Windenergie Verkenning van de mogelijkheden binnen de gemeente Apeldoorn
deA juni 2014
Inhoudsopgave 1
Inleiding
3
2
Facts & Figures Windenergie
3
3
Geografische mogelijkheden
5
4
Participatiemodellen
6
5
Financieel model
9
6
De visie en aanbevelingen
10
2
1
Inleiding
In heel Nederland is steeds meer aandacht voor en vraag naar duurzame energie. deA richt zich op duurzame energie in Apeldoorn. Daarbij kan gekozen worden voor zon, waterkracht, wind en biomassa. Er zijn verschillende ambitieniveaus voor hoeveel duurzame energie we wanneer opgewekt willen hebben. Er zijn landelijke, provinciale, regionale en lokale ambities. Het Rijk heeft een forse ambitie voor windenergie en heeft hierover afspraken met alle provincies gemaakt. Dit houdt voor Gelderland in dat er in 2020 circa 75-100 windturbines moeten zijn. In 2014 zijn er 18 in werking en 16 in voorbereiding. Dat geeft aan welke doelstelling is neergelegd vanuit Rijk en Provincie. Apeldoorn is altijd voorloper geweest in haar energieneutrale ambities. Dat vereist duurzame energie en de groei hiervan. Welk ambitieniveau je ook centraal stelt, helder is dat met alleen zonne-energie en biomassa deze niet wordt gehaald. Windenergie is ook in Apeldoorn nodig om de doelen te bereiken. deA wil zich daarom oriënteren op de (on)mogelijkheden van windenergie in en rondom Apeldoorn. Het onderzoeken ligt voor de hand, omdat het om duurzame energie gaat, die lokaal opgewekt en geleverd kan worden. Het bestuur van deA heeft een werkgroep gevraagd een windvisie voor deA op te stellen. De circa 20 leden van de werkgroep Wind van deA hebben zich gezamenlijk verdiept in deelfacetten van windenergie en op basis daarvan deze windvisie opgesteld. In haar vergadering van 13 juni 2014 heeft het bestuur van deA besloten het resultaat van de werkgroep Wind over te nemen, de visie te ondersteunen en in de lijn hiervan verder te werken. Wanneer onomkeerbare beslissingen genomen moeten worden, worden deze voorgelegd aan de ALV.
2
Facts & Figures Windenergie
Beleving Heel belangrijk bij windenergie is de manier waarop mensen er naar kijken. De een vindt het fantastisch en een teken van vooruitgang. De ander noemt de horizonvervuiling en moet er niet aan denken op uit te kijken. Deze diverse belevingen spelen bij elk project een (grote) rol.
3
Techniek Windmolens zijn er in diverse vormen, groottes en varianten. Er zijn kleine windmolens, die je op een schoorsteen van een huis kunt plaatsen en er zijn de megaturbines van meer dan 100 meter hoog. Ze variëren qua vermogen van enkele kW’s tot enkele MW’s. Ze kunnen horizontaal en verticaal om hun as draaien. En bijvoorbeeld 2 of 3 wieken hebben.
De werkgroep heeft veel kennis gebruikt van de experts die in Stedendriehoek verband zijn ingehuurd. Daarbij is geconcludeerd dat kleine windmolens niet rendabel te exploiteren zijn. Ze kunnen door particulieren worden geplaatst, waarbij ze doelen dienen als zelfvoorzienendheid en eigen bijdrage aan verduurzaming van de samenleving. Voor een grote beweging naar duurzame energie op een financieel minimaal budget-neutrale wijze hebben kleine windmolens geen betekenis. Daarvoor zijn grotere molens/turbines nodig. Het gaat dan om turbines van minimaal 80 meter hoog en 1,5 megawatt. Windkracht en plaatsing Op de Veluwe is in principe genoeg wind om windenergie te kunnen opwekken. Het rendement ligt over het algemeen wel lager dan in de kustgebieden (ca 10%). Maar ook landinwaarts waait het voldoende. De plaatsing van windturbines is maatwerk. En uiteraard moet de normafstand tot bestaande bebouwing gerespecteerd worden. De regel was dat de minimale afstand van een turbine tot de woning minimaal 4 keer de ashoogte moest zijn. Inmiddels is dat veranderd en is het geluidsniveau leidend. Er mag op een gevel gemiddeld niet meer dan 47 decibel hoorbaar zijn. Veel aandacht gaat vaak uit naar slagschaduw. Die kan exact berekend worden. En doordat windturbines allemaal computergestuurd en ingeregeld zijn, kan vooraf voor elk jaar geprogrammeerd worden wanneer de turbine stil moet staan om slagschaduw te voorkomen.
4
3
Geografische mogelijkheden Apeldoorn
Niet alle locaties zijn geschikt of wenselijk voor (grote) windturbines. Vanuit wet- en regelgeving zijn vaak beperkingen die veel gebieden ongeschikt maken. Zo zijn er beperkingen vanuit natuurwetgeving. In natuurgebieden en/of gebieden die tot de ecologische hoofdstructuur behoren, kunnen geen windturbines geplaatst worden. Ook waardevolle (cultuur)landschappen zijn dusdanig beschermd dat windenergie daar niet te realiseren is. Voor de gemeente Apeldoorn geldt grofweg dat de oostkant van het stedelijk gebied landschappelijke waarden heeft en de westkant belangrijke natuurwaarden. Aan de noordkant wordt het stedelijk gebied uitgebreid met de woonwijk Zuidbroek. Het stedelijk gebied is te dicht bebouwd. Aan de zuidkant blijft dan een gebied over waar geen beperkingen liggen vanuit die weten regelgeving. Om vliegveld Teuge ligt een zogeheten hindercirkel van 500 meter waarbinnen ook geen windturbines geplaatst kunnen worden. Er is een quick scan gemaakt voor het hele grondgebied van de gemeente Apeldoorn. Deze is verricht door experts die door de provincie en de Stedendriehoek beschikbaar zijn gesteld voor de werkgroep Wind van deA. Daarbij zijn verschillende kaartlagen over elkaar heen gelegd, waardoor uiteindelijk zicht ontstaat op gebieden waar windenergie eventueel zou kunnen. Hieronder is de samenvattende kaart opgenomen. De niet gekleurde dan wel gearceerde gebieden blijven over. Waarbij vermeld dient te worden dat de open vlek aan de noordkant Zuidbroek is en dus eigenlijk oranje (stedelijk gebied) gaat worden of al is.
5
Al met al kan op basis van de quick scan geconcludeerd worden dat er in de gemeente Apeldoorn twee mogelijke locaties denkbaar zijn waar één of meerdere turbines geplaatst kunnen worden. Hier liggen vanuit wet- en regelgeving geen (of minder) beperkingen voor windenergie. Dit zijn de locaties Ecofactorij en Beekbergsebroek. Op de Ecofactorij is enkele jaren geleden een plan voor 5 windmolens gesneuveld. Voornaamste reden hiervan was de invloedzone van vliegveld Teuge. Dit betekent niet dat er geen windturbines mogelijk zijn, maar wel minder dan in dat desbetreffende plan waren opgenomen. 4 van de 5 turbines vielen in de zone, 1 daarbuiten. Met een andere opstelling zijn er wellicht nog 1 of 2 mogelijk. De locatie Beekbergsebroek ligt ten zuiden van Apeldoorn. Hier waren plannen voor een groot regionaal bedrijventerrein. Dat gaat er niet komen. De gemeente (heeft diverse kavels daar in eigendom) oriënteert zich nu op andere mogelijkheden voor deze locatie. Daarvoor heeft de gemeente een proces gestart, waarbij iedereen plannen en ideeën kon indienen. Omdat vanuit wet- en regelgeving geen beperkingen liggen op dit gebied voor windenergie heeft deA zich gemeld bij de gemeente. Er is niet zozeer een initiatief door deA ingediend, als wel de mededeling gedaan dat deze locatie mogelijk geschikt is voor windenergie. En dat deA dat graag verder zou willen verkennen, voordat eventuele onomkeerbare beslissingen worden genomen over andere functies in dat gebied. Geredeneerd vanuit wet- en regelgeving zijn er twee mogelijke locaties voor windenergie, te weten de Ecofactorij en Beekbergsebroek. Deze locaties kunnen mogelijkerwijs verkend worden, waarbij aandacht besteed wordt aan draagvlak omwonenden, participatie omwonenden, situering op de locatie en dergelijke.
4
Participatiemodellen
Uit alle ervaringen tot nu toe is wel duidelijk dat draagvlak van omwonenden van cruciaal belang is, of eigenlijk omgekeerd: weerstand en verzet tegen plannen voor windmolens kunnen deze uitstellen en onmogelijk maken. Not in my backyard (Nimby). Ondertussen is er ook ervaring opgedaan met verschillende participatiemodellen; ervaring die deA kan gebruiken.
6
Verkoop van energie uit wind levert inkomsten op. Daarmee ontstaat de mogelijkheid dat investeerders een rendement op hun investering kunnen maken. Met andere woorden: wie financieel (of anderszins) bijdraagt aan het mogelijk maken van de windmolens, kan na verloop van tijd meer geld terug ontvangen. Dit kan dus niet alleen interessant zijn voor mensen die nu eenmaal lokale duurzame energie nastreven maar ook voor mensen die hinder ervaren omdat ze dicht bij de windmolens wonen. De mogelijkheid van compensatie en participatie zal het draagvlak vergroten. Participeren is een breed begrip met activiteiten als: meepraten, meebeslissen, meewerken en meeprofiteren. De werkgroep heeft ten aanzien van participatie twee uitgangspunten gehanteerd: 1. De bevolking van Apeldoorn moet de gelegenheid krijgen te participeren (financieel en zeggenschap) in windenergie in Apeldoorn. 2. De direct omwonenden worden betrokken bij de plannen omdat zij direct de gevolgen ondervinden. Een deel van de netto-opbrengst van windenergie wordt gereserveerd voor de direct omwonenden. Voor het eerste uitgangspunt zijn in de presentatie tijdens een van de werkgroepbijeenkomsten vier participatiemodellen genoemd, steeds combinaties van een rechtsvorm en een financieringsvorm: - Coöperatief model - Coöperatief model met aandelen in windpark - Obligaties - Windcentrale of Windwissel Een coöperatief model is een samenwerkingsvorm van individuele leden die gezamenlijk in iets willen voorzien dat hen allen apart, op individuele basis niet lukt. Daartoe stellen zij een bestuur en een uitvoerings-/beheerorganisatie in. Gezamenlijk investeren zij, en gezamenlijk profiteren zij van het resultaat, van de opbrengst. In dit geval dus in afzonderlijke windmolens of in een windpark. De coöperatie kan bestaan uit (verschillende combinaties van) verschillende groepen: - direct omwonenden (afstand van 800-1000 meter tot windmolens) - inwoners van het gebied (af te bakenen in cirkels: 800-1000 meter rond locatie, gemeente Apeldoorn, Stedendriehoek, Oost-Nederland, Nederland) - windmolen-ontwikkelaar en/of exploitant - andere bedrijven en organisaties Wie lid kan worden van de coöperatie wordt bepaald in de statuten. Daarin wordt ook vastgelegd hoe er geparticipeerd kan worden en hoe de opbrengsten worden verdeeld en besteed. Dit kan zowel de leden als niet-leden betreffen, zowel voor direct omwonenden als voor verder weg wonenden, in vorm van geld of in vorm van diensten, met of zonder zeggenschap.
7
De coöperatie kan ook samenwerken in een juridisch vorm met een ontwikkelaar of met andere bedrijven en organisaties. In dat geval heeft de coöperatie een aandeel in het windpark. In deze beide participatiemodellen is sprake van zeggenschap en eigenaarschap. Dit is niet het geval bij participatie via obligaties of winddelen. Voor Coöperatie deA ligt op enig moment in de toekomst de vraag voor welke rol zij wil spelen bij windenergie en op welke manier zij zou willen participeren. De statuten geven aan dat instemming van de ALV nodig is voor het nemen van een belang in een andere organisatie (artikel 11, lid 6, 7, 8). In de ALV van 16 april jl. is het jaarplan 2014 goedgekeurd met daarin voor windenergie het voornemen om deze windvisie op te stellen en om aan een gedragen locatiekeuze mee te werken. Verder is de presentatie van de windvisie zoals die op dat moment in de deA-werkgroep Wind was gevormd voor kennis aangenomen. Onomkeerbare beslissingen zullen vooraf aan de ALV worden voorgelegd. Over de manier dat direct omwonenden zullen worden betrokken zijn nog geen concrete voorstellen ontwikkeld. Van belang is dat zodra de verkenningen een serieus karakter krijgen er direct om contact getreden moet worden met de direct omwonenden. De mogelijkheid om mee te participeren staat voor omwonenden in ieder geval open. Ook indien de direct omwonenden niet (financieel en zeggenschap) willen participeren, zal met de omwonenden gezocht worden naar betrokkenheid en vormen om de hinder te compenseren. De werkgroep concludeert dat: • (Lokale) participatie is van groot belang bij windenergie. Iedereen die mee wil doen, moet mee kunnen doen • Participatie van omwonenden moet mogelijk zijn • deA is geen voorstander van windenergie zonder lokale participanten, zoals deA of omwonenden/bewoners • het specifieke participatiemodel wordt in een tweede fase uitgewerkt.
8
5
Financieel model
Onderdeel van het onderzoek naar de mogelijkheid om in Apeldoorn windmolens te plaatsen betreft de financiële haalbaarheid. De werkgroep heeft hierbij gebruik kunnen maken van de expertise van Geert Bosch (Bosch en van Rijn adviseurs) en Siward Zomer (Sizo projectbureau). Op basis hiervan is helder geworden dan alleen, zoals ook eerder vermeld, grote turbines vanaf ca 90 meter hoogte rendabel zijn. Kleinere windturbines kunnen alleen maar met (veel) verlies draaien. Daarnaast heeft de werkgroep kennis genomen van het door Lochem Energie ontwikkelde financiële rekenmodel. Uitgangspunt hierbij was het plaatsen van één of meerdere grote windmolens (ashoogte van 90 t/m 150 meter) om het financieel rendabel te krijgen. Voor de bepaling van de uitkomst van het model (wel of niet rendabel) zijn de aannames erg belangrijk. Aan de ene kant hebben deze effect op de investeringen welke gedaan moeten worden (o.a. hoeveel windmolens, de hoogte van de windmolen en de locatie m.b.t. aansluitkosten). De andere kant heeft betrekking op de opbrengsten (hoeveel wind verwacht je te vangen met de windmolen(s), afhankelijk van de ligging en wel of geen subsidie). Per saldo leidt dit tot een positief of negatief rendement. Het model van Lochem Energie is vervolgens uitgebreid met een zogenaamde gevoeligheidsanalyse (wat is het effect indien de prijs van elektriciteit daalt, meer wind wordt gevangen, etc.). Hierdoor krijg je inzicht in de risico’s bij wijzigingen van de aannames. Er is bewust voor gekozen om geen bedragen te noemen aangezien de aannames verfijnd dienen te worden voor m.n. het aantal windmolens en de te verwachten windopbrengst. Wel kan als kostenindicatie worden aangegeven dat een windmolen met een vermogen van 3 MW (ashoogte 100 m) ongeveer € 4,5 mln (incl. BTW) kost. Conclusie: Verschillende deskundigen geven aan dat alleen een grote windmolen (ashoogte 90 t/m 150 meter) rendabel is. Verder is geconstateerd dat op basis van een aantal veronderstellingen (zoals voldoende wind, SDE subsidie) het exploiteren van windturbines financieel verantwoord is.
9
6
De visie en aanbevelingen
Op de hoofdlijn is de visie: deA is voorstander van windenergie als belangrijke bouwsteen voor duurzame energie. Het is wenselijk om de mogelijkheden hiervan in Apeldoorn verder te onderzoeken. Dit kan zich richten op de locaties Beekbergsebroek en de Ecofactorij. Voorwaarden voor deA om in de toekomst mee te werken aan windenergie zijn: • er draagvlak bij omwonenden is; • participatie (als zij dat willen) van omwonenden mogelijk is; • investeren voor deA verantwoord is; • de revenuen als deA geïnvesteerd worden in andere vormen van duurzame energie en in projecten van deA; • (plan) processen zorgvuldig doorlopen worden; • de uitkomst wel of geen wind afhankelijk is van draagvlak. Aanbevelingen voor het vervolg: • Nadere verkenning van de mogelijkheden van windenergie op de locatie Beekbergsebroek, • met speciale en specifieke aandacht voor draagvlak omwonenden. • De verkenning dient zich te richten op contact met omwonenden, andere initiatiefnemers voor de locatie, doorrekenen business case, verdieping wet- en regelgeving op de locatie en oriëntatie op participatievormen (i.o.m. onder andere de omwonenden).
10