Zorgbehoevend zorgvastgoed? Onderzoek naar de woon- en zorgbehoeften van zorgbehoevende ouderen in woonzorgvastgoed R.H.J. (Ruben) Peeters
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
ii
Colofon Zorgbehoevend zorgvastgoed? een onderzoek naar de woon- en zorgbehoeften van zorgbehoevende ouderen in woonzorgvastgoed
Persoonlijke informatie R.H.J.(Ruben) Peeters - 0629397 Master student Architecture, Building and Planning Mastertrack Real Estate Management & Development Technische Universiteit Eindhoven
Project informatie Afstudeerproject Real Estate Management and Development (7UU37)
Afstudeerbegeleiding Technische Universiteit Eindhoven Dr. ir. P.E.W. (Pauline) van den Berg, Universitair Docent Dr. W.J.M. (Wim) Heijs, Universitair Hoofddocent Royal HaskoningDHV Bart Brink MSc, Business Development Director Buildings René Dahmen MSc, Director Advisory Group Buildings
Datum 21-10-2013
Afbeelding voorpagina: De Luwte Amstelveen
iii
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
iv
Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting Summary
Hoofdstuk 1: Probleembeschrijving 1.1 Aanleiding 1.2 Doelstelling 1.3 Probleemstelling 1.4 Relevantie 1.5 Royal HaskoningDHV 1.6 Onderzoeksopzet 1.7 Leeswijzer
1 3 9
14 15 16 18 19 19 20 21
Hoofdstuk 2: Veranderingen voor de zorgsector
22
2.1 Vergrijzing 2.1.1 Toename van het aantal oudere ouderen 2.1.2 Toename van het aantal alleenstaanden 2.1.3. Toename van het aantal zorgbehoevende ouderen 2.1.4 Regionale verschillen 2.2 Veranderende zorgzwaarte 2.2.1 Zorgzwaartepakketten 2.2.2 Toename van de zorgzwaarte 2.2.3 Regionale verschillen 2.3 Veranderende achtergronden 2.4 Veranderingen in het beleid 2.4.1 Geschiedenis van de sector Verpleging en Verzorging 2.4.2 Huidige beleidsontwikkelingen 2.4.3. Het welzijn van de ouderen 2.5 Conclusie
23 23 24 25 25 26 26
Hoofdstuk 3: Theorie: de woon- en zorgbehoeften
36
3.1 Relevantie van behoeften 3.2 Behoeften 3.2.1 Algemene levensbehoeften 3.2.2. Behoeften ten aanzien van gebruiksprocessen in gebouwen 3.2.3 Woonbehoeften van ouderen 3.3 Woon- en zorgbehoeften van intramuraal wonende ouderen 3.3.1 De onderzoeken 3.3.2 Integratie 3.4 Conclusie
28 29 29 30 32 33 34
37 38 38 38 39 45 45 48 52
Hoofdstuk 4: Veldwerk: Concretisering en aanvulling van de woon- en zorgbehoeften 4.1 Opzet 4.2 Resultaten interviews 4.2.1 Fysiologische woon- en zorgbehoeften 4.2.2 Sociale woon- en zorgbehoeften 4.2.3 Psychologische woon- en zorgbehoeften 4.2.4 Functionele woon- en zorgbehoeften 4.3 Conclusie
54 55 57 57 62 64 68 73 v
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
Hoofdstuk 5: Veldwerk: De gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed en de verschillen tussen ouderen 5.1 Opzet 5.1.1 Gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed 5.1.2 Verschillen tussen ouderen 5.2 Resultaten: koppeling van de behoeften, de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed en de verschillen tussen ouderen 5.2.1. Fysiologisch 5.3 Suggestie voor groepen zorgbehoevende ouderen 5.3.1 Doelgroepen op basis van verschillen tussen ouderen 5.3.2 Bepaling doelgroepen 5.4 Conclusie
Hoofdstuk 6:Vertaling naar checklists 6.1 Gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed 6.2 Checklists 6.2.1 Checklist doelgroep 1 ‘alleen een somatisch ziektebeeld’ 6.2.2 Checklist doelgroep 2: ‘een psychogeriatrisch ziektebeeld’ 6.3 Evaluatie checklists 6.4 Conclusie
Hoofdstuk 7: Conclusies & aanbevelingen 7.1 Conclusies 7.2 Aanbevelingen 7,2,1 Beleid 7.2.2 Evaluatie eigen onderzoek 7.2.3 De methode USE (User Needs by Systematic Elaboration) 7.2.4 Vervolgonderzoek
75 76 77 79 79 110 110 112 115
118 119 119 120 124 125 127
128 129 131 131 131 133 133
Literatuur
136
Bijlagen
142
I: Behoeften ten aanzien van gebruiksprocessen in gebouwen volgens Aarts (2006) II: Interview guide ten behoeve van het veldwerk voor de behoeften van zorgbehoevende ouderen III: Overzicht behoeften (doelen en activiteiten) na veldwerk IV: Voorbeeld vragenlijst ten behoeve van aspecten van gebouwen en verschillen tussen mensen V: Overzicht activiteiten en aspecten van gebouwen en verschillen tussen mensen na veldwerk VI: Checklist gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed doelgroep 1: mensen met alleen een somatisch ziektebeeld VII:Checklist gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed doelgroep 2: mensen met psychogeria-trisch ziektebeeld
vi
74
Voorwoord In dit rapport zal ingegaan worden op de behoeften van de zorgbehoevenden ouderen met betrekking tot het woon- en zorgproces en de hieruit volgende gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed. Met het oog op onder andere de vergrijzing, de veranderingen in de weten regelgeving en de veranderende zorgbehoevende ouderen gaat er de komende jaren veel gebeuren met betrekking tot het woonzorgvastgoed. Voor deze veranderingen zou het uitgangspunt de oudere en hun behoeften moeten zijn. Dit rapport is geschreven in het kader van mijn afstudeeronderzoek van de studie bouwkunde, afstudeerrichting Real Estate Management & Development aan de Technische Universiteit Eindhoven. De daadwerkelijke uitvoering van het onderzoek heeft plaatsgevonden tijdens een stage bij het ingenieursbureau Royal HaskoningDHV. Het onderzoek is vanuit de universiteit begeleid door dr. ir. Pauline van den Berg en dr. Wim Heijs en vanuit Royal HaskoningDHV door Bart Brink MSc., Rene Dahmen MSc. en Ir. Jessica Roelofs. Ik heb de periode van mijn afstuderen als zeer leerzaam ervaren. Tevens heb ik me kunnen inzetten voor het bedrijf en ben ik met de praktijk in aanraking gekomen binnen een kantooromgeving en in de diverse verpleeghuizen die ik bezocht heb. Graag wil ik van de gelegenheid gebruik maken om een aantal mensen te bedanken. In de eerste plaats zou ik mijn begeleiders mevrouw Pauline van den Berg en de heer Wim Heijs van de Technische Universiteit Eindhoven willen bedanken voor de begeleiding, kritische blik en sturing. Daarnaast wil ik de heer Bart Brink, de heer Rene Dahmen en mevrouw Jessica Roelofs, van Royal HaskoningDHV, bedanken voor de mogelijkheid die zij mij geboden hebben om bij Royal HaskoningDHV te mogen afstuderen. Daarnaast uiteraard ook voor hun tijd, sturing en verdere medewerking aan mijn onderzoek. Ook gaat mijn dank uit naar de respondenten van de zorginstellingen en de belangenorganisaties. Deze medewerking heeft mij enorm geholpen. Een speciaal woord van dank wil ik richten tot mijn vriendin Brenda, mijn moeder Mirjam en mijn zus Selina voor hun steun, bemoediging en adviezen. Natuurlijk gaat er ook veel dank uit naar de rest van mijn familie, vrienden en collega’s voor hun begrip en belangstelling. Tot slot wens ik de lezer van deze scriptie alle kennis toe die ik heb opgedaan gedurende dit traject. Ruben Peeters, Eindhoven, oktober 2013
1
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
2
Samenvatting Dit onderzoek richt zich op de woon- en zorgbehoeften van zorgbehoevende ouderen met zorgzwaartepakket (ZZP) 5 en hoger en de bijbehorende gewenste aspecten van woonzorgvastgoed. Er zijn op dit moment veel veranderingen gaande die van belang zijn voor zorgbehoevende ouderen en hun woonomgeving. Om ook in de toekomst het welzijn van zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger en de kwaliteit van het woonzorgvastgoed te kunnen waarborgen, is het van belang dat op basis van woon- en zorgbehoeften van deze zorgbehoevende ouderen onderzocht wordt waar het woonzorgvastgoed aan dient te voldoen. Aan de Technische Universiteit Eindhoven is een methode ontwikkeld om woonbehoeften op een valide en betrouwbare wijze in kaart te brengen en vervolgens te koppelen aan de daarvoor vereiste gebouwprestaties. De methode (USE: User Needs by Systematic Elaboration) kan worden gebruikt voor het opstellen van Programma’s van Eisen, voor de evaluatie van gebouwen (Post Occupancy Evaluation) en voor het berekenen van de functionele gebruikswaarde van gebouwen of onderdelen daarvan. Deze methode wordt voor de eerste keer toegepast op de woon- en zorgbehoeften van zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger en de bijbehorende gewenste aspecten van woonzorgvastgoed. De volgende doelstelling is hiervoor opgesteld: Inzicht krijgen in de woon- en zorgbehoeften van zorgbehoevende ouderen met indicatie ZZP 5 of hoger, de daarbij horende gewenste aspecten van intramuraal woonzorgvastgoed en de invloed van de belangrijkste huishoudenskenmerken en structurele kenmerken op de relatie tussen deze behoeften en aspecten teneinde het welzijn van de intramuraal wonende zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 of hoger te verbeteren De bijbehorende deelvragen zijn als volgt geformuleerd: 1. Welke woon- en zorgbehoeften hebben zorgbehoevende huishoudens met ZZP 5 en hoger? 2. Welke gewenste aspecten van woonzorgvastgoed voor zorgbehoevende huishoudens met ZZP 5 en hoger horen daarbij? 3. Welke huishoudenskenmerken/structurele kenmerken van zorgbehoevende huishoudens met ZZP 5 en hoger hebben een invloed op de relatie tussen deze behoeften en aspecten en zijn naar aanleiding daarvan groepen te onderscheiden? 4. In hoeverre geven de gewenste aspecten uit dit onderzoek, vertaald naar checklists, een zo compleet mogelijk beeld van de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed in de praktijk?
Context Uit literatuuronderzoek blijkt dat het aantal zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger zal toenemen gedurende de komende 40 jaar. Nederland heeft te maken met een dubbele vergrijzing van de bevolking waarbij het aantal ouderen de komende jaren gaat groeien en het aantal 80-plussers toeneemt ten opzichte van het aantal 65-plussers. Het grootste aantal 80-plussers in Nederland zal na 2050 bereikt worden. In combinatie met een toename van de zorgzwaarte zal het aantal zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger de komende 40 jaar gaan toenemen. Daarnaast zullen de toekomstige zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger andere huishoudens- en structurele kenmerken hebben dan de zorgbehoevende ouderen van nu. Zo zullen ze over het algemeen meer te besteden hebben dan zorgbehoevende ouderen die nu in verpleeghuizen wonen, zal het opleidingsniveau van de toekomstige ouderen hoger zijn dan het opleidingsniveau van de huidige verpleeghuisbewoners en is het aannemelijk dat er in de toekomst meer allochtone ouderen intramuraal zullen gaan wonen. Al deze verschillen hebben
3
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
invloed op de woon- en zorgbehoeften en de bijbehorende gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed. Daarbij komt dat er veel veranderingen gaande zijn in de wet- en regelgeving met betrekking tot de caresector in Nederland. Dit zijn onder andere veranderingen met betrekking tot het scheiden van wonen en zorg, de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning en het veranderen van de vergoedingen voor zorgorganisaties. De gevolgen van deze veranderingen zijn nog niet duidelijk en de mogelijkheid bestaat dat deze veranderingen een invloed hebben op de kwaliteit van de sector.
Woon- en zorgbehoeften van zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger Woon- en zorgbehoeften van zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger, verbonden aan het gebruiksproces, zijn bruikbare indicatoren voor het inzichtelijk maken van de gewenste aspecten van woonzorgvastgoed. Behoeften zijn kenmerken van gebruikers; het zijn toestanden, doelen of activiteiten om die toestanden of doelen te bereiken. Uit literatuuronderzoek komt naar voren dat er vier clusters behoeften te onderscheiden zijn. Dit zijn de fysiologische, sociale, psychologische en functionele behoeften. Met de fysiologische behoeften worden de behoeften met betrekking tot het lichamelijk welzijn en het waarnemingsvermogen door zintuigen van personen bedoeld. Met de sociale behoeften worden de behoeften met betrekking tot de omgang met andere personen bedoeld. Met de psychologische behoeften worden de behoeften met betrekking tot het geestelijk welzijn van personen bedoeld en met functionele behoeften worden behoeften bedoeld met betrekking tot het kunnen uitvoeren van activiteiten in en om een gebouw. In het huidige onderzoek is, gebaseerd op de methode USE, allereerst door middel van literatuur een zo volledig mogelijk overzicht gemaakt van de woon- en zorgbehoeften van intramuraal wonende zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger. Dit is gedaan door middel van integratie van literatuur met betrekking tot woonbehoeften van zelfstandig wonende ouderen en literatuur met betrekking tot intramuraal wonende zorgbehoevende ouderen en hun leven in vormen van verpleeghuizen. Op basis van deze literatuur zijn er in totaal 44 verschillende doelen met betrekking tot de woon- en zorgbehoeften van zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger bepaald. Het overzicht van deze behoeften vanuit de literatuur (doelen en activiteiten) is hierna, conform USE, door middel van mondelinge interviews met experts verder geconcretiseerd, aangepast en aangevuld. Er is gekozen voor interviews met experts van onder andere belangenorganisaties en zorgorganisaties, omdat het moeilijk is om uit interviews met intramuraal wonende ouderen met ZZP 5 en hoger zelf betrouwbare informatie te verzamelen. Alle experts hebben op een andere manier contact met de groep zorgbehoevende ouderen. Door experts van verschillende achtergronden te interviewen, zijn de behoeften van verschillende kanten bekeken. In totaal zijn er 12 experts geïnterviewd. Op basis van de interviews zijn er een aantal doelen en activiteiten die bepaald waren vanuit de literatuur specifieker geworden, niet nodig gebleken of samengevoegd. Hierdoor bestaat het uiteindelijke overzicht uit in totaal 34 doelen en 151 activiteiten behorend bij deze 34 doelen. Er kan gezegd worden dat het overzicht van woon- en zorgbehoeften van intramuraal wonende ouderen zo volledig mogelijk is. Voor de overzichten van de woon- en zorgbehoeften van zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger wordt verwezen naar de hoofdstukken 3 en 4.
4
Bijbehorende gewenste aspecten van woonzorgvastgoed Nadat er een zo volledig mogelijk overzicht is verkregen van de woon- en zorgbehoeften is de koppeling met de gewenste aspecten van woonzorgvastgoed conform USE gemaakt en is onderzocht of verschillende huishoudenskenmerken en structurele kenmerken een invloed hebben op deze koppeling. Allereerst zullen de bijbehorende gewenste aspecten besproken worden. Voor het bepalen van de gewenste aspecten van woonzorgvastgoed behorende bij de woon- en zorgbehoeften is gebruik gemaakt van schriftelijke vragenlijsten. Door middel van deze schriftelijke vragenlijsten is aan experts van onder andere belangenorganisaties en zorgorganisaties gevraagd welke aspecten van de gebouwde omgeving nodig zijn voor het goed kunnen uitvoeren van een betreffende activiteit (onderdeel van een woon- en zorgbehoefte). Er zijn echter door de grote hoeveelheid verkregen woon- en zorgbehoeften enkele aanpassingen doorgevoerd met betrekking tot de vragenlijsten om deze niet te uitgebreid te maken. Zo is er van de 151 activiteiten slechts voor 101 activiteiten bepaald welke bijbehorende gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed van belang zijn. De activiteiten waar reeds gewenste aspecten van bekend waren door bijvoorbeeld regelgeving of activiteiten die te technisch of uniek zijn voor een betrouwbare koppeling met gewenste aspecten van woonzorgvastgoed zijn weggelaten in de vragenlijsten. Een tweede aanpassing betreft het weglaten van een weging van de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed. Dit is te uitgebreid in het kader van dit onderzoek met een beperkte capaciteit en doorlooptijd. Ondanks deze versimpelingen werd er door een aantal respondenten aangegeven dat de vragenlijsten uitgebreid waren. Het kostte de respondenten gemiddeld twee tot drie uur om de vragenlijst in te vullen en niet alle vragenlijsten werden geheel ingevuld geretourneerd. Toch is er een betrouwbaar beeld verkregen van de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed bij alle onderzochte activiteiten. Dit kan gezegd worden omdat meerdere respondenten dezelfde gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed hebben gegeven. In totaal zijn er 410 gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed bepaald aan de hand van 17 vragenlijsten. Deze gewenste aspecten zijn omschreven in drie verschillende niveaus. Dit zijn de omgeving van het woonzorgvastgoed, de semiopenbare ruimte binnen het woonzorgvastgoed en het privédomein binnen het woonzorgvastgoed. Voor de grote hoeveelheid aan bepaalde gewenste aspecten wordt verwezen naar hoofdstuk 5.
Verschillen tussen zorgbehoevende ouderen Met behulp van dezelfde schriftelijke vragenlijsten is ook onderzocht welke verschillen in huishoudenskenmerken en structurele kenmerken een invloed hebben op de relatie tussen de woon- en zorgbehoeften van zorgbehoevende ouderen en de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed. Verschillen met betrekking tot het hebben of niet hebben van psychogeriatrisch ziektebeeld, het hebben of niet hebben van een somatisch ziektebeeld, het hebben of niet hebben van een echtgenoot of echtgenote, het hebben of niet hebben van kinderen, de cultuur, de inkomenshoogte, de opleidingshoogte, het geslacht en de leeftijd hebben een invloed op de relatie tussen de woon- en zorgbehoeften van zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en de bijbehorende gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed. Door de respondenten werd het verschil tussen het wel of niet hebben van een psychogeriatrisch ziektebeeld het vaakst genoemd. Op grond hiervan is aangenomen dat dit verschil een basis is voor een verdeling van zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger in verschillende doelgroepen. Er zijn twee doelgroepen gedefinieerd (tabel 1):
5
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
1: Zorgbehoevende ouderen met alleen een somatisch ziektebeeld 2: Zorgbehoevende ouderen met een psychogeriatrisch ziektebeeld (eventueel in combinatie met een somatisch ziektebeeld) Tabel 1: Overzicht ziektebeeld in combinatie met doelgroepen
Psychogeriatrisch ziektebeeld Somatisch ziektebeeld
Wel
Niet
Wel
Doelgroep 2
Doelgroep 1
Niet
Doelgroep 2
Geen doelgroep
Het betreft vooral kleine verschillen in de woon- en zorgbehoeften van de doelgroepen en de bijbehorende gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed. Zo hebben zorgbehoevende ouderen uit doelgroep 1 bijvoorbeeld genoeg aan een duidelijk leesbare bewegwijzering om de weg te vinden terwijl dit niet voldoende is voor zorgbehoevende ouderen uit de tweede doelgroep. Voor de zorgbehoevende ouderen met een psychogeriatrisch ziektebeeld dient er meer aandacht besteed te worden aan de gebouwde omgeving met bijvoorbeeld kleuren en licht om de omgeving herkenbaar te maken.
Vertaling naar checklists In USE wordt beschreven dat de bepaalde gewenste aspecten vertaald kunnen worden naar een Programma van Eisen (PvE) of een Post Occupancy Evaluation (POE). Door de weggelaten weging van de gewenste aspecten is getracht een snel toepasbare checklist van de gewenste aspecten op te stellen waarbij aangegeven kan worden of er aan een bepaald aspect wel of niet voldaan wordt of dat er een alternatief aanwezig is. De gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed zijn per bepaald niveau (omgeving van het woonzorgvastgoed, semiopenbare ruimte van het woonzorgvastgoed en het privédomein binnen het woonzorgvastgoed) weergegeven. Daarnaast geeft de checklist informatie over waarom een bepaald gewenst aspect van de gebouwde omgeving van belang is door middel van de relevante woon- en zorgbehoeften. Een voorbeeld van een verschil tussen de twee doelgroepen is een verschil binnen de privéruimten van het woonzorgvastgoed. Mensen met alleen een somatisch ziektebeeld wensen bijvoorbeeld naar aanleiding van de woon- en zorgbehoeften een klein eigen appartement (aparte slaap- en woonkamer). Mensen met een psychogeriatrisch ziektebeeld hebben naar aanleiding van de woon- en zorgbehoeften voldoende aan een zit-/slaapkamer. Voor een compleet overzicht van de verschillen in het woonzorgvastgoed wordt verwezen naar hoofdstuk 6. De checklists zijn geëvalueerd met professionals. Deze professionals waren enthousiast over het detail van de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed en over de manier van denken vanuit de behoeften van de zorgbehoevende ouderen. Wel gaven de professionals aan dat de eerder gemaakte versimpelingen (het weglaten van de weging van de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed en het weglaten van een aantal voor de hand liggende woon- en zorgbehoeften) een negatief effect hebben gehad op de checklists. De checklists zouden een completer beeld geven wanneer deze zaken wel conform USE meegenomen zouden zijn.
6
Conclusies Er kan geconcludeerd worden dat de woon- en zorgbehoeften van zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger verdeeld kunnen worden in vier clusters behoeften. Dit zijn de fysiologische, sociale, psychologische en functionele behoeften. Zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger hebben andere woon- en zorgbehoeften dan zelfstandig wonende ouderen. Op basis van de bepaalde woon- en zorgbehoeften van zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger kunnen veel gewenste aspecten van woonzorgvastgoed bepaald worden. Alle genoemde verschillen tussen zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger hebben een invloed op de relatie tussen de woon- en zorgbehoeften van deze ouderen en de bijbehorende gewenste aspecten van woonzorgvastgoed. Op basis van deze verschillen tussen zorgbehoevende ouderen kan geconcludeerd worden dat er verschillende doelgroepen zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger zijn en dat er geen eenduidig eisenpakket is op te stellen voor woonzorgvastgoed voor zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger. Het hebben of niet hebben van een psychogeriatrisch ziektebeeld is het belangrijkste verschil tussen ouderen. Op basis van dit verschil zijn twee doelgroepen zorgbehoevende ouderen geformuleerd. De gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed zijn weergegeven in checklists waarbij aangegeven kan worden of een bepaald aspect al dan niet aanwezig is of dat er een alternatief aanwezig is. Deze checklists zijn opgesteld voor de verschillende doelgroepen en het aggregatieniveau van de checklists is laag waardoor de checklist uitgebreid maar wel gedetailleerd zijn. Na een discussiesessie met professionals is gebleken dat de weging van de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed conform USE toch nodig is. Dan kunnen de checklists gebruikt worden voor een Programma van Eisen (PvE) of een Post Occupancy Evaluation (POE).
Aanbevelingen In dit onderzoek zijn de eisen aan de gebouwde omgeving onderzocht vanaf de vraagzijde op basis van doelen en activiteiten van de eindgebruikers van woonzorgvastgoed. Met de groeiende vraag naar kwaliteit vanuit de zorgbehoevende ouderen en de veranderende achtergronden van deze ouderen kan aan partijen die woonzorgvastgoed ontwikkelen en exploiteren aanbevolen worden om conform USE een Programma van Eisen op te stellen op basis van de behoeften van zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger en de bijbehorende gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed. Daarnaast kan aanbevolen worden een Post Occupancy Evaluation op basis van dezelfde behoeften en aspecten uit te voeren om te bepalen in hoeverre het bestaande woonzorgvastgoed voldoet aan de functionele eisen. De lijst met woon- en zorgbehoeften is zo compleet mogelijk op basis van het literatuuronderzoek en de concretisering, aanpassing en aanvulling door middel van interviews. Voor de lijst met gewenste aspecten van woonzorgvastgoed kan verwacht worden dat er nog enkele aanvullingen gedaan kunnen worden door het beperkte aantal van 17 respondenten. Met betrekking tot de bruikbaarheid van de checklists in een Programma van Eisen en een Post Occupancy Evaluation kan aanbevolen worden om alsnog de weging van de gewenste aspecten van woonzorgvastgoed toe te voegen en alsnog de weggelaten woon- en zorgbehoeften te koppelen aan gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed en toe te voegen. Met betrekking tot de gebruikte methode USE kan gezegd worden dat professionals enthousiast waren over de manier van denken vanuit de vraagzijde en het detailniveau van de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed. Een nadeel met betrekking tot de toepassing van USE binnen de beperkte capaciteit en tijd van dit onderzoek is dat er veel informatie verwerkt dient te worden. Hierdoor zijn er versimpelingen toegepast die achteraf een negatieve invloed
7
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
hebben gehad op de vertaling naar checklists. Een aanbeveling voor toekomstige toepassing van USE met een beperkte tijd en capaciteit is het verdelen van het onderzoek in bijvoorbeeld de vier clusters behoeften om zo wel de benodigde informatie op het juiste niveau te kunnen verzamelen. Tot slot zijn er enkele aanbevelingen gedaan voor vervolgonderzoek. Zo kan het relevant zijn om ook andere doorsnedes van kenmerken (bijvoorbeeld het opleidingsniveau) en hun invloed op de relatie tussen de woon- en zorgbehoeften en de bijbehorende gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed verder te onderzoeken. Ook kan het interessant zijn om de realiseerbaarheid van de gewenste aspecten van woonzorgvastgoed te onderzoeken. Hierbij kunnen de kosten en de kostendragers in kaart worden gebracht. Eerder in het onderzoek is naar voren gekomen dat er in de toekomst waarschijnlijk meer allochtone ouderen in vormen van woonzorgvastgoed zullen wonen. Het is relevant in een vervolgonderzoek te onderzoeken of deze ouderen andere woon- en zorgbehoeften en bijbehorende gewenste aspecten van woonzorgvastgoed hebben. Daarnaast kwam eerder in het onderzoek de tendens van grootschalig- naar kleinschalig woonzorgvastgoed naar voren. Het is relevant om onderzoek te doen naar de noodzakelijkheid van onderzoek naar de woon- en zorgbehoeften en de bijbehorende gewenste aspecten van kleinschalig woonzorgvastgoed. Als laatste kan aanbevolen worden om in een vervolgonderzoek dieper in te gaan op de veranderingen in de wet- en regelgeving met betrekking tot zorgbehoevende ouderen en het woonzorgvastgoed en welke invloed deze veranderingen hebben op de vraag naar woonzorgvastgoed en de ontwikkeling in deze vraag.
8
Summary This research focuses on the living- and care needs of dependent elderly people with an indication of care ‘ZZP 5-10’1 and the related wanted aspects of nursing homes. At the moment, there are a lot of developments concerning these elderly people and the nursing homes. In order to be able to guarantee the quality of the elderly care and the nursing homes in the future, it is important to conduct a research regarding the wanted aspects of nursing homes based on the needs of these dependent elderly people with a ‘ZZP 5-10’1 indication. A method to obtain a valid and reliable overview of needs, which can be linked to wanted aspects of buildings is developed at Eindhoven University of Technology. This method (USE: User Needs by Systematic Elaboration) can be used to formulate a Program of Demands, to evaluate a building by a Post Occupancy Evaluation and to calculate the value of functional utility of a building or parts of a building. This research is based on the method USE. The following objective is carried out: Gain insight in the living- and care needs of dependent elderly people indicated with ‘ZZP 5-10’1, the related wanted aspects of nursing homes and the influence of the most import household characteristics and structural characteristics of these elderly people on the relationship between these needs and wanted aspects in order to improve the well-being of dependent elderly people indicated with ‘ZZP 5-10’1. The following sub questions are formulated: 1. Which living- and care needs do dependent elderly people with ‘ZZP 5-10’1 have? 2. Which wanted aspects of nursing homes result from these needs? 3. Which household characteristics or structural characteristics of dependent elderly people with ‘ZZP 5-10’1 have an influence on the relationship between the needs of dependent elderly people and the wanted aspects of nursing homes and does this give a reason to introduce separate target groups of dependent elderly people with ‘ZZP 5-10’1? 4. To which extent do the results of this study, translated into checklists, give a complete overview of the wanted aspects of nursing homes?
Context After a literature study, it became clear that the amount of elderly people in the Netherlands will increase the following years. The Netherlands is dealing with an ageing of its population. Not only the amount of elderly people is growing, the amount of elderly people at age 80 or higher is also growing in comparison to the amount of elderly people between the age of 65 and 80. After 2050 the number of elderly people aged 80 or higher will be the largest. Combined with an increasing intensity of needed care, the amount of dependent elderly people with a ‘ZZP 5-10’1 living in the Netherlands will increase the following forty years. Furthermore, the future dependent elderly people will have other household characteristics and structural characteristics in comparison to the dependent elderly people of today. For example incomes will be higher, levels of education will be higher and more immigrated elderly people will live in nursing homes. All these developments could have an influence on the living- and care needs of the dependent elderly people and the related wanted aspects of nursing homes. Last, there are many changes regarding laws and regulations concerning the elderly care in the Netherlands. Examples of these changes are the so called ‘extramuralisering’2, the introduction of the ‘Wmo law’3 and 1: ZZP: This indicates the level of care needed by an individual. 1 equals the least amount of care needed and 10 equals the most amount of care needed. ZZP 5-10 is given to dependent elderly people who need to live in nursing homes. 2: Extramuralisering: This is a process introduced by the government. By this process the elderly people indicated with a ZZP 1-4 (least amount of care needed) will no longer receive financial compensations to live in a form of nursing homes. Therefore, they will have to continue living in their normal dwellings for a longer time. 3: Wmo law: This law decentralised several responsibilities concerning elderly care from the national government to the municipalities.
9
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
changes regarding the financial compensations for health maintenance organizations. The effects of these developments on for example the quality of the elderly care are not yet clear.
Living- and care needs of dependent elderly people Living- and care needs of dependent elderly people, connected to the process of use, are useful indicators to gain insight in the wanted aspects of nursing homes. Living- and care needs are characteristics of users. These needs are states, goals or activities to reach those states or goals. Four clusters of needs of people can be separated based on literature. These four clusters are physiological, social, psychological and functional needs. The physiological needs describe the needs regarding the physical well-being and the sensory perception of people. The social needs describe the needs regarding the contact with other people or the relationships between people. The psychological needs describe the needs regarding the psychological well-being of people and the functional needs describe the needs regarding the possibility to perform activities in a building. A literature study was conducted to obtain an overview of the living- and care needs of dependent elderly people. Therefore, literature about the needs of people and literature about dependent elderly living in nursing homes were integrated. Based on this literature study, 44 separate goals concerning the living- and care needs of dependent elderly people were specified. The created overview of living- and care needs (goals and activities) then was, conform USE, concretised, adapted and supplemented by interviews. 12 experts from interest organizations and health maintenance organizations were interviewed, because it is difficult to obtain reliable information from interviews directly with dependent elderly people living in nursing homes. All the interviewed experts are related to dependent elderly people in a different way. Therefore the needs were discussed from different angles. Based on the interviews, a certain amount of living- and care needs were added, adapted or left out. Consequently, an overview of 34 goals was obtained linked to 151 associated activities. By asking specific questions and because of the fact that multiple experts gave the same answers, it can be concluded that the obtained overview of living- and care needs (goals and activities) is as complete as possible. A list of the defined goals and needs of dependent elderly people can be found in chapter three and four.
Related wanted aspects of nursing homes The wanted aspects of nursing homes related to the living- and care needs were examined by questionnaires based on earlier usage according to the method USE. Like for the interviews, experts from interest organizations and health maintenance organizations were approached to fill in these questionnaires. By means of these questionnaires they were asked which wanted aspects of nursing homes are needed in order to carry out the activities to satisfy the needs. This was asked for every individual activity. Due to the large amount of living- and care needs of dependent elderly people and the borders of this research, several simplifications in the questionnaires were needed. Therefore, only 101 activities were examined by the questionnaires. For the other 51 activities, wanted aspects of nursing homes were already known, they required too much technological knowledge or they were too unique. A second simplification contained an omission of prioritizing the wanted aspects of nursing homes. Despite these simplifications, several experts pointed out that filling in the questionnaires was too time-consuming. On average, it took the experts two to three hours to fill in the questionnaires completely and a few were handed in not fully completed. However, a reliable overview of the wanted aspects of nursing
10
homes was obtained. Multiple experts gave the same wanted aspects of nursing homes. In total, an amount of 410 wanted aspects of nursing homes is described based on 17 questionnaires. These wanted aspects of nursing homes are described in three separate levels: the neighbourhood of nursing homes, the semi-public space within nursing homes and the private domains of nursing homes. A list of the defined wanted aspects of nursing homes can be found in chapter five.
Differences between dependent elderly people By means of the same questionnaires, it is examined whether several household characteristics and structural characteristics have an influence on the relationship between the living- and care needs of dependent elderly people and the related wanted aspects of nursing homes. Based on these questionnaires, it can be said that differences in having or not having a psychogeriatric syndrome, having or not having a somatic syndrome, having or not having a partner, having or not having children, culture, income bracket, level of education, gender and age have an influence on the relationship between living- and care needs of dependent elderly people and the wanted aspects of nursing homes. According to the questionnaires, having or not having a psychogeriatric syndrome is the most frequently mentioned influential difference. It is assumed that this difference provides a basis for a separation in more detailed target groups of dependent elderly people. Two target groups are defined (table 2): 1: Dependent elderly people with only a somatic syndrome 2: Dependent elderly people with a psychogeriatric syndrome (possibly in combination with a somatic syndrome) Table 2: Overview target groups and a somatic or a psychogeriatric syndrome
Psychogeriatric syndrome Somatic syndrome
Positive
Negative
Positive
Target group 2
Target group 1
Negative
Target group 2
Not part of a target group
Differences between these two target groups are mostly containing small differences between living- and care needs and the related wanted aspects of nursing homes. For example, dependent elderly people with a somatic syndrome can find their own way by clear and legible signs, whereas this is not sufficient for dependent elderly people with a psychogeriatric syndrome. People with a psychogeriatric syndrome require more attention in the building environment regarding their way finding, for example by using colours or light to make spaces recognizable.
Translation into checklists According to USE, the wanted aspects of nursing homes can be translated for usage in a Program of Demands (PoD) or a Post Occupancy Evaluation (POE). Partly due to the earlier omission of prioritizing the wanted aspect of nursing homes a fast and easy yes/no/alternative checklist is introduced. The wanted aspects of nursing homes are described according to the three levels (neighbourhood of nursing homes, semi-public space of nursing homes and private domains of nursing homes) mentioned earlier. Per wanted aspect, the related relevant living- and care needs are given.
11
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
An important difference between the target groups applies to the private domain. It appears that dependent elderly people with a somatic syndrome want a small apartment (separate bedroom and living room), whereas dependent elderly people with a psychogeriatric syndrome are content with one sleep-living room. A list of the differences between the two target groups can be found in chapter six. The checklists were evaluated with several professionals. These professionals were enthusiastic about the level of detail and the point of view from the needs of the elderly people. Second, it became clear that the simplifications that were necessary to carry out this research within its boundaries had a negative influence on the quality of the checklists. Priorities are important for the usage of these checklists and the omitting of living- and care needs had a negative effect on the completeness of the checklist regarding the aspects of nursing homes. The checklists would have been more complete when carried out conform USE.
Conclusions It can be concluded that the living- and care needs of dependent elderly people can be defined based on four clusters of needs. These are the physiological, social, psychological and functional needs. Living- and care needs of dependent elderly people differ from the needs of independent elderly. Based on the living- and care needs of dependent elderly people, a lot of important wanted aspect of nursing homes can be formulated. All the differences between elderly people mentioned before have an influence on the relationship between the needs of dependent elderly people and the wanted aspects of nursing homes. Therefore, it can be concluded that dependent elderly people cannot be seen as one group and there cannot be an unambiguous list of wanted aspects of nursing homes. Having or not having a psychogeriatric syndrome seems to be the most important difference between dependent elderly people, therefore two separate target groups are defined based on this difference. The wanted aspects of nursing homes are translated into checklist for each separate target group. The aggregation level of these checklists is low, which means that the wanted aspects are discussed in detail. After an evaluation by professionals, it became clear that prioritizing the wanted aspects of nursing homes is needed conform USE. Then, the checklists can be used as input for a Program of Demands and a Post Occupancy Evaluation.
Recommendations It can be recommended to developing parties of nursing homes, to write a Program of Demands for nursing homes based on the living- and care needs. A Program of Demands based on these needs will suit the user better than an accustomed Program of Demands. It can be recommended to parties in possession of nursing homes to evaluate their buildings by means of a Post Occupancy Evaluation based on the living- and care needs of dependent elderly people. This could give these parties insight in the functional quality of their real estate. Based on the literature research in combination with the concretising, adaptation and supplementation through questionnaires, it can be said that the list of living- and care needs is as complete as possible. The list of wanted aspects of nursing homes is likely to get some additions due to the fact that only 17 professionals determined these wanted aspects of nursing homes. With regard to the checklists, it can be recommended to add priorities of the wanted aspects of nursing homes and to supplement the omitted needs in order to use the checklists in a Program of Demands and a Post Occupancy Evaluation.
12
Regarding the method USE, professionals were enthusiastic about the point of view from the living- and care needs of dependent elderly people and the detailed level of the wanted aspects. A downside of USE within the limited capacity and time of this research was the extend of information that had to be processed. Therefore, simplifications were needed which had a negative effect on the translation and usage of the checklists. For further use of the method USE within similar boundaries, it can be recommended to divide the research into parts in for example the four defined clusters of needs. This way, all the necessary information can be obtained in the needed aggregation level. Concluding, there are several recommendations for further research. It is relevant to examine whether differences in other important characteristics (for example income bracket) have an influence on the living- and care needs and the related wanted aspects of nursing homes. Second, it can be relevant to examine the possibility of realising the wanted aspects of nursing homes. Also the costs and the stakeholders could be examined. In this study it became clear that in the future there will be living more emigrated elderly people in nursing homes. It is relevant to examine whether emigrated dependent elderly people have similar living- and care needs and related wanted aspects of nursing homes. It also became clear that there is a trend from large scale nursing homes to small scale nursing homes. It is relevant to examine the necessity of a similar research on living- and care needs of dependent elderly in small scale nursing homes. Last, it can be recommended to examine the influence of the changes in law and regulations on the demand for nursing homes in the future.
13
Zorgbehoevend Zo Z rgbe rg beho ehoe even even end nd zo zzorgvastgoed? zorg orggva vassttgo vast tg ed?
Hoofdstuk 1: Probleem beschrijving
1144
1.1 Aanleiding Het aantal ouderen in Nederland neemt toe. Dit verschijnsel wordt de vergrijzing genoemd en het is in Nederland net als in veel andere landen al een aantal jaren gaande. Zo neemt volgens de Rijksoverheid (2007) het aantal 64-75 jarigen tussen 2005 en 2020 toe van 1,25 miljoen tot 1,89 miljoen en het aantal 75-plussers van 1,03 miljoen tot 1,30 miljoen. Volgens het CBS (2010) zal in 2040 het grootste aantal 65-plussers in ons land zijn bereikt met een aantal van 4,6 miljoen. Daarnaast is er volgens het CBS (2010) sprake van een dubbele vergrijzing. Dit betekent dat binnen de groep 65-plussers het aandeel 80-plussers in de jaren 20 van deze eeuw nog toeneemt. Niet alleen het aantal ouderen verandert, ook de achtergronden en wensen van de ouderen veranderen. Zo zullen de ouderen in de komende decennia gezonder en actiever leven dan de ouderen van nu (Rijksoverheid, 2007). Ook zal er een grotere diversiteit aan huishoudens zijn, zal het gemiddelde opleidingsniveau hoger ligger, zullen er meer eigenwoningbezitters zijn en zal de welvaartspositie gemiddeld hoger liggen (Rijksoverheid, 2007). Hierdoor zullen de wensen en eisen van deze groep met betrekking tot wonen en verzorgen gaan veranderen. Met betrekking tot de ouderenzorg zijn trends zichtbaar waarbij een steeds hogere kwaliteit van zorg wordt geëist (CZ Zorgkantoor, 2011). De jongere generaties ouderen zijn meer keuzemogelijkheden gewend vanuit hun vroegere leven en hebben hier ook meer geld voor over (CZ Zorgkantoor, 2011). Ouderen hebben een gedifferentieerde zorgvraag en ook een gedifferentieerde vraag met betrekking tot woonzorgvastgoed. Naast de veranderingen met betrekking tot het aantal, de wensen en de achtergronden van ouderen is het de laatste jaren onrustig in de wet- en regelgeving met betrekking tot de zorgsector in Nederland. De zorguitgaven van de overheid binnen de ouderenzorg zijn in de periode 2005-2010 met ongeveer 3 miljard Euro (22%) gestegen (EIB, 2012). Daarnaast zullen volgens het Centraal Planbureau (2011) de kosten van de langdurige zorg tot 2040 gaan stijgen van ongeveer 4% van het bruto nationaal product tot ongeveer 8% van het bruto nationaal product. In de Rijksbegroting van 2013 (Rijksbegroting, 2013) wordt aangegeven dat er in de komende jaren binnen het ministerie van VWS een daling in de uitgaven wordt nagestreefd met name door bezuinigingen op artikel 43 (de langdurige zorg). Dit artikel is volgens de Rijksbegroting (2013) van toepassing op mensen met een langdurige of chronische aandoening van lichamelijke, verstandelijke of psychische aard en heeft als doel dat er voor deze groep zorg van goede kwaliteit beschikbaar is en dat deze zorg tegen voor de samenleving aanvaardbare maatschappelijke kosten wordt geleverd. Er wordt onder andere bezuinigd door middel van decentralisatie van verantwoordelijkheden naar de gemeenten via de Wet maatschappelijke ondersteuning (invoering Wmo, 2007) en door de verandering van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. Daarnaast heeft de overheid de zogenaamde ZorgZwaartePakketten (ZZP) geïntroduceerd. Een ZZP beschrijft volgens de Rijksoverheid (2012): ‘welke ondersteuning of zorg iemand nodig heeft die niet zelfstandig kan wonen’. Er zijn binnen de ouderenzorg 10 ZZP’s waarbij 1 de lichtste vorm van zorg aangeeft en 10 de zwaarste vorm van zorg aangeeft. Ook wordt op grond van de ZZP-indicatie bepaald of een persoon wel of geen recht heeft op verblijf in een zorginstelling en hier dus met andere woorden een vergoeding voor krijgt. Zorginstellingen ontvangen aan de hand van de ZZP’s vergoedingen voor de zorgverlening. Daarnaast ontvangen ze bovenop de vergoeding voor de zorgverlening een vergoeding voor de huisvesting. Deze vergoeding heet de Normatieve Huisvestingscomponent en is afhankelijk van de ZZP indicaties van de cliënten (EIB, 2012). Vanaf 1 januari 2013 is er een verandering in de wet doorgevoerd. Het wonen en de zorg worden apart gefinancierd in de regeling scheiden wonen en zorg (Aedes-Actiz, 2013). Bepaalde zorgbehoevenden betalen zelf voor het wonen via huur of koop en de zorg wordt apart gefinan-
15
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
cierd via de zorgverzekeringswet, de Wmo, de AWBZ of via eigen middelen (Aedes-Actiz, 2013). Met ingang van 1 januari 2013 hebben mensen die voorheen een indicatie ZZP 1 of ZZP 2 zouden krijgen geen recht meer op zorg met verblijf. Dit betekent dat het wonen in een zorginstelling voor deze zorgbehoevende ouderen niet meer vergoed wordt en dat ervan uitgegaan wordt dat deze mensen thuis blijven wonen en daar zorg zullen ontvangen. De keuzevrijheid van deze mensen wordt dus beperkter. Daarnaast liggen er plannen bij de overheid om vanaf 2014 het scheiden van wonen en zorg ook in te voeren voor de zorgbehoevende ouderen met ZZP 3 en vanaf 2016 voor de zorgbehoevende ouderen met ZZP 4 (Actiz, 2012; TNO, 2013). Dit betekent dat ook deze ouderen dan geen recht meer hebben op een vergoeding voor intramurale zorg. Doordat de mensen met lichtere ZZP’s langer thuis moeten blijven wonen zullen de ouderen die intramuraal wonen gemiddeld een hogere zorgvraag hebben (ZZP 5 en hoger). Deze verandering heeft gevolgen voor de behoeften van de ouderen in de instellingen en voor de te leveren zorg en dus ook voor het intramurale woonzorgvastgoed. Een groot deel van het huidige woonzorgvastgoed is gebouwd in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw (EIB, 2012; Mens en Wagenaar, 2009; Boot, 2010; Heinen et al, 2012). In deze tijd was het verzorgingshuis erg populair en financiële middelen waren volop beschikbaar vanuit de overheid. Na deze golf aan nieuwbouw werd er relatief minder gebouwd aan intramuraal woonzorgvastgoed. Een groot deel van het intramurale woonzorgvastgoed uit die periode is incourant of wordt dit in de nabije toekomst (CZ Zorgkantoor, 2011; EIB, 2012; Heinen et al, 2012). Volgens het College Bouw Ziekenhuisvoorzieningen (2005) voldeed in 2005 twee derde van de verzorgingshuisplekken niet aan de basiskwaliteitseisen op het gebied van de grootte van het appartement, het sanitair en de toegankelijkheid. Volgens het EIB (2012) en het CBS (2011) zal er in de komende jaren mede door de vergrijzing een grotere vraag zijn naar intramuraal woonzorgvastgoed. Hoewel veel zorginstellingen ervoor kiezen om van de grotere instellingen naar een netwerk van meerdere kleinschalige voorzieningen te gaan, zijn er aanwijzingen dat de decentralisatie van woonzorgvastgoed naar een kleinschalig netwerk niet voor alle zorgbehoevende ouderen gewenst is (Spierings et al. 2012). Renovatie of transformatie van de bestaande voorraad intramuraal woonzorgvastgoed kan een mogelijkheid zijn. De laatste tijd is de sector ouderenzorg in combinatie met de veranderende wetgeving en de consequenties voor verschillende partijen veelvuldig in het nieuws. Volgens verschillende bronnen (Tias Nimbas, 2013; Nieuwsuur, 2013; Zorgvisie, 2012; Aedes-Actiz, 2013; Atrivé, 2013) zal er in de komende jaren een verandering gaan plaatsvinden die de organisatie van de ouderenzorg en het intramurale woonzorgvastgoed zullen veranderen. Ook wordt er gewaarschuwd voor leegstand wanneer er niets verandert. In het algemeen kan gezegd worden dat het huidige intramurale woonzorgvastgoed vooral functioneel geschikt is gemaakt voor ouderen. Het vastgoed onderscheidt zich daarentegen niet door pogingen te doen om de verschillende behoeften van ouderen aan te spreken (Mens en Wagenaar, 2009). Het aanpassen van (bestaande) woonzorgvoorzieningen aan de behoeften van de zorgbehoevende ouderen wordt steeds belangrijker in de veranderde context.
1.2 Doelstelling Het is van belang dat er onderzoek wordt gedaan naar de gewenste aspecten van het intramurale woonzorgvastgoed voor zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger. Door onderzoek te doen naar de woon- en zorgbehoeften van deze zorgbehoevende huishoudens kunnen de eisen en de gewenste aspecten van het intramurale woonzorgvastgoed bepaald worden. Ook kan op basis van verschillende huishoudenskenmerken en structurele kenmerken bepaald worden
16
of er verschillende groepen zorgbehoevende ouderen zijn met verschillende woon- en zorgbehoeften en daarbij horende eisen en gewenste aspecten van woonzorgvastgoed. Daarna kunnen deze resultaten vertaald worden naar checklists die kunnen worden toegepast in een Programma van Eisen of een Post Occupancy Evaluation. De doelstelling van dit onderzoek kan als volgt omschreven worden. Inzicht krijgen in de woon- en zorgbehoeften van zorgbehoevende ouderen met indicatie ZZP 5 of hoger, de daarbij horende gewenste aspecten van intramuraal woonzorgvastgoed en de invloed van de belangrijkste huishoudenskenmerken en structurele kenmerken op de relatie tussen deze behoeften en aspecten teneinde het welzijn van de intramuraal wonende zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 of hoger te verbeteren Hierbij zijn een aantal begrippen gebruikt die een verdere uitleg nodig hebben: Woon- en zorgbehoeften Met het begrip woon- en zorgbehoeften wordt gedoeld op de activiteiten van de zorgbehoevende huishoudens met betrekking tot het woon- en het zorgproces (zie voor meer informatie hoofdstuk 3). Welke behoeften hebben ze, wat houden deze in en welke behoeften zijn het meest belangrijk? Woonzorgvastgoed Met woonzorgvastgoed wordt gedoeld op het intramurale woonzorgvastgoed als verzorgingshuizen en verpleeghuizen. Gewenste aspecten van woonzorgvastgoed Met de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed worden aspecten bedoeld op drie verschillende niveaus. Deze drie niveaus zijn: omgeving van het woonzorgvastgoed, semiopenbare ruimte binnen het woonzorgvastgoed en het privédomein binnen het woonzorgvastgoed. Ter verduidelijking worden er enkele voorbeelden gegeven per niveau. Voor de omgeving is bijvoorbeeld de ligging in het centrum of juist daarbuiten van belang. Voor de semiopenbare ruimte van het woonzorgvastgoed kan de de routing binnen het gebouw van belang zijn en voor het privédomein kan het gaan om eigen sanitair of de oppervlakte van het domein. Huishoudens van zorgbehoevende ouderen: Met huishoudens van zorgbehoevende ouderen worden die huishoudens ouderen bedoeld die een ZZP-indicatie 5 of hoger hebben ontvangen. Dit zijn de zorgbehoevende ouderen die nu en in de toekomst recht hebben op een vergoeding voor het verblijven in vormen van intramuraal woonzorgvastgoed. Huishoudenskenmerken en structurele kenmerken: Met de huishoudenskenmerken en structurele kenmerken van zorgbehoevende ouderen worden de verschillende kenmerken bedoeld die van invloed zijn op de behoeften van de zorgbehoevende ouderen. Hierbij kan gedacht worden aan kenmerken op demografisch, economisch of sociaal-cultureel gebied, maar ook de regio of een bepaald ziektebeeld kunnen belangrijke kenmerken zijn. De belangrijkste kenmerken zullen meegenomen worden in het onderzoek.
17
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
1.3 Probleemstelling In deze paragraaf zal de probleemstelling door middel van hoofd- en deelvragen verduidelijkt worden. Daarna zal het conceptueel model besproken worden. 1.
Welke woon- en zorgbehoeften hebben zorgbehoevende huishoudens met ZZP 5 en hoger?
2.
Welke gewenste aspecten van woonzorgvastgoed voor zorgbehoevende huishoudens met ZZP 5 en hoger horen daarbij?
3.
Welke huishoudenskenmerken/structurele kenmerken van zorgbehoevende huishoudens met ZZP 5 en hoger hebben een invloed op de relatie tussen deze behoeften en aspecten en zijn naar aanleiding daarvan groepen te onderscheiden?
4.
In hoeverre geven de gewenste aspecten uit dit onderzoek, vertaald naar checklists, een zo compleet mogelijk beeld van de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed in de praktijk?
Het conceptueel model geeft schematisch weer welke variabelen en verbanden onderzocht gaan worden binnen dit onderzoek. Het conceptueel model is weergegeven in figuur 1.1. De kaders geven de variabelen weer en de lijnen geven de relaties weer. De onderzoekseenheden zijn gedefinieerd als: huishoudens van zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 of hoger.
Onderzoekseenheid: huishoudens van zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 of hoger. Figuur 1.1: Conceptueel model
De eerste onafhankelijke variabelen in dit model zijn de woon- en zorgbehoeften van zorgbehoevende huishoudens met zorgindicatie ZZP 5 of hoger. De woon- en zorgbehoeften worden verder toegelicht in hoofdstuk 3. De woon- en zorgbehoeften hebben een invloed op de afhankelijke variabelen gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed (paragraaf 1.2). De variabelen huishoudenskenmerken en structurele kenmerken (paragraaf 1.2) zijn in dit model interactievariabelen en hebben een invloed op de relatie tussen de variabelen woon- en zorgbehoeften van zorgbehoevende ouderen en de variabelen gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed. Dit betekent dat het verband tussen de variabelen woon- en zorgbehoeften en de variabelen gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed verschilt naar gelang de variabelen huishoudensof structrele kenmerken verschillen. Wanneer mogelijk zullen er groepen geformuleerd worden met vergelijkbare gewenste aspecten van woonzorgvastgoed en woon- en zorgbehoeften op basis van de invloed van de huishoudenskenmerken en de structurele kenmerken op de relatie 18
tussen de woon- en zorgbehoeften van zorgbehoevende ouderen en de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed. Op basis van dit onderzoek kan een inzicht verkregen worden in de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed op basis van de onderliggende behoeften van zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger en de invloed op de relatie hiertussen van bepaalde huishoudens- of structurele kenmerken van deze zorgbehoevende ouderen.
1.4 Relevantie In deze paragraaf zullen de wetenschappelijke en de praktische relevantie besproken worden. Wetenschappelijke relevantie De resultaten van dit onderzoek kunnen bijdragen aan de kennis over de gewenste aspecten van woonzorgvastgoed voor zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger. Daarnaast kan dit onderzoek een bijdrage leveren aan de kennis over de woon- en zorgbehoeften van zorgbehoevende huishoudens met ZZP 5 en hoger en welke kenmerken van die huishoudens relevant zijn bij bepaalde woon- en zorgbehoeften. Praktische Relevantie De zorg- en de woningmarkt zijn op dit moment nog niet klaar voor het groeiende aantal zorgbehoevende ouderen. Er is veel woonzorgvastgoed dat aan renovatie toe is en waarbij op korte termijn beslissingen genomen dienen te worden voor de verdere exploitatie. De resultaten van dit onderzoek kunnen vertaald worden naar een Programma van Eisen of een Post Occupancy Evaluation. Hiermee heeft het onderzoek een praktische relevantie voor enerzijds de partijen die woonzorgvastgoed aanbieden doordat zij inzicht krijgen de mate waarin hun vastgoed aansluit op de behoeften van de ouderen en wat de mogelijkheden zijn van de gebouwen en anderzijds voor de zorgbehoevende ouderen doordat zij de mogelijkheid krijgen tot een aanbod van woonzorgvastgoed dat beter aansluit op hun vraag.
1.5 Royal HaskoningDHV Het afstudeeronderzoek zal uitgevoerd worden in samenwerking met Royal HaskoningDHV en specifiek met de Market Unit Healthcare binnen de Business Line Buildings. Royal HaskoningDHV is een onafhankelijke en internationale dienstverlener op het gebied van projectmanagement en engineering consultancy. Per jaar wordt er gewerkt aan zo’n 30.000 projecten op het gebied van gebouwen, planning en transport, infrastructuur, water en watermanagement, maritiem, luchtvaart, industrie, energie en mijnbouw. Doordat Royal HaskoningDHV op vele gebieden binnen de bouw actief is in Nederland, is er veel interactie mogelijk binnen het bedrijf en met partners en overige contacten. Het is voor de organisatie Royal HaskoningDHV belangrijk om te weten wie de gebruiker of bewoner van een gebouw is om goed te kunnen adviseren over dit vastgoed. Hierdoor is het interessant wetenschappelijke inzichten te ontwikkelen met betrekking tot de bewoners van nu en in de toekomst, zodat het juiste advies kan worden gegeven aan de juiste organisatie voor de juiste doelgroep.
19
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
1.6 Onderzoeksopzet In dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van een bestaande methode met een theoretische achtergrond genaamd USE (User Needs by Systematic Elaboration) als omschreven in Heijs (2007). Zie voor meer informatie hoofdstuk 3. Deze systematische methode is ontwikkeld aan de Technische Universiteit Eindhoven. De methode streeft allereerst een zo volledig mogelijk overzicht van woonbehoeften na. Dat wil zeggen behoeften aan het kunnen uitvoeren of realiseren van activiteiten en doelen in het woonproces. Wanneer deze behoeften bekend zijn kunnen deze gekoppeld worden aan vereiste prestaties van het vastgoed. Deze koppelingen kunnen dienen als functionele eisen of als informatie voor een evaluatieonderzoek. Binnen dit onderzoek worden de woon- en zorgbehoeften van zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger en de bijbehorende gewenste aspecten van woonzorgvastgoed onderzocht. In deze paragraaf zal de onderzoeksopzet besproken worden. Verkenning Er is al veel geschreven over de zorgbehoevende ouderen, de verzorging en het woonzorgvastgoed in Nederland. Allereerst zal dit door middel van een literatuuronderzoek onderzocht worden. Zo zal een literatuurstudie gedaan worden naar de woon- en zorgbehoeften van ouderen en naar de belangrijkste kenmerken van ouderen en hoe deze kenmerken zullen veranderen in de toekomst. Daarnaast zal er onderzocht worden wat de trends en ontwikkelingen met betrekking tot de sector en het vastgoed zijn. Naast het literatuuronderzoek zullen er verkennende gesprekken gevoerd worden met verschillende professionals om zo tot een zo compleet mogelijke verkenning te komen. Interviews Door middel van interviews (gebaseerd op USE) zullen de gegevens die niet met het literatuuronderzoek verkregen zijn onderzocht worden. Zo zullen de woon- en zorgbehoeften verder onderzocht worden. De interviews zullen gehouden worden met experts van belangengroepen voor zorgbehoevende ouderen en met experts van zorgorganisaties, omdat het moeilijk is een betrouwbaar beeld te krijgen via onderzoek rechtstreeks met zorgbehoevende ouderen die al in zorginstellingen wonen. Enkele belangenorganisaties die geïnterviewd kunnen worden zijn Aedes Actiz, LOC, Zorgbelang en Vilans. Daarnaast is het belangrijk om met partijen in verschillende regio’s om de tafel te gaan zitten om inzicht te krijgen in verschillende behoeften in regio’s en om met bijvoorbeeld werknemers van zorginstellingen om de tafel te gaan zitten om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen. Schriftelijke vragenlijsten Wanneer de behoeften bepaald zijn is het van belang te onderzoeken wat de gewenste aspecten van gebouwen zijn en welke verschillen er tussen mensen zijn. Dit zal gedaan worden door middel van schriftelijke vragenlijsten (gebaseerd op USE) waarbij systematisch per behoefte onderzocht kan worden welke gewenste aspecten van gebouwen er zijn en verschillen tussen mensen relevant zijn. Wanneer mogelijk zullen hierin groepen geformuleerd worden. Toepassing Nadat duidelijk is wat de gewenste aspecten van woonzorgvastgoed zijn voor huishoudens van zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger zal de informatie vertaald worden naar checklists (gebaseerd op USE) om de koppeling met de praktijk te maken. Deze checklists zullen geëvalueerd worden om te onderzoeken in hoeverre zij bruikbaar zijn in een Post Occupancy Evaluation (POE) en een goed beeld geven van de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed voor ouderen met ZZP 5 en hoger.
20
Rapportage van de resultaten Op basis van de bestudeerde literatuur en de verschillende interviews, vragenlijsten en checklists zullen conclusies gegeven worden. Aan de hand van deze conclusies zullen aanbevelingen gedaan worden voor beleid, voor de methode USE, de andere gebruikte methoden in dit onderzoek en vervolgonderzoek.
1.7 Leeswijzer In dit hoofdstuk is de probleembeschrijving besproken. Hierin is duidelijk geworden wat de aanleiding van het onderzoek is en welke onderzoeksvragen relevant zijn. In hoofdstuk 2 zal dieper worden ingegaan op de context en de ontwikkelingen met betrekking tot de zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger en het woonzorgvastgoed. In hoofdstuk 3 zal beschreven worden waarom de behoeften van zorgbehoevende ouderen relevant zijn voor de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed. Hierna zal het literatuuronderzoek naar de woon- en zorgbehoeften van zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger besproken worden. Dit vormt de basis voor het veldonderzoek naar een meer compleet overzicht van woon- en zorgbehoeften van zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger (hoofdstuk 4). In hoofdstuk 5 wordt beschreven hoe op basis van de bepaalde woon- en zorgbehoeften de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed bepaald zijn en welke verschillen tussen ouderen hier een invloed op hebben. Deze resultaten worden in hoofstuk 6 vertaald naar checklists. Ook zal een evaluatie van deze checklists besproken worden. In hoofdstuk 7 zullen de conclusies en aanbevelingen gegeven worden op basis van dit onderzoek.
21
Zorgbehoevend Zo Zorg orgbe rggbe behoev ho vend end zzorgvastgoed? org rgva ast stggoed? ?
Hoofdstuk 2: Veranderingen voor de zorg sector
22
Er zijn de laatste jaren veel relevante veranderingen die betrekking hebben op de zorgsector. Nederland heeft te maken met een vergrijzende bevolking en de zorgzwaarte van de ouderen is aan het veranderen. Daarnaast zijn er voortdurend veranderingen in het beleid en gaat volgens professionals concurrentie hierdoor een steeds grotere rol spelen voor zorgaanbieders. Een logisch gevolg is dat het klantperspectief steeds belangrijker wordt. Het is voor de zorgorganisaties van belang duurzame keuzes te maken met betrekking tot hun organisatie en tot hun vastgoed om toekomstbestendig te zijn. Bij deze keuzes is het essentieel om aan te sluiten op de behoeften van de klanten. In dit hoofdstuk zal worden ingegaan op de veranderingen voor de zorgsector. Allereerst zal ingegaan worden op de vergrijzing en wat dit betekent voor het aantal zorgbehoevende ouderen in de toekomst. Hierna zal ingegaan worden op de veranderende zorgvraag en de veranderende achtergronden van deze ouderen. Hierna zullen de veranderingen in het beleid besproken worden. Het hoofdstuk zal worden afgesloten met de gevolgen van deze veranderingen en het belang van de behoeften van de klanten voor de zorgorganisaties.
2.1 Vergrijzing De Nederlandse samenleving is aan het vergrijzen. Dit betekent dat het aantal ouderen in de samenleving toeneemt. Hiervoor zijn een aantal oorzaken te noemen. Ten eerste werd er na de Tweede Wereldoorlog in de jaren 1945-1974 een relatief hoog aantal kinderen geboren. Dit verschijnsel is ook wel bekend als de babyboom. In deze babyboom is een verder onderscheid te maken in de vroege babyboomgeneratie (geboren in de jaren 1945 tot en met 1954), hierna de late babyboomgeneratie (1955-1964) en als laatste de vroege babybustgeneratie (1965-1974), (Rijksoverheid, 2007). Mede als gevolg hiervan neemt het aantal 64-75 jarigen in Nederland volgens de Rijksoverheid (2007) tussen 2005 en 2020 toe van 1,25 miljoen tot 1,89 miljoen en het aantal 75-plussers van 1,03 miljoen tot 1,30 miljoen. Het CBS (2010) geeft in een bevolkingsprognose aan dat het grootste aantal 65-plussers in 2040 zal zijn met een piek van 4,6 miljoen. Daarnaast is er volgens de Rijksoverheid (2007) en het CBS (2010) sprake van een dubbele vergrijzing. Dit betekent een relatieve toename van het aantal 80-plussers ten opzichte van het aantal 65-plussers. Ten tweede zijn de mensen de laatste decennia steeds gezonder gaan leven en kunnen steeds meer ziekten genezen of onder controle gebracht worden waardoor de levensverwachting van mensen is gestegen (Rijksoverheid, 2007). In het kader van dit onderzoek is de ontwikkeling van het aantal zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger van belang. Relevante ontwikkelingen die een invloed hebben op het aantal zorgbehoevende ouderen zijn het aantal oudere ouderen (85 jaar en ouder) en het aantal alleenstaande ouderen. Daarnaast is het van belang of er regionale verschillen zijn in deze ontwikkelingen. 2.1.1 Toename van het aantal oudere ouderen De toename van het aantal ouderen in Nederland laat zich niet direct vertalen naar een toename van het aantal zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger. Hiervoor is eerst meer inzicht nodig in de specifieke veranderingen in de demografie en welke kenmerken de intramuraal wonende ouderen hebben. De verdeling tussen zelfstandig wonend en zorg met verblijf naar leeftijd is weergegeven in figuur 2.1. Het relatieve aantal ouderen dat zorg met verblijf ontvangt blijkt sterk toe te nemen met de leeftijd. Van de 65-69 jarigen woont ongeveer 1% in zorg met verblijf. In de leeftijdscategorie 85-89 stijgt het percentage dat woont een vorm van intramuraal woonzorgvastgoed fors met meer dan 20%, In de leeftijdscategorie 90-94 is dat ongeveer 45% en boven de 95 wordt dit zelf 57%. De Klerk (2011) geeft aan dat de gemiddelde leeftijd van een instellingsbewoner 85 jaar is. Castelijns et al (2013) gaan ervan uit dat door de huidige veranderingen in het beleid met betrekking tot het extramuraliseren van de ZZP’s 1 tot en met 4 de gemiddelde leeftijd van de intramuraal wonen ouderen nog zal oplopen. Daarnaast wonen er volgens de Klerk (2005 & 2011) op dit moment meer vrouwen dan mannen in verpleeghuizen. Het is aannemelijk dat er in de toekomst ook meer mannen zullen wonen in verpleeghuizen (De Klerk, 2011). 23
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
Figuur 2.1: Verdeling (niet) zelfstandig wonen ouderen Bron:SCP, 2009
Figuur 2.2: Bevolkingsprognose Bron:CBS, 2010
In figuur 2.2 is de bevolkingsprognose volgens het CBS (2010) weergegeven. Volgens het CBS zal rond het jaar 2040 het grootste aantal 65-plussers in ons land zijn bereikt met een aantal van 4,6 miljoen. Zoals beschreven is de gemiddelde leeftijd van intramuraal wonende ouderen ongeveer 85 jaar. Het aantal 85-jarigen en ouder geeft een betere indicatie van het aantal zorgbehoevende ouderen dan het aantal 65-plussers. De bevolkingsprognose geeft echter geen cijfers over het aantal 85-jarigen. Wel geeft de bevolkingsprognose cijfers over het aantal 80-jarigen in ons land. Het aantal 80-jarigen zal het grootst zijn tussen 2050 en 2060. Het is dus aannemelijk dat de piek van de vergrijzing voor het intramurale woonzorgvastgoed niet in 2040 zal plaatsvinden maar pas na 2050. Door de dubbele vergrijzing is het ook aannemelijk dat het percentage van de 65-plussers wat in instellingen verblijft in die periode groter zal zijn dan dat het nu is. 2.1.2 Toename van het aantal alleenstaanden Naast het aantal oudere ouderen dat zal veranderen in de toekomst blijkt uit onderzoek van de Rijksoverheid (2007) en het CBS (2011) dat de huishoudenssamenstelling van de ouderen de komende jaren ook gaat veranderen. In figuur 2.3 is een prognose van het aantal alleenstaanden weergegeven voor de komende jaren. Uit de prognose blijkt dat het aantal alleenstaande 65-plussers het hardst zal stijgen. (Rijksoverheid, 2007; CBS, 2011). Er zijn geen prognoses over het aantal alleenstaanden in de groep 85-plussers. Volgens het CBS (2011) en De Klerk (2011) maken ouderen meer kans om intramuraal te wonen wanneer ze alleenstaand zijn. Dit hangt volgens De Klerk (2011) samen met het gegeven dat ouderen door ondersteuning van een partner, eventueel in combinatie met thuiszorg, langer x 1.000
Figuur 2.3 Aantal alleenstaande in Nederland Bron: CBS, 2011
24
Figuur 2.4: Prognose zorgbehoevende ouderen ZZP 5 en hoger. Bron: Heinen et al. 2012
thuis kunnen blijven wonen (de Klerk, 2011). Hierdoor kan de stap naar intramuraal woonzorgvastgoed uitgesteld worden. Het CBS (2011) bevestigt deze aanname. Uit de bevolkingsprognose van CBS (2011) komt naar voren dat door de toename van het aandeel oudere ouderen en alleenstaanden de behoefte aan instellingsplaatsen sterk zal toenemen. 2.1.3. Toename van het aantal zorgbehoevende ouderen De toename van het aantal oudere ouderen en de toename van het aantal alleenstaande ouderen hebben een invloed op de ontwikkeling van het aantal zorgbehoevende ouderen. Heinen et al (2012) beschrijven een instrument ontwikkeld door TNO om de toekomstige vraag naar zware psychogeriatrische en somatische (ZZP 5 en hoger) zorg te kunnen voorspellen. In deze raming komt duidelijk naar voren dat het aantal zorgbehoevende ouderen met ZZP indicatie 5 of hoger sterkt gaat stijgen (figuur 2.4). Zo wordt er aangegeven dat het aantal zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger in 2035 verdubbeld is ten opzichte van het aantal in 2010. Wat echter opvalt aan deze raming van TNO (2012b) is dat deze maar tot het jaar 2040 gaat, terwijl in paragraaf 2.1.1 bepaald is dat de piek voor het aantal zorgbehoevende ouderen zal plaatsvinden na 2050. Ook het CBS geeft een stijging van het aantal intramuraal wonende ouderen in de bevolkingsprognose (2011). Deze cijfers zijn echter minder hoog. Het CBS (2011) geeft aan dat er in 2050 ongeveer 320.000 intramuraal wonende ouderen zijn van 65 jaar en ouder, terwijl dit aantal in de prognose van TNO (2012b) al in 2040 gehaald wordt. 2.1.4 Regionale verschillen De tot nu toe besproken ontwikkelingen zijn over heel Nederland berekend. Het EIB (2012) geeft de relatieve groei van het aantal 65-plussers tot 2040 per provincie (figuur 2.5). In elke provincie zal het aandeel 65- plussers in 2040 rond de 25% zijn. Het aandeel in de provincies aan de randen van Nederland zal iets groter zijn. Ook is in deze provincies het meeste sprake van ontgroening (CBS, 2010). Dit brengt extra complicaties met zich mee. Heinen et al (2012) en TNO (2012c) geven aan dat de vergrijzing ongelijk is verdeeld over Nederland en dat er lokaal grote verschillen kunnen optreden. Figuur 2.6 illustreert dit. Hierin is visueel weergegeven welk percentage van een gemeente 75 jaar en ouder is. Het is hier duidelijk te zien dat dit percentage aan de randen van Nederland gemiddeld hoger is, maar dat er ook lokale verschillen zijn tussen gemeenten. Ook binnen gemeenten en zelfs binnen wijken zijn hierin grote verschillen. Het is van belang lokaal te onderzoeken wat de demografische veranderingen zijn en wat dit betekent voor de ontwikkeling van het aantal zorgbehoevende ouderen. Het gaat echter in het kader van dit onderzoek te ver om hier verder op in te gaan.
Figuur 2.5: percentage ouderen naar provincie Bron: Heinen et al (2012) en TNO (2012c)
Figuur 2.6: verdeling 65-plussers Bron: WoOn 2009
25
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
2.2 Veranderende zorgzwaarte Het aantal zorgbehoevende ouderen zal (lokaal) gaan stijgen de komende jaren. Naast het aantal is de specifieke zorgvraag van die ouderen en de veranderingen hierin van belang. Deze specifieke zorgvraag wordt vanaf 2008 (Dumaij; 2011, Heinen et al, 2013) aangeduid met indicaties in zogenaamde zorgzwaartepakketten (ZZP). Een zorgzwaartepakket geeft aan welke zorg iemand nodig heeft en hoeveel uren zorg iemand mag ontvangen per week. In deze paragraaf zal worden ingegaan op deze ZZP’s en welke ontwikkelingen hierin zichtbaar zijn. Hierna kan specifieker worden ingegaan op de ontwikkelingen in de zorgvraag en kunnen er uitspraken gedaan worden over de regionale verschillen hierin. 2.2.1 Zorgzwaartepakketten Zoals omschreven geeft een ZZP aan welke zorg iemand nodig heeft en hoeveel uren zorg iemand mag ontvangen per week. Gedacht kan worden aan bijvoorbeeld begeleiding en dagbesteding. Wanneer iemand recht heeft op een ZZP betekent dit dat deze persoon recht heeft op verzorging met verblijf en hier een vergoeding voor krijgt. De indicatie is als het ware het toegangsbewijs voor een intramurale zorginstelling. Daarnaast zijn de ZZP’s gekoppeld aan de Normatieve Huisvestingscomponent, waarmee zorginstellingen een vergoeding krijgen voor het vastgoed. Dit zal verder toegelicht worden in paragraaf 2.4.2. Er zijn 10 ZZP’s geïntroduceerd voor het intramurale deel van de sector verpleging en verzorging. Hoe hoger het cijfer van de ZZP hoe intensiever de zorg is. Hierbij is ZZP 1 een pakket voor mensen die zich met beperkte hulp nog redelijk kunnen redden en pakket 8 voor mensen die ernstig ziek zijn en die de hele dag een vorm van verzorging of begeleiding nodig hebben. ZZP 9 is bedoeld voor kortdurende zorg. Het gaat hierbij meestal om een herstel of revalidatie na een ziekenhuisopname. ZZP 10 is bedoeld voor mensen die een terminale ziekte hebben en in de eindfase van hun leven verkeren (College voor Zorgverzekeringen, 2011). In tabel 2.1 is een overzicht gegeven van de verschillende ZorgZwaartePakketten in de verpleging en verzorging en wat ze inhouden. Naast de ZZP’s is er voor ouderen de keuze voor een Volledig Pakket Thuis, waarbij de zorginstelling de zorg bij de ouderen thuis kan geven, en het Persoonsgebonden Budget. Bij het Persoonsgebonden Budget krijgen de ouderen een geldbedrag waarmee ze zelf de zorg regelen en inkopen. In de toekomst zullen alleen nog de ZZP’s 5 en hoger gegeven worden door veranderingen in het beleid. Vanaf 1 januari 2013 worden de ZZP-indicaties 1 en 2 niet meer in deze vorm gegeven, vanaf 1 januari 2014 zal ditzelfde van toepassing zijn op ZZP 3 en vanaf 2016 op ZZP 4 (TNO, 2012a; Actiz, 2013). De ouderen die voorheen deze indicaties zouden ontvangen zullen in het nieuwe systeem de zorg thuis ontvangen. Meer informatie met betrekking tot deze veranderingen in het beleid zal worden gegeven in paragraaf 2.4.2.
Tabel 2.1 Overzicht ZZP: indicaties
26
ZZP
Naam
Informatie
ZZP 11
Beschut wonen met enige begeleiding
Deze groep heeft enige begeleiding nodig. Ze moeten vanaf dit jaar thuis blijven wonen
ZZP 21
Beschut wonen met begeleiding en verzorging Deze groep heeft vooral somatische problemen, waardoor een dagelijks begeleiding en verzorging nodig is. Ze moeten vanaf dit jaar thuis blijven wonen.
ZZP 32
Beschut wonen met begeleiding en intensieve Deze groep heeft intensieve somatische problematiek, waarverzorging door dagelijks intensieve verzorging nodig is.
ZZP 43
Beschut wonen met intensieve begeleiding en Deze groep heeft intensieve begeleiding en intensieve verzoruitgebreide verzorging ging nodig. De redenen hiervoor kunnen verschillen.
ZZP
Naam
Informatie
ZZP 5
Beschermd wonen met intensieve dementie- Deze groep heeft een ernstige mate van dementie, waardoor zorg een intensieve begeleiding en intensieve verzorging nodig is. (de reguliere PG bewoner).
ZZP 6
Beschermd wonen met intensieve verzorging Deze groep heeft ernstige somatische beperkingen, waardoor en verpleging begeleiding, intensieve verzorging en intensieve verpleging nodig is.
ZZP 7
Beschermd wonen met zeer intensieve zorg, Deze groep heeft op grond van een chronische ziekte een spevanwege specifieke aandoeningen, met de cifieke intensieve begeleiding in combinatie met zeer intensieve nadruk op begeleiding verzorging en verpleging nodig.
ZZP 8
Beschermd wonen met zeer intensieve zorg, Deze groep heeft door bijvoorbeeld een ernstige somatische vanwege specifieke aandoeningen met de na- aandoening of psychische ziekte specifieke begeleiding in comdruk op verzorging/verpleging binatie met zeer intensieve verzorging en verpleging nodig.
ZZP 9
Verblijf met herstelgerichte verpleging en ver- Deze groep is tijdelijk opgenomen vanwege een revalidatietrazorging ject (somatische cliënten op de revalidatie-afdeling of PG cliënten met een revalidatietraject op een PG afdeling).
ZZP 10
Beschermd verblijf met intensieve palliatief- Deze groep heeft een ernstig ziektebeeld in een terminale fase terminale zorg met een verwacht overlijden binnen drie maanden
1 = Geen recht meer op vergoeding voor intramuraal woonzorgvastgoed vanaf 1-1-2013 2 = Waarschijnlijk geen recht meer op vergoeding voor intramuraal woonzorgvastgoed vanaf 1-1-2014 3 = Waarschijnlijk geen recht meer op vergoeding voor intramuraal woonzorgvastgoed vanaf 1-1-2016 Bron: Op basis van College voor Zorgverzekeringen (2011) en Kwintes (2012)
2.2.2 Toename van de zorgzwaarte In figuur 2.7 wordt een overzicht van de afgegeven ZZP-indicaties (CIZ, 2013) door heel Nederland in de periode juli 2011 tot en met juli 2012 gegeven De ZZP’s 1 en 2 werden in deze periode nog gegeven. Wat opvalt is dat over het laatste jaar het aantal gegeven ZZP’s 1 en 2 is gedaald en het aantal gegeven zwaardere ZZP’s gegroeid is. Er zijn in juli 2012 ongeveer 12% meer ZZP-indicaties 5 en hoger gegeven. De plannen van de regering over het schrappen van de ‘lichtere’ ZZP’s kan van invloed zijn geweest op deze ontwikkeling. Naast de gegevens van het CIZ heeft TNO (2012b) zoals reeds beschreven in paragraaf 2.1.3 een prognose van het groeiende aantal zorgbehoevende ouderen uitgegeven. Hierin is ook een onderscheid gemaakt tussen zware somatische zorg (SZ) en zware psychogeriatrische zorg (PG). De uitwerking hiervan is weergegeven in figuur 2.8. Volgens het TNO zal de zorgvraag voor PG en SZ over een langere periode ongeveer gelijk stijgen. Wel zal het aantal somatische patiënten hoger zijn. Beide aantallen zullen volgens de prognose in 2040 verdubbeld zijn. De prognose van het CBS (2011) gaat niet dieper in op verschillende zorgzwaartes. Wel was de stijging in de algemene prognose van het CBS minder fors.
Figuur 2.7: Verandering zorgzwaarte Bron: verwerkt naar CIZ, 2012
Figuur 2.8: Prognose zorgvraag SZ en PG Bron: TNO, 2012b
27
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
2.2.3 Regionale verschillen De regionale of lokale verschillen met betrekking tot de zorgvraag kunnen erg groot zijn. Er dient per project onderzocht te worden wat de lokale markt en ontwikkelingen hierin zijn met betrekking tot de zorgvraag om zo goed in te kunnen spelen op deze vraag. Aan de hand van cijfers van het CIZ (2012) is er een overzicht gemaakt van de absolute aantallen ZZP’s door het land om inzicht te krijgen in de verschillen. In tabel 2.2 zijn het aantal geïndiceerde personen weergegeven per provincie, welk percentage van het land dit is en wat de groei is geweest relatief ten opzichte van een jaar eerder. Deze cijfers zijn in beeld gebracht in figuur 2.9 en 2.10. Het valt op dat er een grote relatieve groei in Zuid-Holland en Zeeland heeft plaatsgevonden. Dat het aantal indicaties regionaal sterk kan verschillen wordt duidelijk wanneer als voorbeeld de provincie Zuid-Holland gedetailleerder wordt onderzocht (figuur 2.11). De meeste indicaties worden gegeven in Rotterdam-Rijnmond, terwijl bijvoorbeeld in Den Haag relatief weinig indicaties gegeven worden. Dit onderstreept nogmaals de conclusie dat er regionale en lokale verschillen zijn in de zorgvraag. Ook tussen steden en dorpen zijn verschillen en zelfs binnen wijken kunnen grote verschillen optreden (TNO, 2012c).
28
Legenda
Legenda
Legenda
Figuur 2.9; aantal gegeven ZZP indicaties relatief (juli 2012) bron: Verwerkt naar CIZ (2012)
Figuur 2.10; groei aantal ZZP indicaties ten opzichte van eigen provincie (juli 2011-juli2012) bron: Verwerkt naar CIZ (2012)
Figuur 2.11; groei aantal ZZP indicaties ten opzichte van eigen provincie (juli 2011-juli2012) bron: Verwerkt naar CIZ (2012)
Tabel 2.2: Overzicht gegeven ZZP-indicaties Provincie Aantal ZZP’s
Percentage relatief aan Groei relatief aan eigen totaal (weergegeven in provincie figuur 2.9)
jul
Groningen
6.455
3,3 %
4,1 %
Friesland
7.830
3,9 %
7,1%
Drenthe
5.600
2,8 %
2,6 %
Overijssel
13.205
6,7 %
8,7 %
Flevoland
2.520
1,3 %
3,5 %
Gelderland
24.450
12,3 %
4,9 %
Utrecht
13.815
7,0 %
5,5 %
Noord-Holland
33.310
16,8 %
4,4 %
Zuid-Holland
43.870
22,1 %
9,3 %
Zeeland
4.520
2,3 %
11,3 %
Noord-Brabant
27810
14,0 %
8,7 %
Limburg
14.965
7,4 %
7,2 %
Totaal
2011-jul
2012 (figuur 2.10)
198.350
bron: Verwerkt naar CIZ, 2012
2.3 Veranderende achtergronden Naast de veranderingen in het aantal zorgbehoevende ouderen en de zorgzwaarte van deze zorgbehoevende ouderen zullen ook andere achtergronden van de ouderen gaan veranderen. Zo zullen de huishoudenskenmerken en structurele kenmerken gaan veranderen de komende jaren (RIjksoverheid, 2007; Castelijns et al, 2013; Heinen et al. 2012). Volgens Castelijns et al. (2013) en Rijksoverheid (2007) zullen toekomstige zorgbehoevende ouderen over het algemeen meer te besteden hebben dan zorgbehoevende ouderen die nu in verpleeghuizen wonen. De hoogte van het inkomen zal gemiddeld hoger zijn. Daarnaast komt in verschillende onderzoeken naar voren dat het opleidingsniveau van de toekomstige ouderen toeneemt. Meer mensen zijn (hoger) opgeleid in de jaren na de oorlog dan in de jaren ervoor (Castelijns et al., 2013; Rijksoverheid, 2007). Nederland is een multicultureel land. Op dit moment woont slechts een klein deel van de zorgbehoevende allochtone ouderen in een vorm van intramuraal woonzorgvastgoed (Bui, 2011). Volgens Bui (2011) is het aannemelijk dat er in de toekomst meer allochtone ouderen intramuraal zullen gaan wonen. Het is bekend dat deze achtegronden van zorgbehoevende ouderen gaan veranderen, er is echter nog weinig bekend over de invloed van deze veranderende kenmerken op de zorgvraag en het bijbehorende woonzorgvastgoed.
2.4 Veranderingen in het beleid Zoals al kort in hoofdstuk 1 is aangehaald zijn er op dit moment veel veranderingen gaande in de zorgsector waardoor er veel onduidelijkheid heerst onder de betrokken partijen over onder andere de toekomst van het woonzorgvastgoed. Allereerst is het van belang te definiëren welke sectoren van de zorgsector relevant zijn in het kader van dit onderzoek. De zorgsector is een verzamelnaam voor alle bedrijven, instellingen en medewerkers die zich bezig houden met ziekenzorg, ouderenzorg, medische hulpverlening en hulpmiddelen. Hierbij kan gedacht worden aan alle instanties die een vorm van zorg aanbieden en alle instanties die vormen van zorg ondersteunen. De verschillende zorgaanbieders in ons land kunnen ingedeeld
29
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
worden in de sectoren Cure en Care (RVZ, 2001). In het algemeen kan gezegd worden dat de cure sector vooral gericht is op het genezen van mensen en de care sector zich meer richt op de algemene welzijnszorg (RVZ, 2001). Het onderscheid tussen de sectoren kan het duidelijkst beschreven worden aan de hand van verschillende situaties (tabel 2.3). Zo zijn er in de care sector vooral verpleegkundigen en verzorgenden werkzaam en in de cure sector medici en paramedici, in de care gaat het vaak om chronische en langdurige zorg, terwijl de zorg in de cure vaak tijdelijk en kortdurend is. Daarnaast vindt de zorg in de care meestal plaats in een verzorgingshuis, verpleeghuis of bij de mensen thuis, terwijl de zorg in de cure vaak plaatsvindt in een ziekenhuis of door een huisarts. De care sector kan nog verder verdeeld worden in drie deelsectoren aan de hand van de aanbieders en de aard van de zorg. Dit zijn de sector verpleging en verzorging (ouderenzorg), de sector gehandicaptenzorg en de sector geestelijke gezondheidszorg (Van den Beld & van Zalk, 2010; RVZ, 2001). Tabel 2.3; Definities cure en care
Cure
Care
Doelen c.q. functies
Genezen en herstellen
Activiteiten
Medische zorg, revalidatie en daarbij beho- Verpleging, begeleiding, ondersteuning, verzorrende kortdurende verpleging en verzorging ging
Beroepen
Medici en paramedici
Verpleegkundigen, verzorgenden, activiteitenbegeleiders enzovoorts
Domeinen
Gezondheidszorg
Treedt ook buiten het domein van de gezondheidszorg
Duur
Tijdelijk en kortdurend (soms ook care)
Chronisch en langdurend
Locatie
Ziekenhuis, huisarts
Verzorgingshuis, thuiszorg, verpleeghuis, instelling voor gehandicapten
Verzekering
Ziekenfondswet en particuliere verzekering
AWBZ
Het zo min mogelijk laten optreden van de nadelen van ziekten, stoornissen en beperkingen
Bron: RVZ, 2001
In het kader van dit onderzoek is vooral de sector verpleging en verzorging van belang. Binnen de verzorging is het doel de zorgvragers zo veel mogelijk te ondersteunen in de dagelijkse levensbehoeften waar de persoon dit zelf niet meer kan en daarnaast het instandhouden van of het verbeteren van de kwaliteit van het leven van de zorgvrager (Nationaal kompas Volksgezondheid, 2012). Binnen de verpleging is het doel te omschrijven als het ondersteunen van een zorgvrager wanneer deze door een ziekte, beperking of een aandoening zichzelf niet meer volledig kan verzorgen (Nationaal kompas Volksgezondheid, 2012). In het algemeen kan gezegd worden dat in de verpleeghuizen zwaardere zorg (hogere ZZP’s) wordt aangeboden dan in de verzorgingshuizen. De verzorgings- en verpleeghuizen samen worden aangeduid met de term intramurale zorg of zorg met verblijf. Naast de intramurale vorm van zorg bestaat er ook een semimurale vorm van zorg. Hierbij heeft de zorgvrager toegang tot de zorginstelling, maar woont deze in een aangepaste woning dicht bij de zorginstelling zoals een aanleunwoning. Voor de ouderen die niet in of dichtbij een instelling wonen maar thuis bestaat er de thuiszorg oftewel de extramurale zorg. Thuiszorginstellingen bieden de zorg aan thuiswonende zorgvragers in de vorm van persoonlijke verzorging, verpleging, begeleiding en dagverzorging (Dumaij, 2011). 2.4.1 Geschiedenis van de sector Verpleging en Verzorging Om de huidige ontwikkelingen in deze sector in de context te kunnen plaatsen is het van belang hoe de sector ontstaan is, welke wetgeving hierbij hoorde en wat de geschiedenis is van het huidige woonzorgvastgoed. Wanneer duidelijk is hoe de huidige sector ontstaan is kan er dieper worden ingegaan op de huidige situatie en de veranderingen hierin om zo het belang van onderzoek naar de woon- en zorgbehoeften aan te geven. 30
Groei na de Tweede Wereldoorlog In het begin van de 20e eeuw bestond de sector verpleging en verzorging nog niet. Ouderen die verzorging of verpleging nodig hadden woonden vaak bij hun kinderen, in kloosters, in armenhuizen of werden opgenomen in ziekenhuizen die de rol van armenhuis op zich namen (Mens, 2012). De eerste stimulans voor de sector was de invoering van het Ziekenfondsbesluit in 1942 (Dee, van 1942 in Dumaij, 2011; Poortvliet et al., 2007) waarbij de ziekenhuisopnames beperkt werden tot patiënten met een medisch-specialistische indicatie. Vervolgens gaf de naoorlogse woningnood een impuls aan de bouw van woonzorgvastgoed (Dumaij, 2011). Het woonzorgvastgoed van de verzorging en de verpleging heeft zich door de jaren heen niet gelijk ontwikkeld. Hierdoor zullen de verzorging en verpleging apart omschreven worden. >Verzorging In de jaren na de oorlog werden er vooral zelfstandige woningen en bejaardenhuizen gebouwd voor ouderen. Het wonen stond hierin ten opzichte van de verzorging voorop en hierdoor kon er geprofiteerd worden van de planning en financiering via de woningwet (Dumaij, 2011). Als onderdeel van de sociale woningbouw in combinatie met de naoorlogse woningnood kon de ouderenhuisvesting een omvang krijgen die buiten Nederland nergens is gerealiseerd (Mens en Wagenaar, 2009; Van den Beld & van Zalk, 2010). In 1965 waren er ongeveer 73.000 plaatsen in bejaardenhuizen (Heinen et al, 2012). >Verpleging De verpleeghuizen boden medische ondersteuning voor patiënten van wie de aandoeningen vaak een chronisch karakter hadden. Mede hierdoor werd de verpleging nog gezien als een vorm van eenvoudigere ziekenhuiszorg, waardoor de verpleging niet onder de sociale woningbouw gerekend werd. Hierdoor bleef het aantal verpleegplaatsen achter op het aantal verzorgingsplaatsen. Beheersing in de jaren ‘70 Vereenzaming en isolement van de ouderen en stijgende kosten voor de overheid werden een steeds groter probleem (Dumaij, 2011). In 1970 en 1975 verschenen respectievelijk de eerste en de tweede Nota bejaardenbeleid met als doel de integratie van ouderen in de samenleving te bevorderen en de extramurale zorg weer onder de aandacht te brengen om de stijgende kosten voor de overheid te beheersen. De groei van intramurale voorzieningen bleef noodzakelijk, maar er werd nadrukkelijk gewezen op de extramurale zorg (Dumaij, 2011). >Verzorging In 1975 was het aantal plaatsen in de bejaardenhuizen opgelopen tot bijna 135.000 (Heinen et al., 2012). In de Nota’s werd besloten dat de opname in een bejaardenhuis niet meer voor iedereen toegankelijk was. Voor een opname moest men voortaan aan strenge toelatingseisen voldoen. Daarnaast werd de naam van de bejaardenhuizen veranderd naar verzorgingshuizen (Heinen et al., 2012). >Verpleging In 1971 (Dumaij, 2011) werden de verpleeghuizen onder de Wet ziekenhuisvoorzieningen (Wzv) gebracht. Hiermee kreeg de overheid invloed op de hoeveelheid verpleeghuizen die werden gerealiseerd. Na de afronding van het stelsel van sociale zekerheid en de verandering van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten voor de langdurige intramurale zorg in 1977 werd er op grotere schaal woonzorgvastgoed voor de verpleging gebouwd (Dumaij, 2011). De achterstand die in tientallen jaren ervoor was ontstaan door nauwelijks voorzieningen voor chronisch zieken te realiseren werd snel ingehaald.
31
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
Kwaliteit en capaciteit in de jaren ‘80 Vanaf 1982 werd de kwaliteit en de capaciteit van de zorginstellingen geregeld via de Wet Voorzieningen Gezondheidszorg (Dumaij, 2011). De verantwoordelijkheden met betrekking tot de controle voor de verzorging en de verpleging werden gedecentraliseerd naar de provincies (Heinen et al, 2012). Daarnaast werd het concept ‘zorg op maat’ door de Rijksoverheid in 1985 ingevoerd om alle langdurig zieken tegemoet te komen en meer samenhang in zorgdiensten te creëren. >Verzorging Ouderen zouden volgens de veranderde wetgeving zo mogelijk gehuisvest moeten worden in woningen van de reguliere woningmarkt. Deze ambitie vereiste echter ingrijpende aanpassingen in de bestaande woningvoorraad en het opstellen van regels voor de nieuwbouw. Dit leidde tot het concept levensloopbestendige woning. Daarnaast werden er verzorgingshuizen gebouwd om aan de vraag te kunnen voldoen (Heinen et al, 2012). >Verpleging In de verpleging werd het verblijven steeds belangrijker waardoor er steeds meer aandacht kwam voor de woonfunctie (Dumaij, 2011; Mens en Wagenaar, 2009). De overheid sloot hierbij aan door meer financiële middelen vrij te maken om meerpersoonskamers naar één- of tweepersoonkamers te verbouwen (VWS, 2010). Integratie en financiële achtergronden in de jaren ’90 In de jaren ‘90 lag de nadruk in het beleid vooral op de integratie van ouderen in de samenleving en de financiële consequenties van de toenemende vergrijzing (Dumaij, 2011). Daarnaast ontstond in 1990 de thuiszorg uit de gezinsverzorging en het kruiswerk (Dumaij, 2011). >Verzorging Het scheiden van woon- en zorgfuncties werd een middel om integratie van ouderen in de samenleving te bevorderen en marktwerking te creëren. Het wonen maakte alleen deel uit van de zorg wanneer het onmogelijk was verblijf en verzorging te scheiden (Mens en Wagenaar, 2009). Daarnaast werd het scheiden van wonen en zorg gebruikt om de financiële consequenties te kunnen beheersen en aan de toenemende vraag te kunnen voldoen (Dumaij, 2011). Met de introductie van de Kwaliteitswet zorginstellingen (1996) werd een belangrijke stap gezet op de kwalitatieve verbetering van de zorg (Dumaij, 2011; Heinen et al, 2012). Daarnaast werd op 1 januari 1997 de Overgangswet Verzorgingshuizen van kracht om de verzorgingshuizen in vier jaar tijd over laten gaan naar de AWBZ. >Verpleging De verpleging was sinds de jaren ‘80 bezig om het aanbod te verbreden. Zo werden bijvoorbeeld kleine intramurale voorzieningen en kleinschalige woonvormen met gezinsachtige situaties gecreëerd (Mens en Wagenaar, 2009). 2.4.2 Huidige beleidsontwikkelingen Aan het eind van de jaren ’90 was de regelgeving met betrekking tot de sector verpleging en verzorging steeds complexer en bureaucratischer geworden. Een grondige herziening was noodzakelijk (Dumaij, 2011). Zo werd in 2001 de gemoderniseerde AWBZ ingevoerd. Binnen deze herziene AWBZ hoorden nu ook de verzorgingshuizen en de zorgvrager kreeg een centralere plaats. Daarnaast werd de aanbiedersmarkt voor zorgaanbieders opener. Het doel van de nieuwe regelingen was een meer vraaggestuurde en daarmee doelmatigere en cliëntvriendelijke zorgmarkt te creëren (EIB, 2012).
32
Vanaf 2004 werd binnen de AWBZ de toelating en financiering voor de zorg functiegericht (Dumaij, 2011). Dit betekent dat een zorgvrager een zorgindicatie krijgt op basis van welke zorg en de hoeveelheid zorg hij nodig heeft. Vanaf 2008 werd deze zorgindicatie gegeven op basis van de zogenaamde zorgzwaartepakketten (ZZP’s) zoals beschreven in paragraaf 2.2.1. Ook de instellingsfinanciering maakte plaats voor de functiegerichte financiering voor zorgaanbieders. Hiermee kregen zorgaanbieders voortaan vergoedingen voor de geleverde diensten en niet voor hun capaciteit. In januari 2007 (Rijksoverheid, 2013) werd de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) ingevoerd. Met de invoering van de Wmo werden verantwoordelijkheden met betrekking tot zorg en welzijn gedecentraliseerd naar de gemeenten. Het doel van deze wet is ervoor zorgen dat mensen zo lang mogelijk kunnen meedoen in de samenleving en zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. Binnen de Wmo wordt geregeld dat de mensen met een beperking de voorzieningen, hulp en ondersteuning krijgen die ze nodig hebben. Gemeenten kunnen verschillend beleid voeren in het bereiken van deze doelstelling. Vanaf 1 januari 2013 zijn de ZZP-indicaties 1 en 2 geëxtramuraliseerd (Ministerie van VWS, 2012; TNO, 2012a). Deze verandering ligt in het verlengde van het scheiden van wonen en zorg en houdt in dat de zorgbehoevende ouderen met indicatie ZZP 1 of 2 geen recht meer hebben op een vergoeding voor het wonen in een intramurale setting, maar een indicatie krijgen voor de thuiszorg (TNO, 2012a; Aedes-Actiz, 2013). Door deze kostenbeperking van de overheid zullen de ouderen langer thuis blijven wonen. Alleen wanneer de zorgzwaarte hoger wordt zal intramuraal wonen mogelijk worden. Zoals al aangegeven in paragraaf 2.2.1 zullen ZZP 3 in 2014 en ZZP 4 in 2016 worden geëxtramuraliseerd. Alleen de mensen met een hogere ZZPindicatie (ZZP 5 en hoger) zullen in de toekomst nog een vergoeding ontvangen voor het wonen in intramuraal woonzorgvastgoed. De zorgbehoevende ouderen die geen recht meer hebben op een vergoeding voor het wonen in een vorm van woonzorgvastgoed hebben wel mogelijkheden om intramuraal te wonen door het betalen van huur. Deze huur zal worden berekend op basis van het woningwaarderingsstelsel. Via dit stelsel wordt de huur opgebouwd op basis van punten die toegekend worden aan aspecten van het te verhuren vastgoed. Er kunnen op basis van dit systeem echter geen punten worden toegekend aan aspecten speciaal voor de zorg. Dit betekent dat de nieuwe investeringen die gedaan worden om woonvastgoed geschikt te maken als woonzorgvastgoed niet doorberekend kunnen worden in de huur waardoor deze investeringen in woonzorgvastgoed niet gedekt zullen zijn voor de verhuurder ervan. 2.4.3. Het welzijn van de ouderen Er zijn veel veranderingen gaande die van belang zijn voor de sector verpleging en verzorging. De mogelijkheid bestaat dat dit een invloed heeft op de kwaliteit van de sector. Daarnaast zijn er volgens onderzoek op dit moment aandachtspunten met betrekking tot het welzijn van bewoners van woonzorgvastgoed (Den Draak, 2010, De Klerk, 2005). Verpleeghuisbewoners (ZZP 5 en hoger) zijn vaak niet tevreden over het woonzorgvastgoed. Enkele voorbeelden van tekortkomingen zijn de privacy en de autonomie van de bewoners. Aspecten van gebouwen kunnen bijdragen aan de kwaliteit van het leven van deze bewoners (Poortvliet et al., 2007). Het is van belang dat er onderzoek wordt gedaan naar de behoeften van de zorgbehoevende ouderen en de daarbij horende gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed die kunnen bijdragen aan het verbeteren van het welzijn en de kwaliteit van het leven van de ouderen in woonzorgvastgoed.
33
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
2.5 Conclusie In dit hoofdstuk zijn de verschillende ontwikkelingen die van invloed zijn op de zorgsector besproken. Nederland heeft te maken met een dubbele vergrijzing van de bevolking waarbij het aantal ouderen groeit de komende jaren en het aantal 80-plussers toeneemt ten opzichte van het aantal 65-plussers. In combinatie met het groeiende aantal alleenstaande ouderen zal het aantal zorgbehoevende ouderen groeien. De piek van het aantal zorgbehoevende ouderen zal door de gemiddeld hogere leeftijd van rond de 85 niet in 2040 maar na 2050 zijn. In het aantal zorgbehoevende ouderen zijn regionaal en lokaal grote verschillen. Vanaf 2008 wordt er gewerkt met de zogenaamde Zorgzwaartepakketten (ZZP’s) waarmee ouderen een indicatie krijgen voor hun behoefte aan zorg en voor het wel of niet intramuraal kunnen wonen. Er zijn 10 ZZP’s waarbij ZZP 1 de lichtste vorm en ZZP 10 de zwaarste vorm van zorg betreft. Over het laatste jaar is te zien dat het aantal hogere ZZP-indicaties (ZZP 5 en hoger) fors is gegroeid met zo’n 12 procent. Daarnaast zijn er verschillende prognoses gedaan over de toekomstige zorgvraag waarbij de conclusies zijn dat het aantal hogere ZZP’s in de toekomst fors zal toenemen. De sector Verpleging en Verzorging is pas na de Tweede Wereldoorlog ontstaan. Er werd een verschil gemaakt tussen verzorging (perspectief vanuit het wonen) en verpleging (perspectief vanuit de zorg) waardoor deze twee deelsectoren zich vrij separaat ontwikkeld hebben. Na een groei van het aantal woonzorginstellingen wordt er door de overheid een daling van de kosten nagestreefd. De eerste stappen voor het scheiden van woon- en zorgfuncties werden ondernomen en het samenvoegen van de verpleging en de verzorging onder de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten werd een feit. Tegenwoordig zijn het wonen en de zorg voor bepaalde ouderen definitief gescheiden door de extramuralisering. Dit heeft vergaande gevolgen voor de gehele sector die op dit moment nog niet helemaal duidelijk zijn. Er zijn veel veranderingen gaande die van belang zijn voor de sector verpleging en verzorging. De mogelijkheid bestaat dat dit een invloed heeft op de kwaliteit van de sector. Daarnaast komt uit verschillende onderzoeken naar voren zorgbehoevende ouderen op dit moment niet tevreden zijn over het woonzorgvastgoed en dat verbetering gewenst is. Meer inzicht is nodig in de woon- en zorgbehoeften van zorgbehoevende ouderen en de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed om ervoor te zorgen dat het welzijn van de intramuraal wonende ouderen verbeterd kan worden in de toekomst.
34
35
Zorgbehoevend zorgvastgoed? Z Zo orggb be eho h evven end nd zo zorg org rgva vast s go goed ed?
Hoofdstuk 3: Theorie:
de woon- en zorgbehoeften
36 36
In dit hoofdstuk worden de woon- en zorgbehoeften van zorgbehoevende huishoudens met ZZP 5 en hoger geformuleerd. Allereerst zal besproken worden waarom de behoeften van de ouderen relevant zijn voor het bepalen van de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed. Via de bestaande literatuur over behoeften zal een overzicht gecreeerd worden van de woonbehoeften van ouderen. Hierna is verder literatuuronderzoek gedaan om een inzicht te krijgen in de woon- en zorgbehoeften van zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger.
3.1 Relevantie van behoeften Zoals beschreven in hoofdstuk 2 is het van belang dat het welzijn van intramuraal wonende ouderen verbetert. Hiervoor moet inzichtelijk gemaakt worden wat de gewenste aspecten van woonzorgvastgoed zijn voor zorgbehoevende ouderen. De gewenste aspecten van vastgoed worden vaak onderzocht door het vragen naar woonbehoeften in termen van wensen of eisen van gebruikers. Aan dit soort woonbehoeften zijn problemen verbonden (Heijs, 2013). Allereerst zijn eisen en wensen aanbod georiënteerd. Het zijn meer of minder specifieke of gedetailleerde verlangens en invullingen die voor de gebruikers bekend zijn. Innovatieve oplossingen welke eventueel beter kunnen zijn dan de traditionele oplossingen komen dan niet aan bod. Als tweede kunnen wensen of eisen gebaseerd zijn op onrealistische ideeën. Ouderen willen bijvoorbeeld een groot appartement terwijl dit in de praktijk niet haalbaar is. Als derde zijn wensen en eisen veranderlijk. Zo kan een bewoner van een zorginstelling bijvoorbeeld een wens hebben voor een bad, maar in de toekomst om bijvoorbeeld gezondheidsredenen liever een inloopdouche met zitmogelijkheid willen. Voor gebouwen en aspecten van gebouwen is het van belang dat ze voor een langere tijd functioneel blijven. Als vierde zijn de wensen en eisen die gebruikers aangeven vaak niet compleet. Het aantal mogelijke kenmerken is zeer groot en gebruikers zijn zich vaak niet bewust van alle benodigdheden in het woon- en zorgproces. Hierdoor kunnen belangrijke zaken vergeten worden in het ontwerpproces. Een voorbeeld kan zijn dat er voldoende ruimte naast een toilet of naast een bed aanwezig moet zijn om zorg of hulp te kunnen verlenen. Er kunnen door deze tekortkomingen problemen ontstaan in het Programma van Eisen en het gebouw. Door deze tekortkomingen van wensen en eisen zijn dit soort woonbehoeften minder geschikt als indicator voor de gewenste aspecten van woonzorgvastgoed gebruikt worden. Voor het bepalen van de gewenste aspecten van gebouwen zijn woonbehoeften, verbonden aan het gebruiksproces, een betere indicator. Heijs (2013) definieert deze behoeften als: “Lichamelijke of geestelijke toestanden (doelen), of activiteiten om die te bereiken, die fundamenteel zijn voor fysiologisch, sociaal en psychologisch welzijn in het gebruiksproces”. Behoeften zijn dus kenmerken van gebruikers. Het zijn toestanden of doelen of activiteiten om die toestanden of doelen te bereiken. De behoeften zijn in tegenstelling tot de wensen en eisen duidelijk, realistisch, stabieler en ze verwijzen niet direct naar bekende oplossingen. Hierdoor zijn ze beter bruikbaar voor een Programma van Eisen. Een lijst van de doelen en de activiteiten van mensen met betrekking tot het gebruiksproces van gebouwen is relatief kort en daardoor eerder volledig. Achterhalen van de behoeften van gebruikers blijkt echter niet eenvoudig (Sommer, 1983; Goffin & Lemke, 2004 in Aarts, 2006; Heijs, 2013). Een veelvoorkomend probleem is dat gebruikers niet denken in de vorm van behoeften of zich er niet bewust in kunnen uitdrukken. Gebruikers denken over het algemeen in directe oplossingen. Door Heijs (2007) is een methode ontwikkeld om deze woonbehoeften wel op een valide en betrouwbare wijze in kaart te brengen en vervolgens te koppelen aan de daarvoor vereiste
37
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
gebouwprestaties. De methode (USE: User Needs by Systematic Elaboration) kan worden gebruikt voor het opstellen van Programma’s van Eisen. Voor de evaluatie van gebouwen (Post Occupancy Evaluation) en voor het berekenen van de functionele gebruikswaarde van gebouwen of onderdelen daarvan. Om een zo betrouwbaar mogelijk beeld te krijgen van de gewenste aspecten van woonzorgvastgoed wordt gebruik gemaakt van de basisgedachten en onderdelen van USE om inzicht te krijgen in de woon- en zorgbehoeften van de gebruikers. Dit gebeurt eerst via literatuuronderzoek.
3.2 Behoeften In deze paragraaf zal een overzicht gegeven worden van het bestaande onderzoek over de behoeften van mensen. In het overzicht zal worden ingegaan op de algemene levensbehoeften, de behoeften van mensen ten aanzien van gebruiksprocessen in gebouwen en de woonbehoeften van ouderen. 3.2.1 Algemene levensbehoeften In een onderzoek van Aarts (2006) naar de gebruikswaardebepaling van defensiegebouwen en een onderzoek van Van Doorn (2012) naar woonbehoeften van ouderen ten behoeve van levensloopgeschikte woningen wordt voor de algemene levensbehoeften verwezen naar de Amerikaanse psycholoog Maslow (Maslow, 1954 in Aarts, 2006 en in Van Doorn, 2012). Maslow heeft in een hiërarchische behoeftenpiramide onderscheid gemaakt in 5 categorieën algemene levensbehoeften (zie figuur 3.1). Als eerste haalt Maslow de fysiologische behoeften aan. Hiermee worden de primaire lichamelijke behoeften als ademen, voedsel, water, seks, rust, slaap, lichaamsbeweging, bescherming tegen kou, regen en zon bedoeld. De tweede categorie wordt omschreven als de behoefte aan veiligheid en zekerheid. Hiermee wordt zowel de fysieke veiligheid en zekerheid, als de veiligheid en zekerheid van de eigen bezittingen en middelen bedoeld. Ook worden de behoefte aan een goede gezondheid en het Figuur 3.1: Categorieën algemene levensbehoeften hebben van een woning hieronder gerekend. bron: Maslow (1954 in Aarts) De derde categorie omschrijft de zogenaamde sociale behoeften of de behoeften aan relaties met anderen. Hieronder worden onder andere vriendschap, familie, liefde en het behoren tot een bepaalde groep gerekend. De vierde categorie omschrijft de behoeften aan erkenning en waardering. Belangrijke behoeften binnen deze categorie zijn de behoeften aan een positief zelfbeeld, vertrouwen, prestatie en respect. De vijfde categorie omschrijft de behoeften aan zelfverwerkelijking of zelfontplooiing. Hierbij gaat het er om zichzelf te ontplooien naar de eigen mogelijkheden waarbij de begrippen creativiteit, spontaniteit, talenten en verantwoordelijkheid voor het eigen gedrag van belang zijn. Naast de 5 categorieën behoeften beschrijft Maslow nog cognitieve en esthetische behoeften. Cognitieve behoeften kunnen worden uitgelegd als de behoefte om te weten en te begrijpen en esthetische behoeften kunnen worden uitgelegd als behoeften aan schoonheid of aan een esthetisch aantrekkelijke omgeving. Deze behoeften worden echter niet genoemd in de hiërarchie (Huizinga, 1970 in Aarts, 2006). Van der Voordt (1998) schrijft dat bij het voldoen aan de algemene levensbehoeften de woning een essentiële rol speelt. In recent onderzoek (Rendement. nl, 2011) is aangetoond dat de volgorde van de behoeften minder van belang is dan voorheen
38
werd gedacht. De behoeftenpiramide van Maslow wordt in de recente literatuur nog aangehaald. Het vormt een basis voor onderzoek naar specifiekere behoeften. 3.2.2. Behoeften ten aanzien van gebruiksprocessen in gebouwen Naast het onderzoek van Maslow is er in het onderzoek van Aarts gebruik gemaakt van 11 andere bronnen1. Hiermee wordt een overzicht gecreëerd van verschillende inzichten met betrekking tot de behoeften van mensen ten aanzien van gebruiksprocessen in gebouwen. Aarts (2006) gaat allereerst uit van dezelfde definitie van behoeften van Heijs die al eerder is gegeven in paragraaf 3.1. Aarts (2006) geeft een indeling in vier clusters gebaseerd op Heijs (1992 in Aarts, 2006). Dit zijn allereerst de fysiologische behoeften, sociale behoeften en psychologische behoeften. Daarnaast wordt er in het onderzoek beredeneerd dat het voor het uitvoeren van activiteiten van belang is dat het gebouw hier mogelijkheden toe biedt. Dit wordt gezien als de functionele behoeften die worden toegevoegd aan de eerder benoemde clusters. De vier clusters worden als volgt omschreven: >Fysiologische behoeften: De behoeften die te maken hebben met het lichamelijke welzijn van personen en die verbonden zijn met het waarnemingsvermogen door zintuigen (horen, voelen zien, ruiken, proeven). >Sociale behoeften: De behoeften die gerelateerd zijn aan de omgang met andere personen. Sociale behoeften hebben betrekking op relaties tussen personen. >Psychologische behoeften: Dit zijn behoeften die gericht zijn op het geestelijk welzijn van personen. >Functionele behoeften: Dit zijn de behoeften die gerelateerd zijn aan het kunnen uitvoeren van activiteiten in een gebouw. Het gebouw dient het uitvoeren van activiteiten met andere woorden mogelijk te maken en te ondersteunen. Het totale overzicht van behoeften van mensen ten aanzien van gebruiksprocessen in gebouwen zoals bepaald door Aarts (2006) is weergegeven in bijlage I. 3.2.3 Woonbehoeften van ouderen Van Doorn heeft in 2012 met behulp van USE een onderzoek gedaan naar de levensloopgeschiktheid van woningen in een portefeuille van een woningbouwvereniging middels woonbehoeften van ouderen. Van Doorn (2012) heeft gebruik gemaakt van dezelfde vier clusters zoals bepaald door Aarts (2006) en Heijs (1992 in Aarts, 2006). Voor het bepalen van de woonbehoeften voor ouderen is daarnaast gebruik gemaakt van verschillende aanvullende bronnen2. Van Doorn heeft de vier clusters fysiologische, sociale, psychologische en functionele behoeften op twee niveaus beschreven. Het eerste niveau omvat de doelen of toestanden van de woonbehoeften en het tweede niveau geeft specifieke activiteiten die passen bij deze doelen of toestanden. In tabel 3.1 zijn de woonbehoeften voor ouderen ten behoeve van levensloopbestendige woningen weergegeven zoals bepaald in het onderzoek van Van Doorn (2012).
1: Gebruikte bronnen door Aarts: Murray (1938), Alderfer (1969), Huizingga (1970), McGuire (1974), Enosh, Leslau en Scacham (1984), Herzberg et al. (1959), Perter (1961), Weiss et al. (1964), Cooper (1979), Lawrence (1987), en Heijs (1992). 2: Gebruikte bronnen door Van Doorn (2012): Gezondheidsraad (2005), Sikma, P. (2011), Van Iersel, J., Leidelmeijer, K. (2010), Verbunt, L. (2008), Luijkx, K. (2006), Heijs, W.J.M. (2001), Sogelée, G. (2000) en Gezondheid NV (2009).
39
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
Tabel 3.1: Woonbehoeften voor zelfstandig wonende ouderen op basis van Van Doorn (2012)
Cluster
Behoefte niveau 1 (toestanden en doelen) Behoefte niveau 2 (activiteiten)
Fysiologisch
Thermisch Comfort
Luchttemperatuur aanpassen, Luchtsnelheid aanpassen, Relatieve vochtigheid aanpassen
Visueel Comfort
Hoeveelheid licht aanpassen
Auditief Comfort
Volume van apparatuur aanpassen
Olfactorisch (reuk en geuren) comfort
Ventileren van de woningen, Maskeren van geuren
Fysieke veiligheid
Vallen voorkomen Brand vermijden
Hygiene
Handen wassen Haren wassen Douchen Baden
Direct sociaal contact hebben binnen de woning
Logees ontvangen Visite ontvangen Hulp geven of ontvangen Controle hebben over type interactie
Indirect sociaal contact hebben binnen de woning
E-mailen Bellen
Direct sociaal contact hebben buiten de woning
Deelnemen in groepsactiviteiten Hulp geven of ontvangen
Indirect sociaal contact hebben buiten de woning
Advertenties ophangen Brieven en pakketjes posten E-mailen Bellen
Privacy
Zichzelf afzonderen van iedereen
Veilig voelen in de woonomgeving
Sociale controle Bekend zijn met de woonomgeving Kans op onveilige situaties verkleinen
Veilig voelen in de woning
Sociale controle Inkijk in de woning voorkomen Naar buiten kunnen kijken Kunnen waarschuwen van anderen
Veilig zijn in de woning
Veilig opbergen van persoonlijke bezittingen Woning kunnen afsluiten
Zelfontplooiing
Leveren van waardevolle prestaties Hobby binnen de woning uitoefenen
Vermijden van stress
Geluidsoverlast van binnen de woning beperken Geluidsoverlast van buiten de woning beperken Actief bezig blijven Naar buiten kunnen kijken Ontspannen
Personificatie
Aankleden van de woning met grote spullen Aankleden van de woning met kleine spullen Inrichten van de woning Tonen van persoonlijke bezittingen Esthetiek
Sociaal
Psychologisch
40
Cluster
Behoefte niveau 1 (toestanden en doelen) Behoefte niveau 2 (activiteiten)
Functioneel
ADL3 (algemene dagelijkse levensverrichtingen)
Eten Drinken Slapen Rusten Medicijnen innemen Naar toilet gaan
HDL4 (huishoudelijke dagelijkse levensverrichtin- Boodschappen doen Hoeveelheid licht aanpassen gen Op orde houden van de woning (klein onderhoud) Horen van geluiden van apparatuur Kleding wassen en strijken bedienen van installaties en woononderdelen Opbergen van bezittingen voor langere tijd Opbergen van bezittingen voor kortere tijd Koken Geluiden herkennen Onderhouden van de tuin Administratie bijhouden Stofzuigen Schoonhouden van de woning Verpleegkundige verrichtingen
Verpleegkundige handelingen zelf doen Verpleegkundige handelingen door anderen laten doen
Horizontale mobiliteit binnen de woning
Deuren openen en sluiten Ramen openen en sluiten Opstaan uit een stoel Opstaan uit bed Door woning lopen met rollator
Verticale mobiliteit binnen de woning
Van ene naar andere verdieping komen
Mobiliteit buiten de woning
In en uitlopen van woongebouw Voorzieningen kunnen bereiken Op straat kunnen bewegen
Perceptuele behoeften
Toepassen van affordanties5 (eigenschappen van de omgeving) Bekend zijn met de omgeving
Vrijetijdsbesteding
Hobby binnen de woning uitoefenen TV kijken / radio of muziek luisteren
De tabel geeft een vrij compleet overzicht van de doelen en activiteiten (woonbehoeften) van ouderen. Op basis van het onderzoek van Van Doorn (2012) kan een overzicht gemaakt worden van aannemelijke woonbehoeften voor ouderen in de context van dit onderzoek. Dit overzicht zal als basis dienen voor het verdere onderzoek naar woon- en zorgbehoeften voor intramuraal wonende ouderen. De woonbehoeften voor ouderen zullen aan de hand van deze vier clusters besproken worden in de subparagrafen A tot en met D.
3: ADL (Algemene dagelijkse levensverrichtingen) Met de algemene dagelijkse levensverrichtingen worden volgens het gezondheidsplein (2012) de dagelijks terugkerende basisverrichtingen bedoeld die je moet kunnen uitvoeren om zelfstandig te kunnen blijven leven op een binnen de maatschappij fatsoenlijk geacht niveau. Wanneer het slechter gaat met de gezondheid van mensen kunnen deze levensverrichtingen een steeds groter probleem worden. Zeker in het kader van de zorgbehoevende ouderen kunnen deze verrichtingen zo moeilijk worden dat ze niet meer zelfstandig uit te voeren zijn. 4: HDL (Huishoudelijke dagelijkse levensverrichtingen) Met de huishoudelijke dagelijkse levensverrichtingen worden die activiteiten bedoeld als bijvoorbeeld koken, schoonhouden van de woning en boodschappen doen. Net als bij de ADL kunnen deze activiteiten voor zorgbehoevende ouderen zo moeilijk worden dat ze niet meer zelfstandig uit te voeren zijn. 5: Affordanties Affordanties zijn combinaties van objectkarakteristieken die een onbewust intuïtief gebruik oproepen. Het is met andere woorden logisch wat het gebruiksdoel van een object is. Voorbeelden zijn een deurknop (draaien om de deur open te maken) of een stoel (zitten).
41
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
A. Fysiologische woonbehoeften voor ouderen De fysiologische behoeften zijn die behoeften die te maken hebben met het lichamelijk welzijn van de gebruikers. Van Doorn (2012) noemt zes fysiologische behoeften. Dit zijn de behoeften aan fysieke veiligheid, hygiëne, visueel comfort, auditief comfort, thermisch comfort en olfactorisch (reuk en geuren) comfort. Het is aannemelijk dat deze behoeften ook van toepassing zijn voor de intramuraal wonende zorgbehoevende ouderen. Hiernaast geeft Aarts (2006) nog de behoefte aan tast en beweging en de behoefte aan beschutting en bescherming. Volgens Van Doorn (2012) zorgt de tast- en bewegingsbehoefte ervoor dat mensen zich fysiek niet bezeren. Hierdoor is er aangenomen dat deze behoefte vergelijkbaar is met de behoefte aan fysieke veiligheid. De tast- en bewegingsbehoefte omvat echter ook de behoefte aan een bijvoorbeeld het veilig kunnen bewegen en het kunnen bedienen van apparaten. In de context van de zorgbehoevende ouderen is het aannemelijk dat deze behoefte van belang is. Hierdoor zal deze behoefte toegevoegd worden aan het overzicht. De behoefte aan bescherming en beschutting hangt volgens Van Doorn samen met beschutting tegen de weersinvloeden en dus het voldoen aan de thermische behoeften. De behoefte aan beschutting en bescherming is echter breder dan de thermische behoeften. Het omvat bijvoorbeeld ook de behoefte aan onderdak. Hierdoor zal ook deze behoefte meegenomen worden in het onderzoek. In tabel 3.2 is het overzicht van de voorlopige fysiologische woonbehoeften weergegeven met de doelen en de bijbehorende activiteiten. Tabel 3.2: Fysiologische woonbehoeften, naar aanleiding van Van Doorn (2012) en Aarts (2006)
Cluster
Behoeften niveau 1 (doelen en toestanden)
Behoeften niveau 2 (activiteiten)
Fysiologisch
Fysieke veiligheid
Vallen voorkomen Brand vermijden
Hygiëne
Handen wassen Haren wassen Douchen Baden
Visueel Comfort
Hoeveelheid licht aanpassen
Auditief Comfort
Volume van apparatuur aanpassen
Thermisch Comfort
Luchttemperatuur aanpassen Luchtsnelheid aanpassen Relatieve vochtigheid aanpassen
Olfactorisch (reuk en geuren) comfort
Ventileren van de woningen Maskeren van geuren
Tast- en bewegingscomfort
Apparaten bedienen Veilig bewegen
Behoefte aan beschutting en bescherming
Onderdak Bescherming bieden
B. Sociale woonbehoeften voor ouderen De sociale behoeften hebben betrekking op de omgang met andere personen. Van Doorn geeft de behoefte aan directe en indirecte sociale contacten binnen en buiten de woning. Daarnaast wordt de behoefte aan privacy gedefinieerd. Het is aannemelijk dat deze behoeften ook van belang zijn voor de intramuraal wonende ouderen. Aarts definieert nog de behoeften aan plezier en vermaak, hulp en de mogelijkheid zich te meten of vergelijken met anderen. De behoefte aan plezier en vermaak is volgens het onderzoek van Van Doorn vooral van toepassing buiten de woning. In de context van de intramuraal wonende ouderen kan deze behoefte echter wel belangrijk zijn binnen de woning door een mogelijk slechtere gezondheid. De behoefte aan hulp heeft betrekking op hulp geven en krijgen in bijvoorbeeld verzorging. In het kader van dit onderzoek is het hulp krijgen van groter belang door de gezondheidsproblemen die kunnen ontstaan. De behoefte zich te meten met anderen kan relevant zijn voor het zelfbeeld van intramuraal wonende ouderen, omdat ze veel gecon42
fronteerd kunnen worden met lotgenoten. Het is echter in deze context meer van toepassing in het cluster psychologische behoeften. In tabel 3.3 zijn de voorlopige sociale woonbehoeften weergegeven. Tabel 3.3: Sociale woonbehoeften, naar aanleiding van Van Doorn (2012) en Aarts (2006)
Cluster
Behoeften niveau 1 (doelen en toestanden)
Behoeften niveau 2 (activiteiten)
Sociaal
Direct sociaal contact hebben binnen de woning
Logees ontvangen Visite ontvangen Hulp geven of ontvangen Controle hebben over type interactie
Indirect sociaal contact hebben binnen de woning
E-mailen Bellen
Direct sociaal contact hebben buiten de woning
Deelnemen aan groepsactiviteiten Hulp geven of ontvangen
Indirect sociaal contact hebben buiten de woning
Advertenties ophangen Brieven en pakketjes posten E-mailen Bellen
Privacy
Zich kunnen afzonderen van iedereen Zich kunnen terugtrekken met gasten Persoonlijke bezittingen opbergen
De behoefte aan plezier en vermaak
Deelnemen aan groepsactiviteiten
De behoefte aan hulp (passief en actief)
Hulp geven of ontvangen
C. Psychologische woonbehoeften voor ouderen De psychologische behoeften hebben betrekking op het geestelijk welzijn van de ouderen. Hierbij wordt door Van Doorn sociale veiligheid erg uitgebreid omschreven, omdat dit als relatief belangrijk wordt gezien door ouderen. Er wordt een verschil gemaakt tussen het veilig voelen in de woonomgeving, het veilig voelen in de woning en het veilig zijn in de woning. Het veilig zijn in de woning houdt volgens Van Doorn in dat de woning afgesloten moet kunnen worden en dat persoonlijke bezittingen veilig opgeborgen moeten kunnen worden. Aarts geeft ook nog de perceptuele behoeften. De perceptuele behoeften sluiten beter aan bij het functionele cluster en zullen in die paragraaf besproken worden. In tabel 3.4 zijn de voorlopige psychologische woonbehoeften geformuleerd. Tabel 3.4: Psychologische woonbehoeften, verwerkt naar Van Doorn (2012) en Aarts (2006)
Cluster
Behoeften niveau 1 (doelen en toestanden)
Behoeften niveau 2 (activiteiten)
Psychologisch
Veilig voelen in de woonomgeving
Sociale controle Bekend zijn met de woonomgeving Kans op onveilige situaties verkleinen
Veilig voelen in de woning
Sociale controle Inkijk in de woning voorkomen Naar buiten kunnen kijken Kunnen waarschuwen van anderen
Veilig zijn in de woning
Veilig opbergen van persoonlijke bezittingen Woning kunnen afsluiten
Personificatie
Aankleden van de woning met grote spullen Aankleden van de woning met kleine spullen Inrichten van de woning Tonen van persoonlijke bezittingen Esthetiek
Vermijden van stress
Geluidsoverlast van binnen de woning beperken Geluidsoverlast van buiten de woning beperken Actief bezig blijven Naar buiten kunnen kijken Ontspannen
Zelfontplooiing, leveren van waardevolle prestaties
Leveren van waardevolle prestaties Hobby binnen de woning uitoefenen
De behoefte zich te meten / vergelijken met anderen
Confrontatie met lotgenoten
43
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
D. Functionele woonbehoeften voor ouderen De vierde en laatste cluster behoeften omvat de functionele behoeften. Dit zijn de behoeften die activiteiten in een gebouw mogelijk moeten kunnen maken. Allereerst is het aannemelijk dat de functionele behoeften met betrekking tot de ADL, mobiliteit en HDL ook van toepassing zijn op intramuraal wonende ouderen. Zeker omdat deze ouderen gezondheidsproblemen hebben en waarschijnlijk meer moeite hebben met de activiteiten die erbij horen. De behoefte aan vrijetijdsbesteding toont overeenkomsten met de sociale behoefte aan plezier en vermaak. Toch worden deze behoeften in dit stadium beide meegenomen, omdat het een sociale en een functionele behoefte betreft en beide kanten belangrijk kunnen zijn. Met de perceptuele behoefte wordt onder andere gedoeld op affordanties en bekendheid met de fysieke omgeving. In de veranderende context voor zorgbehoevende ouderen die steeds afhankelijker worden en eventueel een psychogeriatrische aandoening kunnen krijgen zijn dit relevante behoeften. De behoefte aan verpleegkundige verrichtingen is vanzelfsprekend relevant. In tabel 3.5 zijn de voorlopige functionele woonbehoeften weergegeven. Tabel 3.5: Functionele woonbehoeften, verwerkt naar Van Doorn (2012) en Aarts (2006)
Cluster
Behoeften niveau 1 (doelen en toestanden)
Behoeften niveau 2 (activiteiten)
Functioneel
ADL (algemene dagelijkse levensverrichtingen)
Eten, Drinken, Slapen, Rusten, medicijnen innemen, Naar toilet gaan
Mobiliteit buiten het gebouw
In en uitlopen van woongebouw Voorzieningen kunnen bereiken Op straat kunnen bewegen
Mobiliteit binnen de woning
Ramen/Deuren openen en sluiten Opstaan uit een stoel/bed Door woning lopen met rollator
Verticale mobiliteit binnen het gebouw
Van ene naar andere verdieping komen
Vrijetijdsbesteding
Hobby binnen de woning uitoefenen TV kijken / radio of muziek luisteren
Perceptuele behoeften (zinvolle waarnemingen, we- Toepassen van affordanties (eigenschappen van de ten waar iets voor dient) omgeving) Bekend zijn met de omgeving
44
HDL (huishoudelijke dagelijkse
Boodschappen doen, Hoeveelheid licht aanpassen, Op orde houden van de woning (klein onderhoud), Horen van geluiden van apparatuur, Kleding wassen en strijken, bedienen van installaties en woononderdelen, Opbergen van bezittingen voor langere/ kortere tijd, Koken, Geluiden herkennen, Onderhouden van de tuin, Administratie bijhouden, Stofzuigen, Schoonhouden van de woning
Verpleegkundige verrichtingen
Verpleegkundige handelingen zelf doen Verpleegkundige handelingen door anderen laten doen
3.3 Woon- en zorgbehoeften van intramuraal wonende ouderen De in paragraaf 3.2 bepaalde woonbehoeften van ouderen hebben als basis gediend voor verder onderzoek naar de woon- en zorgbehoeften van intramuraal wonende zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger. Met intramuraal wonende zorgbehoevende ouderen worden die ouderen bedoeld die in een vorm van een verpleeghuis wonen en minimaal een ZZP indicatie 5 of hoger hebben ontvangen. Deze ouderen wonen niet zelfstandig in tegenstelling tot de ouderen die tot nu toe zijn bespoken. Door middel van literatuuronderzoek zijn de eerder bepaalde behoeften aangevuld en gecontroleerd om zo de woon- en zorgbehoeften van intramuraal wonende ouderen te formuleren. Voor het literatuuronderzoek is gebruikt gemaakt van onderzoeken die een indicatie geven van de leefsituatie van intramuraal wonende ouderen om zo een inzicht in de behoeften te kunnen krijgen. Wel zitten er nog grote verschillen in de groep intramuraal wonende zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger in bijvoorbeeld het ziektebeeld en de benodigde zorg. 3.3.1 De onderzoeken Den Draak (2010) heeft een onderzoek gedaan naar oudere tehuisbewoners. Hierbij is een onderscheid gemaakt tussen verzorgingshuisbewoners en verpleeghuisbewoners. In het onderzoek worden de belangrijke aspecten voor het welbevinden van de bewoners besproken. De bewoners staan in dit onderzoek centraal. De informatie werd door Den Draak (2010) verkregen uit literatuuronderzoek en interviews en/of vragenlijsten met ouderen of personen die de vragenlijsten invulden voor de betreffende ouderen wanneer de ouderen dit zelf niet meer konden. Er zijn geen directe behoeften gegeven maar deze konden wel geformuleerd worden met behulp van de positieve en negatieve conclusies over het welbevinden van de intramuraal wonende ouderen. In tabel 3.6 zijn deze afgeleide woon- en zorgbehoeften weergegeven in de vier clusters. Belangrijke sociale behoeften zijn de behoefte aan privacy en aan sociale contacten binnen het woonzorgvastgoed. Belangrijke psychologische behoeften zijn de behoefte aan autonomie, aan zelfexpressie en aan een gevoel van veiligheid. Belangrijk bij de functionele behoeften is de behoefte aan hulp bij de verschillende activiteiten.
Tabel 3.6: Woon- en zorgbehoeften afgeleid uit het onderzoek van Den Draak (2010)
Cluster
Behoeften niveau 1
Fysiologisch
-
Sociaal
Diepgaand sociaal contact (met verzorgenden) Sociaal netwerk Contacten buiten de instelling Contacten binnen de instelling Behoefte aan een vertrouwensband Privacy Betrekken van de buurt bij de activiteiten
Psychologisch
Autonomie (bijvoorbeeld inspraak in planning van verpleegkundige verrichtingen, bewegingsvrijheid) Individuele uitingen, mogelijkheden, zelfexpressie Gewenning, op zijn gemak voelen, thuis voelen Veilig voelen in de woonomgeving (last van medebewoners die in de war zijn en diefstal) Erkenning en waardering
Functioneel
Goede verpleegkundige activiteiten/zorg Hulp bij HDL Hulp bij ADL Hulp bij mobiliteit Professionele medische ondersteuning (arts) Hulp met medicijnen Gezamenlijk activiteiten Mogelijkheid tot (aangepast) vervoer (buiten de instelling) Mogelijkheden om buiten de instelling te komen
45
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
In een onderzoek van Van Malderen et al (2013) is een systematische literatuurstudie uitgevoerd naar bouwkundige aanpassingen in verpleeghuizen en verzorgingshuizen die de zogenaamde Quality of Life (QoL) voor bewoners verbeteren. De QoL wordt door de World Health Organisation (WHO) gedefinieerd als “An individual’s perception of his or her position in life in the context of the culture and value system where they live, and in relation to their goals, expectations, standards and concerns.” (WHO, 1993 in Van Malderen, 2013). Er is achteraf onderzocht in hoeverre de ouderen een betere leefkwaliteit hebben gekregen naar aanleiding van de veranderingen in de leefomgeving. De behoeften van ouderen worden in het onderzoek niet direct gegeven. Wel kunnen aan de hand van de verbeteringen van de QoL inzichten verkregen worden in de woon- en zorgbehoeften van deze intramuraal wonende ouderen. In tabel 3.7 zijn de afgeleide woon- en zorgbehoeften binnen de vier clusters weergegeven. Belangrijke fysiologische behoeften zijn de behoeften aan fysieke veiligheid (valpreventie), gezondheidsverbetering, de preventie van ziekten en de hulp met medicatie. Een belangrijke sociale behoefte is de behoefte aan ondersteuning op het sociale vlak. Zelfontplooiing en erkenning en waardering zijn belangrijke psychologische behoeften en de behoeften aan mobiliteit en fysieke activiteiten zijn belangrijke functionele behoeften. Tabel 3.7: Woon- en zorgbehoeften afgeleid uit het onderzoek van Van Malderen et al. (2012)
Cluster
Behoeften
Fysiologisch
Gezondheidsverbetering Preventie van ziekten Algemene fysiologische behoeften (water, lucht etc) Veilige omgeving (valpreventie) Hulp met medicatie
Sociaal
Sociale ondersteuning Sociaal contact met verzorgenden
Psychologisch
Psychologische ondersteuning (coping) Zelfontplooiing Autonomie (deelname aan de organisatie) Zelfexpressie (individueel kunnen zijn) Deelname aan de samenleving / erkenning en waardering (bijvoorbeeld vrijwilligerswerk)
Functioneel
Mobiliteit buiten de instelling Dagbesteding / betekenisvolle activiteiten Kwalitatief goede verzorging en verpleging Fysieke activiteiten Hulp met medicatie
Bergland en Kirkevold (2005) hebben onderzocht welke aspecten bijdragen aan een gelukkig leven voor zorgbehoevende ouderen in verpleeghuizen in Noorwegen. Door middel van interviews met bewoners die zelf in staat waren te antwoorden is er een hiërarchisch model ontwikkeld met belangrijke aspecten voor het leven in verpleeghuizen. Het eerste belangrijke aspect is de mentale houding van de ouderen ten opzichte van het intramuraal wonen. Wanneer zorgbehoevende ouderen accepteren dat ze in een verpleeghuis wonen heeft dit een positieve invloed op het geluk. Het tweede belangrijke aspect is volgens Bergland en Kirkevold (2005) de kwaliteit van de zorg en de zorgverleners. De aspecten die hierna benoemd worden zijn even belangrijk in de hiërarchie. Dit zijn kwaliteit van de fysieke omgeving, relaties met andere bewoners van het verpleeghuis, participatie in betekenisvolle activiteiten, mogelijkheden om naar buiten te gaan en relaties met familieleden. Ook in dit onderzoek zijn geen directe behoeften benoemd, maar zijn er behoeften afgeleid uit positieve en negatieve invloeden op het geluk van de bewoners. In tabel 3.8 worden de afgeleide woon- en zorgbehoeften weergegeven in de vier clusters.
46
Tabel 3.8: Woon- en zorgbehoeften afgeleid uit het onderzoek van Bergland en Kirkevold (2005)
Cluster
Behoeften
Fysiologisch
-
Sociaal
Relaties met familieleden Positieve relaties met andere instellingsgenoten Positieve relaties met verzorgers en verplegers Privacy
Psychologisch
Acceptatie van het leven in een instelling Aantrekkelijke, schone en heldere fysieke omgeving Individualiteit in de fysieke omgeving
Functioneel
Kwalitatief goede verzorging en verpleging Betekenisvolle activiteiten Mogelijkheden om buiten de instelling te komen
In een onderzoek van Nakrem et al. (2011) zijn de ervaringen van verpleeghuisbewoners met verpleging en verzorging, die gerelateerd zijn aan interpersoonlijke aspecten van de kwaliteit van deze verpleging en verzorging onderzocht. Er zijn 15 diepte-interviews uitgevoerd met verpleeghuisbewoners uit 4 verschillende verpleeghuizen in Noorwegen om tot de resultaten te komen. Er is in het onderzoek een onderscheid gemaakt in medische, psychologische en fysiologische ervaringen van verpleeghuisbewoners. Deze ervaringen kunnen als indicatoren voor behoeften worden gebruikt en zijn ook in te delen in de vier clusters die gehanteerd worden in dit onderzoek. In tabel 3.9 zijn de behoeften die zijn af te leiden uit het onderzoek van Nakrem et al. (2011) weergegeven. Belangrijke fysiologische behoeften zijn de behoeften aan ziektepreventie, fysieke veiligheid en medische activiteiten. Belangrijke sociale behoeften zijn de behoeften aan privacy en een onderdeel zijn van de sociale cultuur. Belangrijke psychologische behoeften zijn de behoeften aan vrije wil, gevoel van veiligheid, erkenning en waardering en zelfverwerkelijking. De belangrijke functionele behoeften zijn de behoeften aan een 24-uurs toegang tot verzorging, verpleegkundige verrichtingen en gezamenlijke activiteiten. Tabel 3.9: Woon- en zorgbehoeften afgeleid uit het onderzoek van Nakrem et al. (2011)
Cluster
Behoeften
Fysiologisch
Ziektepreventie Fysieke veiligheid Medische ondersteuning / activiteiten (kunnen raadplegen van bijv. artsen)
Sociaal
Sociaal contact met verzorgenden Onderdeel van de sociale cultuur Onderhouden van externe contacten Privacy
Psychologisch
Vrije wil, autonomie, onafhankelijkheid Veiligheid (gevoel) Erkenning en waardering Zelfverwerkelijking / waarde voor de samenleving
Functioneel
24 uur toegang tot verzorging Verpleegkundige verrichtingen Gezamenlijke activiteiten
Van der Zande (2010) heeft onderzoek gedaan naar de (vastgoed)ingrepen die kunnen bijdragen aan de deinstitutionalising van verpleeghuizen voor de huidige en de toekomstige verpleeghuisbewoners. Er is allereerst een literatuurstudie uitgevoerd naar de kwaliteit van de zorg in verpleeghuizen. Hierna is deze literatuurstudie besproken met experts. Er zijn belangrijke aspecten genoemd voor de verbetering van de verpleeghuiszorg en het fysieke verpleeghuis. Aan de hand van deze aspecten kunnen behoeften afgeleid worden. In tabel 3.10 zijn de behoeften zoals ze kunnen worden afgeleid uit het onderzoek van Van der Zande (2010) weergegeven in de eerder bepaalde clusters. Belangrijke fysiologische behoeften zijn de olfactorische behoeften (reuk en geuren) en visueel comfort. Het hebben van sociale interactie buiten de zorg47
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
instelling, het kunnen ondervangen van gasten en privacy zijn belangrijke sociale behoeften. Belangrijke psychologische behoeften zijn behoeften aan personificatie, gevoel van veiligheid, huiselijkheid en autonomie. Belangrijkse functionele behoeften zijn de behoeften aan verpleegkundige verrichtingen, activiteiten, naar buiten gaan en de veiligheid bij noodsituaties. Tabel; 3.10: Woon- en zorgbehoeften afgeleid uit het onderzoek van Van der Zande (2010)
Cluster
Behoeften (niveau 1)
Fysiologisch
Fysieke veiligheid (valpreventie) Olfactorische behoeften (reuk) Visueel comfort (sfeer maar ook veiligheid)
Sociaal
Privacy Sociale interactie buiten de instelling
Psychologisch
Personificatie / identiteit Gevoel van veiligheid Gevoel van thuis zijn, huiselijkheid Autonomie
Functioneel
Verpleegkundige verrichtingen Persoonlijke activiteiten Veiligheid bij noodsituaties (uit het gebouw komen enz.) Naar buiten gaan Gezamenlijke activiteiten
3.3.2 Integratie In deze paragraaf zullen de verkregen woon- en zorgbehoeften van intramuraal wonende zorgbehoevende ouderen geïntegreerd worden met de in paragraaf 3.2 bepaalde woonbehoeften van ouderen. Per cluster zullen de relevante woon- en zorgbehoeften van intramuraal wonende zorgbehoevende ouderen besproken worden. Voor het bespreken van de behoeften kunnen drie niveaus bepaald worden. Deze niveaus hebben betrekking op de locatie waar de behoeften relevant voor zijn. Dit zijn allereerst de omgeving van het woonzorgvastgoed, als tweede de semiopenbare ruimte binnen het woonzorgvastgoed en als derde het privédomein binnen het woonzorgvastgoed. Met de semiopenbare ruimte wordt de ruimte tussen het privédomein en buiten het woonzorgvastgoed bedoeld. Een voorbeeld is een gemeenschappelijke woonkamer in een verpleeghuis of een gang om van de entree van het gebouw naar het privédomein te komen. A. Fysiologische woon- en zorgbehoeften De fysiologische woon- en zorgbehoeften zullen als eerste besproken worden. De behoefte aan fysieke veiligheid wordt meerdere malen genoemd. In verschillende bronnen wordt dit omschreven als de valpreventie. Ook de behoefte aan visueel comfort wordt meerdere malen genoemd. Van der Zande (2010) omschrijft de behoefte aan visueel comfort aan de hand van sfeerverlichting en voldoende licht voor veiligheidsdoeleinden. Een derde behoefte die meerdere malen genoemd wordt is de olfactorische behoefte. Van der Zande (2010) beschrijft de nare geuren van bijvoorbeeld ontlasting die mogelijk aanwezig kunnen zijn in een verpleeghuis. Deze behoeften zullen worden meegenomen in het onderzoek. Deze behoeften zijn allemaal van toepassing binnen de semiopenbare ruimte en het privédomein van het woonzorgvastgoed. Van Malderen et al. (2012) benoemen de behoefte aan gezondheidsverbetering. Hiermee wordt bedoeld dat (een deel van) de medische problemen van de ouderen dragelijk of genezen kan worden. Als laatste noemen van Malderen et al. (2012) en Nakrem et al. (2011) de behoefte naar de preventie van ziekten. Hierbij kan gedacht worden aan een gezonde leefstijl, hygiëne, bepaalde activiteiten of een bepaalde omgeving die die kans op nieuwe medische problemen verkleind. Er is een relatie met de behoefte aan hygiëne die Van Doorn (2012) beschrijft maar de behoefte aan preventie van ziekten is een bredere behoefte dan alleen hygiëne. Hierdoor zullen deze behoeften alle twee worden meegenomen in het onderzoek. 48
In tabel 3.11 is een overzicht gegeven van de resulterende fysiologische woon- en zorgbehoeften van zorgbehoevende ouderen. Tabel 3.11 Fysiologische woon- en zorgbehoeften van intramuraal wonende zorgbehoevende ouderen
Cluster
Woon- en zorgbehoeften
Fysiologisch
Fysieke veiligheid / valpreventie
Bronnen 1,3,5,6
Hygiëne
1
Visueel comfort (sfeer en veiligheid)
1,6
Auditief comfort
1
Thermisch comfort
1
Olfactorisch (reuk en geuren) comfort)
1,6
Tast- en bewegingsbehoeften
1
Gezondheidsverbetering
3
Preventie van ziekten
3,5
Behoefte aan beschutting en bescherming
1
Medische ondersteuning
5
Bronnen: 1: verwerkt naar Van Doorn (2012) 2:Den Draak (2010); 3:Van Malderen (2012) ; 4:Bergland & Kirkevold (2005); 5:Nakrem et al. (2011) ; 6:Van der Zande (2010).
B. Sociale woon- en zorgbehoeften Het tweede cluster omvat de sociale woon- en zorgbehoeften. Den Draak (2010), Bergland en Kirkevold (2005) en Nakrem et al. (2011) benoemen sociale behoeften binnen en buiten het woonzorgvastgoed. Met binnen het woonzorgvastgoed wordt hiermee de semiopenbare ruimte van het woonzorgvastgoed bedoeld. In de voorlopige woonbehoeften op basis van Van Doorn (2012) zijn de sociale behoeften in de semiopenbare ruimte niet meegenomen. Op basis van het onderzoek is deze semi-openbare ruimte echter wel relevant dus zullen de sociale behoeften in deze semiopenbare ruimte worden toegevoegd. Op basis van de drie niveaus kunnen er er verschillende sociale behoeften onderscheiden worden. Dit zijn de sociale behoeften in het privédomein, in de semiopenbare ruimte (binnen het woonzorgvastgoed) en in de omgeving van het woonzorgvastgoed. Naast deze behoeften worden de behoeften aan sociaal contact met verzorgenden, onderdeel zijn van een sociaal netwerk, behoefte aan een vertrouwensband, relaties met familieleden en het betrekken van de buurt bij activiteiten genoemd als behoeften. Deze kunnen onder de directe en indirecte sociale contacten gerekend worden. Een andere opvallende behoefte is de behoefte aan sociale ondersteuning. Van Malderen (2012) geeft aan dat zorgbehoevende ouderen een behoefte kunnen hebben aan hulp op het sociale vlak. In de woonbehoeften voor ouderen (paragraaf 3.2) wordt de behoefte aan hulp (passief en actief) besproken. De behoefte aan hulp is vanzelfsprekend van belang voor zorgbehoevende ouderen maar valt in de context van de woon- en zorgbehoeften onder de functionele behoeften. De overige woonbehoeften die zijn verwerkt naar het onderzoek van Van Doorn worden meegenomen in het overzicht. In tabel 3.12 is het overzicht gegeven van de resulterende sociale woon- en zorgbehoeften van zorgbehoevende ouderen.
49
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
Tabel 3.12 Sociale woon- en zorgbehoeften van intramuraal wonende zorgbehoevende ouderen
Cluster
Woon- en zorgbehoeften
Bronnen
Sociaal
Directe sociale contacten binnen het privédomein
1,2,5
Indirecte sociale contacten binnen het privédomein
1,2
Directe sociale contacten binnen de semiopenbare ruimte
1,2,4,5
Indirecte sociale contacten binnen de semiopenbare ruimte
1,2,4
Direct sociale contacten in de omgeving van het woonzorgvastgoed
1,2,4,5,6
Indirect sociale contacten in de omgeving van het woonzorgvastgoed
1,2,4,6
Privacy
1,2,4,5,6
De behoefte aan plezier en vermaak
1
Sociale ondersteuning
2
Bronnen: 1: verwerkt naar Van Doorn (2012) 2:Den Draak (2010); 3:Van Malderen (2012) ; 4:Bergland & Kirkevold (2005); 5:Nakrem et al. (2011) ; 6:Van der Zande (2010).
C. Psychologische woon- en zorgbehoeften Het derde cluster omvat de psychologische behoeften van zorgbehoevende ouderen. Een opvallende behoefte is de behoefte aan psychologische ondersteuning. Dit heeft vooral betrekking op de acceptatie van het feit dat men intramuraal woont, dat men ouder wordt of een ziekte heeft (coping). Ook het begrip autonomie wordt in verschillende studies genoemd. Hiermee wordt gedoeld op de mate waarin de ouderen de regie over het eigen leven hebben. Dit uit zich onder andere in het zorgplan wanneer ouderen daar niet veel in te zeggen hebben. Een andere relevante behoefte is de behoefte aan erkenning en waardering. In meerdere studies komt naar voren dat de ouderen onder andere bang zijn om niets meer voor de maatschappij te kunnen betekenen en alleen een last voor de maatschappij te zijn. De ouderen hebben een behoefte om iets te kunnen betekenen in de maatschappij. In tabel 3.13 is een overzicht gegeven van de resulterende psychologische woon- en zorgbehoeften van zorgbehoevende ouderen. Tabel 3.13 Psychologische woon- en zorgbehoeften van intramuraal wonende zorgbehoevende ouderen
Cluster
Behoeften
Bronnen
Psychologisch
Veilig voelen in semiopenbare ruimte
1,2,6
Veilig voelen het privédomein
1,2,5,6
Zelfexpressie, personificatie
1,2,3,4,6
Vermijden van stress, op zijn gemak zijn
1,2,6
Zelfontplooiing
1,2,3,5
Psychologische ondersteuning (coping)
3,4
Autonomie
2,3,5,6
Erkenning en Waardering
2,3,5
De behoefte zich te meten/vergelijken met anderen
1
Bronnen: 1: verwerkt naar Van Doorn (2012) 2:Den Draak (2010); 3:Van Malderen (2012) ; 4:Bergland & Kirkevold (2005); 5:Nakrem et al. (2011) ; 6:Van der Zande (2010).
50
D. Functionele woon- en zorgbehoeften Het vierde cluster omvat de functionele behoeften van zorgbehoevende ouderen. Er zijn verschillende behoeften die overeenkomsten vertonen. Een belangrijk verschil tussen de woonbehoeften voor ouderen zoals bepaald in paragraaf 3.2 en de woon- en zorgbehoeften in deze paragraaf is de behoefte aan hulp met verschillende activiteiten. Zorgbehoevende ouderen hebben bijvoorbeeld de behoefte aan algemene dagelijkse levensverrichtingen en aan mobiliteit maar ook aan hulp met deze algemene dagelijkse levensverrichtingen en mobiliteit. De woonbehoeften zoals bepaald in paragraaf 3.2 zullen anders geformuleerd dienen te worden om te voldoen als woon- en zorgbehoeften van zorgbehoevende ouderen. De behoefte aan vrijetijdsbesteding wordt in verschillende bronnen verder gespecificeerd naar activiteiten buiten het woonzorgvastgoed, activiteiten binnen het woonzorgvastgoed (semiopenbare ruimte) en persoonlijke activiteiten. Met persoonlijke activiteiten worden die activiteiten bedoeld die niet georganiseerd worden en/of in het privédomein plaatsvinden. Er worden ook fysieke activiteiten en gezamenlijke activiteiten beschreven. Dit zijn respectievelijk activiteiten om fit te blijven en activiteiten die met gasten gedaan kunnen worden. Andere opvallende behoeften zijn de behoefte om naar buiten de gaan en de behoefte aan veiligheid in noodsituaties (naar buiten kunnen komen). In tabel 3.14 is een overzicht gegeven van de resulterende functionele woon- en zorgbehoeften van zorgbehoevende ouderen. Tabel 3.14 Functionele woon- en zorgbehoeften van intramuraal wonende zorgbehoevende ouderen
Cluster
Behoeften
Bronnen
Functioneel
(Hulp bij) ADL
1,2
(Aangepast) vervoer in de ogmeving van het woonzorgvastgoed
1,2,3
(Hulp bij) mobiliteit binnen het woonzorgvastgoed
1,2
(Hulp bij) Verticale mobiliteit binnen het woonzorgvastgoed
1,2
Activiteiten buiten het woonzorgvastgoed
1,2,3,4
Activiteiten binnen het woonzorgvastgoed
1,2,3,4
Persoonlijke activiteiten
6
Perceptuele behoeften (zinvolle waarnemingen, weten waar iets voor dient)
1
(Hulp bij) HDL
1,2
Algemene verpleegkundige verrichtingen
1,2,3,4,5,6
Professionele medische ondersteuning
2,3,5
Fysieke activiteiten
3
Mogelijkheid om naar buiten te kunnen
4,6
Veiligheid in noodsituaties (noodroutes etc)
6
Gezamenlijke activiteiten
5,6
Bronnen: 1: verwerkt naar Van Doorn (2012) 2:Den Draak (2010); 3:Van Malderen (2012) ; 4:Bergland & Kirkevold (2005); 5:Nakrem et al. (2011) ; 6:Van der Zande (2010).
51
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
3.4 Conclusie Het is van belang dat het welzijn van intramuraal wonende zorgbehoevende ouderen verbetert. Hiervoor moet inzichtelijk gemaakt worden wat de gewenste aspecten van woonzorgvastgoed zijn voor zorgbehoevende ouderen. Voor het bepalen van de gewenste aspecten van woonzorgvastgoed zijn behoeften, verbonden aan het gebruiksproces, bruikbare indicatoren. Behoeften zijn kenmerken van gebruikers. Het zijn toestanden, doelen of activiteiten om die toestanden of doelen te bereiken. Er zijn vier clusters behoeften te onderscheiden. Dit zijn de fysiologische, sociale, psychologische en functionele behoeften. Met de fysiologische behoeften worden de behoeften met betrekking tot het lichamelijke welzijn en het waarnemingsvermogen door zintuigen van personen bedoeld. Met de sociale behoeften worden de behoeften met betrekking tot de omgang met andere personen bedoeld. Met de psychologische behoeften worden de behoeften met betrekking tot het geestelijk welzijn van personen bedoeld en met funcionele behoeften worden behoeften bedoeld met betrekking tot het kunnen uitvoeren van activiteiten in en om een gebouw. Door middel van literatuuronderzoek is er een overzicht gemaakt van de woon- en zorgbehoeften van intramuraal wonende zorgbehoevende ouderen. Met intramuraal wonende zorgbehoevende ouderen worden die ouderen bedoeld die in een vorm van een verpleeghuis wonen en minimaal een ZZP indicatie 5 of hoger hebben ontvangen. Voor de verschillende behoeften van intramuraal wonende zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger wordt verwezen naar de tabellen 3.11 tot en met 3.14. Het overzicht van woon- en zorgbehoeften voor intramuraal wonende zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger zal allereerst in hoofdstuk 4 door middel van interviews met professionals gecontroleerd en aangevuld worden. Vervolgens zal het overzicht van behoeften in hoofdstuk 5 gerelateerd worden aan de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed.
52
53
Zorgbehoevend zorgvastgoed? Zo Z orgbe rggbeho hoev ho evven end zo org rgva gva astgo stgoe st ed d?
Hoofdstuk 4: Veldwerk:
Concretisering en aanvulling van de woon- en zorgbehoeften
544
De woon- en zorgbehoeften in hoofdstuk 3 zijn met behulp van literatuur bepaald. Door het ontbreken van voldoende literatuur om de deelvraag zo betrouwbaar en volledig mogelijk te kunnen beantwoorden zijn deze behoeften met behulp van veldwerk gecontroleerd, geconcretiseerd en aangevuld. In dit hoofdstuk zullen de opzet en de resultaten van dit veldwerk besproken worden waarmee een meer compleet overzicht wordt verkregen van de woon- en zorgbehoeften van intramuraal wonende zorgbehoevende ouderen. Het overzicht dat in dit hoofdstuk is gecreëerd dient als basis voor het bepalen van de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed en de verschillen tussen mensen.
4.1 Opzet Het onderzoek is erop gericht een zo compleet mogelijk overzicht te creëren van de woon- en zorgbehoeften van de intramuraal wonende zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger. Vanwege het ontbreken van voldoende literatuur zijn de ontbrekende data via veldwerk in de vorm van interviews verkregen. Het verzamelen van de ontbrekende informatie door middel van interviews is reeds toegepast in een vergelijkbaar onderzoek van Heijs (2009). In dit rapport wordt een toepassing van de methode USE (User Needs by Systematic Elaboration) omschreven waarbij gebruik gemaakt is van interviews om een zo volledig mogelijk overzicht te creëren van de woonbehoeften van medioren en senioren met betrekking tot de functionele eisen voor een wooncomplex. Er zijn experts geïnterviewd die op verschillende manieren contact hebben met intramuraal wonende ouderen. Zo zijn vanuit verschillende kanten de woon- en zorgbehoeften van deze ouderen omschreven. Er is gekozen voor interviews met experts, omdat het moeilijk is om een betrouwbaar beeld te krijgen via onderzoek rechtstreeks met zorgbehoevende ouderen die al in zorginstellingen wonen. Daarnaast is er in het literatuuronderzoek al gebruik gemaakt van onderzoek dat is uitgevoerd met behulp van interviews met intramuraal wonende ouderen. Er is gekozen voor respondenten van verschillende organisaties door het land met verschillende achtergronden en belangen. De volgende partijen zijn geïnterviewd: A. o o o o
Belangenorganisaties voor ouderen Aedes-Actiz Kennis Centrum voor Wonen en Zorg (adviseur) Zorgbelang (directeur-bestuurder) LOC (directeur) KBO (projectleider)
B: Zorgorganisaties o Archipel Zorggroep Eindhoven (zorgmanager) o Zorggroep Midden- en Noord Limburg (zorgmanager) o Zorggroep Midden- en Noord Limburg (verpleegkundige) o Cordaan Zorggroep Amsterdam (locatiemanager) o Argos Zorggroep Schiedam (zorgmanager) o De Wever Zorggroep (zorgmanager) C: Overig o Bouwpool verbonden aan het LOC (adviseur cliëntenraden, architect) o Mezzo (beieldsmedewerker)
55
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
A: Belangenorganisaties voor ouderen Aedes-Actiz Kenniscentrum wonen en zorg (adviseur) Het Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg (KCWZ) is een informatiepunt voor professionals op het terrein van wonen, welzijn en zorg. Het Kenniscentrum is onderdeel van Aedes, vereniging van woningcorporaties en ActiZ, organisatie van zorgondernemers. Het Kenniscentrum ondersteunt sinds 2002 professionals bij zorgorganisaties en woningcorporaties in de ontwikkeling van nieuwe woonzorgconcepten. Zorgbelang (directeur-bestuurder) Zorgbelang is een belangenorganisatie voor iedereen die gebruik maakt van gezondheidszorg of maatschappelijke dienstverlening. Zorgbelang heeft als missie de zorg te verbeteren vanuit het perspectief van de zorgconsument. Dit doen ze door het gesprek aan te gaan met zorgverzekeraars, gemeenten en zorgorganisaties. LOC (directeur) LOC Zeggenschap in zorg is een landelijke cliëntenorganisatie. Zij vertegenwoordigt 1.700 medezeggenschapsorganen en daarmee hun achterban bestaande uit cliënten in de sectoren van verzorging, verpleging, thuiszorg, geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg, maatschappelijke opvang, vrouwenopvang, welzijn, maatschappelijke dienstverlening en jeugdzorg. KBO-Brabant (projectleider) KBO-Brabant is een vereniging voor senioren vanaf 50 jaar met ongeveer 132.000 leden. De vereniging zet zich onder andere in voor ouderen met betrekking tot hun sociale contacten, zelfredzaamheid en het meedoen in de samenleving. Zij vormt een gesprekspartner voor senioren en gaat gesprekken aan met bijvoorbeeld gemeenten. B: Zorgorganisaties Archipel Zorggroep (zorgmanager) Archipel is een zorgorganisatie gesitueerd in Eindhoven, Nuenen, Best en Son & Breugel. De portefeuille van het woonzorgvastgoed bestaat uit 14 panden geschikt voor onder andere verpleging en verzorging. De Zorggroep Midden- en Noord Limburg (zorgmanager en verpleegkundige) De Zorggroep is een zorgorganisatie die in 2008 is ontstaan uit een fusie tussen de drie zorgorganisaties Thuiszorg Midden-Limburg, Stichting Land van Gelre en Gulick en Zorggroep Noord-Limburg. De portefeuille bestaat uit 27 verpleeg- en verzorgingshuizen en 27 woonzorgcomplexen in Midden- en Noord-Limburg. Cordaan Zorggroep (locatiemanager) Cordaan is een zorgorganisatie die zich richt op onder andere verpleging en verzorging van ouderen. Cordaan biedt verpleeghuis- en verzorgingshuiszorg aan in 25 huizen in Amsterdam, Diemen, Maartensdijk, Huizen en Nieuw-Vennep. Argos Zorggroep (zorgmanager) Argos Zorggroep is een zorgorganisatie die zich hoofdzakekelijk richt op de zorg voor ouderen. Argos heeft 13 locaties voor verzorging, verpleging en revalidatie in Schiedam, Vlaardingen, Maassluis, Spijkenisse, Hoogvliet, Poortugaal en Rhoon. De Wever (zorgmanager) De Wever is een zorgorganisatie die zich richt op ouderenzorg in Tilburg. De Wever biedt verpleging en verzorging aan op 21 locaties in Tilburg. 56
C: Overig Bouwpool verbonden aan LOC (adviseur, architect) De bouwpool is een organisatie bestaande uit vrijwillige bouwkundig ingenieurs (vooral architecten) die zich willen inzetten voor een verbetering van het woonzorgvastgoed. Deze organisatie is verbonden aan het LOC zoals beschreven bij de belangenorganisaties en geeft cliëntenraden advies over nieuw- of verbouw van woonzorgvastgoed. Mezzo (beleidsmedewerker) Mezzo is een landelijke vereniging die opkomt voor de belangen van mantelzorgers of zorgvrijwilligers door middel van onder andere het bieden van informatie, advies en steun.
4.2 Resultaten interviews Tijdens de interviews zijn allereerst de vier gedefinieerde clusters besproken, waarna de behoeften op het eerste en het tweede niveau in detail zijn besproken. In bijlage II is de interview guide toegevoegd. De indeling in de vier clusters fysiologische, sociale, psychologische en functionele behoeften werd door alle experts als een treffende indeling gezien. Ook de eerder bepaalde drie niveaus: het privédomein, de semiopenbare ruimte en de omgeving van het woonzorgvastgoed werden door de experts als verschillende niveaus bevestigd. Binnen de clusters konden bepaalde behoeften worden samengevoegd of anders worden geformuleerd om een duidelijker overzicht van doelen en activiteiten te genereren. Over het algemeen kwam tijdens de interviews naar voren dat respondenten het lastig vonden om in doelen en activiteiten te denken in plaats van aspecten van gebouwen. De respondenten van de zorgorganisaties gaven aan dat ze het lastig vonden om niet direct aan de gebouwen van hun eigen organisatie te denken. Daarnaast werd er door de experts aangegeven dat er nog veel verschillen aanwezig zijn binnen de groep ouderen met ZZP 5 en hoger. Over deze verschillen tussen ouderen zal meer informatie gegeven worden in hoofdstuk 6. In de paragrafen 4.2.1 tot en met 4.2.4 zullen de vier clusters en de bijbehorende resultaten achtereenvolgens besproken worden. Per doel zullen de belangrijkste resultaten uit de interviews besproken worden. Er zal per activiteit aangegeven worden of deze is bevestigd (vinkje), veranderd (open bullet) of toegevoegd (gesloten bullet) ten opzichte van het overzicht in hoofdstuk 3 naar aanleiding van de interviews met de professionals. Een totaaloverzicht van de in dit hoofdstuk bepaalde behoeften van zorgbehoevende ouderen is weergegeven in bijlage III. 4.2.1 Fysiologische woon- en zorgbehoeften Het eerste cluster omvat de fysiologische behoeften. Dit zijn de behoeften met betrekking tot het lichamelijk welzijn en het waarnemingsvermogen door zintuigen. De doelen binnen dit cluster zijn naar aanleiding van de interviews niet veranderd, wel is er een doel toegevoegd. De activiteiten die horen bij de doelen zijn veranderd naar aanleiding van de interviews. De doelen en activiteiten zullen worden besproken aan de hand van de tabellen 4.1 tot en met 4.11. De behoeften binnen dit cluster zijn binnen de semiopenbare ruimte en het privédomein van toepassing (binnen het woonzorgvastgoed). In alle interviews kwam naar voren dat de behoefte aan fysieke veiligheid binnen het woonzorgvastgoed van belang is voor intramuraal wonende ouderen (tabel 4.1). De belangrijke activiteiten met betrekking tot de fysieke veiligheid zoals besproken in hoofdstuk 3 zijn vallen voorkomen en brand vermijden. Deze twee activiteiten werden bevestigd tijdens de interviews. Daarnaast kwam naar voren dat hier nog twee activiteiten aan toegevoegd konden worden. Dit
57
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
zijn obstakels vermijden en open vuur vermijden. Door enkele zorgmanagers werd aangegeven dat open vuur vermijden niet voor alle groepen even relevant is, omdat veel ouderen ondanks hun ziektebeeld weten dat vuur gevaar kan betekenen Tabel 4.1 Fysieke veiligheid (bevestigd: vinkje, veranderd: open bullet, toegevoegd: gesloten bullet)
Behoefte niveau 1 (doel)
Behoeften niveau 2 (activiteiten)
Fysieke veiligheid binnen het woon- √ zorgvastgoed √ • •
Vallen voorkomen Brand vermijden Obstakels vermijden Open vuur vermijden
De behoefte aan hygiëne binnen het woonzorgvastgoed (tabel 4.2) is ook volgens alle respondenten van belang. In het overzicht in hoofdstuk 3 werden de activiteiten handen wassen, haren wassen, douchen en baden genoemd. Deze activiteiten werden door de respondenten ook als belangrijk gezien, al is de hulp met deze activiteiten relevant. Naar aanleiding van de interviews zijn de activiteiten veranderd in hulp met handen wassen, hulp met haren wassen, hulp met douchen en hulp met baden. Naast deze veranderde activiteiten werd door nagenoeg alle respondenten aangegeven dat het toilet bezoeken en hulp hierbij bij deze behoefte hoort en niet bij de algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL). Deze activiteit is toegevoegd aan het overzicht. De experts die dagelijks veel contact hebben met ouderen noemden ook de activiteiten zittend douchen, gemakkelijk in- en uit de douche stappen, gemakkelijk in en uit het bad stappen en de voeten wassen. Ook werd hier door verschillende respondenten de connectie met de autonomie gemaakt. Deze activiteiten zouden zo lang mogelijk zelfstandig gedaan moeten kunnen worden. De hulp, het zittend douchen, gemakkelijk in- en uit de douche of het bad stappen, de voeten wassen en het toilet bezoeken zijn aan de lijst toegevoegd. Tabel 4.2: Hygiëne (bevestigd: vinkje, veranderd: open bullet, toegevoegd: gesloten bullet)
Behoefte niveau 1 (doel)
Behoeften niveau 2 (activiteiten)
Hygiëne binnen het woonzorgvastgoed
О О О О • • • • •
(Hulp met) douchen (Hulp met) handen wassen (Hulp met) haren wassen (Hulp met) baden Zittend douchen Gemakkelijk in- en uit de douche stappen Gemakkelijk in- en uit het bad stappen (Hulp met) voeten wassen (Hulp met) toilet bezoeken
De respondenten gaven aan dat het visueel vermogen (tabel 4.3) van zorgbehoevende ouderen over het algemeen slechter is dan van zelfstandig wonende mensen. Vanuit de literatuur is de relevante activiteit bij dit doel de hoeveelheid licht aanpassen. Uit de interviews kwam naar voren dat voor de zorgbehoevende ouderen de activiteit hoeveelheid licht aanpassen niet specifiek genoeg is. Deze activiteit is dan ook verdeeld in de drie activiteiten hoeveelheid licht aanpassen voor sfeerdoeleinden, de hoeveelheid licht aanpassen voor veiligheidsdoeleinden en de hoeveelheid daglicht of natuurlijk licht aanpassen. De activiteit vanuit de literatuur is dus veranderd. Daarnaast werden er door verschillende respondenten aanvullingen gegeven. Allereerst is de activiteit contrast kunnen zien tussen aspecten in de ruimte toegevoegd. Contrast kunnen zien tussen aspecten in de ruimte is belangrijk in verband met het eerder omschreven achteruitgaande visuele vermogen. Zo kan het bijvoorbeeld moeilijker zijn om een deur te herkennen wanneer deze niet duidelijk zichtbaar is. Daarnaast is de activiteit vermijden van spiegelende
58
oppervlaktes toegevoegd. Enkele zorgmanagers gaven aan dat het spiegelende oppervlak van bijvoorbeeld het badwater angst kan veroorzaken bij ouderen met bepaalde ziektebeelden. Het valt op dat de activiteiten met betrekking tot het visueel comfort die zijn bepaald met behulp van literatuur zijn veranderd. De activiteiten die gebaseerd zijn op de interviews zijn specifieker omschreven voor de zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger. Tabel 4.3: Visueel comfort (bevestigd: vinkje, veranderd: open bullet, toegevoegd: gesloten bullet)
Behoefte niveau 1 (doel)
Behoeften niveau 2 (activiteiten)
Visueel comfort (sfeer en veiligheid) О Hoeveelheid kunstlicht aanpassen voor sfeerdoeleinden binnen het woonzorgvastgoed О Hoeveelheid kunstlicht aanpassen voor veiligheidsdoeleinden О Hoeveelheid natuurlijk licht aanpassen • Contrast zien tussen aspecten in de ruimte (bijv. deur en muur) • Spiegelende oppervlaktes vermijden (bijv. spiegels, water en vloer)
De behoefte aan auditief comfort binnen het woonzorgvastgoed (tabel 4.4) wordt in hoofdstuk 3 omschreven door middel van het aanpassen van volume en klanken van apparatuur. Nagenoeg alle respondenten bevestigen dit. Daarnaast kwam in bijna alle interviews naar voren dat ouderen met een gehoorapparaat moeilijk relevante en irrelevante geluiden kunnen onderscheiden doordat alle geluiden worden versterkt door het gehoorapparaat. Hierdoor is het van belang dat echo’s of irrelevante geluiden uit dezelfde ruimte of andere ruimten vermeden worden. Deze activiteiten zijn toegevoegd aan het overzicht. Tabel 4.4: Auditief comfort (bevestigd: vinkje, veranderd: open bullet, toegevoegd: gesloten bullet)
Behoefte niveau 1 (doel)
Behoeften niveau 2 (activiteiten)
Auditief comfort binnen het woonzorg- √ vastgoed √ • • •
Makkelijk aanpassen van volume van apparatuur Makkelijk aanpassen van klanken van apparatuur Vermijden van irrelevante geluiden vanuit dezelfde ruimte Vermijden van irrelevante geluiden vanuit andere ruimten Vermijden van echo’s
In hoofdstuk 3 wordt de behoefte aan thermisch comfort omschreven door middel van het aanpassen van de luchttemperatuur, het aanpassen van de relatieve luchtvochtigheid en het aanpassen van de luchtsnelheid. Deze activiteiten werden bevestigd door de respondenten. Wel werd er door nagenoeg alle respondenten aangegeven dat de behoefte aan thermisch comfort voor zorgbehoevende ouderen een lastig te vervullen behoefte is. Zo kan bijvoorbeeld tocht als een storende factor worden ervaren. Daarnaast gaven verschillende experts vanuit de zorgorganisaties aan dat vooral ouderen met een psychogeriatrische aandoening (ZZP 5 en ZZP 7) alleen thermisch comfort kunnen ervaren door middel van een combinatie van de juiste thermische omstandigheden en de visuele mogelijkheid om bijvoorbeeld een radiator of een kachel te kunnen waarnemen. Het visuele aspect kan dus meewerken om de behoefte aan thermisch comfort te bereiken. Deze activiteit is toegevoegd aan het overzicht. Tabel 4.5: Thermisch comfort (bevestigd: vinkje, veranderd: open bullet, toegevoegd: gesloten bullet)
Behoefte niveau 1 (doel)
Behoeften niveau 2 (activiteiten)
Thermisch comfort binnen het woon- √ zorgvastgoed √ √ •
Luchttemperatuur aanpassen Relatieve luchtvochtigheid aanpassen Luchtsnelheid aanpassen Visuele mogelijkheid om een warmtebron te kunnen waarnemen
59
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
De zesde behoefte binnen het fysiologisch cluster is de behoefte aan olfactorisch comfort (tabel 4.6). In hoofdstuk 3 zijn hierbij de activiteiten ventileren van woningen en maskeren van geuren genoemd. Tijdens de interviews werd verschillende keren de mogelijkheid van een onaangename geur in de verpleeghuizen aangehaald. Dit werd echter door enkele respondenten vanuit zorgorganisaties als niet belangrijk ervaren, omdat bepaalde geuren na een korte tijd niet meer waargenomen zouden worden. Het is echter zo dat aan olfactorisch comfort wel tegemoet gekomen dient te worden. De activiteit maskeren van geuren werd bevestigd door de respondenten. Naar aanleiding van de interviews is de activiteit ventileren van woningen opgesplitst in de activiteiten ventileren van het privédomein en ventileren van semiopenbare ruimten. Daarnaast werd door enkele respondenten van belangenorganisaties aangegeven dat geuren ook ingezet kunnen worden om een oriëntatie op het moment van de dag te geven aan ouderen. Zo kan er ’s ochtends een koffiegeur verspreid worden en ’s middags een geur van een warme maaltijd. Dit wordt echter niet als olfactorische behoefte gezien. Tabel 4.6: Olfactorisch comfort (bevestigd: vinkje, veranderd: open bullet, toegevoegd: gesloten bullet)
Behoefte niveau 1 (doel)
Behoeften niveau 2 (activiteiten)
Olfactorisch comfort binnen het woon- √ Maskeren van geuren zorgvastgoed • Ventileren van woningen • Ventileren van semi openbare ruimten
Er werd door de experts aangegeven dat achteruitgang van onder andere motoriek de tasten bewegingsbehoefte (tabel 4.7) relevant maakt. In hoofdstuk 3 zijn er nog geen activiteiten benoemd behorend bij de tast- en bewegingsbehoefte. Uit de interviews kwam naar voren dat het van belang is dat apparaten en schakelaars makkelijk te bedienen zijn en dat materialen herkend worden. Deze activiteiten zijn toegevoegd aan het overzicht. Tabel 4.7: Tast- en bewegingsbehoeften (bevestigd: vinkje, veranderd: open bullet, toegevoegd: gesloten bullet)
Behoefte niveau 1 (doel)
Behoeften niveau 2 (activiteiten)
Tast- en bewegingsbehoeften binnen • Apparaten en schakelaars makkelijk bedienen het woonzorgvastgoed • Materialen herkennen
Tijdens de interviews bleek dat de eerder apart bepaalde behoefte aan gezondheidsverbetering en aan de preventie van ziekten beter als één behoefte gezien kunnen worden. Naar aanleiding van de interviews is dan ook de keuze gemaakt om deze behoeften samen te voegen tot de behoefte aan gezondheidsverbetering en preventie van ziekten (tabel 4.8). In hoofdstuk 3 zijn bij beide behoeften nog geen activiteiten omschreven. In nagenoeg alle interviews kwam naar voren dat het schoonhouden van de fysieke omgeving een belangrijke activiteit is en dat de ouderen dit zoveel mogelijk zelf moeten kunnen. Daarnaast werd er aangegeven dat het van belang is om multidisciplinaire behandelingen op het gebied van cure en care te ontvangen. Er werden door de respondenten veel specifieke behandelingen gegeven maar met de activiteit multidisciplinaire behandelingen ontvangen worden deze activiteiten omschreven. Tabel 4.8: Gezondheidsverbetering en preventie van ziekten (bevestigd: vinkje, veranderd: open bullet, toegevoegd: gesloten bullet)
Behoefte niveau 1 (doel)
Behoeften niveau 2 (activiteiten)
Gezondheidsverbetering en preventie • Schoonhouden van de fysieke omgeving van ziekten. • Multidisciplinaire behandelingen ontvangen
60
Ook voor de behoefte aan bescherming en beschutting zijn in hoofdstuk 3 nog geen activiteiten omschreven. Door verschillende respondenten werd aangegeven er op dit moment vaak niet wordt voldaan aan deze behoefte maar dat de behoefte erg belangrijk is voor ouderen. Uit de interviews kwam naar voren dat de activiteiten zich kunnen terugtrekken, de omgeving herkennen (wayfinding) en overzicht over de ruimte hebben van belang zijn. Deze behoeften zijn opgenomen in het overzicht (tabel 4.9). Tabel 4.9: Bescherming en beschutting (bevestigd: vinkje, veranderd: open bullet, toegevoegd: gesloten bullet)
Behoefte niveau 1 (doel)
Behoeften niveau 2 (activiteiten)
Bescherming en beschutting
• Zich kunnen terugtrekken • Herkennen van de omgeving (wayfinding) • Overzicht over de ruimte hebben
De laatste fysiologische behoefte is de behoefte aan medische ondersteuning. Er zijn in hoofdstuk 3 nog geen activiteiten gegeven bij deze behoefte. Tijdens de interviews kwam naar voren dat de activiteiten medische ondersteuning ontvangen door professionals, ondersteuning ontvangen door middel van medische apparatuur en ondersteuning ontvangen door middel van hulpmiddelen zoals tilliften van belang zijn. Deze activiteiten zijn toegevoegd aan het overzicht (tabel 4.10). Tabel 4.10: Medische ondersteuning (bevestigd: vinkje, veranderd: open bullet, toegevoegd: gesloten bullet)
Behoefte niveau 1 (doel)
Behoeften niveau 2 (activiteiten)
Medische ondersteuning
• Gesprekken met professionals voeren • Ondersteuning door middel van medische apparatuur (bijv. E-health en domotica) • Ondersteuning door middel van hulpmiddelen als tilliften en dergelijke
Als laatste werd door een enkele respondent vanuit een zorgorganisatie de behoefte aan seksualiteit waangegeven. Deze behoefte is aan de lijst toegevoegd en zal besproken worden (tabel 4.11). De behoefte aan seksualiteit wordt volgens een respondent op dit moment nog vaak als taboe gezien. Toch is deze behoefte bij zorgbehoevende ouderen zeker aanwezig en kan deze behoefte in het dagelijks leven van ouderen in woonzorgvastgoed problemen veroorzaken, omdat de omgeving hier niet op is aangepast. Activiteiten die horen bij deze behoefte zijn zichzelf kunnen afzonderen, niet hoorbaar zijn voor anderen en seksuele handelingen uitvoeren. Deze activiteiten zijn in het overzicht opgenomen. Tabel 4.11: Seksualiteit (bevestigd: vinkje, veranderd: open bullet, toegevoegd: gesloten bullet)
Behoefte niveau 1 (doel)
Behoeften niveau 2 (activiteiten)
Seksualiteit
• Zichzelf kunnen afzonderen • Niet hoorbaar zijn door anderen • Seksuele handelingen uitvoeren
61
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
4.2.2 Sociale woon- en zorgbehoeften In deze paragraaf zullen de sociale woon- en zorgbehoeften besproken worden. Deze behoeften hebben betrekking op relaties tussen personen. Naar aanleiding van de interviews zijn de eerder bepaalde doelen aangepast. In hoofdstuk 3 zijn de behoefte aan direct en indirect sociaal contact op de drie niveaus bepaald en de behoefte aan privacy, sociale ondersteuning en plezier en vermaak bepaald. Tijdens de interviews kwam naar voren dat de behoefte aan plezier en vermaak binnen dit cluster geen opzichzelfstaande behoefte is. De behoefte aan plezier en vermaak wordt omschreven bij de functionele behoefte aan ontspanning. Daarnaast werd de behoefte aan indirect contact door de respondenten als één doel gezien in tegenstelling tot de eerder bepaalde behoefte aan indirect contact binnen het privédomein, de semiopenbare ruimte en de omgeving. Redenen hiervoor zijn dat de activiteiten die hierbij horen hetzelfde zijn en dat de behoefte aan indirect sociaal contact altijd aanwezig is. Na deze aanpassing zijn er 6 doelen bepaald binnen de sociale woon- en zorgbehoeften. Dit zijn de directe sociale contacten binnen het privédomein, binnen de semiopenbare ruimte en in de omgeving, de indirecte sociale contacten, privacy en sociale ondersteuning. In tabel 4.12 tot en met 4.17 zullen deze doelen en de bijbehorende activiteiten besproken worden. Alle respondenten bevestigden dat directe sociale contacten in het privédomein (tabel 4.12) erg belangrijk zijn voor het woon- en zorgproces van de intramuraal wonende ouderen. Activiteiten die genoemd worden in hoofdstuk 3 zijn controle hebben over het type interactie, visite ontvangen, hulp geven of ontvangen en logees ontvangen. Door de respondenten werden deze activiteiten bevestigd op hulp geven of ontvangen na. Er werd aangegeven dat deze behoefte specifieker wordt omschreven in combinatie met andere activiteiten. Naast de al eerder bepaalde activiteiten werden de activiteiten vertrouwelijke gesprekken voeren, gelegenheidsfeesten geven en gasten iets te eten of te drinken aanbieden genoemd. Deze zijn toegevoegd aan het overzicht. Tijdens het bespreken van deze behoefte gaven enkele zorgprofessionals aan dat mensen met een zware psychogeriatrische aandoening de regie (vaak) niet meer hadden om de activiteiten zelfstandig uit te voeren. Volgens deze zorgprofessionals was de behoefte belangrijker voor mensen met een somatische aandoening. De experts van de belangenorganisaties gaven over het algemeen aan dat deze behoefte aanwezig is voor alle ouderen. Tabel 4.12: Directe sociale contacten in het privédomein (bevestigd: vinkje, veranderd: open bullet, toegevoegd: gesloten bullet)
Behoefte niveau 1 (doel)
Behoeften niveau 2 (activiteiten)
Directe sociale contacten in het privé- √ domein √ √ • • •
Controle hebben over type interactie Visite ontvangen Logees ontvangen Vertrouwelijke gesprekken voeren Gelegenheidsfeesten geven Gasten iets te eten of te drinken aanbieden
De behoefte aan directe sociale contacten binnen de semiopenbare ruimte van het woonzorgvastgoed (tabel 4.13) is volgens de respondenten vergelijkbaar met de behoefte aan directe sociale contacten in het privédomein en in de omgeving van het woonzorgvastgoed. De activiteiten die al in hoofdstuk 3 zijn bepaald zijn controle over het type interactie, visite ontvangen, hulp geven of ontvangen, logees ontvangen en deelnemen aan groepsactiviteiten. Ook hier kwam naar voren dat hulp geven of ontvangen geen opzichzelfstaande activiteit is maar dat deze activiteit specifieker wordt omschreven onder andere behoeften. De overige activiteiten werden bevestigd. Naast deze activiteiten zijn naar aanleiding van de interviews de activiteiten zelf activiteiten organiseren, (nieuwe) contacten ontmoeten en gasten eten en drinken kunnen 62
aanbieden aan het overzicht toegevoegd. Met (nieuwe) contacten ontmoeten worden zitmogelijkheden in de semiopenbare ruimte bedoeld. Ook hier werd door enkele zorgmanagers aangegeven dat ouderen met een zware psychogeriatrische aandoening minder behoefte hebben aan direct sociaal contact binnen de semiopenbare ruimte. Dit werd echter niet door alle respondenten aangegeven. Tabel 4.13: Directe sociale contacten binnen de semiopenbare ruimte van het woonzorgvastgoed (bevestigd: vinkje, veranderd: open bullet, toegevoegd: gesloten bullet)
Behoefte niveau 1 (doel)
Behoeften niveau 2 (activiteiten)
Direct sociaal contact binnen de semi- √ Controle over type interactie openbare ruimte van het woonzorg- √ Visite ontvangen vastgoed √ Deelnemen aan groepsactiviteiten • Zelf activiteiten organiseren • (Nieuwe) contacten ontmoeten • Gasten eten en drinken kunnen aanbieden
De derde behoefte binnen het sociale cluster is de behoefte aan direct sociaal contact in de omgeving van het woonzorgvastgoed. In hoofdstuk 3 zijn hiervoor de activiteiten deelnemen aan groepsactiviteiten en hulp geven of ontvangen gegeven. Deze activiteiten werden niet bevestigd tijdens de interviews. De respondenten gaven aan dat een groot deel van de intramuraal wonende zorgbehoevende ouderen niet vaak meer buiten het woonzorgvastgoed komt. Redenen hiervoor zijn voornamelijk de gezondheid of het gebrek aan voldoende hulp hierbij. Wel gaven de respondenten aan dat het voor de ouderen erg belangrijk is om directe sociale contacten in de omgeving van het woonzorgvastgoed te hebben en te onderhouden. Tijdens de interviews kwamen de activiteiten mee naar buiten kunnen met visite en het bezoeken van openbare voorzieningen in de directe omgeving naar voren. Dit werd door een expert van een belangenorganisatie omschreven als ‘even tussen de normale mensen zijn’. Deze activiteiten zijn opgenomen in het overzicht (tabel 4.14). Tabel 4.14: Directe sociale contacten buiten het woonzorgvastgoed (bevestigd: vinkje, veranderd: open bullet, toegevoegd: gesloten bullet)
Behoefte niveau 1 (doel)
Behoeften niveau 2 (activiteiten)
Direct sociaal contact in de omgeving • Mee naar buiten kunnen met visite van het woonzorgvastgoed (contact • Bezoeken van openbare voorzieningen in de directe omgeving met de buitenwereld)
De behoefte aan indirect sociaal contact (tabel 4.15) omvat de eerder bepaalde behoeften aan indirect sociaal contact in het privédomein, de semiopenbare ruimte en de omgeving van het woonzorgvastgoed. Alle activiteiten die bij deze behoefte horen dienen uitgevoerd te kunnen worden in of nabij het woonzorgvastgoed en hebben betrekking op indirect contact binnen en buiten het woonzorgvastgoed. De in hoofdstuk 3 bepaalde activiteiten die horen bij het indirect sociaal contact zijn bellen, e-mailen, social media, brieven en pakketjes posten en advertenties ophangen. Van deze activiteiten werden bellen en brieven en pakketjes posten bevestigd. Wel is het begrip bellen aangepast naar telefoneren om dit niet te verwarren met het bellen van verzorging in een verpleeghuis. Daarnaast werden de eerder bepaalde activiteiten e-mailen en social media omschreven als de activiteit (draadloos) internetten. Deze activiteit is aan de lijst toegevoegd. Wat verder opviel tijdens de interviews is dat de respondenten die werken met zorgbehoevende ouderen in een stad de behoefte aan internetten allemaal beschreven terwijl dit volgens een zorgmanager die werkte met zorgbehoevende ouderen in een dorp in Limburg op dit moment nog niet van toepassing was voor de ouderen.
63
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
Tabel 4.15: Indirect sociaal contact (bevestigd: vinkje, veranderd: open bullet, toegevoegd: gesloten bullet)
Behoefte niveau 1 (doel)
Behoeften niveau 2 (activiteiten)
Indirect sociaal contact
√ Telefoneren √ Brieven en pakketten posten О (Draadloos) internetten (social media, e-mail, browsen)
Naast de behoefte aan contact wordt door alle respondenten beaamd dat de behoefte aan privacy (tabel 4.16) erg belangrijk is voor zorgbehoevende ouderen. De in hoofdstuk 3 omschreven activiteit hierbij is jezelf kunnen afzonderen. Tijdens de interviews werd deze activiteit bevestigd. Naast het jezelf kunnen afzonderen zijn de activiteiten jezelf afzonderen met visite, een eigen plek kunnen vinden en persoonlijke bezittingen opbergen van belang. Met deze laatste activiteit wordt bedoeld dat ouderen een behoefte hebben aan privacy met betrekking tot bepaalde spullen. Tabel 4.16: Privacy (bevestigd: vinkje, veranderd: open bullet, toegevoegd: gesloten bullet)
Behoefte niveau 1 (doel)
Behoeften niveau 2 (activiteiten)
Privacy
√ • • •
Jezelf kunnen afzonderen Een eigen plek kunnen vinden Jezelf kunnen afzonderen met visite Persoonlijke bezittingen opbergen
De laatste relevante behoefte binnen het sociale cluster is de behoefte aan sociale ondersteuning (tabel 4.17). Hierbij zijn in hoofdstuk 3 nog geen activiteiten bepaald. Uit de interviews kwam naar voren dat de activiteiten voeren van vertrouwelijke gesprekken en uitvoeren van handelingen met betrekking tot het geloof of de overtuiging belangrijk zijn voor deze behoefte. Deze activiteiten zijn toegevoegd aan het overzicht. Tabel 4.17: Sociale ondersteuning (bevestigd: vinkje, veranderd: open bullet, toegevoegd: gesloten bullet)
Behoefte niveau 1 (doel)
Behoeften niveau 2 (activiteiten)
Sociale ondersteuning
• Vertrouwelijke gesprekken voeren • Activiteiten met betrekking tot het geloof of de overtuiging uitvoeren
4.2.3 Psychologische woon- en zorgbehoeften Het derde cluster omvat de psychologische woon- en zorgbehoeften. Deze behoeften hebben betrekking op het geestelijk welzijn. Intramuraal wonende zorgbehoevende ouderen hebben dezelfde psychologische woonbehoeften als ieder ander mens. Door bijvoorbeeld achteruitgang van de gezondheid en de toegenomen behoefte aan hulp in het woon- en zorgproces moeten zorgbehoevende ouderen zich kwetsbaar opstellen. Een voorbeeld is dat er veel verzorgenden of verpleegkundigen over de vloer komen. Volgens de respondenten wordt er mede door deze veranderingen in het leven van de ouderen vaak niet meer voldaan aan de psychologische behoeften in het woon- en zorgproces. Ook geven ze aan dat er op dit moment nog niet voldoende aandacht is voor deze behoeften en de bijbehorende activiteiten voor deze doelgroep. Er zijn naar aanleiding van de interviews geen doelen aangepast. Wel zijn de bijbehorende activiteiten aangepast en aangevuld. De relevante behoeften worden weergegeven in de tabellen 4.18 tot en met 4.26. 64
De eerste relevante behoefte is de behoefte aan zich veilig voelen in het privédomein (tabel 4.18). De genoemde activiteiten in hoofdstuk 3 zijn sociale controle, inkijk in de woning voorkomen, naar buiten kunnen kijken en kunnen waarschuwen van anderen. Deze activiteiten werden door de respondenten bevestigd. Verder gaven de respondenten aan dat ouderen zich minder snel veilig voelen in het privédomein. Hierdoor werden er door de respondenten enkele activiteiten toegevoegd. Het is voor zorgbehoevende ouderen van belang dat ze kunnen zien wie er voor de deur staat, dat ze eigen spullen om zich heen hebben en dat ze het privédomein kunnen afsluiten. Vooral het kunnen zien wie er voor de deur staat werd door de respondenten benadrukt. Tabel 4.18: Veilig voelen in het privédomein (bevestigd: vinkje, veranderd: open bullet, toegevoegd: gesloten bullet)
Behoefte niveau 1 (doel)
Behoeften niveau 2 (activiteiten)
Veilig voelen in het privédomein
√ √ √ √ • • •
Sociale controle inkijk in de woning voorkomen Naar buiten kunnen kijken Kunnen waarschuwen van anderen Zien wie er voor de deur staat Eigen spullen om je heen hebben Kunnen afsluiten van de woning
Naast de behoefte aan zich veilig voelen in het privédomein is de behoefte aan zich veilig voelen in de semiopenbare ruimte besproken (tabel 4.19). In hoofdstuk 3 waren de activiteiten kans op onveilige situaties verkleinen, bekend zijn met de woonomgeving en de sociale controle genoemd. Alleen de sociale controle en het bekend zijn of herkennen van de woonomgeving werd door de respondenten bevestigd. Door verschillende zorgmanagers werd aangegeven dat het voor ouderen van belang is dat de kans op vreemde bezoekers en personeelsleden wordt verkleind. Ouderen begrijpen vaak niet wie er allemaal over de vloer komt en dat zorgt voor onrust. Overige activiteiten die van belang zijn volgens de respondenten zijn verzorgenden kunnen zien en herkennen en verwarde bewoners vermijden. Deze activiteiten zijn toegevoegd aan het overzicht. Tabel 4.19: Veilig voelen in de semiopenbare ruimte van het woonzorgvastgoed (bevestigd: vinkje, veranderd: open bullet, toegevoegd: gesloten bullet)
Behoefte niveau 1 (doel)
Behoeften niveau 2 (activiteiten)
Veilig voelen in de semiopenbare ruim- √ Herkennen van de woonomgeving te van het woonzorgvastgoed √ Sociale controle • Kans op vreemde bezoekers en personeel verkleinen • Verzorgenden kunnen zien en herkennen • Verwarde mensen vermijden
Het vermijden van stress (tabel 4.20) werd door de experts als een brede behoefte gezien die samenhangt met verschillende andere doelen. In hoofdstuk 3 waren de activiteiten geluidsoverlast beperken van binnen de woning, geluidsoverlast beperken van buiten de woning, ontspannen, naar buiten kunnen kijken en actief bezig blijven reeds gegeven. Alleen de activiteit ontspannen werd door de respondenten direct bevestigd. Met betrekking tot het actief blijven werd er door enkele respondenten aangegeven dat ouderen de ‘gewone’ dagbestedingen als koken of schoffelen zouden moeten kunnen uitvoeren, omdat ze dit thuis ook deden. Deze activiteiten worden besproken bij het functionele cluster. Met betrekking tot het beperken van de geluidsoverlast van buiten en binnen de woning werd aangegeven dat de activiteit geluids-
65
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
overlast beperken voldeed. Tijdens de interviews kwam naar voren dat de activiteit naar buiten kunnen kijken niet toereikend is voor de zorgbehoevende ouderen. Deze activiteit is dus opgesplitst in de activiteiten zittend naar buiten kunnen kijken en staand naar buiten kunnen kijken. Daarnaast gaven de meeste respondenten aan dat het een stressfactor is voor veel ouderen wanneer ze de wc niet kunnen vinden. Het gemakkelijk de wc kunnen vinden is toegevoegd aan de lijst. Verschillende respondenten gaven aan dat teveel prikkels of prikkels die niet te duiden zijn stress kunnen veroorzaken bij zorgbehoevende ouderen. Dit werd ook omschreven als de activiteit irrelevante prikkels vermijden. Deze activiteit is ook toegevoegd aan de lijst. Tabel 4.20: Vermijden van stress (bevestigd: vinkje, veranderd: open bullet, toegevoegd: gesloten bullet)
Behoefte niveau 1 (doel)
Behoeften niveau 2 (activiteiten)
Het vermijden van stress, op zijn gemak zijn
√ О О О • •
Ontspannen Geluidsoverlast beperken Zittend naar buiten kijken Staand naar buiten kijken Gemakkelijk de wc kunnen vinden Irrelevante prikkels vermijden
De behoefte aan zelfexpressie en personificatie (tabel 4.21) is volgens enkele respondenten erg afhankelijk van de doelgroep. Niet alle ouderen hebben volgens deze respondenten evenveel behoefte aan zelfexpressie. De activiteiten inrichten van het privédomein, aankleden van het privédomein met grote en kleine spullen, tonen van persoonlijke bezittingen en esthetiek zijn al gegeven met betrekking tot de zelfstandig wonende ouderen in hoofdstuk 3. Uit de interviews kwam naar voren dat deze activiteiten op een na voor de zorgbehoevende ouderen van belang zijn. Het tonen van bezittingen werd door geen enkele respondent genoemd. Het tonen van bezittingen is naast het aankleden van het privédomein met kleine spullen geen opzichzelfstaande activiteit en zal niet meer in het overzicht worden meegenomen. Daarnaast is het van belang dat ze de indeling van het privédomein kunnen aanpassen (welke meubels waar) en de eigen identiteit met het domein kunnen uitstralen. Hiermee wordt bedoeld dat ze het van de binnen- en buitenkant zo kunnen aanpassen dat het herkenbaar is. Deze activiteiten zijn aan het overzicht toegevoegd. Tabel 4.21: Zelfexpressie (bevestigd: vinkje, veranderd: open bullet, toegevoegd: gesloten bullet)
Behoefte niveau 1 (doel)
Behoeften niveau 2 (activiteiten)
Zelfexpressie, personificatie
√ √ √ √ • •
Inrichten van het privédomein Aankleden van het privédomein met grote spullen Aankleden van het privédomein met kleine spullen Esthetiek Indeling van het privédomein kunnen aanpassen Eigen identiteit met het privédomein uitstralen
Ook de behoefte aan zelfontplooiing (tabel 4.22) is volgens bepaalde respondenten afhankelijk van de doelgroep en volgens andere respondenten wel voor alle zorgbehoevende ouderen van belang. De behoefte aan zelfontplooiing werd in hoofdstuk 3 omschreven door de activiteiten leveren van waardevolle prestaties en een hobby binnen de woning kunnen uitoefenen. De respondenten vonden het over het algemeen moeilijk om activiteiten te koppelen aan de behoefte aan zelfontplooiing. Het uitoefenen van een hobby werd bevestigd tijdens de interviews. Andere activiteiten die naar voren kwamen tijdens de interviews zijn lid worden van verenigingen en kennis en ervaring delen. Deze activiteiten zijn toegevoegd aan het overzicht.
66
Tabel 4.22: Zelfontplooiing (bevestigd: vinkje, veranderd: open bullet, toegevoegd: gesloten bullet)
Behoefte niveau 1 (doel)
Behoeften niveau 2 (activiteiten)
Zelfontplooiing
√ Hobby uitoefenen • Lid worden van een vereniging • Kennis en ervaring delen
Voor de behoefte aan psychologische ondersteuning (tabel 4.23) zijn in hoofdstuk 3 vanuit de literatuur nog geen activiteiten gegeven. Volgens de respondenten krijgen zorgbehoevende ouderen onder andere te maken met een verslechterde gezondheid, een verlies van sociale contacten en een verlies van autonomie. Ze worden met andere woorden steeds kwetsbaarder. Een belangrijke activiteit die hoort bij de psychologische ondersteuning is het voeren van vertrouwelijke gesprekken. Dit kan volgens de respondenten met professionals, met andere ouderen of met visite plaatsvinden. Tabel 4.23: Psychologische ondersteuning (bevestigd: vinkje, veranderd: open bullet, toegevoegd: gesloten bullet)
Behoefte niveau 1 (doel)
Behoeften niveau 2 (activiteiten)
Psychologische ondersteuning
• Vertrouwelijke gesprekken voeren
Autonomie (tabel 4.24) is volgens de respondenten een relevante behoefte en wordt als een breed en complex begrip ervaren. Deze behoefte is in hoofdstuk 3 bepaald en in andere onderzoeken zijn nog geen activiteiten bepaald bij de behoefte aan autonomie. Er werd door verschillende respondenten aangegeven dat het zelf kunnen uitvoeren van activiteiten die behoren tot andere behoeften ook kan bijdragen aan de behoefte aan autonomie. Over het algemeen gaven alle respondenten aan dat ouderen een behoefte hebben om zo lang mogelijk zo veel mogelijk autonomie te behouden. Activiteiten die bijdragen aan de autonomie zijn besluiten nemen met betrekking tot de verzorging en verpleging, besluiten nemen met betrekking tot het gebruik van ruimten en de dagbesteding zelf kunnen invullen. Deze zijn opgenomen in het overzicht. Tabel 4.24: Autonomie (bevestigd: vinkje, veranderd: open bullet, toegevoegd: gesloten bullet)
Behoefte niveau 1 (doel)
Behoeften niveau 2 (activiteiten)
Autonomie
• Besluiten nemen met betrekking tot de verzorging en verpleging • Besluiten nemen met betrekking tot het gebruik van ruimten • De dagbesteding zelf invullen
Ook voor de behoefte aan erkenning en waardering zijn in hoofdstuk 3 nog geen activiteiten gegeven vanuit de literatuur. De behoefte aan erkenning en waardering (tabel 4.25) kan volgens de experts voor zorgbehoevende ouderen deels worden uitgelegd als het onderdeel zijn van de samenleving of geen last voor de maatschappij zijn. Een zorgmanager gaf aan dat de ouderen zoveel mogelijk taken die ze altijd uitgevoerd hebben moeten kunnen blijven uitvoeren. Hierbij werden huishoudelijke taken als koken, schoffelen, poetsen enzovoorts bedoeld. Een andere zorgmanager gaf het voorbeeld dat mensen moesten kunnen zorgen voor iemand anders of voor een huisdier om iets belangrijks te kunnen bijdragen. Belangrijke activiteiten met betrekking tot de erkenning en waardering zijn het verzorgen van anderen en vrijwilligerswerk uitvoeren. Door een aantal zorgmanagers werd vrijwilligerswerk als niet relevant beoordeeld voor 67
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
mensen met een psychogeriatrische aandoening. Dit werd echter niet door alle respondenten aangegeven. Tabel 4.25: Erkenning en waardering (bevestigd: vinkje, veranderd: open bullet, toegevoegd: gesloten bullet)
Behoefte niveau 1 (doel)
Behoeften niveau 2 (activiteiten)
Erkenning en waardering, onderdeel • Verzorgen van anderen zijn van de samenleving • Vrijwilligerswerk uitvoeren
De laatste behoefte binnen het psychologische cluster is de behoefte zich te meten of vergelijken met anderen (tabel 4.26). In hoofdstuk 3 zijn hierbij vanuit de literatuur nog geen activiteiten gegeven. Doordat sommige respondenten gewend zijn aan een situatie waarin de ouderen over het algemeen weinig of geen keuze hebben met betrekking tot ontmoetingen was het moeilijk zich een situatie voor te stellen waarin dit wel kon. De behoefte om bepaalde mensen wel en anderen niet te ontmoeten was er volgens de experts echter wel degelijk. De activiteit die hierbij hoort is de controle hebben over ontmoetingen met anderen. Tabel 4.26: Zich meten/vergelijken met anderen (bevestigd: vinkje, veranderd: open bullet, toegevoegd: gesloten bullet)
Behoefte niveau 1 (doel)
Behoeften niveau 2 (activiteiten)
Zich meten/vergelijken met anderen
• Controle over ontmoetingen met anderen hebben
4.2.4 Functionele woon- en zorgbehoeften Het laatste cluster behoeften is het functionele cluster, oftewel het cluster met betrekking tot het kunnen uitvoeren van activiteiten binnen het woonzorgvastgoed. Ook binnen dit cluster zijn enkele behoeften samengevoegd en weggelaten naar aanleiding van de interviews. De in hoofdstuk 3 bepaalde functionele behoeften aan professionele medische ondersteuning en de algemene verpleegkundige verrichtingen worden door de respondenten niet als opzichzelfstaande behoeften gezien. De professionele medische ondersteuning is reeds besproken bij de fysiologische behoeften en de behoefte aan algemene verpleegkundige verrichtingen kan volgens de respondenten uitgelegd worden als hulp bij bepaalde activiteiten of professionele ondersteuning. Er zal verder niet meer worden ingegaan op deze vanuit de literatuur bepaalde behoeften. Daarnaast zijn de behoeften aan activiteiten binnen het woonzorgvastgoed, persoonlijke activiteiten, fysieke activiteiten en gezamenlijke activiteiten samengevoegd tot de behoefte aan ontspanning binnen het woonzorgvastgoed en zijn de behoefte aan de mogelijkheid om naar buiten te kunnen en de behoefte aan activiteiten buiten het woonzorgvastgoed samengevoegd tot de behoefte aan ontspanning buiten het woonzorgvastgoed. Dit zal worden besproken bij de betreffende behoeften. Deze worden weergegeven in de tabellen 4.27 tot en met 4.35. De eerste behoefte die besproken wordt is de behoefte aan (hulp met) de algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL). De behoefte aan de algemene dagelijkse levensverrichtingen (tabel 4.27) werd door de respondenten als belangrijk gezien. In hoofdstuk 3 zijn er via de literatuur al een aantal activiteiten benoemd. Dit zijn naar het toilet gaan, eten, drinken, slapen, rusten en medicijnen innemen. Van deze activiteiten zijn alleen het toilet bezoeken en medicijnen innemen niet bevestigd. Het toilet bezoeken is reeds genoemd bij de fysiologische behoeften en medicijnen innemen hoort bij medische ondersteuning. Verder werd er aangegeven dat er hulp nodig is bij het eten en het drinken. Andere belangrijke activiteiten die tijdens de interviews naar voren kwamen zijn hulp met: in de rolstoel eten krijgen, naar bed gaan, opstaan, tanden 68
poetsen, aan- en uitkleden, revalideren, zittend jezelf kunnen zien in een spiegel, staand jezelf kunnen zien in een spiegel, de zithoogte van sanitaire voorzieningen kunnen aanpassen en sanitaire voorzieningen gemakkelijk kunnen bereiken. Er werd bijvoorbeeld door een van de respondenten aangegeven dat de spiegels in de sanitaire ruimten zich op circa 1,60 meter aan de muur bevonden en mensen vanuit een rolstoel zichzelf dus nooit konden zien. Tabel 4.27: Hulp met ADL (bevestigd: vinkje, veranderd: open bullet, toegevoegd: gesloten bullet)
Behoefte niveau 1 (doel)
Behoeften niveau 2 (activiteiten)
Hulp met ADL
√ √ О О • • • • • • • • • •
Rusten Slapen Hulp met eten krijgen Hulp met drinken In de rolstoel eten krijgen Hulp met naar bed gaan Hulp met opstaan Hulp met tanden poetsen Hulp met aan- en uitkleden Revalideren Zittend jezelf zien in een spiegel Staand jezelf zien in een spiegel Zithoogte van sanitaire voorzieningen kunnen aanpassen Sanitaire voorzieningen gemakkelijk kunnen bereiken
Ook de behoefte aan huishoudelijke dagelijkse levensverrichtingen en hulp daarbij (tabel 4.28) wordt als belangrijke en brede behoefte gezien door de respondenten. In hoofdstuk 3 zijn al activiteiten gegeven van de zelfstandig wonende ouderen. Dit zijn boodschappen doen, koken, opbergen van bezittingen voor korte tijd, op orde houden van de woning, hoeveelheid licht aanpassen, geluiden herkennen, bedienen van installaties en woononderdelen, schoonhouden van de woning, horen van geluiden van apparatuur, kleding wassen en strijken, stofzuigen, opbergen van bezittingen voor langere tijd, onderhouden van de tuin en administratie bijhouden. Naar aanleiding van de interviews zijn een aantal activiteiten bevestigd, aangepast, niet van toepassing gebleken en toegevoegd. De activiteiten hoeveelheid licht aanpassen, het opbergen van bezittingen voor een langere en een korte tijd, schoonhouden van de woning en administratie bijhouden zijn bevestigd tijdens de interviews. De activiteit boodschappen doen is veranderd in hulp met boodschappen doen. De activiteit koken is veranderd in hulp met koken. De activiteiten geluiden herkennen en horen van geluiden van apparatuur zijn samengevoegd tot feedback ontvangen van apparatuur (visueel en/of auditief). De activiteit bedienen van installaties en woononderdelen is opgesplitst in de activiteiten makkelijk staand bedienen van installaties en woononderdelen en het makkelijk zittend bedienen van installaties en woononderdelen. De laatste veranderde activiteit is kleding wassen en strijken die veranderd is in hulp met wassen en strijken. De activiteit onderhouden van de tuin is in zijn geheel weggelaten omdat deze niet van toepassing is in deze context en de activiteit kunnen opbergen van de rolstoel of de rollator in het privédomein is naar aanleiding van de interviews toegevoegd aan het overzicht.
69
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
Tabel 4.28: Hulp met HDL (bevestigd: vinkje, veranderd: open bullet, toegevoegd: gesloten bullet)
Behoefte niveau 1 (doel)
Behoeften niveau 2 (activiteiten)
Hulp met HDL
√ √ √ √ √ О О О О О О •
Schoonhouden van de ruimten Opbergen van bezittingen voor langere tijd Opbergen van bezittingen voor kortere tijd Hoeveelheid licht van buiten aanpassen Administratie bijhouden Hulp met boodschappen doen Hulp met koken Hulp met kleding wassen en strijken Feedback ontvangen van apparatuur (visueel/auditief) Makkelijk staand bedienen van installaties en woononderdelen Makkelijk zittend bedienen van installaties en woononderdelen Opbergen van rolstoel of rollator in het privédomein
De mobiliteit binnen het woonzorgvastgoed (tabel 4.29) werd door alle respondenten als belangrijke behoefte gezien. Zorgbehoevende ouderen zijn vaak slechter ter been en maken relatief vaak gebruik van hulpmiddelen als een rollator of een rolstoel. Hierdoor veranderen de activiteiten die nodig zijn om mobiel te blijven. De activiteiten die zijn gegeven in hoofdstuk 3 zijn door de woning lopen met rollator, deuren openen en sluiten, opstaan uit bed, opstaan uit stoel en ramen openen en sluiten. Uit de interviews kwam naar voren dat enkele activiteiten gedetailleerder omschreven dienen te worden of niet binnen deze behoefte van belang waren. De aangepaste activiteiten zijn: met rollator of rolstoel kunnen verplaatsen en draaien door ruimten, met rollator of rolstoel in sanitaire ruimten kunnen verplaatsen en draaien en staand en zittend deuren gemakkelijk openen. De activiteiten zijn aangepast in de lijst. De activiteiten opstaan uit bed en stoel en ramen openen onder andere behoeften reeds genoemd en zullen hier niet worden meegenomen. De activiteit dichtbij de rollator of rolstoel opbergen werd door de respondenten aangevuld en is toegevoegd aan de lijst. Tabel 4.29: Hulp met mobiliteit binnen het woonzorgvastgoed (bevestigd: vinkje, veranderd: open bullet, toegevoegd: gesloten bullet)
Behoefte niveau 1 (doel)
Behoeften niveau 2 (activiteiten)
Hulp met mobiliteit binnen het woon- О zorgvastgoed О О О О О •
Met rollator of rolstoel kunnen verplaatsen door ruimten Met rollator of rolstoel kunnen draaien in ruimten Met rollator of rolstoel in sanitaire ruimten verplaatsen Met rollator of rolstoel in sanitaire ruimten kunnen draaien Staand deuren gemakkelijk openen Zittend vanuit een rolstoel deuren gemakkelijk openen Dichtbij de rollator of rolstoel opbergen
Bij een gebouw dat bestaat uit meerdere verdiepingen bestaat er de behoefte aan verticale mobiliteit (tabel 4.30). Het wisselen van verdiepingen is hierbij al genoemd in hoofdstuk 3. Er werd echter door een enkele respondenten ook aangegeven dat het hierbij van belang kon zijn dat ouderen met een bed of een brancard konden wisselen van verdiepingen. Deze activiteit is toegevoegd aan het overzicht. Tabel 4.30: Hulp met verticale mobiliteit binnen het woonzorgvastgoed (bevestigd: vinkje, veranderd: open bullet, toegevoegd: gesloten bullet)
Behoefte niveau 1 (doel)
Behoeften niveau 2 (activiteiten)
Hulp met verticale mobiliteit binnen √ Wisselen van verdiepingen het woonzorgvastgoed • Wisselen van verdiepingen op brancard
70
De derde behoefte met betrekking tot mobiliteit is de behoefte aan (hulp met) mobiliteit in de omgeving van het woonzorgvastgoed (tabel 4.31). In hoofdstuk 3 is de behoefte omschreven met de activiteiten in- en uit het woongebouw lopen, voorzieningen kunnen bereiken en op straat kunnen bewegen. Deze activiteiten zijn naar aanleiding van de interviews aangepast. De aangepaste activiteiten zijn (hulp met) in- en uit verplaatsen van het woongebouw, voorzieningen kunnen bereiken met een rollator en rolstoel en veilig in de openbare ruimte kunnen bewegen. Daarnaast is het volgens de respondenten van belang dat zorgbehoevende ouderen kunnen rusten in de openbare ruimte. Deze activiteit is toegevoegd aan het overzicht. Tabel 4.31: (Hulp met) mobiliteit in de omgeving van het woonzorgvastgoed (bevestigd: vinkje, veranderd: open bullet, toegevoegd: gesloten bullet)
Behoefte niveau 1 (doel)
Behoeften niveau 2 (activiteiten)
(Hulp met) mobiliteit in de omgeving van het woonzorgvastgoed
О О О •
(Hulp met) in en uit verplaatsen van het woongebouw Voorzieningen kunnen bereiken met rollator en rolstoel Veilig in de openbare ruimte kunnen bewegen. Rusten in de openbare ruimte
In hoofdstuk 3 werden er behoeften aan activiteiten binnen het woonzorgvastgoed, persoonlijke activiteiten, fysieke activiteiten en gezamenlijke activiteiten gedefinieerd. Na de interviews met de experts is bepaald dat deze activiteiten onderdeel zijn van de behoefte aan ontspanning binnen het woonzorgvastgoed (4.32). In de literatuur wordt deze behoefte omschreven als vrijetijdsbesteding. Hierbij zijn de activiteiten TV kijken, radio of muziek luisteren en hobby uitoefenen belangrijk. De meeste respondenten benadrukten dat het voor de behoefte aan ontspanning van belang is dat zorgbehoevende ouderen zoveel mogelijk verschillende activiteiten moeten kunnen ondernemen, net als ieder ander mens. De activiteiten zoals bepaald in hoofdstuk 3 werden bevestigd en de activiteiten lezen, fysieke activiteiten als wandelen of fietsen uitvoeren, gezamenlijke activiteiten uitvoeren, zelf georganiseerde activiteiten uitvoeren en roken werden door de respondenten aangevuld Tabel 4.32: Ontspanning binnen het woonzorgvastgoed (bevestigd: vinkje, veranderd: open bullet, toegevoegd: gesloten bullet)
Behoefte niveau 1 (doel)
Behoeften niveau 2 (activiteiten)
Ontspanning binnen het woonzorgvastgoed
√ √ √ • • • • •
Hobby uitoefenen Tv kijken Muziek luisteren Lezen Fysieke activiteiten als wandelen of fietsen uitvoeren Gezamenlijke activiteiten uitvoeren Zelf georganiseerde activiteiten uitvoeren Roken
De behoefte aan ontspanning buiten het woonzorgvastgoed (tabel 4.33) is in overleg met de respondenten gecreëerd door de behoefte om naar buiten te kunnen en de behoefte aan activiteiten buiten het woonzorgvastgoed samen te voegen. Bij deze behoeften zijn in hoofdstuk 3 nog geen activiteiten bepaald via de literatuur. Volgens de respondenten zijn de activiteiten gemakkelijk naar buiten kunnen, buiten kunnen zitten, fysieke activiteiten buiten kunnen uitvoeren, buiten hulp kunnen krijgen en aan uitstapjes deelnemen van belang voor de behoefte aan ontspanning buiten het woonzorgvastgoed. Deze activiteiten zijn toegevoegd aan het overzicht.
71
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
Tabel 4.33: Ontspanning buiten het woonzorgvastgoed (bevestigd: vinkje, veranderd: open bullet, toegevoegd: gesloten bullet)
Behoefte niveau 1 (doel)
Behoeften niveau 2 (activiteiten)
Ontspanning buiten het woonzorgvast- • Gemakkelijk naar buiten kunnen goed • Fysieke activiteiten buiten uitvoeren • Zitten • Hulp krijgen • Aan uitstapjes deelnemen
Door de experts werd aangegeven dat de perceptuele behoeften (tabel 4.34) voor zorgbehoevende ouderen relevante behoeften zijn doordat de motoriek van ouderen vaak achteruit gaat. In hoofdstuk 3 zijn er al activiteiten gegeven bij de perceptuele behoeften van zelfstandig wonende ouderen. Dit zijn de activiteiten toepassen van affordanties en bekend zijn met de woonomgeving (wayfinding). Deze activiteiten zijn tijdens de interviews bevestigd. Naast deze activiteiten werd er door respondenten aangegeven dat het van belang is dat de cliënten de apparaten en schakelaars kunnen bedienen die nodig zijn en weten waar iets voor dient in de woonomgeving. Deze activiteiten zijn toegevoegd aan het overzicht. Tabel 4.34: Perceptuele behoeften (bevestigd: vinkje, veranderd: open bullet, toegevoegd: gesloten bullet)
Behoefte niveau 1 (doel)
Behoeften niveau 2 (activiteiten)
Perceptuele behoeften
√ √ • •
Bekend zijn met de omgeving (wayfinding) Intuïtieve bediening van gebouwonderdelen (toepassing affordanties) De nodige apparaten en schakelaars kunnen bedienen Weten waar iets voor dient
De laatste behoefte is de behoefte aan veiligheid in noodsituaties (tabel 4.35). Hiervoor zijn geen activiteiten gegeven vanuit de literatuur. Er werd tijdens de interviews aangegeven dat ouderen bang kunnen zijn voor noodsituaties zoals brand. Ze weten dan niet hoe ze weg moeten komen omdat ze bijvoorbeeld slecht ter been zijn. Daarnaast wordt er door enkele zorgmanagers aangegeven dat ouderen met een psychogeriatrische aandoening niet altijd beseffen wat brand is en hierdoor juist het verkeerde kunnen doen wanneer ze in aanraking komen met brand. De activiteiten die van belang zijn met betrekking tot de behoefte aan veiligheid in noodsituaties zijn hulp krijgen, nooduitgangen kunnen vinden en obstakels vermijden. Tabel 4.35: Veiligheid in noodsituaties (bevestigd: vinkje, veranderd: open bullet, toegevoegd: gesloten bullet)
Behoefte niveau 1 (doel)
Behoeften niveau 2 (activiteiten)
Veiligheid in noodsituaties (noodroutes • Hulp krijgen etc) • Nooduitgangen kunnen vinden • Obstakels vermijden
In bijlage III is het totale overzicht gegeven van de in deze paragraaf bepaalde behoeften en de bijbehorende activiteiten.
72
4.3 Conclusie De in hoofdstuk 3 bepaalde woon- en zorgbehoeften van intramuraal wonende zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger zijn bepaald door middel van literatuur. In dit hoofdstuk zijn deze behoeften gecontroleerd, geconcretiseerd en aangevuld met behulp van mondelinge interviews met experts. De geïnterviewde experts zijn professionals van belangenorganisaties, zorgorganisaties en overige betrokken organisaties. De experts hebben op verschillende manieren contact met de groep zorgbehoevende ouderen. Door experts te interviewen van verschillende achtergronden zijn de behoeften van verschillende kanten bekeken. Naar aanleiding van de interviews zijn een aantal vanuit de literatuur bepaalde activiteiten bevestigd, aangevuld, specifieker geformuleerd of niet nodig gebleken. Door de invulling van de activiteiten die horen bij de doelen is een completer beeld verkregen van de behoeften in het woon- en zorgproces van de intramuraal wonende zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger. De behoeften en activiteiten die zijn bepaald met behulp van de literatuur en de interviews worden weergegeven in de tabellen 4.1 tot en met 4.35. Dit overzicht van woon- en zorgbehoeften heeft als basis gediend voor het bepalen van de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed en de verschillen tussen ouderen met betrekking tot het woon- en zorgproces en de bijbehorende aspecten van gebouwen. Dit zal in hoofdstuk 5 besproken worden.
73
Zorgbehoevend zorgvastgoed? Zo orgbe beho hoev even end d zo zorg rgva rg va ast s go g ed ed? ?
Hoofdstuk 5: Veldwerk: De gewenste aspecten van woonzorgvastgoed en de verschillen tussen ouderen
74 74
Het in hoofdstuk 4 gegeven overzicht van woon- en zorgbehoeften van intramuraal wonende zorgbehoevende ouderen is als basis gebruikt voor het bepalen van de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed en de verschillen tussen mensen. Deze informatie is verkregen door middel van schriftelijke vragenlijsten. In dit hoofdstuk zal allereerst de opzet van deze vragenlijsten besproken worden, daarna zullen de resultaten besproken worden en zal er naar aanleiding van deze resultaten een suggestie gedaan worden voor verschillende groepen zorgbehoevende ouderen. De resultaten van dit hoofdstuk zijn gebruikt in hoofdstuk 6 waarin de vertaling naar checklists wordt beschreven voor de toepassing in de praktijk.
5.1 Opzet De behoeften zoals bepaald in hoofdstuk 3 en 4 vormen de input voor het onderzoek naar de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed en de verschillen tussen ouderen. Zoals in het conceptueel model (figuur 1.1) al wordt weergegeven zijn de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed gebaseerd op de woon- en zorgbehoeften van de intramuraal wonende ouderen. Om de activiteiten die horen bij het woon- en zorgproces uit te kunnen voeren, moet de gebouwde omgeving aan bepaalde prestaties voldoen. De prestaties of gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed zijn dus direct te koppelen aan de in hoofdstuk 4 bepaalde woon- en zorgbehoeften. Daarnaast komt uit het conceptueel model naar voren dat bepaalde huishoudenskenmerken en structurele kenmerken van ouderen een invloed kunnen hebben op de relatie tussen de woon- en zorgbehoeften van zorgbehoevende ouderen en de bijbehorende gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed. Het bepalen van de gewenste aspecten van vastgoed op basis van behoeften in het woonproces is eveneens gebaseerd op de methode USE. Heijs (2009) beschrijft in een rapport met betrekking tot de functionele eisen van een wooncomplex voor medioren en senioren het veldwerk voor de koppeling tussen behoeften en gewenste aspecten van het wooncomplex met behulp van schriftelijke vragenlijsten. Om deze reden is het veldwerk om de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed en de verschillen tussen ouderen te achterhalen ook uitgevoerd door middel van vergelijkbare schriftelijke vragenlijsten. Ondanks de complexiteit en de omvang van de vragenlijsten is er een groep van 17 personen bereid gevonden om de vragenlijsten in te vullen. De volgende partijen hebben een of meerdere vragenlijsten ingevuld, alleen bij de partijen die nog niet eerder besproken zijn zal een toelichting worden gegeven: A. Belangenorganisaties voor ouderen o Aedes-Actiz Kennis Centrum voor Wonen en Zorg (adviseur) o Vilans (manager innovatie ouderenzorg) B: Zorgorganisaties o Archipel Zorggroep Eindhoven (zorgmanager) o Zorggroep Midden- en Noord Limburg (3 verpleegkundigen) o Argos Zorggroep Schiedam (4 afdelingshoofden) o De Wever Zorggroep (locatiemanager) o Orbis Zorgconcern (locatiemanager, zorgmanager en 2 verpleegkundigen) C: Overig o Bouwpool verbonden aan het LOC (adviseur cliëntenraden, architect) o Mezzo (beleidsmedewerker)
75
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
A: Belangenorganisaties voor ouderen Vilans (manager innovatie ouderenzorg) Vilans is een kenniscentrum voor langdurige zorg. Het doel is om het leven van mensen te verbeteren door middel van efficiente, betaalbare en kwalitatief goede zorg. Ze werken intensief samen met zorgorganisaties. B: Zorgorganisaties Orbis Concern (locatiemanager, zorgmanager en 2 verpleegkundigen) Het Orbis Concern in een zorgorganisatie die zich richt op verschillende vormen van zorg, dienstverlening, wonen en welzijn. Orbis heeft 21 locaties in Zuid- en Midden-Limburg. C: Overig Mezzo (beleidsmedewerker) Mezzo is een landelijke vereniging die opkomt voor de belangen van mantelzorgers of zorgvrijwilligers door middel van onder andere het bieden van informatie, advies en steun. 5.1.1 Gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed De gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed zijn gebaseerd op de woon- en zorgbehoeften zoals bepaald in hoofdstuk 3 en hoofdstuk 4 (doelen en activiteiten). Door middel van schriftelijke vragenlijsten in de vorm van A5 boekjes werd er per pagina één activiteit onderzocht. Er werd gevraagd per activiteit na te denken over deze activiteit en welke aspecten of prestaties van de gebouwde omgeving nodig zijn om deze activiteit goed uit te kunnen voeren. Per activiteit konden de respondenten in de boekjes opschrijven welke aspecten of prestaties van het woonzorgvastgoed gewenst zijn voor de betreffende activiteit. Zo werd bijvoorbeeld door alle respondenten bij de activiteit obstakels vermijden (doel: fysieke veiligheid, cluster: fysiologisch) genoemd dat de gebouwde omgeving drempelloos moet zijn. In bijlage IV is uitgelegd hoe de vragenlijsten precies zijn opgebouwd. De lijst van activiteiten zoals gegeven in hoofdstuk 4 is binnen de kaders van dit onderzoek te omvangrijk om in zijn geheel verder te onderzoeken. Daarom is de keuze gemaakt om bepaalde activiteiten niet meer mee te nemen in het onderzoek. Het wordt met andere woorden iets versimpeld om het toepasbaar te blijven houden op dit schaalniveau. Zo zijn er verschillende activiteiten die te technisch zijn in het kader van dit onderzoek, activiteiten die vragen om aspecten van de gebouwde omgeving die reeds bekend zijn in de bestaande regelgeving en activiteiten die té specifiek of uniek zijn voor verschillende personen niet meer meegenomen. Ook zijn enkele activiteiten die vaker terugkomen niet nogmaals onderzocht. Een activiteit die niet verder onderzocht is in verband met de technische aard is bijvoorbeeld ventileren van semiopenbare ruimten binnen de behoefte aan olfactorisch comfort. Doordat deze ventilatiewaarden te technisch zijn is het niet reëel om betrouwbare waarden te verkrijgen van door vooral verpleegkundigen ingevulde vragenlijsten. Daarnaast zijn bijvoorbeeld de prestaties van de gebouwde omgeving met betrekking tot de brandveiligheid goed vastgelegd in regelgeving. Als laatste is bijvoorbeeld de behoefte aan esthetiek niet meegenomen vanwege het gegeven dat de behoefte aan esthetiek voor elk persoon anders uitgelegd kan worden. De behoefte aan esthetiek is uniek voor elk individu. Ook kan deze behoefte in zeer uiteenlopende aspecten van de gebouwde omgeving van belang zijn voor mensen. Het voegt weinig toe om deze aspecten van gebouwen verder mee te nemen in dit onderzoek. In totaal zijn er van de 151 bepaalde activeiten 50 niet verder meegenomen in dit onderzoek. Dit betekent dat er 101 activiteiten verder onderzocht zijn voor gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed. In bijlage V is weergegeven welke activiteiten wel en niet meegenomen zijn.
76
5.1.2 Verschillen tussen ouderen De verschillen tussen ouderen zijn eveneens onderzocht door middel van deze schriftelijke vragenlijsten (bijlage IV). Naast de vraag om na te denken over de gewenste aspecten of prestaties van de gebouwde omgeving die nodig zijn voor een bepaalde activiteit is gevraagd na te denken over verschillen tussen ouderen voor de betreffende activiteit. Op dezelfde bladzijde hebben de respondenten de mogelijkheid gehad om aan te geven welke kenmerken van ouderen (keuze uit een aantal gegeven huishoudens- en structurele kenmerken) van belang zijn voor de betreffende activiteit en waarom. Hiermee is een overzicht gecreëerd van de invloed van bepaalde huishoudens- en structurele kenmerken van ouderen op de woon- en zorgbehoeften en de bijbehorende gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed. De gegeven huishoudens- en structurele kenmerken van ouderen zijn al besproken in hoofdstuk 2 en zijn tijdens de interviews met experts met betrekking tot de woon- en zorgbehoeften (hoofdstuk 4) gecontroleerd. De via de literatuur bepaalde kenmerken waren volgens de experts allemaal van belang. De lijst bestaat uit de volgende kenmerken van zorgbehoevende ouderen: o Ziektebeeld o Inkomenshoogte o Cultuur o Opleidingsniveau o Het hebben van kinderen o Het hebben van een echtgenoot of echtgenote o Leeftijd o Geslacht Ziektebeeld Zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger kunnen niet meer zelfstandig wonen door het ziektebeeld. Dit kwam in hoofdstuk 2 al naar voren en ook tijdens de interviews met experts kwam naar voren dat het ziektebeeld voor ouderen met een indicatie ZZP 5 en hoger een belangrijke rol speelt in het dagelijkse woon- en zorgproces. Daarnaast is het van belang of een bepaald ziektebeeld een grotere invloed heeft dan andere ziektebeelden. Cultuur Nederland is een multicultureel land. Tijdens de interviews werd door nagenoeg alle respondenten aangegeven dat een bepaalde cultuur een grote invloed kan hebben op de behoeften in het woon- en zorgproces. In hoofdstuk 2 kwam al naar voren dat op dit moment slechts een klein deel van de zorgbehoevende allochtone ouderen intramuraal woont en dat het aannemelijk is dat dit deel in de toekomst groter zal worden (Bui, 2011). Om deze redenen is de invloed van de cultuur onderzocht. Inkomenshoogte De toekomstige zorgbehoevende ouderen hebben over het algemeen meer te besteden dan zorgbehoevende ouderen die nu in verpleeghuizen wonen (Castelijns et al., 2013; Rijksoverheid, 2007). Ook de respondenten gaven aan dat de inkomenshoogte een invloed kan hebben op de woon- en zorgbehoeften en op de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed. Om deze reden is dit kenmerk meegenomen.
77
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
Opleidingsniveau In verschillende onderzoeken komt naar voren dat het opleidingsniveau van de toekomstige ouderen toeneemt. Meer mensen zijn (hoger) opgeleid in de jaren na de oorlog dan in de jaren ervoor (Castelijns et al., 2013; Rijksoverheid, 2007). Ook volgens de respondenten kan de opleidingshoogte relevant zijn voor verschillen in de woon- en zorgbehoeften van zorgbehoevende ouderen en de bijbehorende gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed. Het hebben van kinderen Volgens de respondenten kan het hebben of juist niet (meer) hebben van een of meer kinderen van invloed zijn op de behoeften in het woon- en zorgproces. Hierdoor is dit huishoudenskenmerk meegenomen in de vragenlijsten. Het hebben van een echtgenoot of echtgenote In hoofdstuk 2 kwam naar voren dat er in de komende jaren waarschijnlijk meer alleenstaande ouderen zullen zijn. Het hebben of juist niet (meer) hebben van een echtgenoot of echtgenote kan volgens de respondenten van invloed zijn op de behoeften en de daarbij horende aspecten van het woonzorgvastgoed. Hierdoor is dit huishoudenskenmerk meegenomen in de vragenlijsten. Leeftijd De leeftijd van de zorgbehoevende ouderen is zoals al in hoofdstuk 2 aangegeven gemiddeld 85 jaar. Volgens Castelijns et al. (2007) en De Klerk (2011) zal de gemiddelde leeftijd van de intramuraal wonende zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger gaan stijgen de komende jaren. Het is van belang om het kenmerk leeftijd mee te nemen om te onderzoeken of dit gevolgen kan hebben voor de woon- en zorgbehoeften en de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed. Geslacht De respondenten gaven aan dat het kenmerk geslacht van belang kan zijn voor verschillen in de woon- en zorgbehoeften. Volgens De Klerk (2005 & 2011) wonen er op dit moment meer vrouwen dan mannen in verpleeghuizen. Het is aannemelijk dat er in de toekomst meer mannen zullen wonen in verpleeghuizen. Het kenmerk geslacht is meegenomen in het onderzoek om een inzicht te krijgen in de verschillen in het woon- en zorgproces van mannen en vrouwen.
78
5.2 Resultaten: koppeling van de behoeften, de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed en de verschillen tussen ouderen In deze paragraaf zullen de woon- en zorgbehoeften gekoppeld worden aan de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed en zullen de verschillen tussen ouderen hierin besproken worden. Dit zal besproken worden aan de hand van de in hoofdstuk 4 bepaalde activiteiten in het woon- en zorgproces. De vragenlijsten zijn op papier in de vorm van kleine boekjes van A5 formaat verspreid onder de respondenten. Alle boekjes zijn op enkele na persoonlijk afgegeven waarbij een korte uitleg gegeven is over het invullen van de boekjes en waarbij de context is uitgelegd. Ook was er een mogelijkheid voor de respondenten om vragen te stellen. Gedurende twee tot drie weken hebben de respondenten vervolgens de tijd gehad om de vragenlijsten in te vullen. Zo konden ze de vragenlijsten meenemen tijdens het dagelijks werk en telkens wanneer er iets opviel in het woon- of zorgproces dit opnemen in de boekjes. Over het algemeen werd de vragenlijst als uitgebreid ervaren door de respondenten. Veel respondenten gaven aan dat het veel werk was om het gehele boekje in te vullen. Alles bij elkaar duurde het ongeveer 2 tot 3 uur om een gehele vragenlijst in te vullen. Mede om deze reden is er bij de respondenten die later betrokken zijn bij het onderzoek aangegeven slechts twee van de vier clusters in te vullen, waarbij respondenten gevraagd is bij verschillende clusters te beginnen. Daarnaast gaven sommige respondenten aan het moeilijk te vinden om zich een goede voorstelling te maken van welke aspecten van de gebouwde omgeving van belang waren voor het uitvoeren van de betreffende activiteiten. Over het algemeen kan gezegd worden dat bij alle activiteiten een goed beeld verkregen van de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed doordat dezelfde aspecten werden genoemd door meerdere respondenten. De resultaten van de vragenlijsten zullen achtereenvolgens in de vier clusters besproken worden in de paragrafen 5.2.1 tot en met 5.2.4. Een compleet overzicht van de in deze paragraaf gegeven resultaten wordt gegeven in bijlage V. 5.2.1. Fysiologisch Het eerste cluster omvat het fysiologische deel, dat betrekking heeft op het lichamelijk welzijn en het waarnemingsvermogen door zintuigen. De gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed en de belangrijke verschillen tussen ouderen zullen per onderzochte activiteit besproken worden. Door de respondenten werd vaak een verschil aangegeven tussen ouderen met een somatisch (lichamelijk) ziektebeeld een psychogeriatrisch (geestelijk) ziektebeeld. Deze twee ziektebeelden zijn als kenmerken meegenomen in de verwerking van de gegevens. De gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed kunnen worden omschreven aan de hand van de eerder bepaalde drie niveaus: de omgeving van het woonzorgvastgoed, de semiopenbare ruimte van het woonzorgvastgoed en het privédomein van het woonzorgvastgoed. De eerste behoefte is de behoefte aan fysieke veiligheid binnen het woonzorgvastgoed. De enige onderzochte activiteit binnen deze behoefte is het vermijden van obstakels (tabel 5.1). In nagenoeg alle vragenlijsten kwam naar voren dat het vermijden van obstakels binnen het woonzorgvastgoed betekent dat er geen drempels aanwezig mogen zijn, dat er automatische deuren aanwezig dienen te zijn, dat er geen zitjes in de looproute aanwezig dienen te zijn en dat er beschermende hoekprofielen rond kolommen of hoeken aangebracht dienen te worden. Deze aspecten van de gebouwde omgeving zijn van toepassing voor de semiopenbare ruimte en het privédomein (binnen het woonzorgvastgoed). Hierbij hoort ook de overgang van binnen naar buiten (de entree). Daarnaast is het van belang dat afdelingen of leefomgevingen van zorgbehoevende ouderen gelijkvloers zijn. Als laatste werd door enkele respondenten aangegeven dat het van belang is dat gangen recht zijn (hoeken vermijden). Dit is vooral van belang voor mensen met een psychogeriatrisch ziektebeeld. Er werd aangegeven dat het niet kunnen
79
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
zien waar een gang naartoe gaat onrust kan veroorzaken. Met betrekking tot de verschillen tussen ouderen werd er door de respondenten aangegeven dat het verschil tussen een somatisch- en een psychogeriatrisch ziektebeeld van belang is. Mensen die lichamelijk beperkt zijn hebben veel moeite met het vermijden van obstakels en ouderen met een psychogeriatrisch ziektebeeld kunnen niet altijd even goed inschatten waar gevaren kunnen ontstaan binnen het woonzorgvastgoed. Tabel 5.1: Fysieke veiligheid binnen het woonzorgvastgoed (semiopenbare ruimte en het privédomein)
Behoeften niveau 2 Aspecten of prestaties van gebouwen
Verschillen tussen ouderen
(activiteiten) Obstakels vermijden
• Geen drempels binnen het woonzorgvastgoed • Automatische deuren binnen het woonzorgvastgoed • Geen zitjes of iets dergelijks in de looproute • Beschermende hoekprofielen rond kolommen of hoeken van afrondingen voorzien • Hoeken in gangen vermijden (vooral verschil in ziektebeeld) • Gelijkvloerse afdelingen
* SOM ziektebeeld, lichamelijke beperkingen zijn van belang * PG ziektebeeld kan de gevaren vaak niet goed inschatten
Binnen de behoefte aan hygiëne (tabel 5.2) zijn er vier activiteiten onderzocht door middel van de vragenlijsten. Dit zijn de activiteiten zittend douchen, gemakkelijk in- en uit de douche stappen, gemakkelijk in- en uit het bad stappen en hulp met voeten wassen. Deze activiteiten zijn van belang voor de sanitaire ruimten, welke in het semiopenbare domein of het privédomein aanwezig zijn. Intramuraal wonende ouderen hebben vaak de behoefte om zittend te kunnen douchen. Hierbij is het van belang dat er in de sanitaire ruimten beugels aan de muren zijn bevestigd zodat ze zich vast kunnen houden. Verder is het van belang dat de badkamer van antisliptegels is voorzien en deze verder is afgewerkt met een stroeve, goed te reinigen materialisatie zonder kieren en naden die goed is schoon te houden. Eventueel aanwezige schroeven dienen afgedopt te worden. Een in hoogte verstelbare, opklapbare douchestoel is nodig waarvan de zitting is uitgevoerd in een materiaal dat stroef genoeg is zodat de cliënt er niet vanaf kan glijden wanneer de zitting nat wordt. Ook dienen er armleuningen aanwezig te zijn. Als laatste dient er in de badkamer en in het douchegedeelte voldoende ruimte te zijn voor een mobiele douchestoel en wordt de voorkeur gegeven aan een lange doucheslang en een thermostaatkraan. Dit laatste zodat de cliënt zich niet kan branden aan het water. Het invloedrijkste kenmerk met betrekking tot de behoefte aan zittend douchen is een somatisch ziektebeeld. Ouderen met een lichamelijke beperking kunnen vrijwel nooit staand douchen. De tweede activiteit met betrekking tot hygiëne is gemakkelijk in- en uit de douche stappen. De sanitaire ruimte dient voorzien te worden van een gelijkvloerse inloopdouche met antisliptegels en beugels aan de muren. Daarnaast dient er in de vloer een putje aanwezig te zijn waar het overtollige water afgevoerd kan worden en dient de vloer licht af te lopen naar dit putje voor een snelle afwatering. Als laatste kan een vloerverwarming nuttig zijn voor het sneller drogen van een natte vloer waardoor de vloer minder snel glad wordt. Ook voor deze behoefte is het hebben van een somatisch ziektebeeld het belangrijkste verschil tussen ouderen voor het uitvoeren van de activiteit. Het gemakkelijk in- en uit het bad stappen is een vergelijkbare activiteit met het in- en uit de douche stappen. Hierbij wordt aangegeven dat het van belang is dat er een tillift aanwezig is
80
in de sanitaire ruimten, dat het bad in hoogte verstelbaar is en dat de buitenkant van het bad volledig gesloten uitgevoerd dient worden in verband met de schoonmaak. Ook is hier een bad met een deurtje een mogelijkheid. Daarnaast dient ook voor deze activiteit een putje in de vloer aanwezig te zijn voor de afwatering van het meegekomen water, dient de sanitaire ruimte uitgevoerd te worden in antisliptegels en dienen er beugels aanwezig te zijn om het in- en uitstappen voor mensen die geen gebruik maken van de tillift gemakkelijker te maken. Ook hier is een somatisch ziektebeeld het belangrijkste verschil tussen mensen. Daarnaast wordt er door enkele respondenten aangegeven dat een spiegelend wateroppervlak voor sommige mensen met een psychogeriatrische aandoening als onherkenbaar ervaren kan worden wat stress voor deze personen kan opleveren. Dit wordt besproken bij de behoefte aan visueel comfort. De laatste onderzochte activiteit met betrekking tot de hygiëne is het wassen van de voeten. Hiervoor dienen beugels, antisliptegels en een verstelbare stoel met een stroeve zitting met afgeronde hoeken aanwezig te zijn in de sanitaire ruimten. Daarnaast dient er een teil in de sanitaire ruimte aanwezig te zijn die groot genoeg is voor het wassen van voeten. Bij deze activiteit spelen verschillen tussen culturen een belangrijke rol. Voor verschillende culturen is het van verschillend belang om de voeten (vaker) te wassen. Daarnaast is nogmaals een somatisch ziektebeeld van belang. Tabel 5.2: Hygiëne (sanitaire ruimten in de semiopenbare ruimte en het privédomein)
Behoeften niveau 2 Aspecten of prestaties van gebouwen
Verschillen tussen ouderen
(activiteiten) Zittend douchen
• Thermostaatkraan • Beugels aanbrengen • Stroeve, goed te reinigen materialisatie zonder kieren of naden • Schroeven afdoppen • Voldoende ruimte voor een mobiele douchestoel • Antisliptegels • In hoogte verstelbare zitstoel aan de muur • Opklapbare zitstoel • Armleuningen aan zitstoel • Stroeve zitting stoel, zodat de client er niet af kan glijden • Lange doucheslang
* SOM ziektebeeld, mensen met een lichamelijke beperking hebben hulp nodig bij het zittend douchen.
Gemakkelijk in- en uit • Thermostaatkraan de douche stappen • Beugels aanbrengen • Stroeve, goed te reinigen materialisatie zonder kieren of naden • Schroeven afdoppen • Voldoende ruimte voor een mobiele douchestoel • Antisliptegels • In hoogte verstelbare zitstoel aan de muur • Opklapbare zitstoel • Armleuningen aan zitstoel • Stroeve zitting stoel, zodat de client er niet af kan glijden • Lange doucheslang
* SOM ziektebeeld, mensen met een lichamelijke beperking hebben hulp nodig bij het zittend douchen.
Gemakkelijk in- en uit * Putje in de vloer om meegekomen water af te voeren het bad stappen * Beugels * Antisliptegels * Tillift boven het bad * Bad in hoogte verstelbaar * Bad aan de buitenkant volledig gesloten uitvoeren waardoor schoonmaak beter mogelijk blijft
* SOM ziektebeeld, mensen met een lichamelijke beperking hebben hulp nodig bij het in- en uit het bad stappen
Hulp met voeten wassen
* SOM ziektebeeld, mensen met een lichamelijke beperking hebben hulp nodig bij het wassen van de voeten * Cultuur, mensen met verschillende culturen kunnen meer waarde hechten aan het (vaker) wassen van de voeten.
* Antisliptegels * Beugels *(Opklapbare) stoel * Stroeve zitting tegen afglijden van de client * Afgeronde hoeken * In hoogte verstelbare stoel * Teil in badkamer die groot genoeg is voor voeten
81
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
De vijf activiteiten behorend bij het visueel comfort zijn de hoeveelheid kunstlicht aanpassen voor sfeerdoeleinden, hoeveelheid kunstlicht aanpassen voor veiligheidsdoeleinden, hoeveelheid natuurlijk licht aanpassen, contrast zien tussen aspecten in de ruimte en spiegelende oppervlakten vermijden. Deze activiteiten zijn van belang binnen de semiopenbare ruimte en het privédomein. De eerste activiteit is het aanpassen van kunstlicht voor sfeerdoeleinden. Nagenoeg alle respondenten gaven aan dat dit door middel van sensoren, schakelaars, dimmers en afstandsbedieningen mogelijk moet zijn. Een enkele respondent gaf aan dat het van belang kan zijn de mogelijkheid te hebben om een ruimte te verduisteren. Ook werd er aangegeven dat dit in principe voor alle ouderen mogelijk moet zijn. Met betrekking tot het aanpassen van de hoeveelheid kunstlicht voor veiligheidsdoeleinden kunnen er enkele aspecten van gebouwen toegevoegd worden aan de lijst van aspecten voor sfeerdoeleinden. Zo dient er licht van voldoende kanten te komen om schaduwen te voorkomen, dient er extra licht aanwezig te zijn boven deuren, dient het sanitair altijd verlicht te zijn en dient er een nachtstand op de verlichting in gangen aanwezig te zijn. Ook wordt de mogelijkheid van een automatische lichtlijn gegeven, waarbij ouderen bijvoorbeeld ‘s nachts door een oplichtende lichtlijn in de vloer naar het toilet geleid worden. Deze toevoegingen zijn vooral van toepassing voor mensen met een minder visueel vermogen. Met betrekking tot het aanpassen van de hoeveelheid natuurlijk licht is het van belang dat er voldoende ramen aanwezig zijn en dat er bij deze ramen gordijnen, zonwering en rolluiken aanwezig zijn. Verder werd er door enkele respondenten aangegeven dat mensen met een psychogeriatrisch ziektebeeld gevoeliger zijn voor aanwezigheid van voldoende natuurlijk licht voor een goed dag- en nachtritme. Voor het contrast zien tussen aspecten in de ruimten wordt door bijna alle respondenten aangehaald dat deuren en muren in contrasterende kleuren uitgevoerd dienen te worden. Dit om de zichtbaarheid van de deuren te vergroten. Daarnaast wordt door enkele respondenten aangegeven dat er extra contrast bij gevaarlijke punten aangebracht dient te worden, dat er voldoende licht aanwezig dient te zijn en dat er geen strepen op de vloer aanwezig mogen zijn. Cliënten met een psychogeriatrisch ziektebeeld hebben volgens enkele respondenten de neiging om hier overheen te stappen omdat deze strepen op obstakels zouden lijken. Daarnaast zijn alle aspecten van belang voor mensen met een somatisch ziektebeeld, omdat het niet goed kunnen waarnemen van gebouwonderdelen tot gevaarlijke situaties kan leiden. De laatste activiteit met betrekking tot het visueel comfort is het vermijden van spiegelende oppervlaktes. Hiervoor dienen ruimten voorzien te zijn van een matte vloerafwerking en zijn er putjes nodig in sanitaire ruimten om overtollig water snel af te kunnen voeren. Het belangrijkste verschil tussen mensen is het hebben of niet hebben van een psychogeriatrisch ziektebeeld. Mensen met een psychogeriatrisch ziektebeeld kunnen een spiegelend oppervlak niet altijd duiden, wat angst kan veroorzaken.
82
Tabel 5.3: Visueel comfort binnen het woonzorgvastgoed
Behoeften niveau 2 Aspecten of prestaties van gebouwen
Verschillen tussen ouderen
(activiteiten) Hoeveelheid kunstlicht * Lichten bedienen dmv sensoren aanpassen voor * Lichten bedienen dmv afstandsbediening sfeerdoeleinden * Lichten bedienen dmv schakelaars * Dimmers * Verduistermogelijkheid
Geen belangrijke verschillen op basis van de gegeven kenmerken, voor alle ouderen van belang
Hoeveelheid kunstlicht * Lichten bedienen dmv sensoren aanpassen voor veilig- * Lichten bedienen dmv afstandsbediening heidsdoeleinden * Lichten bedienen dmv schakelaars * Licht van voldoende kanten om schaduwen de voorkomen * Licht boven deuren * Sanitair altijd verlicht * Nachtstand op verlichting in gangen
* SOM ziektebeeld, Mensen met een slechter zicht moeten de hoeveelheid licht kunnen aanpassen om voldoende te kunnen zien
Hoeveelheid natuurlijk * Gordijnen licht aanpassen * Zonwering * Rolluiken * Voldoende ramen
* PG ziektebeeld, mensen met en een geestelijke beperking hechten meer waarde aan een goed dag- en nachtritme door middel van voldoende daglicht
Contrast zien tussen * Contract aanbrengen bij gevaarlijke punten aspecten in de ruimte * Deuren en muren in verschillende contrasterende (bijv. deur en muur) kleuren * Geen strepen op de vloer (neiging van mensen om eroverheen te stappen) * Voldoende licht binnen het woonzorgvastgoed
* PG ziektebeeld, wanneer mensen geen onderscheid kunnen zien tussen objecten veroorzaakt dit onrust * SOM ziektebeeld, wanneer mensen geen onderscheid kunnen zien tussen objecten kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan
Spiegelende oppervlaktes vermijden (bijv. spiegels, water en vloer)
* PG ziektebeeld, mensen met en een geestelijke beperking kunnen niet bevatten dat ze een spiegelbeeld zien, dit zorgt voor onrust
* Matte vloerafwerking * Matte wandtegels in sanitaire ruimten * Putje in sanitaire ruimten om water snel af te voeren * Vloerverwarming in sanitaire ruimten
In hoofdstuk 4 is al aangegeven dat zorgbehoevende ouderen vaak een minder goed vermogen hebben om te horen. Met betrekking tot het auditief comfort binnen het woonzorgvastgoed (tabel 5.4) zijn hierdoor het aanpassen van volume van apparatuur en aanpassen van klanken van apparatuur voor deze ouderen onderzocht. Met betrekking tot het gemakkelijk aanpassen van volume van apparatuur is het van belang dat ouderen het volume kunnen aanpassen van de alarmbel, de deurbel en de telefoon. Verder werd er door bijna alle respondenten aangegeven dat een ringleiding handig is in de gezamenlijke woonkamer. Het aanpassen van volume van apparatuur dient door middel van een duidelijke grote ronde knop die makkelijk vast te pakken is mogelijk te zijn. Daarnaast heeft het volgens verschillende respondenten de voorkeur om geluidsboxen in te bouwen in het plafond in de semiopenbare ruimte en het privédomein. Het belangrijkste verschil tussen mensen is het hebben of niet hebben van een somatisch ziektebeeld. Met betrekking tot het aanpassen van klanken van apparatuur dient ook de alarmbel, de deurbel en de telefoon van melodie te kunnen veranderen. Geen respondenten gaven verschillen aan tussen ouderen.
83
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
Tabel 5.4: Auditief Comfort binnen het woonzorgvastgoed
Behoeften niveau 2 Aspecten of prestaties van gebouwen
Verschillen tussen ouderen
(activiteiten) Makkelijk aanpassen * Aanpasbaar volume van alarmbel, deurbel en telefoon van volume van binnen het privedomein en de semiopenbare ruimte apparatuur * Ringleiding in de semiopenbare ruimte * Ingebouwde boxen binnen het woonzorgvastgoed * Duidelijke grote ronde knoppen die makkelijk vast te pakken zijn binnen het woonzorgvastgoed
* SOM ziektebeeld, mensen met een slechter gehoor moeten het volume kunnen aanpassen
Makkelijk aanpassen * Aanpasbare melodieen voor alarmbel, deurbel en van klanken van telefoon apparatuur
Geen belangrijke verschillen op basis van de gegeven kenmerken, voor alle ouderen van belang
De vijfde behoefte is de tast en bewegingsbehoefte (tabel 5.5). De onderzochte activiteit is het gemakkelijk bedienen van apparaten en schakelaars. Dit is van toepassing binnen het woonzorgvastgoed. Uit de vragenlijsten komt naar voren dat alle knoppen van apparaten en schakelaars op een hoogte tussen 0,90 meter en 1,10 meter dienen te zitten, groot van formaat dienen te zijn, contrasterend van kleur dienen te zijn, logisch geplaatst dienen te worden voor de functie en voorzien dienen te zijn van pictogrammen, een plus- of minteken of een rode of groene kleur. Daarnaast wordt door een respondent aangegeven dat de knoppen voor verschillende generaties moeten lijken op de knoppen die de betreffende generatie gewend is, om verwarring te voorkomen. Met betrekking tot verschillen tussen ouderen gaven de respondenten aan dat het verschil tussen een somatisch ziektebeeld en een psychogeriatrisch ziektebeeld en een verschil in leeftijd een invloed hebben. Voor mensen met een somatisch ziektebeeld is de motoriek over het algemeen slechter, een psychogeriatrisch ziektebeeld kan een invloed hebben op de vanzelfsprekendheid van functies van knoppen en een verschil in leeftijd of de generatie kan invloed hebben op de herkenbaarheid van apparaten of schakelaars en het gebruik ervan. Tabel 5.5: Tast- en bewegingsbehoefte binnen het woonzorgvastgoed
Behoeften niveau 2 Aspecten of prestaties van gebouwen
Verschillen tussen ouderen
(activiteiten) Apparaten en schake- * Knoppen op hoogte 0,90 - 1,10 meter plaatsen laars makkelijk bedie- * Grote knoppen/schakelaars nen * Contrasterende kleuren * Logische plaatsing * Voorzien van pictogramman voor functie * Knoppen voorzien van + en - of rood en groen * Uiterlijk en handeling knoppen aanpassen aan de generatie of doelgroep
* SOM ziektebeeld, wanneer de motoriek achteruit gaat is het moeilijk om knoppen te bedienen * PG ziektebeeld, het is niet meer vanzelfsprekend hoe knoppen werken, hier dient extra aandacht aan gegeven te worden * Leeftijd, generaties kunnen verschillen in wat begrijpelijk is met betrekking tot knoppen en schakelaars (ook met bijvoorbeeld ICT)
De behoefte aan gezondheidsverbetering en de preventie van ziekten (tabel 5.6) wordt uitgelegd door middel van het gemakkelijk schoonhouden van de fysieke omgeving en het ontvangen van multidisciplinaire behandelingen. Het gemakkelijk schoonhouden van de fysieke omgeving is van toepassing op het gehele woonzorgvastgoed. Hiervoor dienen kabels weggewerkt te worden, moet de omgeving uitgevoerd worden in goed afneembare materialen, dienen kieren en naden weggewerkt te worden zodat zich hier geen vuil kan ophopen, dienen de ruimten overzichtelijk te zijn en dient er geen ge-
84
bruik te worden gemaakt van hoogglans afwerking. Daarnaast werd er door een respondent aangegeven dat het gat in de wc-pot groot genoeg moet zijn zodat er gemakkelijk een borstel doorheen gehaald kan worden. Verschillen tussen ouderen worden vooral bepaald door een somatisch ziektebeeld. Het is van belang hoeveel de ouderen nog zelf kunnen. Voor het ontvangen van multidisciplinaire behandelingen is er volgens de respondenten bij voorkeur een aparte behandelruimte of is er voldoende ruimte op een eigen kamer. Daarnaast dient er een aparte fysioruimte te zijn. Ook voor deze activiteit ontstaan er verschillen door het aanwezig zijn of ontbreken van een somatisch ziektebeeld. Tabel 5.6: Gezondheidsverbetering en preventie van ziekten
Behoeften niveau 2 Aspecten of prestaties van gebouwen
Verschillen tussen ouderen
(activiteiten) Gemakkelijk schoon- * Kabels wegwerken houden van de fysieke * Goed afneembare materialen (vloer, kastoppervlakten, omgeving gordijnen) * Kieren en naden wegwerken (bijvoorbeeld bij plinten) * Kleine hoeken vermijden * Overzichtelijke ruimten * Wc met groot openingsgat zodat er gemakkelijk een borstel door kan * Geen hoogglans afwerking
* SOM ziektebeeld, een lichamelijke beperking maakt het kunnen schoonmaken moeilijker
Multidisciplinaire be- * Aparte ruimte (behandelruimte) in de semiopenbare handelingen ontvan- ruimte gen * Voldoende ruimte in het privédomein * Fysioruimte in de semiopenbare ruimte
* SOM ziektebeeld, behandelingen op basis van een lichamelijke beperking
De behoefte aan beschutting en bescherming (tabel 5.7) wordt omschreven door middel van de activiteiten zich kunnen terugtrekken, de omgeving kunnen herkennen (wayfinding) en overzicht over de ruimte hebben. Met betrekking tot de activiteit zich kunnen terugtrekken gaven de respondenten aan dat alle bewoners een eigen zit/slaapkamer of een eigen appartement dienen te hebben en er meerdere zithoekjes/nisjes in de semiopenbare ruimte aanwezig moeten zijn. Een aantal respondenten gaf aan dat mensen met een psychogeriatrisch ziektebeeld over het algemeen minder behoefte hebben om zich terug te trekken. Daarnaast gaven ze aan dat het van belang is wat de oudere is gewend vanuit het leven en dat hierbij de hoogte van de opleiding, de hoogte van het inkomen en de cultuur belangrijk kunnen zijn. Voor het herkennen van de omgeving dienen kleuren gebruikt te worden, is het van belang een vaste indeling te hebben, pictogrammen te gebruiken en de inrichting van de ruimten herkenbaar zoals thuis te maken. Dit kan toegepast worden op alledrie de niveaus omgeving, semiopenbare ruimte en het privédomein van het woonzorgvastgoed. Vooral mensen met een psychogeriatrisch ziektebeeld hebben moeite met het herkennen van de omgeving en daarvoor zijn deze aspecten extra van belang om onrust te voorkomen. Als laatste dient de gebruiker overzicht te hebben over de ruimte. Hiervoor is het van belang dat de entrees van de semiopenbare ruimte en het privédomein vanuit de gehele ruimte zichtbaar zijn, dat de plafonds niet te hoog zijn en dat er zo min mogelijk obstakels in de ruimte staan. Ook hierbij is de invloed van een psychogeriatrisch ziektebeeld het belangrijkst. Wanneer dit overzicht er niet is of in beperkte mate kan dit onrust veroorzaken.
85
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
Tabel 5.7: Beschutting en bescherming
Behoeften niveau 2 Aspecten of prestaties van gebouwen
Verschillen tussen ouderen
(activiteiten) Zich kunnen terugtrekken
* Eigen kamer (privédomein) * Meerdere zithoekjes/nisjes in semiopenbare ruimten binnen * Meerdere zithoekjes/nisjes in semiopenbare ruimten buiten
* PG ziektebeeld, mensen met een geestelijk ziektebeeld hebben vaak minder regie in het dagelijks leven en minder behoefte aan zich terug te trekken. * Daarnaast is het van belang wat een persoon gewend was in het leven afhankelijk van opleiding, inkomen, cultuur, kinderen en echtgenoot
Herkennen van de omgeving
* Kleurgebruik van semiopenbare ruimten * Vaste indeling in semiopenbare ruimte * Pictogrammen in het woonzorgvastgoed * Inrichting herkenbaar als thuis in het privédomein en in de semiopenbare ruimte
* PG ziektebeeld, voor mensen met een geestelijke beperking is het niet vanzelfsprekend dat ze de omgeving kunnen herkennen. Hier moet dus extra aandacht aan gegeven worden.
Overzicht over de ruimte hebben
* Zicht op de entree vanuit de semiopenbare ruimte en het privédomein * Normale hoogte plafond binnen het woonzorgvastgoed * Zo min mogelijk obstakels (onder andere meubels) in de semiopenbare ruimte
* PG ziektebeeld, wanneer mensen met een geestelijke beperking geen overzicht over de ruimte hebben zorgt dit voor onrust en zich niet op zijn gemak voelen
Zorgbehoevende ouderen hebben allen behoefte aan medische ondersteuning (tabel 5.8) vanwege hun zorgindicatie. De onderzochte activiteiten zijn vertrouwelijke gesprekken voeren, ondersteuning ontvangen door middel van medische apparatuur en door middel van hulpmiddelen. Voor het kunnen voeren van vertrouwelijke gesprekken wordt de voorkeur gegeven aan een eigen kamer met zitmogelijkheid of een aparte spreekkamer voorzien van een niet storen communicatie. Verder dient de ruimte voor deze activiteit voorzien te zijn van geluiddichte wanden en een huiselijke inrichting. Vooral een verschil in het ziektebeeld is van belang voor het voeren van vertrouwelijke gesprekken. Voor ondersteuning door middel van medische apparatuur is het van belang dat er een behandelruimte en een fysioruimte aanwezig zijn in de semiopenbare ruimte. Een andere optie is dat de kamers van de cliënten groot genoeg zijn om deze activiteiten mogelijk te maken. Voor het gebruik van E-health dient een draadloze internetverbinding verbinding aanwezig te zijn. Met betrekking tot domotica is het van belang dat er draadloze apparatuur wordt geplaatst en dat de apparatuur geen geluid of licht de ruimte in stuurt. Daarnaast dient de ruimte overzichtelijk te zijn voor een optimaal werken van de domotica. Ook voor deze behoefte is het verschil tussen een psychogeriatrisch- en een somatisch ziektebeeld het meest van belang. Voor ondersteuning door middel van hulpmiddelen als tilliften moet er rekening gehouden worden met voldoende ruimte om hulpmiddelen en apparatuur te plaatsen, te draaien en op te bergen in de semiopenbare ruimte en het privedomein. Hiervoor dienen de gangen groot genoeg te zijn om deze hulpmiddelen te verplaatsen. Volgens enkele respondenten kloppen de bouwmaatstaven niet meer omdat de hulpmiddelen groter zijn geworden en de bouwmaatstaven niet mee veranderd zijn. Het hebben of niet hebben van een somatisch ziektebeeld is het belangrijkste verschil tussen ouderen.
86
Tabel 5.8: Medische ondersteuning
Behoeften niveau 2 Aspecten of prestaties van gebouwen
Verschillen tussen ouderen
(activiteiten) Vertrouwelijke gesprekken voeren
* EIgen kamer met zitmogelijkheid (privédomein) * Aparte spreekkamers voorzien van niet storen communicatie (semiopenbare ruimte) * Geluiddichte wanden (privedomein en semiopenbare ruimte * Huiselijke inrichting in deze ruimten
* SOM ziektebeeld, gesprekken naar aanleiding van een lichamelijke beperking * PG ziektebeeld, gesprekken naar aanleiding van een geestelijke ziektebeeld
Ondersteuning ontvangen door middel van medische apparatuur (bijv. E-health en domotica)
* Behandelruimte (semiopenbare ruimte) * Fysioruimte (semiopenbare ruimte) * Opbergruimte voor apparatuur in de buurt van de woonkamer * Internetverbinding * Apparatuur mag geen geluid geven of licht uitstralen * Draadloze apparatuur * Slaapkamers groot genoeg voor apparatuur (privédomein) * Woonkamers groot genoeg voor apparatuur (privédomein en semiopenbare ruimte) * Ingebouwde zuurstofvoorziening * Ingebouwde bloeddrukmeters
* SOM ziektebeeld, naar aanleiding van een lichamelijke beperking * PG ziektebeeld, naar aanleiding van een geestelijke ziektebeeld
Ondersteuning ontvangen door middel van hulpmiddelen als tilliften en dergelijke
* Voldoende ruimte om hulpmiddelen i.c.m. een rolstoel te kunnen gebruiken in semiopenbare ruimte en in het privédomein * Ruimte om hulpmiddelen te draaien in semiopenbare ruimte en in het privédomein * Ruimte om hulpmiddelen op te bergen in de semiopenbare ruimte * Voldoende ruimte in gangen om hulpmiddelen te verplaatsen
* SOM ziektebeeld, naar aanleiding van een lichamelijke beperking
De laatste fysiologische behoefte is de behoefte aan seksualiteit. De activiteiten niet hoorbaar zijn voor anderen en seksuele handelingen uitvoeren zijn onderzocht. Het is van belang om niet hoorbaar te zijn voor anderen. Gewenste aspecten hiervoor zijn een eigen kamer en geluiddichte muren. Er werden geen verschillen aangegeven tussen ouderen met betrekking tot het niet hoorbaar willen zijn. Ouderen hebben behoefte aan het uitvoeren van seksuele handelingen. Hiervoor is het van belang dat ze een eigen kamer hebben en dat er ruimte is voor een bed. Met betrekking tot de verschillen tussen ouderen werd aangegeven dat mannen meer behoefte hebben aan seksualiteit (geslacht), dat het hebben van een echtgenoot van belang kan zijn en dat mensen met een psychogeriatrisch ziektebeeld niet altijd meer goed kunnen inschatten wanneer seksualiteit wel en niet gepast is. Tabel 5.9: Seksualiteit
Behoeften niveau 2 Aspecten of prestaties van gebouwen
Verschillen tussen ouderen
(activiteiten) Niet hoorbaar zijn voor * Geluiddichte muren in het privédomein anderen * Eigen kamer
Geen belangrijke verschillen op basis van de gegeven kenmerken, voor alle ouderen van belang
Seksuele handelingen * Ruimte voor een bed uitvoeren * Eigen kamer
* Geslacht, mannen hebben meer behoefte aan seksualiteit op hogere leeftijd * PG ziektebeeld, mensen met een geestelijke beperking weten niet meer goed wanneer seksualiteit wel en niet mogelijk is *Echtgenoot, het hebben van een partner kan de behoefte aan het uitvoeren van seksuele handelingen veranderen
87
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
5.2.2. Sociaal Het tweede cluster omvat het sociale deel, dat betrekking heeft op relaties tussen personen binnen het woon- en zorgproces. De gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed en de belangrijke verschillen tussen ouderen zullen per onderzochte activiteit besproken worden. De eerste onderzochte behoefte is de behoefte aan direct sociaal contact binnen het privédomein (tabel 5.10). Binnen deze behoefte zijn de activiteiten controle over het type interactie, vertrouwelijke gesprekken voeren, logees ontvangen, gelegenheidsfeesten geven en gasten iets te eten of te drinken aanbieden onderzocht. Voor de controle over het type interactie wordt door nagenoeg alle respondenten aangegeven dat het van belang is dat de cliënten over een eigen kamer beschikken. Hierbij werden geen verschillen tussen ouderen aangegeven. Daarnaast is het van belang dat de cliënten op deze eigen kamer een zitmogelijkheid hebben om visite te ontvangen. Ook kan er nog een extra ruimte in de semiopenbare ruimte gemaakt worden om visite te ontvangen. Respondenten geven aan dat verschillen tussen ouderen ontstaan door een psychogeriatrisch ziektebeeld, het hebben van kinderen en/of een echtgenoot of echtgenote en verschillen in cultuur. Hierbij kan de uitleg worden gegeven dat mensen met een psychogeriatrisch ziektebeeld niet meer altijd even veel behoefte hebben aan visite of niet meer in staat zijn om mensen te ontvangen. Het hebben van een echtgenoot en kinderen wil vaak zeggen dat er meer visite komt en mensen met een verschillende cultuur kunnen anders met visite omgaan. Om vertrouwelijke gesprekken te kunnen voeren is het van belang dat er een eigen kamers zijn met een zitmogelijkheid, voorzien van geluiddichte wanden en een afsluitbare deur. Ook hierbij gaven de respondenten aan dat er verschillen in behoeften zijn op basis van het hebben van een echtgenoot en kinderen en het wel of niet hebben van een psychogeriatrisch ziektebeeld. Wanneer er logees ontvangen worden dient er voldoende ruimte te zijn in het privédomein voor een extra bed of dient er een kamer in de semiopenbare ruimte te zijn die ingericht kan worden gebruikt als logeerkamer. De respondenten gaven aan dat het hebben van een echtgenoot en keinderen en een andere cultuur voor verschillen tussen ouderen kunnen zorgen. Om het mogelijk te maken gelegenheidsfeesten te geven dient er een multifunctionele ruimte te zijn binnen de semiopenbare ruimte die groot genoeg is voor feesten of dient het privédomein groot genoeg te zijn. Ook voor deze behoefte gaven de respondenten aan dat het hebben of niet hebben van een echtgenoot en kinderen en een andere cultuur voor verschillen kunnen ouderen zorgen. De laatste relevante activiteit is de mogelijkheid om gasten iets te drinken aan te bieden. Hierbij geven de respondenten aan dat ouderen gebruik moeten kunnen maken van een keuken binnen het privédomein of het semiopenbare domein. Mensen met een psychogeriatrisch ziektebeeld hebben niet altijd meer de regie om gasten zelf iets aan te bieden, waardoor gebruik kunnen maken van een keuken in de semiopenbare ruimte voldoende is. Mensen zonder psychogeriatrisch ziektebeeld kunnen wel de behoefte hebben aan een eigen keuken binnen het privédomein. Daarnaast werd er aangegeven dat het geslacht een invloed heeft. Vrouwen zijn eerder geneigd gasten iets aan te bieden dan mannen.
88
Tabel 5.10: Direct sociaal contact binnen het privédomein
Behoeften niveau 2 Aspecten of prestaties van gebouwen
Verschillen tussen ouderen
(activiteiten) Controle over type interactie
* Eigen kamer
Geen belangrijke verschillen op basis van de gegeven kenmerken, voor alle ouderen van belang
Visite ontvangen
* Eigen kamer met een zitmogelijkheid voor meerdere personen * Aparte kamer om bezoek te ontvangen en aparte slaapkamer
* PG ziektebeeld, mensen met een geestelijke beperking hebben hier niet altijd de regie nog voor * Kinderen en echtgenoten, sociale contacten willen graag prive een praatje maken * Cultuur, het ontvangen van visite kan verschillen per cultuur
Vertrouwelijke gesprekken voeren
* Zitmogelijkheid * Eigen kamer * Geluiddichte wanden * Afsluitbare deuren
* PG ziektebeeld, mensen met een geestelijke beperking hebben hier niet altijd de regie nog voor * Kinderen en echtgenoten, sociale contacten willen graag prive een praatje maken
Logees ontvangen
* Voldoende ruimte voor extra bed in privedomein * Kamer die is in te richten als logeerkamer * Eigen Kamer
* Cultuur, de afstand en de gewoonte om te blijven slapen is van belang * Echtgenoot en kinderen, vooral de afstand is van belang
Gelegenheidsfeesten geven
* Eigen kamer die groot genoeg is * Multifunctionele ruimte in de semiopenbare ruimte
* Cultuur, bepaalde culturen hebben meer behoefte aan samen zijn en aan gelegenheidsfeesten * Het hebben van kinderen en een echtgenoot of echtgenote heeft een invloed op het houden van gelegenheidsfeesten
Gasten iets te eten of te drinken aanbieden
* Gebruik kunnen maken van een keuken
* PG ziektebeeld, mensen hebben niet altijd voldoende regie hiervoor * Geslacht, vrouwen zijn eerder geneigd hun gasten te verzorgen dan mannen
Naast de behoefte aan direct sociaal contact binnen het privédomein is ook de behoefte aan direct sociaal contact in de semiopenbare ruimte (tabel 5.11) onderzocht. De onderzochte activiteiten zijn het deelnemen aan groepsactiviteiten, zelf activiteiten organiseren en (nieuwe) contacten ontmoeten. Voor het deelnemen aan groepsactiviteiten is het van belang dat er een multifunctionele ruimte aanwezig is die groot genoeg is voor meerdere activiteiten en die centraal gelegen is ten opzichte van de verblijfsruimten. Daarnaast heeft deze ruimte bij voorkeur een huiselijke inrichting. Er werd aangegeven dat verschillen tussen ouderen ontstaan afhankelijk van de hoeveelheid regie een persoon nog heeft (PG ziektebeeld) en dat mannen en vrouwen aan andere activiteiten willen deelnemen. Voor het zelf organiseren van activiteiten is het ook van belang dat er een multifunctionele ruimte aanwezig is die centraal gelegen is. Ook wordt hierbij de aanwezigheid van een opslagruimte genoemd. Volgens respondenten is het ook hierbij van belang in welke mate personen nog de regie hebben om zelf activiteiten te organiseren (PG ziektebeeld). Daarnaast werd aangegeven dat de hoogte van de opleiding en de hoogte van het inkomen van belang konden zijn, omdat personen met een hogere functie vaak gewend zijn meer initiatief te nemen vanuit hun leven. Voor het ontmoeten van (nieuwe) contacten dient er een ontmoetingsruimte te zijn in de semiopenbare ruimte. Dit kan bijvoorbeeld een brasserie, restaurant of een loungeruimte zijn. Verder is het van belang dat deze ruimten rolstoeltoegankelijk zijn, dat deze op een centrale 89
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
plek gevestigd zijn en dat er een mogelijkheid is om buiten te zitten. Bij deze activiteit speelt naast het psychogeriatrisch ziektebeeld, de hoogte van de opleiding en het inkomen ook het aantal sociale contacten volgens de respondenten een rol bij de verschillen tussen ouderen. Tabel 5.11 : Direct sociaal contact binnen de semiopenbare ruimte van het woonzorgvastgoed
Behoeften niveau 2 Aspecten of prestaties van gebouwen
Verschillen tussen ouderen
(activiteiten) Deelnemen aan groepsactiviteiten
* Gezamenlijke multifunctionele ruimte * Centraal gelegen in het gebouw * Ruimte groot genoeg voor meerdere activiteiten * Huiselijke inrichting
* PG ziektebeeld, hoeveel regie heeft een persoon nog * Geslacht, mannen willen andere activiteiten doen dan vrouwen
Zelf activiteiten organi- * Gezamenlijke multifunctionele ruimte seren * Centraal gelegen in het gebouw * Opslagruimte
*PG ziektebeeld, hoeveel regie heeft een persoon nog * Opleiding en inkomen, hoeveel initiatief heeft een persoon in het leven genomen
(Nieuwe) contacten ontmoeten
*PG Ziektebeeld, hoeveel regie heeft een persoon nog * Opleiding, mensen willen graag mensen van hetzelfde opleidingsniveau spreken * Echtgenoot en kinderen, de hoveelheid sociale contacten zorgt voor meer ontmoetingen
* Ontmoetingsruimte * Brasserie * Restaurant * Loungeruimte * Centrale plek * Toegankelijk voor rolstoel * Mogelijkheid om buiten te kunnen zitten
Voor de behoefte aan direct sociaal contact in de omgeving van het woonzorgvastgoed (tabel 5.12) is het van belang dat alle ouderen mee naar buiten moeten kunnen met visite en dat de openbare voorzieningen in de directe omgeving bezocht kunnen worden. Om het mogelijk te maken mee naar buiten te kunnen met visite dient de omgeving rolstoeltoegankelijk te zijn, dienen er tuinen aanwezig te zijn en is er bij voorkeur een levendige (somatisch ziektebeeld) of een bosrijke omgeving (psychogeriatrisch ziektebeeld). Zo hebben mensen met een psychogeriatrisch ziektebeeld volgens enkele respondenten meer behoefte aan een rustgevend uitzicht in de vorm van een tuin en mensen met een somatisch ziektebeeld meer behoefte aan een levendig uitzicht dat niet altijd hetzelfde is. Naast de invloed van het ziektebeeld gaven de respondenten aan dat het hebben van een echtgenoot en kinderen een positieve invloed heeft op de behoefte om mee naar buiten te kunnen. Ook voor het bezoeken van openbare voorzieningen in de directe omgeving dient de omgeving rollator- en rolstoeltoegankelijk te zijn. Daarnaast is het van belang dat de parkeerplaats dichtbij en rolstoeltoegankelijk is. Bij voorkeur is er een winkelcentrum en een park in de directe omgeving. Deze voorzieningen dienen ook geheel rolstoeltoegankelijk te zijn. Door verschillende respondenten werd aangegeven dat de aanwezigheid van een winkelcentrum meerdere voordelen heeft. Zo krijgen de ouderen meer bezoek door de mogelijkheid van bezoekers om een bezoek aan het verpleeghuis te kunnen combineren met een bezoek aan het winkelcentrum. Belangrijke verschillen tussen ouderen ontstaan door het verschil tussen een psychogeriatrisch ziektebeeld, omdat de regie er dan vaak niet meer is om deze voorzieningen te bezoeken, en een somatisch ziektebeeld, omdat de omgeving en de voorzieningen aangepast moeten zijn op lichamelijke beperkingen.
90
Tabel 5.12: Direct sociaal contact in de omgeving van het woonzorgvastgoed
Behoeften niveau 2 Aspecten of prestaties van gebouwen
Verschillen tussen ouderen
(activiteiten) Mee naar buiten kun- * Rolstoeltoegankelijke omgeving nen met visite * Tuinen (evt voor PG veilig en afsluitbaar) * Bosrijke omgeving (PG) * Levendige omgeving (SOM)
* PG ziektebeeld, mensen hebben niet meer de regie om alleen buiten het woonzorgvastgoed te gaan * SOM ziektebeeld, voor een lichamelijke beperking moet de ruimte aangepast zijn * Kinderen en/of echtgenoot, vaak willen ouderen met sociale contacten naar buiten
Bezoeken van openba- * Omgeving rollator en rolstoelvriendelijk re voorzieningen in de * Parkeerplaats dichtbij en rolstoeltoegankelijk directe omgeving * Winkelcentrum en park in de directe omgeving
* PG ziektebeeld, mensen hebben niet meer de regie om alleen buiten het woonzorgvastgoed te gaan * SOM ziektebeeld, voor een lichamelijke beperking moet de ruimte aangepast zijn
De behoefte aan privacy (tabel 5.13) is onderzocht door middel van de activiteiten jezelf kunnen afzonderen, jezelf kunnen afzonderen met visite en persoonlijke bezittingen opbergen. Respondenten gaven aan het moeilijk te vinden om de behoefte aan privacy te koppelen aan aspecten van de gebouwde omgeving en aan kenmerken van ouderen. Bij voorkeur hebben ouderen om zichzelf te kunnen afzonderen een eigen kamer met een zitmogelijkheid. Deze kamer dient te zijn voorzien van een afsluitbare deur en afsluitbare ramen. Daarnaast kan er een stilteruimte gerealiseerd worden binnen de semiopenbare ruimte en dienen er meerdere zitmogelijkheden in de gemeenschappelijke ruimten aanwezig te zijn. De respondenten gaven aan dat mensen met een psychogeriatrisch ziektebeeld over het algemeen minder behoefte hebben om zich terug te trekken. Wanneer personen zich met visite willen terugtrekken dient er een eigen kamer aanwezig te zijn met een zitmogelijkheid voor meerdere personen. Een andere mogelijkheid is een familiekamer in de semiopenbare ruimte waar dit mogelijk is. Ook hierbij is een psychogeriatrisch ziektebeeld van belang en is het hebben van kinderen en een echtgenoot van belang voor verschillen tussen ouderen. Wanneer een persoon meer contacten heeft is er meer behoefte aan zich terugtrekken met visite, De laatste activiteit met betrekking tot privacy is het opbergen van persoonlijke bezittingen. Het is van belang dat er in het privédomein voldoende ruimte is voor een grote kast, welke af te sluiten is. Op dit moment is er vaak te weinig plek voor bijvoorbeeld zomer- en winterkleren. Daarnaast wordt er door verschillende respondenten aangegeven dat er behoefte is aan kluizen of een extra ruimte waar kluizen gehuurd zouden kunnen worden om belangrijke persoonlijke bezittingen veilig op te kunnen bergen. Er zijn geen belangrijke verschillen met betrekking tot het opbergen van persoonlijke bezittingen.
91
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
Tabel 5.13: Privacy
Behoeften niveau 2 Aspecten of prestaties van gebouwen
Verschillen tussen ouderen
(activiteiten) Jezelf kunnen afzon- * Eigen kamer deren * Zitmogelijkheid op eigen kamer * Afsluitbare deur * Afsluitbare ramen in de semiopenbare ruimte en in het privedomein * Stilte ruimte in de semiopenbare ruimte * Verschillende zitmogelijkheden in de semiopenbare ruimten
* PG ziektebeeld, mensen met een geestelijk ziektebeeld hebben minder behoefte zichzelf te kunnen afzonderen
Jezelf kunnen afzonde- * Eigen kamer ren met visite * Zitmogelijkheid voor meerdere personen op de eigen kamer * Afsluitbare deur in het privedomein * Nisjes in de semiopenbare ruimte * Familiekamer in de semiopenbare ruimte
* PG ziektebeeld, mensen met een geestelijk ziektebeeld hebben minder behoefte zichzelf te kunnen afzonderen * Echtgenoot en kinderen, sociale contacten hebben vaak wel de wens zich af te zonderen
Persoonlijke bezittin- * Mogelijkheid voor een kast in het privédomein gen opbergen * Afsluitbare kast in het privédomein * Ruimte voor eigen kast in het privédomein * Mogelijkheid voor een kluis in het privédomein * Extra ruimte waar kluizen gehuurd kunnen worden in de semiopenbare ruimte
Geen belangrijke verschillen op basis van de gegeven kenmerken, voor alle ouderen van belang
De laatste onderzochte sociale behoefte is de behoefte aan sociale ondersteuning (tabel 5.14) waarvoor activiteiten met betrekking tot het geloof of de overtuiging uitvoeren onderzocht is. Voor het uitvoeren van activiteiten met betrekking tot het geloof of de overtuiging dient er een ruimte of een hoekje in de semiopenbare ruimte ingericht te worden voor geloofsactiviteiten. Hiervoor kan ook een stilteruimte of een multifunctionele ruimte voor bijvoorbeeld kerkdiensten of iets dergelijks gebruikt worden. Het belangrijkste verschil met betrekking tot deze activiteit is een andere cultuur of een ander geloof van ouderen. Tabel 5.14: Sociale ondersteuning
Behoeften niveau 2 Aspecten of prestaties van gebouwen
Verschillen tussen ouderen
(activiteiten) Activiteiten met betrekking tot het geloof of de overtuiging uitvoeren
* Ruimte of hoekje inrichten voor geloofsactiviteiten * Stilteruimte * Multifunctionele ruimte voor bijvoorbeeld kerkdiensten of geloofsactviteiten
* Cultuur, een overtuiging of een geloof kunnen verschillen
5.2.3. Psychologische behoeften en de bijbehorende gewenste aspecten Het derde cluster dat besproken wordt is het psychologische cluster. De respondenten gaven aan het lastig te vinden om gewenste aspecten van de gebouwde omgeving te koppelen aan de activiteiten die horen bij de psychologische behoeften. De activiteiten en de bijbehorende aspecten van gebouwen en verschillen tussen ouderen worden besproken aan de hand van de tabellen 5.15 tot en met 5.22 De eerste onderzochte behoefte betreft de behoefde aan zich veilig voelen in het privédomein (tabel 5.15). Hierbij horen sociale controle, kunnen waarschuwen van anderen, inkijk in de woning voorkomen, zien wie er voor de deur staat, eigen spullen om je heen hebben en kunnen afsluiten van het privédomein. Met betrekking tot de sociale controle zijn de ruimtes bij voorkeur klein en overzichtelijk, bevindt het plafond zich op een normale hoogte (rond de 2,5 - 3 meter), zijn er geen vides, zijn er 92
ramen met zicht naar buiten, zijn er vensterbanken en is er een afsluitbare voordeur. Enkele respondenten gaven aan dat een combinatie van de hoogte van het inkomen, de opleiding en de cultuur een invloed hebben op de sociale controle. Wanneer mensen met een vergelijkbare achtergrond bij elkaar wonen zijn ze eerder geneigd energie te steken in sociale controle. Dit werd echter niet door alle respondenten bevestigd. Het hebben van een psychogeriatrisch ziektebeeld (de mate van regie) heeft een negatief effect op sociale controle doordat de regie van mensen voor een deel verdwijnt. Voor de activiteit kunnen waarschuwen van anderen gaven nagenoeg alle respondenten aan dat er een bel/oproepsystem aanwezig dient te zijn. Vanwege het feit dat elke oudere in deze context een 24-uurs zorgindicatie heeft zijn er hier geen verschillen tussen ouderen naar voren gekomen. Zorgbehoevende ouderen hebben de behoefte om inkijk in hun woning te kunnen voorkomen. Hiervoor dient er in het privédomein een mogelijkheid te zijn om gordijnen of vitrage op te hangen, dienen er rolluiken aanwezig te zijn en dient er bedienbare zonwering aanwezig te zijn. Daarnaast is het van belang dat het privédomein zo is gesitueerd dat inkijk vanaf buiten geminimaliseerd wordt en dient de woning niet direct aan de straat te liggen. Als laatste werd er ook door enkele respondenten aangegeven dat zonwerende folies vermeden dienen te worden. Door het andere (vooral minder) licht dat naar binnen komt door deze folies lijkt het voor de ouderen alsof het altijd somber weer is wat een negatieve invloed kan hebben op hun mentale gesteldheid. Verder werd er door de respondenten aangegeven dat er geen verschillen tussen ouderen zijn op basis van de gegeven kenmerken. De vierde activiteit binnen deze behoefte is zien wie er voor de deur staat. Hierbij werd door nagenoeg alle respondenten aangegeven dat er een intercom- of belsysteem bij de voordeur aanwezig dient te zijn. Ook een oogje in de deur op zit- en stahoogte en het kunnen openen van de deur op afstand werd door nagenoeg alle respondenten als gewenst aspect aangegeven. Als laatste werd door enkele respondenten aangehaald dat een raam bij de voordeur een gewenst aspect is van het privédomein. Wat betreft de verschillen tussen ouderen werd er over het algemeen aangegeven dat alle ouderen behoefte hebben aan het zien wie er voor de deur staat. Wel werd er door enkele respondenten aangegeven dat mensen met een psychogeriatrisch ziektebeeld niet altijd meer begrijpen hoe bijvoorbeeld een intercomsysteem werkt. Wanneer zorgbehoevende ouderen hun eigen spullen om zich heen hebben in het privédomein heeft dit een positieve invloed op het gevoel van veiligheid. Hiervoor dienen de ouderen een eigen kamer te hebben, dient er voldoende ruimte te zijn voor eigen inrichting en dient er een bepaalde mate van flexibiliteit in de stoffering van de ruimte aangebracht te worden zodat ouderen bij het intrekken in de woning een keuze kunnen maken uit verschillende stofferingen. Verder werd er door de respondenten aangegeven dat alle ouderen behoefte hebben aan eigen spullen om zich heen. De laatste activiteit met betrekking tot de behoefte aan het zich veilig voelen binnen het privédomein is het kunnen afsluiten van het privédomein. Hiervoor dient er een slot in de voordeur aanwezig te zijn en dient dit slot bij voorkeur boven de deurknop gesitueerd te zijn, zodat dit beter zichtbaar is voor de bewoners. Als laatste is het van belang dat het verzorgend personeel een loper heeft en bij noodsituaties altijd binnen kan komen. Ook hier wordt door nagenoeg alle respondenten aangegeven dat het ziektebeeld voor verschillen zorgt. Voor mensen met een somatische aandoening is het van belang dat ze hun domein te allen tijde kunnen afsluiten maar bij mensen met een psychogeriatrische aandoening kan het zijn dat ze de regie niet meer hebben om hier zelf besluiten over te nemen. Hier zal per persoon een besluit in genomen dienen te worden. 93
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
Tabel 5.15: Veilig voelen in het privédomein
Behoeften niveau 2 Aspecten of prestaties van gebouwen
Verschillen tussen ouderen
(activiteiten) Sociale controle
* Kleine overzichtlijke ruimten * Normale hoogten plafond * Geen vides * Raam naar buiten dat open te maken is * Vensterbank * Afsluitbare voordeur
* PG ziektebeeld, hoeveel regie hebben de mensen nog
Kunnen waarschuwen van anderen
* Bel/alarmsysteem
Geen belangrijke verschillen op basis van de gegeven kenmerken, voor alle ouderen van belang
inkijk in de woning voorkomen
* Gordijnen * Zonwering * Rolluik * Vitrage * Woning niet direct aan de straat gelegen * Woning zo gesitueerd dat inkijk geminimaliseerd wordt * Geen gebruik van folie
Geen belangrijke verschillen op basis van de gegeven kenmerken, voor alle ouderen van belang
Zien wie er voor de deur staat
* Intercom/belsysteem bij voordeur * Raam bij de voordeur * Oogje in de deur op zit en stahoogte * Deur kunnen openen van afstand
Geen belangrijke verschillen op basis van de gegeven kenmerken, voor alle ouderen van belang
Eigen spullen om je heen hebben
* Eenpersoonskamer * Voldoende ruimte voor eigen inrichting * Flexibiliteit in bijvoorbeeld verlichting en vloeren zodat er een keuze is voor de (nieuwe) bewoners
Geen belangrijke verschillen op basis van de gegeven kenmerken, voor alle ouderen van belang
Kunnen afsluiten van het privedomein
* Slot op deur van privedomein * Loper voor verzorgend personeel
* PG ziektebeeld, hebben mensen nog voldoende regie om een deur op slot te hebben
De tweede onderzochte behoefte is de behoefte aan zich veilig voelen in de semiopenbare ruimte van het woonzorgvastgoed (tabel 5.16). De onderzochte activiteiten hierbij zijn de kans op vreemde bezoekers en personeel verkleinen, verzorgenden kunnen zien en herkennen en verwarde mensen vermijden. Om de kans op vreemde bezoekers en personeel te verkleinen dient er een entreehal aanwezig te zijn voordat de bezoekers of het personeel in de gezamenlijke woonkamer komen. Daarnaast is het mogelijk dat er een aparte ruimte wordt ingericht voor het ontvangen van bezoek. Als laatste is het wenselijk dat er vanaf de entree van het woonzorgvastgoed een rechtstreekse weg mogelijk is naar het privédomein zonder door gezamenlijke verblijfsruimten te moeten. Enkele respondenten gaven aan dat dit voor alle ouderen van belang is en enkele respondenten gaven aan dat deze activiteit relevanter is voor mensen met een psychogeriatrisch ziektebeeld. Deze mensen worden onrustig van onbekende mensen in de gezamenlijke woonkamer. Nagenoeg alle respondenten gaven aan dat badges en een vast team nodig zijn voor ouderen om verzorgenden te kunnen zien en herkennen. Er werd door één respondent aangegeven dat een bord aan de muur met daarop foto’s van de op dat moment aanwezig zijnde verzorgenden duidelijkheid kon geven aan de ouderen. Er werden geen verschillen genoemd tussen ouderen op basis van de gegeven kenmerken. De laatste onderzochte activiteit binnen deze behoefte is het vermijden van verwarde bewoners. Er waren weinig respondenten die hier gewenste aspecten van de omgeving hebben ingevuld. De gewenste aspecten van de gebouwde omgeving die naar voren zijn gekomen zijn dat afdelingen afgesloten moeten kunnen worden en de eigen ruimtes afgesloten moeten kunnen te worden. Bij de verschillen tussen mensen kwam naar voren dat het afsluiten van afdelingen alleen voor mensen met een psychogeriatrische indicatie van toepassing is, omdat deze mensen de regie niet meer hebben om voor zichzelf te zorgen. 94
Tabel 5.16: Veilig voelen in de semiopenbare ruimte
Behoeften niveau 2 Aspecten of prestaties van gebouwen
Verschillen tussen ouderen
(activiteiten) Kans op vreemde bezoekers verkleinen
* Entreehal voor de woonkamer * Aparte ruimten voor ontvangst bezoek * Nisjes in semioenbare ruimten met zitjes
* PG ziektebeeld, mensen met een geestelijke beperking worden onrustig wanneer er veel onbekenden over de vloer komen (gezamenlijke woonkamer)
Verzorgenden kunnen zien en herkennen
* Badges * Aan de muur een bord met foto's wie er aan het werk is
Geen belangrijke verschillen op basis van de gegeven kenmerken, voor alle ouderen van belang
Verwarde bewoners vermijden
* PG ruimtes afsluiten * Eigen afsluitbaar domein
* PG Ziektebeeld, mensen met een geestelijke beperking hebben begeleiding nodig
Binnen de behoefte aan het vermijden van stress (tabel 5.17) zijn de activiteiten zittend naar buiten kijken, staand naar buiten kijken, gemakkelijk de wc kunnen vinden, geluidsoverlast beperken en irrelevante prikkels vermijden onderzocht. Nagenoeg alle respondenten gaven hierin dezelfde informatie. Om zittend naar buiten te kunnen kijken dienen ramen tot beneden te gaan. Zo kunnen ook bedlegerige bewoners naar buiten kijken. Daarnaast dienen er voldoende ramen aanwezig te zijn en is er bij voorkeur uitzicht op een tuin. Een ander ziektebeeld is hierbij het belangrijkste verschil tussen ouderen. Een lichamelijke beperking zorgt ervoor dat mensen in een rolstoel of elektrische rolstoel zitten of bedlegerig zijn. Voor het staand naar buiten kijken dienen de ramen voldoende hoogte te hebben. Daarnaast is het voor steun (veiligheid) en herkenbaarheid van belang dat er vensterbanken aanwezig zijn bij de ramen en dienen er voldoende ramen aanwezig te zijn. Vanzelfsprekend werd hierbij ook aangegeven dat er verschillen ontstaan op basis van het somatisch ziektebeeld. De derde activiteit is het gemakkelijk de wc kunnen vinden. Hierbij wordt door nagenoeg alle respondenten aangegeven dat de deuren van sanitaire ruimten voorzien moeten zijn van symbolen of pictogrammen. Ook is het mogelijk om alle deuren van sanitaire ruimten een bepaalde kleur of uitstraling te geven, zodat ze direct herkenbaar zijn. Daarnaast dient er een wc dichtbij alle verblijfsruimten aanwezig te zijn en dienen sanitaire ruimten zonder extra obstakels bereikt te kunnen worden. Respondenten gaven aan dat vooral mensen met een psychogeriatrisch ziektebeeld moeite kunnen hebben met het vinden van de wc. Stress wordt vermeden door middel van het beperken van de geluidsoverlast. Hiervoor dienen er geluiddichte wanden te zijn, dienen deuren automatisch te sluiten zonder te slaan, dienen de vloeren zo te zijn uitgevoerd zodat lopen geen geluid maakt en dient het geluid van apparatuur minimaal te zijn. Verder is het van belang dat er een bepaalde mate van regelbaarheid is. Deuren en ramen moeten open kunnen staan, maar moeten wanneer nodig gesloten kunnen worden. Er werd door de respondenten aangegeven dat er geen verschillen zijn tussen ouderen. De laatste onderzochte activiteit voor het vermijden van stress is het vermijden van irrelevante prikkels. Hiervoor is het van belang dat de buitenmuren geluiddicht zijn en dat de woonkamer bij voorkeur aan een tuin grenst. Ook hierbij is het van belang dat het afsluiten van de ruimten regelbaar is door middel van het kunnen openen en sluiten van ramen en deuren. Er werd door verschillende respondenten aangegeven dat ouderen meet een psychogeriatrisch ziektebeeld 95
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
meer stress ervaren door irrelevante prikkels dan mensen die geen psychogeriatrisch ziektebeeld hebben. Tabel 5.17: Het vermijden van stress
Behoeften niveau 2 Aspecten of prestaties van gebouwen
Verschillen tussen ouderen
(activiteiten) Zittend naar buiten kijken
* Ramen die tot beneden gaan zodat ook bedlegerige clienten naar buiten kunnen kijken * Voldoende ramen * Uitzicht op tuinen
* SOM Ziektebeeld, zit een persoon in een rolstoel of is deze bedlegerig
Staand naar buiten kijken
* Voldoende ramen * Ramen voldoende hoogte
* SOM Ziektebeeld, mensen die niet meer kunnen lopen kunnen deze activiteit niet uitvoeren
Gemakkelijk de wc kunnen vinden
* Deur voorzien van symbolen of pictogrammen * Sanitaire ruimten met gekleurde deur aangeven * Dichtbij verblijfsruimten * Sanitaire ruimten zonder extra obstakels bereiken"
* PG ziektebeeld, mensen met een geestelijke beperking kunnen vaak niet gemakkelijk bepaalde ruimten vinden
Geluidsoverlast beperken
* Isolatie in wanden * Deuren automatisch laten sluiten (geen slaande deuren) * Vloeren waarbij lopen geen geluid maakt * Volume van apparatuur minimaal * Ramen kunnen openen en sluiten
Geen belangrijke verschillen op basis van de gegeven kenmerken, voor alle ouderen van belang
Irrelevante prikkels vermijden
* Voldoende Isolatie in buitenmuren zodat prikkels van buitenaf (Verkeer) vermeden worden * Woonkamer aan tuin * Ramen kunnen openen en sluiten
* PG ziektebeeld, mensen met een geestelijke beperking kunnen minder snel relevante van irrelevante prikkels scheiden waardoor te veel onrust kan ontstaan
De derde behoefte binnen het psychologische cluster is de behoefte aan zelfexpressie (tabel 5.18). Binnen deze behoefte zijn de activiteiten inrichten van het privédomein, aankleden van het privédomein met grote en met kleine spullen, de indeling kunnen aanpassen en de eigen identiteit met het privédomein kunnen uitstralen van belang. Alle respondenten gaven aan dat voor het inrichten van het privédomein alle bewoners een eigen kamer nodig hedden. Daarnaast werd er door een aantal respondenten aangegeven dat deze eigen ruimte groot genoeg moet zijn om verschillende mogelijkheden te hebben voor een inrichting. Door een respondent werd aangegeven dat een grootte van 15 m2 minimaal was. Nagenoeg alle respondenten gaven aan dat er grote verschillen tussen mensen kunnen zijn met betrekking tot het inrichten van het privédomein, maar dat het voor alle ouderen van belang is. De verschillen kunnen vooral gebaseerd worden op verschillen in cultuur, het hebben van kinderen of een echtgenoot en een verschil in leeftijd. Voor het aankleden van het privédomein met grote spullen is het volgens nagenoeg alle respondenten ook van belang dat de cliënt een eigen kamer heeft, dat er voldoende ruimte is om een kast neer te zetten en dat er voldoende ruimte is om eigen meubels neer te zetten. De verschillen tussen ouderen kunnen op dezelfde manier uitgelegd worden als bij het inrichten van het privédomein. De ruimte dient groot genoeg te zijn om de indeling (welke meubels waar staan) van het privédomein aan te kunnen passen. Een respondent geeft aan dat een minimale oppervlakte van de woon/slaapkamer hiervoor 18 m2 is. Daarnaast dient de ruimte een rechthoekige of vierkante vorm te hebben. Wanneer dit niet het geval is wordt het anders indelen van de ruimte moeilijk. De respondenten gaven aan dat de verschillen wederom hetzelfde uitgelegd kunnen worden als bij het inrichten van het privédomein.
96
Het laatste doel binnen de behoefte aan zelfexpressie is dat zorgbehoevende ouderen de eigen identiteit met het privédomein willen uitstralen. Hierbij wordt door respondenten aangegeven dat er een straatbeeld gecreëerd dient te worden. Hierbij dient elk privédomein een huisnummer te krijgen, is er bij voorkeur een raam met een vensterbank naast de voordeur waar iets van bewoners neergezet kan worden en is er voldoende ruimte op de gang om bijvoorbeeld een plant bij de voordeur neer te zetten. Daarnaast wordt door enkele respondenten aangegeven dat er een nisje in de muur naast de voordeur aangebracht kan worden waar persoonlijke (herkenbare) spullen in neergezet kunnen worden. In de vragenlijsten werd aangegeven dat voor mensen met een psychogeriatrisch ziektebeeld herkenbaarheid in de woonomgeving extra van belang is met betrekking tot het vermijden van stress. Daarnaast werden wederom dezelfde kenmerken als bij het inrichten van het privédomein gegeven. Tabel 5.18: Zelfexpressie, personificatie
Behoeften niveau 2 Aspecten of prestaties van gebouwen
Verschillen tussen ouderen
(activiteiten) Inrichten van het privé- * Eigen kamer domein * Kamer moet groot genoeg zijn Aankleden van het pri- * Eigen kamer védomein met grote * Voldoende ruimte voor een kast spullen * Voldoende ruimte voor meubels
* Cultuur, verschillende wensen met betrekking tot de inrichting * Echtgenoot en kinderen, vaak richten de sociale contacten het privédomein in * Leeftijd, verschillende generaties hebben verschillende wensen
Aankleden van het pri- * Voldoende ruimte om zaken als foto's op te hangen of védomein met kleine neer te zetten in privédomein spullen * Mogelijkheden om de badkamer te voorzien van eigen spullen Indeling van het privé- * Voldoende ruimte om meubels anders neer te kunnen domein kunnen aan- zijn (minimaal 18m2) passen * Vierkante/ rechthoekige vorm van de ruimte Eigen identiteit met het * Nisje aan de buitenkant van het privedemein in de privédomein uitstralen muur * huisnummer * Raam met vensterbank naast de voordeur * Brede gangen zodat ruimte ontstaat voor bijvoorbeeld een plant bij de voordeur
* PG ziektebeeld, mensen met een geestelijke beperking hebben een extra behoefte aan herkenning * Cultuur, verschillende wensen met betrekking tot de inrichting * Echtgenoot en kinderen, vaak richten de sociale contacten het privédomein in * Leeftijd, verschillende generaties hebben verschillende wensen
Voor de behoefte aan zelfontplooiing (tabel 5.19) zijn de activiteiten hobby uitoefenen, lid worden van een vereniging en kennis en ervaring delen onderzocht. De behoefte aan zelfontplooiing werd door de respondenten als erg complexe behoefte gezien en een aantal respondenten hebben hierbij geen aspecten van de gebouwde omgeving kunnen opschrijven. Om een hobby te kunnen uitoefenen is het volgens respondenten van belang dat er een multifunctionele ruimte aanwezig is in het gebouw die voldoende ruimte biedt. Daarnaast dient er een tafel met een stoel aanwezig te zijn in deze ruimte en dient er een tafel aanwezig te zijn in het privédomein wanneer de hobby hier wordt uitgevoerd. Enkele respondenten gaven aan dat er ook gekozen kan worden voor diverse centraal te reserveren ruimten. De verschillen tussen ouderen zijn vooral gebaseerd op het ziektebeeld, de opleiding, het inkomen en het geslacht. Het ziektebeeld is van belang doordat niet alle ouderen nog voldoende regie hebben om een hobby uit te voeren (psychogeriatrisch). De hoogte van de opleiding, de hoogte van het inkomen en het geslacht hebben vooral invloed op welke hobby’s er uitgevoerd worden. Zo hebben mannen over het algemeen andere bezigheden dan vrouwen en kan de opleiding een invloed hebben op welke activiteiten interessant zijn voor mensen.
97
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
Voor het lid worden van verenigingen dient het gebouw een multifunctionele ruimte voor activiteiten te bieden en dient dit een rolstoeltoegankelijke ruimte te zijn. Hierbij geven enkele respondenten aan dat dezelfde kenmerken van belang zijn als bij een hobby uitoefenen. Met betrekking tot de activiteit kennis en ervaring delen gaven de respondenten aan dat er moeilijk gewenste aspecten van de ruimte aan gekoppeld kunnen worden. Enkele respondenten gaven aan dat er in ieder geval een ontmoetingsruimte aanwezig dient te zijn in het gebouw. Met betrekking tot de verschillen tussen ouderen werden hierbij wederom dezelfde verschillen aangehaald. Dit zijn een psychogeriatrisch ziektebeeld, de hoogte van de opleiding en het inkomen en het geslacht. Tabel 5.19: Zelfontplooiing
Behoeften niveau 2 Aspecten of prestaties van gebouwen
Verschillen tussen ouderen
(activiteiten) Hobby uitoefenen
* Multifunctionele ruimte in de semiopenbare ruimte voor activiteiten * Diverse centraal te reserveren ruimten in de semiopenbare ruimte * Voldoende ruimte in een gezamenlijke woonkamer * Ruimte voor een tafel in het privedomein
* PG Ziektebeeld, heeft een persoon nog de regie om een hobby uit te oefenen * Opleiding en inkomen, de hoogte heeft een invloed op welke hobby’s mensen hebben * Geslacht mannen hebben andere hobby’s dan vrouwen
Lid worden van een * Multifunctionele ruimte voor activiteiten in de semiovereniging penbare ruimte * Rolstoeltoegankelijke multifunctionele ruimte
* PG Ziektebeeld, heeft een persoon nog de regie om lid te worden * Opleiding en inkomen, de hoogte heeft een invloed op welke vereniging mensen interessant vinden * Geslacht mannen hebben andere bezigheden dan vrouwen
Kennis delen
* PG Ziektebeeld, heeft een persoon nog de regie kennis en ervaring te delen * Opleiding en inkomen, de hoogte heeft een invloed op welke ervaring en kennis mensen kunnen delen * Geslacht, mannen hebben andere kennis en ervaring
en
ervaring * Ontmoetingsruimte in de semiopenbare ruimte
De behoefte aan autonomie (tabel 5.20) is onderzocht aan de hand van de activiteit besluiten nemen met betrekking tot het gebruik van ruimten. Ook hierbij werd aangeven dat het lastig is om gewenste aspecten van de gebouwde omgeving te koppelen aan de activiteit. Om besluiten te kunnen nemen met betrekking tot ruimten is het in ieder geval van belang dat elke bewoner een eigen kamer en een eigen badkamer heeft. Ook werd door een respondent aangegeven dat er rekening gehouden dient te worden met de eigen kamers van bewoners dat deze in de toekomst eventueel relatief eenvoudig te combineren zijn. Een ander ziektebeeld is volgens de meeste respondenten het belangrijkste verschil. Voor ouderen met een psychogeriatrisch ziektebeeld is het minder belangrijk om een eigen badkamer te hebben dan voor ouderen met alleen een somatisch ziekebeeld. Tabel 5.20: Autonomie
Behoeften niveau 2 Aspecten of prestaties van gebouwen
Verschillen tussen ouderen
(activiteiten) Besluiten nemen met * Eigen kamer betrekking tot het * Eigen badkamer gebruik van ruimten * Flexibele indeling ruimten (mogelijkheid om relatief goedkoop van twee kamers een appartement maken)
98
* PG ziektebeeld, hebben mensen nog de regie om zelf besluiten te nemen
Binnen de behoefte aan erkenning en waardering (tabel 5.21) zijn de activiteiten verzorgen van anderen en vrijwilligerswerk uitvoeren onderzocht. Ook bij de behoefte aan erkenning en waardering gaven nagenoeg alle respondenten aan het lastig te vinden gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed op te schrijven. Een enkele respondent gaf aan dat er overzicht in de woonsituatie nodig is voor de activiteit verzorgen van anderen. Hiermee wordt bedoeld dat wanneer zorgbehoevende ouderen anderen verzorgen dit waarneembaar moet zijn door de aanwezige verzorgenden of verpleegkundigen. Wel gaf deze respondent hierbij aan dat vooral het ziektebeeld verschillen tussen ouderen veroorzaakt. Ouderen met een psychogeriatrisch ziektebeeld hebben vaak de regie niet meer om anderen te verzorgen. Om vrijwilligerswerk uit te kunnen voeren is het van belang dat dit mogelijk wordt gemaakt binnen het woonzorgvastgoed. Zo kan er bijvoorbeeld gedacht worden aan vrijwilligerswerk in de keuken van een restaurant dat aanwezig is in het woonzorgvastgoed. Wanneer zorgbehoevende ouderen hier willen helpen dienen de ruimten zo aangepast te zijn dat dit ook mogelijk is. De respondenten gaven hierbij aan dat vooral een psychogeriatrisch ziektebeeld een beperkende factor is voor het uitvoeren van vrijwilligerswerk. Mensen hebben vaak niet meer de regie om vrijwilligerswerk uit te voeren. Tabel 5.21: Erkenning en waardering
Behoeften niveau 2 Aspecten of prestaties van gebouwen
Verschillen tussen ouderen
(activiteiten) Verzorgen van anderen
* Overzicht in woonsituatie
* PG ziektebeeld, hebben mensen nog de regie om anderen te verzorgen
Vrijwilligerswerk uitvoeren
* Ruimten van bijvoorbeeld restaurant moeten zo ingericht zijn dat ouderen hierin zouden kunnen helpen
* PG ziektebeeld, hebben mensen nog de regie om vrijwilligerswerk uit te voeren
De laatste behoefte binnen het psychologische cluster is de behoefte aan zich te meten of vergelijken met anderen (tabel 5.22). De onderzochte activiteit binnen deze behoefte is de controle hebben over ontmoetingen met anderen. De respondenten gaven aan dat de ouderen een eigen kamer of appartement dienen te hebben om een invloed te kunnen hebben op ontmoetingen. Daarnaast dienen er verschillende zithoekjes in de semiopenbare (woon)ruimtes te zijn zodat ze niet altijd bij dezelfde mensen moeten zitten. Volgens de respondenten was deze activiteit van belang voor alle ouderen. Tabel 5.22: Zich te meten of vergelijken met anderen
Behoeften niveau 2 Aspecten of prestaties van gebouwen
Verschillen tussen ouderen
(activiteiten) Besluiten nemen met * Eigen kamer betrekking tot het * Eigen appartement gebruik van ruimten * Semi-openbare ruimte met meerdere zitmogelijkheden
Geen belangrijke verschillen op basis van de gegeven kenmerken, voor alle ouderen van belang
99
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
5.2.4 Functionele behoeften en de bijbehorende gewenste aspecten Het laatste cluster is het cluster met betrekking tot het kunnen uitvoeren van activiteiten. Dit cluster werd door de respondenten in het algemeen als eenvoudiger ervaren dan het sociale en het psychologische cluster. De gewenste aspecten en de verschillen tussen ouderen zullen worden besproken aan de hand van tabel 5.23 tot en met tabel 5.30. De eerste behoefte binnen het fysiologische cluster (tabel 5.23) betreft de algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL). De onderzochte activiteiten zijn zittend jezelf in een spiegel zien, zithoogte van sanitaire voorzieningen aanpassen en sanitaire voorzieningen gemakkelijk kunnen bereiken. Alle respondenten waren bekend met de ADL en gaven het belang aan van deze behoefte. Voor de activiteit zittend jezelf kunnen zien in een spiegel werd aangegeven dat er een kantelbare spiegel aangebracht dient te worden met omsluitende kaders. Verder is het van belang dat de spiegel (ook wanneer deze gekanteld is) goed schoon te houden is aan de achterkant. Ook werd de optie gegeven om een grote spiegel aan te brengen zodat ouderen ook zittend vanuit een rolstoel zichzelf kunnen zien. Nagenoeg alle respondenten gaven aan dat verschillen tussen ouderen ontstaan door verschillen in het ziektebeeld. Vooral een beperking waardoor mensen in een rolstoel moeten zitten is van belang. De zithoogte van sanitaire voorzieningen dient aanpasbaar te zijn in de woonomgeving van zorgbehoevende ouderen. Hiervoor dient een wc-pot geïnstalleerd te worden die in hoogte flexibel is. Ook kan er gekozen worden voor een verhoogde pot. Daarnaast dient er voldoende ruimte te zijn voor een tillift in sanitaire ruimten, dient er voldoende ruimte te zijn voor de transfer van bijvoorbeeld een rolstoel naar het toilet en heeft een zwevende wc-pot de voorkeur in verband met het makkelijker schoonhouden. Als laatste dient er een alarmbel aanwezig te zijn. De respondenten gaven aan dat de verschillen in het ziektebeeld, en dan met name lichamelijke beperkingen, het belangrijkst zijn. De laatste onderzochte activiteit binnen deze behoefte is het gemakkelijk kunnen bereiken van sanitaire voorzieningen. Hierbij kan gedacht worden aan het rolstoeltoegankelijk zijn van de sanitaire ruimten en het kunnen vinden van de sanitaire ruimten. Voor het toegankelijk zijn van de sanitaire ruimte dient de deur een vrije doorgang te hebben van minimaal 85 centimeter en is er een licht schuivende schuifdeur of een draaideur met voldoende ruimte aanwezig. Daarnaast dient de sanitaire ruimte vanaf elke verblijfsplaats (woonkamer en zit/slaapkamer) in één keer zichtbaar te zijn, dient de ruimte direct toegankelijk te zijn vanuit deze verblijfsruimte en is de ruimte herkenbaar met pictogrammen, kleuren en materialen. Volgens de respondenten is het verschil tussen mensen met een psychogeriatrisch ziektebeeld en een somatisch ziektebeeld van belang. Mensen met een psychogeriatrisch ziektebeeld kunnen moeite hebben met het vinden en gebruiken van de sanitaire ruimten terwijl mensen met een somatisch ziektebeeld hier over het algemeen geen problemen mee hebben.
100
Tabel 5.23: (Hulp met) ADL
Behoeften niveau 2 Aspecten of prestaties van gebouwen
Verschillen tussen ouderen
(activiteiten) Zittend jezelf zien in * Kantelbare spiegel in de sanitaire ruimte icm: een spiegel * Omsluitende kaders * Achterkant goed school te houden
* SOM ziektebeeld, afhankelijk van een lichamelijke beperking
Zithoogte van sanitaire * Flexibele hoogte toiletpot voorzieningen aanpas- * Verhoogde pot sen * Mogelijkheid om een tillift te gebruiken in sanitaire ruimten * Alarmbel in sanitaire ruimten * Zwevend toilet voor schoonmaak * Voldoende ruimte voor transfer rolstoel-toilet
* SOM ziektebeeld, afhankelijk van een lichamelijke beperking
Sanitaire voorzienin- * Rolstoeltoegankelijke doorgang (85 cm vrije doorgang) gen gemakkelijk berei- * Schuifdeur of draaideur (voldoende ruimte) ken * Vanuit verblijfsruimte in één oogopslag zichtbaar * Vanuit verblijfsruimte rechtstreekse toegang * Herkenbaar met pictogrammen * Herkenbaar met kleuren of materialen * Sanitaire ruimte rechtstreeks bereikbaar vanaf het privédomein
* SOM ziektebeeld, afhankelijk van een lichamelijke beperking * PG ziektebeeld, mensen met een geestelijke beperking kunnen vaak niet gemakkelijk bepaalde ruimten vinden
De tweede behoefte betreft de huishoudelijke dagelijkse levensverrichtingen (tabel 5.24). Binnen deze behoefte zijn de activiteiten hulp met boodschappen doen, hoeveelheid licht van buiten aanpassen, feedback ontvangen van apparatuur (visueel en auditief), makkelijk staand bedienen van woononderdelen en installaties, makkelijk zittend bedienen van woononderdelen en installaties, opbergen van bezittingen voor kortere en langere tijd, opbergen van rolstoel of rollator in het privédomein, hulp met koken, hulp met kleding wassen en strijken en het bijhouden van de administratie onderzocht. Met betrekking tot het boodschappen doen en hulp daarbij werd aangegeven dat er een winkelvoorziening in het gebouw of nabij het gebouw aanwezig dient te zien. Daarnaast dient deze winkelvoorziening rolstoeltoegankelijk te zijn. Met betrekking tot de verschillen tussen mensen werd aangegeven dat mensen met een psychogeriatrisch ziektebeeld altijd begeleiding nodig hebben wanneer zij boodschappen willen doen en is het afhankelijk van de somatische beperking of het lichamelijk nog mogelijk is. De hoeveelheid licht van buiten kan aangepast worden door middel van automatische zonwering of zonwering met een knop, gordijnen en vitrage. Deze dient aanwezig te zijn in de semiopenbare ruimte en in het privédomein. Verder werd er opgemerkt dat de hoeveelheid natuurlijk licht een invloed heeft op mensen met een psychogeriatrisch ziektebeeld. Mensen met een geestelijke beperking hebben behoefte aan een duidelijk dag- en nachtritme met behulp van voldoende daglicht. Feedback van apparatuur is belangrijk voor ouderen. Het moet duidelijk zijn dat een handeling goed is uitgevoerd. Hiervoor is het van belang dat het apparaat een geluid geeft (er werd een klik als voorbeeld gegeven) en een lichtsignaal afgeeft bij bijvoorbeeld inschakelen. Door middel van auditieve en visuele signalen worden mensen die (deels) blind of doof zijn door middel van feedback geïnformeerd over de status van het apparaat. Ook geven enkele respondenten aan dat het voor mensen met een psychogeriatrisch ziektebeeld van belang is te weten dat het apparaat werkt. Dit voorkomt onrust en foutief gebruik.
101
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
Voor het makkelijk staand en makkelijk zittend bedienen van woononderdelen en installaties dienen de knoppen zich tussen 0,90 meter en 1,10 meter hoogte te bevinden. Ook is het mogelijk om in hoogte verstelbare knoppen te installeren. Als laatste dienen de knoppen op logische plekken te zitten in relatie met de functie. Met betrekking tot de verschillen tussen mensen zijn zijn deze vooral afhankelijk van lichamelijke beperkingen (somatisch ziektebeeld). Voor het opbergen van bezittingen voor langere tijd dient er een extra ruimte in de semiopenbare ruimte aanwezig te zijn waar bewoners de mogelijkheid krijgen om kluizen te huren. Daarnaast dient er een grote kast aanwezig te zijn in het privédomein en is er bij voorkeur ook binnen het privédomein ruimte voor een (kleine) kluis. De respondenten gaven aan dat deze behoefte voor alle ouderen aanwezig is en dat er geen verschillen zijn op basis van de gegeven kenmerken. Ook voor het opbergen van bezittingen voor kortere tijd dient er een kast aanwezig te zijn in het privédomein. Deze kast is bij voorkeur afsluitbaar. Daarnaast dient er plek te zijn voor een nachtkastje en dient er bergruimte te zijn binnen het privédomein. Ook met betrekking tot deze behoefte gaven de respondenten aan dat er geen verschillen zijn tussen de ouderen op basis van de gegeven kenmerken. De behoefte aan het kunnen opbergen van een rollator of een rolstoel in het privédomein kan worden volbracht door een extra ruim gangetje of halletje bij het binnenkomen van het privédomein. Verder dient deze rollator of rolstoel niet de looproute te hinderen, dient de ruimte dicht bij de voordeur te zijn en dient er een stopcontact aanwezig te zijn op 0,90 meter tot 1,10 meter hoogte om een elektrische rolstoel op te laden. Als laatste dient de rolstoel niet zichtbaar te zijn vanuit de zitmogelijkheid. Deze behoefte is afhankelijk van het somatisch ziektebeeld oftewel het nodig hebben van een rolstoel of rollator. Met betrekking tot hulp met koken gaven een aantal respondenten aan dat er in de semiopenbare ruimte een keukentafel aanwezig moet zijn dicht bij de gezamenlijke keuken waar ook met een rolstoel aan gezeten kan worden. Daarnaast dienen de keukenkastjes van schuifdeuren voorzien te worden, dient er een veilig fornuis aanwezig te zijn en dient er een rolstoeltoegankelijk aanrecht aanwezig te zijn. De respondenten gaven aan dat het afhankelijk is van het ziektebeeld (met name de regie) of de bewoners kunnen helpen met koken. Voor de activiteit hulp met kleding wassen en strijken dient er een rolstoeltoegankelijke wasruimte aanwezig te zijn in de semiopenbare ruimte en dient er bij de keuze voor een appartement een aansluiting voor een wasmachine aanwezig te zijn. Ook voor deze activiteit werd aangegeven dat verschillen ontstaan door het psychogeriatrisch ziektebeeld (de regie die mensen nog hebben). De laatste activiteit is het bijhouden van de administratie. Hiervoor is het van belang dat er een mogelijkheid is voor een tafel of bureau en een stoel in het privédomein en een mogelijkheid om de administratie op te bergen. Het wel of niet hebben van een psychogeriatrisch ziektebeeld is het belangrijkste verschil tussen ouderen.
102
Tabel 5.24: (Hulp met) HDL
Behoeften niveau 2 Aspecten of prestaties van gebouwen
Verschillen tussen ouderen
(activiteiten) Hulp met boodschappen doen
* Winkelvoorziening in gebouw of dichtbij * Rolstoeltoegankelijk
* SOM ziektebeeld, afhankelijk van een lichamelijke beperking en de toegankelijkheid * PG ziektebeeld, hoevel regie hebben mensen nog
Hoeveelheid licht van * Gordijnen buiten aanpassen * Automatische zonwering * Zonwering met knop * Vitrage
* PG ziektebeeld, mensen met en een geestelijke beperking hechten meer waarde aan een goed dag- en nachtritme door middel van voldoende daglicht
Feedback ontvangen * Geluid of klik bij indrukken knop van apparatuur * Lichtsignaal bij indrukken (visueel/auditief)
* PG ziektbeeld, weten dat de knoppen het doen, * SOM ziektebeeld, vooral (deels) blinde en dove mensen
Makkelijk staand be- * Hoogte knoppen op 0.90 - 1,10 meter dienen van installaties * In hoogte verstelbare knoppen en woononderdelen
Geen belangrijke verschillen op basis van de gegeven kenmerken, voor alle ouderen van belang
Makkelijk zittend be- * Hoogte knoppen op 0.90 - 1,10 meter dienen van installaties * Knoppen op logische plekken voor de funcie en woononderdelen * In hoogte verstelbare knoppen
* SOM ziektebeeld, afhankelijk van de lichamelijke beperking
Opbergen van bezittingen voor langere tijd
* Extra ruimte voorzien van verhuurbare kluizen * Grote kast in het privedomein * Kluis in het privedomein
Geen belangrijke verschillen op basis van de gegeven kenmerken, voor alle ouderen van belang
Opbergen van bezittingen voor kortere tijd
* Losse afsluitbare kast in het privedomein * Nachtkastje in het privedomein
Geen belangrijke verschillen op basis van de gegeven kenmerken, voor alle ouderen van belang
Opbergen van rolstoel * Extra ruim halletje/gangetje bij binnenkomst of rollator in het privedomein privédomein * Stopcontact op 0,90 - 1,10 meter in dit halletje * Dicht bij voordeur * Niet in de looproute
* SOM ziektebeeld, afhankelijk van een lichamelijke beperking
Hulp met koken in de * Keukenkastjes met schuifdeuren semiopenbare ruimte * Grote keukentafel die hoog genoeg is om met de rolstoel aan te zitten * Rolstoeltoegankelijk aanrecht
* PG Ziektebeeld, hebben mensen de regie nog om te kunnen helpen
Administratie bijhouden
* Ruimte voor een tafel of bureau en een stoel in het privédomein * Kast om papieren in op te bergen in het privédomein
* PG ziektebeeld, hebben mensen de regie nog om dit zelf te kunnen
Hulp met kleding wassen en strijken
* Wasruimte in de semiopenbare ruimte * rolstoeltoegankelijk
* PG ziektebeeld, hebben mensen de regie nog om dit zelf te kunnen
Zorgbehoevende ouderen zijn vaker minder mobiel, hulp met mobiliteit binnen het woonzorgvastgoed (tabel 5.25) is dan ook van belang. Binnen deze behoefte zijn de activiteiten staand en zittend vanuit een rolstoel deuren gemakkelijk openen en dichtbij de rollator of rolstoel opbergen onderzocht. De activiteiten staand deuren openen en zittend deuren openen zullen samen besproken worden, omdat deze de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed deze activiteiten beide mogelijk moeten maken. De gebouwde omgeving dient te zijn voorzien van automatische deuren met sensoren of met een knop. Deze knop dient op een plek te zitten dat personen direct door de deur kunnen gaan zonder extra bewegingen (bij voorkeur in een hoek aan de muur of op een paaltje voor de deur). Daarnaast dient de knop tussen de 0.90 meter hoogte en de 1,10 meter hoogte te zijn aangebracht en dient er door middel van pictogrammen gecommuniceerd te worden waar de knop voor dient. Ook is het voor mensen die slecht ter been zijn van belang dat de deur op afstand te openen is nadat er bijvoorbeeld wordt aangebeld of aangeklopt. Als laatste kan er voor bepaalde functies of wanneer er weinig ruimte is gekozen worden voor een schuifdeur. Deze schuifdeur dient licht te schuiven. De deurknop dient uitgevoerd te zijn met 103
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
afgeronde hoeken. Nagenoeg alle respondenten geven aan dat het somatisch ziektebeeld hier het belangrijkste kenmerk is wat tot verschillen in de gebouwde omgeving leidt. Het is van belang dat zorgbehoevende ouderen een rollator of rolstoel altijd dichtbij hun verblijfplaats kunnen opbergen. Dit betekent volgens de respondenten dat er voldoende ruimte naast het bed aanwezig moet zijn voor een rolstoel of rollator. Daarnaast geeft een respondent aan dat het van belang is dat in de (gemeenschappelijke) woonkamer uitgegaan wordt van minimaal 9 tot 10 m2 per bewoner om voor iedere bewoner voldoende ruimte te creëren. Ook hierbij wordt door verschillende respondenten aangegeven dat de lichamelijk beperking het belangrijkst is voor verschillen (somatisch ziektebeeld). Tabel 5.25 (Hulp met) mobiliteit binnen het woonzorgvastgoed
Behoeften niveau 2 Aspecten of prestaties van gebouwen
Verschillen tussen ouderen
(activiteiten) Staand deuren gemak- * Afgeronde deurgrepen kelijk openen * Automatische deuren met sensoren * Automatische deuren met knop * Knop op plek dat je direct door de deur kan * Deur bij voorkeur in een hoek (combinatie knop op de muur) * Paaltje met knop voor de deur * Knop met herkenbaar pictogram * Schuifdeuren
Geen belangrijke verschillen op basis van de gegeven kenmerken, voor alle ouderen van belang
Zittend vanuit een rol- * Afgeronde deurgrepen stoel deuren gemakke- * Automatische deuren met sensoren lijk openen * Automatische deuren met knop * Knop op plek dat je rechtstreeks door de deur kan bewegen * Deur bij voorkeur in een hoek (combinatie knop op de muur) * Paaltje met knop voor de deur * Knop met herkenbaar pictogram * Hoogte knop 0.90-1,10 meter * Licht schuivende schuifdeur * Op afstand te bedienen deur (bij aanbellen)
* SOM ziektebeeld, afhankelijk van een lichamelijke beperking
Dichtbij de rollator of * Voldoende ruimte naast het bed rolstoel opbergen * voldoende grote woonkamer (9-10m2 voor gezamenlijke woonkamer) * Gang breed genoeg bij voordeur * Stopcontact
* SOM ziektebeeld, afhankelijk van een lichamelijke beperking hebben mensen een rolstoel of iets dergelijks
Naast hulp met mobiliteit is de hulp met verticale mobiliteit (tabel 5.26) van belang in gebouwen met meerdere verdiepingen. Hierbij is de activiteit wisselen van verdiepingen op een brancard onderzocht. Voor het wisselen van verdiepingen op een brancard of in een bed dient er een lift aanwezig te zijn die groot genoeg is voor een bed of brancard. Daarnaast dient de ruimte voor de lift groot genoeg te zijn om te kunnen draaien met een bed of brancard en dienen de liftdeuren niet te snel te sluiten. Dit is vooral van toepassing voor cliënten die bedlegerig zijn (somatisch ziektebeeld). Tabel 5.26: (Hulp met) verticale mobiliteit binnen het woonzorgvastgoed
Behoeften niveau 2 Aspecten of prestaties van gebouwen
Verschillen tussen ouderen
(activiteiten) Wisselen van verdie- * Lift die groot genoeg is pingen op brancard * Liftdeuren die niet te snel sluiten * Voldoende ruimte om te draaien met een bed/brancard rondom lift
104
* SOM ziektebeeld, Ook bedlegerige bewoners moeten met de lift kunnen
Naar aanleiding van de interviews is de behoefte aan ontspanning binnen het woonzorgvastgoed (tabel 5.27) gedefinieerd. Hierbij zijn de activiteiten tv kijken, lezen, muziek luisteren, fysieke activiteiten als wandelen of fietsen uitvoeren, gezamenlijke activiteiten uitvoeren, zelf georganiseerde activiteiten uitvoeren en roken onderzocht. De activiteit tv kijken dient volgens de respondenten mogelijk te zijn binnen het privédomein en binnen de semiopenbare ruimte. Dit betekent dat er zowel in de (gezamenlijke) woonkamer en in de (zit/)slaapkamer een aansluiting voor een tv aanwezig dient te zijn inclusief stopcontacten. Daarnaast geven de respondenten aan dat er bij de tv plek moet zijn voor een luie stoel, een bank of een rolstoel. Met betrekking tot de verschillen tussen mensen geven de respondenten aan dat er veel verschillen kunnen zijn, met name over welke programma’s er gekeken worden en hoeveel tv er wordt gekeken. Verschillen kunnen ontstaan op basis van een psychogeriatrisch ziektebeeld, geslacht, opleiding en cultuur. Voor de activiteit lezen dient er ruimte te zijn voor een tafel met een stoel, dient er voldoende licht aanwezig te zijn of een extra leeslamp beschikbaar te zijn en is er bij voorkeur een kleine bibliotheek aanwezig. De meeste respondenten gaven aan dat mensen met een psychogeriatrisch ziektebeeld niet meer lezen. Daarnaast is het volgens enkele respondenten afhankelijk van opleiding en cultuur hoeveel behoefte mensen hebben aan de activiteit lezen. Er dient voor de activiteit muziek luisteren plaats te zijn voor een radio of muziekinstallatie inclusief een stopcontact in het privédomein en in de semiopenbare ruimte. Ook geven enkele respondenten aan dat er bij voorkeur geluidsboxen zijn verwerkt in het plafond. Als laatste wordt aangegeven dat er een goede geluidsisolatie aanwezig dient te zijn om overlast voor andere bewoners te voorkomen. De respondenten geven aan dat het voor alle ouderen van belang is om muziek te kunnen luisteren. De verschillen zijn vooral van toepassing op de smaak van de muziek. Dit is echter voor elke persoon anders. Wel kan er een onderscheid gemaakt worden op bijvoorbeeld cultuur en generatie (leeftijd). Het is voor ouderen van belang dat ze fysieke activiteiten blijven uitvoeren. De fysieke activiteiten als wandelen of fietsen binnen de semiopenbare ruimte zijn hiervoor belangrijk. Zo zijn er speciale fietsen voor ouderen ontwikkeld om door de gangen te kunnen fietsen. Om deze activiteiten mogelijk te maken dienen de vloeren een stroeve afwerking te hebben, dienen er ruime gangen te zijn en dient er voldoende loopcircuit te zijn in de semiopenbare ruimte. Een andere mogelijkheid is dat er een fysioruimte of een aangepaste ruimte om fysieke activiteiten uit te voeren wordt gerealiseerd. Een somatisch ziektebeeld en vooral de fysieke mogelijkheid om te bewegen werd aangegeven als belangrijkste kenmerk als basis voor verschillen tussen ouderen. Naast fysieke activiteiten dient het gebouw ook gezamenlijke activiteiten mogelijk te maken. De respondenten gaven aan dat hier een grote multifunctionele ruimte voor nodig is in de semiopenbare ruimte. Daarnaast dienen er (eventueel in deze multifunctionele ruimte) een filmruimte, een snoezelruimte6, een brasserie en een groot voor iedereen toegankelijk restaurant aanwezig te zijn in het gebouw of in de directe omgeving. Volgens de respondenten zit hierbij vooral een verschil tussen een psychogeriatrisch ziektebeeld en een somatisch ziektebeeld. Mensen met een psychogeriatrisch ziektebeeld kunnen vaak niet zelfstandig naar bijvoorbeeld een restaurant, omdat ze hier de regie niet voor hebben.
6: Snoezelen kan volgens het Thesaurus Zorg en Welzijn (2013) als volgt gedefinieerd worden: het aanbieden van aangename zintuiglijke prikkels, zoals geuren, aanraken van zachte materialen, speciale lichteffecten enz. in een aangepaste ruimte; bedoeld voor kinderen en volwassenen met een meervoudige of verstandelijke beperking en ook toegepast bij dementerende ouderen
105
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
Voor het zelf kunnen organiseren van activiteiten dienen er kleinere multifunctionele ruimten aanwezig te zijn in de semiopenbare ruimte. Hiervoor kan een grotere ruimte bijvoorbeeld ingedeeld worden in kleinere ruimten. Volgens de respondenten zijn mensen met een psychogeriatrisch ziektebeeld vaak niet meer in staat om zelf activiteiten te organiseren. Mensen met een somatisch ziektebeeld wel wanneer er hulp geboden wordt. Daarnaast geven enkele respondenten aan dat verschillen in de hoogte van het opleidingsniveau een verschil kan veroorzaken. Mensen met een hogere opleiding zouden eerder geneigd zijn om zelf activiteiten te gaan organiseren dan mensen met een minder hoge opleiding. De laatste onderzochte activiteit met betrekking tot het ontspannen in het woonzorgvastgoed is roken. Hiervoor dienen er rookruimtes aanwezig te zijn dichtbij verblijfsruimten waar voldoende afzuiging aanwezig is er waar geen brandgevaarlijke materialen zijn toegepast. Daarnaast is er bij voorkeur buiten het woonzorgvastgoed een ruimte waar gerookt kan worden. Er zijn op basis van de gegeven kenmerken door de respondenten geen verschillen aangegeven tussen de ouderen. Tabel 5.27: Ontspanning binnen het woonzorgvastgoed
Behoeften niveau 2 Aspecten of prestaties van gebouwen
Verschillen tussen ouderen
(activiteiten)
106
Tv kijken
* Ruimte voor TV in hetprivedomein en in de semiopenbare ruimte * Plek voor (luie) stoel in het privedomein en de semiopenbare ruimte * Plek voor rolstoel in het privedomein en de semiopenbare ruimte * Plek voor bank in de semiopenbare ruimte * TV aansluiting in het privedomein en in de semiopenbare ruimte * Stopcontact voor TV in privedomein en semiopenbare ruimte
* PG ziektebeeld, * Geslacht, mannen kijken andere programma’s * Opleiding, andere programma’s kijken * Cultuur, andere programma’s kijken
Lezen
* Voldoende licht (natuurlijk of extra leeslamp) * Ruimte voor een tafel met stoel in het privedomein en in de semiopenbare ruimte * (Kleine) bibliotheek in de semiopenbare ruimte
* PG ziektebeeld, mensen met een geestleijke beperking lezen niet meer * Opleiding, hoger opgeleiden lezen meer
Muziek luisteren
* Stopcontact * Ruimte voor een muziekinstallatie/radio * Boxen in het plafond * Ruimte voor geluidsapparatuur in privedomein * Goede geluidsisolatie om overlast voor andere bewoners te voorkomen
* Cultuur, verschillende stijlen * Leeftijd, generaties luisteren naar andere muziek
Fysieke activiteiten als wandelen of fietsen uitvoeren in de semiopenbare ruimte
* Stroeve vloeren * Aangepaste ruimte * Ruime gangen * Fysioruimte
* SOM ziektebeeld, afhankelijk van de lichamelijke beperking
Gezamenlijke activi- * Multifunctionele ruimte teiten uitvoeren in de * Filmruimte semiopenbare ruimte * Snoezelruimte6 * Brasserie * Groot restaurant dat voor iedereen toegankelijk is
* PG ziektebeeld, afhankelijk van de mate van regie
Zelf georganiseerde * Multifunctionele ruimte in de semiopenbare ruimte activiteiten uitvoeren
* PG ziektebeeld, afhankelijk van de mate van regie * Opleiding, hoger opgeleiden nemen eerder initiatief
Roken binnen de se- * Rookruimte dichtbij verblijfsruimten in de semiopenmiopenbare ruimte bare ruimte * Goede afzuiging * Geen brandgevaarlijke afwerking * Buitenruimte creeeren
Geen verschillen op basis van de kenmerken
Naast ontspanning binnen het woonzorgvastgoed is ook de behoefte aan ontspanning buiten het woonzorgvastgoed onderzocht (tabel 5.28). De onderzochte activiteiten zijn het gemakkelijk naar buiten kunnen gaan, fysieke activiteiten buiten uitvoeren, zitten, hulp krijgen en aan uitstapjes deelnemen. Zoals al in hoofdstuk 4 naar voren kwam is het belangrijk dat ouderen in het woon- en zorgproces gemakkelijk naar buiten kunnen gaan. Dit vereist een aantal aspecten in de gebouwde omgeving. Allereerst is het van belang dat er vanaf de (gemeenschappelijke) woonkamer of keuken rechtstreeks een deur naar buiten is waardoor bewoners altijd naar buiten kunnen. Deze deur dient breed genoeg te zijn om ook met een bed naar buiten te kunnen en er mag geen dempel aanwezig zijn zodat ook mensen met een rolstoel of rollator relatief eenvoudig naar buiten kunnen. Ook dient de deur door bewoners bedienbaar te zijn (zie de activiteit gemakkelijk deuren openen). Voor de ruimte buiten dienen er stroeve tegels aanwezig te zijn en dient er vanuit de woonkamer een overzicht te zijn over de tuin. Ook dient de gehele tuin rolstoeltoegankelijk te zijn. De respondenten gaven aan dat het belangrijkste verschil wederom het verschil tussen een psychogeriatrisch- en een somatisch ziektebeeld is. Ouderen met een psychogeriatrisch ziektebeeld kunnen alleen onder bepaalde voorwaarden zonder begeleiding naar buiten. Zo dient de tuin afgesloten te zijn, veilig te zijn (planten en dergelijke) en dienen de verzorgenden altijd het overzicht over de bewoners te kunnen hebben. Voor ouderen met een somatisch ziektebeeld hoeft de tuin niet afgesloten te zijn. De buitenruimte rondom het woonzorgvastgoed kan gebruikt worden om fysieke activiteiten uit te voeren. Hiervoor is het van belang dat er voldoende loopcircuit aanwezig is, dat hierin verschillende niveaus aanwezig zijn (bijvoorbeeld kiezels, gras en verhard), dat er verschillende aftakkingen zijn, dat de paden zijn voorzien van antisliptegels en dat er de mogelijkheid is voor een moestuin. Met betrekking tot de verschillen tussen mensen gaven de respondenten hetzelfde aan als bij de activiteit gemakkelijk naar buiten kunnen. Daarbij werd door enkele respondenten aangevuld dat mannen over het algemeen meer buitenruimte nodig hebben om activiteiten uit te voeren dan vrouwen. De aanwezigheid van een terras in de tuin werd door nagenoeg alle respondenten genoemd voor de activiteit zitten buiten het woonzorgvastgoed. Ook werd hierbij aangegeven dat alle ouderen hier behoefte aan hebben. Wanneer zorgbehoevende ouderen tijd buiten besteden is het van belang dat ze hulp kunnen krijgen. Enkele respondenten gaven hierbij aan dat de buitenruimte overzichtelijk dient te zijn vanaf de (gezamenlijke) woonkamer. Dit betekent dat de verzorgenden de gehele buitenruimte vanuit de semiopenbare ruimte moeten kunnen overzien. Ook het dragen van een alarmsysteem zou hierbij een oplossing kunnen zijn. De activiteit is volgens de respondenten voor alle zorgbehoevende ouderen van belang. De laatste onderzochte activiteit met betrekking tot ontspanning buiten het woonzorgvastgoed is het deelnemen aan uitstapjes. Hiervoor is het van belang dat de parkeerplaats gemakkelijk te bereiken is met een rolstoel en dat de omgeving van het woonzorgvastgoed rolstoeltoegankelijk is. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de breedte en de soort stenen (vlak) van stoepen. Verschillen tussen ouderen zijn afhankelijk van een somatisch ziektebeeld.
107
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
Tabel 5.28: Ontspanning buiten het woonzorgvastgoed
Behoeften niveau 2 Aspecten of prestaties van gebouwen
Verschillen tussen ouderen
(activiteiten) Gemakkelijk naar bui- * Rechtstreeks vanaf woonkamer of keuken naar buiten ten kunnen gaan kunnen * Deur breed genoeg voor een bed * Geen drempels in buitendeuren * Directe deur naar buiten * door bewoners bedienbare deur * stroeve buitentegels * Rolstoeltoegankelijke tuin * Voor PG: afgesloten tuin met veilige planten en overzichtelijk voor verzorgenden * Vrij toegankelijke tuin
*PG ziektebeeld, mensen mogen niet zomaar naar buiten, alleen onder voorwaarden * SOM ziektebeeld, met lichamelijke beperking moet het mogelijk zijn om buiten te komen
Fysieke activiteiten * Verschillende niveaus (kiezels, gras, verhard) buiten uitvoeren * Verschillende aftakkingen aan paden * Antisliptegels * Voldoende ruimte * Moestuin (in de tuin werken)
* Geslacht, mannen willen eerder naar buiten
Zitten
* Terras in de tuin
Geen belangrijke verschillen op basis van de gegeven kenmerken, voor alle ouderen van belang
Hulp krijgen
* Overzichtelijke buitenruimte vanaf de woonkamer
Geen belangrijke verschillen op basis van de gegeven kenmerken, voor alle ouderen van belang
Aan uitstapjes deelne- * Rolstoeltoegankelijke omgeving men * Parkeerplaats rolstoeltoegankelijk
* SOM ziektbeeld, de omgeving moet hierop aangepast zijn
De perceptuele behoeften (tabel 5.29) werden door de respondenten als lastig ervaren. De onderzochte activiteiten zijn weten waar iets voor dient, bekend zijn met de omgeving (wayfinding), intuitief bedienen van gebouwonderdelen en de nodige schakelaars en apparaten kunnen bedienen. Voor de activiteit weten waar iets voor dient werden relatief weinig aspecten van de gebouwde omgeving genoemd in de vragenlijsten. De aspecten die werden ingevuld zijn pictogrammen gebruiken, kleuren aan functies koppelen en instructies aanbieden bij knoppen. Hierbij werd aangegeven dat de generatie (leeftijd) en een psychogeriatrisch ziektebeeld een invloed kunnen hebben op het weten waar iets voor dient in de woonomgeving. Met betrekking tot het bekend zijn met de woonomgeving of ‘wayfinding’ werden soortgelijke aspecten van het woonzorgvastgoed omschreven. Zo kunnen afdelingen van unieke kleuren worden voorzien, moet er een mogelijkheid zijn om de eigen voordeur aan te kleden, moeten er verschillende materialen en kleuren gebruikt worden die een bepaalde functie ondersteunen en moet er een duidelijk leesbare, grote bewegwijzering aanwezig zijn. Hierbij werd door enkele respondenten aangegeven dat het verschil tussen een psychogeriatrisch- en een somatisch ziektebeeld van belang is. Mensen met een somatisch ziektebeeld kunnen de weg beter vinden dan mensen met een psychogeriatrisch ziektebeeld. Het toepassen van affordanties of het intuïtief bedienen van woononderdelen en installaties werd als zeer interessant maar zeer complex ervaren. Enkele respondenten gaven aan dat knoppen van plussen en minnen of rood en groen voorzien moesten worden om zo meer duidelijkheid te scheppen en intuïtief bedienen mogelijk te maken. Hierbij werd door verschillende respondenten opgemerkt dat hierbij verschillen tussen generaties (leeftijd), een verschil tussen een psychogeriatrisch ziektebeeld en een somatisch ziektebeeld en het geslacht van belang zijn.
108
De laatste activiteit binnen deze behoefte is de nodige apparaten en schakelaars kunnen bedienen. Hiervoor is het volgens de respondenten van belang dat bewoners alleen toegang krijgen tot de apparaten die ze mogen en kunnen bedienen en dat hier verschillen op basis van een psychogeriatrisch ziektebeeld wenselijk zijn. Tabel 5.29: Perceptuele behoeften
Behoeften niveau 2 Aspecten of prestaties van gebouwen
Verschillen tussen ouderen
(activiteiten) Weten waar iets voor * Pictogrammen dient * Kleuren aan functies koppelen * Instructie bij de knoppen
* PG Ziektebeeld, door de geestelijke beperking moeten zaken duidelijk gemaakt worden * Leeftijd (generatie), mensen uit een bepaalde generatie snappen dezelfde dingen wel en niet
Bekend zijn met de * Kleuren voor afdelingen omgeving (wayfinding) * Mogelijkheid tot eigen inrichting voordeur * Verschillende materialen * Bewegwijzering
* PG Ziektebeeld, mensen met een geestelijke beperking begrijpen de omgeving minder snel
Intuïtief bedienen van * Knoppen voorzien van rood/groen gebouwonderdelen * Knoppen voorzien van + en (toepassing affordanties)
* PG Ziektebeeld, door de geestelijke beperking moeten zaken duidelijk gemaakt worden * Leeftijd (generatie), mensen uit een bepaalde generatie snappen dezelfde dingen wel en niet * Geslacht, mannen zijn vaak meer gewend met techniek
Alleen de nodige appa- * Bewoners alleen toegang geven tot zaken die ze zelf raten en schakelaars mogen/moeten besturen kunnen bedienen
* PG ziektebeeld, mensen hebben minder regie en moeten minder kunnen aanpassen in de omgeving omdat ze niet alles kunnen bevatten
De laatste behoefte is de behoefte aan hulp bij noodsituaties (tabel 5.30). Hierbij zijn de activiteiten hulp krijgen, nooduitgangen kunnen vinden en obstakels vermijden van belang. Om hulp te krijgen bij noodsituaties gaven de respondenten aan dat er brandblusmiddelen aanwezig moeten zijn in het gebouw, dat er nooddeuropeners aanwezig dienen te zijn, dat er een brandmeldinstallatie is, dat er voldoende rookmelders aanwezig zijn en dat bewoners een persoonlijk alarmsysteem hebben. Hierbij werden geen verschillen tussen ouderen aangegeven. Met betrekking tot het kunnen vinden van nooduitgangen dienen de nooduitgangen ’s nachts helderder verlicht te zijn dan overige deuren. Hierdoor worden de mensen er als het ware vanzelf naartoe getrokken. Daarnaast dienen de nooduitgangen in een andere materialisatie en kleur uitgevoerd te worden (deuren en vloeren) en dienen er symbolen en pictogrammen gebruikt te worden. Als laatste gaven de respondenten aan dat er een noodverlichting aanwezig dient te zijn. Een belangrijk verschil hierbij is het verschil tussen een psychogeriatrisch- en een somatisch ziektebeeld. Mensen met een psychogeriatrisch ziektebeeld hebben een extra push nodig hebben om te weten waar ze heen moeten en ze hebben niet altijd in de gaten wat brand inhoudt. Een zichtrelatie met de brand zou dan ook bij voorkeur vermeden dienen te worden. De laatste activiteit omvat het vermijden van obstakels met betrekking tot noodsituaties. Hierbij werd door de respondenten aangegeven dat alle nooduitgangen rolstoeltoegankelijk moeten zijn, geen drempels aanwezig mogen zijn en dat er voldoende loopruimte aanwezig moet zijn in het privédomein en de semiopenbare ruimte. Verder gaven ze aan dat de vloer bij
109
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
nooduitgangen in een andere materialisatie of kleur uitgevoerd kan worden waardoor duidelijk gemaakt wordt dat er geen objecten mogen staan en dient er voldoende opslagruimte aanwezig te zijn. Het vermijden van obstakels is het meest belangrijk voor mensen met een somatische beperking. Tabel 5.30: (Hulp bij) noodsituaties
Behoeften niveau 2 Aspecten of prestaties van gebouwen
Verschillen tussen ouderen
(activiteiten) Hulp krijgen
Nooduitgangen nen vinden
* Brandblusmiddelen aanbieden * Nooddeuropenenrs * Brandmeldinstallatie * Rook melders * Persoonlijk alarmsysteem kun- * 's nachts nooduitgangen helderder verlicht dan de gangen * Nooduitgangen aangeven in materiaal en kleur * Gebruik van symboren en pictogrammen
Obstakels vermijden
* Aangeven met materiaal en kleur dat er niks mag staan in de gang * Nooduitgangen rolstoeltoegankelijk * Voldoende opslag * Geen drempels
Geen belangrijke verschillen op basis van de gegeven kenmerken, voor alle ouderen van belang
*PG ziektebeeld, voor mensen met een g eestelijke beperking dienen de nooduitgangen extra duidelijk gemaakt te worden, bijvoorbeeld met licht * SOM Ziektebeeld, doorgangen moeten rolstoeltoegeankelijk zijn
Het complete overzicht van behoeften (doelen en activiteiten), gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed en verschillen tussen ouderen is weergegeven in bijlage V.
5.3 Suggestie voor groepen zorgbehoevende ouderen In paragraaf 5.2 is de koppeling tussen de woon- en zorgbehoeften en aan de ene kant de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed en aan de andere kant de verschillen tussen ouderen op basis van bepaalde huishoudens- of structurele kenmerken gemaakt zoals weergegeven in het conceptueel model in hoofdstuk 1 (figuur 1.1). Het is van belang of er naar aanleiding van deze verschillen tussen ouderen een suggestie gedaan kan worden voor verschillende doelgroepen binnen de groep zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger. Hierbij is niet het doel dat alle zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger precies bij een doelgroep horen, maar door het definiëren van doelgroepen kan een gedetailleerder inzicht verkregen worden in de grote groep zorgbehoevende ouderen en welke verschillen er zijn met betrekking tot hun woon- en zorgbehoeften en de bijbehorende gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed. Allereerst zullen de besproken belangrijke verschillen tussen ouderen op basis van de structurele- en huishoudenskenmerken gegroepeerd worden. Hierna zal aan de hand van deze groepering beredeneerd worden of er aanleiding is om op basis van een of meer van de onderzochte kenmerken verschillende doelgroepen te onderscheiden. Hierna zullen de eventuele doelgroepen besproken worden vanuit de vier clusters behoeften. 5.3.1 Doelgroepen op basis van verschillen tussen ouderen De onderzochte verschillen zijn verschillen in het ziektebeeld, de cultuur, de inkomenshoogte, het opleidingsniveau, het hebben van kinderen, het hebben van een echtgenoot of echtgenote, de leeftijd en het geslacht. Naar aanleiding van de gegevens uit de vragenlijsten is het aannemelijk dat al deze verschillen een invloed hebben op de woon- en zorgbehoeften van de zorgbehoevende ouderen en de bijbehorende gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed.
110
Tabel 5.31 geeft weer hoe vaak verschillen in de betreffende huishoudens- of structurele kenmerken zijn genoemd door de respondenten met betrekking tot verschillen tussen ouderen in de woon- en zorgbehoeften en de bijbehorende gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed. Deze aantallen zeggen alleen iets over hoe vaak een verschil van belang is voor het woon- en zorgproces maar geven geen inzicht in de invloed van een verschil. Hiermee kunnen dus geen definitieve conclusies gegeven worden. Wel geeft het een inzicht in hoe vaak een bepaald verschil een invloed heeft. Tabel 5.31: Overzicht verschillen tussen ouderen op basis van verschillen in kenmerken per cluster PG Ziektebeeld
SOM Ziektebeeld
Echtgenoot
Fysiologisch
12
14
2
1
2
1
Sociaal
10
1
7
7
4
2
Psychologisch
13
2
5
5
5
3
5
3
3
Functioneel
17
14
0
0
2
4
3
3
0
52
31
14
13
13
10
9
9
5
Totaal aantal keer genoemd
Kinderen
Cultuur
Geslacht
Leeftijd
Opleiding
Inkomen
1
1
1
0
2
1
In totaal werd het hebben of niet hebben van een psychogeriatrisch ziektebeeld het meest genoemd door de respondenten als belangrijk verschil voor de woon- en zorgbehoeften en de bijbehorenden gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed. Ook het hebben of juist niet hebben van een somatisch ziektebeeld werd relatief vaak genoemd. Na de verschillen in het ziektebeeld werden het hebben of niet hebben van een echtgenoot of kinderen en de verschillen in cultuur het meest genoemd. De hoogte van het inkomen werd het minst vaak genoemd. Het wil echter niet zeggen dat de verschillen die minder genoemd zijn minder van invloed zijn. Wanneer alleen naar het fysiologische cluster gekeken wordt komt naar voren dat het hebben of niet hebben van een somatisch ziektebeeld het vaakst als belangrijk wordt genoemd voor de activiteiten binnen het fysiologisch cluster. Dit is aannemelijk gezien het feit dat dit cluster betrekking heeft op het lichamelijk welzijn en het waarnemingsvermogen door zintuigen. Ook het hebben of niet hebben van een psychogeriatrisch ziektebeeld wordt relatief vaak genoemd door de respndenten. Binnen het sociale cluster werd het verschil met betrekking tot het hebben of niet hebben van een psychogeriatrisch ziektebeeld het vaakst genoemd. Dit geeft een aanleiding om te veronderstellen dat een psychogeriatrisch ziektebeeld een invloed heeft op de sociale woon- en zorgbehoeften en de bijbehorende gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed. Dit is echter niet het enige verschil dat vaak genoemd is. Na het psychogeriatrisch ziektebeeld werden de verschillen met betrekking tot het hebben of niet hebben van een echtgenoot en kinderen het meest genoemd. Het wordt door deze analyse niet duidelijk welke van deze verschillen het meest van belang is. Ook een verschil in cultuur werd enkele keren genoemd. De overige kenmerken werden weinig of niet genoemd door de respondenten. Met betrekking tot het psychologische cluster werd ook hier het hebben of niet hebben van een psychogeriatrisch ziektebeeld het vaakst genoemd met betrekking tot verschillen in de behoeften en de bijbehorende gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed. Verder komt naar voren dat volgens de respondenten alle bepaalde verschillen in kenmerken een invloed lijken te hebben op de woon- en zorgbehoeften en de bijbehorende gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed.
111
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
Binnen het functionele cluster werd ook het hebben van of niet hebben van een psychogeriatrisch ziektebeeld het vaakst genoemd met betrekking tot de verschillen in de woon- en zorgbehoeften en de bijbehorende gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed. Vaak wordt het hebben van een psychogeriatrisch ziektebeeld gekoppeld aan minder regie in het dagelijks leven, wat een invloed heeft op het woon- en zorgproces. Ook het hebben of niet hebben van een somatisch ziektebeeld werd relatief vaak genoemd door de respondenten. Wanneer naar het geheel wordt gekeken is het hebben of het niet hebben van een psychogeriatrisch ziektebeeld het vaakst genoemd door de respondenten als invloedrijk verschil tussen ouderen met betrekking tot de woon- en zorgbehoeften en de bijbehorende gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed. Na het psychogeriatrisch ziektebeeld werd het hebben of niet hebben een somatisch ziektebeeld vaak genoemd en hierna de verschillen met betrekking tot het hebben van kinderen of een echtgenoot en de verschillen in cultuur. Deze analyse geeft aanleiding om te veronderstellen dat het hebben van een psychogeriatrisch ziektebeeld in combinatie met een somatisch ziektebeeld of het hebben van alleen een somatisch ziektebeeld de belangrijkste verschillen zijn tussen ouderen met betrekking tot de woon- en zorgbehoeften en de bijbehorende gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed. Ook zijn de overige kenmerken van invloed gebleken naar aanleiding van de schriftelijke vragenlijsten. Ondanks het feit dat de invloed van een kenmerk niet onderzocht is kan aan de hand van deze analyse aangenomen worden dat al deze kenmerken een invloed hebben op de relatie tussen de woon- en zorgbehoeften en de bijbehorende gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed. 5.3.2 Bepaling doelgroepen Op basis van de informatie uit de vragenlijsten kunnen er twee belangrijke verschillen in het ziektebeeld omschreven worden. Dit zijn de verschillen tussen het hebben of niet hebben van een somatisch ziektebeeld en het hebben of niet hebben van een psychogeriatrisch ziektebeeld. Om deze reden is het aannemelijk dat er een verschil gemaakt kan worden tussen zorgbehoevende ouderen met een somatisch ziektebeeld (zonder een psychogeriatrisch ziektebeeld) en zorgbehoevende ouderen met een psychogeriatrisch ziektebeeld eventueel in combinatie met een somatisch ziektebeeld (tabel 5.32). Door het ontbreken van een analyse met betrekking tot de invloed van de verschillen zullen de overige kenmerken niet meegenomen worden. 1: Zorgbehoevende ouderen met alleen een somatisch ziektebeeld 2: Zorgbehoevende ouderen met een psychogeriatrisch ziektebeeld (eventueel in combinatie met een somatisch ziektebeeld) Tabel 5.32: Overzicht ziektebeeld in combinatie met doelgroepen
Psychogeriatrisch ziektebeeld Somatisch ziektebeeld
Wel
Niet
Wel
Doelgroep 2
Doelgroep 1
Niet
Doelgroep 2
Geen doelgroep
Een selectie van de opvallende verschillen tussen de doelgroepen en de invloed van deze verschillen op de relatie tussen de woon- en zorgbehoeften en de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed zullen besproken worden. Doelgroep 1: Zorgbehoevende ouderen met alleen een somatisch ziektebeeld De eerste doelgroep betreft de zorgbehoevende ouderen met alleen een somatisch of lichamelijk ziektebeeld. Dit betekent dat zij voor een groot deel nog voldoende regie hebben om een aantal activiteiten zelf te ondernemen. Wel zijn ze door het lichamelijk ziektebeeld regelmatig 112
afhankelijk van hulp met de uitvoering van deze activiteiten. Aan de hand van de vier clusters behoeften zal een profiel geschetst worden van de doelgroep. Hierin zal een selectie gegeven worden van de opvallende verschillen en welke invloed dit heeft op de behoeften en de bijbehorende gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed. Fysiologisch Voor de doelgroep zorgbehoevende ouderen met alleen een somatisch ziektebeeld is het vooral van belang dat ze ondersteund worden in het uitvoeren van de activiteiten. Zo is het bijvoorbeeld van belang om obstakels te vermijden, maar hebben deze ouderen geen of weinig problemen met het inschatten van gevaren die ontstaan door hoeken. Daarnaast hebben personen met alleen een somatisch ziektebeeld over het algemeen geen problemen met het vinden van de eigen plek. Dit betekent dat een bewegwijzering met een goed leesbaar en groot lettertype voldoende is in combinatie met een logische routing. Voor ouderen met een psychogeriatrisch ziektebeeld dient hier meer aandacht aan besteed te worden. Sociaal Een belangrijk verschil tussen ouderen met alleen een somatisch ziektebeeld en ouderen met een psychogeriatrisch ziektebeeld eventueel in combinatie met een somatisch ziektebeeld met betrekking tot het sociale aspect is dat ouderen met alleen een somatische beperking veel meer regie hebben. Hierdoor hebben deze ouderen meer behoefte aan privacy en aan sociale contacten in het privédomein. Dit betekent dat deze ruimte voor deze groep ouderen groter moet zijn om deze activiteiten mogelijk te maken. Het ontvangen van visite kan een belangrijke activiteit zijn. Bij voorkeur hebben zorgbehoevende ouderen met een somatisch ziektebeeld een (klein) eigen appartementje met een zitkamer en een aparte slaapkamer. Daarnaast kan ervoor gekozen worden om een kleine keuken of een klein aanrecht met een kookmogelijkheid in het appartementje aan te brengen, zodat de ouderen wanneer mogelijk nog zelf iets kunnen klaarmaken. Het is voor deze groep interessant om vanuit de woonkamer uitzicht te hebben op een levendige omgeving. Dit brengt voor deze mensen leven in de brouwerij. Als laatste is het voor deze doelgroep belangrijk dat er niemand zomaar het privédomein kan inlopen dus dient er een afsluitbare voordeur aanwezig te zijn die op afstand geopend kan worden. Ook dient deze deur voorzien te worden van een belsysteem waarbij gezien kan worden wie er voor de deur staat. Psychologisch Net als bij het sociale cluster is het voornaamste verschil binnen het psychologische cluster de regie die mensen hebben tijdens hun dagelijkse bezigheden. Dit betekent dat ze ook vanuit het psychologische cluster een eigen appartementje dienen te hebben waarin ze hun eigen keuzes kunnen maken, eigen activiteiten kunnen uitvoeren en zich veilig kunnen voelen tussen hun eigen spullen. Ook dienen er mogelijkheden te zijn voor zelfontplooiing of voor bijvoorbeeld vrijwilligerswerk binnen het woonzorgvastgoed. Functioneel Met betrekking tot het functionele cluster zijn er vooral verschillen met betrekking tot het ontspannen binnen en buiten het woonzorgvastgoed. Binnen het woonzorgvastgoed is het van belang dat er bijvoorbeeld een klein bibliotheekje aanwezig is waar mensen boeken of iets dergelijks kunnen lenen. Daarnaast dienen er multifunctionele ruimten aanwezig te zijn waar activiteiten georganiseerd kunnen worden door bijvoorbeeld verenigingen of door de ouderen zelf. Met betrekking tot het in de buitenlucht ontspannen en het gemakkelijk naar buiten gaan is het van belang dat er een buitenruimte aanwezig is direct aan het woonzorgvastgoed grenzend waar de ouderen gemakkelijk kunnen komen. Dit betekent dat er zo min mogelijk obstakels tussen de voordeur en de tuin dienen te zijn. De tuin kan voor deze doelgroep openbaar zijn en dient rolstoeltoegankelijk te zijn. 113
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
Doelgroep 2: Zorgbehoevende ouderen van ZZP 5 en hoger met een psychogeriatrisch ziektebeeld eventueel in combinatie met een somatisch ziektebeeld De tweede doelgroep betreft zorgbehoevende ouderen met een psychogeriatrisch ziektebeeld eventueel in combinatie met een somatisch ziektebeeld. Het hebben van een psychogeriatrisch ziektebeeld heeft vooral een uitbreiding van de gewenste aspecten voor de andere doelgroep tot gevolg. Ook voor deze doelgroep zal aan de hand van de vier clusters behoeften een profiel geschetst worden aan de hand van de opvallende verschillen. Fysiologisch Doordat mensen in deze doelgroep ook een lichamelijk ziektebeeld kunnen hebben zijn er veel behoeften en aspecten van het woonzorgvastgoed hetzelfde als bij de andere doelgroep. Wel kunnen een aantal activiteiten net iets anders uitgelegd worden. Zo kan bijvoorbeeld bij het vermijden van obstakels opgemerkt worden dat mensen met een psychogeriatrisch ziektebeeld gevaarlijke hoeken en punten minder snel doorgronden en dat hoeken in gangen onrust kunnen veroorzaken doordat ze niet zien waar de gang naartoe gaat. Hier dient rekening mee gehouden te worden. Met betrekking tot het visueel comfort is het niet alleen van belang dat deze groep voldoende kan zien, maar is het ook van belang dat er voldoende natuurlijk licht binnenkomt om bewoners een oriëntatie op de dag te geven. Het gebruik van contrast is belangrijk voor alle ouderen maar er dient opgelet te worden met bijvoorbeeld contrasterende strepen op de vloer. Mensen met een dergelijk ziektebeeld kunnen deze strepen als obstakels gaan zien, waardoor ze er overdreven overheen gaan stappen of er gevaarlijke situaties kunnen ontstaan. Een belangrijke behoefte die alleen aanwezig is bij mensen met een psychogeriatrisch ziektebeeld is de behoefte aan het vermijden van spiegelende oppervlakten. Spiegelende oppervlakten kunnen onrust veroorzaken omdat de personen spiegelende oppervlakten niet kunnen duiden. De eigen plek kunnen vinden kan voor mensen met een psychogeriatrisch ziektebeeld sneller een probleem zijn. Hierdoor is het van belang dat de omgeving door middel van bijvoorbeeld extra licht of kleur geaccentueerd wordt. Dit is voor mensen met alleen een somatisch ziektebeeld niet nodig. Ook het overzicht over de ruimte hebben is voor deze doelgroep zorgbehoevende ouderen belangrijker dan voor de andere doelgroep. Het gebrek aan overzicht kan onrust veroorzaken. Zo is het bijvoorbeeld onwenselijk om ouderen met een psychogeriatrisch ziektebeeld met de rug naar een entree te laten zitten. Met betrekking tot de seksualiteit weten mensen met een psychogeriatrisch ziektebeeld vaak niet wanneer seksualiteit gepast is en wanneer niet. Het is van belang dat er tussen de privédomeinen van mensen geluiddichte muren zitten, zodat wanneer er zich iets voordoet op seksueel gebied de overige bewoners hier geen last van hebben en hier geen reactie op zullen geven. Dit voorkomt onrust tussen bewoners. Sociaal Zorgbehoevende ouderen met een psychogeriatrisch ziektebeeld hebben minder regie in het dagelijks leven dan ouderen met alleen een somatisch ziektebeeld. Dit betekent dat ze overdag bijna altijd in een gezamenlijke woonkamer zullen verblijven. Daarnaast hebben ze behoefte aan een eigen domein in de vorm van een zit/slaapkamer. De ouderen met een psychogeriatrisch ziektebeeld hebben voldoende aan een eigen ruime zit/slaapkamer met zitmogelijkheid en daarnaast de mogelijkheid in andere ruimtes activiteiten te ondernemen. Een eigen keuken is niet gewenst, omdat deze groep meestal niet meer de regie heeft om deze zonder begeleiding te gebruiken. Met betrekking tot de privacy is het van belang dat de deur af te sluiten is zolang dit mogelijk is. Per bewoner zal er bekeken dienen te worden hoeveel regie een betreffend persoon nog heeft met betrekking tot het kunnen afsluiten van het eigen domein.
114
Psychologisch Ouderen met een psychogeriatrisch ziektebeeld voelen zich minder snel veilig en rustig dan ouderen zonder psychogeriatrisch ziektebeeld. Dit betekent voor de ruimten dat er veel regelbaar moet zijn met betrekking tot prikkels van binnen en buiten. Verder dienen deze ruimten overzichtelijk en niet te hoog te zijn. Vides dienen voorkomen te worden en het uitzicht vanuit de woonkamer dient bij voorkeur rustig en groen te zijn. Het in- en uitlopen van voor hen vreemde bezoekers kan onrust veroorzaken. Het is voor deze doelgroep dus belangrijk dat bezoekers en personeel niet allemaal door de gezamenlijke woonkamer lopen zodat ze er niet mee geconfronteerd worden. Een directe doorgang naar de eigen kamers is nodig. Met betrekking tot de inrichting van de ruimten is herkenbaarheid erg belangrijk voor deze groep ouderen. Het inrichten van de eigen kamer op een manier die voor hen bekend is met voor hen bekende meubels is erg belangrijk. Dit dient niet alleen in een zit/slaapkamer maar ook in bijvoorbeeld een gezamenlijke woonkamer en in een eigen badkamer mogelijk te zijn. Met betrekking tot erkenning en waardering is het voor deze groep ouderen vaak niet meer relevant om vrijwilligerswerk uit te voeren. Dit is vaak door hun geestelijk ziektebeeld niet meer mogelijk. Functioneel Een verschil tussen mensen met psychogeriatrisch ziektebeeld en mensen zonder een psychogeriatrisch ziektebeeld is het ontvangen van feedback van apparatuur. Dit is erg belangrijk voor mensen met een psychogeriatrisch ziektebeeld. Wanneer het niet duidelijk is of ze een apparaat of knop in werking hebben gesteld of niet zal dit onrust veroorzaken. Verder is de activiteit lezen wellicht niet van toepassing voor deze groep ouderen. Hier hebben ze de regie over het algemeen niet meer voor. Met betrekking tot het naar buiten kunnen gaan moet een tuin voor mensen met een psychogeriatrisch ziektebeeld aangepast worden. Het is voor deze groep mensen van belang om naar buiten te kunnen. Een tuin dient echter veilig te zijn op verschillende gebieden. Allereerst mogen de ouderen de tuin niet zonder begeleiding kunnen verlaten, moeten alle planten veilig zijn en moet de kans op verwonden minimaal zijn. Ook dient er vanuit de gezamenlijke woonkamer voldoende overzicht te zijn over de tuin om gevaarlijke situaties te voorkomen. Ook de perceptuele behoeften zijn voor ouderen met een psychogeriatrisch ziektebeeld anders. Mensen snappen veel onderdelen (vooral nieuwe technieken) in de woonomgeving niet. Hiervoor is het van belang dat aspecten als bijvoorbeeld knoppen logisch met bijvoorbeeld kleuren of plussen en minnen zijn vormgegeven.
5.4 Conclusie In dit hoofdstuk is omschreven welke gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed horen bij de in hoofdstuk 4 bepaalde woon- en zorgbehoeften. Daarnaast is omschreven welke verschillen tussen ouderen op basis van bepaalde huishoudens- en structurele kenmerken van belang zijn voor de woon- en zorgbehoeften en de bijbehorende gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed. In de tabellen 5.1 tot en met 5.30 is per activiteit uiteengezet welke gewenste aspecten van de gebouwde omgeving horen bij de behoeften en welke verschillen tussen mensen invloed hebben op de betreffende behoeften en de bijbehorende gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed. Naar aanleiding van een analyse met betrekking tot de verschillen tussen ouderen op basis van een verschil in een psychogeriatrisch ziektebeeld, een somatisch ziektebeeld, de cultuur, de inkomenshoogte, de opleidingshoogte, het geslacht, de leeftijd, het hebben van een echtgenoot en het hebben van kinderen is een suggestie gedaan voor verschillende doelgroepen binnen de groep zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger. Het wel of niet hebben van
115
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
een psychogeriatrisch ziektebeeld is een belangrijk verschil gebleken met betrekking tot de woon- en zorgboeften en de bijbehorende gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed. Op basis hiervan zijn twee doelgroepen gedefinieerd: zorgbehoevende ouderen met alleen een somatisch ziektebeeld en zorgbehoevende ouderen met een psychogeriatrisch ziektebeeld, eventueel in combinatie met een somatisch ziektebeeld. Op basis van deze verschillen zijn profielen geschetst van deze doelgroepen. Het gaat vooral om kleine verschillen, waardoor een aantal zaken net iets anders uitgelegd kunnen worden. Deze in dit hoofdstuk bepaalde doelgroepen zullen in hoofdstuk 6 gebruikt worden voor het opstellen van checklists waarmee een overzicht wordt gemaakt van de gewenste aspecten van woonzorgvastgoed als input voor een Post Occupancy Evaluation.
116
117
zorgvastgoed? Zorgbehoevend zorgvastgo go oed e ?
Hoofdstuk 6: Vertaling naar checklists
118 118
De gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed en de verschillen tussen ouderen zijn bekend. Nu is het van belang deze informatie op een manier weer te geven die toepasbaar is in de praktijk. In dit hoofdstuk zal een vertaling naar checklists besproken worden om de informatie uit dit onderzoek toepasbaar te maken in een Post Occupancy Evaluation. Ook zullen deze checklists geëvalueerd worden met professionals aan de hand van een discussiesessie. Hiermee zal bepaald worden in hoeverre de resultaten van dit onderzoek toe te passen zijn en of ze een zo goed mogelijk beeld geven van de gewenste aspecten van woonzorgvastgoed in de praktijk.
6.1 Gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed In hoofdstuk 5 zijn de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed en de belangrijke verschillen tussen ouderen met betrekking tot de woon- en zorgbehoeften en de bijbehorende gewenste aspecten bepaald. Op basis van de verschillen tussen ouderen is er een suggestie gedaan voor twee doelgroepen zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger. Dit betreft een doelgroep bestaande uit ouderen met alleen een somatisch ziektebeeld en een doelgroep bestaande uit ouderen met een psychogeriatrisch ziektebeeld eventueel in combinatie met een somatisch ziektebeeld. In hoofdstuk 5 zijn er korte profielen gegeven van deze doelgroepen op basis van de 4 clusters van woon- en zorgbehoeften (fysiologisch, sociaal, psychologisch en functioneel). Doordat deze profielen vanuit de clusters van woon- en zorgbehoeften zijn bepaald zijn deze niet direct toe te passen op de gebouwde omgeving. Door uit te gaan van de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed of de prestaties van het woonzorgvastgoed kan de koppeling met de praktijk gemaakt worden. Zo kunnen de gewenste aspecten in de vorm van checklists een input zijn voor een Programma van Eisen (PVE) voor nieuw te ontwikkelen woonzorgvastgoed of voor een Post Occupancy Evalution (POE). De vertaling naar een PVE of een POE is in de methode USE reeds opgenomen en wordt omschreven in rapportages van Heijs (2000; 2007 & 2009). In dit onderzoek is gepoogd om de bruikbaarheid van een eenvoudigere versie van deze vertaling te onderzoeken, die wellicht een snellere doorlooptijd heeft gezien de grote hoeveelheid behoeften en aspecten. Daarom is onder meer een weging naar belang van de functionele eisen, die onderdeel vormt van USE, weggelaten uit de checklists. De checklists met gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed hebben dus alleen een mogelijkheid om ja, nee of een alternatief in te vullen. Met behulp van de checklists zou snel en eenvoudig per gewenst aspect aangegeven kunnen worden of de gebouwde omgeving of het ontwerp aan de eis voldoet of dat er een alternatief aanwezig is.
6.2 Checklists Voor de opzet van de checklists is gekozen voor de eerder bepaalde drie niveaus: de omgeving van het woonzorgvastgoed, de semiopenbare ruimte van het woonzorgvastgoed en het privédomein binnen het woonzorgvastgoed. Met behulp van deze drie niveaus kan een systematische checklist gemaakt worden waarbij per niveau de checklist toegepast kan worden. Er zijn voor beide doelgroepen versies van de checklist gemaakt om zo de resultaten van dit onderzoek samen te vatten en overzichtelijk te maken. In de paragrafen 6.2.1 en 6.2.2 zijn de opvallende gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed per niveau omschreven. Het is geen uitputtend overzicht.
119
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
6.2.1 Checklist doelgroep 1 ‘alleen een somatisch ziektebeeld’ De eerste doelgroep betreft de zorgbehoevende ouderen met alleen een somatisch ziektebeeld. Zoals in hoofdstuk 5 omschreven hebben deze ouderen voor een groot deel nog voldoende regie om een aantal activiteiten zelf te ondernemen. Wel zijn ze hierbij door het lichamelijk ziektebeeld regelmatig afhankelijk van hulp met de activiteiten. Voor het opstellen van de checklist is er allereerst bepaald welke ruimten er nodig zijn binnen de drie niveaus (omgeving van het woonzorgvastgoed, semiopenbare ruimte en privédomein). Hierna is per ruimte bepaald aan welke gewenste aspecten deze ruimten dienen te voldoen. Als laatste zijn de behoeften achter de gewenste aspecten in de checklist weergegeven om zo de relatie met de behoeften aan te geven. Er zal een korte omschrijving gegeven worden van de gebouwde omgeving per niveau voor de beeldvorming. Voor de complete checklist van de uitgebreide lijst met gewenste aspecten per niveau wordt verwezen naar bijlage VI. De complete checklist voor deze doelgroep bestaat uit 359 gewenste aspecten over de verschillende niveaus en ruimtes en is te uitgebreid om hier in zijn geheel te bespreken. Omgeving Zorgbehoevende ouderen met zorgindicatie ZZP 5 en hoger komen niet veel meer buiten het woonzorgvastgoed vanwege hun ziektebeeld. Wel zijn er gewenste aspecten van de omgeving van het woonzorgvastgoed van belang. Vanuit de woon- en zorgbehoeften van ouderen met alleen een somatisch ziektebeeld is onder andere gebleken dat het gewenst is dat het woonzorgvastgoed ligt in een bosrijke of een levendige omgeving, dat er een rolstoeltoegankelijk winkelcentrum dichtbij is wat bereikbaar is voor de ouderen en dat er een rolstoeltoegankelijk park dichtbij is. De aanwezigheid van een winkelcentrum in de directe omgeving heeft twee voordelen. Zo kunnen de ouderen er gebruik van maken met begeleiding en blijkt het dat de ouderen meer bezoek krijgen wanneer de visite een bezoek kan combineren met winkelen in een winkelcentrum. Verder is het van belang dat er voldoende zitmogelijkheden zijn in de omgeving voor de ouderen om te kunnen rusten. In tabel 6.1 is een voorbeeld gegeven van de checklist met betrekking tot de omgeving van het woonzorgvastgoed. Tabel 6.1: Voorbeeld checklist doelgroep 1 (alleen een somatisch ziektebeeld) niveau: Omgeving van het woonzorgvastgoed
Omgeving van het woonzorgvastgoed Ja/nee/alter- Behoefte in het woon/zorgproces natief Cluster Doel/activiteit
Winkelcentrum
120
Winkelcentrum dichtbij
Functioneel, fysiolo- Aan uitstapjes deelnemen, obstakels vermijgisch den, voorzieningen in de omgeving kunnen bezoeken
Rolstoeltoegankelijke paden
Functioneel, fysiolo- Aan uitstapjes deelnemen, obstakels vermijgisch den, voorzieningen in de omgeving kunnen bezoeken
Rolstoeltoegankelijke winkels
Functioneel, fysiolo- Aan uitstapjes deelnemen, obstakels vermijgisch den, voorzieningen in de omgeving kunnen bezoeken
Brede wandelpaden
Functioneel, fysiolo- Aan uitstapjes deelnemen, obstakels vermijgisch den, fysieke activiteiten buiten
Voldoende zitmogelijkheden op de wandelpaden
Functioneel, fysiolo- Buiten kunnen zitten gisch
Semiopenbare ruimte De checklist voor de semiopenbare ruimte bevat gewenste aspecten met betrekking tot de gezamenlijke ruimte, de sanitaire ruimten, een entreehal voor de afdelingen, de entree van de afdelingen, verkeersruimten, liften, overige deuren in de semiopenbare ruimte, gezamenlijke tuinen, behandelruimten, ontmoetingsruimten, multifunctionele ruimten, ruimte voor de uitvoering van geloofsactiviteiten, rokersruimten, logeerkamers, opbergmogelijkheden, knoppen en installaties en als laatste met betrekking tot onderhoud en schoonmaak. Enkele ruimten zullen besproken worden. De gezamenlijke ruimte of woonkamer/keuken kan voor het alledaagse leven gebruikt worden en dient dus ook als een woonkamer en keuken ingericht te worden. Hiervoor is het van belang dat de ruimte een herkenbare inrichting heeft. Hiermee worden bijvoorbeeld aspecten als een normale hoogte van het plafond, voldoende ramen en een huiselijke inrichting bedoeld. Verder is het bijvoorbeeld van belang dat er voldoende ruimte is om de elektrische rolstoel of de rollator op te kunnen bergen, dat er een rolstoeltoegankelijk aanrecht is, dat de aanwezige ramen tot de vloer gaan zodat ook zittend of liggend naar buiten gekeken kan worden en dat er sfeerverlichting aanwezig is. Sanitaire ruimten dienen rechtstreeks vanaf deze gezamenlijke ruimte bereikt te kunnen worden en dienen voorzien te zijn van onder andere een gelijkvloerse inloopdouche, antisliptegels en beugels. Daarnaast dient er voldoende ruimte te zijn voor de transfer van een rolstoel naar het toilet en dient er voldoende ruimte te zijn voor hulp met de activiteiten in de sanitaire ruimte. Met betrekking tot de overige ruimten is het bijvoorbeeld voor de entree van afdelingen of woongroepen van belang dat deze geopend kunnen worden op afstand en dat er een intercomsysteem aanwezig is. Voor de verkeersruimten is het onder andere van belang dat deze gelijkvloers zijn en dat er voldoende ruimte is om met hulpmiddelen als tilliften te bewegen en te draaien. Voor de liften is het belangrijk dat deze groot genoeg zijn voor een bed of een brancard, en dat deze ook buiten de liften kunnen draaien. Alle deuren dienen drempelloos te zijn en voorzien te zijn van pictogrammen en naambordjes. Ook dienen er gezamenlijke openbare tuinen aanwezig te zijn bij het woonzorgvastgoed die geheel rolstoeltoegankelijk zijn en die door de ouderen zelf te bereiken zijn. Met betrekking tot de ontmoetingsruimten dienen er bij voorkeur een restaurant, brasserie en loungeruimte aanwezig te zijn. Ook een bibliotheek en een filmruimte zijn gewenste aspecten. Verder is het van belang dat er multifunctionele ruimten zijn die gehuurd kunnen worden door bijvoorbeeld ouderen of visite. Met betrekking tot de mogelijkheid om spullen op te bergen kan er een ruimte met verhuurbare kluizen gerealiseerd worden. Zo kunnen belangrijke bezittingen goed en veilig opgeborgen worden. In figuur 6.2 is een voorbeeld gegeven van de checklist met betrekking tot de semiopenbare ruimte van het woonzorgvastgoed. Voor de complete checklist wordt verwezen naar bijlage VI.
121
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
Tabel 6.2: Voorbeeld checklist doelgroep 1 (alleen een somatisch ziektebeeld) niveau: Semiopenbare ruite
Semiopenbare ruimte Ja/nee/alter- Behoefte in het woon/zorgproces natief Cluster Doel/activiteit
Entrée van de woongroepen Deur kunnen openen op afstand
Functioneel
Mobiliteit, staand en zittend deuren openen
Intercom/belsysteem deur
voor-
Functioneel, psychologisch
Mobiliteit, staand en zittend deuren openen, zien wie er voor de deur staat, veilig voelen in de semiopenbare ruimte
Oogje in de deur op sta- en zithoogte
Functioneel, psychologisch
Mobiliteit, staand en zittend deuren openen, zien wie er voor de deur staat, veilig voelen in de semiopenbare ruimte
Raam bij de voordeur
Psychologisch
Zien wie er voor de deur staat, veilig voelen in de semiopenbare ruimte, eigen identiteit kunnen uitstralen van de ruimte
Deuren automatisch laten sluiten (zonder te slaan)
Psychologisch, ysiologisch
Irrelevante prikkels vermijden, geluidsoverlast verkleinen
Directe doorgang naar de privedomeinen zonder door de gezamenlijke woonkamer te moeten gaan
Psychologisch, Sociaal
Onbekende bezoekers of personeel vermijden, vermijden van stress, direct sociaal contact in het privedomein
Automatisch verlichting dmv sensoren
Fysiologisch
Visueel comfort
Aanpasbaar volume van alarmbel, deurbel en telefoon
Fysiologisch
Auditief comfort
Aanpasbare melodien van alarmbel, deurbel en telefoon
Fysiologisch
Auditief comfort
bij
Extra verlichting boven deuren
Fysiologisch
Visueel comfort, veiligheidsverlichting
Kunstverlichting dmv afstandsbediening
Fysiologisch
Visueel comfort, veiligheidsverlichting
Privédomein Met betrekking tot het privédomein is het vooral van belang dat er binnen deze doelgroep de behoefte is aan een eigen woonkamer, een eigen badkamer en een aparte eigen slaapkamer. Er is een voorkeur voor kleine appartementjes die eventueel voorzien kunnen worden van een keuken. Voor de entree van dit eigen appartementje is het van belang dat deze afsluitbaar is en is te openen door de ouderen (op afstand). Ook dienen de ouderen een eigen identiteit te kunnen uitstralen met het appartementje door middel van onder andere een huisnummer, een raam bij de voordeur met vensterbank en de mogelijkheid om bijvoorbeeld een plant bij de voordeur te zetten zonder dat deze in de looproute staat. Aan de andere kant van de voordeur (binnen het appartementje) dient er voldoende ruimte te zijn voor een rollator of elektrische rolstoel, zonder dat deze in de looproute staat en dient er hier een stopcontact aanwezig te zijn om een elektrische rolstoel op te laden. Voor de woonkamer is het van belang dat hier een zitmogelijkheid is voor meerdere personen zodat ouderen visite kunnen ontvangen en dient er een tafel te kunnen staan voor activiteiten als hobby’s of lezen. Met betrekking tot de eigen slaapkamer is het onder andere van belang dat deze gelijkvloers is met de woonkamer en dat er voldoende ruimte is voor hulp bij het bed. Ook dienen de deuren breed genoeg te zijn om met het bed naar buiten te kunnen. Een eigen badkamer is van belang voor deze groep ouderen zodat ze zo lang mogelijk zelfredzaam blijven. Hiervoor dient
122
de badkamer dan ook aangepast te worden. Bijvoorbeeld een licht schuivende schuifdeur, een gelijkvloerse inloopdouche, voldoende ruimte voor de transfer van een rolstoel naar het toilet en de mogelijkheid om zittend te douchen zijn dan ook van belang. Ook de mogelijkheid om de badkamer aan te kleden met persoonlijke spullen is van belang voor deze groep. In figuur 6.3 is een voorbeeld gegeven van de checklist voor de doelgroep ouderen met alleen een somatisch ziektebeeld. Voor de complete checklist wordt verwezen naar bijlage VI. Tabel 6.3: Voorbeeld checklist doelgroep 1 (alleen een somatisch ziektebeeld) niveau: Privéruinte
Privéruimte Ja/nee/alter- Behoefte in het woon/zorgproces natief Cluster Doel/activiteit
Entrée van de privéruimten Geen drempels
Fysiologisch
Afsluitbare voordeur
Fysiologisch, Zichzelf kunnen afzonderen (ook voor seksociaal, psycholo- sualiteit), vertrouwelijke gesprekken voeren, gisch sociale controle (veilig voelen), afsluiten van het privedomein
Intercom/belsysteem deur
bij
Obstakels vermijden
voor-
Functioneel, psychologisch
Staand en zittend deuren openen, zien wie er voor de deur staat, veilig voelen in het privedomein
Raam bij de voordeur inclusief vensterbank
Psychologisch
Zelfexpressie, zien wie er voor de deur staat, eigen identiteit met het privedomein uitstralen
Oogje in de deur op sta- en zithoogte
Functioneel, psychologisch
Mobiliteit, staand en zittend deuren openen, zien wie er voor de deur staat, veilig voelen in de emiopenbare ruimte
Deuren automatisch (keuze) laten sluiten (zonder te slaan)
Psychologisch, fysiologisch
Irrelevante prikkels vermijden, geluidsoverlast verkleinen
Deur kunnen openen op afstand
Functioneel
Zittend de deur kunnen openen
Aanpasbaar volume van alarmbeld, deurbel en telefoon
Fysiologisch
Auditief comfort
Aanpasbare melodien van alarmbeld, deurbel en telefoon
Fysiologisch
Auditief comfort
Extra verlichting boven deuren
Fysiologisch
Visueel comfort, veiligheidsverlichting
Nisje aan de buitenkant bij de voordeur om iets van jezelf neer te zetten
Psychologisch
Zelfexpressie, eigen identiteit met het privedomein uitstralen
Huisnummer
Psychologisch
Eigen identiteit met het privedomein uitstralen
Naambordjes bij privedomein
Psychologisch
Eigen identiteit met het privedomein uitstralen
123
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
6.2.2 Checklist doelgroep 2: ‘een psychogeriatrisch ziektebeeld’ De tweede doelgroep betreft zorgbehoevende ouderen met een psychogeriatrisch ziektebeeld eventueel in combinatie met een somatisch ziektebeeld. Het hebben van een psychogeriatrisch ziektebeeld heeft vooral een uitbreiding van de gewenste aspecten voor de andere doelgroep tot gevolg. Toch zijn er voor deze doelgroep minder gewenste aspecten van belang, namelijk 329. Dit komt voornamelijk doordat het privédomein voor deze doelgroep bestaat uit een zit/ slaapkamer in plaats van een aparte zitkamer en een aparte slaapkamer. Door deze extra kamer komen verschillende gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed vaker terug. Ook voor deze doelgroep zullen de gewenste aspecten uit de checklist kort besproken worden aan de hand van de drie eerder bepaalde niveaus. Voor de complete checklist wordt verwezen naar bijlage VII. In deze paragraaf zullen geen voorbeelden van de checklist meer gegeven worden. Omgeving Voor de zorgbehoevende ouderen met een psychogeriatrisch ziektebeeld geldt ook dat ze niet veel meer buiten het woonzorgvastgoed komen door hun ziektebeeld. Daarnaast dient de woonomgeving van deze groep ouderen afgesloten te zijn. Met betrekking tot de omgeving kan gezegd worden dat de gewenste aspecten ongeveer hetzelfde zijn. Het enige belangrijke verschil is dat het voor ouderen met een psychogeriatrisch ziektebeeld voor de hand liggender is om het woonzorgvastgoed in een bosrijke of natuurrijke omgeving te situeren. Dit zorgt voor rust voor de ouderen en weinig overlast door geluiden die ze niet kunnen duiden. Semiopenbare ruimte Ook voor deze doelgroep bevat de semiopenbare ruimte veel aparte ruimten. Het is van belang dat er een gezamenlijke woonkamer/keuken, sanitaire ruimten, een aparte entreeruimte, een direct toegankelijke tuin per afdeling, een behandelruimte, een fysioruimte, bespreekkamers, ontmoetingsruimten, multifunctionele ruimten, een hoekje voor geloofsactiviteiten, een wasruimte, een rokersruimte en een logeerruimte aanwezig zijn. Met betrekking tot de verkeersruimten is het voor deze doelgroep van belang bepaalde functies of gehele afdelingen herkenbaar te maken met bijvoorbeeld kleuren. Alleen een bewegwijzering is niet voldoende voor de ouderen om de eigen plek te kunnen vinden. Vloeren dienen mat te zijn afgewerkt, omdat spiegelende oppervlakten onrust kunnen veroorzaken. Ook strepen op de vloer en hoeken in gangen dienen vermeden te worden om de ouderen de omgeving zo goed mogelijk te laten begrijpen. Daarnaast is het van belang dat afdelingen afgesloten kunnen worden. Voor de gezamenlijk woonkamer/keuken is het van belang dat er een oppervlakte van ongeveer 9-10 m2 per persoon wordt aangehouden om zo voldoende ruimte te creëren voor de activiteiten en de mogelijkheid om rollators en rolstoelen op te bergen. Verder is het voor deze ouderen van belang dat bijvoorbeeld deuren en muren in contrasterende kleuren aanwezig zijn voor de zichtbaarheid, dat de inrichting huiselijk is, dat er zo min mogelijk entrees zijn (ze begrijpen niet waar alle mensen vandaan komen) en ze zoveel mogelijk zicht hebben op de entree. Een aparte entreeruimte met directe doorgang naar de privédomeinen dient ervoor dat bezoek en personeel dat binnenkomt niet altijd door de gezamenlijke woonkamer hoeft te gaan om de privédomeinen te bereiken. Dit is voor deze doelgroep van belang omdat dit extra prikkels zijn die ze niet altijd kunnen duiden. Daarnaast is het van belang dat er een direct toegankelijke tuin aanwezig is per afdeling. Deze tuin dient direct bereikbaar te zijn vanuit de gezamenlijke woonkamer door middel van
124
een deur die door de ouderen te bedienen is. De tuin dient afgesloten en veilig te zijn (planten en paden) en overzichtelijk vanaf de gezamenlijke woonkamer. Met betrekking tot de overige ruimten is het vooral van belang dat er geen ruimten nodig zijn die ouderen zelf kunnen huren voor activiteiten en dat er geen aanvullende voorzieningen als een bibliotheek nodig zijn. Deze groep ouderen heeft de regie niet meer om deze voorzieningen te gebruiken of de bijbehorende activiteiten uit te voeren. Privédomein Het privédomein van de groep ouderen met een psychogeriatrisch ziektebeeld verschilt van het privédomein van de groep ouderen met alleen een somatisch ziektebeeld. Door de respondenten werd aangegeven dat deze doelgroep geen behoefte heeft aan een eigen appartement, maar dat een ruime eigen zit/slaapkamer volstaat. Mede door het ziektebeeld speelt het grootste deel van het dagelijks leven van deze ouderen zich af in de gezamenlijke woonkamer. Het is van belang dat deze groep ouderen een eigen zit/slaapkamer en bij voorkeur een eigen badkamer hebben. Deze eigen badkamer dient rechtstreeks vanaf de zit/slaapkamer bereikt te kunnen worden. Het is voor deze doelgroep minder van belang een eigen badkamer te hebben dan voor de andere doelgroep. De zit/slaapkamer dient minimaal 18 m2 te zijn en vierkant of rechthoekig van vorm te zijn om verschillende indelingen mogelijk te maken. Daarnaast moet er een zitmogelijkheid voor meerdere personen zijn. De kamer dient een lichte afwerking te hebben en er dient voldoende natuurlijk licht binnen te kunnen komen. Daarnaast is het van belang om de kamer te kunnen verduisteren. Verder is het van belang dat eventueel aanwezige domotica draadloos is, geen geluid maakt en geen licht uitstraalt. Ouderen met een psychogeriatrisch ziektebeeld kunnen deze signalen vaak niet duiden.
6.3 Evaluatie checklists De gemaakte checklists op basis van de resultaten van dit onderzoek zijn geëvalueerd door middel van een discussiesessie met enkele professionals. Het is van belang inzicht te krijgen in hoeverre de resultaten van dit onderzoek een zo goed mogelijk beeld geven van de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed en of de checklists gebruikt kunnen worden voor een Post Occupancy Evaluation. De checklists zijn besproken met een huisvestingsadviseur van Royal HaskoningDHV en een juridisch en financieel adviseur van Royal HaskoningDHV. Beiden hebben verschillende jaren ervaring met het ontwikkelen van woonzorgvastgoed voor verschillende doelgroepen. Allereerst werd er aangegeven dat de indeling in doelgroepen als mogelijke indeling wordt ervaren. De professionals waren enthousiast over de grote hoeveelheid belangrijke aspecten van het woonzorgvastgoed die naar voren zijn gekomen en over het detailniveau waarin deze gegevens naar voren zijn gekomen. Ook over de koppeling tussen de gewenste aspecten en de achterliggende behoeften waren de professionals enthousiast. Hiermee kan wanneer er een discussie ontstaat over een bepaald gewenst aspect beter ingeschat worden waarom dit belangrijk is. Wel werd hierbij de opmerking gegeven dat dit alleen goed mogelijk was wanneer de weging van deze aspecten toch wel zou worden toegevoegd, zodat duidelijk zou zijn welke aspecten van het woonzorgvastgoed echt nodig zijn en welke aspecten van het woonzorgvastgoed extra kwaliteit toevoegen. Zoals eerder besproken is deze weging weggelaten als versimpeling op de uitgebreide methode USE. Deze evaluatie geeft echter aanleiding om deze weging alsnog mee te nemen zoals in de methode USE wordt beschreven (Heijs, 2009).
125
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
De professionals waren ook enthousiast over de methodiek USE, oftewel het inzicht in de gebouwde omgeving op basis van behoeften van eindgebruikers voortvloeiend uit het gebruiksproces. Er werd aangegeven dat het zeker voor deze specifieke groep een toegevoegde waarde is om vanuit de eindgebruiker en het gebruiksproces de gebouwde omgeving te bekijken omdat dit kan leiden tot nieuwe inzichten. Door de professionals werd dan ook aangegeven dat de methodiek op meerdere specifieke gebouwen toegepast kan worden om de functionele kwaliteit te kunnen verbeteren. Volgens de professionals gaf de checklist een vrij goed beeld van de functionele eisen van het woonzorgvastgoed voor deze doelgroep. Wel zijn er een aantal zaken die niet aan bod komen als brandveiligheid, thermisch comfort en enkele erg voor de hand liggende dingen als handen wassen. Deze zaken zijn eerder in het onderzoek weggelaten, omdat de schriftelijke vragenlijsten anders te uitgebreid zouden worden. Daarnaast zou de huidige regelgeving geïntegreerd kunnen worden om een zo goed mogelijk beeld van de aspecten van het woonzorgvastgoed te krijgen. Ook hierbij lijkt de eerder gekozen versimpeling door bepaalde zaken weg te laten niet zomaar mogelijk te zijn. De professionals gaven aan dat met betrekking tot een Post Occupancy Evaluation de meeste aspecten direct toepasbaar zijn in combinatie met de mogelijkheid om de aanwezigheid of een alternatief te kunnen aangeven. Met betrekking tot een Programma van Eisen gaven de professionals aan dat voordat deze checklists opgenomen kunnen worden eerst de gewenste aspecten op een andere manier geformuleerd en gewogen dienen te worden. Verder werd de opmerking gemaakt dat het interessant is voor zorgorganisaties om te onderzoeken welke invloed het realiseren van deze gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed heeft op de zorgexploitatie. Wanneer de hoogte van de investering in de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed gekoppeld kan worden aan de zorgexploitatie of met andere woorden de invloed van deze aspecten berekend zou kunnen worden zou hiermee een beslissingsondersteunend model ontwikkeld kunnen worden. Alles bij elkaar kan gezegd worden dat de versimpelingen die doorgevoerd zijn om de methode USE toe te kunnen passen binnen de kaders van dit onderzoek de checklists minder bruikbaar hebben gemaakt en dus de directe toepassing in een Programma van Eisen of een Post Occupancy Evaluation bemoeilijken. Allereerst is het van belang dat er een compleet overzicht van de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed gegeven wordt in de checklists en is de versimpeling met betrekking tot het weglaten van de bekende gegevens niet zonder meer mogelijk voor een groter schaalniveau. Als tweede dient de weging van de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed meegenomen te worden waardoor latere keuzes in het Programma van Eisen beter gemaakt kunnen worden en betere scores aan gewenste aspecten gekoppeld kunnen worden in een Post Occupancy Evaluation.
126
6.4 Conclusie In dit hoofdstuk zijn de gewenste aspecten behorend bij de woon- en zorgbehoeften van verschillende doelgroepen ouderen inzichtelijk gemaakt. Dit is gedaan in de vorm van checklists die afgeleid zijn van de methode USE om zo de grote hoeveelheid gewenste aspecten per niveau (omgeving van het woonzorgvastgoed, semiopenbare ruimte en het privédomein) overzichtelijk weer te geven. Door de checklists per niveau op te stellen kan de koppeling met de praktijk en het bestaande vastgoed gemakkelijk gemaakt worden. De belangrijkste verschillen tussen de doelgroepen met betrekking tot het woonzorgvastgoed betreffen het privédomein. Mensen met alleen een somatisch ziektebeeld hebben door de behoefte aan autonomie en privacy bij voorkeur een klein eigen appartement, terwijl mensen met een psychogeriatrisch ziektebeeld voldoende hebben aan een eigen zit/slaapkamer. Daarnaast is het voor alle zorgbehoevende ouderen van belang direct toegang tot een tuin te hebben waar ze te allen tijden gebruik van kunnen maken. Voor de complete overzichten van gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed wordt verwezen naar de paragrafen 6.2.1 en 6.2.2 en de bijlagen VI en VII. Nadat deze checklists voor de doelgroepen opgesteld zijn is er een evaluatie uitgevoerd met professionals om te bepalen in hoeverre deze checklists een goed beeld geven het gewenste woonzorgvastgoed voor zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger en of ze toegpast kunnen worden in een Post Occupancy Evaluation of Programma van Eisen. De professionals waren allereerst enthousiast over het detailniveau van de omschreven gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed. Daarnaast waren ze ook enthousiast over de manier van denken in USE vanuit het woon- en zorgproces van de zorgbehoevende ouderen. Ze zagen dit principe ook werken binnen andere gebouwen voor specifieke doelgroepen. Verder werd ook aangegeven dat de checklists een goed beeld geven van het woonzorgvastgoed maar dat er enkele zaken zoals de brandbeveiliging en ventilatie niet opgenomen zijn in de checklists. Ook werd er door de professionals aangegeven dat een weging van de aspecten van de gebouwde omgeving noodzakelijk is om de checklists als basis te gebruiken voor een Programma van Eisen of een Post Occupancy Evaluation. Deze zaken zijn eerder in het onderzoek door een versimpeling van de methodiek niet meegenomen vanwege de grote hoeveelheid aan behoeften en aspecten. Als laatste werd aangegeven dat de checklists gekoppeld kunnen worden aan de zorgexploitatie om zo de vastgoed- en zorgexploitatie meer te integreren.
127
Zorgbehoevend Zorgbe ehoe evend zzorgvastgoed? eve orggva v stgoed d?
Hoofdstuk 7: Conclusies & aanbevelingen
128
In dit hoofdstuk worden de conclusies van dit onderzoek besproken aan de hand van de doelstelling en de bijbehorende onderzoeksvragen. Hierna worden aanbevelingen gedaan met betrekking tot beleid, dit onderzoek, de gebruikte methode USE en vervolgonderzoek.
7.1 Conclusies De doelstelling van het onderzoek is: inzicht krijgen in de woon- en zorgbehoeften van zorgbehoevende ouderen met indicatie ZZP 5 of hoger, de daarbij horende gewenste aspecten van intramuraal woonzorgvastgoed en de invloed van de belangrijkste huishoudenskenmerken en structurele kenmerken op de relatie tussen deze behoeften en aspecten teneinde het welzijn van de intramuraal wonende zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 of hoger te verbeteren. Dit is onderzocht aan de hand van de methode USE. Volgens deze methode dienen woon- en zorgbehoeften te worden bepaald op grond van het gebruiksproces; het zijn de activiteiten en doelen die aan dat proces zijn verbonden. Deze behoeften worden in een volgende stap gerelateerd aan de aspecten van de omgeving die nodig zijn voor hun vervulling. De relatie kan worden beïnvloed door de kenmerken van gebruikers. Aan de hand van deze methode zijn de volgende vier deelvragen opgesteld: 1. 2. 3.
4.
Welke woon- en zorgbehoeften hebben zorgbehoevende huishoudens met ZZP 5 en hoger? Welke gewenste aspecten van woonzorgvastgoed voor zorgbehoevende huishoudens met ZZP 5 en hoger horen daarbij? Welke huishoudenskenmerken/structurele kenmerken van zorgbehoevende huishoudens met ZZP 5 en hoger hebben een invloed op de relatie tussen deze behoeften en aspecten en zijn naar aanleiding daarvan groepen te onderscheiden? In hoeverre geven de gewenste aspecten uit dit onderzoek, vertaald naar checklists, een zo compleet mogelijk beeld van de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed in de praktijk?
In figuur 7.1 is de relatie tussen de woon- en zorgbehoeften van zorgbehoevende ouderen, de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed en de huishoudenskenmerken en de structurele kenmerken van zorgbehoevende ouderen weergegeven.
Figuur 7.1 Conceptueel model; de relatie tussen de woon- en zorgbehoeften, de bijbehorende gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed en de invloed van de huishoudenskenmerken en structurele kenmerken op de relatie hiertussen.
Uit het literatuuronderzoek komt naar voren dat de behoeften van mensen ten aanzien van gebruiksprocessen in gebouwen in te delen zijn in vier clusters. Dit zijn allereerst de fysiologische behoeften, die betrekking hebben op het lichamelijk welzijn van personen en het waarnemingsvermogen door zintuigen (horen, voelen, zien, ruiken, proeven). Het tweede cluster omvat de sociale behoeften, die gerelateerd zijn aan de omgang met andere personen (relaties tussen personen). Het derde cluster omvat de psychologische behoeften die gericht zijn op het 129
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
geestelijk welzijn van personen en het vierde en laatste cluster omvat de functionele behoeften. Dit zijn de behoeften die gerelateerd zijn aan het kunnen uitvoeren van activiteiten in een gebouw. Deze clusters blijken na veldwerk in de vorm van interviews met experts van onder andere belangenorganisaties en zorgorganisaties ook van toepassing voor de woon- en zorgbehoeften van intramuraal wonende zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger en vormen de basis voor onderzoek naar deze woon- en zorgbehoeften van zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger. Op basis van literatuuronderzoek naar de woon- en zorgbehoeften van intramuraal wonende zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger en concretisering, aanpassing en aanvulling van deze woon- en zorgbehoeften door middel van mondelinge interviews gebaseerd op USE zijn er 151 woon- en zorgbehoeften voor zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger bepaald. Er kan op basis van deze informatie gezegd worden dat de woon- en zorgbehoeften van intramuraal wonende zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger anders zijn dan de woonbehoeften van zelfstandig wonende ouderen. Wat opvalt is dat veel doelen en activiteiten (behoeften) voor zorgbehoevende ouderen over het algemeen meer in detail besproken dienen te worden dan woonbehoeften van zelfstandig wonende ouderen. Zo zijn er vaak meer activiteiten van belang om een bepaald doel te omschrijven. De behoefte aan visueel comfort kan voor de zorgbehoevende ouderen bijvoorbeeld uitgelegd worden door de activiteiten hoeveelheid kunstlicht aanpassen voor sfeerdoeleinden, hoeveelheid kunstlicht aanpassen voor veiligheidsdoeleinden, hoeveelheid natuurlijk licht aanpassen, contrast zien tussen aspecten in de ruimte en spiegelende oppervlaktes vermijden. Voor zelfstandig wonende ouderen volstaat één activiteit, namelijk de hoeveelheid licht aanpassen. In totaal zijn er voor 101 van de 151 woon- en zorgbehoeften van intramuraal wonende zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger via schriftelijke vragenlijsten (gebaseerd op USE) 410 bijbehorende gewenste aspecten van woonzorgvastgoed bepaald. De gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed zijn beschreven binnen drie verschillende niveaus. Dit zijn de omgeving van het woonzorgvastgoed, de semiopenbare ruimte binnen het woonzorgvastgoed en het privédomein binnen het woonzorgvastgoed. Al deze gewenste aspecten zijn van belang voor het welzijn van de zorgbehoevende ouderen met betrekking tot de fysiologische, sociale, psychologische of functionele behoeften. De gewenste aspecten worden, net als de woon- en zorgbehoeften van zorgbehoevende ouderen, op een hoog detailniveau beschreven. Het is voor deze specifieke doelgroep van belang dat het woonzorgvastgoed aan specifieke gewenste aspecten voldoet. Zo is het bijvoorbeeld van belang waar deuren gepositioneerd zijn, welke kleur deze deuren hebben en hoe ze open gaan. Met betrekking tot de verschillen in huishoudenskenmerken en structurele kenmerken die invloed hebben op de relatie tussen de woon- en zorgbehoeften van zorgbehoevende ouderen en de bijbehorende gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed kan het volgende gezegd worden: Een verschil met betrekking tot het hebben of niet hebben van een psychogeriatrisch ziektebeeld, het hebben of niet hebben van een somatisch ziektebeeld, een verschil in cultuur, het hebben of niet hebben van een echtgenoot of echtgenote, het hebben of niet hebben van kinderen, een verschil in opleidingsniveau, een verschil in inkomenshoogte, een verschil in leeftijd of een verschil in geslacht zijn van invloed op de relatie tussen de woon- en zorgbehoeften van zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger en de bijbehorende gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed. Naar aanleiding hiervan kan er aangenomen worden dat zorgbehoevende ouderen niet als één groep gezien kunnen worden en dat er verschillende doelgroepen te onderscheiden zijn. Ook kan er op basis van deze aanname geen eenduidig eisenpakket opgesteld worden waaraan het woonzorgvastgoed dient te voldoen. Er zal per project
130
onderzocht dienen te worden wat de doelgroep is en hoe deze doelgroep zich zal ontwikkelen met betrekking tot de verschillen, de woon- en zorgbehoeften en de bijbehorende gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed. De respondenten noemden het hebben of niet hebben van een psychogeriatrisch ziektebeeld het vaakst als invloedrijk verschil op de relatie tussen de woon- en zorgbehoeften van zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en de bijbehorende gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed. Op basis van deze informatie kunnen er twee doelgroepen gedefinieerd worden. De eerste doelgroep bevat zorgbehoevende ouderen met alleen een somatisch ziektebeeld en de tweede doelgroep bevat zorgbehoevende ouderen met een psychogeriatrisch ziektebeeld en eventueel een somatisch ziektebeeld. Dit onderscheid in doelgroepen heeft vooral kleine verschillen in de woon- en zorgbehoeften en de bijbehorende gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed tot gevolg. Er is gepoogd in de vorm van checklists per niveau (omgeving van het woonzorgvastgoed, semiopenbare ruimte van het woonzorgvastgoed en het privédomein binnen het woonzorgvastgoed) weer te geven aan welke gewenste aspecten het woonzorgvastgoed dient te voldoen voor zorgbehoevende ouderen met een bepaalde achtergrond. Er kan aangevinkt worden of een bepaald aspect van het woonzorgvastgoed al dan niet aanwezig is en of dat er een alternatief aanwezig is. Daarnaast geven de checklists informatie over waarom een bepaald gewenst aspect van de gebouwde omgeving van belang is door middel van de relevante woon- en zorgbehoeften. Het aggregatieniveau van de checklists is laag, waardoor het gedetailleerde maar uitgebreide checklists zijn. In de checklists ontbreekt een weging van de functionele eisen om een snellere afname mogelijk te maken. Uit een evaluatie blijkt dat die weging toch nodig is, waardoor beter gebruik kan worden gemaakt van de oorspronkelijke module in de methode USE. Deze kan gebruikt worden voor een Programma van Eisen of een Post Occupancy Evaluation.
7.2 Aanbevelingen In deze paragraaf worden achtereenvolgens aanbevelingen gedaan voor beleid, de gebruikte methodes in dit onderzoek, de methode USE en vervolgonderzoek. 7.2.1 Beleid In dit onderzoek zijn de eisen aan de gebouwde omgeving onderzocht vanaf de vraagzijde op basis van doelen en activiteiten van de eindgebruikers van woonzorgvastgoed. Deze manier van denken is niet gebruikelijk binnen de ontwikkeling van woonzorgvastgoed. In de resultaten van dit onderzoek is een groot aantal gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed beschreven op basis van de woon- en zorgbehoeften van zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger waarbij de invloed van verschillende structurele- en huishoudenskenmerken is meegenomen. Met de groeiende vraag naar kwaliteit vanuit de zorgbehoevende ouderen en de veranderende achtergronden van deze ouderen kan aan partijen die woonzorgvastgoed ontwikkelen en exploiteren aanbevolen worden om een Programma van Eisen op te stellen op basis van de behoeften van de zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger en de bijbehorende gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed. Op deze manier kan beter voldaan worden aan de vraag van de verschillende zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger. Daarnaast kan er aan partijen die op dit moment in het bezit zijn van woonzorgvastgoed aanbevolen worden om te onderzoeken in hoeverre hun woonzorgvastgoed voldoet aan de gewenste functionele kwaliteit voor zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger door middel van een Post Occupancy Evaluation met behulp van de in dit onderzoek beschreven gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed op basis van de woon- en zorgbehoeften van de zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger.
131
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
7.2.2 Evaluatie eigen onderzoek Er is in dit onderzoek conform de methode USE gebruik gemaakt van literatuur, mondelinge interviews, schriftelijke vragenlijsten en een vertaling naar checklists. Voor de mondelinge interviews was het relatief eenvoudig om respondenten te benaderen, omdat de interviews in ongeveer één tot anderhalf uur af te nemen waren. Een ander voordeel was dat er specifieke vragen gesteld konden worden waardoor de specifieke informatie relatief eenvoudig verzameld kon worden. Het verkregen overzicht van woon- en zorgbehoeften is zo compleet mogelijk. Het is door middel van literatuuronderzoek opgesteld en is hierna door middel van mondelinge interviews met experts van voornamelijk belangenorganisaties en zorgorganisaties gecontroleerd, aangepast en aangevuld. Een nadeel van mondelinge interviews is dat het veel tijd kost waardoor er slechts een beperkte groep van 12 personen is geïnterviewd. Hierna is door middel van schriftelijke vragenlijsten, conform de methode USE, de koppeling tussen de bepaalde woon- en zorgbehoeften van de zorgbehoevende ouderen en de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed gemaakt. Daarnaast is door middel van dezelfde vragenlijsten de invloed van huishoudenskenmerken en structurele kenmerken op de relatie tussen deze behoeften en aspecten onderzocht. Door de toepassing op deze methode is er naar aanleiding van de mondelinge interviews een uitgebreide lijst aan woon- en zorgbehoeften gedefinieerd. Hierdoor is de koppeling van alle behoeften aan gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed in het kader van dit onderzoek niet mogelijk gebleken. Om de toepassing mogelijk te maken zijn er versimpelingen toegepast. De eerste versimpeling houdt in dat de koppeling tussen een aantal woon- en zorgbehoeften en de bijbehorende gewenste aspecten niet onderzocht is in het vervolg van het onderzoek. Het gaat hierbij om behoeften en aspecten waarover reeds veel bekend is in de huidige regelgeving, behoeften en aspecten die te technisch zijn voor de respondenten en behoeften en aspecten die te uniek zijn om betrouwbare gegevens te verzamelen. De tweede versimpeling houdt in dat een weging van de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed niet meegenomen is, terwijl dit wel een onderdeel is van USE. Het onderzoek in de vorm van deze schriftelijke vragenlijsten heeft tot de gewenste aspecten van woonzorgvastgoed en de verschillen tussen ouderen geleid. Een voordeel van het gebruik van de vragenlijsten is dat de respondenten gedurende enkele weken de mogelijkheid kregen om de vragenlijsten in te vullen, wat als fijn werd ervaren. Een nadeel is dat, ondanks de versimpelingen, nagenoeg alle respondenten aangaven dat het invullen van de uitgebreide vragenlijst veel werk was. Daarnaast werden de vragen door de respondenten als complex ervaren. Er werd door de respondenten een voorkeur gegeven aan een persoonlijke uitleg waarbij vragen gesteld konden worden voordat ze begonnen aan het invullen van de vragenlijsten. Desondanks is er een groep van 17 respondenten bereid gevonden om de vragenlijsten in te vullen. Doordat de gewenste aspecten van woonzorgvastgoed alleen onderzocht zijn door middel van een relatief klein aantal schriftelijke vragenlijsten is er waarschijnlijk een minder compleet overzicht verkregen dan het overzicht van de woon- en zorgbehoeften van zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger. Om deze bepaalde gewenste aspecten van woonzorgvastgoed meer wetenschappelijke waarde te geven, kunnen in een vervolgonderzoek meer respondenten gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed op basis van de bepaalde woon- en zorgbehoeften geven. Er kan aanbevolen worden om dit verdere onderzoek te verdelen in de vier clusters behoeften. Zo kunnen de vragenlijsten minder uitgebreid gemaakt worden. Tot slot zijn de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed vertaald naar checklists om deze resultaten toe te kunnen passen in een Programma van Eisen (PvE) en een Post Occupancy Evaluation (POE). Er is geen weging van de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed in de checklists opgenomen om een snellere afname mogelijk te maken. Door middel van een discussiesessie is onder andere de bruikbaarheid van deze checklists geëvalueerd. Er werd door professionals aangegeven dat de weging van de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed 132
een belangrijk onderdeel is voor de toepasbaarheid in de praktijk en dat de checklists de gewenste aspecten met betrekking tot de eerder weggelaten woon- en zorgbehoeften missen. Er kan met andere woorden gezegd worden dat de eerdere versimpelingen bij de vertaling naar checklists problemen opleveren waardoor de checklists minder goed toepasbaar zijn in een PvE of een POE. Er kan aanbevolen worden alsnog onderzoek te doen naar de weging van de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed met USE en alsnog onderzoek te doen naar de gewenste aspecten van woonzorgvastgoed behorend bij de eerder weggelaten woon- en zorgbehoeften. 7.2.3 De methode USE (User Needs by Systematic Elaboration) De opzet van dit onderzoek is gebaseerd op de methode USE (User Needs by Systematic Elaboration). Deze methode is ontwikkeld aan de Technische Universiteit Eindhoven en wordt toegepast om woon- en zorgbehoeften te bepalen op grond van het gebruiksproces. Deze behoeften worden in een volgende stap gerelateerd aan de aspecten van de omgeving die voor hun vervulling nodig zijn. De relatie kan worden beïnvloed door de kenmerken van gebruikers. In dit onderzoek is de methodiek voor het eerst toegepast op de woon- en zorgbehoeften van zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger en de bijbehorende gewenste aspecten van woonzorgvastgoed. Er is in dit onderzoek conform USE gebruik gemaakt van literatuur, mondelinge interviews, schriftelijke vragenlijsten en een vertaling naar checklists. Professionals waren enthousiast over het detailniveau van de gewenste aspecten van woonzorgvastgoed en de manier van denken vanuit de vraagzijde. Er werd aangegeven dat ze deze manier van denken ook graag zouden zien binnen andere gebouwen voor specifieke doelgroepen en functies. Een nadeel van de toepassing van USE binnen de kaders van dit onderzoek is dat er een grote hoeveelheid informatie verwerkt dient te worden. Mede hierdoor zijn in dit onderzoek versimpelingen toegepast en is er gebleken dat de methode USE niet zomaar versimpeld kan worden. Dit gaat ten koste van de gedetailleerde resultaten (laag aggregatieniveau), wat juist een kracht is van de methode. Een manier om USE toch toe te passen met een beperkte capaciteit is de mogelijkheid om per cluster behoeften onderzoek te doen. Zo blijft het lage aggregatieniveau bewaard en wordt de hoeveelheid informatie verdeeld. 7.2.4 Vervolgonderzoek In dit onderzoek is onder andere bepaald dat een verschil in het kenmerk ziektebeeld (een psychogeriatrisch ziektebeeld of een somatisch ziektebeeld) van belang is voor de relatie tussen de woon- en zorgbehoeften en de bijbehorende gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed. Het is relevant om andere doorsnedes en hun invloed op de woon- en zorgbehoeften en de bijbehorende gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed te onderzoeken. Zo kunnen bijvoorbeeld verschillen in de kenmerken opleidingsniveau of het hebben van kinderen onderzocht worden. Wanneer er meer doorsnedes onderzocht worden kan er op basis van deze nieuwe gegevens een nieuwe suggestie worden gedaan voor een verdeling in doelgroepen zorgbehoevende ouderen, hun woon- en zorgbehoeften en de bijbehorende gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed. Daarnaast zou in een vervolgonderzoek onderzocht kunnen worden wat de realiseerbaarheid van de bepaalde gewenste aspecten is in het woonzorgvastgoed. Hierbij zou ook onderzocht kunnen worden wat de kosten van deze ingrepen zijn en welke stakeholders deze kosten kunnen dragen.
133
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
Uit onderzoek is naar voren gekomen dat er in de toekomst waarschijnlijk meer allochtone zorgbehoevende ouderen in vormen van woonzorgvastgoed zullen wonen. Het is relevant om onderzoek te doen in hoeverre de woon- en zorgbehoeften en de bijbehorende gewenste aspecten van woonzorgvastgoed voor deze groep ouderen vergelijkbaar is met de in dit onderzoek bepaalde behoeften en aspecten of dat deze verschillen. Daarnaast richt dit onderzoek zich op grootschalig woonzorgvastgoed. Er is in dit onderzoek naar voren gekomen dat er een tendens is van grootschalig woonzorgvastgoed naar kleinschalig woonzorgvastgoed. Het is relevant om te onderzoeken of het noodzakelijk is om ook een onderzoek naar de gewenste aspecten van kleinschalige woonzorgvoorzieningen uit te voeren. Ook blijkt uit het onderzoek dat er op dit moment veel veranderingen gaande zijn in de wet- en regelgeving met betrekking tot zorgbehoevende ouderen en het woonzorgvastgoed. Het is relevant om onderzoek te doen naar de invloed van deze veranderingen op de vraag naar woonzorgvastgoed en hoe deze vraag zich zal gaan ontwikkelen in de toekomst.
134
135
zorgvastgoed? Zorgbehoevend zorgvastgo goed ed d?
Literatuur
1136 13 36
•
Aarts, A.A.J. (2006). Bedrijfswaardebepaling voor defensiegebouwen. Eindhoven: Technische Universiteit Eindhoven
•
Actiz (2012). Scheiden wonen en zorg. Verkregen op 26-1-2013 van http://www.actiz. nl/website/dossiers/vastgoed/scheiden-van-wonen-en-zorg-2012
•
Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg (2012). Scheiden wonen en zorg. Verkregen op 30-1-2013van http://www.kcwz.nl/actueel/specials/scheiden_wonen_zorg
•
Beld, H.K. van den & Zalk, D. van (2010). Essenties voor samenwerking in wonen en zorg: realiseer meer en beter woonzorgvastgoed. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.
•
Bergland, A., Kirkevold, M. (2006). Thriving in nursing homes in Norway: contributing aspects described by residents. International Journal of Nursing Studies. 43, 681-691.
•
Boot, J. M. D. (2010). Organisatie van de gezondheidszorg. Assen: Koninklijke Van Gorcum BV.
•
Bui, G. (2011). Kleurrijke vergrijzing; Een onderzoek naar de woonwensen van de huidige en toekomstige oudere migranten in Nederland. Eindhoven: Technische Universiteit Eindhoven
•
Castelijns, E., Kollenburg, A. van, Meerman, W. te (2013). De vergrijzing voorbij. Utrecht: Berenschot Groep B.V.
•
Centraal Bureau voor de Statistiek (2010). Bevolkingsprognose 2010-2060: sterkere vergrijzing, langere levensduur. Verkregen op 17-01-2013 van www.cbs.nl
•
Centraal bureau voor de Statistiek (2011). Huishoudensprognose 2011-2060: meer en kleinere huishoudens. Verkregen op 22-02-2013 van http://www.cbs.nl/NR/ rdonlyres/7D0DAAA0-6769-41D5-8EC2D79A2EC027A0/0/2011k2b15p59art.pdf
•
Centraal Bureau voor de Statistiek (2012). Ontwikkelingen van prijs en volume voor verpleging en verzorging, 1998–2010. Verkregen op 12-12-2012 van http:// www.cbs.nl/NR/rdonlyres/ACE9567D-E72E-4C67-BC07-5EDECE969CB4/0/2012ont wikkelingprijsvolume19982010art.pdf
•
Centraal Planbureau (2011). Policy brief: Trends in de gezondheidszorg. Verkregen op 23-01-2013 van http://www.cpb.n
•
Centrum Indicatiesteling Zorg (2013). CIZ basisrapportage AWBZ. Verkregen op 22-02-2013 van http://ciz.databank.nl/report/awbz.html
•
College Bouw Ziekenhuisvoorzieningen (2005). Monitoring gebouwkwaliteit in de Verpleging en Verzorging 2005. Verkregen op 17-1-2013 van http://kennisplein. zorgenbouw.nl/Kennisplein/KPAlgemeen/Monitoring%20gebouwkwaliteit%20in%20 de%20Verpleging%20en%20Verzorging%202005.pdf
137
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
138
•
College voor zorgverzekeringen (2011). Gebruikersgids verpleging en verzorging 2011. Verkregen op 15-1-2013 van http://www.pgb.nl/dit-is-een-persoonsgebonden-budgetpgb/awbz-zorgkantoor/indicatie-in-een-zorgzwaartepakket-zzp
•
CZ Zorgkantoor (2011). Zorginkoopbeleid 2012. Verkregen op 22-10-2012 van http://www.czzorgkantoren.nl/zorginkoopbeleid-2012.pdf?s=czzorgkantoor_zorgaan bieder
•
Doorn van, L. (2012). Levensloopgeschikt wonen bij Laurentius. Eindhoven: Technische Universiteit Eindhoven
•
Draak, M. den (2010). Oudere Tehuisbewoners. Den Haag: Sociaal Cultureel Planbureau.
•
Dumaij, A.C.M. (2011). Productiviteitstrend in de sector verpleging, verzorging en thuis zorg; Een empirisch onderzoek naar het effect van regulering op productiviteit 1972 -2010. Centrum voor Innovaties en Publieke Sector Efficiëntie Studies, Technische Universiteit Delft. Verkregen op 5-2-2013 van http://www.tbm.tudelft.nl/uploads/me dia/M76931-3_VVT.pdf
•
Economisch Instituut voor de Bouw (2012). Bouwen voor de zorg; Perspectief voor de Nederlandse bouw. Verkregen op 5-12-2012 http://www.eib.nl/index/nieuws__226/
•
Enosh, N. Leslau, A. and Shacham, J. (1984). Residential Quality Assessment: a Conceptual model and Empirical Test. Social Indicators Research 14, 453-476.
•
Heijs, W. (2000). Woonbehoeften van ouderen: een onderzoek onder oudere huurders van de woningstichting HHvL. Onderzoeksrapportage. Eindhoven: Stichting Interface.
•
Heijs, W. (2007). User needs analysis and bridging the application gap. In: E. Edgerton, O. Romice and C. Spencer (Eds.). Environmental Psychology: Putting Research into Practise. Newcastle: Cambridge Scholars Publishing. P. 30-43.
•
Heijs, W. (2009). Functionele eisen voor de Klokkenberg: een onderzoek naar de woonbehoeften van toekomstige bewoners en een koppeling met prestaties van de woning, het gebouw en de omgeving. Rapport. Eindhoven: Stichting Interface.
•
Heijs, W.J.M. (2013). College Analyseren, programmeren en evalueren. Eindhoven: Technische Universiteit Eindhoven
•
Heinen, J., Sijsling, H., Groen, M. (2012). Zorgarchitectuur-Zorgvastgoed. Den Haag: SDU Uitgevers
•
Klerk, de M. (2005). Ouderen in Instellingen. Den Haag: Sociaal Cultureel Planbureau.
•
Klerk, M. de (2011). Zorg in de laatste jaren. Sociaal Cultureel Planbureau. Verkregen op 5-2-2013 van http://www.scp.nl/content.jsp?objectid=28657
•
Malderen, L. van, Mets, T., Gorus, E. (2013): Interventions to enhance the quality of life of older people in residential long-term care: A systematic review. Ageing research reviews 12, 141-150.
•
Mens, N. (2012). Stad in Stad; de architectuur en bouwgeschiedenis van het universteit medisch centrum Groningen. Groningen: Universitair Medisch Centrum Groningen.
•
Mens, N., Wagenaar, C. (2009). De architectuur van de ouderenhuisvesting. Rotterdam: NAi Uitgevers.
•
Ministerie van Volkshuisvesting, Welzijn en Sport (2012). Kamerbrief uitwerking extramuraliseren lichte zorgzwaartepakketten. Verkregen op 22-02-2013 van www.rijksoverheid.nl
•
Nationaal Kompas Volksgezondheid (2012). Wat is verpleging en verzorging. Verkregen op 5-2-2013 van http://www.nationaalkompas.nl/zorg/verpleging-en-ver zorging/wat-is-verpleging-en-verzorging
•
Nakrem, S., Vinsnes Guttorson, A., Seim, A. (2011): Residents’ experiences of interpersonal factors in nursing home care: a qualitative study. International Journal of Nursing Studies 48. 1357-1388.
•
Poortvliet, M.C., D.L. Gerritsen, A.P.A. van Beek, P.P.M. Spreeuwenberg, J.R.J. de Leeuw en C. Wagner (2007). Kwaliteit van leven in de V&V sector. De samenhang tussen kwaliteit van leven van cliënten en kenmerken van de instelling. Utrecht: Nivel.
•
Rijksbegroting (2013). Horizontale Toelichting miljoenennota 2013. Verkregen op 28-1-2013 van http://www.rijksbegroting.nl/2013/kamerstukken,2012/9/14/ kst812045_1.html%20horizontale%20toelichting%20miljoenennota%202013
•
Rendement.nl. (2013). Een nieuw ontwerp voor de piramide van Maslow. Verkregen op 2 april 2013 van www.rendement.nl/mt/nieuws/id5943eennieuw ontwerpvoordepiramidevan
•
Rijksoverheid (2007). Dynamiek in de derde leeftijd. Verkregen op 8-11-2012 van http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/rapporten/2007/06/01/ dynamiek-in-de-derde-leeftijd.html
•
Rijksoverheid (2013). Invoering Wmo. Verkregen op 05-01-2013 van http://www.rijks overheid.nl/onderwerpen/wet-maatschappelijke-ondersteuning-wmo
•
Sommer, R. (1983). Social design: Creating Buildings with People in Mind. Chapter 6: user needs analysis. NJ: Prentice Hall.
•
Spierings, D., Van der Voordt, T., Van Biene, M. (2012). http://www.bk.tudelft.nl/fi leadmin/Faculteit/BK/Over_de_faculteit/Afdelingen/Real_Estate_and_Housing/ Organisatie/Medewerkers_RE_H/Personal_pages/VanderVoordt/General_list/2012_ ISG-ISARC_Spierings-Voordt-Biene_Desirable_Scale.pdf . Gepubliceerd in Hanse, S., Balder, M. (red),Tussenstand. Arnhem: HAN Lectoraat Zorggericht Bouwen: 88-102.
•
Thesaurus Zorg en Welzijn (2013). Snoezelen. Verkregen op 14-8-2013 van http://www.thesauruszorgenwelzijn.nl/snoezelen.htm
139
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
140
•
TNO (2012a). FAQ’s Scheiden wonen en zorg. Verkregen op 22-2-2013 van http://www.tno.nl/downloads/scheiden_van_wonen_en_zorg_faq.pdf
•
TNO (2012b). Horizonline. Verkregen op 22-12-2012 van www.horizonline.nl
•
TNO (2012c). Wonen, zorggebruik en verhuisgedrag van ouderen. Verkregen op 24-01-2013 van http://www.tno.nl/downloads/TNO-2012R10797(kwantitatievenanalyse).pdf
•
Voordt, D.J.M. van der, et al (red) (1998), Praktijkhandboek Bouw en Beheer. Wonen met zorg voor ouderen. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum
•
Zande, P. van der (2010). Deinstitutionalisering van verpleeghuizen. Eindhoven: Technische Universiteit Eindhoven.
141
zorgvastgoed? Zorgbehoevend zorgvastgo go oed e ?
Bijlagen
142 14 42
Bijlage I Behoeften ten aanzien van gebruiksprocessen in gebouwen, volgens Aarts (2006) Cluster
Behoeften
Cluster
Behoeften
Fysiologisch
Behoefte aan veiligheid
Psychologisch
De behoefte aan zelfontplooiing en zelfexpressie
Sociaal
Behoefte aan beschutting en bescherming
De behoefte aan personificatie, uitdragen van de eigen persoonlijkheid door middel van stijl, inrichting, tonen van persoonlijke bezittingen etc.
Behoefte aan hygiëne
De behoefte aan leveren van waardevolle prestaties
Thermische behoeften
De behoefte aan prestige, promotie, aanzien en beloning
Visuele behoeften
De behoefte aan variëteit (in zintuiglijke ervaringen)
Olfactorische (reuk) behoeften
De behoefte aan vermijden van stress
Tast- en bewegingsbehoeften
De behoefte aan esthetiek
Auditieve behoeften
Perceptuele behoeften, affordanties (weten waar iets voor dient)
De behoefte zich te verdedigen en reageren De behoefte aan plezier en vermaak
Functioneel
De behoefte aan comfortabel werk (huishoudelijk) De behoefte aan vrijetijdsbesteding
De behoefte aan hulp (passief en actief) De behoefte aan toezicht (actief en passief) De behoefte aan sociale contacten De behoefte aan privacy De behoefte zich te meten / vergelijken met anderen
Schuin gedrukt zijn specifieke behoeften normaal gedrukt zijn algemene behoeften
143
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
Bijlage II Interview guide ten behoeve van het veldwerk voor de behoeften van zorgbehoevende ouderen Het eerste deel van het veldwerk zal bestaan uit interviews met experts. Dit zijn onder andere medewerkers van belangenorganisaties, klachtencommissies en zorgorganisaties. Ook mantelzorgers zullen geïnterviewd worden om zo een compleet beeld te krijgen. Interviewopzet (mondeling, ongeveer 1 uur) Introductie Iedereen is hier in de gelegenheid zichzelf voor te stellen en zijn of haar achtergrond toe te lichten. Doel van het onderzoek Inzicht krijgen in de woon- en zorgbehoeften van zorgbehoevende ouderen met indicatie ZZP 5 of hoger, de daarbij horende gewenste aspecten van intramuraal woonzorgvastgoed en de invloed van de belangrijkste huishoudenskenmerken op deze behoeften en aspecten teneinde de mogelijkheden en kansen van het bestaande woonzorgvastgoed in kaart te brengen. Introductie van de topic woon- en zorgbehoeften van intramuraal wonende zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger Het onderzoek betreft de zorgbehoevende ouderen met een zorgindicatie ZZP 5 of hoger die in een vorm van woonzorgvastgoed (verpleeghuis of iets dergelijks) wonen. De woon- en zorgbehoeften zijn kenmerken van deze gebruikers. Het zijn toestanden, doelen of activiteiten om die toestanden of doelen te bereiken. Behoeften hebben betrekking op het woon- en zorgproces van de zorgbehoevende ouderen. Doel van het interview Het controleren en aanvullen van de via de literatuur bepaalde woon- en zorgbehoeften van intramuraal wonende zorgbehoevende ouderen met ZZP 5 en hoger.
144
Vragen Het interview met betrekking tot de behoeften zal uit drie onderdelen bestaan. 1. Als eerste zullen de 4 clusters behoeften kort besproken worden. Kunnen de personen zich vinden in deze 4 cluster en zijn ze duidelijk? a. Er zal een korte omschrijving van de clusters gegeven worden b. Er zal een vraag worden gesteld of dit in hun visie werkbare clusters zijn. 2. Hierna zal per cluster en per doel besproken worden of dit een juist doel is voor de ou deren. Achteraf kunnen aanvullingen op de lijst met doelen gegeven worden. a. Er zal een lijst met doelen per cluster gegeven en besproken worden. Eventuele aanvullingen kunnen gegeven worden. 3. Er zal per doel besproken worden welke activiteiten hierbij horen om het doel te bereiken a. Er zullen geen activiteiten gegeven worden. Er zal elke keer naar activiteiten gevraagd worden vanuit de eerder bepaalde doelen. Welke activiteiten dienen uitgevoerd te kunnen worden om het doel te bereiken? Wanneer de persoon de volgens hem of haar belangrijke activiteiten heeft genoemd zullen de eventueel niet benoemde activiteiten vanuit de literatuur nog besproken worden. Stap 2 en 3 zullen herhaald worden tot een compleet overzicht verkregen is van de woon- en zorgbehoeften van intramuraal wonende zorgbehoevende ouderen. Daarnaast zal gevraagd worden naar de belangrijkste huishoudenskenmerken van deze zorgbehoevende ouderen. Afronding Wanneer er geen verdere vragen vanuit beide kanten meer zijn zal het interview afgerond worden. Ook zal gevraagd worden naar participatie in het vervolgonderzoek met betrekking tot de gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed op basis van de behoeften.
145
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
Bijlage III
Overzicht behoeften (doelen en activiteiten) na veldwerk Cluster
Woon- en zorgbehoeften
Activiteiten
Fysiologisch
Fysieke veiligheid
Vallen voorkomen Brand vermijden Obstakels vermijden Open vuur vermijden
Hygiëne
(Hulp met) douchen Zittend douchen Gemakkelijk in- en uit de douche stappen (Hulp met) handen wassen (Hulp met) haren wassen (Hulp met) baden Gemakkelijk in- en uit het bad stappen (Hulp met) voeten wassen (Hulp met) toiletbezoeken
Visueel comfort
Hoeveelheid kunstlicht aanpassen voor sfeerdoeleinden Hoeveelheid kunstlicht aanpassen voor veiligheidsdoeleinden Hoeveelheid natuurlijk licht aanpassen Contrast zien tussen aspecten in de ruimte (bijv. deur en muur) Spiegelende oppervlaktes vermijden (bijv. spiegels, water en vloer)
Auditief comfort
Makkelijk aanpassen van volume van apparatuur Makkelijk aanpassen van klanken van apparatuur Vermijden van irrelevante geluiden vanuit dezelfde ruimte Vermijden van irrelevante geluiden vanuit andere ruimten Vermijden van echo's
Thermisch comfort
Luchttemperatuur aanpassen Relatieve luchtvochtigheid aanpassen Luchtsnelheid aanpassen
Olfactorisch (reuk en geuren) Ventileren van woningen comfort Ventileren van semi openbare ruimten Maskeren van geuren Tast- en bewegingsbehoeften
Apparaten en schakelaars makkelijk bedienen Materialen herkennen
Gezondheidsverbetering en pre- Gemakkelijk schoonhouden van de fysieke omgeving ventie van ziekten Multidisciplinaire behandelingen ontvangen Beschutting en bescherming
Zich kunnen terugtrekken De eigen plek kunnen vinden (wayfinding) Herkennen van de omgeving Overzicht over de ruimte hebben
Medische ondersteuning
Vertrouwelijke gesprekken voeren Ondersteuning ontvangen door middel van medische apparatuur Ondersteuning ontvangen door middel van hulpmiddelen als tilliften en dergelijke
Seksualiteit
Zichzelf kunnen afzonderen Niet hoorbaar zijn door anderen Seksuele handelingen uitvoeren
146
Cluster
Woon- en zorgbehoeften
Activiteiten
Sociaal
Direct sociaal contact binnen het Controle over type interactie privédomein Visite ontvangen Vertrouwelijke gesprekken voeren Logees ontvangen Gelegenheidsfeesten geven Gasten iets te eten of te drinken aanbieden Direct sociaal contact binnen de Controle over type interactie semiopenbare ruimte van het Visite ontvangen woonzorgvastgoed Deelnemen aan groepsactiviteiten Zelf activiteiten organiseren (Nieuwe) contacten ontmoeten Gasten eten en drinken kunnen aanbieden Direct sociaal contact in de om- Mee naar buiten kunnen met visite geving van het woonzorgvastBezoeken van openbare voorzieningen in de directe omgeving goed (contact met de buitenwereld) Indirect sociaal contact
(Draadloos) internetten (social media, e-mail) Telefoneren Brieven en pakketten posten
Privacy
Jezelf kunnen afzonderen Jezelf kunnen afzonderen met visite Persoonlijke bezittingen opbergen
Sociale ondersteuning
Vertrouwelijke gesprekken voeren Activiteiten met betrekking tot het geloof of de overtuiging uitvoeren
147
Zorgbehoevend zorgvastgoed? Cluster
Woon- en zorgbehoeften
Psychologisch
Veilig voelen in het privédomein
Activiteiten Sociale controle Kunnen waarschuwen van anderen inkijk in de woning voorkomen Zien wie er voor de deur staat Eigen spullen om je heen hebben Kunnen afsluiten van het privedomein
Veilig voelen in de semiopenbare Kans op vreemde bezoekers verkleinen ruimte van het woonzorgvastVerzorgenden kunnen zien en herkennen goed Verwarde mensen vermijden Herkennen van de eigen omgeving Sociale controle Het vermijden van stress, op zijn Zittend naar buiten kijken gemak zijn Staand naar buiten kijken Gemakkelijk de wc kunnen vinden Geluidsoverlast beperken Irrelevante prikkels vermijden Zelfexpressie, personificatie
Inrichten van het privédomein Aankleden van het privédomein met grote spullen Aankleden van het privédomein met kleine spullen Esthetiek Indeling van het privédomein kunnen aanpassen Eigen identiteit met het privédomein uitstralen
Zelfontplooiing
Hobby uitoefenen Lid worden van een vereniging Kennis en ervaring delen
Psychologische (coping) Autonomie
ondersteuning Vertrouwelijke gesprekken voeren Besluiten nemen met betrekking tot de verzorging en verpleging Besluiten nemen met betrekking tot het gebruik van ruimten De dagbesteding zelf invullen
Erkenning en Waardering, onder- Leveren van waardevolle prestaties deel zijn van de samenleving Verzorgen van anderen Vrijwilligerswerk uitvoeren Zich meten/vergelijken met an- Controle over ontmoetingen met anderen hebben deren
148
Cluster
Woon- en zorgbehoeften
Activiteiten
Functioneel
(Hulp met) ADL
Hulp met eten In de rolstoel eten krijgen Hulp met drinken Hulp met naar bed gaan Hulp met opstaan Rusten Slapen Hulp met tanden poetsen Hulp met aan- en uitkleden Revalideren Zittend jezelf zien in een spiegel Staand jezelf zien in een spiegel Zithoogte van sanitaire voorzieningen aanpassen Sanitaire voorzieningen gemakkelijk bereiken
(Hulp bij) HDL
Hulp met boodschappen doen Hoeveelheid licht van buiten aanpassen Feedback ontvangen van apparatuur (visueel/auditief) Makkelijk staand bedienen van installaties en woononderdelen Makkelijk zittend bedienen van installaties en woononderdelen Opbergen van bezittingen voor langere tijd Opbergen van bezittingen voor kortere tijd Schoonhouden van de ruimten Opbergen van rolstoel of rollator in het privédomein Hulp met koken Hulp met kleding wassen en strijken
(hulp bij) mobiliteit binnen het Met rollator of rolstoel kunnen verplaatsen door ruimten woonzorgvastgoed Met rollator of rolstoel kunnen draaien in ruimten Met rollator of rolstoel in sanitaire ruimten verplaatsen Met rollator of rolstoel in sanitaire ruimten kunnen draaien Staand deuren gemakkelijk openen Zittend vanuit een rolstoel deuren gemakkelijk openen Dichtbij de rollator of rolstoel opbergen (hulp bij) Verticale mobiliteit bin- Wisselen van verdiepingen nen het woonzorgvastgoed Wisselen van verdiepingen op brancard Ontspanning binnen hetwoon- Hobby uitoefenen zorgvastgoed Tv kijken Lezen Muziek luisteren Fysieke activiteiten als wandelen of fietsen uitvoeren Gezamenlijke activiteiten uitvoeren Zelf georganiseerde activiteiten uitvoeren Roken Ontspanning buiten het woon- Gemakkelijk naar buiten kunnen gaan zorgvastgoed Fysieke activiteiten buiten uitvoeren Zitten Hulp krijgen Aan uitstapjes deelnemen Perceptuele behoeften
Weten waar iets voor dient Bekend zijn met de omgeving (wayfinding) Intuïtief bedienen van gebouwonderdelen (toepassing affordanties) Alleen de nodige apparaten en schakelaars kunnen bedienen
Veiligheid in noodsituaties (nood- Hulp krijgen routes etc) Nooduitgangen kunnen vinden Obstakels vermijden
149
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
Bijlage IV
Voorbeeld vragenlijst ten behoeve van aspecten van gebouwen en verschillen tussen mensen Het invullen van de vragenlijst zal met behulp van een voorbeeld uitgelegd worden. Het is de bedoeling dat u aspecten of prestaties van gebouwen opschrijft die horen bij bepaalde activiteiten. Daarnaast is het de bedoeling dat u bij dezelfde activiteit opschrijft of er naar aanleiding van de gegeven kenmerken van ouderen (ziektebeeld, inkomen etc.) verschillen zijn tussen ouderen en zo ja welke.
150
Hier volgt de toelichting van de cijfers in het voorbeeld. 1: Er zijn 4 clusters binnen het woon- en zorgproces gedefinieerd. Dit zijn fysiologisch, sociaal, psychologisch en functioneel. Deze staan aan de zijkant van de pagina en zullen achtereenvolgens voorbij komen. 2: Binnen de 4 clusters zijn doelen gedefinieerd in het woon- en zorgproces. Deze staan bovenaan de pagina. 3: De activiteiten vormen een verdere verdeling van de doelen. Deze staan onderstreept. Het is van belang te weten dat deze lijst niet compleet is. Alleen die activiteiten worden ondervraagd die nog niet voldoende onderzocht zijn. 4: Hier kunt u de aspecten of prestaties van de gebouwen invullen die horen bij de betreffende activiteit zoals in het voorbeeld. Een aspect of prestatie van een gebouw kan heel erg variëren. U kunt bijvoorbeeld bij een activiteit ‘woningen ventileren denken aan ramen kunnen openen en mechanische ventilatie. Bij de activiteit slapen kunt u aangeven dat er ruimte moet zijn om een bed neer te zetten, dat er ruimte moet zijn om uit het bed op te staan met hulp, en dat er eventueel een bel in de buurt van het bed dient te zijn. Andere zaken waar u aan kunt denken zijn een bepaalde draairichting van een deur, de afwezigheid van drempels, een thermostaatkraan, een groot raam waardoor men naar buiten kan kijken of een extra ruimte die aanwezig dient te zijn voor een bepaalde activiteit. Er zullen aspecten zijn die voor de hand liggen bij de betreffende activiteiten. Toch is het van belang op te schrijven wat u kunt bedenken en dus ook de voor de hand liggende aspecten van gebouwen op te schrijven. 5: Hier kunt u de verschillen tussen ouderen invullen bij de desbetreffende activiteit. U kunt naar aanleiding van de rechts gegeven achtergrondkenmerken van ouderen aangeven welke verschillen en er zijn en wat deze inhouden. U hoeft ALLEEN DIE verschillen op te schrijven die daadwerkelijk van belang zijn. Als laatste is het belangrijk te vermelden dat u 2 weken de tijd hebt om de vragenlijst in te vullen. Daarna zal de vragenlijst weer opgehaald worden. Wanneer u dagelijks met zorgbehoevende ouderen werkt is het handig om het boekje in de buurt neer te leggen zodat telkens wanneer u iets opvalt in het woon- of zorgproces van de ouderen (positief of negatief) u dit kunt opschrijven in het boekje.
151
152
Fysiologisch
Cluster
Fysieke veiligheid
ten
Woon- en zorgbehoef-
3
Brand vermijden
3
Open vuur vermijden
Obstakels vermijden
Vallen voorkomen
3
Activiteiten
1: Te technisch in het kader van dit onderzoek 2: Te individueel in het kader van dit onderzoek 3: Al bekend in de huidige regelgeving 4: Al eerder gevraagd in deze lijst
Legenda
-
* Geen drempels * Automatische deuren * Geen zitjes of iets dergelijks in de looproute * Beschermende hoekprofielen rond kolommen of hoeken van afrondingen voorzien * Gelijkvloers * Hoeken in gangen vermijden
trisch ziektebeeld)
* SOM ziektebeeld, lichamelijke beperkingen zijn van belang * PG ziektebeeld kan de gevaren vaak niet goed inschatten”
Aspecten of prestaties van gebouwen (psychogeria- Verschillen tussen ouderen
Overzicht activiteiten en aspecten van gebouwen en verschillen tussen mensen na veldwerk
Bijlage V
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
153
Fysiologisch
Cluster
Hygiëne
ten
Woon- en zorgbehoef-
(Hulp met) toiletbezoeken
* SOM ziektebeeld, mensen met een lichamelijke beperking hebben hulp nodig bij het wassen van de voeten * Cultuur, mensen met verschillende culturen kunnen meer waarde hechten aan het (vaker) wassen van de voeten.
* Antisliptegels * Beugels * (Opklapbare) stoel * Stroeve zitting tegen afglijden van de client * Afgeronde hoeken * In hoogte verstelbare stoel * Teil in badkamer die groot genoeg is voor voeten
(Hulp met) voeten wassen
(Hulp met) baden
3
* SOM ziektebeeld, mensen met een lichamelijke beperking hebben hulp nodig bij het in- en uit het bad stappen
(Hulp met) haren wassen
3
* SOM ziektebeeld, mensen met een lichamelijke beperking hebben hulp nodig bij het in- en uit de douche stappen
* SOM ziektebeeld, mensen met een lichamelijke beperking hebben hulp nodig bij het zittend douchen.
Gemakkelijk in- en uit het bad * Putje in de vloer om meegekomen water af te voeren stappen * Beugels * Antisliptegels * Tillift boven het bad * Bad in hoogte verstelbaar * Bad aan de buitenkant volledig gesloten uitvoeren waardoor schoonmaak beter mogelijk blijft
(Hulp met) handen wassen
3
* Thermostaatkraan * Beugels aanbrengen * Stroeve, goed te reinigen materialisatie zonder kieren of naden * Schroeven afdoppen * Voldoende ruimte voor een mobiele douchestoel * Antisliptegels * In hoogte verstelbare zitstoel aan de muur * Opklapbare zitstoel * Armleuningen aan zitstoel * Stroeve zitting stoel, zodat de client er niet af kan glijden * Lange doucheslang
trisch ziektebeeld)
Aspecten of prestaties van gebouwen (psychogeria- Verschillen tussen ouderen
Gemakkelijk in- en uit de douche * Gelijkvloerse inloopdouche stappen * Beugels aanbrengen * Antisliptegels * Vloerverwarming * Putje voor waterafvoer in de vloer * Aflopende tegels naar putje zodat er geen water blijft staan in de gehele badkamer
Zittend douchen
(Hulp met) douchen
3
3
Activiteiten
154
Fysiologisch
Cluster
Woon- en zorgbehoef-
Auditief comfort
Visueel comfort
ten
* PG ziektebeeld, mensen met en een geestelijke beperking kunnen niet bevatten dat ze een spiegelbeeld zien, dit zorgt voor onrust
Spiegelende oppervlaktes ver- * Matte vloerafwerking mijden (bijv. spiegels, water en * Matte wandtegels in sanitaire ruimten vloer) * Putje in sanitaire ruimten om water snel af te voeren * Vloerverwarming in sanitaire ruimten * Spiegels alleen aanwezig in slaapkamer
Vermijden van irrelevante geluiden vanuit dezelfde ruimte Vermijden van irrelevante geluiden vanuit andere ruimten Vermijden van echo's
1
1
1
Geen belangrijke verschillen op basis van de gegeven kenmerken, voor alle ouderen van belang
* PG ziektebeeld, wanneer mensen geen onderscheid kunnen zien tussen objecten veroorzaakt dit onrust * SOM ziektebeeld, wanneer mensen geen onderscheid kunnen zien tussen objecten kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan
Contrast zien tussen aspecten in * Contract aanbrengen bij gevaarlijke punten de ruimte (bijv. deur en muur) * Deuren en muren in verschillende contrasterende kleuren * Geen strepen op de vloer (neiging van mensen om eroverheen te stappen) * Voldoende licht
Makkelijk aanpassen van klan- * Aanpasbare melodieen voor alarmbel, deurbel en telefoon ken van apparatuur
* PG ziektebeeld, mensen met en een geestelijke beperking hechten meer waarde aan een goed dag- en nachtritme door middel van voldoende daglicht
Hoeveelheid natuurlijk licht aan- * Gordijnen passen * Zonwering * Rolluiken * Voldoende ramen
* SOM ziektebeeld, mensen met een slechter gehoor moeten het volume kunnen aanpassen
* SOM ziektebeeld, Mensen met een slechter zicht moeten de hoeveelheid licht kunnen aanpassen om voldoende te kunnen zien
Hoeveelheid kunstlicht aanpas- * Lichten bedienen dmv sensoren sen voor veiligheidsdoeleinden * Lichten bedienen dmv afstandsbediening * Lichten bedienen dmv schakelaars * Licht van voldoende kanten om schaduwen de voorkomen * Licht boven deuren * Sanitair altijd verlicht * Nachtstand op verlichting in gangen
Makkelijk aanpassen van volume * Aanpasbaar volume van alarmbel, deurbel en telefoon van apparatuur * Ringleiding * Ingebouwde boxen * Duidelijke grote ronde knop die makkelijk vast te pakken is
Geen belangrijke verschillen op basis van de gegeven kenmerken, voor alle ouderen van belang
trisch ziektebeeld)
Aspecten of prestaties van gebouwen (psychogeria- Verschillen tussen ouderen
Hoeveelheid kunstlicht aanpas- * Lichten bedienen dmv sensoren sen voor sfeerdoeleinden * Lichten bedienen dmv afstandsbediening * Lichten bedienen dmv schakelaars * Dimmers * Verduistermogelijkheid
Activiteiten
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
155
Fysiologisch
Cluster
Gezondheidsverbetering en preventie van ziekten
Tast- en bewegingsbehoeften
Olfactorisch (reuk en geuren) comfort
Thermisch comfort
ten
Woon- en zorgbehoef-
Maskeren van geuren
1
2
Ventileren van semi openbare ruimten
trisch ziektebeeld)
* SOM ziektebeeld, een lichamelijke beperking maakt het kunnen schoonmaken moeilijker
* SOM ziektebeeld, behandelingen op basis van een lichamelijke beperking
Gemakkelijk schoonhouden van * Kabels wegwerken de fysieke omgeving * Goed afneembare materialen (vloer, kastoppervlakten, gordijnen) * Kieren en naden wegwerken (bijvoorbeeld bij plinten) * Kleine hoeken vermijden * Overzichtelijke ruimten * Wc met groot openingsgat zodat er gemakkelijk een borstel door kan * Geen hoogglans afwerking Multidisciplinaire behandelingen * Aparte ruimte (behandelruimte) ontvangen * Voldoende ruimte op privekamer * Fysioruimte"
Materialen herkennen
* SOM ziektebeeld, wanneer de motoriek achteruit gaat is het moeilijk om knoppen te bedienen * PG ziektebeeld, het is niet meer vanzelfsprekend hoe knoppen werken, hier dient extra aandacht aan gegeven te worden * Leeftijd, generaties kunnen verschillen in wat begrijpelijk is met betrekking tot knoppen en schakelaars (ook met bijvoorbeeld ICT)
Aspecten of prestaties van gebouwen (psychogeria- Verschillen tussen ouderen
Apparaten en schakelaars mak- * Knoppen op hoogte 0,90 - 1,10 meter plaatsen kelijk bedienen * Grote knoppen/schakelaars * Contrasterende kleuren * Logische plaatsing * Voorzien van pictogramman voor functie * Knoppen voorzien van + en - of rood en groen * Uiterlijk en handeling knoppen aanpassen aan de generatie of doelgroep
Ventileren van woningen
Luchtsnelheid aanpassen
1
1
Relatieve luchtvochtigheid aanpassen
1
1
Luchttemperatuur aanpassen
1
Activiteiten
156
Fysiologisch
Cluster
Woon- en zorgbehoef-
Medische ondersteuning
Beschutting en bescherming
ten
* SOM ziektebeeld, naar aanleiding van een lichamelijke beperking * PG ziektebeeld, naar aanleiding van een geestelijke ziektebeeld
* SOM ziektebeeld, naar aanleiding van een lichamelijke beperking
Ondersteuning ontvangen door * Voldoende ruimte om hulpmiddelen i.c.m. een rolstoel te kunnen middel van hulpmiddelen als til- gebruiken liften en dergelijke * Ruimte om hulpmiddelen te draaien * Ruimte om hulpmiddelen op te bergen * Voldoende ruimte in gangen om hulpmiddelen te verplaatsen
* PG ziektebeeld, wanneer mensen met een geestelijke beperking geen overzicht over de ruimte hebben zorgt dit voor onrust en zich niet op zijn gemak voelen
Ondersteuning ontvangen door * Behandelruimte middel van medische apparatuur * Fysioruimte (bijv. E-health en domotica) * Slaapkamers groot genoeg voor apparatuur * Woonkamers groot genoeg voor apparatuur * Ingebouwde zuurstofvoorziening * Ingebouwde bloeddrukmeters * Opbergruimte voor apparatuur in de buurt van de woonkamer * Internetverbinding * Apparatuur mag geen geluid geven of licht uitstralen * Draadloze apparatuur
* Zicht op de entree * Normale hoogte plafond * Zo min mogelijk obstakels (onder andere meubels)
Overzicht over de ruimte hebben
* PG ziektebeeld, voor mensen met een geestelijke beperking is het niet vanzelfsprekend dat ze de omgeving kunnen herkennen. Hier moet dus extra aandacht aan gegeven worden.
* SOM ziektebeeld, gesprekken naar aanleiding van een lichamelijke beperking * PG ziektebeeld, gesprekken naar aanleiding van een geestelijke ziektebeeld
* Kleurgebruik * Vaste indeling * Pictogrammen * Inrichting herkenbaar als thuis
Herkennen van de omgeving
* PG ziektebeeld, mensen met een geestelijk ziektebeeld hebben vaak minder regie in het dagelijks leven en minder behoefte aan zich terug te trekken. * Daarnaast is het van belang wat een persoon gewend was in het leven afhankelijk van opleiding, inkomen, cultuur, kinderen en echtgenoot
Vertrouwelijke gesprekken voe- * Eenpersoonskamer met zitmogelijkheid ren * Aparte spreekkamers voorzien van niet storen communicatie * Geluiddichte wanden * Huiselijke inrichting
* Eenpersoonskamer * Meerdere zithoekjes/nisjes in semiopenbare ruimten binnen * Meerdere zithoekjes/nisjes in semiopenbare ruimten buiten
trisch ziektebeeld)
Aspecten of prestaties van gebouwen (psychogeria- Verschillen tussen ouderen
Zich kunnen terugtrekken
Activiteiten
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
157
Fysiologisch
Cluster
Seksualiteit
ten
Woon- en zorgbehoef-
4
* Eenpersoonskamer * Afsluitbare deur * Geluiddichte muren * Eenpersoonskamer * Ruimte voor een bed * Eenpersoonskamer
Niet hoorbaar zijn voor anderen Seksuele handelingen uitvoeren
trisch ziektebeeld)
* Geslacht, mannen hebben meer behoefte aan seksualiteit op hogere leeftijd * PG ziektebeeld, mensen met een geestelijke beperking weten niet meer goed wanneer seksualiteit wel en niet mogelijk is *Echtgenoot, het hebben van een partner kan andere uitingen beperken
Geen belangrijke verschillen op basis van de gegeven kenmerken, voor alle ouderen van belang
Aspecten of prestaties van gebouwen (psychogeria- Verschillen tussen ouderen
Zichzelf kunnen afzonderen
Activiteiten
158
Sociaal
Cluster
Woon- en zorgbehoef-
Direct sociaal contact binnen het privédomein
ten
Gasten iets te eten of te drinken * Gebruik kunnen maken van een keuken aanbieden
* Multifunctionele ruimte * Af te zetten gedeelte van de woonkamer
Gelegenheidsfeesten geven
* PG ziektebeeld, mensen hebben niet altijd voldoende regie hiervoor • Geslacht, vrouwen zijn eerder geneigd hun gasten te verzorgen dan mannen
• Cultuur, bepaalde culturen hebben meer behoefte aan samen zijn en aan gelegenheidsfeesten • Het hebben van kinderen en een echtgenoot of echtgenote heeft een invloed op het houden van gelegenheidsfeesten
* Cultuur, de afstand en de gewoonte om te blijven slapen is van belang * Echtgenoot en kinderen (sociale contacten), vooral de afstand is van belang
* Voldoende ruimte voor extra bed in privedomein * Kamer die is in te richten als logeerkamer * Eenpersoonskamer
Logees ontvangen
* PG ziektebeeld, mensen met een geestelijke beperking hebben hier niet altijd de regie nog voor * Kinderen en echtgenoten, sociale contacten willen graag prive een praatje maken * Cultuur, het ontvangen van visite kan verschillen per cultuur” * PG ziektebeeld, mensen met een geestelijke beperking hebben hier niet altijd de regie nog voor * Kinderen en echtgenoten, sociale contacten willen graag prive een praatje maken
* Eenpersoonskamer met een zitmogelijkheid * Aparte kamer om bezoek te ontvangen
Visite ontvangen
Geen belangrijke verschillen op basis van de gegeven kenmerken, voor alle ouderen van belang
Vertrouwelijke gesprekken voe- * Zitmogelijkheid ren * Eenpersoonskamer * Geluiddichte wanden * Afsluitbare deuren
* Eenpersoonskamers
trisch ziektebeeld)
Aspecten of prestaties van gebouwen (psychogeria- Verschillen tussen ouderen
Controle over type interactie
Activiteiten
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
159
Sociaal
Cluster
Indirect sociaal contact
Direct sociaal contact in de omgeving van het woonzorgvastgoed (contact met de buitenwereld)
* Ontmoetingsruimte * Brasserie * Restaurant * Loungeruimte * Centrale plek * Toegankelijk voor rolstoel * Mogelijkheid om buiten te kunnen zitten
(Nieuwe) contacten ontmoeten
Telefoneren Brieven en pakketten posten
3
3
* PG Ziektebeeld, dit is vaak niet mogelijk zonder begeleiding met een geestelijke beperking * SOM ziektebeeld, de omgeving dient aangepast te zijn aan de lichamelijke beperking
Bezoeken van openbare voorzie- * Omgeving rollator en rolstoelvriendelijk ningen in de directe omgeving * Parkeerplaats dichtbij en rolstoeltoegankelijk * Winkelcentrum, kinderboerderij en park in de directe omgeving (Draadloos) internetten (social media, e-mail)
* Echtgenoot en kinderen, de hoveelheid sociale contacten zorgt voor meer activiteiten * PG ziektebeeld, de omgeving dient zo min mogelijk prikkels te veroorzaken
Mee naar buiten kunnen met vi- * Rolstoeltoegankelijke omgeving site * Tuinen (evt voor PG veilig en afsluitbaar) * Bosrijke omgeving * Levendige omgeving
Gasten eten en drinken kunnen aanbieden
*PG ziektebeeld, hoeveel regie heeft een persoon nog * Opleiding en inkomen, hoeveel initiatief heeft een persoon in het leven genomen
* Gezamenlijke multifunctionele ruimte * Centraal gelegen in het gebouw * Opslagruimte
Zelf activiteiten organiseren
*PG Ziektebeeld, hoeveel regie heeft een persoon nog * Opleiding, mensen willen graag mensen van hetzelfde opleidingsniveau spreken * Echtgenoot en kinderen, de hoveelheid sociale contacten zorgt voor meer ontmoetingen
* PG ziektebeeld, hoeveel regie heeft een persoon nog * Geslacht, mannen willen andere activiteiten doen dan vrouwen
* Toegankelijke tuinen en terrassen * Aparte ontvangstkamer
Visite ontvangen Deelnemen aan groepsactivitei- * Gezamenlijke multifunctionele ruimte ten * Centraal gelegen in het gebouw * Ruimte groot genoeg voor meerdere activiteiten * Huiselijke inrichting
* Ruime huiskamers met verschillende zitjes of nisjes om te zitten * Zitjes verdeeld over de afdeling
trisch ziektebeeld)
Aspecten of prestaties van gebouwen (psychogeria- Verschillen tussen ouderen
Controle over type interactie
Activiteiten
3
4
Direct sociaal contact bin- 4 nen de semiopenbare ruimte van het woonzorg4 vastgoed
ten
Woon- en zorgbehoef-
160
Sociaal
Cluster
Sociale ondersteuning
Privacy
ten
Woon- en zorgbehoef-
4
Geen belangrijke verschillen op basis van de gegeven kenmerken, voor alle ouderen van belang
Persoonlijke bezittingen opber- * Mogelijkheid voor een kast gen * Afsluitbare kast * Ruimte voor eigen kast * Kluisjes * Extra ruimte waar kluizen gehuurd kunnen worden
Activiteiten met betrekking tot * Ruimte of hoekje inrichten voor geloofsactiviteiten het geloof of de overtuiging uit- * Stilteruimte voeren * Multifunctionele ruimte voor bijvoorbeeld kerkdiensten of geloofsactviteiten
* Cultuur, een overtuiging of een geloof kunnen verschillen
* PG ziektebeeld, mensen met een geestelijk ziektebeeld hebben minder behoefte zichzelf te kunnen afzonderen * Echtgenoot en kinderen, sociale contacten hebben vaak wel de wens zich af te zonderen
Jezelf kunnen afzonderen met * Eenpersoonkamer visite * Zitmogelijkheid voor meerdere personen op eenpersoonskamer * Afsluitbare deur * Nisjes in gemeenschappelijke ruimten * Familiekamer
Vertrouwelijke gesprekken voeren
* PG ziektebeeld, mensen met een geestelijk ziektebeeld hebben minder behoefte zichzelf te kunnen afzonderen
trisch ziektebeeld)
Aspecten of prestaties van gebouwen (psychogeria- Verschillen tussen ouderen * Eenpersoonskamer * Zitmogelijkheid op eenpersoonskamer * Afsluitbare deur * Stilte ruimte * Verschillende zitmogelijkheden in gemeenschappelijke ruimten * Afsluitbare ramen
Jezelf kunnen afzonderen
Activiteiten
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
161
Psychologisch
Cluster
Veilig voelen in de semiopenbare ruimte van het woonzorgvastgoed
Veilig voelen in het privédomein
ten
Woon- en zorgbehoef* Kleine overzichtlijke ruimten * Normale hoogten plafond * Geen vides * Raam naar buiten * Vensterbank * Afsluitbare voordeur * Camera's
trisch ziektebeeld)
Geen belangrijke verschillen op basis van de gegeven kenmerken, voor alle ouderen van belang
Verzorgenden kunnen zien en * Badges * Aan de muur een bord met foto's wie er aan het werk is herkennen
Herkennen van de eigen omgeving Sociale controle
4
4
* PG Ziektebeeld, mensen met een geestelijke beperking hebben begeleiding nodig
* PG ziektebeeld, mensen met een geestelijke beperking worden onrustig wanneer er veel onbekenden over de vloer komen (gezamenlijke woonkamer)
Kans op vreemde bezoekers ver- * Entreehal voor de woonkamer * Aparte ruimten voor ontvangst bezoek kleinen * Nisjes in semioenbare ruimten met zitjes
* PG ruimtes afsluiten * Eigen afsluitbaar domein
* PG ziektebeeld, hebben mensen nog voldoende regie om een deur op slot te hebben
Kunnen afsluiten van het prive- * Slot op deur van privedomein * Loper voor verzorgend personeel domein
Verwarde bewoners vermijden
Geen belangrijke verschillen op basis van de gegeven kenmerken, voor alle ouderen van belang
Geen belangrijke verschillen op basis van de gegeven kenmerken, voor alle ouderen van belang
* Intercom/belsysteem bij voordeur * Raam bij de voordeur * Oogje in de deur op zit en stahoogte * Deur kunnen openen van afstand
Zien wie er voor de deur staat
Eigen spullen om je heen hebben * Eenpersoonskamer * Voldoende ruimte voor eigen inrichting * Flexibiliteit in bijvoorbeeld verlichting en vloeren zodat er een keuze is voor de (nieuwe) bewoners
Geen belangrijke verschillen op basis van de gegeven kenmerken, voor alle ouderen van belang
* Gordijnen * Zonwering * Rolluik * Vitrage * Woning niet direct aan de straat gelegen * Woning zo gesitueerd dat inkijk geminimaliseerd wordt * Geen gebruik van folie
inkijk in de woning voorkomen
Geen belangrijke verschillen op basis van de gegeven kenmerken, voor alle ouderen van belang
* PG ziektebeeld, hoeveel regie hebben de mensen nog
Aspecten of prestaties van gebouwen (psychogeria- Verschillen tussen ouderen
Kunnen waarschuwen van ande- * Bel/alarmsysteem ren
Sociale controle
Activiteiten
162
Psychologisch
Cluster
Woon- en zorgbehoef-
Zelfexpressie, personificatie
Het vermijden van stress, op zijn gemak zijn
ten
2
* Eenpersoonskamer * Kamer moet groot genoeg zijn (er wordt nu uitgegaan van 15, dit is te minimaal
* Cultuur, * Echtgenoot en kinderen * Leeftijd * PG ziektebeeld, mensen met een geestelijke beperking hebben een extra behoefte aan herkenning * Cultuur, verschillende wensen met betrekking tot de inrichting * Echtgenoot en kinderen, vaak richten de sociale contacten het privédomein in * Leeftijd, verschillende generaties hebben verschillende wensen
Eigen identiteit met het privédo- * Nisje aan de buitenkant van het privedemein in de muur mein uitstralen * huisnummer * Raam met vensterbank naast de voordeur * Brede gangen zodat ruimte ontstaat voor bijvoorbeeld een plant bij de voordeur
* Cultuur, verschillende wensen met betrekking tot de inrichting * Echtgenoot en kinderen, vaak richten de sociale contacten het privédomein in * Leeftijd, verschillende generaties hebben verschillende wensen
Indeling van het privédomein * Voldoende ruimte om meubels anders neer te kunnen zijn (minikunnen aanpassen maal 18m2) * Vierkante/ rechthoekige vorm van de ruimte
Esthetiek
Aankleden van het privédomein * Voldoende ruimte om zaken als foto's op te hangen of neer te met kleine spullen zetten in privedomein * Mogelijkheden om de badkamer te voorzien van eigen spullen
Aankleden van het privédomein * Eenpersoonskamer met grote spullen * Voldoende ruimte voor een kast * Voldoende ruimte voor meubels
Inrichten van het privédomein
* Voldoende Isolatie in buitenmuren zodat prikkels van buitenaf (Verkeer) vermeden worden * Woonkamer aan tuin
Irrelevante prikkels vermijden
* PG ziektebeeld, mensen met een geestelijke beperking kunnen minder snel relevante van irrelevante prikkels scheiden waardoor te veel onrust kan ontstaan
Geen belangrijke verschillen op basis van de gegeven kenmerken, voor alle ouderen van belang
* Isolatie in wanden * Deuren automatisch laten sluiten (geen slaande deuren) * Vloeren waarbij lopen geen geluid maakt * Volume van apparatuur minimaal
Geluidsoverlast beperken
* SOM Ziektebeeld, mensen die niet meer kunnen lopen kunnen deze activiteit niet uitvoeren * PG ziektebeeld, mensen met een geestelijke beperking kunnen vaak niet gemakkelijk bepaalde ruimten vinden
* Voldoende ramen * Ramen voldoende hoogte
Staand naar buiten kijken
* SOM Ziektebeeld, zit een persoon in een rolstoel of is deze bedlegerig
Gemakkelijk de wc kunnen vin- * Deur voorzien van symbolen of pictogrammen den * Sanitaire ruimten met gekleurde deur aangeven * Dichtbij verblijfsruimten * Sanitaire ruimten zonder extra obstakels bereiken
* Ramen die tot beneden gaan zodat ook bedlegerige clienten naar buiten kunnen kijken * Voldoende ramen * Uitzicht op tuinen
trisch ziektebeeld)
Aspecten of prestaties van gebouwen (psychogeria- Verschillen tussen ouderen
Zittend naar buiten kijken
Activiteiten
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
163
Psychologisch
Cluster
Woon- en zorgbehoef-
Zich meten/vergelijken met anderen
Erkenning en waardering
2
2
* Ruimten van bijvoorbeeld restaurant moeten zo ingericht zijn dat ouderen hierin zouden kunnen helpen
Vrijwilligerswerk uitvoeren
Controle over ontmoetingen met * Eigen kamer anderen hebben * Eigen appartement * Semi-openbare ruimte met meerdere zitmogelijkheden
* Overzicht in woonsituatie
Verzorgen van anderen
De dagbesteding zelf invullen
Besluiten nemen met betrekking * Eenpersoonskamer tot het gebruik van ruimten * Eigen badkamer * Flexibele indeling ruimten (mogelijkheid om relatief goedkoop van twee kamers een appartement maken)
Besluiten nemen met betrekking tot de verzorging en verpleging
* Ontmoetingsruimte
Kennis en ervaring delen
Autonomie
* Multifunctionele ruimte voor activiteiten * Toegankelijke ruimte
Lid worden van een vereniging
Vertrouwelijke gesprekken voeren
* Multifunctionele ruimte voor activiteiten * Ruimte voor een tafel in het privedomein * Diverse centraal te reserveren ruimten * Voldoende ruimte in de gezamenlijke ruimte
trisch ziektebeeld)
Geen belangrijke verschillen op basis van de gegeven kenmerken, voor alle ouderen van belang
* PG ziektebeeld, hebben mensen nog de regie om vrijwilligerswerk uit te voeren
* PG ziektebeeld, hebben mensen nog de regie om anderen te verzorgen
* PG ziektebeeld, hebben mensen nog de regie om zelf besluiten te nemen
* PG Ziektebeeld, heeft een persoon nog de regie kennis en ervaring te delen * Opleiding en inkomen, de hoogte heeft een invloed op welke ervaring en kennis mensen kunnen delen * Geslacht, mannen hebben andere kennis en ervaring
* PG Ziektebeeld, heeft een persoon nog de regie om lid te worden * Opleiding en inkomen, de hoogte heeft een invloed op welke vereniging mensen interessant vinden * Geslacht mannen hebben andere bezigheden dan vrouwen
* PG Ziektebeeld, heeft een persoon nog de regie om een hobby uit te oefenen * Opleiding en inkomen, de hoogte heeft een invloed op welke hobby’s mensen hebben * Geslacht mannen hebben andere hobby’s dan vrouwen
Aspecten of prestaties van gebouwen (psychogeria- Verschillen tussen ouderen
Hobby uitoefenen
Activiteiten
Psychologische ondersteu- 4 ning (coping)
Zelfontplooiing
ten
164
Functioneel
Cluster
Woon- en zorgbehoef-
(Hulp met) ADL
ten
Hulp met drinken Hulp met naar bed gaan Hulp met opstaan Rusten Slapen Hulp met tanden poetsen Hulp met aan- en uitkleden Revalideren
3
3
3
3
3
3
3
3
3
In de rolstoel eten krijgen
3
* SOM ziektebeeld, afhankelijk van een lichamelijke beperking * PG ziektebeeld, mensen met een geestelijke beperking kunnen vaak niet gemakkelijk bepaalde ruimten vinden
Sanitaire voorzieningen gemak- * Rolstoeltoegankelijk (85 cm vrije doorgang) kelijk bereiken * Schuifdeur of draaideur (voldoende ruimte) * Vanuit verblijfsruimte in een oogopslag zichtbaar * Vanuit verblijfsruimte rechtstreekse toegang (in strijd met het bouwbesluit, er moet een sluis ofzo tussen) * Herkenbaar met pictogrammen * Herkenbaar met kleuren of materialen * Sanitaire ruimte rechtstreeks bereikbaar vanaf privedomein
* SOM ziektebeeld, afhankelijk van een lichamelijke beperking
* SOM ziektebeeld, afhankelijk van een lichamelijke beperking
* Kantelbare spiegel * Omsluitende kaders * Achterkant goed school te houden * Grote spiegel
trisch ziektebeeld)
Aspecten of prestaties van gebouwen (psychogeria- Verschillen tussen ouderen
Zithoogte van sanitaire voorzie- * Flexibele hoogte pot ningen aanpassen * Verhoogde pot * Mogelijkheid om een tillift te gebruiken * Alarmbel * Zwevend toilet voor schoonmaak * Voldoende ruimte voor transfer rolstoel-toilet
Staand jezelf zien in een spiegel
Zittend jezelf zien in een spiegel
Hulp met eten
3
Activiteiten
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
165
Functioneel
Cluster
(Hulp bij) HDL
ten
Woon- en zorgbehoef-
4
Geen belangrijke verschillen op basis van de gegeven kenmerken, voor alle ouderen van belang * SOM ziektebeeld, afhankelijk van de lichamelijke beperking Geen belangrijke verschillen op basis van de gegeven kenmerken, voor alle ouderen van belang Geen belangrijke verschillen op basis van de gegeven kenmerken, voor alle ouderen van belang
Makkelijk staand bedienen van * Hoogte knoppen op 0.90 - 1,10 meter installaties en woononderdelen * In hoogte verstelbare knoppen Makkelijk zittend bedienen van * Hoogte knoppen op 0.90 - 1,10 meter installaties en woononderdelen * Knoppen op logische plekken voor de funcie * In hoogte verstelbare knoppen Opbergen van bezittingen voor * Extra ruimte voorzien van verhuurbare kluizen langere tijd * Grote kast in het privedomein * Kluis in het privedomein Opbergen van bezittingen voor * Losse afsluitbare kast in het privedomein kortere tijd * Nachtkastje
* Ruimte voor een tafel of bureau en een stoel * Kast om papieren in op te bergen
Administratie bijhouden
Hulp met kleding wassen en strij- * Wasruimte rolstoeltoegankelijk ken
* PG Ziektebeeld, hebben mensen de regie nog om te kunnen helpen
* Keukenkastjes met schuifdeuren * Grote keukentafel die hoog genoeg is om met de rolstoel aan te zitten * Rolstoeltoegankelijk aanrecht
Hulp met koken
* PG ziektebeeld, hebben mensen de regie nog om dit zelf te kunnen
* PG ziektebeeld, hebben mensen de regie nog om dit zelf te kunnen
* SOM ziektebeeld, afhankelijk van een lichamelijke beperking
Opbergen van rolstoel of rollator * Extra ruim halletje/gangetje bij binnenkomst privedomein in het privédomein * Stopcontact op 0,90 - 1,10 m * Dicht bij voordeur * Niet in de looproute
Schoonhouden van de ruimten
* PG ziektbeeld, weten dat de knoppen het doen, * SOM ziektebeeld, blinde en dove mensen
Feedback ontvangen van appa- * Geluid of klik bij indrukken knop ratuur (visueel/auditief) * Lichtsignaal bij indrukken"
* SOM ziektebeeld, afhankelijk van een lichamelijke beperking en de toegankelijkheid * PG ziektebeeld, hoevel regie hebben mensen nog * PG ziektebeeld, mensen met en een geestelijke beperking hechten meer waarde aan een goed dag- en nachtritme door middel van voldoende daglicht
* Winkelvoorziening in gebouw of dichtbij * Rolstoeltoegankelijk
trisch ziektebeeld)
Aspecten of prestaties van gebouwen (psychogeria- Verschillen tussen ouderen
Hoeveelheid licht van buiten aan- * Gordijnen passen * Automatische zonwering * Zonwering met knop * Vitrage
Hulp met boodschappen doen
Activiteiten
166
Functioneel
Cluster
Woon- en zorgbehoef-
Wisselen van verdiepingen op * Lift die groot genoeg is brancard * Liftdeuren die niet te snel sluiten * Voldoende ruimte om te draaien met een bed/brancard rondom lift
Wisselen van verdiepingen
Dichtbij de rollator of rolstoel op- * Voldoende ruimte naast het bed bergen * voldoende grote woonkamer (9-10m2 voor gezamenlijke woonkamer) * Gang breed genoeg bij voordeur * Stopcontact
* Afgeronde deurgrepen * Automatische deuren met sensoren * Automatische deuren met knop * Knop op plek dat je rechtstreeks door de deur kan bewegen * Deur bij voorkeur in een hoek (combinatie knop op de muur) * Paaltje met knop voor de deur * Knop met herkenbaar pictogram * Hoogte knop 0.90-1,10 m * Licht schuivende schuifdeur * Op afstand te bedienen deur (bij aanbellen)
* SOM ziektebeeld, Ook bedlegerige bewoners moeten met de lift kunnen
* SOM ziektebeeld, afhankelijk van een lichamelijke beperking hebben mensen een rolstoel of iets dergelijks
* SOM ziektebeeld, afhankelijk van een lichamelijke beperking
Met rollator of rolstoel in sanitaire ruimten kunnen draaien
3
Zittend vanuit een rolstoel deuren gemakkelijk openen
Met rollator of rolstoel in sanitaire ruimten verplaatsen
3
Geen belangrijke verschillen op basis van de gegeven kenmerken, voor alle ouderen van belang
Met rollator of rolstoel kunnen draaien in ruimten
3
trisch ziektebeeld)
Aspecten of prestaties van gebouwen (psychogeria- Verschillen tussen ouderen
Staand deuren gemakkelijk ope- * Afgeronde deurgrepen nen * Automatische deuren met sensoren * Automatische deuren met knop * Knop op plek dat je direct door de deur kan * Deur bij voorkeur in een hoek (combinatie knop op de muur) * Paaltje met knop voor de deur * Knop met herkenbaar pictogram * Schuifdeuren
Met rollator of rolstoel kunnen verplaatsen door ruimten
Activiteiten
3
(hulp bij) Verticale mobili- 3 teit binnen het woonzorgvastgoed
(hulp bij) mobiliteit binnen het woonzorgvastgoed
ten
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
167
Functioneel
Cluster
Ontspanning binnen het- 4 woonzorgvastgoed
ten
Woon- en zorgbehoef-
* PG ziektebeeld, afhankelijk van de mate van regie * Opleiding, hoger opgeleiden nemen eerder initiatief Geen verschillen op basis van de kenmerken
Zelf georganiseerde activiteiten * Multifunctionele ruimte uitvoeren
Roken
* Rookruimte dichtbij verblijfsruimten * Goede afzuiging * Geen brandgevaarlijke afwerking * Buitenruimte creeeren
* PG ziektebeeld, afhankelijk van de mate van regie
* Cultuur, verschillende stijlen * Leeftijd, generaties luisteren naar andere muziek
Gezamenlijke activiteiten uitvoe- * Multifunctionele ruimte ren * Filmruimte * Snoezelruimte * Brasserie * Groot restaurant dat voor iedereen toegankelijk is
* Stopcontact * Ruimte voor een muziekinstallatie/radio * Boxen in het plafond * Ruimte voor geluidsapparatuur in privedomein * Goede geluidsisolatie om overlast voor andere bewoners te voorkomen
Muziek luisteren
* PG ziektebeeld, mensen met een geestleijke beperking lezen niet meer * Opleiding, hoger opgeleiden lezen meer
* SOM ziektebeeld, afhankelijk van de lichamelijke beperking
* Voldoende licht (natuurlijk of extra leeslamp) * Ruimte voor een tafel met stoel * (Kleine) bibliotheek
Lezen
* PG ziektebeeld, * Geslacht, mannen kijken andere programma’s * Opleiding, andere programma’s kijken * Cultuur, andere programma’s kijken
Fysieke activiteiten als wandelen * Stroeve vloeren of fietsen uitvoeren * Aangepaste ruimte * Ruime gangen * Fysioruimte
* Ruimte voor TV in woonkamer * Ruimte voor TV in privedomein * Plek voor (luie) stoel * Plek voor rolstoel * Plek voor bank * TV aansluiting in woonkamer * TV aansluiting in privedomein * Stopcontact
trisch ziektebeeld)
Aspecten of prestaties van gebouwen (psychogeria- Verschillen tussen ouderen
Tv kijken
Hobby uitoefenen
Activiteiten
168
Functioneel
Cluster
Perceptuele behoeften
Ontspanning buiten woonzorgvastgoed
het
Woon- en zorgbehoef-
ten
* Overzichtelijke buitenruimte vanaf de woonkamer * Rolstoeltoegankelijke omgeving * Parkeerplaats rolstoeltoegankelijk
Hulp krijgen Aan uitstapjes deelnemen
* PG Ziektebeeld, mensen met een geestelijke beperking begrijpen de omgeving minder snel
* PG Ziektebeeld, door de geestelijke beperking moeten zaken duidelijk gemaakt worden * Leeftijd (generatie), mensen uit een bepaalde generatie snappen dezelfde dingen wel en niet * Geslacht, mannen zijn vaak meer gewend met techniek * PG ziektebeeld, mensen hebben minder regie en moeten minder kunnen aanpassen in de omgeving omdat ze niet alles kunnen bevatten
Intuïtief bedienen van gebouw- * Knoppen voorzien van rood/groen onderdelen (toepassing affor- * Knoppen voorzien van + en danties)
Alleen de nodige apparaten en * Bewoners alleen toegang geven tot zaken die ze zelf mogen/ schakelaars kunnen bedienen moeten besturen
* PG Ziektebeeld, door de geestelijke beperking moeten zaken duidelijk gemaakt worden * Leeftijd (generatie), mensen uit een bepaalde generatie snappen dezelfde dingen wel en niet
* SOM ziektbeeld, de omgeving moet hierop aangepast zijn
Bekend zijn met de omgeving * Kleuren voor afdelingen (wayfinding) * Mogelijkheid tot eigen inrichting voordeur * Verschillende materialen * Bewegwijzering
* Pictogrammen * Kleuren aan functies koppelen * Instructie bij de knoppen
Geen belangrijke verschillen op basis van de gegeven kenmerken, voor alle ouderen van belang
* Terras in de tuin
Zitten
Weten waar iets voor dient
* Geslacht, mannen willen eerder naar buiten
Fysieke activiteiten buiten uitvoe- * Verschillende niveaus (kiezels, gras, verhard) ren * Verschillende aftakkingen aan paden * Antisliptegels * Voldoende ruimte * Moestuin (in de tuin werken)
Geen belangrijke verschillen op basis van de gegeven kenmerken, voor alle ouderen van belang
*PG ziektebeeld, mensen mogen niet zomaar naar buiten, alleen onder voorwaarden * SOM ziektebeeld, met lichamelijke beperking moet het mogelijk zijn om buiten te komen
trisch ziektebeeld)
Aspecten of prestaties van gebouwen (psychogeria- Verschillen tussen ouderen
Gemakkelijk naar buiten kunnen * Rechtstreeks vanaf woonkamer of keuken naar buiten kunnen gaan * Deur breed genoeg voor een bed * drempel max 20 mm * Directe deur naar buiten * door bewoners bedienbare deur * stroeve buitentegels * Rolstoeltoegankelijke tuin * Voor PG: afgesloten tuin met veilige planten en overzichtelijk voor verzorgenden * Vrij toegankelijke tuin
Activiteiten
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
169
Functioneel
Cluster
Woon- en zorgbehoef-
Veiligheid in noodsituaties (noodroutes etc)
ten * Brandblusmiddelen aanbieden * Nooddeuropenenrs * Brandmeldinstallatie * Rook melders * Persoonlijk alarmsysteem * 's nachts nooduitgangen helderder verlicht dan de gangen * Nooduitgangen aangeven in materiaal en kleur * Gebruik van symboren en pictogrammen * Aangeven met materiaal en kleur dat er niks mag staan in de gang * Nooduitgangen rolstoeltoegankelijk * Voldoende opslag * Geen drempels
Nooduitgangen kunnen vinden
Obstakels vermijden
trisch ziektebeeld)
* SOM Ziektebeeld, doorgangen moeten rolstoeltoegeankelijk zijn
*PG ziektebeeld, voor mensen met een geestelijke beperking dienen de nooduitgangen extra duidelijk gemaakt te worden, bijvoorbeeld met licht
Geen belangrijke verschillen op basis van de gegeven kenmerken, voor alle ouderen van belang
Aspecten of prestaties van gebouwen (psychogeria- Verschillen tussen ouderen
Hulp krijgen
Activiteiten
170 Sociaal, psychologisch
Openbare ontmoetingsruimten (zie ook semiopenbare ruimte)
Functioneel, fysiologisch Functioneel, fysiologisch
Parkeerplaats rolstoeltoegankelijk
Voldoende zitmogelijkheden bij de parkeerplaats
Functioneel, fysiologisch Functioneel, fysiologisch Functioneel, fysiologisch Functioneel, fysiologisch
Rolstoeltoegankelijke paden
Rolstoeltoegankelijke winkels
Brede wandelpaden
Voldoende zitmogelijkheden op de wandelpaden
Functioneel Functioneel, fysiologisch Functioneel, fysiologisch Functioneel, fysiologisch
Rolstoeltoegankelijke paden
Brede wandelpaden
Dichtbij
Voldoende zitmogelijkheden op de wandelpaden
Park
Functioneel, fysiologisch
Winkelcentrum dichtbij
Winkelcentrum
Functioneel, fysiologisch
Parkeerplaats dichtbij
Parkeerplaats
Sociaal, psychologisch Functioneel, sociaal
Buiten kunnen zitten
Aan uitstapjes deelnemen, obstakels vermijden, fysieke activiteiten buiten
Aan uitstapjes deelnemen, obstakels vermijden, fysieke activiteiten buiten
Hulp met boodschappen doen, voorzieningen in de omgeving kunnen bezoeken
Buiten kunnen zitten
Aan uitstapjes deelnemen, obstakels vermijden, fysieke activiteiten buiten
Aan uitstapjes deelnemen, obstakels vermijden, voorzieningen in de omgeving kunnen bezoeken
Aan uitstapjes deelnemen, obstakels vermijden, voorzieningen in de omgeving kunnen bezoeken
Aan uitstapjes deelnemen, obstakels vermijden, voorzieningen in de omgeving kunnen bezoeken
Aan uitstapjes deelnemen, obstakels vermijden, fysieke activiteiten buiten
Aan uitstapjes deelnemen, obstakels vermijden, fysieke activiteiten buiten
Aan uitstapjes deelnemen, obstakels vermijden, voorzieningen in de omgeving kunnen bezoeken
Visite ontvangen, vermijden van stress, met visite meer naar buiten. Bezoeken van voorzieningen in de directe omgeving
Gemakkelijk naar buiten kunnen, buiten kunnen zitten, ontspannen buiten het woonzorgvastgoed, met visite meer naar buiten
Visite ontvangen, vermijden van stress, met visite meer naar buiten
Doel/activiteit
Behoefte in het woon/zorgproces Cluster
Openbare tuinen rondom het woonzorgvastgoed (zie ook semiopenbare ruimte)
Ja/nee/alternatief
Bosrijke omgeving of levendige omgeving
Aanwezige aspecten in de omgeving
Omgeving van het woonzorgvastgoed
Checklist gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed doelgroep 1: mensen met alleen een somatisch ziektebeeld
Bijlage VI
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
171
Fysiologisch Psychologisch
Fysioruimte
Bespreekruimte
Psychologisch Functioneel Functioneel Sociaal
Hoekje voor geloofsactiviteiten
Wasruimte
Rokersruimte
Logeerkamer
Sociaal, psychologisch
Fysiologisch
Behandelruimte
Functioneel, psychologisch
Functioneel
Toegankelijke tuin om het woonzorgvastgoed
Multifunctionele ruimten
Psychologisch
Aparte entreehal buiten de woonkamer inclusief directe doorgang naar de eigen kamers zonder door de gezamenlijke ruimte te moeten
Ontmoetingsruimten
Fysiologisch
Sanitaire ruimten
Logees ontvangen
Ontspanning: roken
Hulp met wassen
Activiteiten met betrekking tot het geloof of de overtuiging uitvoeren
Gelegenheidsfeesten geven, deelnemen aan groepsativiteiten, activiteiten met betrekking tot het geloof of de overtuiging uitvoeren, hobby uitvoeren
Visite ontvangen, vermijden van stress
Vertrouwelijke gesprekken voeren
Multidisciplinaire behandelingen ontvangen, ondersteuning door medische apparatuur
Multidisciplinaire behandelingen ontvangen, ondersteuning door medische apparatuur,
Gemakkelijk naar buiten kunnen
Vermijden van onbekende bezoekers, autonomie
Hygiene, ADL
ADL, HDL, ontspanning binnen en buiten het woonzorgvastgoed, veilig voelen, direct sociaal contact, beschutting en bescherming
Doel/activiteit
Behoefte in het woon/zorgproces Cluster
Fysiologisch, sociaal, Psychologisch en functioneel
Ja/nee/alternatief
Gezamenlijke ruimte/woonkamer/keuken
Aanwezige ruimten in de semiopenbare ruimte
Semiopenbare ruimte
172 Functioneel, psychologisch Psychologisch Psychologisch, fysiologisch psychologisch, Sociaal fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch
Oogje in de deur op sta- en zithoogte
Raam bij de voordeur
Deuren automatisch laten sluiten (zonder te slaan)
Directe doorgang naar de privedomeinen zonder door de gezamenlijke woonkamer te moeten gaan
automatisch verlichting dmv sensoren
Aanpasbaar volume van alarmbeld, deurbel en telefoon
Aanpasbare melodien van alarmbeld, deurbel en telefoon
Extra verlichting boven deuren
Kunstverlichting dmv afstandsbediening
Fysiologisch Fysiologisch Functioneel Fysiologisch, functioneel Psychologisch Fysiologisch
Gelijkvloers
Voldoende ruimte om met hulpmiddelen te bewegen en te draaien
Pictogrammen op deuren en installaties
Duidelijke en grote bewegwijzering
Brede gangen zodat ruimte onstaat voor iets van de bewoners bij de voordeur
Automatisch verlichting dmv sensoren
Verkeersruimten
Functioneel, psychologisch
intercom/belsysteem bij voordeur
Visueel comfort
Zelfexpressie, eigen identiteit met het privedomein uitstralen, herkenbaarheid
De eigen plek kunnen vinden (wayfinding)
De eigen plek kunnen vinden (wayfinding), herkennen van omgeving, gemakkelijk de wc kunnen vinden
Ondersteuning ontvangen door middel van hulpmiddelen als tilliften
Obstakels vermijden
Visueel comfort, veiligheidsverlichting
Visueel comfort, veiligheidsverlichting
Auditief comfort
Auditief comfort
Visueel comfort
Onbekende bezoekers of personeel vermijden, vermijden van stress, direct sociaal contact in het privedomein
Irrelevante prikkels vermijden, geluidsoverlast verkleinen
Zien wie er voor de deur staat, veilig voelen in de semiopenbare ruimte, eigen identiteit kunnen uitstralen van de ruimte
Mobiliteit, staand en zittend deuren openen, zien wie er voor de deur staat, veilig voelen in de semiopenbare ruimte
Mobiliteit, staand en zittend deuren openen, zien wie er voor de deur staat, veilig voelen in de semiopenbare ruimte
Mobiliteit, staand en zittend deuren openen
Doel/activiteit
Behoefte in het woon/zorgproces Cluster
Functioneel:
Ja/nee/alternatief
Deur kunnen openen op afstand
Entrée van de woongroepen
Semiopenbare ruimte
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
173
Fysiologisch, functioneel Fysiologisch Functioneel Fysiologisch, psychologisch Fysiologisch Fysiologisch, sociaal
Extra verlichting boven deuren (sturing dmv licht)
Nachtstand op verlichting in gangen (minder verlicht)
Minimaal aantal in- en uitgangen
Vloeren waarbij lopen geen geluid geeft
Lichte afwerking in verband met voldoende licht
Zitjes verdeeld over de afdeling
Functioneel Functioneel
Voldoende ruimte om te draaien met een bed of brancard bij de in/uitstap van de lift
Liftdeuren die niet te snel te sluiten
Fysioligisch Functioneel, psychologisch Functioneel Functioneel Functioneel
Deuren automatisch laten sluiten (zonder te slaan)
Nooddeuropeners
Nooduitgangen 's duidelijker verlichten bij noodsituaties
Nooduitgangen accentueren in kleur en materiaal
Functioneel
Automatisch te openen deuren op afstand door sensor of knop
Deuren en muren in contrasterende kleuren
Fysiologisch
Geen drempels
Deuren in de semiopenbare ruimte
Functioneel
Liften die groot genoeg zijn om met een bed of brancard in te passen
Liften
Fysiologisch
Licht van voldoende kanten om schaduwen te voorkomen
Nooduitgangen kunnen vinden
Nooduitgangen kunnen vinden
Nooduitgangen kunnen vinden
Gemakkelijk deuren openen, vermijden van irrelevante prikkels
Visueel comfort, contrast kunnen zien tussen aspecten
Gemakkelijk deuren openen
Obstakels vermijden
Verticale mobiliteit
Verticale mobiliteit
Verticale mobiliteit
Beschutting en bescherming, controle over type interactie, vermijden van mensen
Hoeveelheid natuurlijk licht aanpassen
Auditief comfort, vermijden van irrelevante prikkels/geluidoverlast
De eigen plek kunnen vinden (wayfinding)
Visueel comfort, dag- en nachtritme
Visueel comfort, wayfinding
Visueel comfort
De eigen plek kunnen vinden (wayfinding)
Doel/activiteit
Behoefte in het woon/zorgproces Cluster Fysiologisch, functioneel
Ja/nee/alternatief
Signalering looproute door kleurgebruik. Lichtgebruik en tastbare geleiding
Semiopenbare ruimte
174 Sociaal Sociaal Functioneel Functioneel Psychologisch Psychologisch Ppsychologisch Psychologisch Sociaal Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Functioneel Functioneel Functioneel
Keuken in gezamenlijke woonkamer
Keukenkastjes voorzien van schuifdeuren
Mogelijkheid voor een grote keukentafel die hoog genoeg is om met een rolstoel aan te zitten
Rolstoeltoegankelijk aanrecht
Ramen die tot de vloer gaan
normale hoogte plafond
Uitzicht op tuinen
Huiselijke inrichting
Verschillende zitjes of nisjes om te kunnen zitten
Lichte afwerking ruimten voor voldoende licht
Kunstverlichting dmv schakelaars
Kunstverlichting dmv afstandsbediening
Dimmers voor sfeerverlichting
Verduistermogelijkheid
Mogelijkheid voor gordijnen
TV aansluiting en ruimte voor tv
Plek voor een luie stoel
Plek voor rolstoelen
TV kijken
TV kijken
TV kijken
Visueel comfort, hoeveelheid natuurlijk licht aanpassen, inkijk van buiten voorkomen
Visueel comfort, hoeveelheid kunstlichtaanpassen voor veiligheid en sfeer
Visueel comfort, hoeveelheid kunstlichtaanpassen voor veiligheid en sfeer
Visueel comfort, hoeveelheid kunstlichtaanpassen voor veiligheid en sfeer
Visueel comfort, hoeveelheid kunstlichtaanpassen voor veiligheid en sfeer
Hoeveelheid natuurlijk licht aanpassen
Privacy, jezel kunnen terugtrekken
Veilig voelen in de semiopenbare ruimte
Vermijden van stress, naar buiten kijken
Veilig voelen in de semiopenbare ruimte
Zittend en liggen naar buiten kijken
HDL, hulp met koken
HDL, hulp met koken
Gasten iets te eten of de drinken aanbieden
Gasten iets te eten of de drinken aanbieden
Dichtbij de rollator kunnen opberngen
Doel/activiteit
Behoefte in het woon/zorgproces Cluster
Functioneel
Ja/nee/alternatief
Oppervlakte minimaal 9-10 vierkante meter, om de rollator en rolstoel goed te kunnen gebruiken en opbergen in de gezamenlijke ruimte
Gezamenlijke ruimte/woonkamer/keuken
Semiopenbare ruimte
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
175
Functioneel Functioneel Psychologisch Psychologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch
Stopcontact voor radio
Plek voor radio
Zicht op de entrée
Bord met verpleegkundigen die aan het werk zijn
Ringleiding
Ingebouwde geluidsboxen
Grote knoppen voor het aanpassen van bijvoorbeeld volume
Aanpasbare melodien van alarmbeld, deurbel en telefoon
Psychologisch Fysiologisch, functioneel Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch
Algemene sanitaire ruimte direct bereikbaar vanuit de gezamenlijke woonkamer
Alarmbel
Gelijkvloerse inloopdouche
Wastafel
Beugels om zich vast te houden bij douche, bad en toilet
Antisliptegels
Putje in de vloer voor waterafvoer met aflopende tegels
Voldoende ruimte in de douche voor een mobiele douchestoel
Voldoende ruimte om een tillift te gebruiken
Opklapbare vaste douchestoel voorzien van armleuningen
Sanitaire ruimten
Functioneel
Stopcontact voor tv
Zittend douchen
Gemakkelijk in- en uit het bad of de douche stappen
Zittend douchen
Gemakkelijk in- en uit het bad of de douche stappen
Gemakkelijk in- en uit het bad of de douche stappen
Gemakkelijk in- en uit het bad of de douche stappen
Handen wassen, haren wassen
Gemakkelijk in en uit de douche stappen
Mmedische ondersteuning, ondersteuning door middel van hulpmiddelen, kunnen waarschuwen van anderen
Vermijden van onbekende bezoekers
Auditief comfort
Tast- en bewegingsbehoeften
Auditief comfort
Auditief comfort
Herkennen van verzorgenden
Overzicht over de ruimte hebben, veilig voelen in de semiopenbare ruimte
Muziek luisteren
Muziek luisteren
TV kijken
TV kijken
Doel/activiteit
Behoefte in het woon/zorgproces Cluster Functioneel
Ja/nee/alternatief
Plek voor een bank
Semiopenbare ruimte
176 Fysiologisch, functioneel Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch
Voldoende ruimte voor de transfer van een rolstoel naar het toilet
Kantelbare spiegel voorzien van omsluitende kaders om de achterkant goed schoon te houden
Stoel in badkamer
Teil in sanitaire ruimten die groot genoeg is voor het wassen van voeten
Goed te reinigen materialisatie zonder kieren of naden
Schroeven afgedopt
Matte wandtegels
Langere doucheslang
Vloerverwarming
Mogelijkheid voor een tillift wanneer er een bad aanwezig is
Kunstverlichting dmv schakelaars
Licht van voldoende kanten om schaduwen te voorkomen
Automatisch verlichting dmv sensoren
Functioneel Functioneel Functioneel Functioneel, fysiologisch Functioneel
Vrij toegankelijke oenbare tuin voor de zorgbehoevende ouderen
Direct vanuit de gezamenlijke woonkamer te bereiken
Door bewoners bedienbare deur naar buiten
Drempelloze deur die breed genoeg is voor een bed
Overzichtelijke tuin vanaf de woonkamer
Gezamenlijke tuinen
Fysiologisch, functioneel
Licht schuivende schuifdeur als entrée
Gemakkelijk naar buiten kunnen gaan
Gemakkelijk naar buiten kunnen gaan, obstakels vermijden
Gemakkelijk naar buiten kunnen gaan
Gemakkelijk naar buiten kunnen gaan
Gemakkelijk naar buiten kunnen gaan
Visueel comfort
Visueel comfort
Visueel comfort
Ondersteuning door middel van hulpmiddelen
Gemakkelijk in en uit de douche/bad stappen, spiegelende oppervlaktes vermijden
Zittend douchen
Vermijden van spiegelende oppervlaktes
Preventie van ziekte, schoonmaken van de fysieke ruimte
Preventie van ziekte, schoonmaken van de fysieke ruimte
(hulp met) De voeten wassen
(hulp met) De voeten wassen
Zittend jezelf in een spiegel zien
Sanitaire voorzieningen gemakkelijk bereiken
Gemakkelijke de sanitaire ruimten bereiken
De hoogte van de wc-pot veranderen
Doel/activiteit
Behoefte in het woon/zorgproces Cluster Fysiologisch, functioneel
Ja/nee/alternatief
Flexibele hoogte wc-pot
Semiopenbare ruimte
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
177
Functioneel, sociaal Functioneel Functioneel Functioneel Fysiologisch, psychologisch Fysiologisch, psychologisch Fysiologisch, psychologisch
Van antisliptegels voorzien terras
Voldoende looproute
Verschillende aftakkingen in paden en niveaus (kiezels, gras etc)
Voldoende looproute
Moestuin
Extra verlichting boven deuren
Automatisch verlichting dmv sensoren
Psychologisch, sociaal, fy- Inkijk verkomen, privacy, visueel comfort siologisch Sociaal, fysiologisch Sociaal, psychologisch Fysiologisch, functioneel Fysiologisch, functioneel Fysiologisch Fysiologisch, sociaal Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch
Gordijnen, zonwering, rolluik en/of vitrage om inkijk te voorkomen
Geluiddichte wanden
Ruimte om je om te kleden
Ruimte om hulpmiddelen op te bergen
Opbergruimte voor medische apparatuur
Wastafel
Mogelijkheid ruimte af te sluiten
Automatisch verlichting dmv sensoren
Kunstverlichting dmv schakelaars
Licht van voldoende kanten om schaduwen te voorkomen
Visueel comfort
Visueel comfort
Visueel comfort
Autonomie, privacy
Hygiene
Ondersteuning door middel van hulpmiddelen
Ondersteuning door middel van hulpmiddelen
Privacy, jezelf terug kunnen trekken, autonomie
Privacy, auditief comfort
Psychologisch, fysiologisch
Veilig voelen, vertrouwelijke gesprekken voeren, medische ondersteuning
Visueel comfort, veilig voelen
Visueel comfort, veilig voelen
Visueel comfort, veilig voelen
Fysieke activiteiten buiten
Fysieke activiteiten buiten
Fysieke activiteiten buiten
Visite ontvangen. Buiten zitten
Visite ontvangen. Buiten zitten
Huiselijke inrichting
Behandelruimte/fysioruimte/bespreekkamer
Functioneel, sociaal
Terras in de tuin
Gemakkelijk naar buiten kunnen gaan, obstakels vermijden
Doel/activiteit
Behoefte in het woon/zorgproces Cluster Functioneel, Fysiologisch
Ja/nee/alternatief
Rolstoeltoegankelijke tuin
Semiopenbare ruimte
178 Functioneel, sociaal Functioneel, sociaal
Fysiologisch, Functioneel, Buiten zitten met visite, Gezamenlijke activiteiten uitvoeren, ontspanning, contacten sociaal ontmoeten Functioneel Sociaal Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch
Loungeruimte aanwezig binnen het woonzorgvastgoed of in de directe omgeving
Mogelijkheid om buiten te zitten bij deze ontmoetingsruimten
Rolstoeltoegankelijke ontmoetingsruimten
Snoezelruimte
Meerdere zithoekjes voor mensen om zich terug te kunnen trekken
Kunstverlichting dmv schakelaars
Dimmers voor sfeerverlichting
Verduistermogelijkheid
Licht van voldoende kanten om schaduwen te voorkomen
Functioneel, sociaal, psychologisch Psychologisch, sociaal, fysiologisch Fysiogisch Functioneel Functioneel fysiologisch
Multifunctionele ruimte centraal in het gebouw of gemakkelijk te bereiken
Huiselijke inrichting
Rolstoeltoegankelijk
Opslagruimte
Mogelijkheid om films te laten zien
Verduistermogelijkheid
Multifunctionele ruimten
Functioneel, sociaal
Brasserie aanwezig binnen het woonzorgvastgoed of in de directe omgeving
Visueel comfort, sfeerverlichting
Ontspanning binnen het woonzorgvastgoed
Organiseren van acitiviteiten
Obstakels vermijden
Medische ondersteuning, bescherming en beschutting, veilig voelen
Ontspanning binnen het woonzorgvastgoed, geven van gelegenheidsfeesten, ontvangen van gasten, vertrouwelijke gesprekken voeren
Visueel comfort, verlichting voor veiligheid
Visueel comfort, sfeerverlichting
Visueel comfort, sfeerverlichting
Visueel comfort, sfeerverlichting, veiligheidsverlichting
Controle over type interactie, privacy, zich meten met anderen, beschutting en behscerming
Ontspannen binnen het woonzorgvastgoed
Buiten zitten met visite, Gezamenlijke activiteiten uitvoeren, ontspanning, contacten ontmoeten
Gezamenlijke activiteiten uitvoeren, ontspanning, contacten ontmoeten
Gezamenlijke activiteiten uitvoeren, ontspanning, contacten ontmoeten
Gezamenlijke activiteiten uitvoeren, ontspanning, contacten ontmoeten
Functioneel, sociaal
Restaurant aanwezig binnen het woonzorgvastgoed of in de directe omgeving
Doel/activiteit
Behoefte in het woon/zorgproces Cluster
Fysiologisch, Functioneel, Obstakels vermijden, gezamenlijke activeiten uitvoeren visite ontvangen sociaal
Ja/nee/alternatief
Ontmoetingsruimte centraal in het gebouw of gemakkelijk te bereiken
Ontmoetingsruimten
Semiopenbare ruimte
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
179
Zelf activiteiten organiseren
Auditief comfort Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Functioneel
Ingebouwde geluidsboxen
Grote knoppen voor het aanpassen van bijvoorbeeld volume
Aanpasbare melodien van alarmbeld, deurbel en telefoon
Kunstverlichting dmv afstandsbediening
Kunstverlichting dmv schakelaars
Dimmers voor sfeerverlichting
Verduistermogelijkheid
Licht van voldoende kanten om schaduwen te voorkomen
Mogelijkheid voor gordijnen
Mogelijkheid multifunctionele ruimte in te delen in kleinere ruimten
Sociaal Sociaal Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch
Stilte ruimte
Vrij toegankelijke ruimte voor mensen om activiteit met betrekking tot het geloof uit te voeren
Dimmers voor sfeerverlichting
Verduistermogelijkheid
Kunstverlichting dmv schakelaars
Ruimte voor uitvoering geloof
Visueel comfort, hoeveelheid natuurlijk licht aanpassen
Auditief comfort
Ringleiding
Visueel comfort, hoeveelheid kunstlicht aanpassen
Visueel comfort,sfeerverlichting, hoeveelheid natuurlijk licht aanpassen
Visueel comfort,sfeerverlichting
Activiteiten met betrekking tot het geloof uitvoeren
Activiteiten met betrekking tot het geloof uitvoeren, privacy
Visueel comfort, veiligheidsverlichting
Visueel comfort,sfeerverlichting, hoeveelheid natuurlijk licht aanpassen
Visueel comfort,sfeerverlichting
Visueel comfort, veiligheidsverlichting
Visueel comfort, veiligheidsverlichting
Auditief comfort
Tast- en bewegingsbehoeften
Horen van apparatuur
Horen van apparatuur
TV, radio, apparatuur
Functioneel
Stopcontacten
Auditief comfort
Doel/activiteit
Behoefte in het woon/zorgproces Cluster Fysiologisch
Ja/nee/alternatief
Geluiddichte wanden
Semiopenbare ruimte
180 Functioneel Functioneel
Geen brandgevaarlijke stoffen
Zitmogelijkheden
Psychologisch, fysiologisch Fysiologisch, sociaal
Mogelijkheid van gordijnen of rolluiken
Geluiddichte wanden
Fysiologisch, functioneel
Fysiologisch, functioneel
Fysiologisch, functioneel
Fysiologisch, functioneel
Logische plaatsing van knoppen voor de functies (bij deur, liefst in een hoek; op die manier kun je rechtstreeks door de deur
Grote knoppen op 0,90 - 1,10 meter hoogte
Contrastrerende kleuren voor knoppen
Pictogrammen op knoppen
Knoppen en Installaties
Verhuurbare kluizen voor persoonlijke bezittingen
Functioneel
Sociaal, psychologisch. fysiologisch
Afsluitbare deur
Opbergmogelijkheden
Sociaal
Kamer groot genoeg voor een logeerbed
Logeerkamer
Functioneel
Goede afzuiging
Cluster
Tast- en bewegingsbehoeften, zittend en staand gemakkelijk bedienen van installaties en woononderdelen, intuitief bedienen van woononderdelen, alleen de nodige apparaten en schakelaars kunnen bedienen, weten waar iets voor dient in de gebouwde omgeving
Tast- en bewegingsbehoeften, zittend en staand gemakkelijk bedienen van installaties en woononderdelen, intuitief bedienen van woononderdelen, alleen de nodige apparaten en schakelaars kunnen bedienen, weten waar iets voor dient in de gebouwde omgeving
Tast- en bewegingsbehoeften, zittend en staand gemakkelijk bedienen van installaties en woononderdelen, intuitief bedienen van woononderdelen, alleen de nodige apparaten en schakelaars kunnen bedienen, weten waar iets voor dient in de gebouwde omgeving
Tast- en bewegingsbehoeften, zittend en staand gemakkelijk bedienen van installaties en woononderdelen, intuitief bedienen van woononderdelen, alleen de nodige apparaten en schakelaars kunnen bedienen, weten waar iets voor dient in de gebouwde omgeving
opbergen van bezittingen voor langere en kortere tijd
Seksualiteit, privacy, controle over tytpe interactie, auditief comfort
Inkijk voorkomen, hoeveelheid natuurlijk licht aanpassen
Logees ontvangen, privacy. Veilig voelen, seksualiteit
Logees ontvangen
Ontspanning, roken
Ontspanning, roken
Ontspanning, roken
Ontspanning, roken
Doel/activiteit
Behoefte in het woon/zorgproces
Functioneel
Ja/nee/alternatief
Rokersruimte dichtbij gezmanelijke woonkamer
Rokersruimte
Semiopenbare ruimte
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
181
Fysiologisch, functioneel
Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch, functioneel
Lichtsignaal ontvangen bij indrukken knop
Draadloze domotica
Domotica die geen licht of geluid geeft
Uiterlijk knoppen aanpassen aan generatie
Fysiologisch, functioneel Fysiologisch, functioneel Fysiologisch, functioneel
Psychologisc, Fysiologisch, Veilig voelen in de semiopenbare ruimte, preventie van ziekten en gezondheidsverfunctioneel betering, gemakkelijk schoonhouden van de fysieke omgeving Fysiologisch, functioneel Fysiologisch, functioneel Fysiologisch, functioneel
Goed afneembare matarialen voor vloer, kasten en gordijnen
Kieren en naden wegwerken / geen losse plinten
Kleine hoekjes vermijden
Overzichtelijke ruimten
WC met groot openingsgat voor makkelijk schoonmaken
Geen hoogglans afwering
Zwevend toilet voor gemakkelijk schoonmaak
Preventie van ziekten en gezondheidsverbetering, gemakkelijk schoonhouden van de fysieke omgeving
Preventie van ziekten en gezondheidsverbetering, gemakkelijk schoonhouden van de fysieke omgeving, spiegelende oppervlakten vermijden
Preventie van ziekten en gezondheidsverbetering, gemakkelijk schoonhouden van de fysieke omgeving
Preventie van ziekten en gezondheidsverbetering, gemakkelijk schoonhouden van de fysieke omgeving
Preventie van ziekten en gezondheidsverbetering, gemakkelijk schoonhouden van de fysieke omgeving
Preventie van ziekten en gezondheidsverbetering, gemakkelijk schoonhouden van de fysieke omgeving
Fysiologisch, functioneel
Preventie van ziekten en gezondheidsverbetering, gemakkelijk schoonhouden van de fysieke omgeving
Tast- en bewegingsbehoeften, zittend en staand gemakkelijk bedienen van installaties en woononderdelen, intuitief bedienen van woononderdelen, alleen de nodige apparaten en schakelaars kunnen bedienen, weten waar iets voor dient in de gebouwde omgeving, feedback ontvangen van apparatuur
Hulp ontvangen door middel van domotica, auditief comfort
Hulp ontvangen door middel van domotica, auditief comfort, preventie van ziekten en gezondheidsverbetering (gemakkelijk schoon houden)
Tast- en bewegingsbehoeften, zittend en staand gemakkelijk bedienen van installaties en woononderdelen, intuitief bedienen van woononderdelen, alleen de nodige apparaten en schakelaars kunnen bedienen, weten waar iets voor dient in de gebouwde omgeving
Tast- en bewegingsbehoeften, zittend en staand gemakkelijk bedienen van installaties en woononderdelen, intuitief bedienen van woononderdelen, alleen de nodige apparaten en schakelaars kunnen bedienen, weten waar iets voor dient in de gebouwde omgeving
Kabels wegwerken
Onderhoud en schoonmaken
Fysiologisch, functioneel
Klik horen bij indrukken knop
Tast- en bewegingsbehoeften, zittend en staand gemakkelijk bedienen van installaties en woononderdelen, intuitief bedienen van woononderdelen, alleen de nodige apparaten en schakelaars kunnen bedienen, weten waar iets voor dient in de gebouwde omgeving
Doel/activiteit
Behoefte in het woon/zorgproces Cluster Fysiologisch, functioneel
Ja/nee/alternatief
Knoppen voorzien van rood/groen of +/- indien mogelijk
Semiopenbare ruimte
182 Sociaal, ADL
Toegang tot een keuken (in priveruimte of semiopenbare ruimte)
Psychologisch, fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch fysiologisch Psychologisch Psychologisch Psychologisch
Aanpasbaar volume van alarmbeld, deurbel en telefoon
Aanpasbare melodien van alarmbeld, deurbel en telefoon
Extra verlichting boven deuren
Nisje aan de buitenkant bij de voordeur om iets van jezelf neer te zetten
Huisnummer
Naambordjes bij privedomein
Functioneel, psychologisch
Oogje in de deur op sta- en zithoogte
Functioneel
Psychologisch
Raam bij de voordeur inclusief vensterbank
Deur kunnen openen op afstand
Functioneel, psychologisch
intercom/belsysteem bij voordeur
Deuren automatisch (keuze) laten sluiten (zonder te slaan)
Fysiologisch, sociaal, psy- Zichzelf kunnen afzonderen (ook voor seksualiteit), vertrouwelijke gesprekken voechologisch ren, sociale controle (veilig voelen), afsluiten van het privedomein
Eigen identiteit met het privedomein uitstralen
Eigen identiteit met het privedomein uitstralen
Zelfexpressie, eigen identiteit met het privedomein uitstralen
visueel comfort, veiligheidsverlichting
Auditief comfort
Auditief comfort
Zittend de deur kunnen openen
Irrelevante prikkels vermijden, geluidsoverlast verkleinen
Mobiliteit, staand en zittend deuren openen, zien wie er voor de deur staat, veilig voelen in de emiopenbare ruimte
Zelfexpressie, zien wie er voor de deur staat, eigen identiteit met het privedomein uitstralen
Staand en zittend deuren openen, zien wie er voor de deur staat, veilig voelen in het privedomein
Fysiologisch
Afsluitbare voordeur
Obstakels vermijden
Gasten iets te eten of drinken aanbieden,
Geen drempels
Entrée van de privéruimten
Fysiologisch, psychologisch
Eigen badkamer
Hygiene, ADL, autonomie
Fysiologisch, sociaal, psy- Beschutting en bescherming, autonomie, veilig voelen, privacy, eigen activiteiten uitchologisch en functioneel voeren, visite ontvangen, vertrouwelijke gesprekken voeren, eigen domein inrichten
Eigen slaapkamer
Doel/activiteit
Behoefte in het woon/zorgproces Cluster
Fysiologisch, sociaal, psy- Beschutting en bescherming, autonomie, veilig voelen, privacy, eigen activiteiten uitchologisch en functioneel voeren, visite ontvangen, vertrouwelijke gesprekken voeren, eigen domein inrichten
Ja/nee/alternatief
Eigen zitkamer
Aanwezige ruimten in het privédomein
Privédomein
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
183
Fysiologisch Fysiologisch Psychologisch Psychologisch Psychologisch Psychologisch, fysiologisch Fysiologisch Functioneel, psychologisch Functioneel, sociaal Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Functioneel Functioneel Psychologisch Functioneel Psychologisch Fysiologisch
Ruimte voor een bed
Alarmbelsysteem
Ramen die tot de vloer gaan
Normale hoogte plafond
Uitzicht op tuinen
Geluiddichte muren
Kunstverlichting dmv schakelaars
Mogelijkheid voor een eigen kast
Een afsluitbare kast
Kunstverlichting dmv afstandsbediening
Dimmers voor sfeerverlichting
Verduistermogelijkheid
Mogelijkheid voor gordijnen
TV aansluiting en ruimte voor tv
Plek voor een luie stoel
Inrichting als thuis (huiselijk)
Stopcontact voor tv
Ramen naar buiten voorzien van vensterbank
Voldoende ruimte om met hulpmiddelen te bewegen en te draaien
Ondersteuning ontvangen door middel van hulpmiddelen als tilliften
Herkennen van de omgeving, inrichten van het privedomein
TV kijken
Veilig voelen in de semiopenbare ruimte
TV kijken
TV kijken
Visueel comfort, hoeveelheid natuurlijk licht aanpassen, inkijk van buiten voorkomen
Visueel comfort, hoeveelheid kunstlichtaanpassen voor veiligheid en sfeer
Visueel comfort, hoeveelheid kunstlichtaanpassen voor veiligheid en sfeer
Visueel comfort, hoeveelheid kunstlichtaanpassen voor veiligheid en sfeer
Opbergen van bezittingen, privacy met spullen
Opbergen van bezittingen, inrichten van het privedomein
Visueel comfort, hoeveelheid kunstlichtaanpassen voor veiligheid en sfeer
vermijden van stress, auditief comfort, irrelevante prikkels vermijden, seksuele handeingen uitvoeren
Vermijden van stress, naar buiten kijken
Veilig voelen in de semiopenbare ruimte
Zittend en liggen naar buiten kijken
Medische ondersteuning
Slapen, Seksuele handelingen
Obstakels vermijden
Doel/activiteit
Behoefte in het woon/zorgproces Cluster
Fysiologisch
Ja/nee/alternatief
Gelijkvloers
Eigen slaapkamer
Privédomein
184 Fysiologisch Fysiologisch Psychologisch Psychologisch Psychologisch Psychologisch Psychologisch Fysiologisch, psychologisch Fysiologisch, psychologisch Fysiologisch Sociaal Fysiologisch Fysiologisch, functioneel Fysiologisch Fysiologisch, functioneel Fysiologisch, functioneel Fysiologisch, functioneel Fysiologisch, functioneel
Lichte afwerking in verband met voldoende licht
Nooddeuropeners
Geen vides
Kamer niet direct aan de straat gelegen
Ligging van de ruimte zo gesitueerd dat inkijk van buiten wordt geminimaliseerd
Rechthoekige of vierkante vorm kamer
Mogelijkheden om foto's op te hangen
Aanwezigheid van zonwering
Aanwezigheid van rolluiken
Voldoende ramen voor voldoende natuurlijk licht
Voldoende ruimte voor extra bed
Verduisterende folie vermijden
Grote knoppen voor bediening woononderdelen op hoogte 0,91,1 meter
Contrasterende kleuren voor knoppen
Logische plaatsing knop voor functie
Pictogrammen op knoppen
Knoppen voorzien van rood/groen of +/- indien mogelijk
Uiterlijk knoppen aanpassen aan generatie
Tast- en bewegingsbehoeften, gemakkelijk bedienen van woononderdelen en installaties, ntuitieve bediening van woononderdelen en installaties
Tast- en bewegingsbehoeften, gemakkelijk bedienen van woononderdelen en installaties, ntuitieve bediening van woononderdelen en installaties
Tast- en bewegingsbehoeften, gemakkelijk bedienen van woononderdelen en installaties, ntuitieve bediening van woononderdelen en installaties
Tast- en bewegingsbehoeften, gemakkelijk bedienen van woononderdelen en installaties, ntuitieve bediening van woononderdelen en installaties
Visueel comfort
Tast- en bewegingsbehoeften, gemakkelijk bedienen van woononderdelen en installaties
Hoeveelheid natuurlijk licht van buiten aanpassen
Logees ontvangen
Hoeveelheid natuurlijk licht van buiten aanpassen
Hoeveelheid natuurlijk licht van buiten aanpassen, inkijk in de woning voorkomen
Hoeveelheid natuurlijk licht van buiten aanpassen, inkijk in de woning voorkomen
Zelfexpressie
Inrichten van het privedomein, aankleden van het privedomein, indeing van het privedomein aanpassen
Inkijk in de woning voorkomen
Inkijk in de woning voorkomen
Veilig voelen in het privedomein
visueel comfort: Spiegelende oppervlaktes vermijden (naast spiegel)
Hoeveelheid natuurlijk licht aanpassen
Auditief comfort, vermijden van irrelevante prikkels/geluidoverlast
Doel/activiteit
Behoefte in het woon/zorgproces Cluster Fysiologisch, psychologisch
Ja/nee/alternatief
Vloeren waarbij lopen geen geluid geeft
Privédomein
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
185
Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Functioneel, sociaal Functioeel Fysiologisch Fysiologisch, functioneel Fysiologisch, functioneel Fysiologisch, functioneel Psychologisch, Fysiologisch, functioneel Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch, functioneel
Fysiologisch, functioneel
Kabels wegwerken
Goed afneembare matarialen voor vloer, kasten en gordijnen
Kieren en naden wegwerken / geen losse plinten
Kleine hoekjes in de ruimte vermijden
Mogelijkheid voor een kluis in het privedomein
Mogelijkheid voor een nachtkastje naast het bed
Automatisch verlichting dmv sensoren (bijv, 's nachts richting toilet)
Goed afneembare matarialen voor vloer, kasten en gordijnen
Kieren en naden wegwerken / geen losse plinten
Kleine hoekjes vermijden
Overzichtelijke ruimten
Draadloze domotica
Domotica die geen licht of geluid geeft
Klik horen bij indrukken knop
Lichtsignaal ontvangen bij indrukken knop
Tast- en bewegingsbehoeften, zittend en staand gemakkelijk bedienen van installaties en woononderdelen, intuitief bedienen van woononderdelen, alleen de nodige apparaten en schakelaars kunnen bedienen, weten waar iets voor dient in de gebouwde omgeving, feedback ontvangen van apparatuur
Tast- en bewegingsbehoeften, zittend en staand gemakkelijk bedienen van installaties en woononderdelen, intuitief bedienen van woononderdelen, alleen de nodige apparaten en schakelaars kunnen bedienen, weten waar iets voor dient in de gebouwde omgeving, feedback ontvangen van apparatuur
Hulp ontvangen door middel van domotica, auditief comfort,
Hulp ontvangen door middel van domotica, auditief comfort, preventie van ziekten en gezondheidsverbetering (gemakkelijk schoon houden)
Veilig voelen in de semiopenbare ruimte, preventie van ziekten en gezondheidsverbetering, gemakkelijk schoonhouden van de fysieke omgeving
Preventie van ziekten en gezondheidsverbetering, gemakkelijk schoonhouden van de fysieke omgeving
Preventie van ziekten en gezondheidsverbetering, gemakkelijk schoonhouden van de fysieke omgeving
Preventie van ziekten en gezondheidsverbetering, gemakkelijk schoonhouden van de fysieke omgeving
Visueel comfort
Opbergen van persoonlijke bezittingen voor kortere rijd
Opbergen van bezittingen, privacy met spullen
Gemakkelijk schoonmaken
Gemakkelijk schoonmaken
Gemakkelijk schoonmaken
Gemakkelijk schoonmaken
Tast- en bewegingsbehoeften, gemakkelijk bedienen van woononderdelen en installaties, ntuitieve bediening van woononderdelen en installaties
Doel/activiteit
Behoefte in het woon/zorgproces Cluster Fysiologisch, functioneel
Ja/nee/alternatief
Alleen de nodige zaken bedienbaar maken
Privédomein
186 Sociaal Functioneel Functioneel Sociaal Fysiologisch Psychologisch Psychologisch Psychologisch Psychologisch, fysiologisch Fysiologisch Functioneel Functioneel Functioneel, psychologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Functioneel
Zitmogelijkheid voor meerdere personen
Ruimte voor een tafel en een stoel
Mogelijkheid voor een bureau
Toegang tot een keuken (evt in semiopenbare ruimte)
Alarmbelsysteem
Ramen die tot de vloer gaan
Normale hoogte plafond
Uitzicht op tuinen
Geluiddichte muren
Kunstverlichting dmv schakelaars
Extra ruim halletje of gangetje bij de voordeur om de rollator of de electrische rolstoel op te bergen dat niet in de looproute ligt
Stopcontact in het halletje op 0,9 tot 1.10 meter om de electrische rolstoel op te laden
Mogelijkheid voor een eigen kast
Kunstverlichting dmv afstandsbediening
Dimmers voor sfeerverlichting
Verduistermogelijkheid
Mogelijkheid voor gordijnen
TV aansluiting en ruimte voor tv
TV kijken
Visueel comfort, hoeveelheid natuurlijk licht aanpassen, inkijk van buiten voorkomen
Visueel comfort, hoeveelheid kunstlichtaanpassen voor veiligheid en sfeer
Visueel comfort, hoeveelheid kunstlichtaanpassen voor veiligheid en sfeer
Visueel comfort, hoeveelheid kunstlichtaanpassen voor veiligheid en sfeer
Opbergen van bezittingen, inrichten van het privedomein
Opbergen van de rollator of rolstoel
Opbergen van de rollator of rolstoel
Visueel comfort, hoeveelheid kunstlichtaanpassen voor veiligheid en sfeer
Vermijden van stress, auditief comfort, irrelevante prikkels vermijden, seksuele handeingen uitvoeren
Vermijden van stress, naar buiten kijken
Veilig voelen in de semiopenbare ruimte
Zittend en liggen naar buiten kijken
Medische ondersteuning
Gasten iets te drinken of te eten aanbieden,
Hobby uitoefenen, administratie bijhouden, visite ontvangen, lezen
Hobby uitoefenen, administratie bijhouden, visite ontvangen, lezen
Visite ontvangen, zitten met visite
Obstakels vermijden
Doel/activiteit
Behoefte in het woon/zorgproces Cluster
Fysiologisch
Ja/nee/alternatief
Gelijkvloers
Eigen zitkamer
Privédomein
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
187
Psychologisch Functioneel Functioneel Functioneel Psychologisch Psychologisch Fysiologisch Fysiologisch, psychologisch Fysiologisch Fysiologisch Psychologisch Psychologisch Fysiologisch, psychologisch Fysiologisch, psychologisch Fysiologisch Fysiologisch, functioneel Fysiologisch Fysiologisch, functioneel Fysiologisch, functioneel Fysiologisch, functioneel
Inrichting als thuis (huiselijk)
Stopcontact voor tv
Stopcontact voor radio
Plek voor radio
Zicht op de entrée
Ramen naar buiten voorzien van vensterbank
Voldoende ruimte om met hulpmiddelen te bewegen en te draaien
Vloeren waarbij lopen geen geluid geeft
Lichte afwerking in verband met voldoende licht
Nooddeuropeners
Geen vides
Kamer niet direct aan de straat gelegen
Aanwezigheid van zonwering
Aanwezigheid van rolluiken
Voldoende ramen voor voldoende natuurlijk licht
Grote knoppen voor bediening woononderdelen op hoogte 0,91,1 meter
Contrasterende kleuren voor knoppen
Logische plaatsing knop voor functie
Pictogrammen op knoppen
Knoppen voorzien van rood/groen of +/- indien mogelijk
Cluster
Tast- en bewegingsbehoeften, gemakkelijk bedienen van woononderdelen en installaties, intuitieve bediening van woononderdelen en installaties
Tast- en bewegingsbehoeften, gemakkelijk bedienen van woononderdelen en installaties, intuitieve bediening van woononderdelen en installaties
Tast- en bewegingsbehoeften, gemakkelijk bedienen van woononderdelen en installaties, intuitieve bediening van woononderdelen en installaties
Visueel comfort
Tast- en bewegingsbehoeften, gemakkelijk bedienen van woononderdelen en installaties
Hoeveelheid natuurlijk licht van buiten aanpassen
Hoeveelheid natuurlijk licht van buiten aanpassen, inkijk in de woning voorkomen
Hoeveelheid natuurlijk licht van buiten aanpassen, inkijk in de woning voorkomen
Inkijk in de woning voorkomen
Veilig voelen in het privedomein
Visueel comfort: Spiegelende oppervlaktes vermijden (naast spiegel)
Hoeveelheid natuurlijk licht aanpassen
Auditief comfort, vermijden van irrelevante prikkels/geluidoverlast
Ondersteuning ontvangen door middel van hulpmiddelen als tilliften
Herkennen van de omgeving, inrichten van het privedomein
Overzicht over de ruimte hebben, veilig voelen in de semiopenbare ruimte
Muziek luisteren
Muziek luisteren
TV kijken
Veilig voelen in de semiopenbare ruimte
TV kijken
Doel/activiteit
Behoefte in het woon/zorgproces Functioneel
Ja/nee/alternatief
Plek voor een luie stoel
Privédomein
188 Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Psychologisch, Fysiologisch, functioneel Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch, functioneel
Fysiologisch, functioneel
Kabels wegwerken
Goed afneembare matarialen voor vloer, kasten en gordijnen
Kieren en naden wegwerken / geen losse plinten
Kleine hoekjes in de ruimte vermijden
Overzichtelijke ruimten
Draadloze domotica
Domotica die geen licht of geluid geeft
Klik horen bij indrukken knop
Lichtsignaal ontvangen bij indrukken knop
Psychologisch Fysiologisch, functioneel Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch
Sanitaire ruimte direct bereikbaar vanuit de slaapkamer en zitkamer
Alarmbel
Gelijkvloerse inloopdouche
Wastafel
Beugels om zich vast te houden bij douche, bad en toilet
Antisliptegels
Sanitaire ruimten
Fysiologisch, functioneel
Alleen de nodige zaken bedienbaar maken
Cluster
Gemakkelijk in- en uit het bad of de douche stappen
Gemakkelijk in- en uit het bad of de douche stappen
Handen wassen, haren wassen
Gemakkelijk in en uit de douche stappen
Medische ondersteuning, ondersteuning door middel van hulpmiddelen, kunnen waarschuwen van anderen
Vermijden van onbekende bezoekers
Tast- en bewegingsbehoeften, zittend en staand gemakkelijk bedienen van installaties en woononderdelen, intuitief bedienen van woononderdelen, alleen de nodige apparaten en schakelaars kunnen bedienen, weten waar iets voor dient in de gebouwde omgeving, feedback ontvangen van apparatuur
Tast- en bewegingsbehoeften, zittend en staand gemakkelijk bedienen van installaties en woononderdelen, intuitief bedienen van woononderdelen, alleen de nodige apparaten en schakelaars kunnen bedienen, weten waar iets voor dient in de gebouwde omgeving, feedback ontvangen van apparatuur
Hulp ontvangen door middel van domotica, auditief comfort
Hulp ontvangen door middel van domotica, auditief comfort, preventie van ziekten en gezondheidsverbetering (gemakkelijk schoon houden)
Veilig voelen in de semiopenbare ruimte, preventie van ziekten en gezondheidsverbetering, gemakkelijk schoonhouden van de fysieke omgeving
Gemakkelijk schoonmaken
Gemakkelijk schoonmaken
Gemakkelijk schoonmaken
Gemakkelijk schoonmaken
Tast- en bewegingsbehoeften, gemakkelijk bedienen van woononderdelen en installaties, intuitieve bediening van woononderdelen en installaties
Tast- en bewegingsbehoeften, gemakkelijk bedienen van woononderdelen en installaties, intuitieve bediening van woononderdelen en installaties
Doel/activiteit
Behoefte in het woon/zorgproces Fysiologisch, functioneel
Ja/nee/alternatief
Uiterlijk knoppen aanpassen aan generatie
Privédomein
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
189
Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch
Teil in sanitaire ruimten die groot genoeg is voor het wassen van voeten
Goed te reinigen materialisatie zonder kieren of naden
Schroeven afgedopt
Matte wandtegels
Langere doucheslang
Vloerverwarming
Mogelijkheid voor een tillift wanneer er een bad aanwezig is
Kunstverlichting dmv schakelaars
Licht van voldoende kanten om schaduwen te voorkomen
Fysiologisch, functioneel
Fysiologisch
Stoel in badkamer
Zwevend toilet voor gemakkelijk schoonmaak
Fysiologisch
Kantelbare spiegel voorzien van omsluitende kaders om de achterkant goed schoon te houden
Fysiologisch, functioneel
Fysiologisch, functioneel
Voldoende ruimte voor de transfer van een rolstoel naar het toilet
WC met groot openingsgat voor makkelijk schoonmaken
Fysiologisch, functioneel
Licht schuivende schuifdeur als entrée
Fysiologisch
Fysiologisch, functioneel
Flexibele hoogte wc-pot
Pychologisch
Fysiologisch
Opklapbare vaste douchestoel voorzien van armleuningen
Mogelijkheid om eigen spullen neer te zetten in de badkamer (inrichten)
Fysiologisch
Voldoende ruimte om een tillift te gebruiken
Automatisch verlichting dmv sensoren
Fysiologisch
Voldoende ruimte in de douche voor een mobiele douchestoel
Preventie van ziekten en gezondheidsverbetering, gemakkelijk schoonhouden van de fysieke omgeving
Preventie van ziekten en gezondheidsverbetering, gemakkelijk schoonhouden van de fysieke omgeving
Inrichten van het privedomein
Visueel comfort
Visueel comfort
Visueel comfort
Ondersteuning door middel van hulpmiddelen
Gemakkelijk in en uit de douche/bad stappen, spiegelende oppervlaktes vermijden
Zittend douchen
Vermijden van spiegelende oppervlaktes
Preventie van ziekte, schoonmaken van de fysieke ruimte
Preventie van ziekte, schoonmaken van de fysieke ruimte
(hulp met) De voeten wassen
(hulp met) De voeten wassen
Zittend jezelf in een spiegel zien
Sanitaire voorzieningen gemakkelijk bereiken
Gemakkelijke de sanitaire ruimten bereiken
De hoogte van de wc-pot veranderen
Zittend douchen
Gemakkelijk in- en uit het bad of de douche stappen
Zittend douchen
Gemakkelijk in- en uit het bad of de douche stappen
Doel/activiteit
Behoefte in het woon/zorgproces Cluster Fysiologisch
Ja/nee/alternatief
Putje in de vloer voor waterafvoer met aflopende tegels
Privédomein
190 Sociaal, psychologisch
Openbare ontmoetingsruimten (zie ook semiopenbare ruimte)
Functioneel, fysiologisch Functioneel, fysiologisch
Parkeerplaats rolstoeltoegankelijk
Voldoende zitmogelijkheden bij de parkeerplaats
Functioneel, fysiologisch Functioneel, fysiologisch Functioneel, fysiologisch Functioneel, fysiologisch Functioneel, fysiologisch Psychologisch
Winkelcentrum dichtbij
Rolstoeltoegankelijke paden
Rolstoeltoegankelijke winkels
Brede wandelpaden
Voldoende zitmogelijkheden op de wandelpaden
Duidelijk herkenbare paden
Winkelcentrum
Functioneel, fysiologisch
Parkeerplaats dichtbij
Parkeerplaats
Sociaal, psychologisch Functioneel, sociaal
Herkennen van de omgeving
Buiten kunnen zitten
Aan uitstapjes deelnemen, obstakels vermijden, fysieke activiteiten buiten
Aan uitstapjes deelnemen, obstakels vermijden, voorzieningen in de omgeving kunnen bezoeken
Aan uitstapjes deelnemen, obstakels vermijden, voorzieningen in de omgeving kunnen bezoeken
Aan uitstapjes deelnemen, obstakels vermijden, voorzieningen in de omgeving kunnen bezoeken
Aan uitstapjes deelnemen, obstakels vermijden, fysieke activiteiten buiten
Aan uitstapjes deelnemen, obstakels vermijden, fysieke activiteiten buiten
Aan uitstapjes deelnemen, obstakels vermijden, voorzieningen in de omgeving kunnen bezoeken
Visite ontvangen, vermijden van stress, met visite meer naar buiten. Bezoeken van voorzieningen in de directe omgeving
Gemakkelijk naar buiten kunnen, buiten kunnen zitten, ontspannen buiten het woonzorgvastgoed, met visite meer naar buiten
Visite ontvangen, vermijden van stress, met visite meer naar buiten
Doel/activiteit
Behoefte in het woon/zorgproces Cluster
Openbare tuinen rondom het woonzorgvastgoed (zie ook semiopenbare ruimte)
Ja/nee/alternatief
Bosrijke omgeving
Aanwezige aspecten in de omgeving
Omgeving van het woonzorgvastgoed
Checklist gewenste aspecten van het woonzorgvastgoed doelgroep 2: mensen met psychogeriatrisch ziektebeeld
Bijlage VII
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
191
Functioneel, fysiologisch
Voldoende zitmogelijkheden op de wandelpaden
Functioneel Direct sociaal contact
Rokersruimte
Logeerkamer
Functioneel, psychologisch
Multifunctionele ruimten
Psychologisch
Sociaal, psychologisch
Ontmoetingsruimten
Functioneel
Psychologisch
Bespreekruimte
Wasruimte
Fysiologisch
Fysioruimte
Hoekje voor geloofsactiviteiten
Functioneel Fysiologisch
Behandelruimte
Aparte entreehal buiten de woonkamer inclusief directe doorgang naar de eigen kamers zonder door de gezamenlijke ruimte te moeten
Direct toegankelijke tuin per afdeling
Fysiologisch Psychologisch
Sanitaire ruimten
Fysiologisch, sociaal, Psychologisch en functioneel
Cluster
Gezamenlijke ruimte/woonkamer/keuken
Aanwezige ruimten in de semiopenbare ruimte
Buiten kunnen zitten
Aan uitstapjes deelnemen, obstakels vermijden, fysieke activiteiten buiten
Aan uitstapjes deelnemen, obstakels vermijden, fysieke activiteiten buiten
Hulp met boodschappen doen, voorzieningen in de omgeving kunnen bezoeken
Doel/activiteit
Logees ontvangen
Ontspanning: roken
Hulp met wassen
Activiteiten met betrekking tot het geloof of de overtuiging uitvoeren
Gelegenheidsfeesten geven, deelnemen aan groepsativiteiten, activiteiten met betrekking tot het geloof of de overtuiging uitvoeren, hobby uitvoeren
Visite ontvangen, vermijden van stress
Vertrouwelijke gesprekken voeren
Multidisciplinaire behandelingen ontvangen, ondersteuning door medische apparatuur
Multidisciplinaire behandelingen ontvangen, ondersteuning door medische apparatuur,
Gemakkelijk naar buiten kunnen
Vermijden van onbekende bezoekers, autonomie
Hygiene, ADL
ADL, HDL, ontspanning binnen en buiten het woonzorgvastgoed, veilig voelen, direct sociaal contact, beschutting en bescherming
Doel/activiteit
Behoefte in het woon/zorgproces
Functioneel, fysiologisch
Dichtbij
Semiopenbare ruimte
Functioneel Functioneel, fysiologisch
Cluster
Behoefte in het woon/zorgproces
Brede wandelpaden
Ja/nee/alternatief
Ja/nee/alternatief
Rolstoeltoegankelijke paden
Park
Omgeving van het woonzorgvastgoed
192 Functioneel, psychologisch Psychologisch Psychologisch, fysiologisch psychologisch, Sociaal fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch
Oogje in de deur op sta- en zithoogte
Raam bij de voordeur
Deuren automatisch laten sluiten (zonder te slaan)
Directe doorgang naar de privedomeinen zonder door de gezamenlijke woonkamer te moeten gaan
Automatisch verlichting dmv sensoren
Aanpasbaar volume van alarmbeld, deurbel en telefoon
Aanpasbare melodien van alarmbeld, deurbel en telefoon
Extra verlichting boven deuren
Kunstverlichting dmv afstandsbediening
Fysiologisch Fysiologisch Functioneel Fysiologisch, psychologisch Functioneel Fysiologisch, functioneel Psychologisch
Gelijkvloers
Voldoende ruimte om met hulpmiddelen te bewegen en te draaien
Pictogrammen op deuren en installaties
Verschillende kleuren voor verschillende afdelingen
Sanitaire ruimten met een bepaalde kleur aangeven
Duidelijke en grote bewegwijzering
Brede gangen zodat ruimte onstaat voor iets van de bewoners bij de voordeur
Verkeersruimten
Functioneel, psychologisch
intercom/belsysteem bij voordeur
Zelfexpressie, eigen identiteit met het privedomein uitstralen, herkenbaarheid
De eigen plek kunnen vinden (wayfinding)
Gemakkelijk de wc kunnen vinden
Herkennen van de omgeving
De eigen plek kunnen vinden (wayfinding), herkennen van omgeving, gemakkelijk de wc kunnen vinden
Ondersteuning ontvangen door middel van hulpmiddelen als tilliften
Obstakels vermijden
Visueel comfort, veiligheidsverlichting
Visueel comfort, veiligheidsverlichting
Auditief comfort
Auditief comfort
Visueel comfort
Onbekende bezoekers of personeel vermijden, vermijden van stress, direct sociaal contact in het privedomein
Irrelevante prikkels vermijden, geluidsoverlast verkleinen
Zien wie er voor de deur staat, veilig voelen in de semiopenbare ruimte, eigen identiteit kunnen uitstralen van de ruimte
Mobiliteit, staand en zittend deuren openen, zien wie er voor de deur staat, veilig voelen in de semiopenbare ruimte
Mobiliteit, staand en zittend deuren openen, zien wie er voor de deur staat, veilig voelen in de semiopenbare ruimte
Mobiliteit, staand en zittend deuren openen
Doel/activiteit
Behoefte in het woon/zorgproces Cluster
Functioneel:
Ja/nee/alternatief
Deur kunnen openen op afstand
Entrée van de woongroepen
Semiopenbare ruimte
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
193
Fysiologisch Fysiologisch, functioneel Ffysiologisch Functioneel Fysiologisch, psychologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch, sociaal Fysiologisch, psychologisch Fysiologisch Fysiologisch
Licht van voldoende kanten om schaduwen te voorkomen
Extra verlichting boven deuren (sturing dmv licht)
Nachtstand op verlichting in gangen (minder verlicht)
Minimaal aantal in- en uitgangen
Vloeren waarbij lopen geen geluid geeft
Lichte afwerking in verband met voldoende licht
Matte vloerafwerking
Zitjes verdeeld over de afdeling
Hoeken in gangen vermijden
Geen strepen op de vloer
Contrast aanbrengen bij mogelijk gevaarlijke punten
Functioneel Functioneel
Voldoende ruimte om te draaien met een bed of brancard bij de in/uitstap van de lift
Liftdeuren die niet te snel te sluiten
Fysiologisch Functioneel Fysioligisch
Geen drempels
Automatisch te openen deuren op afstand door sensor of knop
Deuren en muren in contrasterende kleuren
Deuren in de semiopenbare ruimte
Functioneel
Liften die groot genoeg zijn om met een bed of brancard in te passen
Liften
Fysiologisch, functioneel
Signalering looproute door kleurgebruik. Lichtgebruik en tastbare geleiding
Cluster
Visueel comfort, contrast kunnen zien tussen aspecten
Gemakkelijk deuren openen
Obstakels vermijden
Verticale mobiliteit
Verticale mobiliteit
Verticale mobiliteit
Contrast zien tussen aspecten in de ruimte, obstakels vemrijden
Contrast zien tussen aspecten in de ruimte
Obstakels vermijden, de eigen plek kunnen vinden
Beschutting en bescherming, controle over type interactie, vermijden van mensen
Visueel comfort: Spiegelende oppervlaktes vermijden (naast spiegel)
Hoeveelheid natuurlijk licht aanpassen
Auditief comfort, vermijden van irrelevante prikkels/geluidoverlast
De eigen plek kunnen vinden (wayfinding)
Visueel comfort, dag- en nachtritme
Visueel comfort, wayfinding
Visueel comfort
De eigen plek kunnen vinden (wayfinding)
Visueel comfort
Doel/activiteit
Behoefte in het woon/zorgproces Fysiologisch
Ja/nee/alternatief
Automatisch verlichting dmv sensoren
Semiopenbare ruimte
194 Functioneel Functioneel Functioneel
Nooddeuropeners
Nooduitgangen 's duidelijker verlichten bij noodsituaties
Nooduitgangen accentueren in kleur en materiaal
Functioneel
Sociaal Sociaal Functioneel Functioneel Psychologisch Psychologisch Ppsychologisch Psychologisch Sociaal Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch
Oppervlakte minimaal 9-10 vierkante meter, om de rollator en rolstoel goed te kunnen gebruiken en opbergen in de gezamenlijke ruimte
Keuken in gezamenlijke woonkamer
Keukenkastjes voorzien van schuifdeuren
Mogelijkheid voor een grote keukentafel die hoog genoeg is om met een rolstoel aan te zitten
Rolstoeltoegankelijk aanrecht
Ramen die tot de vloer gaan
Normale hoogte plafond
Uitzicht op tuinen
Huiselijke inrichting
Verschillende zitjes of nisjes om te kunnen zitten
Lichte afwerking ruimten voor voldoende licht
Kunstverlichting dmv schakelaars
Kunstverlichting dmv afstandsbediening
Dimmers voor sfeerverlichting
Gezamenlijke ruimte/woonkamer/keuken
Functioneel, psychologisch
Functiegerelateerd kleurgebruik van deuren
Cluster
Visueel comfort, hoeveelheid kunstlichtaanpassen voor veiligheid en sfeer
Visueel comfort, hoeveelheid kunstlichtaanpassen voor veiligheid en sfeer
Visueel comfort, hoeveelheid kunstlichtaanpassen voor veiligheid en sfeer
Hoeveelheid natuurlijk licht aanpassen
Privacy, jezel kunnen terugtrekken
Veilig voelen in de semiopenbare ruimte
Vermijden van stress, naar buiten kijken
Veilig voelen in de semiopenbare ruimte
Zittend en liggen naar buiten kijken
HDL, hulp met koken
HDL, hulp met koken
Gasten iets te eten of de drinken aanbieden
Gasten iets te eten of de drinken aanbieden
Dichtbij de rollator kunnen opberngen
Nooduitgangen kunnen vinden
Nooduitgangen kunnen vinden
Nooduitgangen kunnen vinden
Wayfinding, gemakkelijk de wc kunnen vinden, herkennen van de omgeving
Gemakkelijk deuren openen, vermijden van irrelevante prikkels
Doel/activiteit
Behoefte in het woon/zorgproces Functioneel, psychologisch
Ja/nee/alternatief
Deuren automatisch laten sluiten (zonder te slaan)
Semiopenbare ruimte
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
195
Functioneel Functioneel Functioneel Functioneel Functioneel Functioneel Functioneel Psychologisch Psychologisch Psychologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch
TV aansluiting en ruimte voor tv
Plek voor een luie stoel
Plek voor rolstoelen
Plek voor een bank
Stopcontact voor tv
Stopcontact voor radio
Plek voor radio
Zicht op de entrée
Zo min mogelijk obstakels voor het overzicht (hoge meubels)
Bord met verpleegkundigen die aan het werk zijn
Ringleiding
Ingebouwde geluidsboxen
Grote knoppen voor het aanpassen van bijvoorbeeld volume
Aanpasbare melodien van alarmbeld, deurbel en telefoon
Psychologisch Fysiologisch, functioneel Fysiologisch Fysiologisch
Algemene sanitaire ruimte direct bereikbaar vanuit de gezamenlijke woonkamer
Alarmbel
Gelijkvloerse inloopdouche
Wastafel
Sanitaire ruimten
Fysiologisch
Mogelijkheid voor gordijnen
Handen wassen, haren wassen
Gemakkelijk in en uit de douche stappen
Medische ondersteuning, ondersteuning door middel van hulpmiddelen, kunnen waarschuwen van anderen
Vermijden van onbekende bezoekers
Auditief comfort
Tast- en bewegingsbehoeften
Auditief comfort
Auditief comfort
Herkennen van verzorgenden
Overzicht over de ruimte hebben, veilig voelen in de semiopenbare ruimte
Overzicht over de ruimte hebben, veilig voelen in de semiopenbare ruimte
Muziek luisteren
Muziek luisteren
TV kijken
TV kijken
TV kijken
TV kijken
TV kijken
Visueel comfort, hoeveelheid natuurlijk licht aanpassen, inkijk van buiten voorkomen
Visueel comfort, hoeveelheid kunstlichtaanpassen voor veiligheid en sfeer
Doel/activiteit
Behoefte in het woon/zorgproces Cluster Fysiologisch
Ja/nee/alternatief
Verduistermogelijkheid
Semiopenbare ruimte
196 Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch, functioneel Fysiologisch, functioneel Fysiologisch, functioneel Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch
Antisliptegels
Putje in de vloer voor waterafvoer met aflopende tegels
Voldoende ruimte in de douche voor een mobiele douchestoel
Voldoende ruimte om een tillift te gebruiken
Opklapbare vaste douchestoel voorzien van armleuningen
Flexibele hoogte wc-pot
Licht schuivende schuifdeur als entrée
Voldoende ruimte voor de transfer van een rolstoel naar het toilet
Kantelbare spiegel voorzien van omsluitende kaders om de achterkant goed schoon te houden
Stoel in badkamer
Teil in sanitaire ruimten die groot genoeg is voor het wassen van voeten
Goed te reinigen materialisatie zonder kieren of naden
Schroeven afgedopt
Matte wandtegels
Langere doucheslang
Vloerverwarming
Mogelijkheid voor een tillift wanneer er een bad aanwezig is
Kunstverlichting dmv schakelaars
Licht van voldoende kanten om schaduwen te voorkomen
Automatisch verlichting dmv sensoren
Visueel comfort
Visueel comfort
Visueel comfort
Ondersteuning door middel van hulpmiddelen
Gemakkelijk in en uit de douche/bad stappen, spiegelende oppervlaktes vermijden
Zittend douchen
Vermijden van spiegelende oppervlaktes
Preventie van ziekte, schoonmaken van de fysieke ruimte
Preventie van ziekte, schoonmaken van de fysieke ruimte
(hulp met) De voeten wassen
(hulp met) De voeten wassen
Zittend jezelf in een spiegel zien
Sanitaire voorzieningen gemakkelijk bereiken
Gemakkelijke de sanitaire ruimten bereiken
De hoogte van de wc-pot veranderen
Zittend douchen
Gemakkelijk in- en uit het bad of de douche stappen
Zittend douchen
Gemakkelijk in- en uit het bad of de douche stappen
Gemakkelijk in- en uit het bad of de douche stappen
Gemakkelijk in- en uit het bad of de douche stappen
Doel/activiteit
Behoefte in het woon/zorgproces Cluster Fysiologisch
Ja/nee/alternatief
Beugels om zich vast te houden bij douche, bad en toilet
Semiopenbare ruimte
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
197
Functioneel Functioneel, fysiologisch Functioneel Functioneel Functioneel, Fysiologisch Functioneel, sociaal Functioneel, sociaal Functioneel Functioneel Functioneel Fysiologisch, psychologisch Fysiologisch, psychologisch Fysiologisch, psychologisch
Door bewoners bedienbare deur naar buiten
Drempelloze deur die breed genoeg is voor een bed
Afgesloten tuin met veilige planten
Overzichtelijke tuin vanaf de woonkamer
Rolstoeltoegankelijke tuin
Terras in de tuin
Van antisliptegels voorzien terras
Voldoende looproute
Verschillende aftakkingen in paden en niveaus (kiezels, gras etc)
Voldoende looproute
Moestuin
Extra verlichting boven deuren
Automatisch verlichting dmv sensoren
Psychologisch, sociaal, fy- Inkijk verkomen, privacy, visueel comfort siologisch Sociaal, fysiologisch Sociaal, psychologisch
Gordijnen, zonwering, rolluik en/of vitrage om inkijk te voorkomen
Geluiddichte wanden
Ruimte om je om te kleden
Privacy, jezelf terug kunnen trekken, autonomie
Privacy, auditief comfort
Psychologisch, fysiologisch
Veilig voelen, vertrouwelijke gesprekken voeren, medische ondersteuning
Visueel comfort, veilig voelen
Visueel comfort, veilig voelen
Visueel comfort, veilig voelen
Fysieke activiteiten buiten
Fysieke activiteiten buiten
Fysieke activiteiten buiten
Visite ontvangen. Buiten zitten
Visite ontvangen. Buiten zitten
Gemakkelijk naar buiten kunnen gaan, obstakels vermijden
Gemakkelijk naar buiten kunnen gaan
Gemakkelijk naar buiten kunnen gaan
Gemakkelijk naar buiten kunnen gaan, obstakels vermijden
Gemakkelijk naar buiten kunnen gaan
Gemakkelijk naar buiten kunnen gaan
Huiselijke inrichting
Behandelruimte/fysioruimte/bespreekkamer
Functioneel
Direct vanuit de gezamenlijke woonkamer te bereiken
Gemakkelijk naar buiten kunnen gaan
Doel/activiteit
Behoefte in het woon/zorgproces Cluster
Functioneel
Ja/nee/alternatief
Vrij toegankelijke oenbare tuin voor de zorgbehoevende ouderen
Gezamenlijke tuinen
Semiopenbare ruimte
198 Fysiologisch Fysiologisch, sociaal Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch
Wastafel
Mogelijkheid ruimte af te sluiten
Automatisch verlichting dmv sensoren
Kunstverlichting dmv schakelaars
Licht van voldoende kanten om schaduwen te voorkomen
Functioneel, sociaal Functioneel, sociaal Functioneel, sociaal Functioneel, sociaal
Fysiologisch, Functioneel, Buiten zitten met visite, Gezamenlijke activiteiten uitvoeren, ontspanning, contacten sociaal ontmoeten Functioneel Sociaal Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch
Restaurant aanwezig binnen het woonzorgvastgoed of in de directe omgeving
Brasserie aanwezig binnen het woonzorgvastgoed of in de directe omgeving
Loungeruimte aanwezig binnen het woonzorgvastgoed of in de directe omgeving
Mogelijkheid om buiten te zitten bij deze ontmoetingsruimten
Rolstoeltoegankelijke ontmoetingsruimten
Snoezelruimte
Meerdere zithoekjes voor mensen om zich terug te kunnen trekken
Kunstverlichting dmv schakelaars
Dimmers voor sfeerverlichting
Verduistermogelijkheid
Licht van voldoende kanten om schaduwen te voorkomen
Visueel comfort, verlichting voor veiligheid
Visueel comfort, sfeerverlichting
Visueel comfort, sfeerverlichting
Visueel comfort, sfeerverlichting, veiligheidsverlichting
Controle over type interactie, privacy, zich meten met anderen, beschutting en behscerming
Ontspannen binnen het woonzorgvastgoed
Buiten zitten met visite, Gezamenlijke activiteiten uitvoeren, ontspanning, contacten ontmoeten
Gezamenlijke activiteiten uitvoeren, ontspanning, contacten ontmoeten
Gezamenlijke activiteiten uitvoeren, ontspanning, contacten ontmoeten
Gezamenlijke activiteiten uitvoeren, ontspanning, contacten ontmoeten
Fysiologisch, Functioneel, Obstakels vermijden, gezamenlijke activeiten uitvoeren visite ontvangen sociaal
Visueel comfort
Visueel comfort
Visueel comfort
Autonomie, privacy
Hygiene
Ondersteuning door middel van hulpmiddelen
Ontmoetingsruimte centraal in het gebouw of gemakkelijk te bereiken
Ontmoetingsruimten
Fysiologisch, functioneel
Opbergruimte voor medische apparatuur
Ondersteuning door middel van hulpmiddelen
Doel/activiteit
Behoefte in het woon/zorgproces Cluster Fysiologisch, functioneel
Ja/nee/alternatief
Ruimte om hulpmiddelen op te bergen
Semiopenbare ruimte
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
199
Fysiogisch Functioneel Functioneel fysiologisch Fysiologisch Functioneel Auditief comfort Auditief comfort Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch
Rolstoeltoegankelijk
Opslagruimte
Mogelijkheid om films te laten zien
Verduistermogelijkheid
Geluiddichte wanden
Stopcontacten
Ringleiding
Ingebouwde geluidsboxen
Grote knoppen voor het aanpassen van bijvoorbeeld volume
Aanpasbare melodien van alarmbeld, deurbel en telefoon
Kunstverlichting dmv afstandsbediening
Kunstverlichting dmv schakelaars
Dimmers voor sfeerverlichting
Verduistermogelijkheid
Licht van voldoende kanten om schaduwen te voorkomen
Mogelijkheid voor gordijnen
Psychologisch, sociaal, fysiologisch
Huiselijke inrichting
Visueel comfort, hoeveelheid natuurlijk licht aanpassen
Visueel comfort, veiligheidsverlichting
Visueel comfort,sfeerverlichting, hoeveelheid natuurlijk licht aanpassen
Visueel comfort,sfeerverlichting
Visueel comfort, veiligheidsverlichting
Visueel comfort, veiligheidsverlichting
Auditief comfort
Tast- en bewegingsbehoeften
Horen van apparatuur
Horen van apparatuur
TV, radio, apparatuur
Auditief comfort
Visueel comfort, sfeerverlichting
Ontspanning binnen het woonzorgvastgoed
Organiseren van acitiviteiten
Obstakels vermijden
Medische ondersteuning, bescherming en beschutting, veilig voelen
Ontspanning binnen het woonzorgvastgoed, geven van gelegenheidsfeesten, ontvangen van gasten, vertrouwelijke gesprekken voeren
Doel/activiteit
Behoefte in het woon/zorgproces Cluster
Functioneel, sociaal, psychologisch
Ja/nee/alternatief
Multifunctionele ruimte centraal in het gebouw of gemakkelijk te bereiken
Multifunctionele ruimten
Semiopenbare ruimte
200 Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch
Dimmers voor sfeerverlichting
Verduistermogelijkheid
Kunstverlichting dmv schakelaars
Functioneel Functioneel Functioneel
Goede afzuiging
Geen brandgevaarlijke stoffen
Zitmogelijkheden
Sociaal Sociaal, psychologisch. fysiologisch Psychologisch, fysiologisch Fysiologisch, sociaal
Kamer groot genoeg voor een logeerbed
Afsluitbare deur
Mogelijkheid van gordijnen of rolluiken
Geluiddichte wanden
Logeerkamer
Functioneel
Rokersruimte dichtbij gezmanelijke woonkamer
Rokersruimte
Sociaal
Vrij toegankelijke ruimte voor mensen om activiteit met betrekking tot het geloof uit te voeren
Seksualiteit, privacy, controle over tytpe interactie, auditief comfort
Inkijk voorkomen, hoeveelheid natuurlijk licht aanpassen
Logees ontvangen, privacy. Veilig voelen, seksualiteit
Logees ontvangen
Ontspanning, roken
Ontspanning, roken
Ontspanning, roken
Ontspanning, roken
Visueel comfort, hoeveelheid kunstlicht aanpassen
Visueel comfort,sfeerverlichting, hoeveelheid natuurlijk licht aanpassen
Visueel comfort,sfeerverlichting
Activiteiten met betrekking tot het geloof uitvoeren
Activiteiten met betrekking tot het geloof uitvoeren, privacy
Doel/activiteit
Behoefte in het woon/zorgproces Cluster
Sociaal
Ja/nee/alternatief
Stilte ruimte
Ruimte voor uitvoering geloof
Semiopenbare ruimte
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
201
Fysiologisch, functioneel
Fysiologisch, functioneel
Fysiologisch, functioneel
Fysiologisch, functioneel
Fysiologisch, functioneel
Fysiologisch, functioneel
Fysiologisch
Grote knoppen op 0,90 - 1,10 meter hoogte
Contrastrerende kleuren voor knoppen
Pictogrammen op knoppen
Knoppen voorzien van rood/groen of +/- indien mogelijk
Klik horen bij indrukken knop
Lichtsignaal ontvangen bij indrukken knop
Draadloze domotica
Functioneel
Hulp ontvangen door middel van domotica, auditief comfort, preventie van ziekten en gezondheidsverbetering (gemakkelijk schoon houden)
Tast- en bewegingsbehoeften, zittend en staand gemakkelijk bedienen van installaties en woononderdelen, intuitief bedienen van woononderdelen, alleen de nodige apparaten en schakelaars kunnen bedienen, weten waar iets voor dient in de gebouwde omgeving
Tast- en bewegingsbehoeften, zittend en staand gemakkelijk bedienen van installaties en woononderdelen, intuitief bedienen van woononderdelen, alleen de nodige apparaten en schakelaars kunnen bedienen, weten waar iets voor dient in de gebouwde omgeving
Tast- en bewegingsbehoeften, zittend en staand gemakkelijk bedienen van installaties en woononderdelen, intuitief bedienen van woononderdelen, alleen de nodige apparaten en schakelaars kunnen bedienen, weten waar iets voor dient in de gebouwde omgeving
Tast- en bewegingsbehoeften, zittend en staand gemakkelijk bedienen van installaties en woononderdelen, intuitief bedienen van woononderdelen, alleen de nodige apparaten en schakelaars kunnen bedienen, weten waar iets voor dient in de gebouwde omgeving
Tast- en bewegingsbehoeften, zittend en staand gemakkelijk bedienen van installaties en woononderdelen, intuitief bedienen van woononderdelen, alleen de nodige apparaten en schakelaars kunnen bedienen, weten waar iets voor dient in de gebouwde omgeving
Tast- en bewegingsbehoeften, zittend en staand gemakkelijk bedienen van installaties en woononderdelen, intuitief bedienen van woononderdelen, alleen de nodige apparaten en schakelaars kunnen bedienen, weten waar iets voor dient in de gebouwde omgeving
Tast- en bewegingsbehoeften, zittend en staand gemakkelijk bedienen van installaties en woononderdelen, intuitief bedienen van woononderdelen, alleen de nodige apparaten en schakelaars kunnen bedienen, weten waar iets voor dient in de gebouwde omgeving
opbergen van bezittingen voor langere en kortere tijd
Doel/activiteit
Behoefte in het woon/zorgproces Cluster
Fysiologisch, functioneel
Ja/nee/alternatief
Logische plaatsing van knoppen voor de functies (bij deur, liefst in een hoek; op die manier kun je rechtstreeks door de deur
Knoppen en Installaties
Verhuurbare kluizen voor persoonlijke bezittingen
Opbergmogelijkheden
Semiopenbare ruimte
202 Fysiologisch, functioneel Fysiologisch, functioneel Fysiologisch, functioneel
Psychologisc, Fysiologisch, Veilig voelen in de semiopenbare ruimte, preventie van ziekten en gezondheidsverfunctioneel betering, gemakkelijk schoonhouden van de fysieke omgeving Fysiologisch, functioneel Fysiologisch, functioneel Fysiologisch, functioneel
Goed afneembare matarialen voor vloer, kasten en gordijnen
Kieren en naden wegwerken / geen losse plinten
Kleine hoekjes vermijden
Overzichtelijke ruimten
WC met groot openingsgat voor makkelijk schoonmaken
Geen hoogglans afwering
Zwevend toilet voor gemakkelijk schoonmaak
Preventie van ziekten en gezondheidsverbetering, gemakkelijk schoonhouden van de fysieke omgeving
Preventie van ziekten en gezondheidsverbetering, gemakkelijk schoonhouden van de fysieke omgeving, spiegelende oppervlakten vermijden
Preventie van ziekten en gezondheidsverbetering, gemakkelijk schoonhouden van de fysieke omgeving
Preventie van ziekten en gezondheidsverbetering, gemakkelijk schoonhouden van de fysieke omgeving
Preventie van ziekten en gezondheidsverbetering, gemakkelijk schoonhouden van de fysieke omgeving
Preventie van ziekten en gezondheidsverbetering, gemakkelijk schoonhouden van de fysieke omgeving
Fysiologisch, functioneel
Preventie van ziekten en gezondheidsverbetering, gemakkelijk schoonhouden van de fysieke omgeving
Tast- en bewegingsbehoeften, zittend en staand gemakkelijk bedienen van installaties en woononderdelen, intuitief bedienen van woononderdelen, alleen de nodige apparaten en schakelaars kunnen bedienen, weten waar iets voor dient in de gebouwde omgeving, feedback ontvangen van apparatuur
Kabels wegwerken
Onderhoud en schoonmaken
Fysiologisch, functioneel
Uiterlijk knoppen aanpassen aan generatie
Hulp ontvangen door middel van domotica, auditief comfort
Doel/activiteit
Behoefte in het woon/zorgproces Cluster Fysiologisch
Ja/nee/alternatief
Domotica die geen licht of geluid geeft
Semiopenbare ruimte
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
203
Psychologisch
Fysiologisch Fysiologisch Psychologisch
Gelijkvloers
Ruimte voor een bed
Minimale grootte van 18 m2 om eigen meubels neer te kunnen zetten
Eigen zit/slaapkamer
Psychologisch
Fysiologisch
Aanpasbare melodien van alarmbeld, deurbel en telefoon
Naambordjes bij privedomein
Fysiologisch
Aanpasbaar volume van alarmbeld, deurbel en telefoon
Huisnummer
Functioneel
Deur kunnen openen op afstand
fysiologisch
Psychologisch, fysiologisch
Deuren automatisch (keuze) laten sluiten (zonder te slaan)
Psychologisch
Functioneel, psychologisch
Oogje in de deur op sta- en zithoogte
Nisje aan de buitenkant bij de voordeur om iets van jezelf neer te zetten
Psychologisch
Raam bij de voordeur inclusief vensterbank
Extra verlichting boven deuren
Functioneel, psychologisch
Intercom/belsysteem bij voordeur
Inrichten van het privedomein, aankleden van het privedomein, indeing van het privedomein aanpassen
Slapen, Seksuele handelingen
Obstakels vermijden
Eigen identiteit met het privedomein uitstralen
Eigen identiteit met het privedomein uitstralen
Zelfexpressie, eigen identiteit met het privedomein uitstralen
visueel comfort, veiligheidsverlichting
Auditief comfort
Auditief comfort
Zittend de deur kunnen openen
Irrelevante prikkels vermijden, geluidsoverlast verkleinen
Mobiliteit, staand en zittend deuren openen, zien wie er voor de deur staat, veilig voelen in de emiopenbare ruimte
Zelfexpressie, zien wie er voor de deur staat, eigen identiteit met het privedomein uitstralen
Staand en zittend deuren openen, zien wie er voor de deur staat, veilig voelen in het privedomein
Fysiologisch, sociaal, psy- Zichzelf kunnen afzonderen (ook voor seksualiteit), vertrouwelijke gesprekken voechologisch ren, sociale controle (veilig voelen), afsluiten van het privedomein
Afsluitbare voordeur
Obstakels vermijden
Fysiologisch
Geen drempels
Entrée van de privéruimten
Hygiene, ADL, autonomie
Fysiologisch, psychologisch
Eigen badkamer
Doel/activiteit
Behoefte in het woon/zorgproces Cluster
Fysiologisch, sociaal, psy- Beschutting en bescherming, autonomie, veilig voelen, privacy, eigen activiteiten uitchologisch en functioneel voeren, visite ontvangen, vertrouwelijke gesprekken voeren, eigen domein inrichten
Ja/nee/alternatief
Eigen zit.slaapkamer
Aanwezige ruimten in het privédomein
Privédomein
204 Functioneel Functioneel Fysiologisch Psychologisch Psychologisch Psychologisch Psychologisch, fysiologisch Fysiologisch Functioneel Functioneel Functioneel, psychologisch Functioneel, sociaal Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Functioneel Functioneel Psychologisch
Ruimte voor een tafel en een stoel
Mogelijkheid voor een bureau
Alarmbelsysteem
Ramen die tot de vloer gaan
Normale hoogte plafond
Uitzicht op tuinen
Geluiddichte muren
Kunstverlichting dmv schakelaars
Extra ruim halletje of gangetje bij de voordeur om de rollator of de electrische rolstoel op te bergen dat niet in de looproute ligt
Stopcontact in het halletje op 0,9 tot 1.10 meter om de electrische rolstoel op te laden
Mogelijkheid voor een eigen kast
Een afsluitbare kast
Kunstverlichting dmv afstandsbediening
Dimmers voor sfeerverlichting
Verduistermogelijkheid
Mogelijkheid voor gordijnen
TV aansluiting en ruimte voor tv
Plek voor een luie stoel
Inrichting als thuis (huiselijk)
Veilig voelen in de semiopenbare ruimte
TV kijken
TV kijken
Visueel comfort, hoeveelheid natuurlijk licht aanpassen, inkijk van buiten voorkomen
Visueel comfort, hoeveelheid kunstlichtaanpassen voor veiligheid en sfeer
Visueel comfort, hoeveelheid kunstlichtaanpassen voor veiligheid en sfeer
Visueel comfort, hoeveelheid kunstlichtaanpassen voor veiligheid en sfeer
Opbergen van bezittingen, privacy met spullen
Opbergen van bezittingen, inrichten van het privedomein
Opbergen van de rollator of rolstoel
Opbergen van de rollator of rolstoel
Visueel comfort, hoeveelheid kunstlichtaanpassen voor veiligheid en sfeer
Vermijden van stress, auditief comfort, irrelevante prikkels vermijden, seksuele handeingen uitvoeren
Vermijden van stress, naar buiten kijken
Veilig voelen in de semiopenbare ruimte
Zittend en liggen naar buiten kijken
Medische ondersteuning
Hobby uitoefenen, administratie bijhouden, visite ontvangen, lezen
Hobby uitoefenen, administratie bijhouden, visite ontvangen, lezen
Visite ontvangen, zitten met visite
Doel/activiteit
Behoefte in het woon/zorgproces Cluster Sociaal
Ja/nee/alternatief
Zitmogelijkheid voor meerdere personen
Privédomein
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
205
Psychologisch Fysiologisch Psychologisch Fysiologisch functioneel Fysiologisch, psychologisch Fysiologisch Fysiologisch Psychologisch Psychologisch Psychologisch Psychologisch Psychologisch Fysiologisch, psychologisch Fysiologisch, psychologisch Fysiologisch Sociaal Fysiologisch Fysiologisch, functioneel
Zicht op de entrée
Aanpasbare melodien van alarmbeld, deurbel en telefoon
Ramen naar buiten voorzien van vensterbank
Voldoende ruimte om met hulpmiddelen te bewegen en te draaien
Sanitaire ruimten met een bepaalde kleur aangeven
Vloeren waarbij lopen geen geluid geeft
Lichte afwerking in verband met voldoende licht
Nooddeuropeners
Geen vides
Kamer niet direct aan de straat gelegen
Ligging van de ruimte zo gesitueerd dat inkijk van buiten wordt geminimaliseerd
Rechthoekige of vierkante vorm kamer
Mogelijkheden om foto's op te hangen
Aanwezigheid van zonwering
Aanwezigheid van rolluiken
Voldoende ramen voor voldoende natuurlijk licht
Voldoende ruimte voor extra bed
Verduisterende folie vermijden
Grote knoppen voor bediening woononderdelen op hoogte 0,91,1 meter
Tast- en bewegingsbehoeften, gemakkelijk bedienen van woononderdelen en installaties
Hoeveelheid natuurlijk licht van buiten aanpassen
Logees ontvangen
Hoeveelheid natuurlijk licht van buiten aanpassen
Hoeveelheid natuurlijk licht van buiten aanpassen, inkijk in de woning voorkomen
Hoeveelheid natuurlijk licht van buiten aanpassen, inkijk in de woning voorkomen
Zelfexpressie
Inrichten van het privedomein, aankleden van het privedomein, indeing van het privedomein aanpassen
Inkijk in de woning voorkomen
Inkijk in de woning voorkomen
Veilig voelen in het privedomein
Visueel comfort: Spiegelende oppervlaktes vermijden (naast spiegel)
Hoeveelheid natuurlijk licht aanpassen
Auditief comfort, vermijden van irrelevante prikkels/geluidoverlast
Gemakkelijk de wc kunnen vinden
Ondersteuning ontvangen door middel van hulpmiddelen als tilliften
Herkennen van de omgeving, inrichten van het privedomein
Auditief comfort
Overzicht over de ruimte hebben, veilig voelen in de semiopenbare ruimte
TV kijken
Doel/activiteit
Behoefte in het woon/zorgproces Cluster Functioneel
Ja/nee/alternatief
Stopcontact voor tv
Privédomein
206 Fysiologisch, functioneel Fysiologisch, functioneel Fysiologisch, functioneel Fysiologisch, functioneel Fysiologisch, functioneel Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Functioneel, sociaal Functioeel Fysiologisch Psychologisch, Fysiologisch, functioneel Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch, functioneel
Fysiologisch, functioneel
Logische plaatsing knop voor functie
Pictogrammen op knoppen
Knoppen voorzien van rood/groen of +/- indien mogelijk
Uiterlijk knoppen aanpassen aan generatie
Alleen de nodige zaken bedienbaar maken
Kabels wegwerken
Goed afneembare matarialen voor vloer, kasten en gordijnen
Kieren en naden wegwerken / geen losse plinten
Kleine hoekjes in de ruimte vermijden
Geen hoogglans afwering
Mogelijkheid voor een kluis in het privedomein
Mogelijkheid voor een nachtkastje naast het bed
Automatisch verlichting dmv sensoren (bijv, 's nachts richting toilet)
Overzichtelijke ruimten
Draadloze domotica
Domotica die geen licht of geluid geeft
Klik horen bij indrukken knop
Lichtsignaal ontvangen bij indrukken knop
Tast- en bewegingsbehoeften, zittend en staand gemakkelijk bedienen van installaties en woononderdelen, intuitief bedienen van woononderdelen, alleen de nodige apparaten en schakelaars kunnen bedienen, weten waar iets voor dient in de gebouwde omgeving, feedback ontvangen van apparatuur
Tast- en bewegingsbehoeften, zittend en staand gemakkelijk bedienen van installaties en woononderdelen, intuitief bedienen van woononderdelen, alleen de nodige apparaten en schakelaars kunnen bedienen, weten waar iets voor dient in de gebouwde omgeving, feedback ontvangen van apparatuur
Hulp ontvangen door middel van domotica, auditief comfort,
Hulp ontvangen door middel van domotica, auditief comfort, preventie van ziekten en gezondheidsverbetering (gemakkelijk schoon houden)
Veilig voelen in de semiopenbare ruimte, preventie van ziekten en gezondheidsverbetering, gemakkelijk schoonhouden van de fysieke omgeving
Visueel comfort
Opbergen van persoonlijke bezittingen voor kortere rijd
Opbergen van bezittingen, privacy met spullen
Spiegelende oppervlaktes vermijden
Gemakkelijk schoonmaken
Gemakkelijk schoonmaken
Gemakkelijk schoonmaken
Gemakkelijk schoonmaken
Tast- en bewegingsbehoeften, gemakkelijk bedienen van woononderdelen en installaties, ntuitieve bediening van woononderdelen en installaties
Tast- en bewegingsbehoeften, gemakkelijk bedienen van woononderdelen en installaties, ntuitieve bediening van woononderdelen en installaties
Tast- en bewegingsbehoeften, gemakkelijk bedienen van woononderdelen en installaties, ntuitieve bediening van woononderdelen en installaties
Tast- en bewegingsbehoeften, gemakkelijk bedienen van woononderdelen en installaties, ntuitieve bediening van woononderdelen en installaties
Tast- en bewegingsbehoeften, gemakkelijk bedienen van woononderdelen en installaties, ntuitieve bediening van woononderdelen en installaties
Visueel comfort
Doel/activiteit
Behoefte in het woon/zorgproces Cluster Fysiologisch
Ja/nee/alternatief
Contrasterende kleuren voor knoppen
Privédomein
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
207
Fysiologisch, functioneel Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch, functioneel Fysiologisch, functioneel Fysiologisch, functioneel Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch Fysiologisch
Alarmbel
Gelijkvloerse inloopdouche
Wastafel
Beugels om zich vast te houden bij douche, bad en toilet
Antisliptegels
Putje in de vloer voor waterafvoer met aflopende tegels
Voldoende ruimte in de douche voor een mobiele douchestoel
Voldoende ruimte om een tillift te gebruiken
Opklapbare vaste douchestoel voorzien van armleuningen
Flexibele hoogte wc-pot
Licht schuivende schuifdeur als entrée
Voldoende ruimte voor de transfer van een rolstoel naar het toilet
Kantelbare spiegel voorzien van omsluitende kaders om de achterkant goed schoon te houden
Stoel in badkamer
Teil in sanitaire ruimten die groot genoeg is voor het wassen van voeten
Goed te reinigen materialisatie zonder kieren of naden
Schroeven afgedopt
Cluster
Preventie van ziekte, schoonmaken van de fysieke ruimte
Preventie van ziekte, schoonmaken van de fysieke ruimte
(hulp met) De voeten wassen
(hulp met) De voeten wassen
Zittend jezelf in een spiegel zien
Sanitaire voorzieningen gemakkelijk bereiken
Gemakkelijke de sanitaire ruimten bereiken
De hoogte van de wc-pot veranderen
Zittend douchen
Gemakkelijk in- en uit het bad of de douche stappen
Zittend douchen
Gemakkelijk in- en uit het bad of de douche stappen
Gemakkelijk in- en uit het bad of de douche stappen
Gemakkelijk in- en uit het bad of de douche stappen
Handen wassen, haren wassen
Gemakkelijk in en uit de douche stappen
Medische ondersteuning, ondersteuning door middel van hulpmiddelen, kunnen waarschuwen van anderen
Vermijden van onbekende bezoekers
Doel/activiteit
Behoefte in het woon/zorgproces
Psychologisch
Ja/nee/alternatief
Sanitaire ruimte direct bereikbaar vanuit de slaapkamer en zitkamer
Sanitaire ruimten
Privédomein
208 Fysiologisch, functioneel Fysiologisch, functioneel
WC met groot openingsgat voor makkelijk schoonmaken
Zwevend toilet voor gemakkelijk schoonmaak
Fysiologisch
Licht van voldoende kanten om schaduwen te voorkomen Fysiologisch
Fysiologisch
Kunstverlichting dmv schakelaars
Pychologisch
Fysiologisch
Mogelijkheid voor een tillift wanneer er een bad aanwezig is
Mogelijkheid om eigen spullen neer te zetten in de badkamer (inrichten)
Fysiologisch
Vloerverwarming
Automatisch verlichting dmv sensoren
Fysiologisch
Langere doucheslang
Preventie van ziekten en gezondheidsverbetering, gemakkelijk schoonhouden van de fysieke omgeving
Preventie van ziekten en gezondheidsverbetering, gemakkelijk schoonhouden van de fysieke omgeving
Inrichten van het privedomein
Visueel comfort
Visueel comfort
Visueel comfort
Ondersteuning door middel van hulpmiddelen
Gemakkelijk in en uit de douche/bad stappen, spiegelende oppervlaktes vermijden
Zittend douchen
Vermijden van spiegelende oppervlaktes
Doel/activiteit
Behoefte in het woon/zorgproces Cluster Fysiologisch
Ja/nee/alternatief
Matte wandtegels
Privédomein
Zorgbehoevend zorgvastgoed?
209