RAADSVERGADERING
roboq Öff3
Gemeente n Bergen op Zoom
Datum raadsvergadering
: 29 september 2004
Nummer
: SMD/04/51
Onderwerp
: Consequenties invoering Wet kinderopvang per 1-1-2005
Aan de gemeenteraad,
Voorstel 1. In verband met bezuinigingen op de kinderopvang vanaf 2003, geen uitbreiding van doelgroepen, maar beperking tot de wettelijke doelgroepen; 2. Niet kiezen om ouders uit andere dan de wettelijke doelgroepen geheel of gedeeltelijk tegemoet te komen in de eigen bijdrage; 3. Een eventuele ontbrekende werkgeversbijdrage als gemeente niet te compenseren; 4. Keuze maken voor de uitvoeringsvariant C(zie nota) waarbij gekozen wordt om de uitvoering uit te besteden aan een externe organisatie. (De uitvoering wordt tot heden uitbesteed aan Kintent). Met deze keuze worden financiële risico's voor alle partijen zoveel mogelijk uitgesloten. Inleiding Zie bijgevoegde kadernota. De Wet kinderopvang wordt per 1 januari 2005 van kracht. Deze wet regelt de financiering en de kwaliteit van de kinderopvang, het toezicht op die kwaliteit en de medezeggenschap van ouders. Aanvankelijk zou de Wet basisvoorziening kinderopvang gaan heten, maar inmiddels is de naam veranderd in Wet kinderopvang. Op 18 mei 2004 heeft de Tweede Kamer ingestemd met het wetsvoorstel. Op 6 juli 2004 is het wetsvoorstel aangenomen door de Eerste Kamer. Deze nota is bedoeld om uw raad op hoofdlijnen te informeren over de Wet kinderopvang en de consequenties en de keuzemogelijkheden voor de gemeente. Het is de bedoeling om u in november 2004 een nieuwe Verordening kinderopvang ter vaststelling voor te leggen, waarin één en ander nader wordt uitgewerkt.
-2-
Samenvatting Op 1 januari 2005 teedt de Wet kinderopvang in werking. De belangrijkste uitgangspunten zijn dat ouders, werkgevers en overheid gezamenlijk de kosten betalen van kinderopvang en dat er globale, landelijke regels worden gesteld aan de kwaliteit ervan.
Door de invoering van de Wet kinderopvang zal per 1 januari 2005 de rol van de gemeente veranderen: - de gemeente subsidieert niet langer kindplaatsen in kinderopvanginstetlingen, maar betaalt een tegemoetkoming aan (in de wet bepaalde groepen van) ouders, die zelf opvang inkopen; deze doelgroepen zijn ouders die in een arbeidstoeleidingstraject zitten en een uitkering ontvangen; herintreders met een trajectplan; nieuwkomers, die een inburgeringstraject volgen; tienermoeders en studenten die een opleiding of studie volgen en ouders met(kinderen met) een sociaal medische indicatie; - de gemeente verstrekt niet langer vergunningen aan kinderopvanginstellingen, maar schrijft deze instellingen in een gemeentelijk (openbaar) register in; - de gemeentelijke kwaliteitsregels worden vervangen door globale landelijke eisen; - de gemeente blijft verantwoordelijk voor het toezicht op de kwaliteit van de kinderopvang, maar krijgt een meer terughoudende rol (evenals de GGD, die het toezicht uitvoert onder regie van de gemeente). Financiële overwegingen & Dekking Voor de wettelijke taken krijgen gemeenten een bedrag in het gemeentefonds. Landelijk is € 39,2 miljoen beschikbaar voor de Wet kinderopvang. Tegelijkertijd zal eenf bedrag van € 125 miljoen uit het gemeentefonds worden gehaald. Gemeenten kregen die gelden ook voor kinderopvang. De Wet kinderopvang kent voor gemeenten eigenlijk een open einde: immers ouders die tot een doelgroep behoren hebben recht op een tegemoetkoming in de kosten voor kinderopvang. Op dit moment is niet precies in te schatten hoeveel mensen bij de gemeente zullen aankloppen voor een subsidie. De hoogte van het bedrag per gemeente is in de junicirculaire bekend gemaakt. Voor Bergen op Zoom is dit € 553.000,-. Met deze middelen moeten wij in elk geval het volgende bekostigen: a. Het verstrekken van de gemeentelijke bijdrage in de kosten van kinderopvang aan de ouders die behoren tot de wettelijke doelgroepen. b. het betalen van de kosten voor de inzet van personele capaciteit voor de uitvoering van de Wet kinderopvang. c. het betalen van de kosten voor inspecties kinderopvanglocaties door de GGD. d. het betalen van de indicatiestellingen voor sociaal-medische indicaties. Voor de uitvoeringskosten wordt door de Rijksoverheid geen bijdrage betaald. Uitwerking voorstel Zie bijgevoegde kadernota
-3-
Bijlagen De volgende bijlagen zijn, als onderdeel van dit raadsvoorstel, bijgevoegd: Kadernotitie Kinderopvang "Nieuwe Stijl" De volgende bijlagen zijn, als achtergrondinformatie voor dit raadsvoorstel, ter inzage gelegd:
Een ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom, De secretaris,
Mr. P.B.J.M. Thomassen.
nr.PAC.M. van dar Velde
Gemeente i Bergen op Zoom
De raad van de gemeente Bergen op Zoom; gezien het voorstel van het college van 31 augustus 2004, nr. SMD/04/51 getet op ; BESLUIT:
1. In verband met bezuinigingen op de kinderopvang vanaf 2003, geen uitbreiding van doelgroepen, maar beperking tot de wettelijke doelgroepen; 2. Niet kiezen om ouders uit andere dan de wettelijke doelgroepen geheel of gedeeltelijk tegemoet te komen in de eigen bijdrage; 3. Een eventuele ontbrekende werkgeversbijdrage als gemeente niet te compenseren; 4. Keuze maken voor de uitvoeringsvariant C(zie nota) waarbij gekozen wordt om de uitvoering uit te besteden aan een externe organisatie. (De uitvoering wordt tot heden uitbesteed aan Kintent). Met deze keuze worden financiële risico's voor alle partijen zoveel mogelijk uitgesloten. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van De griffier,
F.P. de Vos
a o
,1Sft
Gemeente jj Eergen op Zoom
Sector
Maatschappelijke Dienstverlening
Afdeling
Afdeling Welzijn, Educatie & Sport
Behandeld door
O. Rombouts
Doorkiesnr
7170
Datum
25 augustus 2004
Onderwerp:
Consequenties invoering Wet kinderopvang
[X] adviserend Status ^ter kennisnemin9 ö ter bespreking D besluitvormend
KADERNOTA KINDEROPVANG NIEUWE STIJL
Onderwerp: consequenties invoering Wet Kinderopvang Aan de gemeenteraad De Wet kinderopvang wordt per 1 januari 2005 van kracht. Deze wet regelt de financiering en de kwaliteit van de kinderopvang, het toezicht op die kwaliteit en de medezeggenschap van ouders. Aanvankelijk zou de Wet basisvoorziening kinderopvang gaan heten, maar inmiddels is de naam veranderd in Wet kinderopvang. Op 18 mei 2004 heeft de Tweede Kamer ingestemd met het wetsvoorstel. Op 6 juli 2004 is het wetsvoorstel aangenomen door de Eerste Kamer. Deze nota is bedoeld om uw raad op hoofdlijnen te informeren over de Wet kinderopvang en de consequenties en de keuzemogelijkheden voor de gemeente. Het is de bedoeling om u in november 2004 een nieuwe Verordening kinderopvang ter vaststelling voor te leggen, waarin één en ander nader wordt uitgewerkt. Ouders, werkgevers en overheid hebben allen op hun eigen manier belang bij een goede kinderopvang. Het is dan ook de bedoeling van de wetgever dat de kosten voor de opvang door overheid, werkgevers en ouders samen betaald worden. Ouders krijgen straks (onder een bepaalde inkomensgrens) een subsidie van de overheid voor kinderopvang. Deze subsidie is inkomensafhankelijk en wordt betaald door de Belastingdienst. Uitgangspunt van de wet is dat ook werkgevers een financiële bijdrage in de kosten van kinderopvang aan de ouders geven. Ze zijn niet verplicht om aan kinderopvang bij te dragen, maar in veel bedrijven maakt kinderopvang deel uit van de secundaire arbeidsvoorwaarden. Het resterende gedeelte betalen de ouders zelf. Ouders moeten zelf opzoek gaan naarde kinderopvangorganisatie die het beste aansluit op hun wensen en zij moeten ook zelfde bijdragen van werkgevers en rijksoverheid (belastingdienst) aanvragen.
\SP
$L
Gemeente eente m Eergen Berg op Zoom
Gevolgen voor gemeenten: Ook voor gemeenten heeft de invoering van de Wet kinderopvang ingrijpende consequenties. De gemeente krijgt in het kader van de Wet kinderopvang een drietal wettelijke taken: 1. Melding en registratie. De gemeente moet een register inrichten en daarin alle kindercentra die zich aanmelden inschrijven. Dit register moet voor iedere belangstellende ter inzage worden gelegd. 2. Het verstrekken van een gemeentelijke bijdrage voor de kosten in de kinderopvang voor in de wet omschreven doelgroepen. 3. Het toezicht op de kwaliteit en een handhavingsplicht. De gemeente moet ingrijpen als blijkt uit inspectierapportages van de toezichthouder (de GGD) dat niet of onvoldoende wordt voldaan aan de landelijke kwaliteitsregels. Daarnaast kan de gemeente naar keuze nog een aantal niet-wettelijke taken op zich nemen, bijvoorbeeld doelgroepen uitbreiden. Gemeenten zijn hier vrij in, maar moeten deze niet-wettelijke taken ook uit eigen middelen bekostigen. Verder heeft de gemeente nog een taak als werkgever, maar daar wordt verder in dit stuk niet op ingegaan. Ad 1. Melding en registratie. In plaats van het huidige vergunningenstelsel komt er een systeem van melding en registratie. Alle aanbieders van kinderopvang, inclusief gastouderbureaus moeten hierin zijn ingeschreven. Het kindercentrum ontvangt een registratiebewijs en wordt vervolgens geïnspecteerd door de GGD. Ouders ontvangen van de belastingsdienst alleen een bijdrage in de kosten van kinderopvang, als er sprake is van een geregistreerd kindercentrum. Het register moet voor een ieder ter inzage liggen. De afdeling Welzijn, Educatie en Sport zal het register bijhouden. Ad 2. Het verstrekken van een gemeentelijke bijdrage voor de kosten 'm de kinderopvang voor in de wet omschreven doelgroepen. De in de wet vastgelegde doelgroepen zijn ouders die in een arbeidstoeleidingstraject zitten en een uitkering ontvangen in het kader van: a. De Wet Werk en Bijstand (WWB) inclusief tienermoeders; b. Wet inkomensvoorziening Kunstenaars (WiK); c. Algemene Nabestaanden Wet (ANW); d. Wet Inkomensvoorziening ouderen en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW); e. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ); f. Herintreders (met verdienende partner) met een trajectplan (NUG-er); g.Nïeuwkqmers die een inburgeringstraject volgen (WIN); h.Oudkomers vanaf het moment dat het verplicht is om een inburgeringstraject te volgen; i. Tienermoeders/studenten die een opleiding/studie volgen; j. Huishoudens waar sprake is van een sociaal-medische indicatie. Ouders uit al deze doelgroepen, die kinderopvang nodig hebben, komen bij de gemeente om het gemeentelijk deel van de kinderopvangkosten te ontvangen. Gemeenten moeten 1/6e deel van de totale kosten voor kinderopvang aan deze ouders betalen (tot een maximum van € 5,68 per uur). De gemeente doet geen inkomenstoets. Als één van de ouders tot één van de doelgroepen behoort, dan moet de gemeente een bijdrage verstrekken.
<£ Gemeente ê Eergen op Zoom
Ouders betalen (bijna) altijd een eigen bijdrage voor kinderopvang. De wetgever heeft twee groepen ouders uitgezonderd, die geen eigen bijdrage hoeven te betalen. Dat zijn: a. ouders in een arbeidstoeleidingstraject met een uitkering in het kader van de WWB; b. ouders met een deeltijdbaan en een aanvullende WWB-uitkering. Voor deze twee doelgroepen betaalt de gemeente 1/6e deel van de kosten voor kinderopvang met een maximum van € 5,68 per uur plus 3,5% van de kosten voor kinderopvang. Deze 3,5% komt in de plaats van de ouderbijdrage voor deze twee groepen. Ad 3. Het toezicht op de kwaliteit en een handhavingsplicht Het toezicht op de kwaliteit van kindercentra wordt uitgevoerd door de GGD. Het college van burgemeester en wethouders wijst een toezichthouder aan bij de GGD en publiceert hierover in de lokale pers. Pas als een kindercentrum niet voldoet aan de kwaliteitseisen, komt de gemeente in actie met sancties. De afdeling Welzijn, Educatie en Sport zal het contact met de GGD onderhouden. Andere consequenties van invoering Wet Kinderopvang Tot zover de wettelijke taken voor de gemeente die de invoering van de wet met zich meebrengt. Verder heeft de invoering van deze wet nog de volgende consequenties: - De gemeente zal geen kinderopvangorganisaties meer subsidiëren. De bestaande subsidierelaties zijn inmiddels beëindigd. De laatste afrekening zal nog plaatsvinden in het vierde kwartaal van 2004.0ok indirect, bijvoorbeeld door een lage huur voor accommodaties te berekenen, mag de gemeente geen instellingen bevoordelen. Als de gemeente wel één instelling bevoordeelt, hebben alle andere instellingen recht op hetzelfde voordeel. - De gemeentelijke Verordening kinderopvang uit 2000 moet worden ingetrokken. Daarvoor in de plaats moet een nieuwe verordening komen, die het mogelijk maakt dat de gemeente ouders gaat subsidiëren in hun kosten voor kinderopvang. De VNG heeft een modelverordening opgesteld, die grotendeels kan worden overgenomen. De nieuwe verordening zal, zoals eerder vermeld, in november ter vaststelling aan w raad worden voorgelegd. - De Regeling Kinderopvang Alleenstaande Ouders houdt op te bestaan.(KÖA) - Er worden onder de nieuwe wet geen vergunningen voor kinderopvang meer afgegeven. Daarvoor in de plaats komt het eerdergenoemde register. Financiën Voor de wettelijke taken krijgen gemeenten een bedrag in het gemeentefonds. Landelijk is € 39,2 miljoen beschikbaar voor de Wet kinderopvang. Tegelijkertijd zal een bedrag van € 125 miljoen uit het gemeentefonds worden gehaald. Gemeenten kregen die gelden ook voor kinderopvang. De Wet kinderopvang kent voor gemeenten eigenlijk een open einde: immers ouders die tot een doelgroep behoren hebben recht op een tegemoetkoming in de kosten voor kinderopvang. Op dit moment is niet precies in te schatten hoeveel mensen bij de gemeente zullen aankloppen voor een subsidie. De hoogte van het bedrag per gemeente is in de junicirculaire bekend gemaakt. Voor Bergen op Zoom is dit € 553,000,-. Met deze middelen moeten wij in elk geval het volgende bekostigen:
Eergen op Zoom
a. Het verstrekken van de gemeentelijke bijdrage in de kosten van kinderopvang aan de ouders die behoren tot de wettelijke doelgroepen. b. het betalen van de kosten voor de inzet van personele capaciteit voor de uitvoering van de Wet kinderopvang. c. het betalen van de kosten voor inspecties kinderopvanglocaties door de GGD. d. het betalen van de indicatiestellingen voor sociaal-medische indicaties. Voor de uitvoeringskosten wordt door de Rijksoverheid geen bijdrage betaald. Voorstellen 1. De mogelijkheid bestaat om het aantal wettelijke doelgroepen uit te breiden met een aantal doelgroepen naar keuze, echter in Bergen op Zoom zijn vanaf 2003 bezuinigingen doorgevoerd op het terrein van de kinderopvang. Het uitbreiden heeft financiële consequenties, aangezien andere partijen als werkgevers en belastingdienst voor deze doelgroepen geen bijdrage leveren aan de kosten voor kinderopvang. Voorgesteld wordt ons te beperken tot de wettelijke doelgroepen. 2. Compensatie eigen bijdrage specifieke doelgroepen. Bijna alle ouders betalen onder de Wet kinderopvang een eigen bijdrage. Twee eerdergenoemde doelgroepen (mensen met een WWB-uitkering of mensen met een aanvullende WWB-uitkering) zijn hiervan uitgezonderd. Voorgesteld wordt er niet voor te kiezen om ouders uit andere doelgroepen als gemeente geheel of gedeeltelijk tegemoet te komen in die eigen bijdragen. 3. Vanaf 2009 is er sprake van een structurele extra tegemoetkoming van het Rijk wanneer de werkgever niet of niet volledig bijdraagt aan de kosten van kinderopvang. Inkomens tot circa € 45.000,- komen daarvoor in aanmerking. Daaraan voorafgaande is sprake van een overgangsperiode waarin ook midden- en hogere inkomensgroepen voor de extra tegemoetkoming van het Rijk in aanmerking komen. In de periode tot 2009 wordt de extra tegemoetkoming afgebouwd voor deze inkomensgroepen. Voorgesteld wordt een ontbrekende werkgeversbijdrage als gemeente niet te compenseren. Er gaat immers ook geen enkele prikkel naar de werkgevers uit om wel de benodigde bijdrage (1/6e) in de kosten van kinderopvang te leveren, als de gemeente dit gaat compenseren. 4. Tenslotte is in de uitvoering nog een keuze te maken. Zoals gezegd is het de bedoeling van de wetgever dat ouders zelf contact opnemen met een kinderdagverblijf om een offerte te vragen voor hun kind(eren), maar ook zelf bij hun werkgevers en bij de belastingdienst aankloppen om hun bijdrage in de kosten voor kinderopvang aan te vragen. De meeste ouders zullen dit ook zelf kunnen, maar met name voor sommige doelgroepouders kan daaraan worden getwijfeld. Vandaar dat voor de gemeentelijke doelgroepen drie varianten zijn ontwikkeld, te weten:
Gemeente ê Eergen op Zoom
:
A. De ouder regelt alles zelf. Deze uitvoeringsvariant sluit het meest aan bij de inrichting van het subsidieproces voor nietdoelgroepouders en de uitgangspunten van de Wet kinderopvang. De ouder is verantwoordelijk voor het vinden van een kindercentrum, het aanvragen van de subsidie en het betalen van het kindercentrum.lndien mutaties zich voordoen in de situatie van de ouder zal deze dit meteen doorgeven aan de gemeente, waarop een verrekening van subsidiegelden met de ouder kan plaatsvinden. B. De ouder regelt zoveel mogelijk zelf. Deze uitvoeringsvariant gaat ervan uit dat de ouder zoveel mogelijk zelf een geschikt kindercentrum kiest en daarna ook voor de betaling zorgdraagt. Daar waar nodig zullen ambtenaren van de betrokken afdeling de ouder hierin begeleiden. C. De ouder regelt weinig zelf, centraliseren van binnen of buiten de gemeente. Voor doelgroepouders wordt het zoeken naar een geschikt kindercentrum en de betaling aan het kindercentrum uit handen genomen. Het enige dat de ouder hoeft te doen is de juiste gegevens aan te leveren. Een variant is dat ouders wel zelf een kindercentrum kiezen en hun keuze doorgeven aan het uitvoeringsorgaan, dat voor de rest zorgt. De mogelijkheid bestaat de uitvoering uit te besteden aan een externe organisatie. Wij stellen voorom uitvoeringsvariant C. te kiezen, waarbij wij een groot deel van de verantwoordelijkheid bij de ouders wegnemen. Dit om de reïntegratietrajecten soepel te laten verlopen, maar ook om zoveel mogelijk financiële risico's voor alle partijen uit te sluiten. Het gemeentelijk deel van de bijdrage wordt door de externe uitvoeringsorganisatie aan het kindercentrum betaald. Bij uitbesteding aan een dergelijke organisatie zal ook de financiering van de belastingdienst op deze manier geschieden. Tot slot Zoals eerder vermeld is het de bedoeling om uw raad in november 2004 een nieuwe Verordening voor de kinderopvang ter vaststelling voor te leggen. Daarin zal één en ander nader worden uitgewerkt. Bergen op Zoom, Burgemeester en Wethouders van Bergen op Zoom, de secretaris, de burgemeester, Mr. P.B.J.M. Thomassen, P.A.C.M. van der Velden