zondag 20.3
15:00, BOZAR
BRUCKNER 9
klara festival
Brussels International Music
BRUCKNER 9 MAIN
OFFICIAL FESTIVAL CAR
Klarafestival
Erbarme dich
9
24.3
2016
BRUCKNER 9 Dit concert wordt gepatroneerd door
Dhr. Sven Gatz, Vlaams Minister van Cultuur, Jeugd, Media en Brussel en Mevr. Liesbeth Homans, Viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en armoedebestrijding
© Alexander Meeus
Beste mensen, U staat op het punt in deze mooie zaal in Bozar een geweldig concert te beleven. Van cultuur genieten is iets waar iedereen vreugde en genoegdoening uit put. Cultuur helpt een mens zijn zorgen te vergeten en te genieten van het leven. Aan dit feestelijk initiatief van Jouw Sleutel in het programma van het Klarafestival heb ik daarom graag mijn steun toegezegd. De negende symfonie van Anton Bruckner, de onvoltooide, is van een bijzondere schoonheid. De componist stierf vooraleer hij dit werkstuk had afgewerkt. Het is een ode aan God, maar een onverwachte: geen zeemzoete wijsjes maar schrille dissonanten, een donkere klankkleur en de twijfel die door de muziek scheurt. Laat je meevoeren. Sven Gatz, Vlaams Minister van Cultuur, Jeugd, Media en Brussel
Als Vlaams minister van Armoedebestrijding waak ik over de sociale grondrechten van iedereen. Het recht op cultuur is zo een grondrecht. Van cultuur genieten is immers geen voorrecht van enkelen maar moet voor iedereen toegankelijk zijn. Cultuur werkt verrijkend, inspireert en prikkelt. Een aantal drempels zorgen er jammer genoeg voor dat sommigen te weinig kunnen genieten van muziek, theater, dans en film. En daar moet dringend verandering in komen. Initiatieven als ‘Jouw Sleutel’ kan ik dan ook alleen maar toejuichen. Op deze manier bieden we jullie als gezin de kans om van topcultuur te proeven. Laat dit concert dan ook niet het einde maar net een startschot zijn van jullie deelname aan tal van culturele evenementen in de eigen gemeente. Geniet er van! Liesbeth Homans, Viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en armoedebestrijding
Klarafestival
Erbarme dich
9
BRUCKNER 9 Nationaal Orkest van België Michael Schønwandt Michael Schønwandt, dirigent Nationaal Orkest van België
Anton BRUCKNER 1824-1896
Symphonie n° 9, in d-Moll, WAB 109 (1887-1896 / 2012) (vervollständigte aufführungsfassung von Nicola Samale, John A. Phillips, Benjamin-Gunnar Cohrs & Giuseppe Mazzuca) Feierlich, misterioso Scherzo: Bewegt, lebhaft – Trio: Schnell Adagio: Langsam, feierlich Finale: Misterioso, nicht schnell
24.3
2016
P3
zondag
20.3 2016 15:00 BOZAR Grote Zaal Henry Le Bœuf introductie door Serge Algoet & Benoît Jacquemin 14u30 BOZAR - Koninklijk Salon (Nederlands) BOZAR - Rotonde Bertouille (Frans)
concert zonder pauze einde van het concert is voorzien om 16:45 coproductie
Klarafestival, BOZAR, NOB/ONB uitzending op Klara op 24.03 uitzending op Musiq’3 op 27.03
Greet Samyn, outfit aangeboden door Manufactuur & Confetti
presentatie:
bloemen aangeboden door
Daniël Ost La Boîte à Musique verzorgt een CD verkoop na het concert
Het Klarafestivalcafé@Bozar is dé ontmoetingsplaats voor iedereen die zin heeft in een drankje vooraf of nadien, artiesten wil ontmoeten of gewoon gezellig wil genieten. Deel uw festivalervaringen met ons via Facebook en Twitter #Klarafest Klarafestival
N
Klarafestival
Erbarme dich
9
24.3
2016
P4
Het romantische verlangen naar het absolute Deze editie van het Klarafestival is opgevat als een collage van verhalen over de passie van de mens en zijn compassie met de medemens, met religieuze en spirituele muziek als vertrekpunt. Met Bruckner maakten Michael Schønwandt en het Nationaal Orkest van België een keuze die naadloos bij dit thema aansluit. Voor de Oostenrijkse componist was religie een noodzaak. Zijn hele wezen was er van doordrongen. De legende wil dat Anton Bruckner ooit knielde tijdens de les contrapunt, omdat hij wat verderop het kerkkoor hoorde zingen. Bruckner was met andere woorden een uiterst religieus en devoot man, zoals ook blijkt uit zijn muziek. Zijn Negende en laatste symfonie is daar het beste bewijs van. Toch was zijn Negende symfonie de eerste die hij expliciet aan God opdroeg. Aan zijn arts Richard Heller schreef Bruckner de volgende woorden: “Kijk, ik heb al symfonieën opgedragen aan twee majesteiten, de arme koning Ludwig en onze befaamde keizer, de hoogste aardse majesteit die ik erken. Nu heb ik beslist om mijn laatste werk op te dragen aan de koning der koningen, onze goede Heer, en ik hoop dat hij me voldoende tijd verleent om het af te werken en dankbaar mijn geschenk aanvaardt. Daarom wil ik het Allelujah van de tweede beweging met alle mogelijke kracht laten terugkeren in de finale, zodat de symfonie eindigt met een lied dat de goede God verheerlijkt.”
Half genie, half stumperd Het is een van de meest onbegrijpelijke tegenstellingen in de geschiedenis van de westerse muziek: hoe kon Bruckner, een brave, bescheiden, diepreligieuze en zelfs enigszins eenvoudige man, zo’n ongelofelijke, overweldigende muziek schrijven? De Negende symfonie, een van de drie symfonieën waarin Bruckner Wagnertuba’s gebruikte, is een eerbetoon aan zijn afgod Wagner. Bovendien is het een symfonische kathedraal, een magistraal meesterwerk dat de toehoorder een bijna spirituele ervaring bezorgt. Mahler vatte de contrastrijke tegenstelling tussen Bruckner als mens en Bruckner als componist treffend samen: “halb Genie, halb Trottel” – half genie, half stumperd. Anton Bruckner ging de geschiedenis in als een naïeve componist, die onvoorbereid een plaats zocht op het concertpodium en een storm aan kritiek en tegenkantingen te verwerken kreeg. Hij wordt meestal afgeschilderd als een hulpeloos slachtoffer. De kritiek die Bruckner in de jaren 1880 moest verwerken was ronduit brutaal en persoonlijk. Dat blijkt uit de commentaar van Johannes Brahms op zijn grote rivaal: “Hij is een arme dwaas, die de paters van Sankt Florian [waar hij zijn opleiding kreeg] op hun geweten hebben”. De criticus Gustav Dömpke ging nog verder. Hij noemde de componist een ‘Untermensch’, die componeerde als een dronkelap. Beide reacties zijn kenmerkend voor de tijd van verhitte controversen waarin Bruckners oeuvre ontstond. De rivaliteit tussen de Brahms-aanhangers en de verdedigers van Bruckner werd haast legendarisch. De twist over de verdiensten van beide componisten mag ons tegenwoordig vreemd overkomen; allebei worden ze nu erkend als grootmeesters. Toch is de controverse niet helemaal dood. Zonder dat we het merken, beïnvloedt de eeuwenoude beeldvorming nog steeds onze perceptie van Bruckners muziek. Een recente Bruckner-studie bracht aan
het licht hoezeer ons moderne begrip van de toondichter nog steeds lijdt onder hardnekkige vooroordelen. Nog tijdens, maar ook na Bruckners leven werden zijn symfonieën bewerkt, herzien en ‘verbeterd’ door talloze dirigenten en uitvoerders, die dachten deze werken makkelijker aanvaardbaar en uitvoerbaar te maken. Bruckner vond het allemaal goed; hij was al tevreden over het feit dat iemand zijn symfonieën wilde uitvoeren. Bovendien geraakten zijn schetsen na zijn dood verdeeld door grijpgrage verzamelaars van autografen. Dat maakt het er voor de uitvoerders niet eenvoudiger op.
Zware erfenissen “Ik heb geen zin om aan mijn Negende te beginnen, ik durf niet, want Beethoven heeft met zijn Negende een punt achter zijn leven gezet”, zo verklaarde Anton Bruckner. De 19e-eeuwse componisten werden achtervolgd door de enorme erfenis van Beethovens negen symfonieën. Ze geraakten niet verder dan dit cijfer: Bruckner stierf zonder zijn Negende te hebben afgewerkt, Mahler en Schubert gaven de geest bij het begin van hun Tiende, Brahms en Schumann hielden het bij het cijfer vier... Het was wachten op Sjostakovitsj, 150 jaar later, vooraleer dit vervloekte patroon doorbroken werd! Bruckner begon aan zijn Negende symfonie in 1887 (negen jaar vóór zijn overlijden), maar zoals bij de meeste van zijn composities verliep het scheppingsproces traag en moeizaam. Een van de redenen hiervoor was ongetwijfeld dat hij zijn eerdere composities niet ongemoeid kon laten. In het laatste decenium van zijn leven bijvoorbeeld besteedde hij erg veel tijd aan de herwerking van zijn Eerste en Derde symfonie en twee missen. Bovendien had Bruckner veel verplichtingen buiten het componeren. Ironisch genoeg had dit tot gevolg dat hij zich pas ten volle aan zijn kunstenaarschap kon wijden vanaf 1895, toen zijn ziekte hem verhinderde om andere dingen te doen. Met zijn Vierde, Zevende en met name ook zijn Negende symfonie opende Anton Bruckner een nieuw muzikaal en spiritueel terrein. Zijn werken droegen een paradox in zich. Hij eerde de goden van het muzikale conservatisme in een tijd waarin de compositieregels werden ontmanteld door figuren als Gustav Mahler en Richard Strauss. Brucker koos ervoor om tijdens zijn leven muzikale principes te verkennen die eeuwen geleden al verlaten werden: hij volgde de wetten van het contrapunt, die van hem een buitenbeentje maakten in het progressieve laat-19e-eeuwse Wenen. Tegelijkertijd maakte Bruckner met dit werk de muzikale overstap naar de twintigste eeuw. Hij bouwde voort op de erfenis van Wagners Tristan und Isolde en anticipeerde hier en daar al Stravinski, Bartók en de Tweede Weense School.
(On)voltooid meesterwerk Volgens de overlevering zou Bruckner tot op de dag van zijn overlijden, 11 oktober 1896, aan de Negende symfonie gewerkt hebben. Bijna tien jaar dus, en toch maakte hij van het laatste deel alleen maar enkele schetsen. Kort voor zijn dood – waarvan hij de onafwendbaarheid ongetwijfeld inzag
N
Klarafestival
Erbarme dich
– stelde Bruckner daarom voor om de drie afgewerkte delen van zijn aan “dem lieben Gott” opgedragen symfonie te laten besluiten door de uitvoering van zijn Te Deum. In de praktijk werd en wordt deze wens van de componist zelden of nooit vervuld, vooral omwille van het grote stilistische onderscheid tussen de twee werken en de praktische complicaties ervan. De nagelaten schetsen laten zien dat Bruckner in de finale twee van zijn meest typerende en geliefkoosde schrijfstijlen centraal wou stellen, namelijk de fuga en het koraal. Op basis van die schetsen hebben meerdere componisten aan het einde van 20e eeuw Bruckners meesterwerk van alternatieve eindes voorzien. Een eerste poging werd ondernomen begin de jaren 1980. William Carragan stelde zijn versie voor in 1983, en meteen daarop, van 1983 tot 1985, werkten Nicola Samale en Giuseppe Mazzuca aan hun interpretatie. Bijna tien jaar later kregen de twee Italianen bijstand van John A. Phillips en Benjamin-Gunnar Cohrs. Het viertal herwerkte de versie van Samale en Mazzuca meerdere keren. De meest recente revisie, uit 2011, is deze die je vanavond hoort. Deze ‘Conclusive Revised Edition’, volgens het team rond Cohrs, kwam tot stand op aangeven van Sir Simon Rattle. Hij besloot de Negende van Bruckner te spelen met de Berliner Philharmoniker, en schreef aan de vier uitgevers: “Jullie werk is verbluffend. In de voorbije jaren heb ik de schetsen verschillende keren bekeken, en heb een andere reconstructie gehoord die het werk bijna voorgoed voor me vergalde… het is ontegensprekelijk vreemde muziek. Maar wat jullie gedaan hebben, bezit authenticiteit […]. Ik heb de complete symfonie gebracht met de Berliner Philharmoniker in 2012, en ik raak in toenemende mate overtuigd van jullie plastische chirurgie.” Niet alleen de overgebleven schetsen van de Finale, maar ook de eerste drie delen van de symfonie dragen
9
24.3
2016
P5
Bruckners signatuur: ze hebben een monumentaal karakter en een religieus aura, en de koperblazers zijn prominent aanwezig. Nog typerend voor Bruckner is het begin van het eerste deel met een tremolo in de strijkers, waarboven een melodie zich ontvouwt (cf. de Negende symfonie van Beethoven, die hiervoor ongetwijfeld model stond). Tot slot is ook de ‘monolithische’ aard van het werk een zeer specifiek kenmerk van Bruckners kunst. Concreet betekent dit dat Bruckner geen dynamische, maar een eerder statische compositietechniek hanteerde. In plaats van de muziek als het ware organisch te laten ontwikkelen (zoals in de symfonieën van Haydn, Mozart, Beethoven, Schubert, Schumann, Brahms en vele anderen) koos Bruckner voor een duidelijk gesegmenteerde opeenvolging van muzikale blokken die elk een eigen, afgebakende identiteit hebben. Bruckners muziek kreeg hierdoor een enorme zwaarte en kracht; een overweldigende – volgens sommigen zelfs kosmische – uitstraling. De meeste interpretatoren hebben vooral veel aandacht besteed aan het Adagio uit de Negende symfonie. Voor een groot deel heeft dit te maken met het feit dat dit deel Bruckners laatste afgewerkte compositie is. Maar er is meer: in geen enkel ander werk ging Bruckner verder in zijn exploratie van de mogelijkheden van de tonale muziek. Karakteristiek in dit opzicht is het thema van het Adagio, dat door zijn samenstelling uit grote intervallen enerzijds en chromatische overgangen anderzijds een opmerkelijk vrije en asymmetrische structuur heeft. Typisch voor Bruckner is evenwel dat deze redelijk gedurfde melodische lijn tegelijk ondersteund wordt door een harmonie, die op centrale momenten terugkeert naar oer-traditionele steunpunten. Bruckners muziek straalt daardoor vrijwel altijd een zekere onwrikbaarheid uit, die voor de enen als een toonbeeld van simplisme geldt, maar door anderen als een emanatie van het goddelijke wordt beschouwd.
N
Klarafestival
Erbarme dich
9
24.3
2016
P6
Michael Schønwandt, dirigent Michael Schønwandt is geboren in Kopenhagen, waar hij van 2000 tot 2011 muziekdirecteur was van het Royal Danish Orchestra en de Royal Danish Opera. Schønwandt was chef-dirigent en eerste gastdirigent van tal van grote orkesten, en was te gast bij o.m. de Berliner Philharmoniker, het London Philharmonic Orchestra en het Hallé Orchestra. Sinds 2015 is hij eerste dirigent van het Opéra Orchestre National de Montpellier. Hij leidt producties in de grootste operahuizen ter wereld, zoals
het Royal Opera House Covent Garden, de Wiener Staatsoper en het Festspielhaus in Bayreuth. Schønwandt is een van de belangrijkste uitdragers van de muziek van de Deen Carl Nielsen. Hij maakte opnames van al zijn symfonieën en concerto’s. Ook nam Schønwandt alle symfonieën van zijn landgenoten Niels Gade en Christoph Ernst Friedrich Weyse op, en verzorgde hij de première van werken van heel wat andere Deense componisten.
Nationaal Orkest van België Het NOB werd opgericht in 1936. Het orkest staat onder muzikale leiding van Andrey Boreyko en treedt op met solisten van wereldformaat als V. Repin, G. Kremer, B. Berezovsky en R. Villazon, alsook met jong talent. Elk jaar werkt het NOB nauw samen met de Koningin Elisabethwedstrijd. Verder investeert het orkest in de toekomstige generatie luisteraars
en deinst het niet terug voor vernieuwende projecten (bijvoorbeeld concerten op het elektrofestival Tomorrowland en met pop-rock-artiest Ozark Henry). In 2015-16 treedt het NOB op met solisten als J. Devos, T. Hampson, V. Frang, F. Say, J. Fischer, N. Lugansky en S. Meyer. Tot de bekroonde discografie, op het label Fuga Libera, behoren o.m. 6 opnames onder leiding van voormalig chef-dirigent Walter Weller.
Eerste viool
Altviool
Fluit
Trompet
Marc Degraeuwe (concertmeester) Alexei Moshkov Sophie Causanschi ** Isabelle Chardon* Sarah Guiguet* Maria Elena Boila Nicolas de Harven Françoise Gilliquet Philip Handschoewerker Akika Hayakawa Ariane Plumerel Claudine Schott Ara Simonian Serge Stons Dirk Van de Moortel Yolande Van Puyenbroeck
Mihoko Kusama* Dmitri Ryabinin* Marc Sabbah* Sophie Destivelle Katelijne Onsia Peter Pieters Marinella Serban Silvia Tentori Montalto Edouard Thise Patrick Van Netelbosch Ian Psegodschi
Baudoin Giaux** Denis-Pierre Gustin* Laurence Dubar* (flûte et piccolo/fluit en piccolo) Jérémie Fèvre* (flûte et piccolo/fluit en piccolo)
Leo Wouters** Jean-Luc Limbourg* Ward Opsteyn* Davy Taccogna*
Tweede viool Filip Suys** Nathalie Lefin* Marie-Daniëlle Turner * Sophie Demoulin Isabelle Deschamps Hartwich D'haene Pierre Hanquin Gabriella Paraszka Marie José Rijmenants Ana Spanu Pablo Ases Urena Si Li Gayané Grigoryan
Hobo Dimitri Baeteman** Arnaud Guittet* Martine Buyens* Bram Nolf*
Cello
Trombone Luc De Vleeschhouwer** Bruno De Busschere* Guido Liveyns* Philippe Bourin*
Tuba Jozef Matthessen*
Olsi Leka** Tine Muylle* Lesya Demkovych Philippe Lefin Uros Nastic Harm Van Rheeden Taras Zanchak Francis Mourey Xhi Shi
Klarinet
Contrabas
Fagot
Robertino Mihai** Svetoslav Dimitriev* Sergej Gorlenko* Ludo Joly Dan Ishimoto Miguel Meulders Gergana Terziyska
Luc Loubry** Bob Permentier* Bert Helsen* Filip Neyens*
Jean-Michel Charlier** Roeland Hendrikx* Massimo Ricci* (clarinette et clarinette en Mib/Klarinet & klarinet in Es) Julien Bénéteau*(clarinette et clarinette basse/Klarinet & basklarinet)
Hoorn Ivo Hadermann** Anthony Devriendt* Jan Van Duffel* Katrien Vintioen* Bernard Wasnaire*
Harp Annie Lavoisier**
Slagwerk Guy Delbrouck** Katia Godart* Nico Schoeters
** lessenaaraanvoerder * solist Binnen elke strijkersgroep wisselen de musici regelmatig van plaats
9
agenda THE RITE OF SPRING Radio Filharmonisch Orkest, Diego Matheuz
DER TOD UND DAS MÄDCHEN Kuss Quartet FRI 18.3 20:00
WED 9.3 20:00 Bozar
Conservatorium Brussels
HUMAN REQUIEM
ST. JOHN PASSION BACH
Rundfunkchor Berlin, Nikolas Fink, Jochen Sandig, Sasha Waltz
Andreas Spering, Pierre Audi, Wim Delvoye, B’rock, NFM Choir & Muziektheater Transparant THU —SAT 10/11/12.3 20:30 Kaaitheater
24.3 2016
FRI —SAT 18/19.3 20:00
Les Halles de Schaerbeek
WATER PASSION
Radio Koor, Tan Dun STABAT MATER SZYMANOWSKI Vlaams SAT 19.3 20:00 Bozar London Philharmonic Orchestra & Choir, Vladimir Jurowski FRI 11.3 20:00
Bozar
SEPTEM VERBA A CHRISTO Akademie Für Alte Musik Berlin, René Jacobs
IL PRIMO OMICIDIO Concerto italiano, Rinaldo Alessandrini SAT 19.3 20:00 Concertgebouw
BRUCKNER 9
SAT 12.3 20:00 Bozar
National Orchestra of Belgium, Michael Schønwandt
SONGS OF PASSION & COMPASSION Shanti! Shanti! & ZWAP SUN 13.3 11:00
Flagey
KIESLOWSKI’S DECALOGUE IN MUSIC NFM Wrocław Philharmonic & Choir,Zbigniew Preisner SUN 13.3 20:00 Flagey
SUN 20.3 15:00 Bozar
STABAT MATER / SCHUBERT Le Cercle de l’Harmonie & Vokalakademie Berlin, Jérémie Rhorer MON 21.3 20:00
MON 21.3 20:00 Théâtre
Gli Angeli Genève, Stephan Macleod TUE 15.3 20:00 Kapellenkerk
du Vaudeville
VIA CRUCIS Jan Michiels, Inge Spinette & Polish Cello Quartet
Orchestre des Champs-Elysées & Collegium Vocale Gent, Phvilippe Herreweghe
ACTUS TRAGICUS
deSingel
SUPERNOVA
DIE SIEBEN LETZTEN WORTE
MON 14.3 20:00 Bozar
Brugge
TUE 22.3 20:00 Bozar
ST. MATTHEW PASSION / BACH Monteverdi Choir & English Baroque Soloists, John Eliot Gardiner WED
23.3 20:00 Bozar
MAHLER 3
YELLOW LOUNGE
Budapest festival orchestra & NFM Choir, Iván Fischer
Miloš, Lucas & Arthur Jussen, Esther Yoo
WED 16.3 20:00 Bozar
EIC 360° Ensemble intercontemporain, Matthias Pintscher THU 17.3 20:00
Bozar
THU 24.3 20:00 Mirano
more information about all concerts on klarafestival.be