INSTELLING
WETTELIJKE NORM
Wet financiële dienstverlening Normen per Kwaliteitskenmerk
Autoriteit Financiële Markten Juni 2006
ART . WFD / BFD / VR
OPMERKING
Inhoudsopgave Inleiding Uitleg van gebruikte termen Markttoegang Kwaliteitskenmerk: Betrouwbaarheid Deskundigheid Integere en adequate bedrijfsvoering Financiële zekerheid Zorgplicht Transparantie Verhouding aanbieder – bemiddelaar Bijlage Vrijstelling markttoegang
3 4 5 8 9 13 15 16 23 32 34
Dit document is opgesteld op basis van de tekst van de Wet financiële dienstverlening (Wfd) van 12 mei 2005 (zoals gepubliceerd in het Staatsblad 339 van 5 juli 2005), het Besluit financiële dienstverlening (Bfd) (zoals gepubliceerd in het Staatsblad 676 van 29 december 2005), de Vrijstellingsregeling Wfd (Vr) zoals gepubliceerd in de Staatscourant 247 van 20 december 2005 en gewijzigd met ingang van 4 mei 2006 (Staatscourant 85, 2 mei 2006). In dit document is geen rekening gehouden met het Besluit van inwerkingtreding (zoals gepubliceerd in het Staatsblad 677) waarin bepalingen betreffende een gefaseerde invoering van bepaalde normen uit de Wfd en het Bfd zijn opgenomen. Dit document dient enkel ter informatie. Aan dit document kunnen geen rechten worden ontleend: de teksten van de Wfd, het Bfd en de Vr zijn leidend. Dit document bevat geen beleid van de Autoriteit Financiële Markten. Wij wijzen u op onze Nieuwsbrief Wfd, waarin de belangrijkste wijzigingen met betrekking tot de Wfd worden weergegeven. U kunt zich abonneren op onze Nieuwsbrief via www.afm.nl.
Inleiding
In het kader van de Wet financiële dienstverlening (Wfd) heeft de Autoriteit Financiële Markten (AFM) een informatiebrochure uitgebracht met achtergrondinformatie over de Wfd. In de informatiebrochure worden de kwaliteitskenmerken van de Wfd kort behandeld. In het kwaliteitskenmerkendocument worden in tabelvorm de kwaliteitskenmerken van de Wfd en het Besluit financiële dienstverlening (Bfd) nader toegelicht aan de hand van de belangrijkste wettelijke normen. De brochure kunt u vinden op www.afm.nl/wfd. De Wfd kent 6 kwaliteitskenmerken, te weten: - betrouwbaarheid; - deskundigheid; - bedrijfsvoering; - financiële zekerheid; - transparantie; - zorgplicht.
Per wettelijke norm is aangegeven of die geldt voor: - aanbieders; - bemiddelaars; - adviseurs; - gevolmachtigd agenten; - financieel dienstverleners (aanbieders, (herverzekerings-)bemiddelaars, adviseurs en gevolmachtigd agenten).
Wanneer de relevante wettelijke norm niet van toepassing is op één van de onderstaande categorieën wordt dit in de linkerkolom aangegeven: RW - Houders van een vergunning van rechtswege – te vinden in artikel 14 Wfd. EP - Europees Paspoorthouders – te vinden in artikel 13 Wfd. Voor herverzekeringsbemiddelaars is een groot aantal functionele eisen niet van toepassing (artikel 5 Wfd). Daarnaast zijn herverzekeringsbemiddelaars van een aantal functionele eisen vrijgesteld (artikel 14 Vr). In artikel 2 Wfd wordt een aantal financiële diensten geheel uitgesloten van de reikwijdte van de Wfd. Daarnaast worden in de Vrijstellingsregeling Wet financiële dienstverlening (Vr) bepaalde financiële diensten ten aanzien van bepaalde financiële producten geheel of ten dele vrijgesteld van de Wfd en Bfd. De meest relevante vrijstellingen zijn in dit document opgenomen.
3
Uitleg van gebruikte termen
Financieel dienstverlener: aanbieders, (herverzekerings-)bemiddelaars, adviseurs en (onder)gevolmachtigd agenten. Aanbieder:
onder andere verzekeraars, banken, consumptief kredietaanbieders en hypotheekaanbieders.
Bemiddelaar:
degene wiens werkzaamheden erop gericht zijn om als tussenpersoon overeenkomsten inzake financiële producten tussen consumenten en aanbieders tot stand te brengen, of, voor zover het overeenkomsten ten aanzien van verzekeringen of krediet betreft, wiens werkzaamheden bestaan uit het assisteren bij het beheer en de uitvoering van dergelijke overeenkomsten.
Herverzekeringsbemiddelaar: de tussenpersoon wiens werkzaamheden erop gericht zijn om als tussenpersoon overeenkomsten tot stand te brengen waarbij risico’s uit overeenkomsten inzake verzekeringen worden overgenomen of wiens werkzaamheden bestaan uit het assisteren bij het beheer en de uitvoering van dergelijke overeenkomsten.
Adviseur:
degene die adviseert, voor zover hij ten aanzien van het aanbevolen financiële product niet tevens optreedt als aanbieder, gevolmachtigd agent, ondergevolmachtigd agent of bemiddelaar.
Gevolmachtigd agent:
degene die als gevolmachtigd vertegenwoordiger van een aanbieder voor diens rekening overeenkomsten aangaat met consumenten inzake verzekeringen.
Ondergevolmachtigd agent: degene aan wie een gevolmachtigd agent of een ondergevolmachtigd agent een ondervolmacht heeft afgegeven.
4
Verbonden bemiddelaar:
een zelfstandige bemiddelaar die bemiddelt voor een aanbieder, of meerdere aanbieders indien het niet om onderling concurrerende financiële producten gaat, en die, ingeval het bemiddeling in verzekeringen betreft, in naam en voor rekening van de aanbieder of aanbieders bemiddelt zonder daarbij premies of voor de consument bestemde bedragen te innen, indien de aanbieder voor wie de bemiddelaar bemiddelt: - volledig verantwoordelijk is voor de bemiddelaar, in die zin dat de aanbieder er voor zorg draagt dat de bemiddelaar voldoet aan hetgeen bij of krachtens deze wet is bepaald, en - de betrokken bemiddelaar als ’verbonden bemiddelaar’ heeft aangemeld bij de toezichthouder.
Aangesloten instelling:
zie voor een volledige omschrijving artikel 16 Wfd. De toezichthouder kan aan een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid een vergunning verlenen die mede strekt ten behoeve van bij die rechtspersoon aangesloten instellingen. De voorwaarden hiervoor zijn kort samengevat: - de rechtspersoon dient over voldoende bevoegdheden te beschikken om de bij hem aangesloten instelling af te kunnen dwingen conform de Wfd te handelen; - de rechtspersoon dient over voldoende mogelijkheden tot deskundige ondersteuning te beschikken; - de rechtspersoon dient gemachtigd te zijn om de aangesloten instelling bij de vergunningaanvraag te vertegenwoordigen.
MARKTTOEGANG
Op basis van onderstaande (versimplificeerde) beslisboom kan per product-dienstcombinatie bepaald worden of een vergunning aangevraagd moet worden. Het is mogelijk dat voor verschillende productdienstcombinaties verschillende manieren van toetreding gelden.
Ik opteer voor
4
Ik opteer
5
U dient een zelfstandige
1
het verbonden
1
voor aangesloten
1
vergunning aan
nee
bemiddelaarschap
nee
instelling
nee
te vragen
Val ik onder de
1
Ik heb een
1
Ik heb van
2
Ik heb nu
3
reikwijdte van
1
vrijstelling van de
1
rechtswege een
1
al een Europees
de Wfd?
ja
vergunningplicht
nee
vergunning
nee
Paspoort
7
7
nee
ja
7
ja
7
ja
7
ja
7
ja
U hoeft geen
U heeft geen
U hoeft geen
U heeft geen
U heeft geen
U heeft geen
vergunning aan
vergunning nodig
vergunning aan
vergunning nodig,
vergunning nodig,
vergunning nodig,
te vragen, indien u
u komt wel in
u komt wel in het
u komt wel in het
al een vergunning
het register
register.
register.
te vragen
6
op basis van de Wtn
Bovendien:
De centrale
of Wtv heeft of in
de aanbieder dient
instelling dient u
het Wtk-register
u aan te melden
aan te melden
staat ingeschreven
Ondernemingen of personen kunnen actief zijn onder de Wfd op basis van: 1. een vrijstelling onder de Wfd; 2. een vergunning van rechtswege; 3. een Europees Paspoort; 4. een status van verbonden bemiddelaar die werkt onder de vergunning van een aanbieder; 5.
een status als aangesloten instelling die werkt onder de vergunning van de collectieve vergunninghouder (moeder);
6. een vergunning.
J U N I 2006
5
M A R K T T O E G A N G V E RVO L G INSTELLING
WETTELIJKE NORM
ART . WFD / BFD / VR
OPMERKING
Financieel dienstverleners
Vergunning Het is verboden in of vanuit Nederland een financiële dienst te verlenen zonder daartoe van de toezichthouder een vergunning te hebben verkregen.
Artikel 10 Wfd
Het verrichten van financiële diensten is een vergunningplichtige activiteit.
Artikel 13 Wfd
Financieel dienstverleners die het is toegestaan in Nederland werkzaamheden te verrichten, die beschikken over een ‘EU-paspoort’ worden uitgezonderd van de verbodsbepaling.
Artikel 14 Wfd
Financieel dienstverleners die zijn ingeschreven in het Wtk-register of die in het bezit zijn van een Wtv- of Wtn-vergunning, beschikken over een vergunning van rechtswege.
Artikel 16 Wfd
Voor de toepassing van deze wet gelden handelingen van de aangesloten instelling als handelingen van de rechtspersoon (‘de centrale vergunninghouder’).
Financieel dienstverleners
Aanbieders
Aangesloten instelling Een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid kan bij de AFM een vergunning aanvragen die mede strekt ten behoeve van bij die rechtspersoon aangesloten instellingen, indien de rechtspersoon: a. krachtens zijn statuten en de statuten van de bij hem aangesloten instellingen of krachtens een overeenkomst met de bij hem aangesloten instellingen beschikt over voldoende bevoegdheden jegens de aangesloten instellingen om een handelen van een zodanige instelling in strijd met het bij of krachtens de Wfd bepaalde tegen te kunnen gaan; b. beschikt over voldoende mogelijkheden tot deskundige ondersteuning van de aangesloten instellingen; en c. gemachtigd is die instellingen bij de vergunningaanvraag en ook overigens voor de toepassing van hoofdstuk 2 Wfd te vertegenwoordigen.
Verbonden bemiddelaar Aanbieders zijn er voor verantwoordelijk dat de door hen aangemelde verbonden bemiddelaars voldoen aan het gestelde bij of krachtens de Wfd. De aanbieder die niet langer verantwoordelijk is voor een bemiddelaar doet daarvan mededeling aan de AFM en de bemiddelaar.
6
Artikel 43 Wfd en artikel 12 lid 1 sub a Wfd Artikel 12 lid 2 Wfd
M A R K T T O E G A N G V E RVO L G INSTELLING
Bemiddelaars
Aanbieders
WETTELIJKE NORM
Verbonden bemiddelaar Een bemiddelaar mag als verbonden bemiddelaar optreden mits hij bemiddelt voor een aanbieder, of meerdere aanbieders indien het niet om onderling concurrerende financiële producten gaat, en die, ingeval het bemiddeling in verzekeringen betreft, in naam en voor rekening van de aanbieder of aanbieders bemiddelt zonder daarbij premies of voor de consument bestemde bedragen te innen, indien de aanbieder voor wie de bemiddelaar bemiddelt: - volledig verantwoordelijk is voor de bemiddelaar, in die zin dat de aanbieder er voor zorg draagt dat de bemiddelaar voldoet aan hetgeen bij of krachtens deze wet is bepaald; en - de betrokken bemiddelaar als ’verbonden bemiddelaar’ heeft aangemeld bij de toezichthouder.
Verzekeraars en onderlinge waarborgmaatschappijen Van het bepaalde ingevolge de artikelen 10, 26, 27 eerste lid, 28 derde lid Wfd zijn vrijgesteld: - verzekeraars die in het bezit zijn van de in artikel 11 van de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf (Wtn) bedoelde vergunning, voor zover het hen niet ingevolge de artikelen 37 en 41 van die wet is verboden financiële diensten te verlenen; - verzekeraars die in het bezit zijn van de in artikel 24, eerste lid, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 (Wtv) bedoelde vergunning; en de onderlinge waarborgmaatschappijen, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van het Besluit vrijgestelde onderlinge waarborgmaatschappijen 1994, waaraan een verklaring ingevolge de artikelen 2 of 3 van dat besluit is verleend, voor zover het deze verzekeraars en onderlinge waarborgmaatschappijen niet ingevolge artikel 64, eerste lid, en 89, eerste lid, Wtv is verboden financiële diensten te verlenen.
ART . WFD / BFD / VR
OPMERKING
Artikel 12 Wfd
De vergunningplicht is dus niet van toepassing op de verbonden bemiddelaar, indien aan de voorwaarden van artikel 12 Wfd wordt voldaan.
Artikel 16 Vr
In dit artikel wordt in feite de reikwijdte van de van rechtswege verleende vergunning voor (natura-uitvaart)verzekeraars uitgebreid, zoals dat voor banken reeds in de wet is geregeld. Behalve voor de (natura-uitvaart)verzekeraars geldt de vrijstelling ook voor de onderlinge waarborgmaatschappij waaraan een verklaring is verleend ingevolge de artikelen 2 of 3 van het Besluit vrijgestelde onderlinge waarborgmaatschappijen 1994. De (natura-uitvaart)verzekeraars en onderlinge waarborgmaatschappijen worden vrijgesteld van de vergunningplicht en van de verplichtingen inzake betrouwbaarheid, bestuurdersdeskundigheid en integere bedrijfsvoering. Omdat op deze instellingen artikel 64, eerste lid, Wtv of artikel 37 Wtn van toepassing is (deze artikelen bevatten het verbod op nevenbedrijf), wordt de reikwijdte van de vrijstelling beperkt tot die financiële diensten die een (natura-uitvaart)verzekeraar of vrijgestelde onderlinge waarborgmaatschappij op grond van de bovengenoemde artikelen is toegestaan te verlenen. Welke diensten dit zijn is nooit specifiek vastgelegd in regelgeving. Het is echter vast beleid van De Nederlandsche Bank het toegestane nevenbedrijf ruim uit te leggen.
J U N I 2006
7
BETROUWBAARHEID INSTELLING
WETTELIJKE NORM
ART . WFD / BFD / VR
OPMERKING
Financieel dienstverleners
Een financieel dienstverlener draagt er zorg voor dat de betrouwbaarheid van de (mede)beleidsbepalers buiten twijfel staat.
Artikel 26 Wfd
Bij de beoordeling van de betrouwbaarheid van (mede)beleidsbepalers zullen onder meer strafrechtelijke, fiscale en bestuursrechtelijke antecedenten worden betrokken, waarbij zal worden aangesloten bij de reeds bestaande toetsing van (mede)beleidsbepalers.
De nieuw te benoemen (mede)beleidsbepalers dienen vooraf door de AFM op betrouwbaarheid te worden beoordeeld.
Artikel 7 Bfd
Zie voor meer informatie de bestaande Beleidsregel betrouwbaarheidstoetsing van DNB en AFM via www.afm.nl.
Onverwijlde schriftelijke meldplicht aan de AFM indien een financieel dienstverlener in het kader van zijn normale bedrijfsvoering constateert dat zich een wijziging heeft voorgedaan in de voor de beoordeling van de betrouwbaarheid relevante gegevens met betrekking tot een (mede)beleidsbepaler.
Artikel 9 Bfd
Een financieel dienstverlener draagt er zorg voor dat de betrouwbaarheid van zijn werknemers en andere personen, die zich onder zijn verantwoordelijkheid rechtstreeks bezighouden met financiële dienstverlening buiten twijfel staat.
Artikel 6 lid 1 Bfd
Onder personen die zich rechtstreeks bezighouden met financiële dienstverlening worden verstaan de personen die inhoudelijk klantcontact hebben. Dit betreft ook de medewerker die de klant informeert over bijvoorbeeld de samenstelling of de werking van een financieel product (Nota van Toelichting artikel 6 Bfd).
Een persoon is betrouwbaar indien hij een verklaring omtrent gedrag kan overleggen en niet failliet is verklaard (tenzij rehabilitatie heeft plaatsgevonden).
Artikel 6 lid 2 Bfd Artikel 81 Bfd
Artikel 6 lid 2 Bfd geldt niet ten aanzien van personen die zich op 1 januari 2006 reeds onder de verantwoordelijkheid van de financieel dienstverlener rechtstreeks bezighouden met financiële dienstverlening. Indien deze personen in dienst treden bij een andere financieel dienstverlener en zich rechtstreeks bezighouden met financiële dienstverlening geldt de uitzondering niet langer en dienen zij alsnog een verklaring omtrent het gedrag te kunnen overleggen (Nota van Toelichting artikel 6 Bfd).
Niet van toepassing op RW en EP
Financieel dienstverleners Niet van toepassing op RW en EP
Financieel dienstverleners Niet van toepassing op RW en EP
8
DESKUNDIGHEID INSTELLING
WETTELIJKE NORM
ART . WFD / BFD / VR
OPMERKING
Financieel dienstverleners
Een financieel dienstverlener draagt er zorg voor dat de personen die het dagelijks beleid bepalen (bestuurders) deskundig zijn in verband met de bedrijfsvoering van een financieel dienstverlener.
Artikel 27 lid 1 Wfd
Gedacht kan worden aan bijvoorbeeld managementvaardigheden en de vaardigheid om inhoudelijke vakbekwaamheid bij het personeel te organiseren. Geen nadere uitwerking in Bfd over deskundigheid van dagelijks beleidsbepalers (bestuurders).
Artikel 27 lid 2 Wfd (1e volzin)
Overgangsregime deskundigheid (artikel 72 Bfd en toelichting op artikel 26d Vr): Een diploma wordt als geldig beschouwd, mits het in Bijlage 11 Bfd is opgenomen en: - indien het diploma is behaald in de periode 1 januari 2000 tot 1 oktober 2007; - indien het diploma is behaald voor 1 januari 2000 en er tevens drie jaar relevante werkervaring vanaf 1 januari 2000 tot datum inwerkingtreding Bfd is opgedaan; - indien het een diploma betreft voor levensverzekeringen men vanaf 1 oktober 2007 tevens voldoet aan de in bijlage 6 Bfd (beleggen A) opgenomen eindtermen.
Niet van toepassing op RW en EP
Financieel dienstverleners Niet van toepassing op EP
Deskundigheid werknemers Een financieel dienstverlener draagt zorg voor de deskundigheid van zijn werknemers en andere personen met inhoudelijk klantcontact. Dit kan worden gerealiseerd door: - aan te tonen dat zij beschikken over een geldig diploma (zie diploma-eisen volgende pagina); of - de bedrijfsvoering zodanig in te richten dat hij een deskundige financiële dienstverlening voldoende waarborgt.
Artikel 17 lid 1 sub a Bfd Artikel 17 lid 1 sub b Bfd
Artikel 32 Vr
Tot 1 oktober 2007 zijn financieel dienstverleners die niet bemiddelen in verzekeringen of optreden als gevolmachtigde agent vrijgesteld van artikel 17 Bfd, voor zover zij op 1 januari 2006 niet voldoen aan artikel 17 Bfd. Deze vrijstelling is slechts van toepassing indien de desbetreffende financieel dienstverlener vanaf uiterlijk drie maanden na inwerkingtreding van de Wfd aannemelijk kan maken dat hij voor 1 oktober 2007 wel zal voldoen aan artikel 17 Bfd.
J U N I 2006
9
D E S K U N D I G H E I D V E RVO L G INSTELLING
Financieel dienstverleners Niet van toepassing op EP
10
WETTELIJKE NORM
Deskundigheid werknemers Werknemers en andere personen met inhoudelijk klantcontact worden als deskundig beschouwd indien zij: - voldoen aan de eindtermen inzake de algemene basismodule (bijlage 1 Bfd); - alsmede, afhankelijk van de hierna genoemde financiële producten ten aanzien waarvan betrokkenen zich rechtstreeks bezighouden met financiële dienstverlening, de eindtermen opgenomen in de volgende bijlagen: a. hypothecair krediet, al dan niet gecombineerd met opstal-, inboedel-, arbeidsongeschiktheids- of overlijdensrisicoverzekeringen, waarbij de verplichting van de aanbieder tot het doen van een uitkering of een reeks van uitkeringen alleen dan ontstaat, indien het overlijden van degene op wiens leven de verzekering betrekking heeft plaatsvindt voor de in de polis genoemde datum: (bijlagen 2 en 6 Bfd); b. consumptief krediet, al dan niet gecombineerd met arbeidsongeschiktheidsverzekeringen: (bijlage 3 Bfd); c. schadeverzekeringen: (bijlage 4 Bfd); d. levensverzekeringen, al dan niet gecombineerd met arbeidsongeschiktheidsverzekeringen: (bijlagen 5 en 6 Bfd); e. beleggen (variant a): (bijlage 6 Bfd).
ART . WFD / BFD / VR
OPMERKING
Artikel 27 lid 2 Wfd Artikel 16 lid 1 Bfd
Artikel 21 lid 1 Vr
Op grond van artikel 21 lid 1 Vr zijn financieel dienstverleners vrijgesteld van artikel 27 lid 2 Wfd voor zover zij financiële diensten verlenen ten aanzien van: - betaalrekeningen met inbegrip van de daaraan verbonden betaalfaciliteiten; - spaarrekeningen met inbegrip van de daaraan verbonden spaarfaciliteiten, tenzij het spaarrekeningen betreft waarvan de rentevergoeding voor de consument is gekoppeld aan de koersontwikkeling van een of enkele op een effectenbeurs als bedoeld in artikel 1, onder e, van de Wte genoteerde effecten.
Artikel 26d Vr
Op grond van artikel 26d, tweede lid, Vr zijn financieel dienstverleners die financiële diensten verlenen ten aanzien van effecten vrijgesteld van artikel 27, tweede lid, van de Wfd, en artikel 16, eerste lid, aanhef en onder e en f, Bfd, voor zover het de eindtermen zoals opgenomen in bijlage 6 en 7 betreft. Financieel dienstverleners die uitsluitend financiële diensten verlenen ten aanzien van effecten zijn tevens vrijgesteld van artikel 16, eerste lid Bfd, voor zover het de eindtermen zoals opgenomen in bijlage 1 betreft (artikel 26d, vierde lid, Vr).
Artikel 5 lid 2 Vr
Op grond van artikel 5 lid 2 Vr zijn aanbieders van verzekeringen, vrijgesteld van artikel 27 lid 2 Wfd voor zover dit artikel betrekking heeft op werknemers en andere personen met inhoudelijk klantcontact die geen andere werkzaamheden met betrekking tot verzekeringen verrichten dan schadebehandeling of het innen van premies.
Artikel 3 lid 2 Vr
Op grond van artikel 3 lid 2 Vr zijn aanbieders van krediet vrijgesteld van artikel 27 lid 2 Wfd voor zover dit artikel betrekking heeft op werknemers en andere personen met inhoudelijk klantcontact die geen andere werkzaamheden met betrekking tot krediet verrichten dan het incasseren van vorderingen.
D E S K U N D I G H E I D V E RVO L G INSTELLING
Financieel dienstverleners Niet van toepassing op EP
WETTELIJKE NORM
ART . WFD / BFD / VR
Werknemers en personen met inhoudelijk klantcontact die optreden als gevolmachtigde agent of als ondergevolmachtigde agent, worden als deskundig beschouwd indien zij voldoen aan de eindtermen van de algemene basismodule (bijlage 1 Bfd) alsmede die van (onder)gevolmachtigd agent (bijlage 8 Bfd).
Artikel 16 lid 2 Bfd
Deskundigheid feitelijk leidinggevenden Een zodanig aantal feitelijk leidinggevenden beschikt over voldoende vakbekwaamheid dat de kwaliteit van de financiële dienstverlening aan de consument kan worden gewaarborgd. Dit kan worden gerealiseerd door: - aan te tonen dat een voldoende aantal feitelijk leidinggevenden beschikt over een geldig diploma; of - de bedrijfsvoering zodanig in te richten dat een deskundige financiële dienstverlening aan consumenten voldoende wordt gewaarborgd. (Deze optie geldt alleen voor financieel dienstverleners met een gemiddeld aantal van meer dan 50 werknemers).
OPMERKING
Artikel 27 lid 2 Wfd (2e volzin)
Uit de Nota van Toelichting bij artikel 17 Bfd blijkt dat feitelijk leidinggevenden degenen zijn die het verkoopproces (het klantcontact) inhoudelijk effectief kunnen sturen of beïnvloeden.
Artikel 17 lid 2 sub a en sub b Bfd
“Zodanig aantal”: bepalend voor het aantal feitelijk leidinggevenden waarvan de deskundigheid dient te worden aangetoond, is het aantal feitelijk leidinggevenden dat binnen de organisatie van een financieel dienstverlener nodig is om de deskundigheid van het verkooptraject van de klantmedewerkers voldoende te kunnen waarborgen. Bij de vraag hoeveel klantmedewerkers een feitelijk leidinggevende inhoudelijk kan aansturen kunnen verschillende factoren een rol spelen, zoals onder andere: - in hoeverre wordt de feitelijk leidinggevende ondersteund door protocollen; - hebben de klantmedewerkers zelf diploma’s. De AFM heeft in haar Wfd Nieuwsbrief van 29 december 2005 een toelichting gegeven op de borging door de financieel dienstverleners van de deskundigheid van haar medewerkers. De toelichting ziet op de wijze van inrichting van de bedrijfsvoering. Deze bedrijfsvoering dient zodanig te worden ingericht dat daarmee een deskundige dienstverlening aan consumenten is gewaarborgd. Tevens wordt nader ingegaan op de situatie waarin een hiërarchisch leidinggevende (bijvoorbeeld een bestuurder) van een financieel dienstverlener niet in het bezit is van de vereiste diploma’s, maar wel klantcontact heeft. De integrale tekst is te vinden in bijlage 7 van de brochure.
J U N I 2006
11
D E S K U N D I G H E I D V E RVO L G INSTELLING
Financieel dienstverleners Niet van toepassing op EP
WETTELIJKE NORM
Permanente Educatie (PE) Degenen die over een diploma beschikken dienen voor het behoud van de geldigheid van hun diploma hun kennisniveau door middel van PE op peil te houden, en dit ook te kunnen aantonen. Dit dient men te doen door: - binnen 18 maanden na openbaarmaking van de toetstermen voor PE te voldoen aan de relevante toetstermen op een door de minister van Financiën vastgestelde wijze; of - binnen 18 maanden na openbaarmaking van de toetstermen voor PE te voldoen aan de relevante toetstermen door met goed gevolg een examen af te leggen. Indien ontwikkelingen in de financiële markten of daarop betrekking hebbende regelgeving daartoe aanleiding geven, worden bij ministeriële regeling nadere toetstermen vastgesteld met betrekking tot PE. Dit zal niet noodzakelijkerwijs ieder jaar leiden tot nieuwe PE-eisen.
Financieel dienstverleners Niet van toepassing op EP
12
Deskundigheid verbonden bemiddelaars en aangesloten instellingen. Een verbonden bemiddelaar of aangesloten instelling draagt zorg voor de deskundigheid van zijn werknemers en andere personen met inhoudelijk klantcontact. Hiertoe beschikt een zodanig aantal feitelijk leidinggevenden over voldoende vakbekwaamheid dat de kwaliteit van de financiële dienstverlening aan de consument kan worden gewaarborgd. Dit kan worden gerealiseerd door: - indien hij een verbonden bemiddelaar is - zijn bedrijfsvoering zodanig heeft ingericht dat de aanbieder voor wie hij optreedt als verbonden bemiddelaar een deskundige financiële dienstverlening aan de consumenten voldoende waarborgt; - indien hij een aangesloten instelling is - zijn bedrijfsvoering zodanig heeft ingericht dat de rechtspersoon bij wie hij is aangesloten een deskundige financiële dienstverlening aan de consumenten voldoende waarborgt.
ART . WFD / BFD / VR
OPMERKING
Artikel 27 lid 2 Wfd
De openbaarmaking van de toetstermen voor examens voor een bepaald jaar en die voor PE voor dat jaar zal gelijktijdig plaatsvinden (Artikel 19 lid 4 Bfd).
Artikel 18 lid 1 sub a Bfd Artikel 18 lid 1 sub b Bfd
Artikel 19 lid 2 Bfd
Artikel 27 lid 2 Wfd
Artikel 17 lid 3 Bfd
Artikel 17 lid 4 Bfd
Opgemerkt wordt dat de verbonden bemiddelbaar of de aangesloten instelling de deskundigheid van zijn medewerkers (inclusief feitelijk leidinggevende) uiteraard ook kunnen aantonen door middel van diploma’s of te beschikken over een eigen bedrijfsvoering die de deskundige financiële dienstverlening aan de consument voldoende waarborgt.
I N T E G E R E E N A D E Q UAT E B E D R I J F S VO E R I N G INSTELLING
Financieel dienstverleners Niet van toepassing op EP
WETTELIJKE NORM
ART . WFD / BFD / VR
OPMERKING
Inzichtelijke bedrijfsprocessen Bedrijfsprocessen dienen inzichtelijk te zijn.
Artikel 28 lid 1 Wfd
Binnen de Wfd is er gekozen voor een “vormvrij toezichtmodel”. In beginsel gelden er geen vormvoorschriften voor de wijze waarop een financieel dienstverlener mag aantonen dat deze zich aan de Wfd houdt. De bewijslast met betrekking tot de naleving ligt bij de financieel dienstverlener.
Een financieel dienstverlener is niet verbonden in een formele of feitelijke zeggenschapsstructuur met natuurlijke personen of rechtspersonen indien deze zeggenschapsstructuur in zodanige mate ondoorzichtig is dat deze een belemmering vormt of kan vormen voor het adequaat uitoefenen van toezicht op de financieel dienstverlener.
Artikel 28 lid 2 Wfd Artikel 13 sub a Bfd
Uit de Nota van Toelichting bij artikel 13 Bfd blijkt dat deze bepaling als voorwaarde is gesteld zodat de AFM bij de uitoefening van haar toezichttaken geen belemmering ondervindt van onnodig ingewikkelde structuren binnen de organisatie van de financieel dienstverlener.
Een financieel dienstverlener is niet verbonden in een formele of feitelijke zeggenschapsstructuur met natuurlijke personen of rechtspersonen indien het recht van een staat die geen lidstaat is, dat op die personen of rechtspersonen van toepassing is, een belemmering vormt of kan vormen voor het adequaat uitoefenen van toezicht op de financieel dienstverlener.
Artikel 28 lid 2 Wfd Artikel 13 sub b Bfd
De administratieve organisatie en het systeem van interne controle van de financieel dienstverlener stellen de toezichthouder in staat toezicht te houden op de naleving van de bij en krachtens de wet gestelde regels.
Uitzondering: voor EP’s aan wie het ingevolge de Wtk 1992 is toegestaan door middel van een bijkantoor in Nederland werkzaamheden te verrichten geldt het artikel wel (artikel 13 lid 2 Wfd).
Financieel dienstverleners Niet van toepassing op EP Uitzondering: voor EP’s aan wie het ingevolge de Wtk 1992 is toegestaan door middel van een bijkantoor in Nederland werkzaamheden te verrichten gelden de artikelen wel (artikel 13 lid 2 Wfd).
J U N I 2006
13
I N T E G E R E E N A D E Q UAT E B E D R I J F S VO E R I N G V E RVO L G INSTELLING
WETTELIJKE NORM
ART . WFD / BFD / VR
Financieel dienstverleners
Met het oog op het bevorderen en handhaven van een integere bedrijfsvoering, draagt de financieel dienstverlener zorg voor adequate maatregelen die zijn gericht op het voorkomen van betrokkenheid van de financieel dienstverlener en van zijn werknemers bij strafbare feiten.
Artikel 28 lid 3 Wfd
De hierboven genoemde maatregelen betreffen in ieder geval de behandeling en administratieve vastlegging van incidenten die een ernstig gevaar vormen voor een integere bedrijfsvoering.
Artikel 10 Bfd
Niet van toepassing op RW en EP Uitzondering: voor EP’s aan wie het ingevolge de Wtk 1992 is toegestaan door middel van een
Het gaat hier om de gedragingen van de in artikel 10 Bfd genoemde personen.
bijkantoor in Nederland werkzaamheden te verrichten gelden de artikelen wel (artikel 13 lid 2 Wfd).
14
De administratieve vastlegging van incidenten bevat in ieder geval de feiten en omstandigheden van het incident, informatie over de functie van degene die het incident heeft of hebben bewerkstelligd en de maatregelen die naar aanleiding van het incident zijn genomen. De financieel dienstverlener bewaart deze gegevens ten minste 5 jaar.
Artikel 11 Bfd
Een financieel dienstverlener informeert de toezichthouder omtrent een incident als bedoeld in artikel 10 Bfd als het incidenten betreft: - waarbij aangifte is of zal worden gedaan; - waarbij het voortbestaan van de financieel dienstverlener in het geding is; - waarover de toezichthouder – gezien de ernst of omvang van de incidenten – redelijkerwijs dient te worden geïnformeerd.
Artikel 12 Bfd
OPMERKING
Artikel 10 Bfd heeft betrekking op de volgende personen: - zij die het dagelijkse beleid van de financieel dienstverlener bepalen dan wel mede bepalen; - zij die een leidinggevende functie bekleden; - zij die zich onder verantwoordelijkheid van de financieel dienstverlener rechtstreeks bezighouden met financiële dienstverlening; - zij die een functie bekleden waaraan een wezenlijk risico is verbonden voor de integere bedrijfsvoering van de financieel dienstverlener. Hierbij kan gedacht worden aan functies waarin de betrokken functionaris de beschikking of het beheer heeft over vermogen/waarden van de financieel dienstverlener/klanten of toegang heeft tot persoons- of bedrijfsgevoelige informatie over de financieel dienstverlener of bepaalde klanten. (Nota van Toelichting artikel 10 en 11 Bfd) Artikel 10 Bfd verlangt dat de financieel dienstverlener ten aanzien van de behandeling en administratieve vastlegging van incidenten zelf een beleid bepaalt en dat beleid ook uitvoert. Van hem wordt verwacht dat hij systematisch en vooraf heeft nagedacht over de omgang met incidenten. (Nota van Toelichting artikel 10 en 11 Bfd)
F I NA N C I Ë L E Z E K E R H E I D ART . WFD / BFD / VR
OPMERKING
Artikel 29 Wfd
Verzekeraars als bedoeld in artikel 14 lid 1 sub d Wfd en vrijgestelde onderlinge waarborgmaatschappijen als bedoeld in het Besluit vrijgestelde onderlinge waarborgmaatschappijen (artikel 2 en 3), worden hiervan vrijgesteld voor zover zij bemiddelen in verzekeringen (Artikel 22 sub b Vr).
De BAV geldt alleen voor verzekeringsbemiddeling en moet minimaal bedragen: € 1.000.000,- per schadegeval en € 1.500.000,- per jaar voor alle schadegevallen gezamenlijk.
Artikel 23 Vr Artikel 23 lid 1Bfd
Bemiddelaars als bedoeld in artikel 19 Vr die bemiddelen in verzekeringen worden vrijgesteld van artikel 29 Wfd voor zover de voor hen verantwoordelijke onderneming een verzekeraar of een vrijgestelde onderlinge waarborgmaatschappij is.
Deze BAV mag alleen gesloten worden bij een verzekeraar die bevoegd is tot het sluiten van een BAV in Nederland.
Artikel 23 lid 2 Bfd
Voor een volledige opsomming van de bevoegde instellingen zie artikel 23 lid 2 Bfd.
Artikel 22 sub a Vr
Een verbonden bemiddelaar is vrijgesteld van artikel 29 Wfd voor zover de aanbieder voor wie hij bemiddelt een verzekeraar of een vrijgestelde onderlinge waarborgmaatschappij is.
INSTELLING
WETTELIJKE NORM
Bemiddelaars in verzekeringen
Beroepsaansprakelijkheidsverzekering De bemiddelaar in (her)verzekeringen dient te beschikken over een beroepsaansprakelijkheidsverzekering (BAV) of een daarmee vergelijkbare voorziening.
Niet van toepassing op EP
Bemiddelaars in verzekeringen
Vergelijkbare voorziening Een vergelijkbare voorziening is een onvoorwaardelijke garantstelling voor alle verplichtingen voortvloeiend uit de aansprakelijkheid van de bemiddelaar in verzekeringen of de herverzekeringsbemiddelaar, verstrekt door in artikel 24 lid 2 Bfd genoemde kredietinstellingen.
Artikel 24 lid 1 en 2 Bfd
J U N I 2006
15
ZORGPLICHT INSTELLING
Financieel dienstverleners
WETTELIJKE NORM
Adviestraject In het geval van advies dient de financieel dienstverlener: - het klantprofiel op te stellen; - bij zijn advies voor zover redelijkerwijs mogelijk rekening te houden met het klantprofiel; - de overwegingen die ten grondslag liggen aan het advies toe te lichten, voor zover dit nodig is voor een goed begrip van het advies.
ART . WFD / BFD / VR
OPMERKING
Artikel 32 lid 1 sub a Wfd
Het klantprofiel bevat de volgende elementen: - informatie over de financiële positie van de consument; - de kennis en ervaring van de consument; - de doelstellingen van de consument; - de risicobereidheid van de consument; voor zover dit redelijkerwijs relevant is voor het advies.
Artikel 21 lid 2 Vr
Vrijgesteld van artikel 32 Wfd zijn financieel dienstverleners voorzover zij financiële diensten verlenen ten aanzien van financiële producten, met uitzondering van: - complexe producten als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van het besluit; - spaarrekeningen met inbegrip van de daaraan verbonden spaarfaciliteiten, waarvan de rentevergoeding voor de consument is gekoppeld aan de koersontwikkeling van een of enkele op een effectenbeurs als bedoeld in artikel 1, onder e, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 genoteerde effecten; - effecten; - kredieten waarvan de kredietsom meer dan € 1.000,- bedraagt; - hypothecaire kredieten; - verzekeringen in verband met het geheel of gedeeltelijk wegvallen van het inkomen van een consument; - een financieel product als bedoeld in artikel 1, onderdeel m, onder 9°, van de wet.
Artikel 26c Vr
Vrijgesteld van artikel 32 Wfd zijn financieel dienstverleners voor zover zij financiële diensten verlenen ten aanzien van natura-uitvaartverzekeringen of andere verzekeringen die uitsluitend strekken tot het doen van een geldelijke uitkering in verband met de verzorging van de uitvaart van de mens. Indien een uitvaartverzekering gecombineerd wordt met een beleggingscomponent of een ander complex product, is het aldus gecombineerde product te kwalificeren als een complex product. In dat geval zijn de adviesregels wel van toepassing.
16
Z O R G P L I C H T V E RVO L G INSTELLING
WETTELIJKE NORM
Financieel dienstverleners
Geen adviesplicht Indien een financieel dienstverlener bij het verlenen van een financiële dienst aan een consument deze niet adviseert, maakt hij dat bij aanvang van de dienstverlening aan de consument kenbaar.
Financieel dienstverleners
Financieel dienstverleners
Vastlegging en bewaartermijn adviestraject In het Bfd is vastgelegd dat een aanbieder of bemiddelaar, voor zover de advisering leidt tot het aangaan van een overeenkomst het klantprofiel en de gegevens over het verkochte of aanbevolen financiële product tenminste gedurende één jaar moet bewaren.
ART . WFD / BFD / VR
OPMERKING
Artikel 32 lid 2 Wfd
Artikel 14 lid 1 en lid 3 Bfd
Uit de Nota van Toelichting bij artikel 14 Bfd blijkt dat het klantprofiel zo duidelijk dient te zijn, dat de financieel dienstverlener aan de hand van die informatie aannemelijk kan maken dat het verkochte of geadviseerde product past bij de consument.
Een adviseur die een consument adviseert dient het klantprofiel en de gegevens over het aanbevolen financiële product gedurende tenminste één jaar te bewaren.
Artikel 14 lid 2 Bfd
Met de ‘gegevens betreffende het verkochte of aanbevolen financiële product’ als genoemd in artikel 14 Bfd worden de gegevens bedoeld aan de hand waarvan kan worden vastgesteld welk financieel product aan de consument is geadviseerd.
Van de bewaarplicht mag worden afgeweken indien de financieel dienstverlener uitsluitend te werk gaat volgens een gestandaardiseerde en gesystematiseerde procedure aan de hand waarvan de financieel dienstverlener de AFM kan aantonen welke informatie over een consument wordt ingewonnen en welke adviezen consumenten op basis van de aldus ingewonnen informatie worden gegeven. De procedure dient voor de AFM verifieerbaar te zijn.
Artikel 14 lid 4 Bfd
Van de uitzondering kan alleen gebruik worden gemaakt indien toepassing van de gestandaardiseerde en gesystematiseerde procedure uitsluit dat financiële producten worden aanbevolen die onvoldoende passen bij de kenmerken van de consument. Bovendien dient te zijn gewaarborgd dat de adviezen die door (klant)medewerkers van een financieel dienstverlener worden verstrekt, altijd de uitkomst zijn van de toegepaste gestandaardiseerde en gesystematiseerde procedure.
Indien een consument bij een aanbieder dan wel via een bemiddelaar een ander product aankoopt dan het product dat door deze aanbieder of bemiddelaar is geadviseerd, dan dient de financieel dienstverlener de AFM aan te kunnen tonen, dat de consument zelf er voor heeft gekozen dat andere (niet aanbevolen) product te kopen.
Artikel 14 lid 5 Bfd
J U N I 2006
17
Z O R G P L I C H T V E RVO L G INSTELLING
WETTELIJKE NORM
Bemiddelaars en adviseurs
Objectieve analyse Indien men bemiddelt respectievelijk de consument adviseert op basis van een objectieve analyse, dient de consument hierover voorafgaande aan de totstandkoming van een overeenkomst te worden geïnformeerd.
Geen objectieve analyse - Indien men een contractuele verplichting heeft om uitsluitend voor één of meer aanbieders te adviseren respectievelijk te bemiddelen, dient de consument hierover voorafgaand aan de totstandkoming van een overeenkomst te worden geïnformeerd en dienen desgevraagd de namen van deze aanbieders te worden medegedeeld; - Indien men géén contractuele verplichting heeft om uitsluitend voor één of meer aanbieders te adviseren respectievelijk te bemiddelen en niet adviseert op grond van de verplichting tot een objectieve analyse, dient de consument hierover voorafgaand aan de totstandkoming van een overeenkomst te worden geïnformeerd en dienen desgevraagd de namen van de aanbieders waarvoor men adviseert of kan adviseren respectievelijk bemiddelt of kan bemiddelen te worden medegedeeld.
18
ART . WFD / BFD / VR
OPMERKING
Artikel 33 lid 1 sub a jo. artikel 33 lid 2 Wfd en artikel 34 lid 1 sub a jo. artikel 34 lid 2 Wfd
Bij objectieve analyse baseert de bemiddelaar/adviseur zijn advies op een analyse van een toereikend aantal vergelijkbare financiële producten, zodat hij in staat is een financieel product aan te bevelen dat aan de behoeften van de consument voldoet.
Artikel 33 lid 1 sub b en artikel 34 lid 1 sub b Wfd
Artikel 33 lid 1 sub c en artikel 34 lid 1 sub c Wfd
Z O R G P L I C H T V E RVO L G INSTELLING
Aanbieder van krediet
ART . WFD / BFD / VR
OPMERKING
Artikel 51 Wfd
Om tot een goede beoordeling van de financiële positie van de consument te komen moet de aanbieder van krediet inzicht hebben in zowel inkomsten, bijvoorbeeld de bron en hoogte van de inkomsten, als bepaalde vaste uitgaven van de consument, bijvoorbeeld de huur of hypotheeklasten, alimentatie en de premie van de ziektekostenverzekering
Voor kredieten waarvan de kredietsom € 1.000,- of meer bedraagt, geldt dat de aanbieder dient te beschikken over voldoende schriftelijke of op een andere duurzame drager vastgelegde informatie over de financiële positie van de consument, om te kunnen beoordelen of het aangaan van de overeenkomst verantwoord is.
Artikel 59 lid 1 Bfd
Uit de Nota van Toelichting bij artikel 59 Bfd blijkt dat ook bij het aangaan van een overeenkomst inzake krediet waarvan de kredietsom of kredietlimiet minder dan € 1.000,- bedraagt, de aanbieder van krediet verplicht is te onderzoeken of het aangaan van de overeenkomst verantwoord is voor de consument.
Ter voorkoming van overkreditering legt een aanbieder van krediet de criteria vast die hij ten grondslag legt aan de beoordeling van een kredietaanvraag van een consument en past hij deze criteria toe bij de beoordeling van een kredietaanvraag.
Artikel 61 Bfd
De aanbieder van krediet bewaart de ingewonnen informatie en de tot stand gekomen overeenkomst ten minste tot vijf jaar nadat de overeenkomst is afgewikkeld.
Artikel 15 Bfd
WETTELIJKE NORM
Voorkomen van overkreditering De aanbieder van krediet wint in het belang van de consument informatie in over de financiële positie van de klant om overkreditering tegen te gaan. Er is sprake van voldoende informatie wanneer op basis van deze informatie kan worden beoordeeld of het aangaan van de overeenkomst verantwoord is in het kader van het voorkomen van overkreditering.
Artikel 26f lid 1 Vr
Aanbieders van krediet zijn vrijgesteld van de artikelen 59 lid 1, 60 lid 1, 61 lid 1 Bfd voor zover zij krediet aanbieden tegen onderpand van effecten die tot zekerheid dienen voor de terugbetaling van het krediet aan een consument die reeds op het moment van aangaan van de overeenkomst inzake het krediet bezitter is van de te verpanden effecten, van welk krediet de kredietsom of de kredietlimiet gedurende de looptijd van de overeenkomst inzake het krediet niet hoger is dan 70% van de waarde van de te verpanden effecten.
J U N I 2006
19
Z O R G P L I C H T V E RVO L G INSTELLING
WETTELIJKE NORM
ART . WFD / BFD / VR
OPMERKING
Aanbieder van krediet
Stelsel van kredietregistratie De aanbieder van krediet neemt deel aan een stelsel van kredietregistratie.
Artikel 52 Wfd
Aanbieders van krediet zijn vrijgesteld van artikel 52 Wfd voor zover zij krediet aanbieden tegen onderpand van effecten die tot zekerheid dienen voor de terugbetaling van het krediet aan een consument die reeds op het moment van aangaan van de overeenkomst bezitter is van de te verpanden effecten, van welk krediet de kredietsom of de kredietlimiet gedurende de looptijd van de overeenkomst inzake het krediet niet hoger is dan 70% van de waarde van de te verpanden effecten (Artikel 26f lid 1 Vr).
De aanbieder raadpleegt het stelsel van kredietregistratie alvorens met de consument een overeenkomst aan te gaan inzake krediet waarvan de kredietsom of kredietlimiet € 250,- of meer bedraagt.
Aanbieder van krediet Bemiddelaar in krediet
20
Artikel 60 Bfd
Kredietprovisie Bij bemiddeling in consumptief krediet is het niet toegestaan beloond te worden door een ander dan de aanbieder van het krediet.
Artikel 53 lid 1 Wfd Artikel 26 Vr
Onderbemiddelaars zijn vrijgesteld van dit artikel voor zover zij bemiddelen in krediet voor een andere bemiddelaar. Deze vrijstelling is slechts van toepassing indien de desbetreffende onderbemiddelaar uitsluitend provisie ontvangt van de andere bemiddelaar.
Beloning bij bemiddeling in consumptief krediet is niet toegestaan door middel van afsluitprovisie, maar dient op maandbasis te geschieden.
Artikel 64 Bfd Artikel 26f lid 2 Vr
Een aanbieder is aan een bemiddelaar in consumptief krediet slechts provisie verschuldigd ter zake van totstandgekomen overeenkomsten.
Artikel 63 Bfd
Bemiddelaars in krediet zijn vrijgesteld van artikel 53 lid 1 en lid 2 Wfd, voor zover het krediet waarin zij bemiddelen wordt aangeboden tegen onderpand van effecten die tot zekerheid dienen voor de terugbetaling van het krediet aan een consument die reeds op het moment van aangaan van de overeenkomst inzake het krediet bezitter is van de te verpanden effecten, van welk krediet de kredietsom of de kredietlimiet gedurende de looptijd van de overeenkomst inzake het krediet niet hoger is dan 70% van de waarde van de te verpanden effecten.
Een bemiddelaar in consumptief krediet krijgt geen provisie uitbetaald indien hij uit hoofde van het Bfd geen aanspraak heeft op provisie.
Artikel 67 lid 1 Bfd Artikelen 65 en 66 Bfd
De artikelen 65 en 66 Bfd bevatten een nadere uitwerking met betrekking tot de aanspraak op provisie van een bemiddelaar in consumptief krediet.
Provisie mag alleen uitbetaald worden in giraal geld.
Artikel 67 lid 2 Bfd
Doel van dit artikel is omzeiling van de provisieregels tegen te gaan (Nota van Toelichting artikel 67 lid 1 Bfd).
Z O R G P L I C H T V E RVO L G INSTELLING
Financieel dienstverleners Niet van toepassing op EP
Financieel dienstverleners
WETTELIJKE NORM
ART . WFD / BFD / VR
OPMERKING
In het Besluit kredietvergoeding wordt het maximale percentage dat bovenop de wettelijke rente in rekening kan worden gebracht verlaagd van 17 tot 12 procentpunten.
Artikel 77 Bfd
Op dit moment bedraagt de wettelijke rente 4 procentpunten. Dit betekent derhalve dat het maximale kredietvergoedingspercentage dat in rekening gebracht kan worden 12 + 4 = 16 procentpunten bedraagt. Het verlagen van de maximale kredietvergoeding vormt een aanvulling op de maatregelen in de Wfd ter voorkoming van overkreditering.
Klachtenadministratie Een financieel dienstverlener dient over een interne klachtenprocedure te beschikken.
Artikel 37 lid 1 sub a Wfd
Een financieel dienstverlener dient over een adequate klachtenadministratie te beschikken die ten minste bevat: - de naam en het adres van de consument die een klacht heeft ingediend; - de van de consument ontvangen klacht, met de daarbij behorende dagtekening van ontvangst; - een omschrijving van de klacht (bijvoorbeeld klachtenbrief of telefoonnotitie); - een beschrijving van de wijze waarop de financieel dienstverlener de klacht heeft behandeld.
Artikel 51 Bfd
De hierboven genoemde gegevens dienen ten minste één jaar nadat de klacht afgehandeld is, bewaard te worden.
Artikel 52 Bfd
Een financieel dienstverlener stelt aan alle personen die bij de afhandeling van klachten betrokken zijn, een beschrijving beschikbaar van de te volgen procedure voor de afhandeling van klachten.
Artikel 50 Bfd
De beschrijving van de wijze waarop de financieel dienstverlener een klacht heeft behandeld, heeft zowel betrekking op de inhoud als op de doorlooptijd van behandeling van de klacht. Uit de administratie moet blijken hoe en wanneer inhoudelijk op een klacht is gereageerd en wat het eventuele verdere gevolg is geweest. Dit gaat zowel om schriftelijke reacties als om aantekeningen van eventuele telefonische contacten waarin inhoudelijk is ingegaan op de klachtafhandeling.
Niet van toepassing op EP
Financieel dienstverleners
Geschillencommissie Een financieel dienstverlener dient bij één of meerdere erkende geschillencommissies aangesloten te zijn.
Artikel 37 lid 1 sub b Wfd
Afhankelijk van de aard van de activiteiten van de financieel dienstverlener kan het zijn dat men zich bij meerdere geschillencommissies moet aansluiten.
J U N I 2006
21
Z O R G P L I C H T V E RVO L G
22
INSTELLING
WETTELIJKE NORM
ART . WFD / BFD / VR
OPMERKING
Financieel dienstverleners
Uitbestede werkzaamheden Een financieel dienstverlener is verantwoordelijk voor aan derden uitbestede werkzaamheden die onder de Wfd vallen.
Artikel 39 Wfd
Gedacht kan worden aan het uitbesteden van klantwervende werkzaamheden door een callcenter of het laten maken van productbrochures. Artikel 39 Wfd beoogt de verantwoordelijkheid van de financieel dienstverlener vast te leggen die hij bij het uitbesteden van werkzaamheden aan derden heeft, anders dan de werkzaamheden die door de Wfd als zelfstandige financiële dienst worden aangemerkt. In de situatie dat bijvoorbeeld een aanbieder een derde opdracht geeft om voor hem een financiële dienst te verlenen, dan is op die situatie artikel 39 Wfd niet van toepassing, maar is de betreffende derde zelfstandig als financieel dienstverlener in de zin van de Wfd verantwoordelijk voor de nakoming van Wfd-verplichtingen. Dit is alleen anders als het om een verbonden bemiddelaar gaat.
T R A N S PA R A N T I E A L G E M E E N INSTELLING
Financieel dienstverleners
WETTELIJKE NORM
Adequate informatieverstrekking De financieel dienstverlener draagt er zorg voor dat de door of namens hem verstrekte informatie ter zake van een financieel product of financiële dienst, waaronder reclame-uitingen, geen afbreuk doet aan de bij of krachtens deze wet aan de consument te verstrekken informatie.
ART . WFD / BFD / VR
OPMERKING
Artikel 30 Wfd
Voor een uitgebreide toelichting op de transparantie-eisen uit de Wfd verwijzen wij graag naar het document ‘Transparantievereisten Wfd’ te vinden op de website www.afm.nl.
De krachtens deze wet door de financieel dienstverlener verstrekte informatie is feitelijk juist, voor de consument begrijpelijk en niet misleidend
Financieel dienstverleners
Financieel dienstverleners dienen voorafgaand aan de totstandkoming van de overeenkomst informatie te verschaffen aan de consument voor zover dit redelijkerwijs relevant is voor een adequate beoordeling van dat product.
Artikel 31 lid 1 Wfd
Een financieel dienstverlener verstrekt de aan de consument te verstrekken informatie schriftelijk tenzij hiervan conform bepalingen in het Bfd mag worden afgeweken. Een financieel dienstverlener kan de informatie via een andere duurzame drager verstrekken, indien hij zich ervan heeft vergewist dat de consument over de benodigde middelen beschikt om kennis te nemen van de aldus te verstrekken informatie.
Artikel 26 lid 1 Bfd
Een financieel dienstverlener verstrekt de hierboven bedoelde informatie, alsmede de in artikel 43 Bfd bedoelde informatie, in de Nederlandse taal.
Artikel 26 lid 2 Bfd
De informatie kan in een andere taal worden verstrekt: - indien de consument daarom verzoekt en de financieel dienstverlener hiermee instemt; - indien partijen een keuze hebben gemaakt voor de toepasselijkheid van het recht van een andere staat op de overeenkomst inzake een financieel product, of; - op verzoek van een beheerder of beleggingsinstelling, bedoeld in artikel 12, eerste lid, of artikel 17c van de Wet toezicht beleggingsinstellingen, indien het informatie, bedoeld in artikel 39, tweede lid Bfd, betreft en de toezichthouder hiermee instemt.
J U N I 2006
23
T R A N S PA R A N T I E D I E N S T V E R L E N I N G INSTELLING
Financieel dienstverleners
Deze punten gelden
WETTELIJKE NORM
Verplichte precontractuele dienstverleningsinformatie De in artikel 33 en 34 Wfd en de in artikel 30 Bfd bedoelde informatie dient voorafgaande aan de totstandkoming van een overeenkomst schriftelijk en in principe in de Nederlandse taal te worden verstrekt. Het gaat tenminste om de volgende informatie: - naam en adres (statutaire naam en handelsna(a)m(en) bij rechtspersonen); - de aard van de financiële dienstverlening; - zijn interne klachtenprocedure en de erkende geschilleninstantie waar hij bij is aangesloten; - zijn registratie bij de AFM;
-
alleen voor bemiddelaars en adviseurs
24
-
over en weer een zeggenschapsbelang en/of kapitaalbelang van 10% of meer in een financieel dienstverlener; het al dan niet adviseren op basis van objectieve analyse; het al dan niet hebben van contractuele verplichtingen; de wijze van beloning.
ART . WFD / BFD / VR
OPMERKING
Artikel 33 en 34 Wfd Artikel 26 Bfd Artikel 30 Bfd
Op het uitgangspunt dat de financieel dienstverlener conform artikel 26 en 30 Bfd schriftelijk en voorafgaand aan de totstandkoming van een overeenkomst informatie verstrekt inzake een financieel product, mag een uitzondering worden gemaakt als het financiële product een verzekering is en onmiddellijke dekking noodzakelijk is. In dat geval mag de betreffende dienstverlener de informatie op verzoek van de consument mondeling verstrekken, maar dient hij de informatie direct na de totstandkoming van de overeenkomst alsnog schriftelijk te verstrekken.
T R A N S PA R A N T I E P R O D U C T INSTELLING
WETTELIJKE NORM
Financieel dienstverleners
Onverplichte precontractuele informatie Indien de financieel dienstverlener informatie verstrekt over een complex product, dient hij te voldoen aan de regels in artikel 27 Bfd.
Het gaat hier om de volgende regels: - in reclame-uitingen moet melding gemaakt worden van de belangrijkste financiële risico’s van dat product, die inzichtelijk worden gemaakt door een risico-indicator; - indien voorafgaande aan de totstandkoming van de overeenkomst informatie wordt verstrekt over een complex product verwijst de financieel dienstverlener naar de financiële bijsluiter; - indien voorafgaande aan de totstandkoming van de overeenkomst informatie wordt verstrekt over historische of toekomstige rendementen (niet via radio of televisie), dient tevens informatie over de belangrijkste kosten en risico’s te worden verstrekt; - indien voorafgaande aan de totstandkoming van de overeenkomst informatie wordt verstrekt over een gegarandeerd rendement, dient tevens informatie over de belangrijkste voorwaarden van die garantie te worden verstrekt. Financieel dienstverleners zijn vrijgesteld van hetgeen in artikel 27 Bfd is bepaald voor zover zij, ten aanzien van complexe producten, financiële diensten verlenen aan natuurlijke personen of rechtspersonen die handelen in de uitoefening van hun bedrijf of beroep.
Financieel dienstverleners
Kredietreclames Specifieke regels ten aanzien van kredietreclames zijn verwerkt in artikel 28 Bfd. De theoretische looptijd in geval van een doorlopend krediet dient berekend te worden op de in bijlage 9 Bfd aangegeven wijze.
ART . WFD / BFD / VR
OPMERKING
Artikel 31 jo artikel 100 Wfd Artikel 35 Wfd Artikel 27 Bfd
Bij reclame-uitingen (inclusief via radio of televisie) over een beleggingsobject dienen tevens de belangrijkste overige risico’s die samenhangen met dat product te worden gemeld.
Artikel 27 lid 1, lid 2 en lid 3 Bfd
De verplichting om een risico-indicator te vermelden geldt niet voor een reclame-uiting via de radio.
Artikel 27 lid 4 Bfd
Artikel 27 lid 5 Bfd Artikel 27 lid 6 Bfd Artikel 27 lid 7 Bfd
Artikel 30a Vr
Indien via radio of televisie informatie wordt verstrekt over historische of toekomstige rendementen dient, gelijktijdig of op enig ander moment, voor de totstandkoming van een overeenkomst, informatie over de belangrijkste kosten te worden verstrekt.
In dit specifieke geval wordt bij dienstverlening ten aanzien van verzekeringen onder consument dus niet mede verstaan, de in uitoefening van bedrijf of beroep handelende natuurlijke of rechtspersoon.
Artikel 28 Bfd Artikel 37 Bfd
J U N I 2006
25
T R A N S PA R A N T I E P R O D U C T V E RVO L G INSTELLING
WETTELIJKE NORM
Financieel dienstverleners
Actieve en tijdige informatieverstrekking (verplichte precontractuele productinformatie) In artikel 31, 32 en 34 Bfd staan eisen genoemd ten aanzien van de productinformatie over schadeverzekeringen, levensverzekeringen en natura-uitvaartverzekeringen. Deze informatie dient schriftelijk voorafgaand aan de overeenkomst te worden verstrekt. Uitzonderingen hierop zijn: Levensverzekeringen en natura-uitvaartverzekeringen In afwijking van artikel 32 lid 1 Bfd en artikel 34 lid 1 Bfd kan de in deze leden bedoelde informatie onmiddellijk na de totstandkoming van de overeenkomst worden verstrekt of uiterlijk tegelijk met het afgeven van de polis, indien de consument het recht heeft, zonder een boete verschuldigd te zijn en zonder opgaaf van redenen, de overeenkomst binnen 30 kalenderdagen na de dag waarop hij de informatie heeft ontvangen, terugwerkend tot de datum van de totstandkoming van de overeenkomst, te ontbinden en de consument is geïnformeerd over de wijze waarop hij gebruik kan maken van dat recht. Schadeverzekeringen In afwijking van artikel 31 lid 1 Bfd kan de in dat lid bedoelde informatie onmiddellijk na de totstandkoming van de overeenkomst worden verstrekt, of uiterlijk tegelijk met het afgeven van de polis, indien de consument het recht heeft, zonder een boete verschuldigd te zijn en zonder opgaaf van redenen, de overeenkomst binnen 14 kalenderdagen na de dag waarop hij de informatie heeft ontvangen te ontbinden en de consument is geïnformeerd over de wijze waarop hij gebruik kan maken van dat recht.
26
ART . WFD / BFD / VR
OPMERKING
Artikel 31 Wfd Artikel 30, 31, 32 en 34 Bfd
In artikel 31 Bfd staan de bepalingen met betrekking tot het verstrekken van informatie inzake schadeverzekeringen vermeld. In artikel 32 Bfd staan de bepalingen met betrekking tot het verstrekken van informatie inzake levensverzekeringen vermeld. In artikel 34 Bfd staan de bepalingen met betrekking tot het verstrekken van informatie inzake natura-uitvaartverzekeringen vermeld.
Artikel 32 lid 2 Bfd Artikel 34 lid 3 Bfd
Voor risico’s gelegen in andere lidstaten en/of voor personen die in andere lidstaten woonachtig zijn, verwijzen wij u naar artikel 33 Bfd.
Artikel 31 lid 2 Bfd
T R A N S PA R A N T I E P R O D U C T V E RVO L G INSTELLING
WETTELIJKE NORM
Financieel dienstverleners
Passieve verstrekking Een aanbieder dient op zijn website beschikbaar te houden en op verzoek van de consument onverwijld en kosteloos te verstrekken:
ART . WFD / BFD / VR
OPMERKING
Indien de aanbieder van kredieten (niet zijnde hypothecair krediet) of beleggingsobjecten niet beschikt over een website geldt een actieve verstrekkingsplicht voor het prospectus, voorafgaande aan de totstandkoming van de overeenkomst. De verplichting tot het beschikbaar houden en verstrekken van een kredietprospectus is niet van toepassing op aanbieders of bemiddelaars in krediet voor zover de overeenkomst inzake een krediet dient ter financiering van effecten en het krediet bestaat uit belening van effecten die in artikel 36 lid 9 Bfd zijn gedefinieerd.
-
bij kredieten, niet zijnde hypothecair krediet, een kredietprospectus.
Artikel 36 Bfd
-
bij complexe producten, een financiële bijsluiter.
Artikel 38 en 39 Bfd
Van bovengenoemde verplichtingen inzake de financiële bijsluiter zijn vrijgesteld de financieel dienstverleners voor zover zij financiële diensten verlenen ten aanzien van (natura)uitvaartverzekeringen.
Artikel 26c Vr
Aanbieders van krediet zijn vrijgesteld van de verplichtingen een kredietprospectus beschikbaar te houden of te verstrekken voor zover zij krediet aanbieden tegen onderpand van effecten die tot zekerheid dienen voor de terugbetaling van het krediet aan een consument die reeds op het moment van aangaan van de overeenkomst inzake het krediet bezitter is van de te verpanden effecten, van welk krediet de kredietsom of de kredietlimiet gedurende de looptijd van de overeenkomst inzake het krediet niet hoger is dan 70% van de waarde van de te verpanden effecten (Artikel 26f Vr).
bij beleggingsobjecten, een beleggingsobjectprospectus.
Artikel 35 Bfd
De vereisten aan de beleggingsobjectprospectus zijn in artikel 35 lid 3 Bfd opgenomen. Het beleggingsobjectprospectus bevat op grond van artikel 35 lid 4 Bfd geen andere onderwerpen.
-
De bepalingen omtrent het beleggingsobjectprospectus zijn tevens van toepassing op financieel dienstverleners die financiële diensten verlenen ten aanzien van financiële producten als bedoeld in artikel 3 Bfd. Indien kredieten, complexe producten of beleggingsobjecten worden aangeboden door tussenkomst van een bemiddelaar, ligt de passieve en actieve verstrekkingsplicht in beginsel bij deze bemiddelaar, tenzij de aanbieder en bemiddelaar zijn overeengekomen dat de aanbieder zelf aan de verplichtingen voldoet.
J U N I 2006
27
T R A N S PA R A N T I E P R O D U C T V E RVO L G INSTELLING
28
WETTELIJKE NORM
ART . WFD / BFD / VR
Er hoeft geen financiële bijsluiter beschikbaar te worden gehouden of verstrekt te worden voor complexe producten, niet zijnde een recht van deelneming in een beleggingsinstelling ten aanzien waarvan uitsluitend financiële diensten worden verleend aan: - consumenten die woonachtig zijn buiten Nederland en in de aan die consumenten verstrekte informatie over het complexe product wordt vermeld dat het aanbod niet is of zal zijn gericht tot consumenten die woonachtig zijn in Nederland; - natuurlijke personen of rechtspersonen die handelen in de uitoefening van hun bedrijf of beroep.
Artikel 38 lid 3 sub a Bfd
OPMERKING
Artikel 38 lid 3 sub b Bfd
Van de vereisten omtrent het beschikbaar houden van, danwel onverwijld verstrekken van een financiële bijsluiter, krediet- en beleggingsobjectprospectus zijn vrijgesteld financieel dienstverleners voor zover zij overeenkomsten inzake respectievelijk complexe producten, krediet en beleggingsobjecten beheren of uitvoeren of daarbij assisteren.
Artikel 30b lid 2 Vr Artikel 30c lid 2 Vr Artikel 30d Vr
Financieel dienstverleners die verschillende productsoorten combineren en daarmee een complex product tot stand brengen, dat algemeen in de markt verkrijgbaar is, zijn verantwoordelijk voor het beschikbaar houden en verstrekken van een financiële bijsluiter.
Artikel 38 lid 5 Bfd
Als de regels met betrekking tot de financiële bijsluiter van toepassing zijn op een product met een kredietelement dan is de financieel dienstverlener vrijgesteld van de wettelijke vereiste om een kredietprospectus beschikbaar te houden, danwel onverwijld te verstrekken.
Artikel 30c lid 1 Vr
Vanwege de ruime definitie van aanbieden in de Wfd (artikel 7 Wfd) valt ook het uitsluitend beheren of uitvoeren van bestaande overeenkomsten onder het begrip ‘aanbieden’. Deze vrijstelling zorgt ervoor dat de verplichtingen omtrent de financiële bijsluiter, krediet- en beleggingsobjectprospectus niet van toepassing zijn op financieel dienstverleners die, ten aanzien van de relevante producten, uitsluitend bestaande overeenkomsten ‘uitdienen’. Omdat voornoemde informatiedocumenten met name beogen duidelijkheid te bieden in de precontractuele fase is besloten tot deze vrijstelling.
Deze vrijstelling voorkomt dat voor een product twee verschillende verplichte precontractuele documenten beschikbaar gehouden moeten worden. De algemene informatieverplichtingen uit de wet blijven wel van kracht. Die verplichting krijgt echter gedeeltelijk een vormvrij karakter.
T R A N S PA R A N T I E P R O D U C T V E RVO L G INSTELLING
Financieel dienstverleners
WETTELIJKE NORM
Doorlopende informatieverplichting Gedurende de looptijd van een overeenkomst inzake een financieel product verstrekt de financieel dienstverlener de consument tijdig informatie over wezenlijke wijzigingen in de informatie die verstrekt is voor de adequate beoordeling van een product, voor zover deze informatie redelijkerwijs relevant is voor de consument. Gedurende de looptijd van een levensverzekering en/of een natura-uitvaartverzekering dient de aanbieder, voor zover van toepassing, de informatie te verstrekken als beschreven in artikel 45 en 46 Bfd.
ART . WFD / BFD / VR
OPMERKING
Artikel 31 lid 3 Wfd
Artikel 45 en 46 Bfd
J U N I 2006
29
T R A N S PA R A N T I E V E R KO O P O P A F S TA N D
30
INSTELLING
WETTELIJKE NORM
ART . WFD / BFD / VR
OPMERKING
Financieel dienstverleners
Verkoop op afstand In geval van financiële dienstverlening met betrekking tot een overeenkomst op afstand worden in artikel 41 Bfd nadere eisen gesteld aan de informatie die voorafgaand aan de overeenkomst dient te worden verstrekt.
Artikel 40 en 41 Wfd Artikel 41 Bfd
Van belang is dat artikel 40 Bfd geldt in afwijking van artikel 30 Bfd en onverminderd de artikelen 31 t/m 39 Bfd.
Indien een overeenkomst op afstand op verzoek van de consument tot stand is gekomen met gebruikmaking van een techniek voor communicatie op afstand waarmee de in artikel 41 bedoelde informatie niet schriftelijk of via een andere duurzame drager voorafgaand aan de totstandkoming van een overeenkomst kan worden verstrekt, is het een financieel dienstverlener toegestaan de in dat artikel bedoelde informatie onmiddellijk na de totstandkoming van de overeenkomst op afstand aan de consument te verstrekken.
Artikel 42 lid 1 Bfd
De bepalingen uit artikel 41 t/m 44 Bfd zijn niet van toepassing op het verstrekken van informatie inzake overeenkomsten op afstand voor zover deze worden verleend aan natuurlijke personen of rechtspersonen die handelen in de uitoefening van bedrijf of beroep (artikel 40 Bfd).
In artikel 42 lid 2 Bfd zijn afwijkende bepalingen opgenomen met betrekking tot het tijdstip van informatieverstrekking en het recht van ontbinding indien het een overeenkomst op afstand betreft inzake een schade-, natura-uitvaartof levensverzekering. Deze afwijkende bepalingen zijn ook van toepassing op een overeenkomst op afstand die strekt tot fondsvorming ter voldoening van de verzorging van de uitvaart van de mens (artikel 5 Wtn).
Artikel 42 lid 2 Bfd
In artikel 43 Bfd worden eisen gesteld met betrekking tot de totstandkoming van een overeenkomst op afstand via spraaktelefonie.
Artikel 43 Bfd
Indien een overeenkomst op afstand tot stand komt via spraaktelefonie, verstrekt de financieel dienstverlener onmiddellijk na de totstandkoming van de overeenkomst op afstand de informatie als bedoeld in artikel 41 Bfd. Ingeval het een schade-, natura-uitvaart- of levensverzekering betreft, dient deze informatie uiterlijk tegelijk met het afgeven van de polis verstrekt te worden.
T R A N S PA R A N T I E O N G E V R A AG D E D I E N S T V E R L E N I N G INSTELLING
Financieel dienstverleners
WETTELIJKE NORM
Ongevraagde dienstaanbieding Aan een consument worden bij het gebruik van de telefoon voor het doen van ongevraagde oproepen ter bevordering van de totstandkoming van een overeenkomst op afstand, aan het begin van elk gesprek duidelijk de identiteit van de financieel dienstverlener, alsmede het commerciële oogmerk van de oproep meegedeeld.
ART . WFD / BFD / VR
OPMERKING
Artikel 43 lid 1 Bfd
Het gebruik van automatische oproepsystemen zonder menselijke tussenkomst, faxen of elektronische berichten voor het overbrengen van ongevraagde informatie of het doen van ongevraagde mededelingen aan een consument, ter bevordering van de totstandkoming van een overeenkomst op afstand, is uitsluitend toegestaan indien de consument daarvoor voorafgaand toestemming heeft verleend.
Artikel 44 lid 1 Bfd
Het gebruik van andere dan voornoemde technieken voor het overbrengen van ongevraagde informatie of het doen van ongevraagde mededelingen is toegestaan, tenzij de consument te kennen heeft gegeven dat hij de informatie of mededelingen niet wenst te ontvangen.
Artikel 44 lid 2 Bfd
J U N I 2006
31
VERHOUDING AANBIEDER
-
BEMIDDELAAR
INSTELLING
WETTELIJKE NORM
ART . WFD / BFD / VR
OPMERKING
Financieel dienstverleners
Financieel dienstverleners stellen elkaar over en weer in staat te voldoen aan hetgeen bij of krachtens de wet is bepaald, voor zover zij daarvoor van elkaar afhankelijk zijn.
Artikel 49 Wfd
Aanbieders moeten bekijken of de informatie die zij verstrekken adequaat is zodat de bemiddelaar of adviseur kan bemiddelen dan wel adviseren conform de eisen van de Wfd.
Financieel dienstverleners
Onder de verhouding tussen de aanbieder en de bemiddelaar wordt in de hieronder genoemde artikelen 44 Wfd, 45 Wfd en 49 Wfd ook verstaan: - de verhouding tussen de gevolmachtigde agent en de bemiddelaar; - de verhouding tussen de ondergevolmachtigde agent en de bemiddelaar; en - de verhouding tussen de bemiddelaar en de onderbemiddelaar.
Artikel 42 lid 1 Wfd
Aanbieders en bemiddelaars
Juiste vergunning Het is een bemiddelaar of gevolmachtigd agent verboden zaken te doen met een vergunningplichtige aanbieder die niet is ingeschreven in het register.
Het is een aanbieder verboden zaken te doen via een bemiddelaar of gevolmachtigd agent die voor het relevante product niet is ingeschreven in het register.
32
Artikel 44 lid 1 Wfd
De verboden gelden eveneens indien een financieel dienstverlener als bedoeld in artikel 13 Wfd een verbod is opgelegd als bedoeld in artikel 21 Wfd.
Ariktel 25 lid 1 Vr
Bemiddelaars en gevolmachtigde agenten zijn vrijgesteld van artikel 44 lid 1 Wfd, voor zover zij bemiddelen voor een aanbieder die is vrijgesteld van het verbod als bedoeld in artikel 10 van de Wfd.
Artikel 44 lid 3 Wfd
De verboden gelden niet voor zover het de financieel dienstverlener is toegestaan overeenkomsten af te wikkelen op grond van artikel 22 Wfd.
Artikel 25 lid 2 Vr
Aanbieders zijn vrijgesteld van artikel 44 lid 3 Wfd, voor zover zij financiële producten aanbieden door middel van een bemiddelaar of een gevolmachtigd agent, die is vrijgesteld van het verbod als bedoeld in artikel 10 van de Wfd.
VERHOUDING AANBIEDER INSTELLING
Aanbieders
Aanbieders
Aanbieders
Aanbieders
Aanbieders
-
BEMIDDELAAR
WETTELIJKE NORM
Eerste registercontrole De aanbieder die door een bemiddelaar voor de eerste maal wordt benaderd met een voorstel tot het aangaan van een overeenkomst inzake een financieel product gaat slechts tot behandeling van dat voorstel over, indien hij zich ervan heeft vergewist dat de bemiddelaar voor het bemiddelen in dat financiële product is ingeschreven in het register, bedoeld in artikel 23 Wfd.
Jaarlijkse registercontrole Elke aanbieder controleert jaarlijks of de bemiddelaar waarmee hij zaken doet nog voor de relevante activiteit is ingeschreven in het register
Signalen De aanbieder die in het kader van de normale bedrijfsvoering signalen ontvangt die bij hem twijfel oproepen over de registerinschrijving van de bemiddelaar, dient het register te raadplegen (voor deze activiteit).
Melding van overtredingen Indien de aanbieder constateert dat de bemiddelaar of gevolmachtigd agent, het bepaalde bij of krachtens de artikelen 26 t/m 29 Wfd overtreedt (betrouwbaarheid, deskundigheid, bedrijfsvoering en financiële zekerheid), meldt de aanbieder de geconstateerde overtreding direct aan de toezichthouder.
Indien de aanbieder constateert dat de bemiddelaar of gevolmachtigd agent de bij of krachtens de Wfd gestelde normen stelselmatig overtreedt (onder andere zorgplicht en transparantie), meldt de aanbieder de geconstateerde overtreding direct aan de toezichthouder.
ART . WFD / BFD / VR
OPMERKING
Artikel 45 lid 1 Wfd
Deze controle dient dus per financieel product te geschieden.
Artikel 45 lid 2 Wfd
Artikel 45 lid 3 Wfd
Artikel 47 lid 1 Wfd
Dit geldt voor zaken geconstateerd tijdens de normale bedrijfsuitoefening.
Artikel 47 lid 2 Wfd
Dit geldt voor zaken geconstateerd tijdens de normale bedrijfsuitoefening.
J U N I 2006
33
B I J L AG E : V R I J S T E L L I N G M A R K T T O E G A N G INSTELLING
Bemiddelaars
Financieel dienstverleners
Bemiddelaars
34
WETTELIJKE NORM
Vrijstelling reisbureaus en specifieke bemiddelaars Vrijstelling van de Wfd wordt verleend aan: - de bemiddelaar in hagelschadeverzekering, paarden- en veeverzekering en glasverzekering, met uitzondering van broeiglasverzekering; - reisbureaus of reisorganisties die bemiddelen in verzekeringen die met het oog op een reis of vakantie worden afgesloten (alsmede annuleringsverzekeringen). Vrijstelling advieswerkzaamheden Financieel dienstverleners die een andere hoofdberoepswerkzaamheid hebben dan het verlenen van financiële diensten worden vrijgesteld van de Wfd voor zover zij: - vanuit hun hoofdberoepswerkzaamheid inzicht hebben in de financiële situatie van consumenten; - geen provisie van de aanbieder ontvangen voor het verlenen van financiële diensten; - optreden als adviseur jegens zakelijke afnemers als bedoeld in art. 6 Wfd; - de verstrekte adviezen in het verlengde liggen van hun hoofdberoeps werkzaamheid; en - slechts incidenteel optreden als adviseur en dit optreden als adviseur slechts een marginaal onderdeel van de totale werkzaamheden uitmaakt. Verlicht regime kredietbemiddelaars Financieel dienstverleners zijn vrijgesteld van hetgeen bij of krachtens de wet is bepaald voor zover zij bemiddelen in goederenkrediet (met uitzondering van krediet dat dient ter verschaffing van het genot aan een consument van effecten). De vrijstelling is slechts van toepassing indien: - de looptijd van het krediet niet langer is dan de verwachte economische levensduur van de verschaft roerende zaak, danwel niet langer is dan de periode van dienstverlening; - de bemiddelaar de consument niet adviseert over het financiële product; - de bemiddelaar een andere hoofdberoepswerkzaamheid heeft dan bemiddeling in goederenkrediet; - het goederenkrediet dient ter verschaffing van een genot van een roerende zaak, danwel het verlenen van een dienst.
ART . WFD / BFD / VR
OPMERKING
Artikel 12 Vr
Deze vrijstelling geldt onder de voorwaarde dat ten minste één medewerker op de desbetreffende vestiging beschikt over één van de diploma’s genoemd in artikel 12 van de Vr.
Artikel 13 Vr
Hierbij kan gedacht worden aan actuarissen, belastingadviseurs, fiscalisten en accountants.
Artikel 17 Vr
Het bepaalde ingevolge de volgende artikelen blijft onverkort van toepassing op deze bemiddelaars: 30, 31, 35, 38, 39, 40, 41, 42, 44, 49 en 53 Wfd.
B I J L AG E : V R I J S T E L L I N G M A R K T T O E G A N G INSTELLING
Bemiddelaars
Bemiddelaars
Bemiddelaars
WETTELIJKE NORM
Vrijstelling Wte vergunninghouders Van het bepaalde ingevolge de artikelen 10, 26, 27 eerste lid, 28 derde lid Wfd zijn vrijgesteld: Financieel dienstverleners die beschikken over een vergunning als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Wte 1995), voor zover zij bemiddelen in financiële producten anders dan verzekeringen of hypothecair krediet.
Vrijstelling incassowerkzaamheden Op grond van artikel 3 lid 1 Vr zijn bemiddelaars in krediet die geen kredietbeheerder zijn, vrijgesteld van de bepalingen in de Wfd, voor zover hun werkzaamheden slechts betrekking hebben op het incasseren van vorderingen uit hoofde van de betreffende overeenkomst.
Vrijstelling schadebehandeling en innen premies Op grond van artikel 5 lid 1 Vr zijn bemiddelaars in verzekeringen, voor zover hun werkzaamheden slechts betrekking hebben op schadebehandeling of het innen van premies vrijgesteld van de bepalingen in de Wfd, met uitzondering van artikel 60 Wfd.
ART . WFD / BFD / VR
OPMERKING
Artikel 18 Vr
Deze financieel dienstverleners zijn vrijgesteld van de vergunningsplicht en van die vergunningvereisten die al in het kader van de vergunning onder de Wte 1995 zijn getoetst. Met deze gedeeltelijke vrijstelling wordt een dubbele vergunningsplicht voorkomen. De vrijstelling is niet van toepassing op financieel dienstverleners met een vergunning als bedoeld in artikel 7, eerste lid, Wte 1995 die bemiddelen in verzekeringen of hypothecair krediet.
Artikel 3 lid 1 Vr
Hiermee wordt vrijstelling verleend aan dienstverleners die zich bezighouden met het assisteren van een aanbieder van krediet bij het incasseren van vorderingen uit hoofde van kredietovereenkomsten (bijvoorbeeld een incassobureau).
Artikel 5 lid 1 Vr
Wanneer een dienstverlener een aanbieder van verzekeringen assisteert bij de behandeling van claims (waarbij gedacht kan worden aan het verzorgen van een uitvaart, het verlenen van feitelijke hulp zoals repatriëring van personen en goederen en het feitelijke schadeherstel) of de inning van premies is hij voor deze werkzaamheden volledig vrijgesteld van de Wfd, met uitzondering van artikel 60 Wfd als het de inning van premies betreft.
J U N I 2006
35
B I J L AG E : V R I J S T E L L I N G M A R K T T O E G A N G INSTELLING
Aanbieders van beleggingsobjecten
WETTELIJKE NORM
Vrijstelling voor aanbieders van beleggingsobjecten Vrijstelling van de Wfd wordt verleend aan financieel dienstverleners voor zover zij diensten verlenen ten aanzien van beleggingsobjecten die: - worden aangeboden aan minder dan 100 consumenten; - deel uitmaken van een serie van beleggingsobjecten als bedoeld in artikel 1, onderdeel u van het Bfd die minder dan twintig beleggingsobjecten omvat; - een waarde hebben die niet kan worden bepaald op basis van vooraf in het prospectus bedoeld in artikel 35 van het Bfd opgenomen objectieve en toetsbare criteria; of - worden aangeboden voor een nominaal bedrag per beleggingsobject van tenminste € 50.000,–.
ART . WFD / BFD / VR
Artikel 10 Vr
Indien de financieel dienstverlener niet aan deze voorwaarde voldoet, is de vrijstellingsbepaling niet op hem van toepassing en valt hij alsnog volledig onder de reikwijdte van de wet.
Deze vrijstelling geldt alleen als de desbetreffende financieel dienstverlener in reclame-uitingen en offertes kenbaar maakt dat hij niet onder toezicht staat van de AFM. Bovenstaande geldt tevens voor financieel dienstverleners die financiële diensten verlenen ten aanzien van producten als bedoeld in artikel 3 Bfd.
Bemiddelaars
Vrijstelling bemiddelen binnen groep Van de vergunningplicht als bedoeld in artikel 10 Wfd zijn vrijgesteld financieel dienstverleners die bemiddelen in een financieel product ten aanzien waarvan het een andere onderneming, die deel uitmaakt van dezelfde groep het ingevolge de Wfd is toegestaan dit financiële product aan te bieden of daarin te bemiddelen.
OPMERKING
Artikel 10 Vr Artikel 3 Bfd
Artikel 19 Vr
Deze vrijstelling is van toepassing indien de desbetreffende andere onderneming volledig verantwoordelijk is voor het bemiddelen door de financiële dienstverlener. Voor de toepassing van de Wfd gelden de handelingen van de financieel dienstverlener als handelingen van de desbetreffende andere onderneming.
DESKUNDIGHEID INSTELLING
WETTELIJKE NORM
ART . WFD / BFD / VR
OPMERKING
J U N I 2006
39
DESKUNDIGHEID INSTELLING
WETTELIJKE NORM
ART . WFD / BFD / VR
Autoriteit Financiële Markten Postbus 11723 1001 GS AMSTERDAM www.afm.nl
De tekst in dit document is met zorg samengesteld en is informatief van aard. U kunt er geen rechten aan ontlenen. Door besluiten op nationaal en internationaal niveau is het mogelijk dat de tekst niet langer actueel is wanneer u deze leest. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) is niet aansprakelijk voor de eventuele gevolgen – zoals bijvoorbeeld geleden verlies of gederfde winst – ontstaan door acties ondernomen naar aanleiding van dit document. Amsterdam, juni 2006
40
OPMERKING