Zienswijzennota in het kader van bestemmingsplan (Wro) Nijmegen Dukenburg – 8 (Skaeve Huse, Stadbroekseweg)
Gemeente Nijmegen Afdeling Stadsontwikkeling September 2014
1
Inleiding Het ontwerpbestemmingsplan Nijmegen Dukenburg – 8 (Skaeve Huse, Stadbroekseweg) heeft in de periode van 31 oktober 2013 tot en met 11 december 2013 ter inzage gelegen. Er zijn 8 zienswijzen binnengekomen. De zienswijzen zijn verwerkt in deze nota. De zienswijzen hebben geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan. Alle ingediende zienswijzen zijn binnen de zienswijzentermijn ingediend en daarmee ontvankelijk. De binnengekomen zienswijzen zijn samengevat en van een reactie voorzien. Als onderdelen van de zienswijzen, niet expliciet worden genoemd, wil dit niet zeggen dat deze niet bij de beoordeling zijn betrokken. De zienswijzen zijn allen in hun geheel beoordeeld.
2
Overzicht reclamanten 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Janzing Brink Schipperus Advocaten, Kasteellaan 28, 66002 DE WIJCHEN namens Belangenvereniging Weezenhof Achmea rechtsbijstand, Postbus 10100, 5000 JC Tilburg namens VOF Tuincentrum Kokke, Staddijk 2, 6537 TW Nijmegen Achmea rechtsbijstand, Postbus 10100, 5000 JC Tilburg namens Eigenaar, Weezenhof 2037, 6536 JK Nijmegen Achmea rechtsbijstand, Postbus 1000, 5000 JC Tilburg namens Eigenaar, Weezenhof 2426, 6536 JE Nijmegen Stichting Bewonersplatform Weezenhof, Weezenhof 332, 6536 GM Nijmegen ONP, Zwanenveld 6503, 6538 RV Nijmegen Unive rechtshulp, Postbus 557, 9400 AN Assen, namens eigenaar, Weezenhof 2420 Eigenaar/bewoner, Weezenhof 2602, 6536 JA Nijmegen
3
Samenvatting en reacties zienswijzen 1. Janzing Brink Schipperus Advocaten, Kasteellaan 28, 66002 DE WIJCHEN namens Belangenvereniging Weezenhof datum indiening 5 december 2013
Samenvatting zienswijzen
Reactie
De (leden van de) Belangenvereniging is (zijn allen) belanghebbend, omdat woonwijk de Weezenhof in de invloedssfeer ligt van het bestemmingsplan. Ter toelichting worden de volgende redenen gegeven: 1: De (toekomstige) bewoners worden geacht voor hun dagelijkse boodschappen zich te begeven naar het Winkelcentrum Weezenhof. Hun dagelijkse verkeersbewegingen zullen zich logischerwijs in de Weezenhof (de wijk als zodanig) afspelen. 2: De gekozen locatie wordt gebruikt door de bewoners als wandel- en uitloopgebied van de Weezenhof. Dit betekent dat de bewoners van de Weezenhof een aanmerkelijk geringer tot geen uitloopgebied meer hebben. 3: Bovendien wordt het gebruik van wat resteert van het uitloopgebied belemmerd door de centrale ligging van Skaeve Huse daarin. Een stuk waardevolle natuur gaat verloren als gevolg van het bestemmingsplan. A. Locatiekeuze:
In deze fase van het bestemmingsplan kan een ieder een zienwijze indienen en hoeft nog niet aangetoond te worden of (de leden van) de belangenvereniging en de inwoners van de wijk Weezenhof belanghebbenden zijn.
1.
De gemeenteraad was bij de locatiekeuze niet verplicht tot het doen van een alternatievenonderzoek. Dit onderzoek heeft zij echter wel gedaan. Aan dit alternatieven/locatieonderzoek heeft de Raad belang gehecht bij het maken van de uiteindelijke
4
A. Locatiekeuze: 1. In het locatieonderzoek zijn de 23 locaties onderworpen aan twee sets met criteria: uitsluitings- en kwaliteitscriteria. Op basis van de uitsluitingscriteria zijn zeven locaties afgevallen. In de daaropvolgende toetsing aan de kwaliteitscriteria zijn de overgebleven locaties behandeld in tekst en tabel van dit
locatiekeuzen. Uit jurisprudentie volgt dat in een dergelijk geval de Raad gehouden is ‘om ten behoeve van het alternatievenonderzoek voldoende kennis omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen te vergaren, om de op basis van het alternatievenonderzoek gemaakte keuze op een voor derden kenbare wijze vast te (kunnen) leggen in een besluit.
onderzoek. Bij alle locaties wordt uitgebreid ingegaan op de scores van de betreffende locatie op de zeven kwaliteitscriteria. Voor alle locaties gelden dezelfde criteria. De gemeente stelt zich op het standpunt dat het rapport zorgvuldig is opgesteld en dat de gekozen locatie zorgvuldig is afgewogen. Het locatierapport maakt onderdeel uit van de besluitvorming door de Raad. De Raad heeft het rapport locatieafweging Zorgwoningen (Skaeve Huse) vastgesteld op 17 april 2013. Daarna is de bestemmingsplan procedure pas opgestart.
2. Van het voormelde onderzoek van de gemeente Nijmegen kan niet gezegd worden dat daarin alle relevante feiten en af te bewegen belangen zijn opgenomen. Het onderzoek is ten eerste zeer summier. Na een korte uiteenzetting van de uitgangspunten van het onderzoek wordt het merendeel van de mogelijke locaties in slechts enkele zinnen zonder een sterke argumentatie of onderbouwing van de hand gewezen.
2. In het locatieonderzoek zijn de locaties onderworpen aan twee sets met criteria: uitsluitings- en kwaliteitscriteria. Op basis van de uitsluitingscriteria zijn zeven locaties afgevallen. De redenen daarvoor worden beschreven in de tabel en de tekst op blz. 11 en 12 van dit onderzoek. In sommige gevallen was de reden zo duidelijk dat er is volstaan met een of enkele zinnen (bijvoorbeeld dat de locatie in een geluidzone of EHS was gelegen). In andere gevallen is meer tekst aan de uitsluiting besteed, bijvoorbeeld bij locatie 12 en 19 en 20. In de daaropvolgende afweging met kwaliteitscriteria zijn de overgebleven locaties behandeld in tekst en tabel (blz. 13 en verder) van het locatieonderzoek. Bij alle locaties wordt uitgebreid ingegaan op de scores van de betreffende locatie op de 7 kwaliteitscriteria. De tekst behorend bij de locatie is bedoeld om de scores in de tabel te duiden.
3. De wel verzamelde gegevens zijn niet uniform en eenduidig in het onderzoek opgenomen. Zo worden afstanden enkel bij benadering weergegeven, hebben sommige afstanden betrekking op de loopafstand tot de supermarkt en andere op de afstand hemelsbreed. Hierdoor zijn de verschillende locaties en gegevens niet te vergelijken en ontstaat een onduidelijk en vertekend beeld van de verschillende locaties. Bijvoorbeeld: de loopafstand van de beoogde locatie aan de Stadbroekseweg naar het dichtstbijzijnde winkelcentrum is niet 600 meter zoals het onderzoek stelt, maar 1 kilometer.
3. In de locatieafweging zijn de afstanden zo uniform mogelijk opgenomen. Zo is bij het derde criterium, afstand tot winkelvoorzieningen/ov de loopafstand (Google Maps) als uitgangspunt genomen bij alle locaties. Daarmee zijn de gegevens en locaties vergelijkbaar gemaakt .
5
4. De gemeente heeft nagelaten om per locatie een financieel beeld te schetsen van de verwachtte kosten, zowel van de kosten om de locatie in gebruik te kunnen nemen als van de geschatte onderhoudskosten en dergelijke. Op dit punt scoort de locatie aan de Stadbroekseweg namelijk zeer slecht.
4. In het locatieonderzoek worden de locaties beoordeeld op basis van ruimtelijke en sectorale aspecten . Het geeft daarmee inhoudelijk een oordeel of een locatie geschikt is of niet. De best scorende locatie is vervolgens financieel onderzocht. Daaruit bleek dat de locatie financieel haalbaar was. Daarnaast hebben de kosten indirect wel een rol gespeel in de locatieafweging. Zo scoren sommige locaties slecht vanwege geluidsoverlast. Om deze geluidsoverlast te reduceren zouden voor deze locaties dure geluidsmaatregelen genomen worden (bijvoorbeeld een geluidsscherm) waardoor de locatie financieel niet aantrekkelijk is. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de locaties 8,9 13,14,16,22. Ook belangrijk bij het bepalen van de kosten is grondeigendom. Bij het selecteren van de locaties is rekening gehouden of grond in eigendom was van de gemeente Nijmegen zodat er geen extra kosten gemaakt moesten worden voor grondaankoop. Bij de locatie Stadbroekseweg is de grond in eigendom van de gemeente en uitgegeven in erfpacht. Deze erfpacht zal deels worden opgeheven, tegen veel geringere kosten dan grondaankoop. De locatie Stadbroekseweg scoort dus goed op deze belangrijke financiële component. Daarnaast geldt voor elke locatie dat er kosten gemaakt moeten worden voor de plaatsing van de woonwagens en de inrichting van het terrein. De locatie Stadbroekseweg is daarmee vergelijkbaar met andere locaties.
5. Op het concept van het locatieonderzoek d.d. januari 2013 is door Belangenvereniging schriftelijk gereageerd bij brief van 21 februari 2013 met een uitgebreide ‘tegenrapportage’ en een aanbod van de grondeigenaar. De kritische kanttekeningen zowel bij de inhoud als bij de conclusie van het onderzoek zoals die door de Belangenvereniging zijn geuit, dienen hier als letterlijk herhaald en ingelast te worden beschouwd.
5. In de brief van 21 februari 2013 worden kanttekeningen geplaatst bij het rapport en een suggestie gedaan voor een nieuwe locatie. In de beantwoordingsbrief van de gemeente Nijmegen van 15-032013 wordt uitgelegd waarom deze alternatieve locatie niet geschikt is. Daarnaast is het rapport nogmaals gecontroleerd, o.a. met betrekking tot de afstanden van de locaties tot openbaar vervoer en winkelvoorzieningen. In de tegenrapportage wordt uitgebreid ingegaan op de verschillende locaties en worden de criteria op een andere wijze geïnterpreteerd. Zo wordt gesteld dat winkelvoorzieningen tot 3 kilometer acceptabel zijn. De gemeente stelt zich echter op het standpunt dat een loopafstand van 3 kilometer voor dagelijkse boodschappen niet acceptabel is en heeft daarom de grens gelegd bij anderhalve kilometer. Deze afstand is gebaseerd op het
6
gemeentelijke detailhandelsbeleid waarbij als uitgangspunt geldt dat iedere Nijmegenaar binnen 750 meter van zijn woning dagelijkse boodschappen moet kunnen doen. Vervolgens wordt er in de tegenrapportage een nieuwe lijst met meest geschikte locaties gepresenteerd. De locatie die op grond van deze lijst het hoogst zou scoren valt ons inziens echter af vanwege het aspect spreiding en scoort bovendien matig op de (maximale) afstand tot winkelvoorzieningen/ov. Daarnaast wordt in de tegenrapportage gesteld dat de locatie Stadbroekseweg slechter scoort op geluid omdat er een Hogere Waarde procedure moet worden doorlopen. Dit is echter niet het geval. De geluidsbelasting is berekend zoals te doen gebruikelijk in een bestemmingsplan procedure (zie ook de toelichting op het bestemmingsplan). Het aspect fijnstof behoort niet tot dit criterium In dit criterium gaat het om geluidsmaatregelen. Overigens voldoet de gekozen locatie ook aan de normen m.b.t. luchtkwaliteit en fijnstof. Het aspect ‘huidige functie’ van de gekozen locatie zou volgens de tegenrapportage rood moeten scoren. Op blz. 8 van het gemeentelijke rapport wordt aangegeven wat met dit criterium wordt bedoeld, namelijk de mate waarin een locatie nu een essentiële functie heeft voor de buurt of omgeving zoals een groengebied in een dichte stedelijke omgeving, natuur of een speelplek of hondenuitlaat. De Weezenhof is een wijk die aan een groene omgeving is gelegen en heeft daardoor een ruim uitloopgebied, zowel aan de zuid- als oostzijde. Het kan niet worden gekenmerkt als een dichte stedelijke omgeving. Het 2 project Skaeve Huse zal slechts een zeer beperkt deel (5.500 m ) van dit groene uitloopgebied innemen zodat er ruim voldoende uitloopgebied resteert. Ook voor het foerageergebied van de dassen, wordt compensatie geboden zodat dit aspect positief scoort. 6. Bij brief van 15 maart 2013 reageert de gemeente met een afwijzing onder de verwijzing naar afspraken die in 2010 zouden zijn gemaakt, waaruit zou volgen dat er in de Winkelsteeg geen nieuwe voorzieningen in het kader van de maatschappelijke opvang komen. Voor zover kon worden nagegaan staan die afspraken niet op
7
6. De afspraken over voorzieningen in het kader van de maatschappelijke opvang in Winkelsteeg, staan niet op schrift. Dit laat onverlet dat de locatie Winkelsteeg ons inziens niet beter scoort dan de locatie Stadbroekseweg. Het belangrijkste aspect daarbij is de mate van spreiding van kwetsbare groepen. Daar komt bij dat het voor de verschillende kwetsbare doelgroepen
schrift. Indien dat wel het geval is, verzoek ik u mij, voor zover nodig met een beroep op de WOB- een afschrift van de afspraken d.d. 25 juni 2010 toe te zenden. Het voorgaande laat echter onverlet dat de casus vereist dat locatie 24 serieus in overweging wordt genomen, nu deze locatie vele malen beter scoort dan de locatie aan de Stadbroekseweg.
zoals personen met verslavingsproblematieken, (voormalig) daken thuislozen en ‘veelplegers’ , niet aan te raden is om dicht in elkaars nabijheid te wonen. Bovendien zou dit ook te belastend kunnen zijn voor de omgeving.
7. Los van het punt van de ‘gemaakte afspraken’ volgt uit het locatieonderzoek dat de Tarweweg/Winkelsteeg sowieso beter scoren in het door de gemeente opgestelde onderzoek, dan de locatie Stadbroekseweg.
7. Deze locatie scoort slechter dan de locatie Stadbroekseweg (zie tabel 2). Dat geldt ook voor de aangedragen locatie (Winkelsteegseweg, nabij begraafplaats).
8. Uit de stukken heb ik niet kunnen herleiden dat de gemeente serieus is ingegaan op de kritische kanttekeningen die de Belangenvereniging heeft geplaatst bij het (concept)onderzoek voor de locatiekeuze. Sterker nog bij brief van 15 maart 2013 schrijft de gemeente dat de belangenvereniging de criteria heeft aangepast. Ten onrechte stelt u dat de belangenvereniging de criteria heeft aangepast. De belangenvereniging heeft de criteria ter discussie gesteld en vervolgens kritisch bestudeerd (klopt de toets aan de criteria per locatie) en daarbij is vastgesteld dat de gemeente de toets per criterium per locatie niet altijd correct heeft gemaakt. (bijvoorbeeld t.a.v. de afstand tot een winkelvoorziening).
8. Zoals verwoord in de beantwoording van de zienswijzen onder 3 is bij het locatieonderzoek per locatie uitgegaan van uniforme, vergelijkbare criteria. Deze criteria zijn bovendien bij alle locaties op dezelfde wijze gehanteerd. De gekozen afstand tot de winkelvoorzieningen is nader onderbouwd bij de beantwoording van de zienswijzen onder 5.
Geconcludeerd: het alternatievenonderzoek is onder de maat en mag daarom niet ten grondslag mag liggen aan de keuze voor de locatie aan de Stadbroekseweg. De Belangenvereniging persisteert dat de locatie Stadbroekseweg geen geschikte locatie is en dat de komst een goed woon- en leefklimaat in de wijk aanmerkelijk zal verslechteren als gevolg van de komst van deze woonwagens met haar bewoners.
8
Conclusie Op basis van het locatieonderzoek wordt duidelijk en zorgvuldig onderbouwd waarom de locatie Stadsbroekseweg een geschikte locatie is voor de voorgenomen ontwikkeling. Het locatieonderzoek biedt dan ook een goede basis voor het bestemmingsplan.
B. Doelgroep
B. Doelgroep
1. Voor de Belangenvereniging is het onduidelijk voor wie de woonwagens bedoeld zijn. In de planregels staat dat de woonwagens bestemd zijn voor “personen met een specifieke zorgbehoefte”. Maar wie bepaald wie dat zijn en wat de specifieke aan de zorgbehoefte is?
1. In de planregels is opgenomen welke personen (uitsluitend) in aanmerking komen voor bewoning van de woonwagens. Alleen mensen met een specifieke zorgbehoefte komen hiervoor in aanmerking. De term specifieke zorgbehoefte is verder uitgewerkt in de planregels.
2. De omschrijving van de doelgroep in de toelichting is tegenstrijdig. Er wordt zowel gesproken over ‘chronische zorgcliënten’ als over ‘zorgwekkende zorgmijders’ Heldere eenduidige criteria waaruit volgt wie in aanmerking komen voor een woonwagen in Skaeve Huse ontbreken en het is niet duidelijk welke instantie eventuele kandidaten voor een woonwagen beoordeelt. Ook ontbreekt er een kandidatenlijst op basis van breed gedragen criteria. Dit is opmerkelijk daar het personen zijn van wie de gemeente Nijmegen zichzelf heeft opgelegd dat ze in Nijmegen gehuisvest moeten worden. Het moeten dus in beginsel bekende zorgcliënten of zorgmijders zijn.
2. Voor een omschrijving van de doelgroep verwijzen wij naar de bijlage bij het BuurtBeheerPlan (bijlage bij de zienswijzennota). De doelgroep is tweeërlei; chronische zorgcliënten en zorgwekkende zorgmijders. Beide groepen hebben gemeen dat ze niet inpasbaar zijn in een reguliere woonomgeving . Het zijn individualisten die zich niet kunnen of willen aanpassen aan hun omgeving en het beste gedijen in een omgeving met ruimte om zich heen waar de negatieve prikkels die zij ervaren in de maatschappelijke opvang of door het moeten leven in een groep afwezig zijn. Doordat deze negatieve prikkels niet meer aan de orde zijn komen de bewoners na vele jaren van rondzwerven in een situatie terecht waar zij goed kunnen gedijen en tot rust komen. Dit is de basis die nodig is om problemen die zich bevinden op verschillende leefgebieden samen met een hulpverlener aan te pakken om daarmee de kwaliteit van leven te verhogen. De beoordeling welke kandidaten geschikt zijn gebeurt door RIBW en IRISzorg. Deze instellingen staan vermeld als partner in het BuurtBeheerPlan.
3. De onzekerheid omtrent de doelgroep is groot en de mogelijkheid om de gevolgen c.q. de risico’s goed in te schatten is klein. De personen zouden geen overlast geven, maar ze worden elders toch omschreven als personen die overlast geven. De gemeente verwacht (op basis van niet nader omschreven ervaringen elders) dat de zorgmijdende overlastgevers in de woonwagens
3. In het bestemmingsplan is opgenomen welke personen in aanmerking kunnen komen voor de bewoning. De verhuurder zal bewoners selecteren die passen in deze woonomgeving en ook bereid zijn een begeleidingscontract met een zorginstelling aan te gaan. Naast het project Skaeve Huse zijn er in Nijmegen diverse andere voorzieningen voor maatschappelijke opvang. Deze voorzieningen zijn allemaal niet geschikt voor de beoogde
9
wel zullen gedijen.
doelgroep van de zorgwoningen aan de Stadbroekseweg mede omdat de toekomstige bewoners van de woonwagens erg op zich zelf gericht zijn (conform hun zorg/ziektebeeld). In het vastgestelde BuurtBeheerPlan is beschreven hoe overlast kan worden voorkomen. Mocht er toch overlast optreden dan is er een 24- uurs bereikbaarheidsdienst waar omwonenden terecht kunnen met hun klachten. Het veroorzaken van structurele overlast kan leiden tot uitzetting van de bewoner uit de woonwagen.
4. De buurtvereniging vraagt zich af of deze mensen zich überhaupt in een woonwagen laten onderbrengen en hoe ver een gemeente mee moet gaan in de problematiek door naast alle faciliteiten die er al zijn, nog weer een nieuwe te creëren. Waarom dan deze locatie en niet in de buurt van zorgverleners te huisvesten. Het kinderdorp Neerbosch biedt daartoe mogelijkheden.
4. Zie antwoord bij 3
5.
5. Op 17 april 2013 heeft de gemeenteraad, naar aanleiding van het raadsvoorstel inzake de locatieafweging, besloten om de begeleiding van de huurders van de zorgwoningen te blijven garanderen, ook nadat de functie begeleiding vanuit de AWBZ is overgeheveld naar de gemeente. De woonbegeleiding van kwetsbare groepen, waaronder de toekomstige bewoners van de Skaeve huse, wordt per 1 januari 2015 overgeheveld naar de gemeente. Deze overheveling gaat gepaard met een korting van 25% op het huidige budget. Deze korting betekent dat er, naast betere efficiency ook inhoudelijke keuzes gemaakt moeten worden wie er voor begeleiding in aanmerking komt. Voor de meest kwetsbare mensen blijft de woonbegeleiding in ieder geval behouden. De toekomstige bewoners van de zorgwoningen Stadbroekseweg vallen in deze categorie. Voldoende woonbegeleiding is noodzakelijk en een voorwaarde voor het behalen van de doelen van dit project.
Voorts is onduidelijk hoe de zorg op korte en (middel)lange termijn wordt gegarandeerd. De beschikbare Wmo budgetten staan zwaar onder druk. De gemeente stelt in haar ‘Startnotitie Eén Wmobeleidsplan 2012 -2015” dat een versobering van het voorzieningenniveau daarom niet kan worden uitgesloten en dat de tijd dat voor alle experimenten en projecten middelen kunnen worden aangewend tot het verleden behoort.
6. Het is onbegrijpelijk dat en op welke gronden de gemeente er toch voor heeft gekozen om in weerwil van de opdracht om te versoberen, het voorzieningenniveau
10
6. In het stedelijk kompas regio Nijmegen 2008, dat november 2008 is vastgesteld, staat beschreven hoe (toekomstige) keten in de maatschappelijke opvang eruit ziet. In de woonladder op blz. 8
toch verder uit te breiden met het project Skaeve Huse. Zonder harde financiele garanties zal het project (bouwactiviteiten, maar ook zorgverlening) niet kunnen worden uitgevoerd.
van het bestemmingsplan is duidelijk te zien hoe de zorgwoningen een trede vormt die nog ontbreekt in Nijmegen.
C. Woonwagens
C. Woonwagens
1. Tot dus ver is niet met de belangenvereniging gesproken over woonwagens. Het is de belangenvereniging niet duidelijk op welke grond de Raad besloten heeft ter plaatse de gronden te bestemmen voor woonwagens.
1. Het type woningen dat middels de omgevingsaanvraag ingediend gaat worden hebben het uiterlijk van een woonwagen. Bij niet slagen van het project kunnen de woonwagens gemakkelijk worden weggehaald en elders worden hergebruikt Het uitgangspunt van het bestemmingsplan blijft wel dat de woningen/woonwagens voorzien in een permanente behoefte
2. Naar mening van de Belangenvereniging schuilt hier het risico dat als het project niet zou slagen, het bestemmingsplan alsnog een woonwagenkamp wordt. Dit kan natuurlijk nooit de bedoeling zijn.
2. In de planregels is opgenomen dat de woonwagens uitsluitend bestemd zijn voor personen met een specifieke zorgbehoefte. Indien het project niet zou slagen, worden de woonwagens verwijderd zodat deze niet door anderen, dan deze specifieke doelgroep, bewoond kunnen worden.
3. Het bestemmen van de bouwvlakken als ‘woonwagenstandplaats’ staat haaks op het uitgangspunt van de gemeente dat Skaeve Huse waarschijnlijk permanent noodzakelijk is. In dat geval is eenvoudige verplaatsbaarheid van de woningen niet relevant.
3. Zie antwoord bij vraag 1.
4. Indien de keuze voor woonwagens te maken heeft met de beduidend minder strenge voorschriften voor geluidwering van onder andere de uitwendige scheidingsconstructie, dan is ook dat een opmerkelijk gegeven. Immers in de stukken wordt gesteld dat de beoogde bewoners een rustige omgeving geboden dient te worden. De bewoners kan dat niet geboden worden in een woonwagen doordat daarbinnen het weglawaai van de A73 en de Staddijk doordringt.
4. Aan de geluidwering van woonwagens worden in het Bouwbesluit geen eisen gesteld. Dit is echter geen probleem omdat de geluidbelasting onder de voorkeurswaarde van de Wet geluidhinder blijft. In de diverse stukken wordt gesproken over een prikkelarme omgeving. Het gaat dan om de prikkels die er zijn in een reguliere woning in een wijk of een opvangvoorziening waar veel voorzieningen gedeeld moeten worden met anderen. Uit gesprekken met de zorginstelling blijkt dat het monotone geluid van de snelweg niet valt onder deze prikkels die leiden tot een verstoring van gedrag.
11
Conclusie De omschrijving van de doelgroep is onduidelijk, de wijze waarop de bestemming in de Regels de doelgroep omschrijft is in strijd met rechtszekerheid. Het type bebouwing dat men voornemens is op te richten brengt het risico met zich dat een andere doelgroep (al dan niet op termijn) wordt aangetrokken. Er is geen plicht in de regels opgenomen om de bebouwing af te breken, indien de bestemming niet wordt verwezenlijkt of na enige tijd niet succesvol blijkt te zijn en wordt gestaakt. Dit is in strijd met de goede ruimtelijke ordening.
Conclusie De doelgroep is duidelijk weergegeven in de bijlage van het BuurtBeheerPlan. Deze beschrijving is overgenomen in de planregels. Indien het project niet zou slagen, worden de woonwagens verwijderd zodat deze niet door anderen, dan deze specifieke doelgroep, bewoond kunnen worden. Er zijn in het bestemmingsplan zelf geen maatregelen opgenomen om de woonwagens te verwijderen omdat de voorziening, gedurende de planperiode, is bedoeld om te voorzien in een permanente behoefte.
D. Geluid
D. Geluid
1. De geluidsproductie van de A73 en de Staddijk leidt niet tot overschrijding van de voorkeurswaarde van 48dB. De belangenvereniging betwist dat de gegevens waarop de gemeente zich heeft gebaseerd, juist zijn. Voorts betwist de Belangenvereniging de conclusies van dit onderzoek. De Belangenvereniging behoud zich het recht voor de zienswijze op dit punt nog nader te onderbouwen met een tegenonderzoek.
1. In 2012 zijn er geluidsproductieplafonds (GPP) ingevoerd voor Rijkswegen. Langs de rijkswegen, waaronder de A73, zijn aan beide kanten van de weg referentiepunten vastgesteld. Deze punten liggen ongeveer 50 meter van de weg, 100 meter van elkaar en op 4 meter hoogte. Met deze plafonds wil de rijksoverheid de sluipende toename van het verkeerslawaai door de toename van het verkeer een halt toe roepen. De geluidsbelasting mag op de referentiepunten niet toenemen. Rijkswaterstaat kijkt jaarlijks terug naar de werkelijke geluidproductie in het voorafgaande kalenderjaar. Als verwacht wordt dat het plafond binnen 5 jaar wordt bereikt dan moet Rijkswaterstaat in het verslag aangeven welke maatregelen ze denkt te nemen om dat te voorkomen. Het eerste nalevingsverslag zal eind 2014 worden gepubliceerd. Meer informatie over het geluidproductieplafond vindt u op de website van Rijkswaterstaat. http://www.rijkswaterstaat.nl/wegen/natuur_en_milieu/geluidregiste Het verkeerslawaai van de A73 is zoals de wet het voorschrijft berekend met de gegevens die zijn gebruikt voor de geluidproductieplafonds. Uit deze berekeningen blijkt dat het verkeerslawaai van de A73 geen belemmering vormt voor de realisatie van de Skaeve Huse.
2. Indien de voorkeurswaarde niet wordt overschreden. Dan schrijft de gemeente dat de doelgroep erg gevoelig is voor prikkels van allerlei aard. Het klinkt dan ook
2. Het gaat dan om de prikkels die er zijn in een reguliere woning in een wijk of een opvangvoorziening waar veel voorzieningen gedeeld moeten worden met anderen. Uit gesprekken met de
12
tamelijk onlogisch om deze personen op zo korte afstand van de snelweg en de Staddijk te plaatsen.
zorginstelling blijkt dat het monotone geluid van de snelweg niet valt onder deze prikkels die leiden tot een verstoring van gedrag.
E. (Fijn)stof
E. (Fijn)stof
De gemeente stelt dat de AMvB “Gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen)” niet van toepassing is, omdat woningen geen gevoelige bestemming zou zijn. Die conclusie roept twee vragen op: 1. Gaat het hier om gewone woningen (buiten de woningbouwcontour om, in het buitengebied van Nijmegen) 2. Indien het om gewone woningen gaat, hoeft er dan helemaal geen afweging gemaakt te worden t.a.v. de vraag of de luchtkwaliteit wel van dien aard is, dat het situeren van woningen ter plaatse in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.
Ad 1. Ten aanzien van toetsing aan regelgeving luchtkwaliteit betreffen het hier gewone woningen. Gevoelige bestemmingen betreffen alleen bestemmingen voor doelgroepen die vanuit hun specifieke fysieke gesteldheid (kinderen/jongeren, ouderen) extra gevoelig zijn voor de gezondheidseffecten van fijn stof, zoals KDV, scholen etc.. Deze (extra) gevoelige bestemmingen zijn concreet benoemd en opgenomen in Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen). Gewone woningen staan daarin niet genoemd. Ad 2. Voor wat betreft de formele toetsing aan grenswaarden, vindt deze toetsing plaats op 10 meter van de rand van de weg, in dit geval de A73. In het geval dat er zich woningen bevinden binnen de 10 meter van de rand van de weg, dan wordt getoetst op de gevel van de woningen. Omdat de nieuwe woningen op meer dan 10 meter van de A73 liggen, wordt dus formeel getoetst op de eerdergenoemde afstand van 10 meter van de rand van de weg. Zowel uit de landelijke monitoringstool als uit berekeningen door de gemeente Nijmegen (zoals verwerkt in de tekst van het ontwerpbestemmingsplan) blijkt dat ter plaatse van de formele toetsingspunten langs de A73 geen grenswaarden voor luchtkwaliteit worden overschreden. De situering is daarmee in overeenstemming met goede ruimtelijke ordening ten aanzien van luchtkwaliteit.
Conclusie De gemeente dient een luchtkwaliteitsonderzoek uit te voeren, teneinde vast te stellen of de luchtkwaliteit ter plaatse van het gebruik van de gronden ten behoeve van woondoeleinden (nu en in de toekomst) rechtvaardigt.
Conclusie Uit de gegevens van het (algemene) luchtkwaliteitsonderzoek is reeds gebleken dat de grenswaarden voor de locatie van de Skaeve Huse niet wordt overschreden. Er is dan ook geen (aanvullend) specifiek onderzoek noodzakelijk voor deze locatie.
13
F. Flora en Fauna
F. Flora en Fauna
1. In het ontwerpbestemmingsplan staat dat 0,47 ha grasland gecompenseerd moet worden, vanwege de aantasting van het leef- en foerageergebied van de das. Noch uit de toelichting, noch uit de regels kan worden opgemaakt hoe en op welke wijze aan de voorgeschreven mitigerende maatregel in de praktijk uitvoering zal worden gegeven. Dit is een gebrek dat de vaststelling in de weg staat.
1. De mitigerende maatregelen voor de das zijn vastgelegd in een mitigatieplan (“Dassenmitigatieplan Skaeve Huse, Nijmegen” van 20 oktober 2013) en maken onderdeel uit van de ingreep. De negatieve effecten zijn met mitigerende maatregelen te voorkomen waardoor de voorgenomen ingreep redelijkerwijs uitvoerbaar is op het gebied van de Flora- en faunawet. In het kader van het bestemmingsplan is het voldoende dat dit wordt aangetoond. Voor de uitvoering van het plan (het plaatsen van de woonunits) is een omgevingsvergunning vereist. In deze fase wordt een verklaring van geen bedenkingen gevraagd aan het Ministerie van Economische Zaken (voorheen ontheffing Flora- en faunawet).
2. Er is onvoldoende onderzoek gedaan naar de aanwezige natuurwaarden. Het plangebied ligt niet alleen in beschermd leef en foerageergebied van de das, ook zijn de poelkikker, de rugstreeppad en de Hazelworm waargenomen en ligt het plangebied op de vliegroute van diverse soorten vleermuizen. Eerst dient ontheffing voor deze soorten aangevraagd te worden.
2. Er is een quickscan beschermde natuurwaarden uitgevoerd ( “Quickscan beschermde natuurwaarden Skaeve Huse” van 30 januari 2013). Hierin is ondermeer gekeken naar amfibieën en vleermuizen. Voor de amfibieën is bekeken welke soorten in het plangebied kunnen voorkomen op basis van verspreidingsgegevens. Gezien de afwezigheid van specifieke biotoopeisen kan het voorkomen van deze soorten in het plangebied worden uitgesloten. Voor vleermuizen is geconcludeerd dat er ruim voldoende alternatieven voor vliegroutes en foerageergebied in de directe omgeving zijn waardoor er geen nadelige gevolgen optreden.
3. De beoogde locatie is een gebied met een hoge natuurwaarde. In het Raamwerk Nijmegen – Dukenburg wordt onder andere deze locatie aangewezen als Beschermingszone Natte landnatuur (pagina 62) en is volgens het vigerende bestemmingsplan bestemd voor ‘groen en natuur’. Dit maakt deze locatie ongeschikt, omdat volgens het rapport “Locatie afweging zorgwoningen van maart 2013 een locatie namelijk slecht scoort als de huidige functie van een locatie als
3. De beschermingszone ziet met name op de bescherming van de Hatertse vennen (aan de andere zijde van de snelweg). De Skaeve Huse worden weliswaar in de beschermingszone gerealiseerd maar dit heeft geen nadelige gevolgen voor de vennen omdat er geen directe relatie bestaat tussen het grondwatersysteem aan de Nijmeegse zijde van de snelweg en de Hatertse vennen. De vennen zijn hooggelegen en worden uitsluitend gevoed door regenwater en niet (meer) door het grondwater vanuit de stuwwal. Deze kwelstroom is waarschijnlijk
14
groengebied of natuur verstoort.
grotendeels verdwenen en heeft geen invloed (meer) op de grondwaterstand in de Hatertse vennen. Hierdoor kan de ontwikkeling van de Skaeve Huse ook geen invloed hebben op de grondwaterstand en/of de bescherming van de natte landnatuur.
4. De gemeente heeft onderzoek gedaan naar het belang van het plangebied voor de das, maar het belang dat het gebied heeft voor de Belangenvereniging en of er voor hen ‘mitigerende maatregelen’ moeten worden getroffen, blijft onbesproken. In de toelichting wordt dit aspect geheel genegeerd.
G. Milieucirkels
4. De Flora en faunawet bevat specifieke regels ter bescherming van in het wild levende planten- en diersoorten. In de toelichting van het bestemmingsplan zijn, naast dit aspect, alle mogelijke effecten op de woon-en leefomgeving onderzocht en in beeld gebracht. Hieruit volgt dat er voor de woonomgeving geen extra maatregelen nodig zijn. De belangen van de vereniging worden, op basis van de ingebrachte zienswijzen, meegewogen bij het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan.. G. Milieucirkels
1. Uit jurisprudentie blijkt dat de er aandacht besteed moet worden aan de veiligheid en de spuitzone van de kwekerij, ter plaatse van de voorziene woningen. Volgens vaste jurisprudentie dient 50 meter aangehouden te worden. Slechts in bijzondere gevallen kan onder omstandigheden met een kleinere afstand worden volstaan. Dit dient dan gemotiveerd te worden. Er is in dit geval geen sprake van een bijzonder geval. Er ontbreekt een deugdelijke motivering waarom in dit geval volstaan kan worden met een afstand van slechts 25 meter.
1. De gemeente is van mening dat er afgeweken kan worden van de 50 meter, wel is er naar aanleiding van deze zienswijze een (voorwaardelijke) verplichting opgenomen in het bestemmingsplan inhoudende dat eerst een dubbele windhaag of houtwal van minimaal 4m hoog moet worden gerealiseerd voordat de bewoners hun intrek nemen in de woonwagens. Dit om te voorkomen dat de bewoners en of anderen worden blootgesteld aan de drift vanwege het bespuiten van de boomgaard van het naastgelegen agrarisch bedrijf.
2. De mate waarin het te bespuiten gebied van invloed is op het aanliggende gebied, wordt mede beïnvloed door het type gewas en het type bestrijdingsmiddelen dat wordt gebruikt. Daarbij moet niet alleen gekeken worden naar de middelen die nu toegepast kunnen worden, maar ook naar hetgeen op het terrein toegelaten is qua activiteiten. Ten aanzien van al deze aspecten is ten onrechte geen afweging gemaakt.
2. De gemeente heeft een onafhankelijk onderzoek laten uitvoeren of er afgeweken kan worden aan de vaste jurisprudentie van 50 meter, zie ook het antwoord bij de vraag hiervoor. Dit onderzoek maakt deel uit van de toelichting van het bestemmingsplan.
Conclusie Er is onvoldoende afstand tussen de nieuwe woningen en de
15
Conclusie Er is voldoende afstand tussen de nieuwe woningen en de tuinderij, omdat er een verplichting is opgenomen om eerste een dubbele windhaag of een
tuinderij.
houtwal van gelijke hoogte te realiseren, voordat de bewoners hun intrek kunnen nemen in de woningen.
H. Hoogspanningskabels
H. Hoogspanningskabels
De veiligheidscontour ligt rakelings langs het plangebied. Tot op heden is nog steeds onduidelijk wat de gevolgen van de kabels zijn voor het goed woon- en leefklimaat. De aan te houden veilige afstanden van de veiligheidscontour zijn aan discussie onderhevig. I.
Financiële uitvoerbaarheid
De gemeente houdt zich aan de geldende regelgeving, waarbij woningen niet geplaatst mogen worden onder de hoogspanningskabels of 25 meter aan weerszijde van de hoogspanningskabels.
I.
1. De belangenvereniging stelt vast dat onvoldoende is onderbouwd dat het project financieel uitvoerbaar is. Het project zou al starten met een tekort van € 150.000,00, waarvoor de dekking nog onduidelijk was. De kosten voor het bouwrijp maken zou geschat zijn op € 1.2 miljoen.
2. De kosten voor de alternatieve locaties zullen vele malen lager zijn omdat veelal benodigde voorzieningen al aanwezig zijn.
Financiële uitvoerbaarheid
1. De betreffende locatie is eigendom van de gemeente Nijmegen. De grondexploitatie bevat de beëindiging van de pacht, de inrichting van de nieuwe openbare ruimte en de gemeentelijke plankosten. De kosten voor de realisatie van de zorgwoningen zijn meegenomen in de begroting (stadsbegroting 2013-2016). Door de raad is aanvullend investeringskrediet beschikbaar gesteld in de perspectiefnota 2014 waarmee de dekking geregeld is. 2. In het locatieonderzoek worden de locaties beoordeeld op basis van ruimtelijke en inhoudelijke criteria. Het geeft daarmee inhoudelijk een beeld of een locatie geschikt is of niet. De best scorende locatie is vervolgens financieel onderzocht, deze locatie wordt financieel haalbaar geacht. 3. Zie antwoord bij punt 1.
3. Het is onduidelijk door wie de kosten zullen worden betaald.
Conclusie: Deze zienswijze heeft geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan.
16
2. Achmea Rechtsbijstand, namens VOF Tuincentrum Kokke, Staddijk 2, 6537 TW Nijmegen datum indiening 9 december 2013
Samenvatting zienswijzen
Reactie
Door de vaststelling en uitvoering van dit plan worden cliënten ernstig gehinderd in de uitoefening van hun bedrijf en kunnen eventuele uitbreidingsplannen in de toekomst geen doorgang vinden.
De gemeente Nijmegen heeft onderzoek laten verrichten op welke afstand woningen geplaatst kunnen worden t.o.v. uw perceel. Geconcludeerd is dat de afstand voldoende is, mits er een dubbele windhaag of een houtwal van gelijke omvang wordt geplaatst op de erfgrens. Deze verplichting is nu opgenomen op de verbeelding en in de planregels. Middels deze aanpassing vindt er geen hinder meer plaats voor de uitoefening van het bedrijf.
Door de gemeente is onvoldoende onderzocht of de uitvoering van het bestemmingsplan financieel haalbaar is.
Tegelijk met dit bestemmingsplan wordt de grondexploitatie in de gemeenteraad vastgesteld waarmee de financiering van het bouwrijp maken van de locatie geregeld is. De woningbouwcoöperaties hebben geld beschikbaar gesteld voor het verder inrichten van de locatie.
De enkele motivatie dat een spuitcirkel van 25 meter wordt aangehouden omdat het een tuinderij betreft kleiner dan 2 hectare klopt niet. De totale oppervlakte van de VOF bedraagt 7,5 hectare. In Nederland zijn geen wettelijke bepalingen over minimaal aan te houden afstanden tussen gronden waarop gewassen worden geteeld en nabij gelegen woningen. Uit jurisprudentie kan een afstand van 50 meter worden afgeleid. U heeft in dit geval niet gemotiveerd of er sprake is van bijzondere omstandigheden.
Zie beantwoording bij vraag 1. Tevens is paragraaf milieuzonering in het bestemmingsplan aangepast.
Client vreest voor waardedaling van zijn bedrijf en woning na realisering van het bouwplan. Client is dan ook van plan een planschadeclaim in te dienen bij de gemeente.
Indien reclamanten van mening zijn planschade te lijden door deze ontwikkeling dan kan op basis van artikel 6.1 WRO een verzoek voor planschade worden ingediend na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan. Dit verzoek dient gericht te worden aan het College van B&W van de gemeente Nijmegen. Meer informatie vindt u op de gemeentelijke website. Een aanvraag voor een tegemoetkoming in schade ten gevolge van een oorzaak als bedoeld in het tweede lid van artikel 6.1 WRO, onder a, b, c, e, f of g, moet worden ingediend binnen vijf jaar na het moment waarop
17
die oorzaak onherroepelijk is geworden.
De locatie is ongeschikt omdat de beoogde bewoners in een prikkelarme omgeving moeten leven. Op de kwekerij wordt gewerkt met tractoren en machines. Ook wordt er beregend met een tiksproeier zowel overdag als ’s nachts tegen nachtvorst. Dit als ook de overlast van de A73 werkt niet in het voordeel van een prikkelarme omgeving.
Conclusie: Deze zienswijze heeft geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan
18
In de diverse stukken wordt gesproken over een prikkelarme omgeving. Het gaat dan om de prikkels die er zijn in een reguliere woning in een wijk of een opvangvoorziening waar veel voorzieningen gedeeld moeten worden met anderen. Uit gesprekken met de zorginstelling blijkt dat het monotone geluid van de snelweg en het geluid van de tiksproeier niet valt onder deze prikkels die leiden tot een verstoring van gedrag.
3. Achmea Rechtsbijstand, Postbus 10100, 5000 JC Tilburg, namens eigenaar/bewoners Weezenhof 2037 datum indiening 12 december 2013
Samenvatting zienswijzen
Reactie
Door de gemeente is onvoldoende onderzocht of de uitvoering van het bestemmingsplan financieel haalbaar is.
Tegelijk met dit bestemmingsplan wordt de grondexploitatie in de gemeenteraad vastgesteld waarmee de financiering van het bouwrijp maken van de locatie geregeld is. De woningbouwcoöperaties hebben geld beschikbaar gesteld voor het verder inrichten van de locatie.
De gekozen locatie leidt tot vermindering van het woongenot, nu de toekomstige bewoners veelal gebruik maken van dezelfde voorzieningen als omwonenden. U heeft de belangen van omwonenden niet voldoende afgewogen.
Uit onderzoek van Skaeve Huse elders in Nederland, waaronder recent in Arnhem, blijkt dat deze voorzieningen nauwelijks tot geen klachten oplevert voor de omgeving. Gelet op de afstand tot de bestaande woningen, leidt het plaatsen van 8 woonunits niet tot vermindering van het woongenot. Bovendien speelde het belang van omwonenden een belangrijke rol in het locatieonderzoek. Bij het criterium ‘in de bestaande woonwijk’ wordt gesteld dat deze voorzieningen voor zowel de bewoners van de Skaeve Huse als voor de buurt beter niet in een woonwijk kan worden geplaatst, maar aan de rand van een woonwijk. Daarom is gezocht naar een dergelijke locatie.
Client vreest voor waardedaling van zijn woning na realisering van het bouwplan. Client is dan ook van plan een planschadeclaim in te dienen bij de gemeente.
Indien reclamanten van mening zijn planschade te lijden door deze ontwikkeling dan kan op basis van artikel 6.1 WRO een verzoek voor planschade worden ingediend na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan. Dit verzoek dient gericht te worden aan het College van B&W van de gemeente Nijmegen. Meer informatie vindt u op de gemeentelijke website.
De gemeente heeft een locatieonderzoek gedaan echter op basis van dit onderzoek is nog maar de vraag of de juiste keuze is gemaakt, ik verwijs onder meer naar de kostenafweging en belangenafweging. Op dit moment is nog geen sprake van een mitigatieplan. Dit moet eerst worden opgesteld en dient onderdeel uit te maken van het ontwerpbestemmingsplan.
19
Een aanvraag voor een tegemoetkoming in schade ten gevolge van een oorzaak als bedoeld in het tweede lid van artikel 6.1 WRO, onder a, b, c, e, f of g, moet worden ingediend binnen vijf jaar na het moment waarop die oorzaak onherroepelijk is geworden. Zie beantwoording zienswijze 1, locatieafweging punt 1-8
Uit de onderzoeken (“Quickscan beschermde natuurwaarden Skaeve Huse” van 30 januari 2013 en “Dassenonderzoek Skaeve Huuse, Nijmegen” van 21 oktober 2013) blijkt dat negatieve effecten met
mitigerende maatregelen te zijn voorkomen waardoor de voorgenomen ingreep redelijkerwijs uitvoerbaar is op het gebied van de Flora- en faunawet. Er is een mitigatieplan opgesteld waarin de te nemen maatregelen zijn uitgewerkt (“Dassenmitigatieplan Skaeve Huuse, Nijmegen” van 20 oktober 2013). De te treffen mitigerende maatregelen maken onderdeel uit van de ingreep, zoals in de toelichting staat vermeld. Dit onderzoek heeft ook ter visie gelegen bij het ontwerpbestemmingsplan en zal worden meegenomen bij de aanvraag/afgifte van de verklaring van geen bedenkingen bij de Minister (zie zienswijze onder 1F, onder 1). De mitigerende maatregelen behoeven dan ook geen deel uit te maken van het bestemmingsplan.
Conclusie: Deze zienswijze heeft niet geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan
20
4. Achmea Rechtsbijstand, Postbus 10100, 5000 JC Tilburg, namens eigenaar/bewoners Weezenhof 2426 datum indiening 11 december 2013
Samenvatting zienswijzen
Reactie
Door de gemeente is onvoldoende onderzocht of de uitvoering van het bestemmingsplan financieel haalbaar is.
Tegelijk met dit bestemmingsplan wordt de grondexploitatie in de gemeenteraad vastgesteld waarmee de financiering van het bouwrijp maken van de locatie geregeld is. De woningbouwcoöperaties hebben geld beschikbaar gesteld voor het verder inrichten van de locatie.
De gekozen locatie leidt tot vermindering van het woongenot, nu de toekomstige bewoners veelal gebruik maken van dezelfde voorzieningen als omwonenden. U heeft de belangen van omwonenden niet voldoende afgewogen.
Uit onderzoek van Skaeve Huse elders in Nederland, waaronder recent in Arnhem, blijkt dat deze voorzieningen nauwelijks tot geen klachten oplevert voor de omgeving. Gelet op de afstand tot de bestaande woningen, leidt het plaatsen van 8 woonunits niet tot vermindering van het woongenot. Bovendien speelde het belang van omwonenden een belangrijke rol in het locatieonderzoek. Bij het criterium ‘in de bestaande woonwijk’ wordt gesteld dat deze voorzieningen voor zowel de bewoners van de Skaeve Huse als voor de buurt beter niet in een woonwijk kan worden geplaatst, maar aan de rand van een woonwijk. Daarom is gezocht naar een dergelijke locatie.
Client vreest voor waardedaling van zijn woning na realisering van het bouwplan. Client is dan ook van plan een planschadeclaim in te dienen bij de gemeente.
Indien reclamanten van mening zijn planschade te lijden door deze ontwikkeling dan kan op basis van artikel 6.1 WRO een verzoek voor planschade worden ingediend na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan. Dit verzoek dient gericht te worden aan het College van B&W van de gemeente Nijmegen. Meer informatie vindt u op de gemeentelijke website.
De gemeente heeft een locatieonderzoek gedaan echter op basis van dit onderzoek is nog maar de vraag of de juiste keuze is gemaakt, ik verwijs onder meer naar de kostenafweging en belangenafweging. De locatie is ongeschikt omdat de beoogde bewoners in een prikkelarme omgeving moeten leven.
21
Een aanvraag voor een tegemoetkoming in schade ten gevolge van een oorzaak als bedoeld in het tweede lid van artikel 6.1 WRO, onder a, b, c, e, f of g, moet worden ingediend binnen vijf jaar na het moment waarop die oorzaak onherroepelijk is geworden. Zie beantwoording zienswijze 1, locatieafweging punt 1-8
In de diverse stukken wordt gesproken over een prikkelarme omgeving. Het gaat dan om de prikkels die er zijn in een reguliere woning in een wijk of een opvangvoorziening waar veel voorzieningen gedeeld moeten
worden met anderen. Het monotone geluid van de snelweg valt niet onder deze prikkels die leiden tot een verstoring van gedrag. Client stelt vraagtekens bij de juistheid van de gehanteerde gemeten waarden met betrekking tot het geluid.
Zie beantwoording zienswijze 1 onderdeel Geluid en de toelichting op het bestemmingsplan
Op dit moment is nog geen sprake van een mitigatieplan. Dit moet eerst worden opgesteld en dient onderdeel uit te maken van het ontwerpbestemmingsplan.
Uit de onderzoeken (“Quickscan beschermde natuurwaarden Skaeve Huse” van 30 januari 2013 en “Dassenonderzoek Skaeve Huuse, Nijmegen” van 21 oktober 2013) blijkt dat negatieve effecten met mitigerende maatregelen te zijn voorkomen waardoor de voorgenomen ingreep redelijkerwijs uitvoerbaar is op het gebied van de Flora- en faunawet. Er is een mitigatieplan opgesteld waarin de te nemen maatregelen zijn uitgewerkt (“Dassenmitigatieplan Skaeve Huuse, Nijmegen” van 20 oktober 2013). De te treffen mitigerende maatregelen maken onderdeel uit van de ingreep, zoals in de toelichting staat vermeld. Dit onderzoek heeft ook ter visie gelegen bij het ontwerpbestemmingsplan en zal worden meegenomen bij de aanvraag/afgifte van de verklaring van geen bedenkingen bij de Minister (zie zienswijze onder 1F, onder 1). De mitigerende maatregelen behoeven dan ook geen deel uit te maken van het bestemmingsplan.
Conclusie: Deze zienswijze heeft niet geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan
22
5. Stichting Bewonersplatform Weezenhof, Weezenhof 3327, 6536 GM Nijmegen datum indiening 11 december 2013
Samenvatting zienswijzen
Reactie
Het is onduidelijk hoe de zorg op korte en (middel)lange termijn wordt gegarandeerd. De beschikbare Wmo budgetten staan zwaar onder druk. Het is voor de bewoners onbegrijpelijk dat de gemeente veel geld uitgeeft voor deze voorziening voor een beperkt aantal mensen.
Op 17 april 2013 heeft de gemeenteraad hierover als volgt besloten:” Te garanderen dat de huurders van de zorgwoningen altijd worden begeleid, ook nadat de functie begeleiding vanuit de AWBZ is overgeheveld naar de gemeente.”. De woonbegeleiding van kwetsbare groepen, waaronder de toekomstige bewoners van de Skaeve huse wordt per 1 januari 2015 overgeheveld naar de gemeente. Deze overheveling gaat gepaard met een korting van 25% op het huidige budget. Deze korting betekent dat we naast betere efficiency ook inhoudelijke keuzes moeten maken wie voor begeleiding in aanmerking komt. We zorgen er in elk geval dat voor de meest kwetsbare mensen de woonbegeleiding behouden blijft. De toekomstige bewoners van de Zorgwoningen Stadbroekseweg vallen in deze categorie. Wij vinden dat voldoende woonbegeleiding noodzakelijk is en een voorwaarde voor het behalen van de doelen van dit project.
Er bestaat ook twijfel of de structurele garantie die is afgegeven voor het begeleiderswerk van IRIS zorg en RIBW waargemaakt kan blijven worden.
Zie bovenstaand antwoord
Het bewonersplatform wil een onderzoek naar lawaai- en fijnstof door onafhankelijke deskundigen op basis van feitelijke metingen. Dit om te kunnen bepalen of deze doelgroep niet extra bevattelijk is voor lawaai van wegverkeer en fijnstof.
Zie beantwoording zienswijze 1 onderdeel Geluid
Binnen de wijk heerst groot ongenoegen over het feit dat zonder vooraankondiging of toelichting in het ontwerpbestemmingsplan plotseling wordt gesproken over chalet-woningen, dan wel woonwagens. In voorafgaande publicaties – inclusief het locatiebesluit – ging het voortdurend over het bouwen van vaste woningen. Het bewonersplatform vindt deze wijziging onaanvaardbaar indien rechten van belanghebbenden in deze procedure alsmede verdere procedures worden aangetast.
Er is gekozen voor woonwagens zodat, bij het niet slagen van het project, de woningen/units gemakkelijk kunnen worden weggehaald en elders worden hergebruikt. Het uitgangspunt van het bestemmingsplan blijft echter dat de woningen/woonwagens voorzien in een permanente behoefte net als reguliere (zorg)woningen. Belanghebbenden worden dan ook niet in hun rechten aangetast.
Conclusie: Deze zienswijze heeft niet geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan
23
6. Onafhankelijke Nijmeegse Partij (ONP), Zwanenveld 6503, 6538 RV Nijmegen, datum indiening 12 december 2013
Samenvatting zienswijzen
Reactie
De ONP is voorstander van de het project Skaeve Huse, Wij willen graag weten of er andere locaties zijn onderzocht en waarom uiteindelijk voor deze locatie is gekozen. Onder 3.2.1.2. staat dat de OV verbinding voor deze locatie aan de Van Boetbergweg is. Ook is er over het viaduct bij de Diervoort een bushalte voor lijn 9.
Wij verwijzen hiervoor naar het rapport Locatieafweging zorgwoningen (Skaeve Huse).
Wij delen de zorg ten aanzien van de ontsluitingsweg die de provincie Gelderland uit.
In de randvoorwaarden en richtlijnen bluswatervoorziening en bereikbaarheid van de Brandweer staat er de rijbaanbreedte tenminste 4,5 meter moet zijn, waarvan 3,5 meter verhard. Het vigerende bestemmingsplan Nijmegen Dukenburg voorziet in de mogelijkheid om te realiseren. Paragraaf 6.3. is aangepast met juiste benaming.
In paragraaf 6.3. adviseren wij om de juiste naam van het Ministerie te noemen.
Paragraaf 3.2.1.2. is aangepast
Kunt u ons melden wanneer de Omgevingsvergunning ter inzage wordt gelegd.
Op dit moment is dit nog niet duidelijk, eerst dient het bestemmingsplan in werking te zijn.
Wij merken op dat er geen kombord op de Stadbroekseweg is geplaatst. Het is zo niet helder waar de komgrens “Nijmegen” ligt.
Uw vraag is doorgezet naar de afdeling Mobiliteit. Zij zullen u een reactie sturen.
Conclusie: Deze zienswijze heeft geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan
24
7. Univé Rechtshulp, Postbus 557, 9400 AN Assen, namens eigenaar/bewoners Weezenhof 2420 datum indiening 10 december 2013
Samenvatting zienswijzen
Reactie
De gekozen locatie leidt tot vermindering van het woongenot, nu de toekomstige bewoners veelal gebruik maken van dezelfde voorzieningen als omwonenden. U heeft de belangen van omwonenden niet voldoende afgewogen.
Uit onderzoek van Skaeve Huse elders in Nederland, waaronder recent in Arnhem, blijkt dat deze voorzieningen nauwelijks tot geen klachten oplevert voor de omgeving. Gelet op de afstand tot de bestaande woningen, leidt het plaatsen van 8 woonunits niet tot vermindering van het woongenot. Bovendien speelde het belang van omwonenden een belangrijke rol in het locatieonderzoek. Bij het criterium ‘in de bestaande woonwijk’ wordt gesteld dat deze voorzieningen voor zowel de bewoners van de Skaeve Huse als voor de buurt beter niet in een woonwijk kan worden geplaatst, maar aan de rand van een woonwijk. Daarom is gezocht naar een dergelijke locatie.
Client is niet van mening dat voldaan wordt aan artikel 2.6 van de vigerende ruimtelijke verordening Gelderland. De komst van de woningen leidt niet tot verbetering van de ruimtelijke kwaliteit.
In Artikel 2 van de vigerende provinciale verordening is bebouwing enkel toegestaan a. binnen bestaand stedelijk gebied, b. binnen de woningbouwcontour van de Stadsregio Arnhem-Nijmegen, De locatie valt niet in bestaand stedelijk gebied of de woningbouwcontour. Overigens wordt deze eis losgelaten in de concept verordening behorend bij de nieuwe provinciale Omgevingsvisie. Echter, op dit moment geldt nog de huidige verordening waarin dit artikel is opgenomen. In afwijking van het bepaalde in 2.2 kan in een bestemmingsplan nieuwe bebouwing tevens mogelijk worden gemaakt indien in de toelichting bij het bestemmingsplan wordt aangetoond dat sprake is van een ontwikkeling die redelijkerwijs niet kan worden gerealiseerd binnen de in 2.2 genoemde gebieden en indien deze ontwikkeling bijdraagt aan de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. Ons inziens voldoen we aan beide kenmerken. Het is een ontwikkeling die moeilijk inpasbaar is binnen de bestaande stad. De woningbouwcontour ligt strak om het bebouwde gebied van Nijmegen. Binnen dit gebied is gezocht naar een geschikte plek voor Skaeve Huse maar deze is niet gevonden. In de locatieafweging Zorgwoningen (Skaeve Huse, paragraaf 1.2) wordt uiteengezet welke locaties zijn onderzocht en welke criteria zijn
25
gehanteerd. Daarnaast vinden wij dat de ruimtelijke kwaliteit wel wordt verbeterd. Momenteel is de beoogde locatie een monofunctioneel (kaal) grasland. Met de beoogde ontwikkeling wordt naast de komst van de units ook landschappelijke elementen toegevoegd zoals een struik- en boomlaag. Dit biedt kansen voor meer biodiversiteit want meer dieren kunnen gebruik maken van de locatie dan in de huidige situatie. Denk aan kleine zoogdieren, vogels, insecten. Daarnaast zorgt deze toegevoegde elementen ook voor een goede landschappelijke inpassing en worden de units aan het zicht onttrokken. Dit zorgt voor een goed uiterlijk aanzien en geeft identiteit en betekenis aan de plek. Het deel van het plangebied is nu in gebruik als fourageergebied voor dassen. Dit wordt voor een zeer beperkt deel verkleind (tussen 0.35-2%). blijkt uit onderzoek van bureau Waardenburg. Hiervoor worden mitigerende maatregelen getroffen zodat het fourageergebied voor de das gelijk blijft. Hiervoor is een mitigatieplan opgesteld. De mitigerende maatregelen die genomen worden zijn onvoldoende om het woon- en leefgebied van de dassen te compenseren. Als mitigerende maatregelen moeten worden getroffen om de significante gevolgen van het bestemmingsplan uit te sluiten, dan is er sowieso een passende beoordeling noodzakelijk. Artikel 19j Natuurbeschermingswet 1998 is hier van toepassing.
Het opgestelde locatieonderzoek is ontoereikend, het onderzoek is niet volledig en naar mening van cliënt dient een nieuw onderzoek naar alternatieven plaats te vinden. Het locatieonderzoek doet voorkomen dat het resultaat eerst al bekend was en vervolgens nog 22 andere (onmogelijke) locaties zijn aangewezen om te onderzoeken.
26
De mitigerende maatregelen voor de das zijn vastgelegd in een mitigatieplan (“Dassenmitigatieplan Skaeve Huse, Nijmegen” van 20 oktober 2013) en maken onderdeel uit van de ingreep. De negatieve effecten zijn met mitigerende maatregelen te voorkomen waardoor de voorgenomen ingreep redelijkerwijs uitvoerbaar is op het gebied van de Flora- en faunawet. In het kader van het bestemmingsplan is het voldoende dat dit wordt aangetoond. Voor de uitvoering van het plan (het plaatsen van de woonunits) is een omgevingsvergunning vereist. In deze fase wordt een verklaring van geen bedenkingen gevraagd aan het Ministerie van Economische Zaken (voorheen ontheffing Flora- en faunawet). Zie beantwoording zienswijze 1, locatieafweging punt 1-8
Dit document geeft een onderbouwing van de locatiekeuze voor Skaeve huse in de gemeente Nijmegen. Vanaf 2008 is er gezocht naar een plek voor deze eenvoudige woningen voor mensen die niet in een woonwijk kunnen wonen. In totaal zijn er in de periode 2008 – 2012, 29 locaties onderzocht, waarvan 6 in Nijmegen Noord en 23 in de bestaande stad. In het rapport wordt aangegeven hoe de locatieafweging tot stand is gekomen voor de
bestaande stad en waarom uiteindelijk is gekozen voor de locatie ten zuiden van de Weezenhof aan de Stadbroekseweg. De rapportage is daarmee een samenvatting van het afwegingstraject dat in de periode 2008 tot 2012 is doorlopen. Het is dus niet zo dat het resultaat al bekend was. Is er rekening gehouden met het feit dat er kinderen geboren kunnen worden in de woningen in relatie tot de hoogspanningsverbinding.
De gemeente houdt zich aan de geldende regelgeving, waarbij woningen niet geplaatst mogen worden onder de hoogspanningskabels of 25 meter aan weerszijde van de hoogspanningskabels.
Er is mogelijk sprake van ongeoorloofde staatsteun, mede omdat de gemeente zelf eigenaar is van de grond en tevens de zorg financiert.
De gemeente Nijmegen is verantwoordelijk voor het lokale beleid voor de opvang van mensen in het kader van de Maatschappelijke opvang. Om dit beleid te kunnen uitvoeren maakt zij ‘gebruik’ van private en maatschappelijke partners in het sociale domein. In dit project participeren Iriszorg (verantwoordelijk voor de behandeling van de bewoners van de zorgwoningen), RIBW Nijmegen en Rivierenland (verantwoordelijk voor de begeleiding van de bewoners van de zorgwoningen) en de woningcorporaties Woongenot en de Gemeenschap (verantwoordelijk voor de verhuur, onderhoud en leefbaarheid van de woonunits en de directe woonomgeving). De woonunits worden gerealiseerd op gemeentegrond waarbij de gemeente tevens de kosten voor het bouwrijp maken van de grond en het beheer van de openbare ruimte voor haar rekening neemt. De woningcorporaties dragen zorg voor de realisatie van de woonunits en de verdere inrichting van het terrein. De woonunits worden verhuurd door de woningcorporaties aan de RIBW die de woningen vervolgens ter beschikking stelt aan de (geselecteerde) bewoners. De (privaatrechtelijke) afspraken tussen de gemeente en de corporaties zijn vastgelegd in een overeenkomst. Deze overeenkomst is gericht op de uitvoering van het gemeentelijk beleid en heeft niet als doel om de corporaties en/of een van de andere betrokken partners in dit project financieel voordeel te bevoordelen. Er is dan ook geen sprake van (ongeoorloofde) staatssteun.
De woningen komen te dichtbij de A73, daarmee zal onaanvaardbaar woon- en leefklimaat ontstaan. Een woning is wel degelijk een gevoelig object.
27
Zie beantwoording onder zienswijze nummer 1, onderdeel geluid
Conclusie: Deze zienswijze heeft niet geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan 8. Eigenaar/bewoner Weezenhof 2602, 6536 JA Nijmegen datum indiening 10 december 2013
Samenvatting zienswijzen
Reactie
In de Gelderlander is op 10 december een artikel geplaatst over nieuw groot Europees onderzoek naar de effecten van fijnstof. De uitkomst van dat onderzoek is dat fijnstof veel gevaarlijker is dan tot nu toe wordt aangenomen en dat de norm daarom moet worden aangepast. Dit onderzoek moet worden meegenomen in de afweging en daarom kunnen de woningen niet op deze locatie.
Het onderzoek is nieuw, de resultaten zijn reeds langer bekend, nl. dat ook onder de grenswaarde gezondheidseffecten mogelijk zijn. Op korte termijn worden er geen nieuwe grenswaarden verwacht. Formele toetsing blijft daarom aan de bestaande grenswaarden. De berekende waarden op de grens van de bebouwing blijven voldoende ruim onder de bestaande grenswaarden. In de nabije toekomst zal de mate van luchtverontreiniging nog verder dalen door verwachte verlaging in achtergrondconcentraties en het schoner worden van auto’s.
Conclusie: Deze zienswijze heeft niet geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan
28