Zoektocht naar het kompas.
BIJLAGENBUNDEL
Inhoudstafel Bijlage 1: Informed Consent………………………………………………………....3-4 Bijlage 2: In kennis stellen van de patiënten………………………………………5-6 Bijlage 3: Pre- en postmeting: RAND-36…………………………………………..7-13 Bijlage 4: Sessies ‘Omgaan met tijd’…………………………………………….....14-38 Bijlage 5: Vragenlijst ‘Tussentijdse evaluatie door patiënten’…………………...39-40 Bijlage 6: Individuele coachingsmomenten: MMOP………………………………41-51
2
Bijlage 1: Informed Consent Informatie over de bachelorproef Thema van de bachelorproef: ‘Het gericht omgaan met tijd bij personen met een depressieve episode met het oog op het bereiken van een occupationeel evenwicht’. Doelstelling van de bachelorproef: De patiënt gaat kwalitatief om met het dagelijks tijdsgebruik en bekomt een dynamisch evenwicht tussen klok en kompas. Onderzoeksopzet van de bachelorproef: - Afnemen pre-meting - Opstellen van 8 sessies Omgaan met Tijd - Tussentijdse individuele coaching sessies - Afnemen postmeting Begeleiders van de bachelorproef: Vandemaele Siska Docente ergotherapie HOWEST Kortrijk
[email protected]
Matthys Carine Ergotherapeute, creatief therapeute Psychiatrisch Centrum o.l.v. Van Vrede Menen Contactgegevens van de student: Vandenabeele Steffi Studente ergotherapie HOWEST Kortrijk
[email protected]
3
Ik, ondertekende, _________________________________, geef toestemming aan_____________________________, student ergotherapie, om mijn gegevens te gebruiken in het kader van een bachelorproef binnen de opleiding ergotherapie. De student verbindt er zich toe om: - De gegevens anoniem te verwerken - De gegevens te verwijderen na onderzoek. Er mogen op geen enkele manier persoonlijke gegevens terug te vinden zijn.
De cliënt heeft ten allen tijde de mogelijkheid om uit het onderzoek stappen. De cliënt hoeft dit enkel mondeling mee te delen aan de student.
De cliënt (Naam, handtekening, datum)
De student (Naam, handtekening, datum)
4
Bijlage 2: In kennis stellen van de patiënten Omgaan Met Tijd Zoals jullie reeds vernomen hebben ben ik een laatstejaarsstudente ergotherapie. Ik loop stage op De Kering tot en met 15 mei 2015 (14 weken). Binnen deze stage kadert mijn bachelorproef/ eindwerk voor het bereiken van mijn diploma. Thema: ‘Het gericht omgaan met tijd bij personen met een depressieve episode met het oog op het bereiken van een occupationeel evenwicht’. Met dit occupationeel evenwicht bedoelen we het terugvinden van een balans in het handelen. Hierbij wordt een afwisseling gezocht tussen rust en activiteit binnen jouw leefsituatie. Doelstelling: De patiënt gaat kwalitatief om met het dagelijks tijdsgebruik en bekomt een dynamisch evenwicht tussen klok en kompas. Ik zal de komende weken acht verschillende sessies omtrent ‘Omgaan met tijd’ opmaken en overnemen van Carine. Wat gebeurt er nu precies: - Voorleggen van toestemmingsformulier (vandaag) Dit is een formulier om te verklaren dat je deel wenst te nemen aan dit eindwerk. Hierin verzeker ik dat alle informatie volledig anoniem verwerkt zal worden. Op geen enkele manier kunnen anderen te weten komen dat het over jou gaat. - Afnemen van vragenlijst vóór de acht sessies (vandaag) Dit is een vragenlijst van tien vragen die zelfstandig ingevuld moet worden. Dit neemt maximum tien minuten van je tijd in beslag. - Het geven van acht sessies ‘Omgaan met tijd’ Deze sessies zijn gebaseerd op wetenschappelijke artikels en verklaren de mogelijke invloed van een depressie op het omgaan met tijd. Achtereenvolgend werden volgende thema’s uit de literatuur vertaald naar de verschillende groepssessies: -Timemanagement -Plannen -Balans in het handelen -Kwetsbaarheid en omgaan met stress -Go with the flow -Depressie en tijd -Rolfunctioneren -Terugvalpreventie 5
- Tussentijdse individuele coachingsmomenten Dit betekent op jullie vraag en ons advies samenzitten om effectief te plannen, uit te voeren en te evalueren. Ook het dieper ingaan op een onderwerp dat werd besproken tijdens de sessies kan hierbinnen een onderdeel zijn. - Afnemen van vragenlijst na de acht sessies Dit is dezelfde vragenlijst die vóór de acht sessies wordt afgenomen. Ik zou dan ook graag jullie medewerking vragen aan dit eindwerk. Hoe meer mensen er deelnemen aan deze sessies en dit eindwerk, hoe meer resultaten er zullen zijn, dus hoe beter de conclusie geformuleerd kan worden. Als er nu, tijdens of na de sessies vragen zijn omtrent dit eindwerk mag je me gerust aanspreken. Ik geef graag meer uitleg als je dit wenst. Alvast erg bedankt voor de medewerking! Steffi
6
Bijlage 3: Pre- en postmeting: RAND-36 Het meten van de algemene gezondheidstoestand.
7
8
9
10
11
Bron: Van Der Zee, K. & Sanderman R.(2012) Van Der Zee, K. & Sanderman R. (2012). Het meten van de algemene gezondheidstoestand met de RAND-36. Geraadpleegd via https://www.umcg.nl/SiteCollectionDocuments/research/institutes/SHARE/ass essment%20tools/handleiding_rand36_2e_druk.pdf
12
13
Bijlage 4: Sessies ‘Omgaan met tijd’ Sessie 1: Timemanagement Even vertaald in het Nederlands betekent dit: het beheren van de tijd. Time: tijd
Managen: beheren
Timemanagement is eigenlijk een misleidende term. Tijd is een factor die vaststaand is en niet gemanipuleerd kan worden. Het gaat wél over de manier waarop we omgaan met de tijd, het specifieke gedrag die resulteert in effectieve tijdsbeleving en tijdsgebruik tijdens het uitvoeren van activiteiten. De maatschappij legt ons een steeds grotere druk op en er is een algemeen versnellende levensstijl. Je moet als het ware lopen om te kunnen bijbenen. We krijgen steeds meer taken toebedeeld en er zijn steeds hogere verwachtingen. Timemanagement wordt dus voor iedereen van steeds groter belang.
Men spreekt binnen timemanagement over de klok en het kompas. De klok staat hierbij voor de werkelijke tijd, de mechanische klok, 24h-indeling. Hieronder plaatst men de geplande activiteiten, verplichtingen, afspraken en doelstellingen. Kortom, hoe je omgaat met de tijd. Naast de klok spreekt men ook van het kompas. Dit kompas staat voor je persoonlijke waarden, visie, missie, principes, richting. Kortom, hoe je leiding en sturing geeft aan je leven en welke prioriteiten je daarbij stelt. Men pleit ervoor om vanuit het kompas te werken, eerder dan vanuit de klok. Met andere woorden, het is belangrijker dat je de juiste richting kiest dan dat je erg hard werkt.
Voorbeeld KLOK Geplande activiteiten: donderdagavond zwemmen, zaterdagvoormiddag gaan fietsen met de vrienden Verplichtingen: maandagavond naar de gemeenteraad Afspraken: maandagnamiddag tijdens de pauze op het werk een afspraak met de baas
14
Doelstellingen: klusjes in huis klaar hebben tegen vrijdag en in het weekend tijd vrij maken voor de kinderen
KOMPAS Persoonlijke waarden: hard werken loont, perfectionisme Visie: hogere functie innemen op het werk (chef) Missie: volledige focus op mijn werk en tonen wat ik waard ben Principes: alles geven van mezelf, aandacht voor ontspanning/rust Richting: een succesvolle carrière
Probeer een gemiddelde week voor ogen te houden in de thuissituatie. - Hoe ziet jouw ‘klok’ eruit? - Welke elementen zitten er in jouw ‘kompas’?
Klok: Geplande activiteiten:……………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………. Verplichtingen:………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………. Afspraken:……………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………. Doelstellingen:………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………..
Kompas: Persoonlijke waarden:……………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………. Visie:…………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… Missie:………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………. Principes:……………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………. 15
Richting:……………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… Geef jij vooral aandacht aan je ‘klok’ of je ‘kompas’? ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………
Prioriteiten stellen is van groot belang om op een efficiënte manier met de tijd om te gaan. Dit wordt voorgesteld aan de hand van een kwadrant/tabel. Kwadrant 1: activiteiten die belangrijk en dringend zijn: DOEN Vb. belastingaangifte, medisch noodgeval, belangrijke vergadering morgenvoormiddag op het werk (voorbereiden als voorzitter), deadline… Kwadrant 2: activiteiten die niet dringend zijn maar die toch een belangrijke waarde hebben: PLANNEN Vb. Werken aan relaties, ontspanning, doopsuikers bestellen voor binnen 6 maanden, … Kwadrant 3: dringende zaken die eerder onbelangrijk zijn: DOORGEVEN Vb. Sommige mails, onverwacht bezoek, sociale druk, … Kwadrant 4: onbelangrijke en niet dringende zaken: DUMPEN Vb. Ongewenste mails, verkeerde post, dagdromen, vlucht-activiteiten Vul het kwadrant aan met voorbeelden uit je eigen dagelijkse situatie.
Dringend Belangrijk
Niet dringend
1.DOEN
2.PLANNEN
-………………………………
-………………………………
-………………………………
-………………………………
-………………………………
-………………………………
-………………………………
-………………………………
-………………………………
-………………………………
16
Onbelangrijk
3.DOORGEVEN
4.DUMPEN
-………………………………
-………………………………
-………………………………
-………………………………
-………………………………
-………………………………
-………………………………
-………………………………
-………………………………
-………………………………
Vanuit welke kwadrant werk jij vooral? Waar liggen jouw prioriteiten? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………
Wat zou er kunnen/ moeten veranderen om de focus op het juiste kwadrant te leggen, om het kwadrant tot een beter evenwicht te brengen? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………....
17
Sessie 2: Plannen Iedereen weet wat plannen is en hoe dit gedaan kan worden. Toch blijkt uit onderzoek dat de drempel groot is om effectief te gaan plannen in de thuissituatie. Meestal hebben we de kennis wel over hoe we het best plannen, we komen er gewoon niet toe om deze kennis te gaan toepassen. Dit ondanks alle mogelijke planningsinstrumenten die voorhanden zijn.
Herken je dit bij jezelf? Ja/nee ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………
Welke planningsinstrumenten ken je? -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -……………………………………………………………..
Welke van deze planningsinstrumenten gebruik je in je thuissituatie? -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -……………………………………………………………..
Om te zorgen dat je je planning werkelijk uitvoert en volhoudt zijn er drie tips: 1. Een realistische en haalbare planning, vervangactiviteiten om onverwachte omstandigheden op te vangen, concrete activiteiten, concreet inplannen in een agenda. 2. Doe en wacht niet tot je zin of energie hebt. Geen zin hebben mag geen excuus zijn. Overwonnen moeilijkheden brengen dan ook altijd een beloning met zich mee. 3. Sociale ondersteuning bij het opmaken en uitvoeren van een planning, bespreekbaar maken wat je reeds uitgeprobeerd hebt in plaats van de aandacht te richten op wat allemaal niet lukt. 18
Voordelen van een planning: -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -……………………………………………………………..
Eigen aan een depressie is het wegvallen van structuur en planning, uitstelgedrag/ overdreven werken, lusteloosheid, … . Het is dus erg belangrijk om voldoende aandacht te schenken aan het effectief plannen en uitvoeren van deze planning. Om ervoor te zorgen dat dit lukt en vooral dat je dit kan volhouden stem je jouw eigen planning af op jouw individuele noden en behoeften. -Herken je eigen piekmomenten Vb. ochtendmens, avondmens, … -Motivatiefactoren Vb. samen met anderen, alleen zijn, druk voelen, …
Wat zijn jouw individuele noden hierbij? -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -……………………………………………………………..
Wat heb jij tenslotte nodig om een planning dan ook echt te gaan uitvoeren? Wanneer werkt een planning voor jou? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… 19
Laatste tip: -Plan niet enkel activiteiten, taken en verplichtingen -Plan ook leuke zaken zoals hobby’s, bezoekjes e.d. -Plan ook rust! Op deze manier wordt het visueel duidelijk of de balans actie-rust in evenwicht is, afgestemd op je individuele noden en behoeften.
Dit alles in je achterhoofd zou ervoor moeten zorgen dat je een aangepast schema kan opstellen, uitvoeren en belangrijker, kan volhouden!
Maak een weekendplanning op. Maak hierbij gebruik van de vorige tips: (Weekplanning maken we op tijdens het individueel moment) ZATERDAG
ZONDAG
middernacht-1h
1h-2h
2h-3h
3h-4h
4h-5h
5h-6h
6h-7h
7h-8h
8h-9h
9h-10h
20
10h-11h
11h-12h
12h-13h
13h-14h
14h-15h
15h-16h
16h-17h
17h-18h
18h-19h
19h-20h
20h-21h
21h-22h
22h-23h
23h-middernacht
21
Sessie 3: Balans in het handelen Wat is een balans:………………………………………………………………………….. Wat betekent handelen:…………………………………………………………………….
De balans in het handelen betekent de mate waarin je de dagdagelijkse activiteiten organiseert afhankelijk van je eigen waarden en ambities. Op deze manier wordt het dagelijks handelen als samenhangend/ één geheel ervaren. Het is net het vinden van dit evenwicht in de balans dat een uitdaging vormt voor velen. De manier waarop deze balans in het handelen ervaren wordt, heeft zijn invloed op stress, geluk, gezondheid en welzijn/ welbevinden.
Voorbeeld Iemand steekt meer en meer tijd in zijn werk en vergeet te zorgen voor zichzelf en zijn naasten. Hij is constant aan het werk en vergeet te zorgen voor zichzelf en zijn gezin. Hierdoor is de balans uit evenwicht. Deze persoon zal stress ervaren.
Het is belangrijk om een evenwicht te vinden binnen en tussen de volgende drie gebieden: wonen, werken en vrije tijd. Het is door dit persoonlijk afstemmen en in evenwicht brengen van de activiteiten binnen deze drie gebieden dat de balans in het handelen bereikt kan worden. Er bestaan hiervoor dan ook geen voorschriften gezien dit een persoonlijke en unieke aangelegenheid is. Algemeen zijn er wel twee zaken van belang: het onderhouden van de dag-nachtcyclus (de klok) en rust-actiecyclus.
Welke taken neem jij op binnen de drie gebieden? Wonen (= het zorgen voor jezelf en je gezin, je huishouden, …): -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -……………………………………………………………..
22
Werken (= alles die te maken heeft met werk, studies of vrijwilligerswerk): -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -……………………………………………………………..
Vrije tijd (= moment waarin je je tijd kan invullen met ontspannende activiteiten): -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -……………………………………………………………..
Heb je het gevoel dat er een balans is binnen deze drie gebieden? Ja/nee Leg uit: ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………
Is jouw dag-nachtcyclus en rust-actiecyclus in balans? Ja/nee Leg uit: ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………
23
Wat zou er moeten gebeuren/ nodig zijn om jouw handelingsbalans in evenwicht te brengen/ te krijgen? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………
24
Sessie 4: Kwetsbaarheid en omgaan met stress Door de stressoren (factoren die stress veroorzaken) op psychisch, fysiek, sociaal en maatschappelijk vlak kunnen personen met een depressie extra kwetsbaar zijn (tijd is hierbij vaak een grote stressor). Daarnaast bestaat er een mogelijkheid tot het hebben van een biologische/ aangeboren kwetsbaarheid voor depressie. Het hanteren van coping mechanismen (manier van omgaan met …) kunnen kwetsbare personen hierin ondersteunen. Via coping kan je stresssituaties beter hanteren binnen het dagelijks handelen en de sociale situaties die zich hierbinnen voordoen.
Voorbeeld Psychische stressoren: negatief denken, minderwaardigheidscomplexen, laag zelfbeeld, piekeren, … Fysieke stressoren: nieuwe heup, pijnlijke rug, slechte knieën, een breuk, maagpijn, zwaarlijvigheid, … Sociale stressoren: geen vrienden hebben, een bemoeizuchtige moeder, onbegrip vanuit je omgeving, pestgedrag, … Maatschappelijke stressoren: vooroordelen, stigma (iedereen met een psychische ziekte een ‘etiket opkleven’), hoge verwachtingen, …
Welke stressoren ondervind jij in je leven? -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -……………………………………………………………..
Wat betekent tijd voor jou? Zorgt het voor stress? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… 25
Hoe ga jij om (coping) met die stressoren? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………
Dit stress-kwetsbaarheid-coping model wordt ook wel het draagkracht-draaglast model genoemd en wordt meestal als een weegschaal voorgesteld. Onder draagkracht wordt de kwetsbaarheid bedoeld, draaglast omvat dan weer de verschillende stressoren. Van nature uit streeft iedereen naar een evenwicht binnen de balans draagkracht-draaglast. Vooral de draaglast mag hierbij de draagkracht niet overschrijden. Gebeurt dit wel, dan kan dit tot een depressie leiden.
Hoe ziet jouw draagkracht-draaglast balans eruit: Draagkracht
Draaglast
-……………………………………
-……………………………………..
-……………………………………
-……………………………………..
-……………………………………
-……………………………………..
-……………………………………
-……………………………………..
-……………………………………
-……………………………………..
-……………………………………
-……………………………………..
-……………………………………
-……………………………………..
-……………………………………
-……………………………………..
-……………………………………
-……………………………………..
26
Is jouw balans in evenwicht? Naar welke kant helt de balans over? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………
Beschermende factoren zorgen ervoor dat er een evenwicht is tussen deze draagkracht en draaglast factoren. Voorbeelden van deze beschermende factoren zijn:
coping-vaardigheden,
medicatie,
sociale
steun,
dagelijkse
structuur
,
planning,….Deze beschermende factoren proberen de draagkracht aan te vullen en de balans terug in evenwicht te krijgen.
Welke beschermende factoren zijn er bij jou aanwezig? -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -……………………………………………………………..
Kunnen deze jouw balans in evenwicht brengen? Ja/nee
Welke beschermende factoren zou je toegevoegd willen zien/ welke zijn er weggevallen? -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -……………………………………………………………..
27
Sessie 5: Go with the flow Wat betekent flow?.........................................................................................................
Bij flow raak je volledig opgeslorpt door/ in een activiteit. Flow kan gedefinieerd worden als een situatie waarin de uitdaging van de taak/ activiteit volledig overeenkomt met de vaardigheden die je bezit. Het bewust zijn van de tijd valt volledig weg. Een flow-ervaring is voor iedereen verschillend gezien de uiteenlopende interessevelden. Met andere woorden, wat voor de ene leidt tot flow leidt niet sowieso tot flow bij de andere.
Voorbeeld A. Wanneer je aan het breien bent, kan je in hoge mate op het breiwerk en het bezig gefocust zijn met als gevolg dat je geen besef meer hebt van de tijd, van jezelf en andere zaken rondom je. B. Wanneer je een boek leest, zit je bijna letterlijk ‘in’ je verhaal en vergeet je alles rondom je.
Bij deze personen is de uitdaging van het breien of het lezen helemaal afgestemd op de interesses en op wat die personen aankunnen. Als je iets nieuws aanleert, ben je net heel bewust bezig met de activiteit (vergelijking beginnende breister tegenover een ervaren breister).
Tien factoren zijn belangrijk voor het komen tot een flow-ervaring: 1. Duidelijke en haalbare doelstellingen (wat wil je precies bereiken, kan je dit bereiken?) 2. Hoge concentratiegraad op de taak 3. Een op zichzelf belonende activiteit (de activiteit zelf is erg leuk) 4. Verlies van zelfbewustzijn, gevoel van rust 5. Tijdloosheid, focus op het hier en nu 6. Onmiddellijke feedback (Aan de activiteit is het meteen duidelijk of je goed bezig bent) 7. Haalbare activiteit: balans vaardigheid-uitdaging in evenwicht 28
8. Gevoel van persoonlijke controle over de uitkomst (je kan de activiteit alleen en volledig afwerken) 9. Gebrek aan bewustzijn van fysieke behoeften (honger, plassen, …) 10. Volledige focus op de activiteit
Flow kan leiden tot betere prestaties en tot het ontwikkelen van nieuwe vaardigheden en gedrag. Toch leidt flow niet automatisch tot een grotere tevredenheid over wat je kan of doet in het dagelijks leven. Het gaat vooral over het bewaken van de grens/ balans tussen de vaardigheidseisen van de taak en je persoonlijke capaciteiten. De moeilijkheidsgraad moet aangepast zijn aan wat je zelf aankan. Voorbeeld: Een kind van 5 jaar moet je geen moeilijke boeken geven om te lezen. Dit kind zal nooit flow ervaren. Dit boek is veel te moeilijk om te lezen. De lat ligt te hoog volgens wat dit kindje kan.
Tenslotte is het bewezen dat het bereiken en ervaren van flow essentieel is voor het bevorderen van het welzijn. Bij depressie merkt men dan ook dat de personen minder snel en minder vaak flow kunnen ervaren.
Is jouw balans in evenwicht: uitdaging van de taak versus je persoonlijke vaardigheden? Ja/nee
Heb je reeds flow ervaren? Bij welke activiteit(en)? -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -……………………………………………………………..
29
Wat gebeurde er toen? Hoe zag deze flow er uit? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………
Raak je moeilijker in een dergelijke flow-ervaring in vergelijking met voor je depressie? Ja/nee
Welke van de tien vereiste factoren om tot flow te kunnen komen raken er niet of moeilijker ingewilligd? -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -……………………………………………………………..
Wat zou er moeten gebeuren/ veranderen om jou sneller in een flow ervaring te kunnen krijgen? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………
30
Sessie 6: Depressie en tijd Depressie: Negatieve spiraal Personen met een depressie zitten als het ware verstrikt in een negatieve spiraal. Het leven wordt dan vaak beschreven als zeer eenzijdig. Dit zorgt ervoor dat er een bedreiging is voor je algemene gezondheid , stemming en je levenskwaliteit.
Die negatieve spiraal werkt als volgt: - Negatieve gedachten en gevoelens zorgen ervoor dat je de neiging hebt om minder vaak leuke dingen te gaan doen. - Dit zorgt op zijn beurt voor negatieve situaties, sleur en minder plezierige situaties. - Uiteindelijk zorgt dit voor een versterking van negatieve gedachten en gevoelens.
Het is een zichzelf versterkend netwerk waardoor je geen uitweg meer ziet en je steeds meer in de depressie wegglijdt.
Herken jij jezelf in deze negatieve spiraal? Ja/nee Geef een voorbeeld uit je eigen leven: ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………
Wat helpt er jou om, al is het maar tijdelijk, uit die negatieve spiraal te komen? -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -……………………………………………………………..
31
Depressie en tijdsbeleving Uit depressieve symptomen (neerslachtige gemoedstoestand, gevoel van leegheid, gebrek aan plezier) vloeit een verandering in de perceptie van de tijd, in hoe je de tijd ziet, voorstelt en beleeft. Heel wat personen geven aan dat ze het gevoel hebben dat de tijd veel langzamer voorbijgaat dan normaal. Dit gevoel is te wijten aan een vertraagde snelheid van je interne klok.
Met andere woorden: de neerslachtige sfeer wordt gelinkt met een laag opwindingsniveau wat leidt tot een werkelijke vertraging van je mentale en fysieke activiteit. Op die manier ga je zelf trager gaan functioneren en heb je het gevoel dat alles rondom je ook een pak trager gaat.
Voorbeeld Je hebt een slechte dag vandaag. Je hebt in niets zin. Toch moeten er enkele taken gebeuren in het huishouden. Je sleept je door je dag. Na lang twijfelen begin je toch aan het afstoffen van je living. Constant pieker je en denk je aan alles die nog moet gebeuren in het huishouden. Hierdoor ga je dan ook trager gaan afstoffen, heb je het gevoel dat je nog nergens staat en dat er nog zo’n grote berg werk ligt te wachten.
Herken jij jezelf in dit? Ja/nee
Is jouw beleving omtrent tijd verandert in vergelijking met voor je depressie? Geef enkele voorbeelden uit jouw leven: ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………
32
Wat zou er bij jou/algemeen kunnen helpen om een andere tijdsbeleving te ontwikkelen? -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -……………………………………………………………..
Depressie en tijdsgebruik In het effectief omgaan met tijd wordt er ook een verandering gezien bij personen met een depressie. Het omgaan met tijd blijft vaak beperkt tot eten, slapen, de zorg voor zichzelf en het uitvoeren van rustige, passieve activiteiten en taken (liggend, zittend, …). Hierdoor kom de balans in het handelen en activiteit-rust in onevenwicht.
Het is dan ook zo dat je, wanneer je een depressie hebt, een storing hebt ervaren in je leven. Je werd als het ware gedwongen om je gewoontes in je handelen aan te passen. Dit bracht een totale reorganisatie van je levensstijl met zich mee. Het wordt hierdoor moeilijker om je dagelijks ritme te blijven aanhouden en het dag-nacht ritme te volgen.
Herken jij jezelf in dit? Ja/nee Is jouw tijdsgebruik nu veranderd in vergelijking met het tijdsgebruik in je leefsituatie voor je depressief werd? Geef enkele voorbeelden uit jouw leven. Wat doe je niet meer, wat doe je wel: ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………
Wat zou er bij jou/algemeen kunnen helpen om te zorgen voor een beter tijdsgebruik? -…………………………………………………………….. 33
Sessie 7: Zo veel rollen, zo weinig tijd Iedereen functioneert binnen verschillende rollen (moeder, dochter, werknemer, vriendin, …), wat op zich al een structurering van de tijd met zich meebrengt. Het opnemen van deze rollen in het dagelijks leven bevordert de deelname/ participatie in de maatschappij. Dit zorgt op zijn beurt voor een betere kwaliteit van leven. Het zelfwaardegevoel/ de eigenwaarde speelt hierbij een belangrijke rol. Het aanwezig zijn van een depressie gaat vaak samen met een vermindering in dit gevoel van eigenwaarde en zorgt voor een verminderd functioneren of het laten vallen van die rollen.
In onze samenleving is het vervullen van heel wat verschillende soorten rollen erg normaal geworden. Dit zorgt ervoor dat er heel wat verwachtingen opgelegd worden, zowel van jezelf als van de anderen, wat kan leiden tot stress. Het wordt dus steeds belangrijker om duidelijk te weten welke specifieke taken en activiteiten nodig zijn om optimaal te kunnen functioneren binnen deze rol.
Welke rollen heb je? -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -……………………………………………………………..
Welke rollen kan je niet meer opnemen door je depressie? -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -……………………………………………………………..
34
Zorgt dit voor een verandering in hoe je je tijd structureert, hoe je omgaat met je dagelijkse tijd? .................................................................................................................................
Op welke manier zorgen jouw rollen voor structuur in je week? Korte schets. ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………
Welke rollen zou je (opnieuw) willen opnemen? -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -…………………………………………………………….. -……………………………………………………………..
Wat zou dit betekenen voor jouw tijd? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………
35
Sessie 8: Het voorkomen van terugval Algemeen kan een behandeling/ opname
gezien worden als een proces van
gedragsverandering. Het belang van gedragsverandering binnen het handelen omtrent tijd bij depressieve personen wordt in verschillende onderzoeken aangehaald. Er is daarnaast een zekere motivatie nodig om te willen veranderen.
Er zijn zes fasen binnen een proces van gedragsverandering. Je kan tijdelijk terugkeren naar de vorige fase wanneer nodig. Fase 1: Je erkent niet dat er een probleem is Vb. ‘Ik ben niet depressief.’, ‘Ik ben depressief door mijn omgeving.’ Fase 2: Je erkent dat er een probleem is, je begint jezelf meer vragen te stellen Vb. ‘Wat is het?’, ‘Hoe komt het?’, ‘Wat kan ik er aan doen?’ Fase 3: Je krijgt zicht op het probleem en je maakt de beslissing om zaken te gaan veranderen Vb. Persoonlijke interesses, vrijetijdsinvulling, coping vaardigheden (hoe omgaan met depressiesymptomen) Fase 4: Je gaat effectief over tot het anders handelen Vb. Momenten waarop het ook eens minder gaat, uit fouten leren Fase 5: Je onderhoudt het nieuwe gedrag Vb. Vallen en opstaan tot automatisatie bereikt is TERUGVAL (=het terugkeren naar een vorige toestand. Voorbeeld: opnieuw depressief worden) Fase 6: Je hebt het nieuwe gedrag verworven
Terugval moet hierbinnen gezien worden als een werkelijk onderdeel van het gedragsveranderingsproces, niet als een mislukking. Onze attitude omtrent terugval moet dus veranderen.
36
In welke fase zou jij jezelf situeren? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………
Hoe sta jij tegenover terugval? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………
Terugval wordt gezien als het leggen van associaties/ verbanden/ linken met een vorige depressie/ gebeurtenis, waar met angst en gepieker op gereageerd wordt. Zo kan het zijn dat bepaalde situaties lijken op die van tijdens je vorige depressie/ negatieve ervaring. Dit roept herinneringen op en zorgt voor een verandering van je stemming. Dit betekent nog niet dat er een werkelijke terugval is. Toch wordt je levenskwaliteit beïnvloedt. Het werkelijke probleem is dus niet de linken die gevonden worden, wél de reactie op die linken. Accepteer het gevoel dat dit er is en blijf constructief/ opbouwend denken. Terugvalsignalen moeten wel worden opgemerkt, zodat terugval geen feit hoeft te zijn en er vroegtijdig kan ingegrepen worden.
Voorbeeld Je merkt dat je steeds moeilijker kan slapen. Je wordt constant wakker. Dit was ook zo tijdens je depressie. Je deed toen soms geen oog dicht. Een week lang is je nachtrust door de een of andere oorzaak verstoord. Je begint je al zorgen te maken: zou ik terug depressief worden, keer ik terug naar hoe ik vroeger was, misschien word ik weer opgenomen, ik ben een mislukkeling, … Overdag blijf je piekeren omdat je linken hebt gemaakt met je vorige depressie. Hierdoor ben je er overdag niet bij met je hoofd.
37
Herken je jezelf in vorig stukje tekst? ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………
Wat heeft er bijgedragen tot je depressie? Wat heeft ervoor gezorgd dat je depressief werd? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………
Welke terugvalsignalen herken je bij jezelf? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………
Hoe ga je hiermee om? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………
Is dit volgens jou een goede manier van omgaan met jouw terugvalsignalen? Ja/nee Bestaat er een betere manier volgens jou? Hoe zou je ermee willen omgaan? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… 38
Bijlage 5: Vragenlijst ‘Tussentijdse evaluatie door patiënten’ Tussentijdse evaluatie De antwoorden worden via een VAS-schaal gegeven. 0= helemaal niet mee eens 5= niet mee eens, niet mee oneens 10= helemaal mee eens 1. De sessies ‘omgaan met tijd’ vind ik waardevol.
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
2. Uit de Sessies ‘omgaan met tijd’ kan ik tips halen om te gebruiken na mijn opname.
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
3. De individuele sessies zorgen ervoor dat ik de inhoud van de groepssessies beter kan begrijpen.
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
4. De individuele sessies over het omgaan met tijd zijn een meerwaarde binnen mijn behandeling.
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
5. Ik gebruik al enkele tips en strategieën die meegegeven werden. 39
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
6. Het inzicht over het effect van mijn depressie op mijn tijd is vergroot.
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
7. De kans dat ik effectief de tips zal gebruiken in mijn dagelijks leven is groter dan voordien (wanneer er enkel een groepssessie werd gegeven).
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
8. De combinatie van een groepssessie met een wekelijks individueel moment is te belastend.
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
9. De combinatie van een groepssessie met een wekelijks individueel moment is een ideale manier van werken.
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
40
Bijlage 6: Individuele coachingsmomenten: MMOP Individuele coaching sessies: MMOP PROTOCOL Stap 1. Selecteer samen met de cliënt een relevante activiteit. In het kader van dit onderzoek is het belangrijk een brede waaier van activiteiten op te nemen in het volledige onderzoek. Laat de cliënt een activiteit kiezen die op een of andere manier toch wel wat uitdagend is voor deze persoon. Geef een beschrijving van het mentale beeld dat de persoon heeft van die activiteit. Noteer die beschrijving zo concreet mogelijk. Waar, tijd, met wie, hoe,… enz.
Stap 2: peilen naar het ingeschat performantievermogen. Overloop de vier vragen (vόόr de activiteit wordt uitgevoerd) samen met uw cliënt aan de hand van de VAS schaal. Hoe hoger de score, hoe vaardiger, meer vertrouwen of hoe uitdagender de activiteit is voor de persoon. Indien het niet mogelijk is voor de persoon om een antwoord te geven op de vraag kan je verduidelijkende vragen stellen zoals aangegeven in de handleiding. Indien de cliënt niet makkelijk kan antwoorden op de vragen of indien de cliënt ondersteuning nodig heeft kan je gebruik maken van het VAS in bijlage. Noteer de antwoorden en hou bij welke bijkomende uitleg je moest geven per vraag.
Stap3. Peilen naar de werkelijke occupationele performantie Je laat de cliënt de activiteit uitvoeren (maximum 1 dag nadat je de eerste vragen hebt gesteld, maar bij voorkeur net vόόr de activiteit wordt uitgevoerd). Zodra de persoon de activiteit heeft uitgevoerd stel je de vragen (bedoeld voor na de activiteit) en laat je de cliënt opnieuw een score geven per vraag aan de hand van de VAS schaal. Hoe hoger de score ook hier, hoe vaardiger hij was, hoe meer vertrouwen hij had of hoe uitdagender de activiteit is geweest voor de persoon. Indien het niet mogelijk is voor de persoon om een antwoord te geven op de vraag kan je verduidelijkende vragen stellen zoals aangegeven eerder in deze handleiding. Indien de cliënt niet makkelijk kan antwoorden op de vragen of indien de cliënt ondersteuning nodig heeft kan je gebruik maken van het VAS in bijlage. Noteer de antwoorden en hou bij welke bijkomende uitleg je moest geven per vraag. 41
Stap 4: vul per persoon een excel-formulier in Vul alle genoteerde scores, plus de bijkomende gegevens in op de excel-sheet. Vul 1
excel
sheet
in
per
persoon
en
sla
dit
op
als
volgt:
eigennaam_client1_intitialencliënt/xlsx . Waarbij ‘eigen naam’ de naam van uzelf als onderzoeker is en cliënt 1 uw eerste cliënt is. Vul hier niet zijn/haar naam in, maar wel degelijk client1, client2,… enz en waarbij initialencliënt de initialen zijn van de client. Een concreet voorbeeld zou zijn: dominiquevandevelde_client1_PDV.xlsx Op die manier is de administratie uniform en is alle info makkelijk op te vragen.
Bron: Van De Velde, D. (2014) Van de Velde, D. (2014). MMOP; Measuring meaning and occupational performance. Onderzoeksrapport Arteveldehogeschool – UGent.
42
MMOP: vóór de activiteit Deze vier vragen worden telkens beantwoord aan de hand van een VAS-score van 0 tot 10. 1.Hoe vaardig ben je om die activiteit uit te voeren? Bijkomende vragen indien de persoon de vraag niet goed begrijpt, zijn: -Hoe goed ben je, denk je om deze activiteit uit te voeren? -In hoeverre denk je deze activiteit aan te kunnen? -Hoe schat je je eigen mogelijkheden in om deze activiteit uit te voeren? -Hoe sterk ben je in die activiteit om deze tot een goed einde te brengen? 2.Hoe vertrouwd ben je met die omgeving en met de personen hierin betrokken? Bijkomende vragen indien de persoon de vraag niet goed begrijpt, zijn: -In hoeverre denk je dat de omgeving je zal ondersteunen tijdens die activiteit? -In hoeverre schat je in dat er mensen zijn die je gaan steunen bij die activiteit? -In hoeverre schat je in dat je voldoende veiligheid hebt om de activiteit uit te voeren? 3.Hoe groot beschouw je de uitdaging om die activiteit (in die omgeving) uit te voeren? Bijkomende vragen indien de persoon de vraag niet goed begrijpt, zijn: -Hoe aantrekkelijk vind je die activiteit in die omgeving (specifieer eventueel)? 4.Hoe belangrijk vind je die activiteit? Bijkomende vragen indien de persoon de vraag niet goed begrijpt, zijn: -Hoe betekenisvol vind je deze activiteit? -Hoeveel betekent die activiteit voor jou? -Hoe goed voel je je bij het mogen uitvoeren van deze activiteit?
43
MMOP: na de activiteit Deze vijf vragen worden telkens beantwoord aan de hand van een VAS-score van 0 tot 10. 1.Was je vaardig genoeg om die activiteit uit te voeren? Bijkomende vragen die kunnen gesteld worden indien de persoon de vraag niet goed begrijpt, zijn: -In hoeverre vond je dat je de activiteit aankon? -In hoeverre is de activiteit gelukt? -Hoe is de uitvoering van de activiteit verlopen? 2.In hoeverre heeft de omgeving en de personen hierin betrokken werden jouw vertrouwen gegeven? Bijkomende vragen die kunnen gesteld worden indien de persoon de vraag niet goed begrijpt, zijn: -Heeft de omgeving jou geholpen bij de uitvoering? -Was je zeker genoeg tijdens de uitvoering? -Had je genoeg zekerheid tijdens de uitvoering? -In hoeverre voelde je je veilig tijdens deze activiteit? 3.Hoe uitdagend was de activiteit in die omgeving en met die personen tijdens de uitvoering ervan? Bijkomende vragen die kunnen gesteld worden indien de persoon de vraag niet goed begrijpt, zijn: -In hoeverre bleef de activiteit aantrekkelijk tijdens de uitvoering? -In hoeverre blijft die activiteit mij uitdagen of aantrekken tijdens het uitvoeren ervan? 4.Hoe belangrijk vond je deze activiteit? Bijkomende vragen die kunnen gesteld worden indien de persoon de vraag niet goed begrijpt, zijn: -Hoe veel betekende die activiteit voor jou? -In hoeverre heb je jezelf verloren in die activiteit? -Hoe goed heb je je gevoeld tijdens de uitvoering van deze activiteit? 5.Hoe lang heeft de activiteit geduurd volgens jou?
44
VAS-schalen:
45
Mogelijke activiteiten MMOP Binnen het hoofdstuk ‘testafname’ van de MMOP-handleiding staat beschreven dat de keuze van de activiteit die in het kader van dit meetinstrument moet worden uitgevoerd altijd bij de patiënt ligt en afhankelijk is van de reden van de testafname. Gezien de testafname hier kadert in functie van een toetsingsonderzoek kan het volgens de handleiding van het MMOP aangewezen zijn om een aantal activiteiten te bepalen op voorhand waaruit in een verder stadium één activiteit kan gekozen worden. Met deze reden worden er enkele activiteiten afgeleid uit de acht sessies ‘omgaan met tijd’. De voorstellen zijn breed en algemeen opgemaakt . Zodoende worden de activiteiten van het MMOP deels gestuurd vanuit dit onderzoek, maar heeft de patiënt de keuze om de precieze invulling te maken, afhankelijk van de eigen noden en behoeften, sterktes en beperkingen. We blijven dus uitgaan van de hulpvraag van de patiënt.
Op deze manier wordt er tijdens de individuele coaching sessies effectief verder gewerkt met de wetenschappelijke informatie uit de gegeven sessies afgestemd op de individuele noden, wat de automatisatie en generalisatie van de hulpmiddelen en strategieën zal versterken.
1. Sessie Time management - Opmaken klok en kompas voor een bepaalde dag/ periode (vb. weekend naar huis,…) - Time management kwadrant opmaken voor een bepaalde dag/ periode -Creatief werk maken omtrent wat time management betekent -…
2. Sessie Plannen - Leren gebruiken van een planningsinstrument (vb. op eigen smart Phone, eigen tablet, agenda, whiteboard, …) - Het effectief plannen (vb. weekend plannen, vakantie, dag met minder therapie invullen, …) met in acht name van geleerde tips 46
- Het effectief uitvoeren van een geplande taak -…
3. Sessie Balans in het handelen - Wonen: plannen, uitvoeren in balans brengen van de activiteiten hierbinnen - Werken: plannen, uitvoeren in balans brengen van de activiteiten hierbinnen - Vrije tijd: plannen, uitvoeren in balans brengen van de activiteiten hierbinnen - Planning opmaken waarin er een balans gevonden moet worden tussen deze drie handelingsgebieden. -…
4. Sessie Kwetsbaarheid-stress-coping - Draagkracht: inwerken en versterken van deze factoren - Draaglast: inwerken en verminderen van deze factoren - Aanleren van adequate coping strategieën (vb. rollenpel, effectief buiten de muren van PZ Menen uitvoeren, bijvoorbeeld in een winkel) - Het leren kennen, herkennen en benutten van beschermende factoren die de draagkracht versterkt -…
5. Sessie Flow - Het uitvoeren van een activiteit die de patiënt zelf wilt, waarbij de uitdaging van de activiteit volledig overeenkomt met de aanwezige vaardigheden van het individu (vb. breien, shoppen, afwassen, …) - Werken aan de factoren die een flow-ervaring belemmeren, zoals de patiënt aangaf in de sessies ‘omgaan met tijd’ -…
6. Sessie Depressie en tijd -Tijdsbeleving: uitvoeren van een activiteit. Nabespreking omtrent tijdsbeleving in relatie met individuele symptomen en factoren van de depressie. Samen zoeken naar handvaten
47
-Tijdsgebruik: uitvoeren van een niet geplande activiteit. Nabespreking omtrent tijdsgebruik in relatie met individuele symptomen en factoren van de depressie. Samen zoeken naar handvaten -…
7. Sessie Rolfunctioneren -Welke rollen bezit de patiënt? Welke verwachtingen/ verplichtingen/ taken houden deze in? Stressniveau per rol? Kan je optimaal functioneren binnen deze rol? - Zelf opstellen van de voor- en nadelen van verschillende rollen. Welke wil de patiënt niet meer opnemen? Of hoe kunnen we er voor zorgen dat de patiënt de rol wel weer wil opnemen? -…
8. Terugvalpreventie - Terugvalsignalen leren herkennen. Opmaken van eigen terugvalketen. - Hoe gaat de patiënt om met deze signalen? Welke associaties worden er gemaakt? Het maken van nieuwe associaties. - Creatief werk omtrent eigen terugvalketen -…
48
49
50
51
52