voorbeeldzinnen bij de woordenboekvorm van werkwoorden • korte context (waar nuttig) om het gebruik van woorden toe te lichten • tips waarin extra aandacht wordt geschon ken aan moeilijke woorden (met soms een verwijzing naar een tip op een andere blad zijde) • uitspraakaanwijzing bij leenwoorden: ‘de lolly (je zegt: lollie)’; ‘het horloge (je zegt: horloozje)’; de uitspraakaanwijzing is niet nodig als er al een klankverwijzing staat, zoals aan gegeven onder het kopje Hulp bij het vinden van woorden • handige rijtjes met de namen van dagen, maanden en seizoenen, de getallen voluit geschreven: 0 - 10, 10 - 20, 10 - 1000 Werkwoordspelling • PV’s van frequent gebruikte werkwoorden • dt-problemen worden niet behandeld Hulp bij het vinden van woorden • alfabetische ordening • begin van een nieuwe letter altijd op een linkerbladzijde • speciale, voor de Lijsterbij ontworpen ‘letter rups’, waardoor een leerling het alfabet niet hoeft te kennen om de Lijsterbij te kunnen gebruiken
© Uitgeverij Zwijsen B.V.
• groene lijntjes om de overgang naar een andere tweede letter te markeren; tussen twee lijntjes hebben alle woorden hetzelfde woordbegin (van twee letters) • typografisch onderscheid: trefwoorden (woordenboekvormen) zijn vetgedrukt, ver voegde werkwoordsvormen zijn vet-cursief, klankverwijzingen zijn groen • vermelding van meervouden bij de woorden boekvorm en als zelfstandige ingang (met een verwijzing naar de woordenboekvorm): ‘twee hazen (één haas)’ • vermelding van onregelmatige vervoegingen als zelfstandige ingang (met een verwijzing naar de woordenboekvorm): ‘ik dacht steeds aan jou (denken)’ • klankverwijzing bij leenwoorden die bij naïeve spelling niet op hun alfabetische plaats te recht zouden komen: bij ‘kerreven’ vind je ‘je zegt kerreven; schrijf caravan’, bij ‘doesj’ vind je ‘je zegt doesj; schrijf douche’ Extra hulp bij verwarbare woorden • tips op de linkerbladzijde (op de rechterblad zijde bij het betreffende woord aangegeven met een groen ‘bordje’) waarin extra aan dacht wordt geschonken aan moeilijke woor den (met soms een verwijzing naar een tip op een andere bladzijde: groen bordje met een cijfer) Presentatie • speels en luchtig • links vooral plaatjes, rechts tekst • grote letters • alfabetische woordenlijst in twee kolommen • geen bladzijdenummers, de leerlingen moe ten hun weg vinden met het alfabet (alleen de tips zijn genummerd, om in noodgevallen direct naar een bladzijde te kunnen verwijzen)
3.2 Lijsterbij 2 In Lijsterbij 2 is het lexicon sterk uitgebreid ten opzichte van Lijsterbij 1. Ook wordt er achter in de gids extra uitleg over spelling gegeven. Inrichting van Lijsterbij 2 • gebruiksaanwijzing en inhoudsoverzicht • alfabetische woordenlijst, met illustraties en de letterrups • extra uitleg over spelling (zie onder Extra informatie) • verantwoording Omvang en aard van de woordenlijst • 17.500 trefwoorden uit: - het lexicon van Lijsterbij 1 (het gehele lexi con is opgenomen) - de bronnen zoals genoemd bij Lijsterbij 1 Extra informatie (ook buiten het domein van de spelling) • lidwoorden vóór het trefwoord • genusaanduiding bij zelfstandig naamwoor den, in blauw-superieure letters (om het woordbeeld niet te verstoren): - ‘vrouwelijk’ is aangegeven (v), ‘mannelijk’ zijn de overige ‘de’-woorden - ‘meestal meervoud’ is aangegeven (mv) - ‘persoon’ is aangegeven (p) • samenstellingsgrenzen bij woordenboekvor men, aangegeven met een halfhoog blauw puntje (om het woordbeeld niet te verstoren) • minstens één samenstellingsvoorbeeld bij woorden die gemakkelijk aan andere woor den te koppelen zijn tot een samenstelling • vermelding van redelijk frequent voorko mende vervoegde en verbogen vormen bij de woordenboekvorm, bij voorkeur in een korte context; woordvormen met een speciale spellingmoeilijkheid zijn altijd opgenomen, ook als ze minder frequent voorkomen, zeker bij dt-problemen
© Uitgeverij Zwijsen B.V.
• symbolen van het ‘klaverblad’ bij woorden met open en gesloten lettergrepen, bij de woordenboekvorm en de vervoegde en ver bogen woordvormen: - mat B korte klank, één lettergreep - matten C korte klank, twee lettergrepen - maat D lange klank, één lettergreep - maten E lange klank, twee lettergrepen (voor meer uitleg over het klaverblad: zie bladzijde 320 van Lijsterbij 2) • onderstreping van spellingmoeilijkheden: dt-problemen, c’s of k’s bij leenwoorden (maar spaarzaam toegepast als de eerste let ter een c, q, x of y is), dubbele medeklinkers op samenstellingsgrenzen, uitzonderlijke schrijfwijze van verbindingsklanken, nietuitgesproken letters, woorden op iën, ieën, isch, et cetera • vaak een korte context om het gebruik van trefwoorden toe te lichten • kaders bij homofonie, op hun alfabetische plaats opgenomen in de woordenlijst: lootjes – loodjes, beleefd – beleeft, lied – liet, rat – rad, noot – nood • kaders met toelichting over spelling, op hun alfabetische plaats opgenomen in de woordenlijst: de hoofdletter (+ voorbeelden + Hoofdletters staan aan het begin van de zin. Eigennamen schrijf je met een hoofdletter.); de breuk, lastige breuken (+ voorbeelden + Je schrijft teller en noemer los.) • schema’s en lijsten voor de presentatie van spellingonderwerpen (in plaats van een taal kundige omschrijving) op bladzijde 314-335: - de klanken van de Nederlandse taal: de klinkers - de klanken van de Nederlandse taal: de medeklinkers - de letters van het alfabet geven klanken weer - enkel of dubbel? Het klaverblad helpt - aan het einde d of t? Langer maken!
aan het einde b of p? Langer maken! aan het einde g of ch? Langer maken! v verandert in f f verandert in v of ff? z verandert in s s verandert in z of ss (of blijft s)? samenstellingen verkleinwoorden staande uitdrukkingen bij leenwoorden gebeuren soms vreemde dingen - hoofdletters - leestekens - werkwoorden - - - - - - - - - -
Werkwoordspelling • uitgeschreven werkwoordrijtjes bij de woor denboekvormen (cursief), vaak met een kor te context (afhankelijk van het werkwoord en de spellingmoeilijkheden: hoofdtijden of volledig uitgeschreven rijtjes) • onderstreping van dt-problemen Hulp bij het vinden van woorden • alfabetische ordening • begin van een nieuwe letter altijd op een rechterbladzijde • illustraties op de eerste bladzijde van een letter • de letterrups • drieletterblokjes met blauwe lijntjes om de overgang naar een andere derde letter te markeren; tussen twee van zulke drielet terblokjes hebben alle woorden hetzelfde woordbegin (van drie letters) • typografisch onderscheid: trefwoorden (woordenboekvormen) zijn vetgedrukt, vervoegde werkwoordsvormen zijn cursief, klankverwijzingen zijn blauw-vet • vermelding van bijzondere vervoegde en ver bogen vormen als zelfstandige ingang, met een verwijzing naar de woordenboekvorm:
© Uitgeverij Zwijsen B.V.
hield, hielden → houden; scheepje → schip; alleen als de vorm niet te vinden is op zijn alfabetische plaats • klankverwijzing bij leenwoorden die bij naïeve spelling niet op hun alfabetische plaats zou den komen: bij ‘krekker’ vind je cracker, bij ‘korrek’ staat correct, correctie, bij ‘sim’ staat symbool, symfonie, sympathie, sympathiek; de klankverwijzing is kort gehouden, om te voorkomen dat foute woordbeelden ont staan, er staan juist voldoende ‘klankgrepen’ om de verwijzing op de juiste alfabetische plaats te kunnen vinden; bij voorziene uitspraakvariatie zijn varianten van de klankweergave opgenomen (eventu eel zelfs op meer dan twee plaatsen), je kunt op die manier zeker zijn dat je het woord vindt Extra hulp bij verwarbare woorden • onderstreping van spellingmoeilijkheden • betekenisaanduidingen bij homofone woor den • kaders met homofone woordparen • context bij woorden, bij de woordenboek vorm en ook bij de verbogen en vervoegde vormen Presentatie • groter formaat • vrij zakelijk • links en rechts tekst • minder illustraties • kleinere letters, vollere bladzijden • alfabetische woordenlijst in twee kolommen • alle metatalige informatie: samenstellings grenzen, klankverwijzing, genusaanduiding en drieletterblokjes, in blauw • klaverblaadjes als aanduiding van open of gesloten lettergrepen • werkwoordsvervoeging cursief
3.3 De Basisspellinggids In de Basisspellinggids is het lexicon ten op zichte van Lijsterbij 2 uitgebreider, vooral door toevoeging van extra leenwoorden. Voorafgaand aan de Alfabetische woordenlijst is er een complete beschrijving van het Neder landse spellingsysteem. In deze beschrijving zijn de 75 spellingcategorieën geweven die voor het onderwijs van belang zijn: elk onderwerp mondt uit in een spellingcategorie. Verder zijn diverse onderwerpen in overzichte lijke schema’s uitgewerkt. Inrichting van de Basisspellinggids • inhoudsoverzicht • gebruiksaanwijzing • spellingplattegrond, waar aan de hand van het schrijfvoorschrift de juiste spellingcate gorie wordt gevonden (met verwijzing naar de bladzijde waar dit wordt behandeld) • overzicht van alle 75 spellingcategorieën van het Nederlands, telkens met voorbeelden • spellingregels van het Nederlands (zie onder Extra informatie), uitmondend in de spelling categorieën • alfabetische woordenlijst, met geïntegreerde verklarende woordenlijst en tips bij homo fone vormen • op elke rechterbladzijde van de alfabetische woordenlijst staat het alfabet • verantwoording • werkwoordenschema (op de kaft (achter zijde)) • cd-rom met de complete Alfabetische woor denlijst uit de Basisspellinggids Omvang en aard van de woordenlijst • ruim 22.000 trefwoorden uit: - het lexicon van Lijsterbij 1 en 2 (de gehele lexica zijn opgenomen) - de bronnen zoals genoemd bij Lijsterbij 1 en Lijsterbij 2
© Uitgeverij Zwijsen B.V.
Extra informatie (ook buiten het domein van de spelling) • de extra informatie die in de alfabetische woordenlijst van Lijsterbij 2 is opgenomen staat ook in de Basisspellinggids, met als bijzonderheden: - de klaverblaadjes en de kaders met homo fone vormen zijn weggelaten - er zijn meer kaders met toelichting over spelling - de opname van extra leenwoorden resul teert in veel meer klankverwijzingen - met een teken (⊕) achter de woorden boekvorm wordt in de alfabetische lijst verwezen naar de aparte lijst ‘bijzondere werkwoorden, leenwoorden’, waarin alle vervoegingen bijeen staan • systematische bespreking van het complete regelsysteem van de Nederlandse spelling, consequent behandeld vanuit het spelling probleem naar het spellingvoorschrift (soms voorzien van een schematische weergave), telkens uitmondend in een van de 75 spel lingcategorieën: - de spelling van Nederlandse klanken: klin kers en medeklinkers, bij inheemse woor den en bij leenwoorden - open en gesloten lettergrepen - de herkomst van een woord bepaalt de spelling - het principe van de constante spelling van woorddelen - tussenklanken in samenstellingen - werkwoorden (inclusief lijsten met ver voegingen van onregelmatige werkwoor den en leenwoorden) - spelling van meervoudsvormen, verklein woorden en bezitsvormen - botsende klinkers: streepjes, trema’s of niets
- bijzondere samenstellingen: aaneenschrij ven, met streepjes, met trema’s of los - afkortingen, letterwoorden, cijfers, sym bolen en weglatingen - hoofdletters en leestekens - afbreken van woorden Werkwoordspelling • uitgeschreven werkwoordrijtjes bij de woor denboekvormen (cursief), vaak met een kor te context (afhankelijk van het werkwoord en de spellingmoeilijkheden: hoofdtijden of volledig uitgeschreven rijtjes) • onderstreping van dt-problemen • bij leenwoorden staat een verwijsteken (⊕) dat verwijst naar de aparte lijst ‘bijzondere werkwoorden, leenwoorden’ met vervoegin gen, op bladzijde 80-83 • uitgebreid werkwoordenschema op de kaft (achterzijde) • kort werkwoordenschema op bladzijde 71 • uitgebreide uitleg van het systeem van de werkwoordspelling • speciale aandacht voor ‘valkuilen’: homofo nen die geen homografen zijn Hulp bij het vinden van woorden • de hulp die bij het vinden van woorden in de alfabetische woordenlijst van Lijsterbij 2 is geboden, staat ook in de Basisspellinggids, met als bijzonderheden: - op elke rechterbladzijde van de alfabetische woordenlijst staat verticaal gedrukt het alfabet, waardoor per letter blauwe blokjes zichtbaar worden op de lange zijde van het boek; zo ontstaat een snelzoeksysteem - bij leenwoorden wordt verwezen naar de lijst ‘bijzondere werkwoorden, leenwoor den’ - er zijn geen illustraties
© Uitgeverij Zwijsen B.V.
Extra hulp bij verwarbare woorden • onderstreping van spellingmoeilijkheden • betekenisaanduidingen bij homofone woor den • context bij woorden, bij de woordenboek vorm en ook bij de verbogen en vervoegde vormen • waarschuwing voor veel gemaakte fouten bij specifieke spellingonderwerpen
10
Presentatie • volwassen, maar kindvriendelijk (er staan weliswaar extra moeilijke woorden in de lijst maar een leerling zoekt daar doorgaans niet naar, de leerling grijpt in elk geval niet mis) • links en rechts tekst, zonder illustraties, ver der vergelijkbaar met Lijsterbij 2
© Uitgeverij Zwijsen B.V.
4. Kenmerken van de werkboeken en de antwoordenboeken Lijsterbij 1, 2 en de Basisspellinggids bieden veel hulp bij het schrijven. Tijdens het doorwerken van de werkboeken ervaren de leerlingen op allerlei manieren hoe de spellinggidsen functi oneel zijn bij het schrijven, ook buiten de spel linglessen om. In de werkboeken worden de volgende picto grammen gebruikt: Luister goed. Kruis het goede antwoord aan. Verbind met lijnen. Schrijf je antwoord op. Kleur het goede antwoord. Omcirkel het goede antwoord. Teken je antwoord. Zet een streep onder het goede antwoord.
De leerlingen leren handig te zoeken in Lijster bij 1. De eerste letter vinden ze met de letter rups, die in kleur in de rechterbovenhoek staat. Als de gezochte letter onder de hoek staat, moet de leerling verder bladeren, als de letter links van de hoek staat, moet de leerling terug. Bij het vinden van de tweede letter helpen de dunne lijntjes. Die lijntjes staan overal in de lijst waar de tweede letter verandert. Op speelse wijze leren de leerlingen de woorden te vinden in de Lijsterbij. Ze zoeken woorden bij plaatjes en schrijven deze over. Ze zoeken woorden op hun alfabetische plaats met de letterrups en zetten zelf rijtjes woorden in alfa betische volgorde. Ze maken kennis met tips, die aangeven dat sommige woorden op elkaar lijken - hier moet je dus extra opletten. Ze zoe ken ook lidwoorden, meervouden van woorden en verkleinwoorden op. Ze schrijven woorden over met een bepaald spellingprobleem en vul len ontbrekende letters in. Ze maken kennis met het systeem van klankverwijzing. Verder gebruiken ze de rijtjes achter in de Lijsterbij. Op elke linkerbladzijde van het werkboek staat onderaan in een gekleurd vlak de samenvatting van het belangrijkste van dit blad. De rechter bladzijde is een wat vrijere toepassing van wat er links geïntroduceerd is. Om het schrijven van letters van constante grootte te ondersteunen zijn de invullijnen dubbel uitgevoerd.
Zet een streep door het foute antwoord.
4.1 Werkboek en antwoordenboek bij Lijsterbij 1
Kijk in de Lijsterbij. Kijk in de Basisspellinggids.
Bij elk werkboek hoort een antwoordenboek. De antwoordenboeken zijn identiek aan de werkboeken, maar dan ingevuld. De antwoor den zijn in kleur gedrukt. Als er meerdere ant woorden mogelijk zijn, is dit aangegeven. Als er geen plaats is voor alle alternatieven, dan staat er bijvoorbeeld boven het gegeven antwoord.
De leerlingen kunnen hun werk zelf controleren met behulp van het antwoordenboek bij het werkboekje.
© Uitgeverij Zwijsen B.V.
11
4.2 Werkboek en antwoordenboek bij Lijsterbij 2 Kort wordt het geleerde over het alfabet her haald met de letterrups. Nieuw zijn de drie letterblokjes met de gekleurde lijntjes, deze vergemakkelijken het zoeken in de omvangrijke alfabetische lijst van Lijsterbij 2. Er is ook aan dacht voor een verschillende vierde of volgende letter van woorden in relatie met hun alfabeti sche plek. Het vinden van vreemde en leenwoorden in de alfabetische woordenlijst wordt vergemak kelijkt door de mogelijkheid om te zoeken op uitspraak. Als woorden (bijna) hetzelfde klinken, staat er een betekenisaanduiding in de lijst. Er zijn in Lijsterbij 2 weer tips, bij homofone woorden als bied – biet of wij – wei, deze staan nu in blauwe kaders in de alfabetische woordenlijst. De leer lingen worden ook geattendeerd op spelling moeilijkheden door streepjes onder woorden of letters, zoals goochel·truc, misschien, signaal. Het werkboek bij Lijsterbij 2 is al meer echt op de inhoud van de spellingproblemen gericht. Aan de hand van het ‘klaverblad’ wordt geoefend met open en gesloten lettergrepen: bom B - bommen C; boom D - bomen E. De leerlingen ervaren de steun van de klaverblaadjes achter de woorden in de Lijsterbij. Ze schrijven de woorden en kleuren de juiste klaverblaadjes. Zo worden niet alleen de woorden geoefend, maar leren ze ook het systeem dat erachter schuilt. De werkwoordsvormen beginnen ze ook te schrijven. Nog niet door expliciet het systeem van de werkwoordspelling toe te passen, maar wel door werkwoordsvormen in de Lijsterbij op te zoeken. Bij de woordenboekvorm van de
12
werkwoorden staan ook vervoegde vormen. Ze oefenen met de verwijzingen in de Lijsterbij om de vervoeging van onregelmatige verleden tijden te herleiden tot de juiste woordenboekvorm. De opbouw van samenstellingen, zonder tus senklank, met e(n) en met s in het midden, is in de Lijsterbij aangegeven met een halfhoog blauw puntje. Leerlingen krijgen zo inzicht in de woordstructuur, waarna ze kiezen welk schrijfvoorschrift er van toepassing is. Een schema helpt ze hierbij, in het werkboek staan oefeningen om er ervaring mee op te doen. De opdrachten in het werkboek zijn heel geva rieerd. Leerlingen moeten woorden invullen en overschrijven en puzzels oplossen. De oefenstof loopt uiteen van werkwoorden en klaverblad woorden tot woorden met trema’s. Er is ook voldoende aandacht voor het schrijven van frequent gebruikte leenwoorden. Op de linkerbladzijden van het werkboek staat in blauwe vakken de theorie die van toepassing is bij het blad. De rechterbladzijde is een wat vrijere toepassing van wat er links geïntrodu ceerd is. De leerlingen kunnen hun werk weer zelf con troleren met behulp van het antwoordenboek bij het werkboekje.
4.3 Werkboek en antwoordenboek bij de Basisspellinggids In de Basisspellinggids is er naar verhouding veel meer plaats ingeruimd voor spellingregels. De leerlingen leren met behulp van de platte grond snel de juiste spellingregel te vinden. Ze kunnen ook via de inhoudsopgave of de informatieve kaders uit de alfabetische woor denlijst bij de gewenste informatie komen. In deze kaders worden de termen verklaard die gekend moeten worden volgens de leerplannen, en ook overige begrippen die iets met spelling
© Uitgeverij Zwijsen B.V.
te maken hebben, zijn hier toegelicht. In het werkboek worden de hoofdstukken over de spellingregels geïntroduceerd en wordt er prak tisch mee geoefend. Alle eerder behandelde spellingproblemen ko men opnieuw aan de orde, meestal in meer de tail. De leerlingen merken dat de Basisspelling gids heel uitgebreid is, het hele Nederlandse spellingsysteem wordt in dit boek behandeld. Er wordt uitgebreid gewerkt met het werkwoor denschema van de achterzijde. De woorden die de leerlingen schrijven, zijn vaak van een pittig niveau. Zonder de Basis spellinggids als steun zou het niet redelijk zijn om van de leerlingen dit niveau te vragen. Het nut van het opzoeken van woorden waarbij je twijfelt over de spelling, komt zo opnieuw naar voren.
In het werkboek bij de Basisspellinggids zijn diverse oefenvormen opgenomen. Leerlingen vullen bijvoorbeeld gatenteksten in, rubriceren spellingproblemen per categorie, kiezen het juiste woord uit homofonen of vullen puzzels in. Het opzoeken en schrijven van vreemde woorden wordt geoefend met de alfabetische woordenlijst. De werkwoordspelling komt uit gebreid aan bod, het werkwoordenschema (op de achterzijde van de Basisspellinggids) krijgt daarbij volop aandacht. Op de linkerbladzijden van het werkboek staat in gekleurde vakken de theorie die van toepas sing is bij het blad. De rechterbladzijde is een wat vrijere toepassing van wat er links geïntro duceerd is. De leerlingen kunnen hun werk zelf controleren met behulp van het antwoordenboek.
© Uitgeverij Zwijsen B.V.
13