Wethouder van Welzijn, Volksgezondheid en Emancipatie
H.P.G. van Alphen
Gemeente Den Haag
Retouradres: Postbus 12 600, 2500 DJ Den Haag
Aan: de Commissie Maatschappelijke ontwikkeling
Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk
BOW/2008.285 - RIS 153810 Doorkiesnummer
070 - 353 3351 E-mailadres Aantal bijlagen Datum
1 april 2008 Onderwerp
Beantwoording technische vragen nota verslavingszorg 20082010: Verslaving: een zorg voor alle Hagenaars.
Geachte voorzitter Onderstaand wordt kort ingegaan op de technische vragen gesteld naar aanleiding van de Nota verslavingszorg 2008-2010, Verslaving: een zorg voor alle Hagenaars. De beantwoording is waar mogelijk samengevat, daarbij wordt ondermeer verwezen naar eerdere informatie. Een deel van de beantwoording wordt opgenomen in de binnenkort aan u toe te zenden informatie. Enkele vragen vereisen meer tijd, deze zullen separaat beantwoord worden. De voortgangsrapportage van het plan van aanpak ‘Den Haag Onder Dak’ (Maatschappelijke Opvang en Openbare Geestelijke Gezondheidszorg), gaat in op de integrale aanpak van huisvesting, werk, schuldenproblematiek/boetes en onderdak. De rapportage verschijnt voor de zomer. De realisatie van nieuwe voorzieningen in de stad, is onderdeel van het ‘Stedelijk Plan’ dat zeer binnenkort aan u voorgelegd wordt. Onderdeel van de te realiseren voorzieningen is de opzet van een hostel voor oudere chronische opiaat verslaafden. Binnenkort verschijnt het stedelijk integraal alcoholactieplan. De aanpak voor de komende periode wordt daarin uitgewerkt in concrete actiepunten. In dit plan en bij de bespreking wordt specifiek op deze vragen ingegaan.
Met vriendelijke groet, Bert van Alphen wethouder van Welzijn, Volksgezondheid en Emancipatie
Inlichtingen bij
Postadres: Postbus 12 600, 2500 DJ Den Haag Bezoekadres: Spui 70, Den Haag Internetadres: www.denhaag.nl
Telefoon: 070 - 353 3351 Fax: 070 - 353 2210
BOW/2008.285
2
TECHNISCHE VRAGEN PvdA 1. Blz. 9: klopt het dat het percentage Haagse vrouwen dat bekend is met alcoholgebruik (4% volgens de gezondheidsmonitor 2006) aan dezelfde criteria voldoet als de mannen, namelijk 20 glazen of meer? Wat is het percentage vrouwen met problematisch alcoholgebruik volgens het meestal gebruikte criterium van maximaal 14 eenheden per week? In de gezondheidsmonitor is dit onderscheid niet gemaakt. In de komende gezondheidsenquete waarvan de resultaten in 2009 bekend zijn wordt dit onderscheid wel meegenomen. 2. Blz. 14: bij het vroegtijdig herkennen van problematisch middelengebruik en snelle beschikbaarheid van een zorgaanbod horen korte wachttijden. Is bekend wat op dit moment de wachttijden en de capaciteit van behandelingen gericht op problematisch middelengebruik bij jongeren zijn? En bij volwassenen? Een snel zorgaanbod is belangrijk voor specialistische zorg en voor ondersteuning in vroege fasen van probleemgebruik. Het actiepunt 7, is gericht op het realiseren van een nieuw snel aanbod voor beginnende jongere probleemgebruikers bestaande uit gerichte preventie/motivatie. De wachttijden bij de Haagse voorzieningen van Brijder Verslavingszorg variëren. Deze voorzieningen hebben overigens deels een landelijke functie. De wachttijden vallen binnen de daarvoor geldende (Treek) normen. De capaciteit voor volwassenen omvat 191 plaatsen, er staan 155 personen op een wachtlijst. Voor jongeren gaat het om 36 plaatsen en een wachtlijst van 15 personen. Bij de kliniek DETOX-drugs is de wachttijd korter dan 3 weken. De wachttijd voor de ‘snelle DETOX’ is minder dan een week. 3. Blz. 18: hoe staat het met de ontwikkeling en realisatie van het `Duurzaam Beschermd Verblijf’ op basis van de BOPZ? De aanvraag voor realisatie van de voorziening Duurzaam verblijf BOPZ, is met de positieve adviezen van gemeente en Zorgkantoor ingediend bij het ministerie van VWS. Nog niet bekend is wanneer definitieve toestemming komt. 4. Hoe verhoudt zich de heroineverstrekking tot de methadonverstrekking? Is de behandeling van de gebruikers hetzelfde? Is er doorloop van het ene naar het andere traject, en zo ja, hoe loopt dit en hoe vaak vindt dit plaats? De keuze van behandelmethodieken en de uitvoering van de zorg vallen primair onder de medische expertise en verantwoordelijkheid van de zorginstellingen. De behandelingen verschillen. Voor de heroïneverstrekking geldt een apart landelijk vastgesteld protocol. Binnen de toelatingseisen van de CCBH (Centrale Commissie Behandeling Heroïneverslaafden) geldt dat alle cliënten van het heroïneproject afkomstig moeten zijn uit de methadonbehandeling. Binnen dit programma wordt vastgesteld welke patiënt voldoet aan de gestelde criteria waarna de patiënt wordt uitgenodigd om deel te nemen aan de behandeling dmv medische heroïne. In 2007 hebben 80 unieke cliënten zorg ontvangen in het heroïneproject. Uitstroom uit de heroïnebehandeling vindt plaats als blijkt dat de behandeling onvoldoende effect sorteert of de patiënt zelf de behandeling wil staken. Op dat moment vindt over het algemeen weer instroom plaats binnen de reguliere methadonbehandeling. De methadonbehandeling omvat 779 unieke cliënten (gegevens 2007). Daaronder bevonden zich 150 ‘nieuwe cliënten’ (langer dan 6 maanden niet in zorg), waarvan 90% reeds bekend was bij de zorg.
BOW/2008.285
3
TECHNISCHE VRAGEN CDA 1. Methadonverstrekking: worden er bij methadonverstrekking urinemonsters genomen en zo ja, wat zijn de resultaten hiervan? Methadon/heroïneverstrekkingverstrekking is mede bedoeld om gebruik uit de criminele sfeer en invloed te halen? In hoeverre wordt dit gehaald? De methadonbehandeling omvat urinetesten. Daarbij wordt ondermeer getest op bijgebruik. Aan de hand van de uitslagen wordt de behandeling aangepast, door bijvoorbeeld aanpassing van medicatie, intensievere zorg of doorverwijzing naar het heroïneproject (zie vraag 4 PVDA). Voor een goed antwoord op de vraag naar specifieke resultaten van urinetesten is aanvullende informatie nodig. Het effect op criminaliteit is onderzocht voor het heroïne project. Daarbij was na twee jaar behandeling sprake van een daling van het aantal dagen per maand met illegale activiteiten van gemiddeld 13 naar 0,25 dagen. De totale cliëntengroep omvat 779 mensen. 2. Paragraaf 3.2: In hoeverre is zorg- en hulpverlening (behandeling psychische ziekten/ lichamelijke problemen./ resocialisatie) succesvol wanneer patiënten clean zijn en wanneer patiënten niet clean zijn? Binnen verslavingszorg geldt dat er behoefte is aan meer inzicht in de werkzaamheid op lange termijn. Experimenteel onderzoek waarbij vergelijkbare cliënten een deel van de wenselijke zorg onthouden wordt is schaars. In het algemeen zijn psychische problemen beter zijn aan te pakken als er geen sprake (meer) is van actieve verslaving. Het omgekeerde geldt echter ook. Zie de informatie over interventies van het Trimbosinstituut. 3. Paragraaf 3.3: Welk deel van de Hagenaars loopt een hoger risico, hoe groot is dit deel en welke risico’s loopt men? Op deze termijn is geen gedetailleerde informatie te leveren, deze informatie volgt binnenkort. 4. Paragraaf 3.4: In een aantal krantenberichten kwam afgelopen jaar naar voren dat cocaïnegebruik in het uitgaansleven toeneemt. Zijn hier getallen over bekend? In het derde Haags Uitgaansonderzoek (RIS 123159) zijn kwalitatieve gegevens opgenomen. Meer kwantitatieve stedelijke gegevens komen binnenkort beschikbaar met de resultaten van het vierde Haags uitgaansonderzoek over middelengebruik in de uitgaanswereld. De eerste resultaten geven aan dat in meer dan de helft van de uitgaansnetwerken van de panelleden cocaïnegebruik voorkomt (Epidemiologisch bulletin 2007-4). Landelijk is er, blijkens de Drugsmonitoren van Trimbos, sprake van een toename in gebruik van cocaïne. 5. Paragraaf 4.1: Op welke wijze krijgt de handhaving van minimumleeftijden vorm? Bij handhaving spelen een aantal partijen een rol waaronder politie en Voedings en Warenautoriteit (alcohol). De aanpak rond handhaving op het gebied van alcohol is ondermeer opgenomen in de reactie op de discussienota “Hoffelijk of Hufterig in Den Haag?” (RIS 143848). 6. Paragraaf 4.2: Preventie behoeft versterkte inzet. Kan het college aangeven op welke wijze het alcohol- en drugsbeleid op scholen momenteel vorm krijgt? Welk deel van de scholen geeft preventielessen, welke preventiemethodes worden hiervoor gebruikt? Wat zijn de achterliggende redenen om preventie te versterken? Het voorkomen van het ontstaan van probleemgebruik is de meest directe manier om schade voor gebruiker en omgeving te voorkomen. In de totale inzet neemt preventie daarom een belangrijke plaats in. Het project gezonde school en genotmiddelen is één van de interventies die hiervoor worden ingezet. Per jaar gaat het om beperkt aantal schoolvestigingen. Scholen hebben hierin een eigen verantwoordelijkheid. Ze kiezen zelf
BOW/2008.285
4
of zij hieraan deelnemen. Actiepunt 3 betreft de regelgeving rond drugs. 7. Paragraaf 4.3: Er is aandacht voor kansspelverslaving ondermeer via internet. Een opkomend fenomeen is internetverslaving in het algemeen. Heeft het college zicht op de grootte van dit verslavingsfenomeen? Kan het college op basis van landelijke cijfers aangeven hoe groot het internetverslavingsprobleem is? Op welke wijze wil het college signalering van deze verslaving verscherpen? In de nota zijn de meest recente cijfers over alle vormen van gokken opgenomen. Van internetverslaving anders dan gokken is geen stedelijk beeld. De risico’s op verslaving aan internet kansspelen, is in 2005 onderzocht in opdracht van het College van toezicht op de kansspelen (www.toezichtkansspelen.nl). Een landelijk onderzoek onder leerlingen van de laatste klassen basisschool en eerste klassen voortgezet onderwijs geeft aan dat circa 60% gemiddeld 5,5 uur per week offline games speelt. Voor online games gaat het om 40% die gemiddeld 9 uur per week spelen. Onduidelijk is in hoeverre hier sprake is van verslaving. Haagse signalering vindt plaats via de reguliere monitoring, reacties op Drugsweb en via contacten met de zelfhulporganisatie Anonieme Gokkers Omgeving Gokkers (AGOG). 8. Paragraaf 4.4: er wordt een verband gelegd met werk en inkomen: is bekend hoeveel bijstandsgerechtigden verslaafd zijn en vice versa? Het voorkomen van verslavingsproblemen bij uitkeringsgerechtigden wordt niet geregistreerd. 9. Paragraaf 5.0: Wat zijn de successen van de Amsterdamse & Rotterdamse aanpak in Drenthe in vergelijking met de Haagse aanpak? De Haagse voorziening is nog niet gerealiseerd een vergelijking tussen deze voorziening en de voorziening in Beilen is nog niet te maken.
BOW/2008.285
5
TECHNISCHE VRAGEN ChristenUnie-SGP 1. Op pagina 12 staat in paragraaf 4.2: ' hoewel het gebruik van cannabis de laatste jaren stabiel blijft vormen problematische cannabisgebruikers een groeiende groep binnen de verslavingszorg. Een duidelijke verklaring hiervoor ontbreekt.' Fractie ChristenUnie-SGP heeft vragen bij de effectiviteit van programma's gericht op preventie zonder dat eerst nader onderzoek wordt gedaan naar de reden van de toename. Heeft de wethouder al inititatief genomen tot onderzoek naar de toename van het problematisch cannabisgebruik onder jongeren? Zo ja, wanneer worden de uitkomsten verwacht? Zo nee, is hij bereidt daar onderzoek naar te (laten) doen? De stijging van het aantal aanmeldingen bij verslavingszorginstellingen met cannabis als primaire problematiek is nog niet eenduidig verklaard. Wel is duidelijk dat er risico’s kunnen zijn verbonden aan intensief gebruik. Daarom is het belangrijk dat er nu voldoende wordt ingezet op preventie, het tijdig signaleren van probleemgebruikers en het aanbieden van zorg. Bij de uitvoering zal gebruik worden gemaakt van de resultaten van de lopende onderzoeken onder verslavingszorgcliënten, scholieren en uitgaanders. Dit jaar worden de resultaten bekend van het vierde Haags uitgaansonderzoek over middelengebruik in de uitgaanswereld. De informatieverzameling voor het landelijke Peilstationonderzoek onder scholieren gaat in 2008 van start. Voor Den Haag is de steekproef vergroot. Op dit moment vindt onderzoek plaats naar Haagse zorgclienten met primaire cannabisproblematiek, op basis van de resultaten wordt besloten over de noodzaak voor aanvullend onderzoek. 2. Coffeeshops zijn er ondermeer vanwege de controle op het gebruik. Is onderzocht wat de preventieve werking van coffeeshops is? Is onderzocht wat de positieve en negatieve effecten van het coffeeshopbeleid zijn? De resultaten van het coffeeshopbeleid zijn opgenomen in de reguliere verslaglegging via de coffeeshopmonitor (RIS 146655). 3. N.a.v. pagina 1, laatste regel (‘Verslavingsproblematiek en de aanpak daarvan zijn een zaak van alle Hagenaars’): Hoe wordt dit nobele streven ingevuld? Wordt er ook samengewerkt met vrijwilligersorganisaties? Om de ambities vorm te geven is het belangrijk de goede samenwerking in de stad voort te zetten. Het gaat daarbij om de ketenpartners in zorg, opvang en ondersteuning, maar vooral ook om de burgers van de stad. Ook vrijwilligersorganisaties zoals zelfhulpgroepen, lotgenotencontacten, organisaties van verwanten worden daarbij betrokken. Te denken valt aan de deelname van omwonenden in de begeleidingscommissies rond nieuwe voorzieningen.
BOW/2008.285
6
TECHNISCHE VRAGEN SP 1. Waar blijven de opvang/huisvestingspanden? Waar blijft de voortgangsrapportage “onder dak”? De realisatie van nieuwe voorzieningen in de stad, is onderdeel van het ‘Stedelijk Plan’ dat zeer binnenkort aan u voorgelegd wordt. Onderdeel van de te realiseren voorzieningen is de opzet van een hostel voor oudere chronische opiaat verslaafden. 2. Hoe verhoudt de gezondheidsnota 2007-2011 zich tot het meerjarenbeleidsplan WMO; aandacht voor elkaar betreffende (ambulante) verslavingszorg? De gezondheidsnota is onderdeel van de uitvoering van de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid (WCPV) De nota verslavingszorg geeft uitvoering aan prestatieveld 9 van het meerjarenbeleidsplan WMO. De nota’s hebben t.a.v. doelgroepen, instrumenten, etc. diverse raakvlakken. 3. Hoofddoel is duurzaam stoppen met probleem gebruik (blz 8). Hoe definieert u deze term? Voor de term duurzame rehabilitatie geldt hetzelfde; graag toelichting op deze term (blz 17) Duurzaam stoppen met risicogebruik is bij voorkeur permanent. Duurzame rehabilitatie betekent dat iedereen weer op het voor hem of haar haalbare niveau van volwaardig kan gaan meedoen in de Haagse samenleving. 4. "De doelen van participatie en deelname aan de samenleving gelden ook voor hen en hun naaste omgeving". Een waarheid als een koe, ze gelden immers voor alle hagenaars, Wat bedoelt de wethouder hiermee? Meer vrijwillige inzet op bv. straatvegers met beloning?Of bedoelt de wethouder hier ook dwang mee? De ontwikkeling van creatieve dagbestedingstrajecten als middel ter bevordering van participatie, wordt waar mogelijk gecombineerd met verbetering van de leefbaarheid, zoals nu al gebeurd in de projecten High Clean en Clean River. Dwang is hierbij niet aan de orde. 5. "gemeentelijke taken betreffen dat deel van de problematiek waarvan de cliënt (nog) geen duidelijke geformuleerde zorgvraag heeft". Hoe moet ik dat zien? De vraag is m.i. heel duidelijk als het gaat om onderdak, eten, medische zorg, een toekomstperspectief enz. Wat is dan een duidelijke geformuleerde zorgvraag? Afkicken en een rooskleurige toekomst? Bovendien wie bepaalt wat een duidelijke zorgvraag is, het college, de raad, de zorginstelling, de zorgverzekeraar of de cliënt? Graag uitleg. De gemeentelijke taken richten zich op degenen die nog geen zorgvraag hebben (preventie) en degenen die niet in staat zijn zelf de noodzakelijke zorg en opvang te formuleren en te vinden. Dit houdt in dat de gemeente een taak heeft in het vertalen van een zorgbehoefte naar een concrete zorgvraag. Het gaat hierbij om het creëren van een aanbod in de signalering en toeleiding. 6. "We zetten in op een sluitend netwerk van spreekuren medische basiszorg" En dan? Behandeling? Geldt dit ook voor methadongebruikers waar van medische controle nauwelijks sprake is? Zo ja, hoe gaat de medische controle van methadon gebruikers er uitzien? De spreekuren sluiten aan bij de laagdrempelige opvang. Cliënten van deze spreekuren worden behandeld en indien nodig aan gespecialiseerde tweede lijnszorg overgedragen. De methadonbehandeling omvat medsiche zorg. 7. "sluitende zorgstructuur 0-23 jaar, sluitend zorgaanbod" Via de hulpdienst krijgt de SP wel eens de klacht dat (verslaafde) dak en thuisloze jongeren tussen wal en schip vallen. Jeugdzorg stuurt de jongeren naar Parnassia en Parnassia stuurt de jongere naar jeugdzorg. Welke afspraken gaat deze wethouder of wethouder jeugd maken om dit te stoppen? Graag uitleg. De zorgstructuur is gericht op een sluitend aanbod. Aanvullende afspraken zijn vooralsnog niet nodig. Voor de aanpak van de brede jeugd problematiek geeft het ‘Actieprogramma Jeugd
BOW/2008.285
7
2007-2010’ de kaders. 8. En waarom is het zo geregeld dat hulpverlening vanaf 16 jaar alleen mogelijk is wanneer de jongere het zelf wil, en als de jongere het zelf wil hij eruit geknikkerd wordt, omdat hij blowt en zich niet aan afspraken houdt. Nu was dit juist de zorgvraag. Hoe gaat de wethouder dit probleem tackelen? Zie antwoord op vraag 5. Het actiepunt 7 is gericht op het realiseren van een nieuw snel aanbod voor beginnende jongere probleemgebruikers, waarin preventie, motivatie en een laagdrempelig zorgaanbod zijn gecombineerd. 9. De unit medische heroïne verstrekking telt nu 75 plaatsen, is dit voldoende? Staan er mensen op de wachtlijst? Zo ja, is uitbreiding mogelijk? Wanneer? Waarom niet? De capaciteit is voldoende, er is geen wachtlijst. Zie ook de beantwoording van vraag 4 PvdA 10. "Heroïne is net als methadon een geregistreerd geneesmiddel". Wat geneest methadon? Bekend is dat methadon meer (fysiek) kapot maakt dan heroïne en afkicken moeilijker zoniet onmogelijk maakt. Ten tijde van de vorige nota was Parnassia bezig met het testen van buprenorfine en andere alternatieven voor methadon. Wat is de stand van zaken nu? Bekend is ook dat heroïnegebruik reguleren makkelijker is dan overstappen op methadon en dan afkicken, waarom daar niet op ingezet? De registratie als geneesmiddel is vooral een technische maatregel, die ondermeer vergoeding vereenvoudigd. De behandeling met Buprenorfine is beschikbaar voor de beperkte groep, waarvoor dit de beste optie is. Ook in Den Haag worden met methadon vergelijkbare substanties verstrekt. De effectiviteit en werkzaamheid van interventies valt primair onder de verantwoordelijkheid van de zorginstellingen. Uw negatieve mening over methadon wordt in de wetenschappelijke wereld niet gedeeld (zie informatie Trimbos mbt werkzaamheid interventies). Voor de toelating tot behandeling met heroïne gelden landelijke criteria.
11. Door het repressie beleid worden regelmatig boetes uitgedeeld. Zeker bij koud weer, zoals afgelopen Pasen, als dak en thuislozen ‘zwart’ gaan reizen, om warm te worden. Er is nog steeds onvoldoende onderdak, zowel overdag als ’s nachts. Zeker wanneer de winterregeling niet van kracht is. Nu wilt u de schuldhulpverlening uitbreiden, maar hoe wilt u in dit kader de schulden mede door de boetes voorkomen? Zelfde schulden kunnen ontstaan door samenscholingsboetes op warme plekken, zelfde vraag dus? De aanpak van justitiële boetes is onderhevig aan wettelijke regelgeving van de wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP). Over het opleggen van boetes vindt overleg plaats tussen belangenbehartigende organisaties, gemeente en politie. Met de voortgangsrapportage Den Haag Onder Dak, ontvangt u voor de zomer nadere informatie over de integrale aanpak van ondermeer schuldenproblematiek en onderdak. 12. Werkvoorziening is prima, gebruikers werken ook liever voor hun geld dan dat ze het boevenpad opgaan. Vraag; Is ook dat een sluitend aanbod? Kan iedereen die dat wil aan het werk? Worden de inkomsten van dat werk gekort op de uitkering en zo nee hoe verhoudt zich dat met het feit dat straatnieuwsverkopers wel gekort worden op hun uitkering en dat straatmuzikanten geld moeten betalen voor een vergunning? Het dagbestedingsaanbod wordt verder uitgebreid, waarbij aansluiting op de wensen en mogelijkheden van de doelgroep een belangrijk criterium is. De relatie tussen WWB en WMO is opgenomen in commissiebrief “Stand van zaken koppeling wmo- wwb”(RIS 153413). 13. Er is een landelijke voorziening gerealiseerd voor jongeren in de leeftijd van 12 tot 18 jaar, de Mistral. De Mistral bestond al enkele jaren in 1993, wat is er precies gerealiseerd? Per januari 2007 is er voor verslaafde jongeren een Dtox- programma gerealiseerd, in aansluiting op het al langer bestaande behandelprogramma Mistral. De Dtox is een speciaal programma voor jongeren die problemen hebben met het gebruik van alcohol, drugs of
BOW/2008.285
8
gokken en de gevolgen daarvan. Het doel is ontgiften van de middelen die gebruikt worden en het maken van een begin van herkennen bij de jongeren van de problemen die met verslaving samenhangen. Behandelduur varieert, afhankelijk van de ernst, van 3 tot ca. 9 weken. Na de Dtox worden patiënten verwezen naar huis met begeleidende zorg, naar verdere psychiatrische behandeling of bv naar Mistral voor klinische vervolgbehandeling. 14. Hoeveel en welke ernstige incidenten zijn er bekend wanneer het gaat om het gebruik van hallucinogene paddestoelen en welke paddenstoelen heeft men het dan over was dat psylosorbine of andere? Er zijn momenteel drie paddoshops in Den Haag en tot op heden hebben zich hier geen incidenten voorgedaan bij de verkoop en het gebruik van paddo’s. Psilocybine en psilocine zijn de werkzame stoffen. Op de stand van zaken rond paddo’s is nader ingegaan bij de beantwoording van de raadsvragen van de leden De Jong en Brink (RIS 151981). 15. Wat bedoelt men als men het heeft over het schadelijke effect op de maatschappij wanneer men spreekt over cannabisgebruik? Kunt u de betreffende kamervragen/antwoorden aan D66 aan ons doen toe komen? Het gaat om de schadelijke effecten op de probleemgebruikers zelf en de daaraan verbonden gevolgen voor de samenleving zoals opname in zorginstellingen en uitval uit onderwijs. De kamervragen zijn bijgesloten. 16. In hoeverre komt de toegenomen hulpvraag bij problematisch cannabisgebruik voort uit het feit dat die hulp pas de laatste (ongeveer) 10 jaar beschikbaar is? De stijging van het aantal aanmeldingen bij verslavingszorginstellingen met cannabis als primaire problematiek is nog niet eenduidig verklaard. Hierbij spelen waarschijnlijk verschillende factoren een rol, waarvan het aandeel van elk daarvan nog niet duidelijk is.
17. "De rol van partners familie en vrienden m.b.t. het signaleren, opvang en het verlenen van mantelzorg aan problematische gebruikers is onderbelicht gebleven". Klopt als een bus, ze inschakelen maakt hun leven er niet makkelijker op, hoe wilt u dit realiseren? Aan participatie en zelfredzaamheid wilt u de komende jaren extra aandacht geven, wat wordt hiermee bedoelt? Graag uitleg, met aandacht alleen kom je er niet? Inmiddels hebben twee expertmeetings plaatsgevonden waarbij belangenbehartigers, zorginstellingen, lotgenoten organisaties en zelfhulpgroepen voor het eerst bij elkaar gekomen zijn om dit thema verder vorm te geven. Het gaat ondermeer om het betrekken van familie en partners bij de behandeling en nazorg, en om de raakvlakken tussen professionele zorg en ervaringsdeskundigheid. De ondersteuning van de naaste omgeving wordt verder ontwikkeld in aansluiting op de bestaande stedelijke structuur rond mantelzorg. Initiatieven voor de opzet van zelfhulp willen we actief ondersteunen. 18. Wordt behandeling onder narcose nog steeds toegepast? Zo ja hoe vaak en met welk resultaat op de lange termijn? Hoofddoel is duurzaam stoppen met probleemgebruik. Hoofddoel was toch zorg? Soms met gebruik? Ja, er is één particulier instelling die deze aanpak hanteert. Cliënten kunnen in overleg met hun verzekeraar zelf kiezen voor een behandeling en zorginstelling. 19. Waarop is de schatting van 2000 Haagse dak en thuislozen gebaseerd? Waarop is gebaseerd dat een meerderheid kampt met verslavingsproblematiek? Of was er eerst een psychiatrisch probleem? Is oorzaak en gevolg bekend? Deze schatting is tot stand gekomen op basis van onderzoek en consultatie van de betrokken instellingen op het gebied van zorg en maatschappelijke opvang. De relatie oorzaak en gevolg is niet bekend. Hoofddoel van ons beleid inzake verslavingszorg is duurzaam stoppen met probleemgebruik.
BOW/2008.285
9
20. Waarom word er niet ingezet op volgorde van hoofdprobleem? Dus prioriteit 1-alcohol, 2heroine, 3-cocaine, 4-cannabis, 5-gokken, 6-medicijnen. Zeker gezien de cijfers. Voor de huidige aanpak is gekozen op basis van het reeds bestaande aanbod. Centraal staat de aanpak van probleemgebruik van alle middelen. 21. De SP is het eens dat het probleemgebruik mbt alcohol te groot is. Onderzoek is gedaan onder het Voortgezet onderwijs. De leeftijd is dan vanaf 12 (soms 11) tot 18-20 jaar. Welke leeftijd wordt bedoeld met 75% heeft wel eens alcohol gedronken? En 48% recent? Is bekend waar deze leerlingen alcohol drinken? (thuis, schoolfeestjes, kroegen?) Zie voor deze gegevens de resultaten van het Peilstationonderzoek (RIS128575). 22. Cannabis: 2% van de scholieren geeft aan problematisch cannabisgebruiker te zijn. Hoe is de voorlichting aan docenten en scholen geregeld? De SP fractie krijgt regelmatig signalen dat leerkrachten op vooral "witte" scholen cannabisgebruik vaak niet herkennen en als ze het wel herkennen niet goed weten wat ze kunnen doen, of hoe ze hun leerlingen kunnen voorlichten. Dit gaat vooral op wanneer scholieren bijvoorbeeld een jointje gaan roken in een tussenuur of voor schooltijd in een coffeeshop die (handig voor de scholier) uit het zicht van de school zit. Het project gezonde school en genotmiddelen is één van de interventies die hiervoor worden ingezet. Scholen hebben hierin een eigen verantwoordelijkheid. Ze kiezen zelf of zij hieraan deelnemen. Gebruik kan worden gemaakt van lespakketten of informatiefolders. Daarnaast ontwikkelen we nieuwe vormen van aanpak die ook voor inzet op scholen beschikbaar zijn. 23. Zoals beschreven is de groep verslaafden aan opiaten met name ouder wordend. Wanneer is er nu eindelijk eens voldoende onderdak voor deze groep (eventueel met gebruik binnen)? Dit wordt al jaren beloofd door verschillende colleges, naar aanleiding van een motie van de SP. Zie de beantwoording op vraag 1 24. Cocaïne gebruik, welke interventies zijn in ontwikkeling? Polydruggebruik: zijn er behandelingen, interventies die dat werkelijk resultaat bieden, in die zin dat verslaafden langdurig clean blijven, dan wel minder overlast veroorzaken? Zo ja, graag informatie. Een veelbelovende ontwikkeling in de aanpak van cocaïne omvat het belonen van nietgebruik. De keuze van behandelmethodieken en de uitvoering van de zorg vallen primair onder de medische expertise en verantwoordelijkheid van de zorginstellingen. De laatste wetenschappelijke stand van zaken op het gebied werkzaamheid en effectiviteit van interventies ten aanzien van ondermeer methadon en cocaïne is vermeld in de informatie die als bijlage is toegezonden in de voorbereiding op de nota: ‘Hulp bij probleemgebruik van drugs’. Wetenschappelijk bewijs voor werkzaamheid of effectiviteit van interventies ondermeer bij poly-gebruik is opgenomen in de publicaties van Trimbos 2004 en 2006 “Resultaten behandeling druggebruik” (RIS144034). 25. Is bij gokproblemen ook de groep geïnventariseerd die gokt via internet, zo nee, zijn er plannen in die richting? In de nota zijn de meest recente gegevens opgenomen. Gokproblematiek omvat alle vormen van gokken (krasloten, internet etc). Gokken is opgenomen in het komende peilstationonderzoek onder Haagse scholieren. 26. Hoeveel bezoekers trekt de site "Drugsweb" ? De internet info-site Drugsweb had in 2007 in totaal 221.281 unieke bezoekers (unieke hits per dag).
27. 3.5 Met betrekking tot de Hoofdlijnen: waarom wordt hier niet genoemd dat achter de verslaving regelmatig een psychiatrisch ziektebeeld schuil gaat? Dat deze ook behandeld dient te worden? Hoe staat het met de behandeling van dubbele diagnoses? Verslaving gaat vaak samen met problemen op andere gebieden. De aanpak is gericht op het
BOW/2008.285
10
behandelen van ondermeer deze dubbele diagnose problematiek 28. In het stuk wordt gesproken over de rol van en het inschakelen van verwanten en partners. Hoe wordt dit vormgegeven en hoe wordt ondersteuning voor deze mensen geregeld? Zie vraag 17 29. 4.1 Doel, waarom niet een concreter en afrekenbaar doel geformuleerd? Hoe kan de raad in 2011 controleren dat dit actiepunt gehaald is? Tot welke leeftijd loopt een jongere bij gebruik van alcohol risico op hersenschade? (Zie blz 12) De uitbreiding van het gemeentelijke instrumentarium in de nieuwe Drank en Horecawet is een belangrijke ontwikkeling waarvan Den Haag graag gebruik wil maken. (Blz 12) Op welke punten is het gemeentelijke instrumentarium uitgebreid? Het komende alcoholactieplan gaat uitgebreid in op de mogelijkheden en inzet van het gemeentelijk instrumentarium. Het risico op hersenschade wordt gelegd tussen de 20 en 25 jaar. 30. 4.2 Preventie en voorlichting naar problematische gebruikers toe in coffeeshops was er altijd al, het is goed dat daar op wordt ingezet. Hoe verhoudt zich dat met het feit dat problematisch gebruik al kan ontstaan op eerdere leeftijd dan 18? Hoe voorkomt men dat jongeren hun cannabis verkrijgen in het illegale circuit waar ook veel andere schadelijker middelen verkrijgbaar zijn? De nota richt zich met name op zorg en opvang. Handhavings aspecten zijn opgenomen in de negende coffeeshopmonitor (RIS 146655). 31. Daarnaast start het Trimbos Instituut in 2008 het vierjaarlijkse onderzoek onder het gebruik van scholieren waaraan een Haagse verdiepingsslag is toegevoegd. (Blz 13) Waaruit bestaat de Haagse verdiepingsslag? Dit betreft een vergroting van het aantal onderzochte Haagse scholieren in de steekproef. 32. 4.3 Bij verschuiving constateert men dat indrinken en insnuiven een nieuw fenomeen is. Bedoelt men hier nieuw sinds 1970? Zo nee, sinds wanneer? Er komt een soort platform om ervaringen uit te wisselen, is daarin ook plaats voor ervaringsdeskundigen, familie? Het jaartal 1970 is onbekend. De ontwikkeling van indrinken en insnuiven wordt gemonitord in de Uitgaansonderzoeken. Bij de aanpak worden ook de naaste omgeving, ervaringsdeskundigheid en zelfhulp betrokken. 33. Waarop baseert het college het standpunt dat er nog geen hulpvraag aanwezig is bij gebruikers en omgeving bij beginnend gebruik? Is er niet vaak al wel een hulpvraag aanwezig bij de omgeving van de gebruiker? Er is niet altijd voldoende inzicht in de eigen problemen om tot een duidelijke zorgvraag te komen. De naaste omgeving kan bij signalering en vraagvorming een belangrijke rol spelen. Daarom wordt bij de actiepunten ingezet op de naast betrokkenen. 34. 4.4 Doel/actiepunten. Waarom ook hier geen concrete doelstelling? Bv aantallen High Clean vegers? Voor wie is de digitale databank werk en dagbesteding bedoeld? Wordt het zo ingericht dat gebruikers er ook zelf mee aan de slag kunnen? Hoe is de toegang geregeld voor die gebruikers die niet vaardig zijn op een computer en voor diegenen die geen internet tot hun beschikking hebben? Het is belangrijk dat de te ontwikkelen projecten goed aansluiten op de wensen en behoeften van de doelgroep. Daarom zijn geen richtgetallen voor specifieke projecten opgenomen. Het ontwikkelen van goede aansluiting van vraag en aanbod staat centraal. Bij de uitvoering maken we gebruik van deze bestaande ervaringen. De database is met name gericht op intermediairs. 35. Wanneer is de pilot “huisvesting voor actieve gebruikers” aan evaluatie toe en eventuele
BOW/2008.285
11
uitbreiding? Is onderzoek en evaluaties uit andere steden (met name Utrecht), landen, niet voldoende om deze pilot definitief te maken en uit te breiden? Zo nee, waarom niet? Niet elke stad hoeft toch weer op nieuw het wiel uit te vinden? De pilot “huisvesting voor actieve gebruikers” is in 2007 reeds geëvalueerd. In het plan van aanpak Den Haag Onder Dak breiden we de woonvoorzieningen voor deze doelgroep uit. Binnenkort wordt het Stedelijk Plan voor realisatie van deze voorzieningen aan u toegezonden. 36. Wat zijn de ervaringen met het project High Clean, waarin gebruikers tegen een dagloon straten schoonhouden? Zo mogelijk graag ondersteund met cijfers. De ervaringen zijn positief, zowel voor wat betreft participatie, resocialisatie, functioneren in een groep als de leefbaarheid in de omgeving. In 2007 is de aanpak met een extra project uitgebreid. Er zijn nu drie projecten met in totaal 6000 mensdagen. 37. 4.5 Het stuk stelt dat de positie en de problemen van vrienden, familie en partners van problematische gebruikers (te) lang onderbelicht zijn gebleven, toch wordt het nergens genoemd als prioriteit. Zou dat gezien het bovenstaande niet prioriteit nummer 1 moeten zijn? Komt er onderzoek naar wat die problemen zijn? Komt de steun tot stand in samenwerking ? Wordt er ook ingezet op veiligheid van familie, vrienden en partner, als die hulp of steun zoeken? (het wordt ze lang niet altijd in dank afgenomen door de gebruiker en kan leiden tot een toename van huiselijk geweld...) Een van de correlaties van huiselijk geweld en seksueel (kinder) misbruik is (alcohol)verslaving. Bij aangiftes, meldingen bij de politie hier rekening mee gehouden? Wordt verslavingszorg betrokken bij huiselijk en seksueel geweld? Wordt hier onderzoek naar gedaan? Bij alle vragen graag uitleg. Ondersteuning van deze groep is opgenomen als actiepunt 13. Met de betrokken organisaties heeft in twee expertmeetings overleg plaatsgevonden. Op basis van voortgaand overleg besluiten we over eventueel aanvullend onderzoek. Brijderverslavingszorg is deelnemer in de back-office van het Steunpunt huiselijk geweld en aan het daaraan verbonden beleidsoverleg. Dit overleg heeft als doel de sluitende aanpak voor deze problematiek vorm te geven en te besluiten over eventueel aanvullend onderzoek. 38. 4.6 Doel: waarom wordt het woord “zorgmijdende” hier gebruikt? Kan het niet zijn dat deze ouderen nooit de juiste zorg ontvangen hebben? ( denk aan de problemen in de hulpverlening van de dubbele diagnose, het jaren lang heen en weer sturen van verslaafden tussen psychiatrie en verslavingszorg!) ALWEER DE VRAAG: wanneer is er nu eens voldoende opvang voor deze oudere verslaafden?De SP vraagt hier al jaren om, en in andere steden is dit al wel mogelijk. Zorgmijders zijn degenen die ondanks een duidelijk aanwezige zorgbehoefte, om wat voor reden dan ook geen zorg en opvang vragen. Het plan van aanpak Den Haag Onder Dak omvat de persoonsgebonden aanpak van ondermeer deze doelgroep. Dit omvat de inzet van het Haags Straatteam bij het in zorg krijgen van deze groep. 39. Duurzaam beschermd verblijf is hard nodig vooral voor de groep die steeds een week of 5 gedwongen opgenomen word en na de dwang weer op straat beland, geen medicijnen meer slikt of ze allemaal tegelijk slikt of verkoopt.. Hoe hou je ze binnen in een opvang? Betreft dit niet juist de groep die "vrijwillig" vertrekt zodra ze enige regels worden opgelegd? Welke afspraken zijn hierover gemaakt? In de aanpak wordt hiermee rekening gehouden door in te zetten op de realisatie van een gevarieerd aanbod. Dit omvat een scala van voorzieningen, die variëren van vrijblijvend tot dwang, zoals “Duurzaam Verblijf”op basis van de BOPZ. Dit betreft preventie, vormen van motivatie en overreding, bemoeizorg en vormen van dwang. Daarbij past het kritisch volgen van de uitvoering en betrokkenheid door de naaste omgeving.