Met de huidige stand van de technologie – snelle internetverbindingen, mobiele communicatie, Global Position Systems en nu ook RFID – lijkt in principe alles op elk moment te traceren. Maar wanneer is het zinvol en van strategische waarde? Door ir. Martijn Lofvers, hoofdredacteur en Marieke Jansen, redacteur
Zicht op de keten Auto-ID gemeengoed voor bedrijf en werknemers
W S U P P LY C H A I N M A G A Z I N E 04 / 2006
48
anneer dreigt auto-ID het een speeltje van de IT-afdeling te worden? En hoe kijken bedrijven en hun werknemers in de praktijk tegen het onderwerp Tracking & Tracing aan? SCM Supply Chain Magazine nodigde een drietal bedrijven met praktijkervaring en een solution provider uit om over deze vragen te discussiëren. François van Heurn bekleedt de functie van hoofd ICT bij KLM Catering Services (KCS). Bij John Moleveld staat op zijn visitekaartje General Manager Purchase en ICT bij Duijvelaar Pompen. Roel van Dort is Manager Operations bij voestalpine Polynorm Van Niftrik. Koos Boer, ten slotte, is al jaren General Manager bij PHI DATA, leverancier van automatische identificatie-oplossingen. De praktische toepassing van automatische identificatie (auto-ID) bij de drie gebruikende bedrijven aan tafel lopen uiteen. Duijvelaar Pompen heeft in Nederland 40 serviceauto’s rondrijden die zijn uitgerust met Tracking & Tracing voor navigatie en registratie. Het bedrijf heeft naar eigen zeggen de grootste Nederlandse
(24-uurs) serviceorganisatie op het gebied van onderhoud aan pompen. Voestalpine Polynorm Van Niftrik heeft recentelijk een real-time logistiek registratiesysteem met barcodescanners in haar magazijn in gebruik genomen. Hiervoor vond een batchgewijze registratie van goederen plaats bij het verlaten van de productielijn en het opslaan ervan in de magazijnstellingen. Pas uren na de fysieke handelingen werden de wijzigingen in het ERP-systeem doorgevoerd, waardoor onduidelijk was waar welke goederen waren opgeslagen, en werden (half)producten tijdelijk in het magazijn opgeslagen met administratieve fouten als gevolg. Na de implementatie steeg de voorraadbetrouwbaarheid tot boven de 99 procent en verminderde de personeelsbehoefte. KCS gebruikt auto-ID voor het leveren van volgeladen trolleys met maaltijden en (fris)dranken aan klaarstaande vliegtuigen, ongeveer 280 per dag. Elke trolley heeft een etiket met daarop de vluchtgegevens (vluchtnummer, datum en tijdstip), de inhoud van de trolley, de beoogde positie in het vliegtuig en een barcode.
De deelnemers aan het gesprek. V.l.n.r: Koos Boer, François van Heurn, John Moleveld en Roel van Dort.
Die barcode legt de relatie tussen de fysieke trolley en de in het ERP-systeem bijgehouden administratie van KCS. Het scannen van de barcode gebeurt voor het controleren van de juistheid en volledigheid van de aan boord te zetten vliegtuigbeladingen en identificeert de trolley gedurende het gehele logistieke proces. De chauffeurs van speciaal voor beladingsdoeleinden ontworpen schaarwagens krijgen hun rijopdrachten binnen via GPRS op de handterminal waarmee ze ook de barcodes van de trolleys kunnen scannen. Dankzij die handterminal verloopt alle communicatie in principe digitaal en is het gebruik van portofoons verleden tijd. Dit zorgt voor aanzienlijke rust binnen de organisatie.
Beste of slimste jongetje
John Moleveld (Duijvelaar Pompen): ‘Uiteindelijk ben je allemaal partners van elkaar. Je hebt dezelfde belangen en één ervan is geld verdienen.’
04 / 2006
John Moleveld van Duijvelaar Pompen ziet in zijn markt een verschuiving naar snellere levertijden. ‘Klanten zijn steeds minder bereid om zelf voorraden aan te houden en daardoor moeten wij sneller kunnen leveren. We zijn van vier weken naar vier dagen gegaan. Idealiter zouden we naar vier uur willen.’ Van Dort vraagt waar die vier uur vandaan komt. ‘In relatie tot de transporttijd is dat toch niet haalbaar?’ Moleveld legt uit dat het niet op een bepaalde datum moet zijn bereikt. ‘We hanteren het als filosofie en bekijken logistiek of dit procesmatig kan. Doe dingen in een keer goed. Efficiency in je bedrijfsprocessen, daar gaat het
S U P P LY C H A I N M A G A Z I N E
Met de toepassingen van auto-ID in het achterhoofd antwoorden de deelnemers op de vraag waar hun bedrijven zich willen onderscheiden. Van Heurn vertelt dat KCS op gebied van luchtvaartcatering in omvang in Nederland marktleider is en zesde ter wereld. ‘We streven naar operational excellence en hebben de omslag gemaakt van een echt kookbedrijf naar een logistieke dienstverlener, die een groot deel van zijn goederen bij partners betrekt. De luchtvaart, waar marges laag zijn, vraagt nu eenmaal om een efficiënte, kostenbewuste toeleverancier. Daarnaast is snel en op tijd leveren cruciaal: een luchtvaartmaatschappij verdient nu eenmaal geld door te vliegen en streeft dus naar een korte omdraaitijd. Voor KCS betekent dat, dat binnen een beperkt timeslot de belading aan boord moet worden gezet.’ Voestalpine Polynorm Van Niftrik is gespecialiseerd in het ontwikkelen en produceren
van carrosseriedelen voor de automobielindustrie. ‘Vanuit productieoogpunt willen we ervoor zorgen dat we het beste jongetje in de klas zijn. Op zich geen bijzondere strategie, maar wel om het te zijn en te blijven’, zegt Van Dort. ‘We meten dit middels de klachten van klanten. Hoeveel afkeur hebben we op een miljoen producten. Een normale hoeveelheid is 50 parts per million. Op kwaliteitsgebied vergt dit veel aandacht. We willen direct in één keer goed produceren.’
49
‘Als je pretendeert toegevoegde waarde te kunnen leveren, dan moet je dat wel waarmaken’ om. We willen eerder het slimste jongetje van de klas zijn. We mogen niet denken “we zijn er”. Uit strategisch oogpunt zullen we nooit inboeten op kwaliteit, ook al worden we aangevallen door derden.’
Roel van Dort (voestalpine): ‘Openheid en eerlijkheid bij toepassing van auto-ID is belangrijk. Wees duidelijk in wat je doet en je ondervindt geen problemen.’
Ook PHI DATA streeft naar een excellent functionerende organisatie. ‘De medewerkers zijn continu bezig kennis en inzicht te vergroten. We willen klanten kosten laten besparen met een auto-ID-oplossing die past bij de behoeften van onze klanten. We vragen aan klanten welke rol we mogen spelen, wat ze van ons verwachten. En we streven naar korte reactietijden in offertetrajecten en bij het verlenen van services’, zegt Koos Boer. Hoewel de markt van auto identificatie last heeft van prijzendruk, prijst Boer zich gelukkig dat PHI DATA zich steeds meer richt op het aanbieden van oplossingen op maat, waarbij het gehele traject van label tot integratie gedekt is voor de klanten.
Aanvragen zeven Kennis delen blijkt een grote gemeenschappelijke deler te zijn in de strategieën van elk van de bedrijven. Boer oppert dat het als
bedrijf een rol van kennisoverdracht heeft voor de branche van auto-ID en daarmee tegelijkertijd de totale markt ervan vergroot. Van Dort: ‘Samenwerken aan de beste oplossing in kunststof doen we intern met elkaar en als geheel door de hele flow heen. Samen bereiken waar onze klanten naar op zoek zijn. Daar waar nodig werken we samen met Original Equipment Manufacturers om bijvoorbeeld een specifiek product, en zelfs indien nodig met de grondstoffenfabrikant een specifieke kunststof, te ontwikkelen. Wij zijn altijd op zoek naar complementaire kennis. Je gaat op zoek naar partners die het jou makkelijker maken in dat specifieke gebied en waarin je gelooft.’ Duijvelaar Pompen betrekt bij grote aanvragen vanuit sales ook andere disciplines, aldus Moleveld. ‘We gaan een zeeftraject in en beantwoorden vragen zoals: is het wel onze core business? Wat zijn onze kansen? Wat zijn onze mogelijkheden? Als je pretendeert toegevoegde waarde te kunnen leveren, dan moet je dat wel waarmaken.’ Volgens Moleveld ben je uiteindelijk allemaal partners van elkaar met dezelfde belangen. Eén ervan is dat bedrijven geld moeten verdienen. ‘Ga gewoon open de dialoog in’, tipt Boer. ‘Zeg wat je te besteden hebt. Ze verkopen het echt niet als er geen geld op te verdienen is. Ik heb nog nooit iets met verlies verkocht. In Indonesië verkopen ze ondanks het spel van afdingen ook nooit iets zonder er iets op te verdienen.’ Van Dort sluit hierop aan dat zijn bedrijf voor producten en diensten een bepaalde prijs wil betalen en vervolgens op zoek gaat naar een leverancier die de meeste toegevoegde waarde levert. Duijvelaar Pompen, voestalpine Polynorm Van Niftrik en KCS hebben ieder verschillende toepassingen voor auto-ID. ‘Wij stel-
Profielen van de deelnemers John Moleveld
S U P P LY C H A I N M A G A Z I N E 04 / 2006
50
Visitekaartje: General Manager Purchase, ICT and Facilities bij Duijvelaar Pompen Taken: Verantwoordelijk voor Purchase en ICT Sinds: 1974 Arbeidsverleden: Geluidstechnicus, Verebus Opleiding: HBO strategisch inkoopmanagement Eerste baan: Ir.bureau Verebus technisch tekenaar
Roel van Dort
Koos Boer
Visitekaartje: Manager
Visitekaartje: General
Operations voestalpine Polynorm Van Niftrik Taken: verantwoordelijk voor productie, assemblage, TD en logistiek binnen voestalpine Polynorm Van Niftrik. ‘Zorgen dat we het beste jongetje van de klas zijn.’ Sinds: 2005 Arbeidsverleden: Sinds 1983 werkzaam binnen bedrijf (toen nog Niftrik) in verschillende functies. Opleiding: Hogere Zeevaartschool, Maritiem Instituut de Ruijter in Vlissingen Eerste baan: Verkoper Binnendienst Verpakkingen Niftrik
Manager PHI DATA Taken: algeheel management Sinds: 1982 Arbeidsverleden: Nederland Haarlem,
Rank Xerox, C. N. Rood Opleiding: Electronica Eerste baan: assistent-verkeersleider bij Nederland Haarlem
François van Heurn Visitekaartje: Hoofd Information & Communication Technology bij KLM Catering Services Taken: detectie van nieuwe ICT-toepassingen die voor de logistieke activiteiten van KCS waarde kunnen toevoegen, implementatie hiervan en het beheer van toepassingen en bijbehorende infrastructuur. Sinds: 2000 Arbeidsverleden: diverse functies, waaronder consultant bij een softwarehuis en een organisatieadviesbureau Opleiding: Economie Eerste baan: order-picker bij een groothandel in drogisterij-artikelen
we een grote slag gemaakt in fte’s; vroeger zaten daar poppetjes bestanden over te typen. En als we bij het overtypen een fout maken in het label, dan gaat dat ook ten koste van die 50 parts per million.’ Het ontsluiten van informatie via websites is volgens Boer wel handig, maar heeft nog niet echt doorgezet. ‘Veel partijen hebben angst om informatie te ontsluiten. Hier ligt ook de grote uitdaging voor EPC global initiatieven.’ ‘Dat heeft meer met prioriteiten te maken. Automotive is een positieve uitzondering. Daar is het al wel gemeengoed’, zegt Moleveld. Volgens Van Dort is in de automotive alles zeer gestructureerd: ‘Wij willen het stukje papier bij voorkeur niet in handen krijgen. Zeker niet als je al weet wat er op staat.’ Van Dort maakt hierbij kanttekeningen. ‘Het is met de opkomst van internet voorgekomen dat bedrijven gekozen hebben om gegevens aan derden op het internet beschikbaar te stellen. Dat vind ik suboptimaal, want het betekent bij ons weer een extra handeling. Ik wil niet hoeven kijken, hooguit uitzonderingsboodschappen behandelen. Voor de rest wil ik gegevens direct in onze systemen kunnen laden.’
Desillusie
04 / 2006
Op gebied van RFID zijn de bedrijven nog niet heel actief en ook niet iedereen ziet evenveel toepassingen voor zijn bedrijf. Boer: ‘Wij zien voor de toekomst veel uiteenlopende en uitdagende toepassingen.’ ‘Op afstand onderhoud plegen is een van de zaken waar wij naar kijken’, haakt Moleveld erop in. ‘Het is een ramp om in Amsterdam onderhoud te plegen. Monteurs kunnen amper parkeren met hun wagens. Dan bestaat er nog wel de transportfiets, maar daar zijn monteurs ’s zomers wat enthousiaster over dan ’s winters. Onderhoud op afstand zou daar wel
S U P P LY C H A I N M A G A Z I N E
len met barcodes vast of de lading compleet is. Het is zo vervelend als je net tien kilometer onderweg bent en je mist een kurkentrekker,’ vertelt Van Heurn van de luchtcateraar. ‘We scannen niet de kurkentrekker, maar de positie waar het had moeten liggen. Daarnaast is Tracking & Tracing erg belangrijk zodat we kunnen aantonen wat er aan boord van een vliegtuig is gezet en hoe laat we daar waren. We hebben namelijk vaak niet meer dan een kwartier om de handel aan boord te brengen en dit geldt ook voor andere afhandelaars die met hun wagens met kerosine, bagage en toiletspullen willen beladen, waarbij je elkaar soms in de weg loopt. Een vliegtuig bevoorraden is net als parkeren in Amsterdam. Het is moeilijk om een plek te vinden en je krijgt een boete als je te laat weg bent. In het verleden werd bij vertraging nogal eens een welles-nietes discussie gevoerd of we op tijd waren.’ Nu kan KCS de tijdstippen van alle leveringen exact aantonen en heeft het aanzienlijk minder penalty’s. Van Moleveld herkent het wel. Duijvelaar Pompen heeft een soortgelijke bewijslast te leveren. ‘We hebben veel eigen sleutels van de flats die we in onderhoud hebben. We moeten kunnen aantonen dat de auto er daadwerkelijk heeft gestaan. Dat is een jaar na dato nog te traceren. Het geeft veel transparantie naar de klant.’ Van Heurn is het hier helemaal mee eens: ‘Precies. Dan heb je die discussie gewoon niet meer.’ Verder controleert voestalpine Polynorm Van Niftrik met barcodes welke artikelen in de vrachtwagen zijn gegaan. De afhalende partij tekent daarvoor. ‘We scannen alles 100 procent en kunnen tot op de seconde nauwkeurig aantonen wanneer iets is afgeleverd. We registreren zendingen met EDI; klanten weten uren van tevoren wat er aan komt. We hebben een barcode gekoppeld aan onze ERP-applicatie van Baan en aan de andere systemen. Met een druk op de knop hebben we een pakbon. Hiermee hebben
51
een uitkomst kunnen bieden.’ Boer meldt met KCS in gesprek te zijn om ook een slag te maken. Bijvoorbeeld met het monitoren van temperatuursveranderingen, omdat de maaltijden volgens de norm tijdens het logistieke proces niet boven zeven graden Celsius mogen komen. ‘Volgens strikte procedures steken we eens
in de zoveel tijd een thermometer in de maaltijden. Een externe onafhankelijke organisatie controleert hoe je dit hebt geregeld’, legt Van Heurn van KCS uit. ‘We onderzoeken of we die meldingen en registraties verder kunnen vereenvoudigen door automatische vastleggingen. En in geval van een recall, zoals laatst bij de
Profielen van de bedrijven Duijvelaar Pompen S U P P LY C H A I N M A G A Z I N E 04 / 2006
52
voestalpine Polynorm Van Niftrik
PHI DATA
KLM Catering Services
Activiteit: leverancier van produc-
Activiteit: specialist in het ontwik-
Activiteit: solution provider in automatische
Activiteit: luchtvaartcateraar
ten en diensten voor schoon- en vuilwatertransport. Is onderdeel van de KSB Groep, met wereldwijd 23 productieplants en 100 vestigingen. Hoofdkantoor in: Alphen aan de Rijn Aantal vestigingen: 1 Auto-ID projecten: 1 Website: www.dp.nl
kelen en produceren van carrosseriedelen voor de automobielindustrie Hoofdkantoor in: Putte Aantal vestigingen: 1 Auto-ID projecten: 1 Website: www.voestalpine.com/ polynorm
identificatie en printsystemen Hoofdkantoor in: Woerden Aantal vestigingen: 3 (Nederland, België, Luxemburg) Auto-ID projecten: in de 25 jaar van haar bestaan vele honderden auto-ID-projecten geleverd aan uiteenlopende gebruikers in industrie, retail, defensie en logistiek Website: www.phidata.nl en www.rfidsolutions.nl
Hoofdkantoor in: Schiphol Aantal vestigingen: 2 Auto-ID projecten: 1 Website: www.kcs.nl
‘Hype is niet goed, dat kan een desillusie worden’ paniek rond Olvarit waar glas in zou zitten, halen we informatie uit ons ERP-systeem. Welke producten zijn waar naartoe gegaan? We hebben gedetailleerde informatie over de samenstelling van
Koos Boer (PHI DATA): ‘Veel partijen hebben angst om informatie te delen en te ontsluiten.’
Big Brother
Uit het rondetafelgesprek komt duidelijk naar voren dat de keten de toegevoegde waarde van auto-ID bepaalt. De deelnemers zeggen dat er nog veel verzonnen cases de ronde gaan, bijvoorbeeld bij het scheiden van bonte en witte was. Of onderdelen die een signaal afgeven dat ze aan vervanging toe zijn, waarop de reactie is dat er nog zoiets bestaat als preventief onderhoud en dat een onderdeel werkt of niet en niet half. De suggestie om met opzet foutieve onderdelen of producten in het proces te doen en te volgen kan volgens de deelnemers wel interessant zijn, bijvoorbeeld om ketenonderzoek te verrichten. En ook de ontwikkeling van techniek is nog volop in beweging. Het kan volgens Boer nog wel vijf tot tien jaar duren voordat de tot standaard verheven UHF
François van Heurn (KCS): ‘Een vliegtuig bevoorraden is net als parkeren in Amsterdam. Het is moeilijk om een plek te vinden en je riskeert een boete als je te laat weg bent.’
RFID-tags goed en in grotere aantallen tegelijk kunnen worden uitgelezen, als het er al van komt. De UHF-techniek is wellicht niet toepasbaar in de praktijk vanwege reflecties en absorptie van stralingen tijdens het scannen. Naast het behalen van meer efficiency door manuele handelingen te automatiseren is het belangrijkste pluspunt van auto-ID het leveren van informatie, al dan niet als bewijslast uit defensief oogpunt, richting afnemers. Bedrijven moeten echter steeds oppassen dat dit soort projecten niet leidt tot een spannend hobbyproject, waarbij betrokkenen zeggen: ‘Het levert niets op, maar we hebben wel een leuke tijd gehad.’ U kunt reageren op dit artikel via
[email protected]
04 / 2006
Bij het mogelijke gebruik van RFID is het gevoel dat ‘Big Brother is watching you’ vaak aanwezig: medewerkers hebben het gevoel dat ze continu op de vingers gekeken en gecontroleerd worden. Hoe gaan de bedrijven met hun personeel om? Moleveld: ‘Onze servicebussen zijn uitgerust met Tracking & Tracing-navigatie. Het risico op Big Brother-gevoel is zeker aanwezig, maar we hebben intern afgesproken dat we na het uitklokken niet meer monitoren. De wereld verandert en je moet mee veranderen. Nu staat
Geen hobbyproject
S U P P LY C H A I N M A G A Z I N E
de beladingen en maaltijden en weten precies in welke maaltijden dat rotte tomaatje is gebruikt. Als een verdachte lading al aan boord van een reeds vertrokken vliegtuig staat, zoeken we contact met de crew om hen te informeren. Dit gebeurt overigens hoogst zelden. We gaan dus niet een RFID-tag onder elk kopje plakken, maar we denken wel in overleg met de klant na over toepassing op trolleys om de beschikbaarheid te kunnen managen.’ Ook Van Dort ziet nog niet zo een, twee, drie een toepassing van RFID bij voestalpine Polynorm Van Niftrik: ‘Aan hoogwaardige matrijzen hoef je geen RFID te hangen. Dat kan eenvoudiger. De matrijzen liggen op de plek waar je produceert, op voorraad of ter reparatie. Het is altijd een inpandige beweging en die haal je uit je ERP. Ik zie voor ons geen toepassingen.’ Dit tot grote opluchting van RFID-leverancier Boer. ‘Ik heb liever dat kritische klanten zeggen: “We zien het niet zitten, het is te duur of we doen het niet.” Hype is niet goed, dat kan een desillusie worden.’ Een belangrijk criterium voor de toepasbaarheid van RFID is de betrouwbaarheid bij het uitlezen van meerdere tags tegelijkertijd. Van Dort: ‘Ik schrok eigenlijk van de huidige onbetrouwbaarheid van RFID. Die 50 parts per million zijn dermate leading dat ik er niet aan begin zolang de systemen nog niet aan de gewenste betrouwbaarheid voldoen. Ik kan per product een RFID-chip mee laten spuiten, maar wat kan ik ermee? Het heeft alleen nut als we in de keten afspraken maken over standaarden. Je zou alle producten een unieke RFID-code kunnen meegeven die de garage in Azië, maar ook die om de hoek moet kunnen lezen. Het moet qua kosten/opbrengstenverhouding interessant zijn, wil je eraan beginnen. Een tag zou alleen toe kunnen voegen dat ik die scan niet hoef te maken.’ Boer bevestigt dat Tracking & Tracing in een dergelijk gesloten systeem sneller te automatiseren is dan in open ketens.
er ook niemand raar meer te kijken dat er een camera in de Kalverstraat hangt, of dat je je pasje door een sleuf haalt op je werk. Het wordt gemeengoed.’ Volgens Van Dort helpt het als bedrijven gewoon goed aan hun medewerkers uitleggen dat ze het nodig hebben om de markt goed te bedienen. ‘Openheid en eerlijkheid is belangrijk. Wees duidelijk in wat je doet en je ondervindt geen problemen.’ Toch geeft Van Heurn aan dat er binnen KCS discussie was om hun auto’s met GPS uit te rusten om zo te weten waar die zich bevinden. ‘We hebben er toch bewust voor gekozen om dat nog maar even niet te doen. Wat voor waarde voegt het toe? Je geeft iemand een opdracht en je gaat ervan uit dat hij professioneel zijn werk doet. Als er niks spannends gebeurt, dan moet je dat vooral niet willen weten.’ Moleveld is het daar niet helemaal mee eens: ‘Wij kunnen nu tegen onze klanten zeggen dat er over vijftien minuten een monteur voor de deur staat. Dat doet veel voor de perceptie: het geeft een professionele indruk.’
53