Week 6.
Zaterdag 5 februari 2011. De tweede haven op weg naar het zuiden is Puerto Vallarta. Het is een grote moderne badplaats. Maar er is nog een oud centrum over. We hebben een taxi genomen en zijn naar the old town gegaan. Bij de haven was wel wat te doen, namelijk een zeer grote supermarkt van Wal Mart en een Sears. Maar we hebben niets nodig. Verder was er alleen maar in het oude centrum wat te doen. En langs de boulevard, hier de Malecón geheten, hebben we heerlijk gelopen. Cees en Elly hadden eigenlijk een golfexcursie geboekt, maar die ging wegens gebrek aan belangstelling niet door. Dus zijn we met ons vieren op pad gegaan. We hadden ook de stadsbus kunnen nemen, net als Ruud en Wil, maar daar wilden we niet op wachten en we wilden het ook niet verder uitzoeken. De taxi’s stonden klaar. Eenmaal down town aangekomen, liepen we tegen een optocht van verenigingen van ruiters op.
Wij denken dat elke wijk zijn ruitervereniging heeft, net zoiets als in Siena de Paleo. Maar hier deden hele families mee, zelfs kleine jongens en meisjes zaten mooi hoog te paard. Een prachtig gezicht. Verderop, in de kathedraal van Maria de Guadeloupe, begon juist om 12 uur een bruiloft, met een katholieke mis uiteraard. Hier hebben we een half uur van meegenoten en toen zijn we op zoek gegaan naar het huis van Elizabeth Taylor. Ze had het optrekje van haar geliefde Richard Burton gekregen. Ze had er zelf aan de andere kant van de straat een tweede huis bijgekocht en die 2 huizen verbonden met een brug, de brug van de liefde. Helaas voor onze klimpartij van 138 traptreden, werd er van het huis een hotel gemaakt en stond er alleen nog maar een bouwval, op de trap na.
Daarna zijn we richting rivier gelopen en hebben tegenover het beeld van Elizabeth en Richard even wat gedronken. Het café was tevens een sigarenmakerij. Er zaten 2 mensen echt sigaren te maken. Overal kun je souvenirs kopen, er zijn meerdere handwerksmarkten. Ook op het eiland waren aan weerskanten van het pad allemaal kramen. Hoe kunnen die mensen een bestaan hebben als je op elke hoek van de straat dezelfde kettingen, sombrero’s, dekens en wat al niet kan kopen? Hier kun je ook goedkoop aan zilver komen, maar is dat dan ook gegarandeerd echt zilver? Wij hebben niets gekocht. Op de terugweg hebben we een heerlijke Margherita gedronken. Aangezien we na het ontbijt niets meer gegeten hadden, viel dit stevige drankje als een blok op ons maag. Elly en ik waren er giechelig van.
Van het werk van de Huichol indianen, waar een winkel vol met hun spullen sond, heeft Elly een olifantje gekocht.
Men maakt allerlei dierfiguren, van klein tot heel groot, van ingelegde kraaltjes. Er zijn geen ontwerpen en de patronen zijn uniek. Wat een geduld moet je daarvoor hebben. In de winkel stond een vrouw aan een beest te werken.
Daarna was het tijd om de taxi terug te pakken, want we hadden een avondexcursie naar een afgelegen strand. Daar stond een maaltijd, bbq, klaar en werd er een voorstelling op een speciaal toneel in het bos gegeven. Er was een zogenaamde piramide nagebouwd. Het restaurant lag schitterend aan de baai van de Pacific Ocean. De tocht erheen was heftig. Het was een klein bootje en het water ging tekeer. Je kon allerlei cocktails krijgen aan boord. Jan heeft wel 6 Margherita’s op, maar die waren niet zo zwaar als die ene van vanmiddag. We hadden een puike avond. Het eten was prima, gezellig aan een tafel van 8 gezeten, Pim en Anneke waren ook mee. De terugreis was kalmer en ook korter.
Nu varen we weer en hebben 2 zeedagen om de drank en het eten te laten zakken. De volgende haven is in Guatemala. Morgen ga ik om 11 uur naar de lezing om te horen wat je daar allemaal kan zien en doen. Jan slaapt al, maar dat is niet zo verwonderlijk. Op de terugweg heeft hij zich de drankjes nogmaals lekker laten smaken. Zondag 6 februari 2011. We waren vanmorgen toch gewoon op tijd wakker en we hadden totaal geen last van drank of eten van gisteravond. De lezing van Lisa was weer perfect. Ze praat 3 kwartier aan een stuk en weet de hele tijd te boeien. We gaan naar de oude hoofdstad Antigua, dat ligt 90 minuten rijden van de haven Puerto Quetzal. Het is te riskant om dat op je zelf te doen. Stel je voor dat je niet op tijd terug bent, dan zie je de boot wegvaren en kun je zelf zien hoe je in de volgende haven komt. Lisa raadde het ook min of meer af om zelf op pad te gaan. Alleen rondom de aanlegplaats kun je zelf een beetje rondkijken. Guatemala is een erg vulkanisch land. Antigua en ook de hoofdstad Guatemalastad liggen midden in een vulkaangebied. Misschien zien we wel wat stoom ontsnappen. De quetzal is een tropische vogel, die in volwassen staat een staart van wel 1 meter kan hebben. De vogel is heel kleurrijk, vooral de mannetjes kunnen blauw, rood en groen tegelijk
worden. Het is de nationale vogel en staat ook op het geld. Van oudsher is het al de vogel van de Maya’s. Guatemala is een democratisch land, met een congres en een senaat en een onafhankelijke rechtspraak. De president zit er van begin 2009. De bevolking is niet zo gemengd met Spanjaarden en andere immigranten. Zo’n 60% is van Indiaanse oorsprong en dat kun je in het straatbeeld zien. Als we er geweest zijn, zal ik er meer van vertellen. Na de lezing ben ik op het promenadedek een paar rondjes gaan lopen, 5 rondjes voor 2,5 km. En daarna heb ik even gezeten om te kijken of er, net als bij het ontbijt, nog walvissen te zien waren. Maar helaas.., niets. Jan is in die tussentijd bezig geweest met de website, die is van de afgelopen week weer up to date gemaakt. En hij heeft Cees geholpen met zijn e-mail binnen halen zonder dat dat veel geld kost. Om 1 uur hebben we geluncht en daarna hadden we een uitnodiging voor een wijnproeverij. De wijnen waren niet verkeerd. Cees vond een erg droge witte wijn niet lekker, maar wij konden er niets verkeerds aan ontdekken. Hierna schoven we meteen een verdieping hoger door naar de Royal Dutch High Tea. Dan hebben ze boterkoek, gevulde koeken en lekkere koekjes en krakelingen. Alleen Jan en ik waren sterk genoeg om geen schoteltje met extra boterkoek mee naar de hut te nemen. Het was zo al heftig genoeg. Het weer is erg opgeknapt en het zonnetje schijnt goed. En zo in de namiddag is het heerlijk zitten bij het zwembad. Dat hebben we dan ook gedaan. Sterker nog, (de zee was rimpelloos en dan is het zwembad ook rustig ) ik heb er ook nog een paar baantjes getrokken. En na een bubbelbad was ik weer totaal opgefrist. Het is vandaag de finale van de Superbowl, dat is Amerikaans voetbal. In het crow’s nest, het sportcafé de Mix en in het theater waren grote schermen neergezet en zat bijna het hele schip te kijken. Voor in de pauze werden er allemaal sandwiches en andere gerechten neergezet. Zo hoefde men niets te missen. Het is net zo iets als bij ons de Europacup als er een Nederlandse ploeg meespeelt. Tijdens het diner kwam de diningroom assistent Margaretha met nog een bord boterkoek. Dat had ze speciaal voor ons achter gehouden. We hebben dat als toetje bij onze koffie of thee na het eten opgegeten. Morgen is er nog een zeedag en dan komt er een spreker over Guatemala, de Maya’s en de betekenis van jade vertellen. Daar zal ik maar weer heen gaan. Het is toch wel interessant wat er verteld wordt. Maandag 7 februari 2011. Op deze zeedag met prachtig zonnig weer heb ik van half tien tot twaalf uur in het theater gezeten. Eerst was er, zoals elke dag, koffiepraatje met de cruisedirector. De artiest van gisteravond, een imitator van een geweldig niveau, kwam zijn levensverhaal vertellen. En dat was een boeiende story. Het gaat te ver om hier zijn hele verhaal te herhalen, maar het is een typisch Amerikaanse successtory van iemand die door een diepe depressie gegaan was en door zijn therapeut op het juiste pad geholpen was. Zijn missie was : als je iets doen wil, doe het dan nu. Start meteen met het veranderen van je leven als je iets anders wil en doe het zelf, wacht niet op anderen die je zouden kunnen of willen helpen. En leef elke dag alsof het de laatste dag van je leven is. Daarna kwam Lisa met informatie over Nicaragua. De haven Corinto is de enige haven van het land waar grote tankers, containerschepen en ook cruiseschepen kunnen komen. Het
plaatsje zelf stelt niet veel voor en je bent er dan ook snel uitgekeken. Je kan hoogstens nog naar het strand lopen waar je misschien grote schildpadden kunt zien aankomen, maar dat is dan ook alles. Wij hebben dan ook maar weer een excursie geboekt. Dan weten we in ieder geval zeker dat we het schip niet missen. De dichtstbijzijnde stad, Leon, ligt op een uur rijden ver weg en de wegen zijn slecht. Als de taxi panne krijgt, zal de chauffeur om zijn auto denken en niet hoe hij jou zo snel mogelijk terug op het schip krijgt. Dat wordt verteld en wij denken dat het ook zo is. Om 11.00 uur kwam er iemand over jade vertellen. We worden morgen bij het Jademuseum afgezet en daar zijn gidsen die je kan huren voor 10 dollar per persoon. Die gids vertelt je alles over Antigua, een stad die op de wereld erfgoedlijst van de UNESCO staat. De jade die hier gewonnen wordt is redelijk uniek. Er zijn 2 soorten jade, de andere soort wordt in grote hoeveelheden in British Columbia en in California en in China en op nog meer plaatsen gewonnen. En de rest is namaak. Als we morgen in het museum geweest zijn, kan ik er nog meer over vertellen. Na deze lezingen binnen, ben ik lekker een paar rondjes op het promenadedek gaan lopen. Dat is echt heerlijk. Ruud en Wil waren vandaag getuige en telden de rondjes (5), want zij lagen lekker op de dekstoelen te lezen enzo. Na al die inspanningen was het tijd voor een lunch. Zoals elke zeedag komen Jan en ik altijd om 13.00 uur naar het zwembad op het Lidodek. We zagen ook Cees en Elly, zij hadden ook de informatie vanmorgen gehoord. En we besloten meteen om een excursie te boeken. Zo gezegd, zo gedaan. Eindelijk had ik daarna tijd om in de zon te liggen en om een nieuw boek te beginnen. Het wordt “Zorro”” geschreven door Isabel Allende. Zo kan ik me ook een beetje inleven in de geschiedenis van Latijns Amerika. Dit keer gaat het over dat wat nu noord en zuid Californië heet en het speelt rond van 1790 tot 1840. Ook de Franse Revolutie en de onafhankelijkheid van het Spaanse moederland speelt een rol in het boek. En uiteraard spelen de indianen en hun relatie met de Spaanse bezetters en de Rk kerk een grote rol. Jan heeft trouwens vanmorgen een uur op dek 9 rondjes gelopen, dat is een open dek waarbij je rond het dak van het zwembad loopt. Hij ziet weer een stukje bruiner. Aan het eind van de middag steekt de wind op. De kapitein had er in zijn dagelijkse praatje tegen de klok van 1 uur al voor gewaarschuwd. Hij geeft dan altijd een update from de bridge. Waar we zijn op de aardbol, zoveel graden noordelijk of zuidelijk en zoveel graden oostelijk of westelijk. Hoe hard de wind waait, hoeveel knopen het schip vaart, het weer van vandaag en dat van morgen. Hoe laat hij denkt aan te komen om de loods op te pikken, hoe laat we zullen dokken enz. Daarna komt altijd Steve James, de cruisedirector met de activiteiten van de middag en de avond. Dat kun je ook altijd lezen in de dagprogramma, maar een herhaling is erg makkelijk. Om 5 uur was de wind zo straf, dat we maar naar de hut zijn gegaan. Lekker een wijntje drinken en douchen voor we het pak weer aanhijsen. En nu is het alweer laat. Morgen gaat de wekker om 7 uur, want de excursie gaat om 9 uur van start en dan moeten we helemaal klaar zijn. Dinsdag 8 februari 2011. Er gingen vele bussen op excursie, dus het was druk bij het uitdelen van de nummertjes. We gingen dan ook een half uur te laat op pad. De excursie heette “Antigua on your own” en we werden dus naar Antigua gebracht en ’s middags weer terug naar het schip.
De stad ligt hoog in de bergen en de bus moest hard werken om ons te vervoeren. Onderweg zagen we 3 vulkanen, de Watervulkaan, de Vuurvulkaan en nog een vulkaan. De Watervulkaan rookte elke paar minuten en daar het een onbewolkte hemel was, kon je dat goed zien. Onderweg was de brug weggespoeld. Hij was in reparatie en de zeer kleine omweg ging erg traag. Maar uiteindelijk kwamen we toch bij het Jademuseum aan. Het was tevens een jadefabriek en museumwinkel.
We hebben er rondgekeken en toen een plaatselijke gids ingehuurd die ons door Antigua rondgeleid heeft. Dat vonden we wel nodig, want eer je de weg uitgevogeld hebt, ben je weer een uur verder. De jonge gids, Gerardo, was een echte indiaan, een nazaat van de Maya’s. Maar eerst terug naar het museum. Er stonden allemaal replica’s van allerlei jadevoorwerpen die in graven en bij opgravingen gevonden zijn. Hoe meer macht een koning had, des te meer jade bezat hij en kreeg hij ook mee zijn graf in. Jade is zo hard, dat het nooit vergaat. Er zijn zelfs gebitten mee versierd. Nu kun je kettingen, armbanden en oorbellen etc. kopen en ook allerlei beelden. In het museum is de kwaliteit gegarandeerd, maar op straat is het bijna allemaal namaak. En er liepen wat verkopers en verkoopsters en ook veel kinderen die liepen te venten. Je werd er bijna onder bedolven. Ook de doeken en geborduurde dekens werden overal aangeboden. De jade wordt met behulp van water geslepen. In de fabriek werken bijna uitsluitend Mayavrouwen.
De Mayacultuur wordt verdeeld in meerdere periodes en strekt zich uit van Yucatan en Chiapas in Mexico tot in Costa Rica. De vroege periode duurt van 3000 voor Christus tot 200 BC. De klassieke Mayatijd is van 200 BC tot aan 900 na Christus. Dan verdwijnt de grootste Mayastad in het noorden van Guatemala, de stad Tikal. De jungle overwoekert de stad en men is al jaren bezig om de tempels en de rest onder het groen vandaan te halen. Men denkt dat de opkomst van de Azteken vanuit het noorden van Mexico de andere stammen heeft onderworpen. De hoofdstad van de Azteken was waar nu Mexicostad ligt op een eilandenrijk. De jade komt in een bepaald gebied boven de oppervlakte en ligt vaak bij de boeren op hun akkers in de weg. Het is zo hard en zwaar dat ze er omheen ploegen. De Andreasbreuk die langs Californië loopt, begint aan de Caraïbische kust in Guatemala. Er ligt een merengebied en een rivier. De breuk loopt dan naar de andere kust aan de Stille Zuidzee en buigt dan voor de kust naar het noorden af. Op de breuklijn komt een van de 2 tectonische platen naar boven, terwijl de andere er onder schuift. Dan komt er hard gesteente uit het binnenste van de aarde mee en dat kan dus jade zijn. Deze jade hier is zo hard, dat een hamer terugkaatst als je er op slaat. Dan weet je ook dat je met jade te maken hebt. De eersta archeologen die in de 60- en 70 er jaren naar jade gingen zoeken, deden dat op de verkeerde plaats (in Chiapas in Mexico) en ze zochten naar het verkeerde materiaal. De mooi gepolijste voorwerpen komen niet vanzelf zo in de aarde. Het ruwe materiaal ziet er echt anders uit. Het echtpaar dat het museum en de fabriek bezit, vond wel deze jade en besloot het voor het land te behouden en te zoeken naar mensen die het zouden willen en kunnen bewerken net zoals de Maya’s dat duizenden jaren voor hen hadden gedaan. En dat is ze gelukt.
Het leuke voor Antigua is dat ze zich hier gevestigd hebben. Er komen nog al wat toeristen op af. We hebben een schitterend hotel gezien, Santa Domingo, in een oud dominicanenklooster. En ook mindere hotels mogen er zijn. Aan de buitenkant zie je de pracht van de binnenplaatsen niet af. Je moet echt naar binnen. Dat is het leuke van de gids, die weet waar dat kan en waar niet. Hij sprak 3 talen, zijn eigen taal, dan Spaans ( de landstaal) en Engels. Er zijn wel 20 verschillende indianentalen hier. Spaans is dus de voertaal. Ook hier was er weer een mis aan de gang, in de kerk van de heilige Franciscus. Daar hebben we maar een paar minuten van meegekeken. Natuurlijk hebben we ook een handwerk markt bezocht. Jan wilde nog een ceintuur kopen, maar die in zijn maat was niet leuk. Dat ging dus niet door. Na 3 uur rond te hebben gekeken en een kopje koffie van de landsbonen gedronken te hebben ( erg lekkere koffie overigens) was het tijd voor de terugtocht. We hebben nog een keertje in de museumwinkel rondgekeken en toen toch maar de kettingen gelaten voor wat ze waren. Alleen een klein hangertje voor aan mijn omega kon ik niet laten liggen.
Hier bij de haven aangekomen, stonden er nog eens wel 100 kramen met alle spullen die we ook in Antigua konden kopen. En wat erger was, voor het Jademuseum hadden we helemaal niet naar Antigua hoeven te gaan. Er stond een dependance hier aan de
haven met net zulk mooi spul en de museumstukken, replica’s van de echte die overal in de musea staan, werden hier wel verkocht. Gelukkig stelde het stadje wat voor en gingen we er zeker niet voor niets heen. Achteraf hoorden we van andere passagiers dat er toch officiële toeristenbusjes met chauffeur en gids te huur waren en natuurlijk voor de helft van onze prijs. Maar die gingen vast niet onder de verantwoordelijkheid van de HAL. Bij de gangway stond een ambulance. Een mevrouw had op de kade haar heup gebroken en moest van boord. Haar man ging mee en ze namen alleen maar een klein koffertje mee. Ze zullen niet meer terug aan boord komen en hun bagage zal wel naar hun huis gestuurd worden. Je bent nog niet klaar als je zoiets overkomt. Hier spreekt bijna niemand Engels. Je moet je echt met Spaans zien te redden. Het wegvaren was eindelijk zoals wij het graag zien. Het weer is zwoel en je kan makkelijk op het achterdek het uitvaren bijwonen. Daarna was het tijd om de hut op te zoeken. De foto’s moeten gedownload worden en dan is het tijd voor een glaasje wijn en een verfrissende douche. Na een heerlijke maaltijd, voor Jan en mij een vegetarische schotel, is het tijd om dit blog te schrijven en dan om te gaan slapen. Morgen moeten we minstens even vroeg op, want dan gaan we in Nicaragua weer op pad, om 8.45 uur. Woensdag 9 februari 2011. Hier in Nicaragua heerst dus echt armoe. De hutjes van hout, karton en golfplaten staan overal waar we langs rijden.
We gaan eerst naar een aantal modderputten, waar met hete stoom ook zwavelhoudende modder naar boven borrelt. Het is nu het droge seizoen en daarom ligt het gebied er
verdord en droog bij. Toch is de grond heet en moet je niet buiten de paden gaan. Dan verbrandt je huid. Je kon de zakjes met modder ook kopen. Het is uiteraard goed voor je huid, maar het wordt zo’n modderpoel in de badkamer van de hut. Bij de ingang van het zogenaamde park stonden kraampjes met vrouwen en kinderen die die modder en kleipotjes verkochten. En natuurlijk verkochten ze er een aantal. Het kost ook niks, van 1 tot 5 dollar. Langs een straat in de nederzetting kwamen ook een paar koeien langs met een herder er op een paard achteraan. En op de hoek van die kruising zat de rest van het dorp op de stoep te zitten, veelal mannen en jongens. Er is geen werk. Onderweg naar de bezienswaardigheden heeft de gids werkelijk de hele geschiedenis en de geografie en de sociologie van zijn land verteld. Ik weet niet of ik alles nog kan navertellen, maar het is toch boeiend om te zien dat je door zo’n reis als wij maken, belangstelling voor het land gaat krijgen.
Midden-Amerika bestaat uit 5 landen, nl. Guatemala, Nicaragua, Honduras, El Salvador en Costa Rica. Deze landen hebben alle 5 op dezelfde dag in 1821 de onafhankelijkheid van Spanje uitgeroepen. Verder vind je hier nog Panama en Belize en uiteraard Mexico. Het oosten en zuiden hebben 2 seizoenen, het droge van november tot mei en het natte van mei tot november dus. In het westen, aan de Caraïbische zee, ligt een regenwoud. Tussen het oosten en het westen zijn er geen wegen. De enige verbinding is per vliegtuig of per boot van af het meer Nicaragua. In het westen, dat heel lang een bezet is geweest door GrootBrittannië, wonen de nazaten van de slaven die er op de plantages moesten werken. Dat deel werd pas ver in de 19e eeuw aan Nicaragua over gedragen. Er gaat een rivier, de Rio San José, van de CaraÏbische Zee, vlak langs de grens met Honduras en El Salvador, naar het enorme meer Nicaragua, of eigenlijk andersom natuurlijk. Dat meer ligt maar zo’n 20 km van de kust van de Pacific en de stad Granada aan dat meer heeft een grote overslaghaven. Totdat het Panamakanaal in gebruik genomen werd, was dit de weg voor de Amerikanen om de goederen van oost naar west vervoerd te krijgen.
Vervoermagnaat Vanderbilt bedacht deze verbinding die te verkiezen was boven het vervoer door de States heen, langs Indianen, door de woestijn en dat transport duurde wel 4 tot 6 maanden. Het was veel korter om alles op een schip te laden, de Mississippi af te varen of in New Orleans in te schepen en dan via de Rio San José tot aan Granada. Dan was het vervoer over de weg heel veel ingekort. En dan daarna alles weer per schip naar San Francisco of L.A. dit transport duurde maar 1 maand. De VS hadden er belang bij om alle transport te bekorten en wilden eigenlijk in Nicaragua het kanaal graven, maar de Panamezen kwamen in het congres hun zaak en land bepleiten ( een concessie van 100 jaar en het gevaar van vulkanen in Nicaragua benadrukken ) en wonnen het pleit. Op dit moment zoeken andere landen wegen om het Panamakanaal te vermijden, omdat het tonnen kost om er 1 schip doorheen te laten varen. China en Rusland met name zijn op zoek naar een nieuw kanaal, zo zei onze gids. Dit zou een manier zijn om inkomsten binnen te krijgen, want er zijn geen natuurlijke hulpbronnen. Er wordt op houtskoolvuurtjes gekookt, omdat er geen kool, olie of gas is. Er wordt speciaal eucalyptushout voor gekweekt.
Dat Lake Nicaragua is een heel groot zoetwatermeer. Het eiland Puerto Rico past er met gemak in. Er leven allerlei soorten vis in zelfs zoetwaterhaaien en zaagtandvissen. Met leeft er rondom van de visvangst.
Verder zijn er veel boeren, er wordt veel suikerriet verbouwd en dat is ook een exportartikel, met name de rum. Zelf zijn de Nicaraguanen zoetekauwen, ze doen echt overal suiker in. Verder wordt er koffie verbouwd en pinda’s, die worden allemaal uitgevoerd naar de VS en Europa. De koffie die wij er gedronken hebben was van uitstekende kwaliteit. De geschiedenis van alle Latijns-Amerikaanse landen wordt altijd in 2 episodes verdeeld, namelijk pré-Columbiaanse en de Spaanse episode. De ontdekking door Columbus in 1492 van de Nieuwe Wereld was het begin van een ongekende bezetting van al het land en het weghalen van de rijkdommen en de decimering van de bevolking. De grote steden zien er net zo uit als die in Spanje. We gingen na de vulkanische modderputten naar de plaats Léon. Hier hebben we de grootste kathedraal van Midden-Amerika bezocht. Zelfs konden we het dak beklimmen en over de stad uitkijken. De enorme fresco’s waren pas nog gerestaureerd. Er was op een ervan een foutje gemaakt. De geknielde moeder Maria heeft 2 linkervoeten. Kan gebeuren.
Er is hier geen hoogbouw, de stad is zelfs niet echt modern te noemen. Er is, zoals overal in de Spaanse steden, een Plaza de Armas, waar veel verkopers en verkoopsters, van indiaanse origine ( Maya’s zeggen ze zelf) allerlei spullen lopen te verkopen. De spullen kosten bijna niets, van 1 tot 10 dollar, maar het aardewerk kun je niet meenemen. Ik kocht dus alleen een safarihoed, die had ik nou net niet bij me. Op de overdekte handwerksmarkt zag je dat de vrouwen zelfs hun kinderen meegenomen hadden. De kleintjes lagen in de box te slapen. Dit Léon was al de 2e versie. De 1e was in de 17e eeuw door een vulkaanuitbarsting of een aardbeving verwoest. Dit horen we meer van steden hier in deze regio. Men gaat daarna onvermoeid aan een nieuwe stad beginnen. Zo had Guatamala al zijn 4e hoofdstad gekregen met Guatamala-stad. Het was voor de Spaanse overheerser ook wel makkelijk om weer te gaan bouwen. Men dwong de Maya’s of andere “first natives” als slaven. In Nicaragua is nog 60% van de bevolking van de oorspronkelijke bevolking afkomstig. Maar iedereen kan
begrijpen dat als er een zooitje soldaten van over de Atlantische Oceaan gevaren komt in een zeilboot, dus afhankelijk van de passaatwinden, en ze zien op hun aanlegplaats allerlei vrouwen, dat er binnen het jaar een aantal kinderen van gemengde afkomst geboren wordt. Deze kinderen worden mestiezen genoemd. Vanaf 1990 heerst er democratie. Er zijn elke paar jaar vrije verkiezingen. Maar dat is niet altijd zo geweest. Van 1943 tot aan zijn afzetting in 1979 heeft de familie Somoza het land geregeerd alsof het zijn persoonlijke eigendom was. De bevolking had geen rechten, er was geen onderwijs en men werd zelfs niet als mens beschouwd. In die regeerperiode, eigenlijk dictatorschap, heeft de familie kans gezien om miljarden dollars weg te sluizen. Ik geloof wel 168 miljard, maar daar zijn Jan en ik het niet over eens. We horen zoveel getallen, jaartallen en anderszins gegevens dat we op een miljardje meer of minder niet meer kijken. Het was in ieder geval een astronomisch hoog bedrag. Het land zou meteen uit de ellende zijn als alles terug zou komen. De familie bezat bijvoorbeeld ook fabrieken. Een van die fabrieken was een batterijfabriek en die stond aan het 2e grote zoetwatermeer van het land, Lake Managua. Er is zoveel gif in dit meer gestort, dat het totaal dood is. Met behulp van Duitsland wordt het meer nu weer gezond gemaakt. Dit is een van de voorbeelden hoe 1 familie een land tot zijn persoonlijke eigendom rekent. Na de omwenteling kwamen de Sandinisten aan de regering. Na een rechts regime kwam een links regime en hier werd het land uiteindelijk ook niet beter van. Een aantal zaken werd goed aangepakt, zoals bijv. het onderwijs. Alle scholieren die de middelbare school afsloten, moesten verplicht vóór de diplomering een half jaar naar het platteland om de kinderen te leren lezen en schrijven. Zo is men in staat geweest om in een tiental jaren het analfabetisme sterk terug te dringen. Maar aangezien het land geen natuurlijke hulpbronnen heeft en er geen animo van buitenaf was om te investeren in een communistisch regime, was er een geld tekort. De Colombiaanse drugskartels hebben van deze situatie gebruik gemaakt om de drugs door te sluizen naar de VS en Europa. Dat was eigenlijk ook niet de bedoeling. Bovendien mocht men van de regering niets kopen zonder vergunning, ook al had men geld. Spreiding van goederen, eten en drinken stond voorop. Maar met de val van de Berlijnse Muur was het ook met de steun van de USSR gedaan. De Sandinisten werden door de conservatieve Contra’s weggestuurd en er werden vrije verkiezingen uitgeschreven. Die zijn door een vrouw gewonnen. Zij heeft er voor gezorgd dat al het militaire materiaal van beide zijden werd ingeleverd. Dat is allemaal in de hoofdstad Managua verbrand. Ook heeft ze er voor gezorgd dat het afgelopen was met het machogedrag van beide partijen. Men heeft zich verzoend met elkaar en afgesproken dat er niet meer gevochten wordt tussen de bevolkingsgroepen. Sindsdien moeten de soldaten werken en meehelpen met civiele werken. Na de vrouwelijke president kwam er weer een man. En je gelooft het of niet, maar ook deze zag weer kans om miljoenen achterover te drukken. Deze figuur is onlangs door de huidige president in de gevangenis gekieperd. Ik hoop voor het land dat het geld terug komt. Door alle burgeroorlogen waarbij de mannen van huis waren of nooit meer terugkeerden zijn de vrouwen steeds de baas in de families geweest. En die positie bezetten ze nog steeds.
Er valt met de Nicaraguaanse vrouwen niet te spotten. Ze delen klappen uit aan degenen die zich niet weten te gedragen, zelfs als ze al volwassen zijn. Hierbij wil ik het over deze dag laten. We waren om 2 uur terug op de boot en daar hebben we lekker bij het zwembad gezeten. Morgen is er een zeedag, want het is wel 700 mijl varen tot Panama City. Donderdag 10 februari 2011. We hebben uitgeslapen tot bij tienen en op ons gemak ontbeten. Hierdoor heb ik de lezing van Liza over Panama gemist. Maar we hebben op de 1e dag toch een excursie, dus is het niet zo erg. Na het ontbijt is Jan Cees gaan helpen met het in mappen zetten van zijn foto’s op zijn laptop en ik heb het promenadedek maar weer opgezocht. Met dit tropische weer is dat een uitstekende plek om te relaxen en te wandelen.( se promener = wandelen ). Dit hebben Jan en ik samen na de lunch op dek 9 nog een keertje over gedaan. Daarna is Jan bezig geweest met de foto’s die bij deze teksten horen. Dit kost aardig wat tijd. Maar aan het eind van de middag hebben we met Ruud en Wil heerlijk op het achterdek naar de ondergaande zon zitten kijken. Daar is het dan zo rustig. Iedereen zit aan tafel of staat onder de douche. Dat doen wij in een vloek en een zucht. Het was wel formel, maar dat maakt niets uit. Na het diner zijn we weer naar het achterdek bij het Lido gegaan, nu met ons zessen en daar hebben we van de tropische avond genoten tot middernacht. We hoeven morgen niet zo vroeg op, want we komen pas om half tien aan. Dan moeten er wel 400 mensen voor excursies getenderd worden, maar dat gaat ze wel lukken. Vrijdag 11 februari 2011. Om half tien staan we klaar om zo snel mogelijk bij een bus te komen. Om half elf zaten we in een bus en na 2 minuten stopte de bus alweer voor een sanitaire stop. De halve bus ging inderdaad naar de wc. Daar snappen wij dus niets van. Na anderhalf uur rijden komen we bij het meer aan waar we in de kano’s stappen. Daar waren ook 2 wc’s. Maar o.k. de gids zal wel van zijn ervaringen geleerd hebben. En het is waar dat over het algemeen de Amerikaanse vrouwen altijd naar de “restrooms” moeten. Een oudere ( ca.90 jaar ) Amerikaanse zei me een keer: “ga naar het toilet wanneer je kan en ga zitten waar je kan”. We zijn onderweg naar een indianendorp, waar nog zonder moderne westerse hulpmiddelen geleefd wordt. Het is een stam die 50 jaar geleden van dicht bij de Colombiaanse grens verhuisd was naar het huidige gebied. Dit is aan een groot meer. In de jaren ’90 maakte de regering van dit gebied een National Park en verjoeg de bevolking. Maar aangezien ze nergens anders heen konden, mochten en mogen ze er wonen, mits ze in hun eigen onderhoud voorzien. Ze houden zich bezig met landbouw, visvangst en met het ontvangen
van toeristen. De kanotocht over het meer was een hele belevenis. We voeren wel 3 kwartier voor we in hun dorp waren.
Het is de Emberra stam. Eenmaal aangekomen werden we van harte welkom geheten en moesten we ons thuis voelen. Er wonen in dit dorp 112 mensen, verdeeld over 23 families in even zovele huizen op palen. Er zitten in dit regenwoud veel gevaarlijke dieren, giftige slangen en zo. ’s Avonds na zonsondergang doet men alle ramen en deuren dicht, haalt men de trap op om beschut te zijn tegen allerlei nachtelijk gevaar.
We kregen er een maaltijd, klaargemaakt in de keuken van het dorp, ook zo’n huis op palen. De vloer bestaat uit boomschors, je kon er makkelijk op lopen. Er was op de vloer op de kookplaats een laag zand neergelegd en daarop een houtskoolvuur gestookt. Daarop was de vis gebakken voor de hele groep en de maïs schijven. We kregen alles in bakken van bananenblaren geserveerd. Eten met je 10 geboden. Ook de ananas en de watermeloen werd op dienbladen van bananenblad gepresenteerd, alles even keurig. Er was veel handwerk te koop, houtsnijwerk en manden en maskers van vlechtwerk, prachtig gemaakt. De prijs werd bepaald door het aantal dagen dat er aan gewerkt werd, 1 dollar voor elke dag. Elke familie had zijn eigen kraampje om de spullen te verkopen. En natuurlijk werd er grif gekocht. Wat dat betreft zijn Amerikanen uitstekende toeristen, ze kopen altijd overal wel wat. En ze vinden e=het ook allemaal even
prachtig. Ook wij hebben allemaal wat gekocht. Ikzelf een armbandje en een maskertje dat een uil moet voorstellen. Ze hadden de prachtigste wolven- en toekanmaskers, maar die zijn zo groot. Waar moet je ze laten in je bagage?
Na een paar uur, waar we vrij waren om overal rond te lopen en in de huizen te kijken, moesten we toch weer terug. Weer zo’n toptrip terug in de kano. En na ook nog een busreis van bijna 2 uur kwamen we om 6 uur bij de tender aan. Maar er stond een enorme rij en er was geen tender te bekennen. Wij zijn toen maar het terras van een restaurant op geschoven. We hebben ons het biertje, koffie en wat eten prima laten smaken. We hoefden daarna niet meer aan tafel. Met Ruud en Wil hebben we nog wel een toetje en een kop koffie genomen in het Lido. En na een laatste cappuccino in het Explorer’s café was het tijd om de hut op te zoeken en dit verhaal te maken. Inmiddels is Mubarak in Egypte afgetreden en naar Sharm-el-sheik uitgeweken. Dit na 18 dagen van straatprotesten op het centrale Tahrirplein in Cairo. We hebben nu wel steeds CNN aanstaan. Dit is toch wel wereldnieuws. Eerst Tunesië en nu weer Egypte waar een regering wordt weggstuurd. Met spanning wacht de wereld af: wat nu? Voor mij zit deze weer er op en kan Jan de plaatjes er bij plakken.
Morgen hebben we nog een dag hier in Panama City. We weten nog niet wat we gaan doen. Maar dat is voor de volgende week.