Winterse speurtochten Een speurtocht lopen vinden kinderen vaak een erg leuk. Helaas kost het veel tijd om een originele speurtocht te bedenken en te maken. In dit artikel en de bijbehorende werkbladen staan drie leuke speurtochten die te maken hebben met de winter. Behalve het uitzetten van de route hoef je er zelf niks meer voor te doen. Ook kun je de opzet van de speurtochten als inspiratiebron gebruiken wanneer je zelf eens een keer een speurtocht wilt maken.
Algemene organisatietips Route kiezen Zorg voor een afwisselende route waar de kinderen ongeveer een half uur over doen. Kinderen zijn erg enthousiast en rennen vaak naar de volgende vraag. De route moet dus langer zijn dan je denkt, neem er bij het uitzetten dan ook ruim de tijd voor. Veiligheid Het hangt van de leeftijd, de locatie en de moeilijkheidsgraad af of je groepjes kinderen alleen laat lopen. Ik zou zo veel mogelijk kiezen voor groepjes waar een ouder bij zit. Pas wanneer de speurtocht in een bekend gebied bij daglicht doet, zou je kunnen overwegen om kinderen vanaf een jaar of 8 alleen te laten lopen. Groepjes indelen Maak niet te grote groepjes. Wanneer je dit wel doet, heb je de kans dat sommige kinderen alleen maar mee kunnen lopen met de rest. Wanneer je kleinere groepjes maakt, is er meer ruimte voor de kinderen om te overleggen. Je kunt er voor kiezen om vriendjes bij elkaar te zetten. Een andere mogelijkheid is om juist groepjes te maken waarin kinderen zitten die elkaar nog niet goed kennen om zo het groepsgevoel te vergroten. Posten onderweg Om de speurtocht nog leuker te maken kun je onderweg werken met posten. Bij deze posten kunnen de kinderen nog een opdracht doen om extra punten te verdienen. Ook warme chocolademelk onderweg maakt de speurtocht extra leuk.
Winterspeurtocht Voorbereiding: Bedenk waar je de speurtocht langs wilt laten lopen. Zorg dat je een aantal kruisingen tegenkomt (het liefst 10). Hang bij de eerste afslag een briefje op met de drie pijlen (werkblad pagina 14). Hang de eerste abc-vraag ernaast (werkblad pagina 15) Wil je de route naar links laten lopen, schrijf dan het juiste antwoord in de pijl die naar links wijst. Zet de andere twee letters in de pijl voor rechtdoor en de pijl voor rechtsaf. Hang bij iedere volgende afslag of kruising wederom een ABC-vraag en schrijf het juiste antwoord in de pijl die naar de juiste richting wijst. (werkbladen pagina 15 t/m 19) Hang de open vragen (werkbladen pagina 20 t/m 24) in de juiste volgorde op de
route tussen de abc-vragen in. Kom je minder dan 10 kruisingen tegen, zorg dan dat je de overige abc-vragen in de juiste volgorde op de route hangt. Kopieer per groepje een scorekaart (werkblad pagina 25).
Uitleg van de speurtocht: De kinderen krijgen per groepje een scorekaartje en een pen of stift. Vertel ze waar de eerste vraag hangt. Hier beantwoorden ze de vraag. Als ze denken dat het antwoord 'A' is, dan lopen ze in de richting van de pijl waar deze letter bij staat. Onderweg beantwoorden ze ook de open vragen. Aan het eind van de route worden de antwoorden gecontroleerd. (werkblad pagina 26) Let op: Kijk ook waar de kinderen terecht komen wanneer ze de verkeerde pijl volgen. Komen ze bijvoorbeeld terecht in een doodlopende straat of duidelijk een foute route, dan is dat geen ramp. Maar anders zou je na een bocht bijvoorbeeld een briefje met een groot kruis of 'fout beantwoord' op kunnen hangen.
Winterzoekspel Deze speurtocht werkt niet met een route. Hierdoor kun je het spel makkelijk binnen spelen of in een klein overzichtelijk gebied. Ook kan dit spel goed individueel gespeeld worden. De speurtocht is ook geschikt voor jongere kinderen. Voorbereiding: Zoek een gebied waarin de speurtocht zich afspeelt. Dit kan het clubgebouw zijn, maar ook een grote speeltuin, een deel van een wijk of een stuk bos. Hang de plaatjes (werkbladen pagina 27 t/m 34) verspreid over het gebied op in willekeurige volgorde. Hoe overzichtelijker en kleiner het gebied, hoe moeilijker je de briefjes op moet hangen. Kopieer per groepje (of individueel) een scorekaart (werkblad pagina 35).
Uitleg van de speurtocht: Ieder groepje krijgt een scorekaart en een pen of stift en gaat op zoek naar alle plaatjes. Als ze een plaatje tegenkomen die met de winter te maken heeft, schrijven ze de bijbehorende letter over op hun scorekaartje. Komen ze een plaatje tegen dat niet met de winter te maken heeft, dan hoeven ze niks op te schrijven. Als alle vakjes van de bovenste rij gevuld zijn, hebben ze alle letters. Hiervan maken ze een woord en dat schrijven ze dit over in de vakjes van de onderste rij. Het woord moet zijn: SNEEUWBAL
Kerstspeurtocht Deze speurtocht werkt met een route waarbij ze onderweg moeilijke en makkelijke vragen tegenkomen. Voorbereiding: Bedenk waar je de route langs wilt laten lopen. Hang bij kruisingen, afslagen en wanneer er lang geen afslag is, een plaatje op dat met de kerst te maken heeft. (Hiervoor zou je de plaatjes kunnen gebruiken van het winterzoekspel). Hang op de route om en om een vraag met een letter en een vraag met een cijfer op (werkbladen pagina 36 t/m 43). Zet eventueel een vrijwilliger bij de doe-opdrachten. Hang ook de doe-opdrachten op de route (werkbladen pagina 43 t/m 44). Kopieer per groepje een scorekaartje (werkblad pagina 45).
Uitleg van de speurtocht:
Geef ieder groepje een scorekaartje en een pen of stift. Breng het groepje naar het eerste plaatje of de eerste vraag. De kinderen volgen de route en beantwoorden onderweg de vragen. Aan het einde van de route worden de antwoorden gecontroleerd (werkblad pagina 45). Let op: De abc-vragen zijn moeilijker dan de 123-vragen. Zitten er kinderen van verschillende leeftijden in een groepje, dan kun je afspreken dat de oudere kinderen de abc-vragen beantwoorden en de jongere kinderen de 123-vragen. Ook zou je ervoor kunnen kiezen om de abc-vragen weg te laten.
Werkblad