Uitgave van Stichting de Passerel Riwis Zorg & Welzijn biedt hulp en ondersteuning aan mensen met lichamelijke of psychische problemen. Zowel Riwis als De Passerel heeft een brede cliëntengroep in Apeldoorn en omstreken. Sinds februari van dit jaar hebben de organisaties hun krachten gebundeld. Onder de naam Geluk&Co is een aantal bijzondere projecten gestart. Het doel: een beetje meer hoop en geluk brengen.
De krachten gebundeld Zomeruitgave 2011 De krachten gebundeld Riwis en De Passerel, een sterke combinatie met Geluk&Co.
Integrale vroeghulp, samen een advies Eén loket voor zorgvragen over jonge kinderen.
Mode&Co Stijl en smaak van en voor jonge vrouwen.
Het avontuur tegemoet Jumiro Martis heeft er zin in, op naar de Special Olympics in Athene.
Wonen boven De Vlijt Nieuwe woningen in Epe worden klaargemaakt voor gebruik.
Verder kijken dan je eigen wereld Een gesprek over de winst van werken met passie in Bulgarije.
Charity dinner Hoe een gezellige en smaakvolle avond geld opbrengt voor een goed doel.
Een kijkje achter de schermen bij… Ondersteuning voor de sector Dagbesteding, Kind en Expertise.
“In principe kan bijna iedereen in Nederland werken. Als je niet werkt, dan is daar een reden voor. Toch zijn er nog genoeg mensen die thuis met klachten op de bank zitten. Het gaat om jonge schoolverlaters, maar ook mensen die bijvoorbeeld door een ziekte of verslaving de richting in hun leven kwijt zijn geraakt. Hierdoor weten ze vaak niet goed wat ze eigenlijk kunnen. Met de verschillende projecten van Geluk&Co, waaronder: Mode&Co (zie artikel pagina 3), Werken&Co, Leren&Co en Groen&Co willen wij ze verder helpen.” Aan het woord is Liesbeth Keppel van Riwis, programmaleider en regisseur van Geluk&Co. Binnen de samenwerking heeft Hermien van Elst van De Passerel leiding over het team van de diverse projecten. Geluk&Co heeft een lange aanloop gehad. Het was belangrijk om goed te bekijken wat er op dit gebied al is en welke wensen er zijn.
Stap voor stap Een grote groep mensen aan het werk krijgen gaat nou eenmaal niet zomaar. Het is een kwestie van ‘stap voor stap’. Gelukkig heeft De Passerel veel zogenaamde stageplekken. Een omgeving waar leren en werken gecombineerd worden om het werken in een vertrouwde omgeving in de praktijk te ervaren. Hermien van Elst: “Het is belangrijk dat iemand die niet of lange tijd niet meer gewerkt heeft deze verandering rustig ondergaat. Eerst leer je hoe het is om in het werkritme te komen en om een goede collega te zijn. Als mensen dit onder de knie krijgen, dan is de volgende stap een goede werknemer te worden. Wij voelen ons verantwoordelijk voor deze mensen en willen kijken in welke mate wij hun leven kunnen herstellen. We willen beroepen bieden die zowel de jon geren als de volwassenen aanspreken.” Wie graag een opleiding wil volgen of afmaken kan terecht bij Leren&Co. Er zijn opleidingen op verschillende niveaus, passend bij de wensen en mogelijkheden. De mensen sluiten vaak niet meer aan bij het aanbod van de, tegenwoordig grote, ROC’s. Op deze manier kunnen ze toch leren op hun eigen niveau. Het doel van het project Werken&Co is om mensen
een werkplek te geven in de maatschappij, bijvoorbeeld in een kledingwinkel, supermarkt of restaurant. Traject begeleiders zoeken actief naar werkplekken waar mensen zich veilig kunnen voelen. Hermien van Elst: “Wij zoeken werkgevers die zich hiervoor in willen zetten. Wij zorgen voor de deskundige begeleiding en als het nodig is, voor het vangnet. Hierdoor lopen de werkgevers weinig tot geen risico. De medewerkers kunnen zich in een veilige omgeving ontwikkelen en de mogelijke stappen zetten.”
Compagnons De naam Geluk&Co is bewust gekozen. Liesbeth Keppel: “Wij willen met compagnons samenwerken. Met bedrij ven die snappen waar we mee bezig zijn. Al onze Co’s werken gratis mee of geven een flinke korting. Er is in een korte tijd al een aantal Co’s gevonden. Zo hebben zowel een reclamebureau als een drukkerij belangeloos meegewerkt aan onze nieuwe huisstijl. Prachtig toch?” De Passerel heeft een lange ervaring op kunnen bouwen met cliënten die werk hebben wat ertoe doet en waar ze trots op zijn. Voor de medewerkers en cliënten van Riwis is dit redelijk nieuw terrein. De veranderende wetgeving speelt ook mee. Er is simpelweg minder budget voor begeleiding. Er wordt nog kritischer gekeken of de mensen wel of niet kunnen werken. Er wordt naar oplossingen toegewerkt maar er moet rekening gehouden worden met uiteenlopende thuissituaties. In de praktijk blijkt het goed om samen te werken en om de werkterreinen te verkennen. Collega’s geven onderling workshops om zo te leren over elkaars vakgebied. Een van de laatste workshops ging bijvoorbeeld over autisme. Er worden ook gezamenlijk cursussen gevolgd. Liesbeth Keppel: “Het is mooi om te zien dat onze organisaties als het ware in elkaar ritsen. Qua tijd zijn we nog niet eens zo lang bezig. Wat we tot nu toe al hebben kunnen doen heeft onze verwachtingen echt overtroffen.” Lees verder op pagina 2.
1
Uitgave van Stichting de Passerel Tegenwoordig kunnen ouders met zorgvragen over hun jonge kinderen terecht bij een team van deskundigen. Vanuit verschillende disciplines, waaronder artsen, een psycholoog en maatschappelijk werker, wordt dan gekeken naar het kind. Dit voorkomt een jarenlange, intensieve zoektocht voor de ouders. Dit is niet altijd zo geweest. Robert Bolsenbroek, hoofd sector Dagbesteding, Kind en Expertise en 35 jaar in dienst bij De Passerel, vertelt over het ontstaan van deze integrale vroeghulp.
Vorm en inhoud We staan weer aan de vooravond van forse verander ingen in de AWBZ-vergoeding voor dagbesteding. De overheid wil de zeggenschap van de besteding van gelden bij de gemeenten neerleggen. Hoe dit vorm gaat krijgen weten we nog niet precies maar het houdt ons erg bezig. Zoals u kunt lezen in deze Passages zijn wij met onze projecten in Bulgarije juist bezig om de zeggenschap van de gemeenten weer terug te leggen bij de overheid, die de grip heeft verloren. Toch zitten we daar in een volstrekt andere fase. In Nederland hebben we nu nog te weinig informatie om de invloed van de nieuwe plannen zorgvuldig in te kunnen schatten. Ik persoonlijk geloof er wel in dat mensen op lokaal niveau beter zicht hebben op wat de behoefte aan zorg is. Er kan dan ook snel gehandeld worden. Toch geeft de landelijke zeggenschap lokaal weer minder grote schokken, gaat het geleidelijker. Er is een voortdurende beweging op dit vlak. De ene keer vanuit overtuigingen, de andere keer heeft het juist met bezuinigingen te maken. Zo ook de veranderingen waar we nu mee te maken krijgen. Wat mij bezighoudt is hoe ik hier als eindverantwoordelijke mee omga. Wat is mijn houvast en die van onze medewerkers? Ik kan u zeggen dat ik deze golfbewegingen in wet- en regelgeving veel vaker heb meegemaakt en inmiddels goed weet wat mijn houvast is: de inhoud van de zorg. Als zorgverlener gaan wij nieuwe werkvormen en samenwerking aan om ons werk beter te doen. We verbreden onze horizon en steken letterlijk grenzen over. Zowel persoonlijke grenzen als landsgrenzen. Maar de essentie blijft hetzelfde: ervoor zorgen dat cliënten hun plek vinden en behouden in de samenleving. We zien dat zij op veel grotere waarde geschat worden dan wat de zorg kost of opbrengt. Ze zijn ook van onschatbare waarde voor de maatschappij en brengen ontzettend veel vreugde. Ze dwingen zelfs mensen op een vriendelijke manier tot onthaasten. Door dit dagelijks aan den lijve te ondervinden maken de golfbewegingen in wet- en regelgeving ons niet meer bang. We blijven ons immers richten op de inhoud. Als organisatie stemmen we onze koers hier ook op af. We zullen namelijk altijd kiezen voor de zorg voor onze cliënten, alleen de vorm varieert. Natuurlijk kunnen de kabinetsplannen individueel vervelende gevolgen hebben, dat realiseren we ons zeker. Daarom is het goed dat ouders en verzorgers van onze cliënten zich, net als wij, laten informeren over de veranderingen en de eventuele persoonlijke gevolgen. We begrijpen en delen hun onrust. Maar laten we vooral samen alert zijn door op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen en ons niet af te laten leiden van waar het dagelijks om gaat: de inhoud. Freddie Wools, Algemeen directeur
2
Integrale vroeghulp: samen één advies “Halverwege de jaren ’90 kwam er een verandering in de behoefte van ouders van kinderen met een beperking. Voor die tijd woonden de kinderen als ze wat ouder werden veelal in instellingen zoals Groot Schuylenburg. Maar ouders wilden hun kind juist zo lang mogelijk in de bekende thuisomgeving houden. Op de vragen hoe zij dit het beste aan konden pakken en wat erbij kwam kijken zochten zij vaak langere tijd naar antwoorden in het medische circuit. Wij wilden die weg korter en duidelijker voor ze maken. Daarbij werkten wij al samen met verschillende zorgverleners. De ingrediënten waren er maar de samenhang mistte. Het was een kwestie van goed organiseren. De integrale vroeghulpteams werden een feit.”
“Deze integrale vroeghulpteams bestaan uit traject begeleiders en een team van deskundigen. De trajectbegeleiders, zelf werkzaam in de zorgverlening, zijn contactpersoon voor de ouders. Zij bespreken de zorgvragen met de deskundigen, te weten: een kinderarts, revalidatiearts, orthopedagoog, jeugdarts, psycholoog en jeugdhulpverlener. De coördinatie van deze teams en de secretariële ondersteuning ligt bij de organisatie MEE, hun rol wordt vergoed vanuit een subsidie. De deelnemende organisaties nemen zelf de inzet van een of meerdere werknemers voor hun rekening. De zorg heeft wel een begin en eind. De trajectbegeleider helpt met het zoeken naar de juiste zorg en draagt het kind en de ouders als het ware over aan de betreffende zorgverlener.”
“Juist bij kleine kinderen met een zorgvraag is het belangrijk om ze op jonge leeftijd te zien. Vaak kun je dan nog grote resultaten bereiken. Kinderen staan namelijk nog aan het begin van hun ontwikkeling en je kunt nog veel positief beïnvloeden. Het is belangrijk dat de juiste diagnose gesteld wordt en dat er vervolgens een persoonlijk plan gemaakt wordt. De teams stemmen de nodige stappen op elkaar af en geven één duidelijk advies. Ouders hoeven niet meer aan te kloppen bij verschillende zorgverleners maar kunnen bij één contactpersoon terecht. De vragen die de integrale vroeghulpteams krijgen gaan in de meeste gevallen over diagnostiek. Met andere woorden: “Wat is er precies aan de hand met ons kind?”
“Ouders hebben ook vragen over de ontwikkeling van hun kind en de geschikte opvoeding. Waar ze de benodigde zorg kunnen krijgen en welke dagopvang en school het meest geschikt zijn. Er zijn in de jaren ’90 verschillende locale initiatieven gestart. Hierna heeft het zich regionaal uitgebreid. Tegenwoordig zijn er in onze regio ook teams actief in Harderwijk en Ede. In 2010 zijn in Apeldoorn 98 kinderen gezien, in Harderwijk 66 en Ede 56. Inmiddels is de meerwaarde van deze manier van zorgverlening overduidelijk geworden. Met subsidie is in 2006 zelfs een landelijk project gestart genaamd: Vroeg, Voortdurend en Integraal (VVI). Binnen dit project werken verschillende instanties samen op een soortgelijke manier als de integrale vroeghulpteams die wij kennen.”
Mode&Co! Josephine Komen heeft een enorme schat aan kennis en ervaring op het gebied van mode en styling. Haar liefde voor het vak wil ze graag overbrengen op jonge vrouwen met affiniteit voor mode maar zonder de juiste papieren of ervaring. Samen met de vrijwilligers van de Kledingbank timmert zij aan de Helmbloem 9 in de wijk Zevenhuizen hard aan de weg om een buurtgemeenschap te vormen. Onder de naam Mode&Co openen zij dit najaar hun deuren. Een gesprek met een gedreven bedrijfsleidster.
Mode&Co? Kun je dat uitleggen? “We willen in dit pand verschillende formules opzetten die allemaal met mode te maken hebben zodat we een breed en afwisselend aanbod krijgen. De formule ‘Dress For Succes’ is een wereldwijde formule voor mensen die graag willen werken maar, bijvoorbeeld voor een sollicitatiegesprek, geen geschikte kleding hebben of kunnen kopen. Zij kunnen hier straks terecht voor gratis kleding en advies. ‘Mode Met een Missie’ is een beproefde landelijke formule waarbij een bekende ontwerper patronen maakt. Vervolgens kopen wij die patronen en de daarvoor geschikte stoffen, een coupeuse zet het in elkaar. Hierna wordt de kleding, met een persoonlijke noot van de coupeuse, in haute couturewinkels in Nederland verkocht. Het is een geweldige formule! ‘Het Verstel Atelier’ wordt nu nog een plek waar we stukjes stof, knoopjes en bijvoorbeeld manchetten sparen die we in de toekomst kunnen gebruiken.”
Vervolg pagina 1.
Even binnenlopen Voor vragen of informatie kunt u op werkdagen terecht aan de Vosselmanstraat 306. Hier zijn medewerkers van Werken&Co aanwezig om u te woord te staan en verder te helpen. Riwis zoekt ook in haar eigen klantenkring actief naar nieuwe medewerkers. Er worden huisbezoeken gedaan waarbij de mogelijkheden en wensen besproken worden. Liesbeth Keppel: “Met deskundige begeleiding willen we kijken naar wat de mensen juist wel kunnen in plaats van benadrukken wat niet meer of nog niet lukt.” Er wordt gewerkt aan een website die stap voor stap opgebouwd wordt. De website wordt eerst door collega’s
van beide organisaties kritisch bekeken voordat het op internet gelanceerd wordt. In de loop van de tijd komen hier vacatures op te staan waar gericht op gesolliciteerd kan worden. Iedere Co (compagnon) die belangeloos meewerkt aan een of meerdere projecten krijgt een vermelding. Hermien van Elst heeft nu al een aantal aanvragen gekregen voor medewerkers. “Verschillende sportverenigingen, kringloopcentra en verzorgingshuizen weten ons nu al te vinden. Je ziet dat er steeds meer aandacht is voor de individuele mens en voor het maatschappelijk belang. We zijn nog niet zover dat we al veel mensen beschikbaar hebben maar daar wordt hard aan gewerkt. We halen nu al veel energie uit de stappen die we met elkaar zetten.”
Wie zijn er nog meer betrokken bij Mode&Co? “Per 1 juni heb ik drie nieuwe medewerkers in mijn team, Judi, Jordy en Renate. Zij gaan de toekomstige medewerkers intensief begeleiden. Op dit moment zijn we ook nog volop bezig met de inrichting van het pand. Er komt een duidelijke indeling met voor iedere formule een aparte ruimte. Ik werk nauw samen met De Boerderij in Oene. Zij bouwen meubels voor de inrichting en denken met me mee. Ook heb ik al wat hulp gehad van cliënten met het schilderen van wanden.”
“We zijn zo bevlogen geraakt dat we ouders en jonge kinderen buiten onze landsgrenzen ook willen helpen. Collega’s van De Passerel zijn bijvoorbeeld in Bulgarije druk doende om de mogelijkheden voor een dergelijk systeem te bekijken. Het is mooi als er gebruik gemaakt wordt van de ervaring die wij hiermee in de afgelopen 25 jaar hebben opgebouwd.”
Wat treffen we straks nog meer aan in jullie pand? “Zoals gezegd is de Kledingbank hier gevestigd. Dit is een bestaand initiatief van twee dames die qua huisvesting uit hun jasje gegroeid waren. Het sorteren van de belangeloos aangeboden tweedehands kleding wordt nu nog door deze hardwerkende dames verzorgd. Als we officieel onze deuren openen wordt dit in ‘De Linnen Kamer’ gedaan. Bij ‘Afrekenen Bij de Kassa’ komt een aparte tweedehandswinkel waarvan de inkoop verzorgd zal worden door een geregistreerde vrijwilligster. En wie weet kunnen we er in de toekomst zelfs eigengemaakte kleding verkopen. Een centrale plek is gereserveerd voor een grote koffietafel. Wie binnenkomt, kan er een eigen plekje zoeken, een kopje koffie of thee inschenken en modebladen uitpluizen. Om de jonge vrouwen hun eigen stijl en smaak te laten bepalen kunnen ze aan deze tafel moodboards maken. Dit zijn collages met sferen, kleuren en de kleding die ze mooi vinden. Hiermee kunnen ze hun belangstelling voor mode uitbreiden en met ons en elkaar delen. En de vraag waar alles om draait beantwoorden: Zijn zij degene die ze willen en kunnen zijn?”
Welke jonge vrouwen kunnen hier straks terecht? “Ik verwacht jonge vrouwen zo tussen de 18 en 35 jaar. Dit zijn vrouwen die op dit moment thuis zitten zonder werk en vaak ook zonder opleiding. Ook hele jonge moeders zijn hier welkom. Wij willen ze bestaansrecht geven door ze te laten voelen dat ze de moeite waard zijn. Dit kan door andere kleding en een goed advies maar juist ook door het gesprek met ze aan te gaan. Hoe is hun eigenwaarde en halen ze het beste uit zichzelf? Daar draait het om. Wij bieden ze naast de kleding en advies verschillende opleidingen aan: van verkoopster of coupeuse tot styliste maar ook secretaresse. Het kan allemaal. Ik heb ervaren dat kleding kopen echt emotie is, dit wil ik graag overbrengen op onze toekomstige medewerkers.”
3
Uitgave van Stichting de Passerel
Het avontuur tegemoet Jumiro Martis is 38 jaar, geboren op Bonaire en woont alweer een hele tijd in Apeldoorn. Jumiro werkt als enthousiaste inpakker bij de BeekmanWerkGroep aan de Weegschaalstraat op het industrieterrein Apeldoorn Noord. Hij is erg sportief, hij voetbalt in het G-team van de Victoria Boys en hij turnt bij gymnastiekvereniging Agios in Vaassen. Samen met teamgenoten Eefje Bruyns en Robin Gorkink gaat Jumiro een groot avontuur tegemoet: deelname aan de Special Olympics World Summer Games van 24 juni tot en met 4 juli in Athene, Griekenland!
Het vliegen vindt hij een beetje spannend vertelt hij terwijl hij een opgaande beweging maakt met zijn hand en die nauwkeurig volgt met zijn ogen. Maar hij straalt, hij heeft er veel zin in. Medailles neemt hij zeker mee naar huis, wel meer dan een. Zijn idool is Yuri van Gelder, de Nederlandse turner. Jumiro kijkt graag naar Yuri op televisie als hij met zijn gespierde lichaam in de ringen hangt, dat vindt hij prachtig. Waar hij nog meer van houdt? Grote auto’s, mooie sportauto’s en Ajax. En hij straalt nog een beetje meer.
Gek op aandacht Jan van Bijsteren is een van de begeleiders van Jumiro en kent hem al jaren. Jumiro werkt vijf dagen per week op de inpakafdeling met een hechte groep collega’s. Jan: “Jumiro is door zijn vriendelijke karakter erg geliefd. Hij is gemakkelijk in de omgang maar geeft toch aardig duidelijk zijn grenzen aan. Ik heb hem zelden boos of verdrietig gezien, meestal is hij vrolijk. En hij is gek op aandacht. Hij werkt graag samen maar kan ook prima alleen werken. Dan verzorgt hij het liefste de grootste orders. Dat hij naar Athene gaat om mee te doen aan de Special Olympics leeft bij ons allemaal.”
Geld inzamelen De Special Olympics World Summer Games worden elke vier jaar georganiseerd. Dit jaar worden er zeker 7500 sporters uit 180 landen verwacht. Deze sporters komen uit in 22 takken van sport op 30 verschillende sportlocaties. Jumiro doet mee aan de allround wedstrijd. Bij evenementen als deze is geld nodig om de sporters te ondersteunen. In dit geval gaat het om € 1000,- per sporter. Voor de vereniging Agios, die met drie sporters gaat, moet er dus € 3000,- bijgedragen worden. Een bedrag dat niet zomaar op de planken ligt. Er zijn verschillende acties opgezet en zowel bedrijven als particulieren hebben bijgedragen. Hiermee is zoveel mogelijk geld ingezameld, wat nog ontbreekt wordt aangevuld door Stichting Doe Wat. Deze stichting vervult bijzondere wensen van bijzondere mensen.
Ik kan het. Ik wil het. Ik doe het. NU! Hoe bereid je je voor op zo’n belangrijke sportevenement? Jumiro traint twee keer per week. Vooral de oefeningen op de brug en aan de rekstok gaan hem goed af. Om het
gevoel van samenzijn te versterken was er eind vorig jaar een speciaal kennismakingsweekend voor 87 Neder landse sporters van Team NL, zoals ze genoemd worden. De sporters hebben elkaar een beetje leren kennen en samen gesport. Ze leerden ook veel, bijvoorbeeld wat ze moeten eten voor een wedstrijd en hoe ze het beste kunnen sporten in de warmte van Athene. De overgang is groot, van het lenteweer in Nederland naar hoogzomer in Griekenland. Een goede warming-up en voldoende water drinken zijn erg belangrijk. Acteur Peter Faber is ambassadeur van Special Olympics Nederland. Hij heeft de sporters aangemoedigd met een mooi verhaal. Met de yell die Jumiro geleerd heeft gaat hij vol goede moed het vliegtuig in: ‘Ik kan het. Ik wil het. Ik doe het. NU!’ De collega’s en begeleiders van de inpakafdeling van BeekmanWerkGroep zijn ervan overtuigd, hij komt terug met een medaille! Claudia Kleverwal, die werkzaam is bij Het Oude Kanton gerecht, neemt ook deel aan de Special Olympics. Wij wensen zowel Jumiro als Claudia heel veel succes!
Wonen boven De Vlijt Afgelopen maand zijn de woningen boven De Vlijt in Epe opgeleverd. Betekent dit dat de woningen helemaal af zijn? Kunnen de nieuwe bewoners hun koffers al pakken of is er nog werk aan de winkel? We vragen het Pim Mulder die als Hoofd Onderhoud bijna alles weet van deze nieuwe woonplek, bekend onder de projectnaam De Horsten.
In mei zijn de woningen opgeleverd. Kan er al verhuisd worden? “Nee, helaas nog niet. Als woningen opgeleverd worden, betekent dit dat de bouw af is. Daarna moet er nog heel veel gebeuren. Er moet nog geschilderd worden, tegels worden gezet en als alles klaar is wordt er nog uitgebreid schoongemaakt. Wij verzorgen de ruimtes die door alle bewoners gebruikt worden, zoals de gezamenlijke keukens en woonkamer. De cliënten verzorgen zelf, met hulp van familie en begeleiders, de inrichting van hun appartement of slaapkamer.”
Hoeveel woningen zijn er eigenlijk gebouwd? “De woningen kun je het beste als twee gedeelten bekijken. Het ene gedeelte heeft vier appartementen. De bewoners hebben ieder hun eigen appartement met wc en badkamer. Ze hebben een eigen keukenblok maar het koken en eten doen ze samen met een begeleider in een ruime woonkeuken. In het andere gedeelte is een groepswoning, ook weer voor vier bewoners. Hier hebben ze een eigen slaapkamer maar delen ze de badkamer, keuken en woonkamer. In dit gedeelte is zowel ’s middags als ’s avonds begeleiding. Er zijn balkons waar zitjes gemaakt kunnen worden zodat iedereen lekker buiten kan zitten.”
Is al bekend wie er precies gaan wonen?
4
“Woongroepen worden bij ons altijd zorgvuldig samen gesteld. Deze groep bestaat uit een aantal bewoners van de Cort v/d Lindenstraat uit Epe. Daarnaast woont een aantal cliënten nog thuis. Zij krijgen nu nog hulp aan huis, wat wij ambulante begeleiding noemen. De leeftijden liggen tussen de 30 en 50 jaar. Het zijn allemaal mensen die behoorlijk zelfstandig zijn.”
Wel een grote verandering zo’n verhuizing! “Ja, het is zeker een enorme verandering, dit heeft ook veel invloed op onze cliënten en hun familie. Straks wordt er heel veel anders. Ze wonen samen met andere mensen in een nieuwe woning. Sommigen zullen een andere route
Passerel-weetje Bij De Passerel is veel aandacht voor goed onderhoud. Alle woonlocaties hebben een eigen gereedschapskist. Hierin zit het meest gebruikte gereedschap, zoals een schroevendraaier en een hamer, schroeven en spijkers. De medewerkers van de woonlocaties doen zelf de klusjes die ze thuis ook zelf doen. Voor de grotere klussen wordt de hulp van de Onderhoudsdienst gevraagd.
met een andere bus volgen naar hun werk. Dit vraagt heel veel van ze. Familie en begeleiders doen hun best om ze hierop voor te bereiden maar uiteindelijk heeft het tijd nodig. Tijd om gewend te raken aan de nieuwe situatie.”
Er is dagelijks begeleiding aanwezig maar niet 24 uur per dag. Wat is belangrijk voor de cliënten om te weten? “Zowel de cliënten als onze medewerkers krijgen onder andere een training brandveiligheid. We hebben namelijk één brandmeldsysteem met rookmelders voor de hele bovenverdieping. Stel dat iemand pannenkoeken bakt en het wordt zo heet in de keuken dat een van de rookmelders afgaat. Na de training weten zowel de begeleiders als de cliënten waar ze in zo’n situatie moeten verzamelen en wat ze moeten doen.”
5
Uitgave van Stichting de Passerel
Verder kijken dan je eigen wereld U heeft er ongetwijfeld vaker over gehoord of gelezen in een van de vorige Passages. De Passerel is al een aantal jaren actief in Bulgarije. Er worden daar, samen met de Bulgaarse overheid, ouders en zorgverleners, stappen gezet om de zorg voor mensen met een beperking sterk te verbeteren. De huidige situatie is, vergeleken met ons land, een hele stap terug in de tijd. Hoe het is om in een land als Bulgarije te werken en over de samenwerking tussen het ministerie van Economische Zaken en De Passerel vertellen we u graag. Marije van Velzen van NL EVD Internationaal van het ministerie, Freddie Wools en Johan Machiela van De Passerel delen hun ervaringen. De eerste kennismaking met Bulgarije was in 2004. Tijdens een werkbezoek in ons land kwamen medewerkers van De Passerel in gesprek met Bulgaren. Er was een onmiddellijke verwantschap waarbij de taalbarrière al snel vervaagde. De betrokkenheid bij de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking bleek de verbinding te zijn. Freddie Wools: “In de jaren die volgden bestond het contact voornamelijk uit persoonlijke gesprekken en hierdoor duidelijk te krijgen wat er nou precies nodig was in Bulgarije. Er bleek, zowel bij de overheid als bij de ouders zelf, een grote behoefte aan ondersteuning. Na deze periode waren we toe aan de volgende stap. We wilden ook echt wat voor ze doen.”
Werken vanuit het hart Met subsidie van het ministerie van Buitenlandse Zaken werd van 2007 tot 2010 het eerste project voltooid, het
zogenaamde Matra-project. Tijdens dit project werd de rol van de Bulgaarse ouders versterkt. Er werd met gemeentes en overheden gepraat en verschillende zorginstrumenten, zoals een persoonlijk zorgplan, werden ingevoerd. Het werken in Bulgarije bleek veel meer in te houden dan de stappen die ter plekke werden gezet. Johan Machiela: ”Het kost tijd om in een ander land samen te werken. We namen onze Bulgaarse collega’s langzaam mee in onze gedachtegang. Dit is meer dan alleen een project. Het is werken vanuit het hart. Dit geeft ons enorm veel plezier en inspiratie, dat brengen we weer over binnen onze eigen organisatie. Er zijn ook cliënten op werkbezoek geweest. Zij hebben de Bulgaarse jongeren met een beperking geholpen bij voor ons eenvoudige dingen. Bijvoorbeeld hoe ze tafels kunnen dekken of in de keuken helpen. Prachtig om te zien!”
Horizon verbreden Na dit eerste project was er een dringende vraag van de Bulgaarse overheid. Zij hadden duidelijk gekregen dat ze geen grip meer hadden op hun eigen zorgverlening en hadden hier hulp bij nodig. Begin dit jaar werd een tweede project gestart, het zogenaamde MPAP-project. Dit keer werd het project gefinancierd door het NL EVD Internationaal in opdracht van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Verschillende organisaties deden voorstellen voor dit project. Toch is De Passerel op basis van hun ervaring, kennis en contacten uitgekozen om het project uit te voeren. Marije van Velzen is projectadviseur van NL EVD Internationaal. Zij houdt de grote lijnen van het project goed in de gaten en beheert het projectgeld. Door twee keer per jaar naar Bulgarije te gaan bekijkt ze, samen met de mensen daar en medewerkers van De Passerel, welke stappen er genomen zijn en of het geld goed besteed wordt. Ze was, voordat ze bij NL EVD Internationaal kwam werken, nog niet eerder in Bulgarije geweest. Marije van Velzen:”Ik had eerlijk gezegd een beeld van het land dat achteraf niet klopte. In plaats van een wat somber land bleek het een mooi land met een indrukwekkende historie. Bulgarije heeft veel te bieden en staat open voor ervaringen uit andere landen. De Europese hulp die ze omarmden bij hervormingen, nodig voor toetreding tot de Europese Unie in 2007, was daar voor mij een duidelijk voorbeeld van. Na deze hervormingen werd het tijd om de zorg voor mensen met een beperking te verbeteren. Het samenwerken met Bulgaren heeft mijn horizon verbreed. Zo zijn de gewoontes daar anders. In Nederland bespreken we de dingen met elkaar, ook als er iets niet goed gaat. In Bulgarije is dat veel minder gewoon. Hierdoor heb ik wel meer leren vertrouwen op mijn intuïtie. Als iemand ja zegt maar het voelt als nee, dan vraag ik wat langer door.”
Onderscheid in mogelijkheden Op dit moment gaan medewerkers van De Passerel regelmatig naar Bulgarije. Er wordt hard gewerkt aan het opnieuw inrichten van het zorgsysteem. Freddie Wools:”We werken samen met drie verschillende Bulgaarse ministeries. Ter plekke is een bureau met twee Bulgaarse medewerkers. Zij worden betaald vanuit het project. We willen drie grote stappen zetten. De eerste stap is de invloed van ouders vergroten door persoonsgebonden financiering in te voeren, wat wij kennen als het persoonsgebonden budget (PGB). Daarnaast moet onafhankelijk bekeken worden hoeveel iemand aan zorg nodig heeft en waar hij of zij het beste terecht kan. Tot slot willen we een goede planning voor de ontwikkeling van nieuw zorgaanbod.” In Bulgarije wordt nog weinig onderscheid gemaakt in leeftijden en mogelijkheden van mensen met een verstandelijke
beperking. Soms wonen kleine kinderen en tieners bij elkaar terwijl ze een andere behoefte en mogelijkheden hebben. Johan Machiela:”We hebben met eigen ogen in de tehuizen gezien dat er op die manier gehandicapten gevormd worden terwijl dit helemaal niet nodig is. Juist als je mensen stimuleert en een beroep doet op wat ze wel doen komen ze in hun kracht. In Bulgarije worden ze toch nog vaak als ziek gezien terwijl wij vinden dat je met een beperking heel veel zelf kan.” Marije van Velzen bevestigt dit meteen:”Ik ben een keer mee geweest naar een dagvoorziening en kon duidelijk verschil zien tussen de tieners die wat zelf mochten doen en de andere kinderen. De tieners waren enthousiast terwijl de andere kinderen verveeld leken doordat er zoveel voor ze gedaan werd.”
Internationale dimensie Gaan de internationale inspanningen van De Passerel niet ten koste van het werk in ons eigen land? “Nee, zeker niet.” stelt Freddie Wools. “Natuurlijk is het zo dat medewerkers niet in Nederland zijn als ze een werkweek in Bulgarije hebben. Hun taken worden dan overgedragen aan een collega. Ons werk krijgt hierdoor juist meer kracht en een internationale dimensie. De uitwisseling van medewerkers leert ons enorm veel. We halen kennis uit het land zelf door goed te kijken naar de plaatselijke gewoontes. Door de andere omgeving, manier van werken en vooral het contact met de mensen leren we ook veel over onszelf. Bij De Passerel willen we verder kijken dan onze eigen wereld.” Marije van Velzen vult aan:”Het mooie van dit project is dat er met zoveel passie gewerkt wordt dat we nu al verder zijn dan ik zelf verwacht had. Je ziet
dat dit mensen in Bulgarije beweegt om anders te werken. Ik ben ervan overtuigd dat goede ideeën passie nodig hebben. De medewerkers van De Passerel praten met liefde over hun eigen werk maar leren ook graag nieuwe dingen, zoals het schrijven van rapporten wat bij deze projecten toch echt nodig is. Het mooie is dat hun passie niet alleen ons opvalt, zelfs een internationale organisatie als Unicef werkt regionaal met ons samen!”
Small Group Homes In Bulgarije worden 28 instituten voor kinderen met een beperking gesloten. Hierdoor moet er voor 2000 kinderen een nieuwe woonplek gezocht worden. Met Europese gelden worden de Small Group Homes (kleine groep huizen) gebouwd. De plannen zijn door een Apeldoornse architect uitgewerkt. In ieder huis kunnen 12 kinderen in de leeftijd van 3 tot ongeveer 20 jaar wonen. Er is per leeftijdsgroep een aantal leef- en speelruimtes. De kinderen eten met elkaar en slapen per twee op een slaapkamer. Dit is namelijk de gewoonte in Bulgarije. De eerste woning is in de tweede helft van volgend jaar klaar. De woonbege leiders worden in Bulgarije door medewerkers van De Passerel opgeleid.
Charity dinner, een avond uit voor het goede doel De sfeer was opperbest tijdens de charity dinners op 19 en 20 mei in Het Oude Kantongerecht. De organisatie was in handen van Kiwanis en van de medewerkers en cliënten van De Passerel. Kiwanis is een internationale club van mensen met uiteenlopende beroepen die door het opzetten en uitvoeren van activiteiten geld bijeenbrengt en dat geld uitgeeft aan goede doelen. Dit jaar is het goede doel de Bas van de Goor Foundation. Deze foundation wil door het organiseren van sportactiviteiten een leuker leven voor mensen met
6
diabetes. Het geld dat tijdens de charity dinners wordt ingezameld wordt gebruikt voor sportkampen voor kinderen met diabetes. Het is een traditie in wording, in 2009 en 2010 werden de charity dinners ook georganiseerd door Kiwanis en De Passerel. De opbrengst toen: € 15.000,-. Het geld wordt ingezameld doordat de gasten hun diner vooraf betalen. Tijdens de avond worden er creatieve stukken geveild, gemaakt door cliënten van De Passerel, zoals mooie potten en schilderijen. Daarbij werd dit jaar een korte vakantie
belangeloos ter beschikking gesteld door Sauerland Vakanties. Wat dit allemaal precies opgeleverd heeft blijft nog even geheim. In november worden er namelijk weer twee charity dinners georganiseerd. De totale opbrengst van de vier dinners wordt dan bekend gemaakt en overhandigd aan de Bas van de Goor Foundation.
Samenwerking Wat u mist als u er niet bij bent? Een gezellige avond met heerlijk eten, fantastische bediening en muziek van nieuw talent van Markant. Denkt u aan viool, harp,
dwarsfluit, zang en accordeon. Er is een keukenbrigade en bedieningsbrigade. In beide gevallen met een duidelijke samenwerking tussen cliënten en medewerkers van De Passerel en leden en relaties van Kiwanis. Er worden groepjes van drie gevormd waarbij de taken gelijk verdeeld worden. Onderscheid is er niet, iedereen draagt hetzelfde shirt met een naamkaartje. Wat wel overduidelijk is, is dat de inzet van iedereen die meedoet groot is en dat de hele avond prima verzorgd wordt. Dit jaar werd de keukenbrigade aangevoerd door de bekende chefkok Theus de Kok, misschien kent u hem nog wel van
restaurant De Echoput. Hij nam zijn keukenbrigade bij de hand voor een goede mise-en-place (voorbereiding) en een perfecte bereiding van de seizoensgerechten.
Bas van de Goor Bas van de Goor van de gelijknamige foundation was er zelf ook bij: “Ik vind het charity dinner een fantastisch initiatief. De avond zelf zat prachtig in elkaar en ik heb heerlijk gegeten. Ik werd erg goed begeleid door cliënten van De Passerel tijdens mijn dankwoord. Velen waren verbaasd over mijn lengte van 2,09 cm en al snel kreeg
ik vragen over mijn schoenmaat. Het Oude Kantongerecht kende ik nog niet terwijl ik zelf in Apeldoorn woon, daar kom ik zeker vaker. Met het ingezamelde geld willen we vierdaagse sportkampen voor kinderen met diabetes organiseren. Hoe meer je sport hoe beter het met je bloedsuiker gaat. Dit willen we de kinderen zelf laten ervaren.”
7
Aan de Casper Fagelstraat in Apeldoorn is het een gezelli ge drukte. Bij dienstencentrum De Baskuul en kindercentrum Pippo is het een komen en gaan van kinderen. Naast dagopvang, is er ook buitenschoolse- en weekendopvang. In datzelfde pand zijn Coby van Buuren en Ineke van der Heide bijna dagelijks te vinden. Zij vormen, samen met Astrid Kersten, de afdeling Ondersteuning voor de sector Dagbesteding, Kind en Expertise. Met enthousiasme verzorgen zij een lange lijst van ondersteunende taken die voor hen al zo gewoon zijn geworden maar onmisbaar voor hun collega’s.
Een kijkje achter de schermen bij… Ondersteuning voor de sector Dagbesteding, Kind en Expertise.
8
Coby en Ineke werken respectievelijk 18 en 10 jaar bij De Passerel. Coby voelt zich echt onderdeel van de geschiedenis van de organisatie: “Ik werk hier al zo lang, ik ben in die jaren meegegroeid. De zorg voor de cliënten stond vanaf het begin centraal, dat is nog steeds zo. Wat ik binnen onze sector erg waardeer zijn de korte communicatielijnen. Er is ook bewust gekozen voor administratieve ondersteuning aangezien de hoofden kortere dienstverbanden hebben dan in andere sectoren. Wij nemen ze werk uit handen en bieden continuïteit.” Ineke heeft alweer vier jaar geleden de overstap gemaakt van het werken in de keuken van de Doggersbank naar administratief werk: ”Ik heb verschillende opleidingen gevolgd voor mijn huidige functie. Ik doe het met veel plezier. Maar ongeacht wat je doet bij De Passerel, je wordt hier gelijk opgenomen door je collega’s. Of je nou in de keuken staat of de administratie verzorgt, iedere functie wordt je gegund en dat voelt goed!”
kantoorartikelen in. Coby is managementassistente, zij stuurt Ineke en Astrid aan die samen met Coby de cliëntenadministratie verzorgt. Daarnaast organiseert en notuleert Coby diverse overleggen, is zij actief bezig met het beleid van De Passerel en is lid van een aantal werkgroepen. Zij voert ook nieuwe systemen in en leert collega’s ermee te werken. De werkroosters van alle 160 medewerkers van de sector worden tegenwoordig ingevoerd in Square, een nieuw computerprogramma. Dit heeft nogal wat voeten in de aarde gehad. Coby: ”Voorheen hadden alle medewerkers formulieren waarop de uren ingevuld werden. Dit wordt nu dus digitaal gedaan. De overgang heeft tijd gekost, we hebben een aantal maanden een dubbele administratie bijgehouden. Zowel op papier als in het computerprogramma. Het systeem is in eerste instantie gedeeltelijk ingevoerd maar nu gaat de hele organisatie het gebruiken. Wij zijn er inmiddels aan gewend en werken er graag mee.”
Dubbele administratie
In het zonnetje
Op de vraag waaruit hun taken bestaan is het antwoord niet in een paar zinnen te vangen. Ineke is bureausecretaresse, zij verzorgt onder andere de post, telefoon, facturering, de presentielijsten van cliënten, diverse dossiers en zorgplannen en de kas voor de vijf locaties die de sector rijk is. Ze bestelt ook het nodige drukwerk en koopt
Ze vinden hun werk vanzelfsprekend en doen het met plezier. Ze realiseren zich dat ze de zes hoofden van de sector werk uit handen nemen en het Centraal Kantoor tijdig voorzien van de nodige gegevens. Toch treden ze er niet graag mee op de voorgrond. De medewerkers en kinderen in het pand aan de Casper Fagelstraat denken
daar anders over. In het kader van secretaressedag zijn ze onlangs in het zonnetje gezet. Coby: ”Onder luid tromgeroffel werden we meegenomen uit ons kantoor naar een grote kring van kinderen en medewerkers. Middenin die kring stond een tafel met koffie en gebak van onze favoriete bakker en ze hadden een bord gemaakt met een bedanktekst erop. Dat vonden we heel erg leuk!” Ineke bevestigt: ”Ik vind het gevoel van verbondenheid dat we hier met elkaar hebben erg belangrijk. Ik heb nog geen dag spijt gehad van mijn overstap!” Hun werkplek aan de Casper Fagelstraat brengt ook veel gezelligheid in hun werkdagen. Coby: “Ik werk ook een dag in de week aan de Stationsstraat. Als je de drukte hier gewend bent, is het daar erg rustig. De afwisseling is prettig.”
Colofon
De Passerel is een stichting die diensten verleent aan kinderen en volwassenen met een beperking. Passages is een uitgave van De Passerel. Zonder toestemming van de directie mogen geen afbeeldingen en teksten worden gebruikt of overgenomen.
Redactie Tekst en redactie Eindredactie Adres Telefoon E-mail Website
Unimots, Marjan Bijsterbosch-Postma Rijanne Kuijper Postbus 10180, 7301 GD Apeldoorn (055) 368 38 38
[email protected] www.de-passerel.nl
Aan deze uitgave werkten mee Vormgeving Fotografie Drukwerk Verspreiding
Identifine Twello Ewout Staartjes Deventer Netzodruk Apeldoorn De Vlijt Epe