ZIENSWIJZENNOTA behorende bij het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan Dieren-Noord, locatie Enkweg 30A Van 1 september tot en met 12 oktober 2011 heeft het ontwerp van het bestemmingsplan Dieren-Noord, locatie Enkweg 30A ter inzage gelegen. Gedurende deze periode zijn er 2 zienswijzen ingediend. Hieronder volgt een samenvatting van de zienswijzen en is de reactie van de raad geformuleerd. Deze zienswijzennota behoort bij het besluit van de raad tot vaststelling van het bestemmingplan Dieren-Noord, locatie Enkweg 30A.
Inhoud zienswijze
Reactie van de raad
1. Zienswijze van de heer/mevrouw P.J.P. van Lochem, Enkweg 17; W.Pol, Enkweg 19; E de Vink, Enkweg 13; J.C. M. Schrijvers, Enkweg 11; Fam. Lansdorp, Enkweg 15 te Dieren Ten onrechte is in het bestemmingsplan opgenomen dat het bestemmingsplan geen invloed heeft op de verkeersafwikkeling. De uitbreiding van de moskee met een bijbehorende toename van het aantal ruimtes in de moskee heeft tot gevolg dat er meerdere activiteiten (gelijktijdig) en/of vaker kunnen worden georganiseerd. Hierdoor neemt het aantal verkeersbewegingen en dus ook de verkeersdruk rondom de moskee wel toe. Bovendien is onvoldoende onderzocht wat de gevolgen zijn voor de leefomgeving van de bewoners van omliggende woningen.
Het klopt dat de moskee uitbreidingsplannen heeft. Op het bouwdeel dat het dichtst bij de hoek Enkweg-Ambachtsstraat is gesitueerd, is de moskee van plan een tweede verdieping te realiseren. Deze plannen zijn echter reeds mogelijk op grond van het vigerende bestemmingsplan Calluna 1979 en vallen buiten de strekking van het bestemmingsplan Dieren-Noord, locatie Enkweg 30A. De moskee maakt dus bij de uitbreiding waarnaar verwezen wordt, gebruik van bestaande rechten. Onderhavig bestemmingsplan maakt een verhoging van de bouwhoogte van de minaret mogelijk en beperkt de maximale bouwhoogte van de overige bouwdelen ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan Calluna 1979 tot 8 meter. Het betreft hierbij stedenbouwkundige aanpassingen, die geen invloed hebben op de verkeersafwikkeling en verkeersbewegingen rondom de
moskee. Overigens hebben de wegen rondom een moskee een dusdanige capaciteit dat het moskeebezoek wat betreft verkeersafwikkeling en verkeersbewegingen niet leidt tot problemen. De stelling dat onvoldoende onderzocht is wat de gevolgen voor de leefomgeving van de bewoners van omliggende woningen zijn, bestrijdt de gemeente. Het bestemmingsplan is het resultaat van een gegronde belangenafweging, waarin ook de belangen van de omwonenden meegenomen zijn. Zoals hierboven reeds beschreven maakt het bestemmingsplan stedenbouwkundige aanpassingen mogelijk aan de moskee. De gevolgen van deze stedenbouwkundige aanpassingen op het woon- en leefklimaat in de buurt zijn verwaarloosbaar. In het bestemmingsplan wordt de bestemming gebedsruimte toegewezen. In de moskee is echter ook een winkel gevestigd, waar levensmiddelen en aanverwante artikelen verkocht worden aan leden van de moskee en andere belangstellenden. De winkel zorgt voor veel overlast voor omwonenden. De winkel wordt bijvoorbeeld 6 keer per week in de nachtelijke uren bevoorraad. Zowel in het oude als nieuwe bestemmingsplan wordt niet gerept over een winkel in de moskee
Het nieuwe bestemmingsplan kent op de locatie Enkweg 30A de bestemming “Maatschappelijk”toe. Op grond van de bepalingen in het bestemmingsplan zijn binnen deze bestemming kerkgebouwen, genootschappen en dergelijke toegestaan. Binnen deze bestemming is net als in het vigerende plan geen winkel/detailhandel toegestaan. Een winkel in de moskee is dan ook in strijd met zowel het vigerende als het onderhavige bestemmingsplan. Door een toezichthouder van de gemeente is geconstateerd dat er inderdaad een winkel in de moskee gevestigd is. De gemeente heeft de moskee een brief met een voornemen tot handhaving toegezonden als de winkelactiviteiten niet voor 1 november 2011 beëindigd zijn. Deze termijn is opgeschort tot na de vaststelling van onderhavig bestemmingplan, 1 februari 2012, aangezien het moskeebestuur een zienswijze (zie zienswijze 2) heeft ingediend met het verzoek de winkel positief in onderhavig bestemmingsplan te bestemmen.
Op de ontwerptekeningen voor de uitbreiding van de moskee is een winkelruimte opgenomen, ondanks het bestemmingsplan.
Het bestemmingsplan legt juridisch-planologisch de bouw- en gebruiksmogelijkheden van een plangebied vast. De ontwerptekening van de uitbreiding van de moskee maakt geen onderdeel uit van het bestemmingsplan. De ontwerptekening van de uitbreiding zal bij de vergunningverlening getoetst worden aan voorliggend bestemmingsplan. Indien bij deze toetsing een winkelruimte in de ontwerptekening is opgenomen zal de aanvraag om omgevingsvergunning geweigerd moeten worden wegens strijd met het bestemmingsplan. Voorliggend bestemmingsplan staat immers geen winkel in de moskee toe.
In weekenden komt het regelmatig voor dat de moskee tot ver na middernacht geopend is en dient als sociale ontmoetingsruimte. Bij warm weer wordt er ook buiten de moskee gerecreëerd. Dit geeft veel overlast, zoals geluidsoverlast en af- en aanrijdend verkeer. Het bestemmingsplan kent echter geen regels voor de sociale activiteiten, zoals bijv. openings- en sluitingstijden.
Het bestemmingsplan legt juridisch-planologisch de bouw- en gebruiksmogelijkheden van het plangebied vast ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Regels om overlast te beperken, zoals bijvoorbeeld de door appellanten voorgestelde sluitingstijden, vallen buiten de strekking van het bestemmingsplan. Overigens staat de gemeente ook geen andere regelgeving ter beschikking om openings- en sluitingstijden aan de moskee te verbinden. Overigens is er op de informatieavond die gehouden is ten behoeve van dit bestemmingsplan op 14 september 2011 in de moskee door het moskeebestuur uitgebreid gesproken met de bezoekers. Ook tijdens de informatieavond werd aangegeven dat er veel overlast werd ervaren door omwonenden van de moskee. Het moskeebestuur heeft hierop aangegeven maatregelen te nemen om de overlast zoveel mogelijk te beperken. Tot slot gelden in de gemeente Rheden hinderafstanden op grond van de notitie milieuzonering. Het milieuaspect geluid is een van de
aspecten die meegenomen worden in de notitie milieuzonering. Onderhavig bestemmingsplan is getoetst aan de notitie milieuzonering en gebleken is dat voldaan wordt aan de hinderafstand die geldt op grond van de notitie milieuzonering. Conclusie: zienswijze is ongegrond 2. Zienswijze van HDV Islamitische Stichting Nederland/ISN Selimiye Moskee, Enkweg 30a, 6951 BV Dieren De moskee exploiteert reeds ruim 12 jaar een winkel voor leden van de moskee, waarin Turkse specialiteiten en “Helal”producten verkocht worden. De winkel vervult een belangrijke sociaalmaatschappelijke en culturele functie en maakt deel uit van de cultuur/religie. De meeste moskeeën hebben dan ook een winkelfunctie in of nabij het gebouw. In de brief is een lijst opgenomen met een overzicht van Gelderse moskeeën met een winkel.
Zowel in het vigerende bestemmingsplan Calluna 1979 als in het bestemmingsplan Dieren-Noord, locatie Enkweg 30a is detailhandel niet toegestaan bij de moskee. Het beleid van de gemeente Rheden is erop gericht alle winkel(detailhandel)voorzieningen in en rondom winkelcentrum Calluna te concentreren. Het toestaan van een winkel in de moskee aan de Enkweg is dan ook in strijd met gemeentelijk beleid. Uiteraard is het wel toegestaan voor de moskee om in winkelcentrum Calluna een winkel te huren waarin Turkse specialiteiten en Halal producten kunnen worden verkocht. Het valt buiten de strekking van het bestemmingsplan welke levensmiddelen en met welke bedoeling ze verkocht worden in de winkel. Het is ruimtelijk niet relevant of er Turkse specialiteiten of bijvoorbeeld Hollandse specialiteiten en ten behoeve van welk doel ze verkocht worden, bijvoorbeeld cultuur of religie. Detailhandel is op grond van het bestemmingsplan dat gebaseerd is op gemeentelijk beleid niet toegestaan op deze locatie. Appellant doet beroep op het gelijkheidsbeginsel. Een beroep op het gelijkheidsbeginsel wordt in het bestuursrecht echter zelden gehonoreerd. De reden hiervoor is dat er in praktijk slechts zelden sprake is van twee identieke gevallen. In dit geval wordt de vraag of
een winkel toegelaten wordt in de moskee getoetst aan het gemeentelijk beleid voor detailhandel in Dieren. Hierin is bepaald dat detailhandel wordt geconcentreerd in en rondom winkelcentrum Calluna. De door appellant aangedragen gevallen bevinden zich in andere gemeentes waar andere afwegingen kunnen worden of zijn gemaakt. Een beroep op het gelijkheidsbeginsel slaagt derhalve niet. Overigens bevinden zich in Dieren nog 2 (Turkse) winkeltjes, waarin allerlei Turkse producten verkocht worden en leden van de moskee terecht kunnen. Deze winkels bevinden zich aan de Julius Rontgenlaan 10 en de van der Duyn van Maasdamstraat 31.
De moskee geeft aan dat in de afgelopen 12 jaar gezien de aard en omvang van de winkel en het feit dat een winkelfunctie gebruikelijk is in/nabij een moskee, er geen sprake is geweest van ernstige concurrentieverstoring en ook niet van een toename van de parkeer- en verkeersoverlast.
Een bestemmingsplan legt juridisch-planologisch de bouw- en gebruiksmogelijkheden van het plangebied vast. Concurrentieoverwegingen zijn ruimtelijk niet relevant en vallen buiten de strekking van het bestemmingsplan. Verkeer en parkeren zijn slechts enkele aspecten die meespelen bij de vraag of detailhandel wordt toegestaan. Ervan uitgaande dat er voldoende parkeerplaatsen zijn en de capaciteit van de omliggende wegen voldoende is voor een winkel in de moskee, wil niet zeggen dat de winkel toegelaten moet worden. Het toestaan van een winkel in de moskee is in dit geval in strijd met het gemeentelijk beleid om winkelvoorzieningen in en rondom Calluna te concentreren
De winkel zoals hij nu functioneert, is 12 jaar geleden met de gemeente besproken en wordt sindsdien door de gemeente gedoogd.
Voorafgaand aan de nieuwbouw van de Moskee is door het moskeebestuur met de gemeente gesproken over de vestiging van een winkel in de moskee. Hierbij is gebleken dat dit idee flinke weerstand opriep bij direct omwonenden en de winkeliersvereniging Calluna en geconcludeerd is dat er geen maatschappelijk draagvlak
was voor een winkel in de moskee. Hierop is zowel door de gemeente als het moskeebestuur besloten af te zien van het bestemmingsplantechnisch mogelijk maken van een winkel in de moskee. Dit is bevestigd door de gemeente in een brief van 24 april 1996 (kenmerk OSRVM208.7/T7-3347) In 1998 is vervolgens nogmaals een verzoek geweest een winkel in de moskee te starten. Ook dit verzoek is door de gemeente afgewezen. In een brief van 15 december 1998 (kenmerk OSRVM0445) wordt bevestigd dat de raad wordt voorgesteld de bestemmingsplanwijziging voor het realiseren van winkel in de moskee niet in procedure te brengen. Dit voorstel is door de raad overgenomen. De gemeente Rheden heeft dus tot tweemaal toe een verzoek om een winkel in de moskee te vestigen, afgewezen. Vervolgens is blijkbaar wel een winkel in de moskee gevestigd. Dit is echter door de gemeente Rheden nooit actief gedoogd. Gedurende de voorbereiding voor het bestemmingsplan Dieren-Noord, locatie Enkweg 30A is de gemeente gewezen op het bestaan van de winkel en de overlast hiervan die door omwonenden ervaren worden. Vervolgens is door een gemeentelijk toezichthouder het bestaan van de winkel geconstateerd en is een brief met het voornemen tot handhaving toegezonden aan het moskeebestuur als de winkelactiviteiten niet voor 1 november 2011 beëindigd zijn. Deze termijn is opgeschort tot na de vaststelling van onderhavig bestemmingplan, te weten 1 februari 2012, ten gevolge van deze zienswijze.
De bestemmingsplanwijziging is de aanleiding voor de brief van het college van de gemeente Rheden van 7 september 2011 waarin de moskee wordt gesommeerd de winkelactiviteiten per 1 november 2011 te beëindigen
Zie reactie hierboven
De winkel is niet te vergelijken met normale winkels uit de detailhandel. De verkoop is bestemd voor de leden van de moskeegemeenschap. De sluitingstijden zijn afgestemd op de regels van de religie en de winkel heeft ook een duidelijk ander oogmerk dan de reguliere handel.
In de bestemmingsplansystematiek die in Rheden gehanteerd wordt geldt voor detailhandel de volgende definitie: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen het uitstallen ten verkoop, het verkopen of bewaren van goederen aan diegenen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; dienstverlening door een horecabedrijf wordt hieronder niet begrepen. Het doet er hierbij niet toe of de verkoop alleen bestemd is voor leden van de moskeegemeenschap (overigens is tijdens de informatieavond door het moskeebestuur bevestigd dat de winkel voor iedere klant open staat), dat de sluitingstijden zijn afgestemd op de religie en dat er een ander oogmerk is. In de winkel worden bedrijfsmatig goederen verkocht en dus is er juridisch sprake van detailhandel. De winkel is dus in strijd met zowel het bestemmingsplan Calluna 1979 als het bestemmingsplan Dieren-Noord, locatie Enkweg 30A.
Het moskeebestuur verzoekt gezien bovenstaande argumenten om een adequate maatwerkoplossing om de winkel in de moskee te mogen voortzetten.
Het bestemmingsplan Dieren-Noord is het resultaat van een grondige belangenafweging, waarbij ook de belangen van de moskee meegenomen zijn. Het gemeentelijk beleid is erop gericht de winkelvoorzieningen in en rondom Calluna te concentreren. Dit algemene belang krijgt de voorkeur boven het Moskeebelang. Bovendien is er in casu geen sprake van omstandigheden die een afwijking van het gemeentelijk beleid rechtvaardigen. De moskee is de plek om het geloof te belijden en samen te komen en hier past op grond van het gemeentelijk beleid geen winkel in. Tevens bevinden zich in Dieren nog 2 andere winkels waar typisch Turkse producten
gekocht kunnen worden. Tot slot zou het positief bestemmen van de winkel in de moskee kunnen leiden tot ongewenste precedentwerking. Conclusie: zienswijze is ongegrond