Werkwinkel Miss en mister mis Liturgie vieren met jongeren Inleiding Bezinningen, gebedsvieringen, eucharistievieringen… Het schrikt heel wat jongerenbegeleiders af om zoiets voor te bereiden. Toch is het eenvoudiger dan het lijkt. Het vraagt gewoon wat durf. Met een mix van creativiteit, eenvoud en zorg voor het geheel kom je al heel ver! Zouden we vieringen dan niet beter uit te weg gaan? Neen! Jongeren hebben ook vandaag nog nood om even stil te vallen. In een tijd waar alles heel snel gaat en de beelden op ons netvlies elkaar in een razend tempo opvolgen, verlangen jongeren ook naar rust en stilte. Het is hen alleen wat vreemd geworden. Het voelt soms onwennig. Dat vraagt dat de begeleider aandacht heeft voor de overgang naar de stilte en tijd voor gewenning. Vanuit een zekere onbevangenheid kunnen jonge mensen soms getroffen worden door het nieuwe en verrassende van stilvallen en christelijk vieren. Voorwaarde is dan natuurlijk dat de viering authentiek is. Eerder dan toegeven aan de verleiding om ons vieren af te zwakken om het verteerbaarder te maken, kunnen we beter proberen zorgen voor echtheid, iets wat jongeren vaak feilloos opmerken. Hoezeer de voorbereiding van een viering ons ook afschrikt, echte liturgie is zoveel meer dan onze menselijke voorbereiding ervan. Natuurlijk is die nodig, maar in de viering mogen we geloven dat er iets meer gebeurt. Woord en gebaar, lied en lezing worden een poort, waardoor God zelf bij ons naar binnen komt. Hij is het die ons bevrijdt en vernieuwt en die ons laat ervaren waar het eigenlijk om gaat: ten volle mens te worden naar zijn beeld, oog krijgen voor zijn en elkaars liefde. Eucharistie vieren is Hem dan danken, naar Hem luisteren, Christus in brood en wijn ontvangen, nieuwe krachten opdoen en gemeenschap vormen met de mensen naast ons.
Over liturgie vieren Enkele aandachtspunten •
Een eerste belangrijke eigenschap van de liturgie is dat ze mensen samenbrengt om hun geloof en leven met elkaar te delen. Ze drukt het geloof van mensen niet alleen uit, ze voedt en hernieuwt het ook: liturgie vieren helpt ons om als christenen te leven, en daadwerkelijk van ons geloof te getuigen.
•
Je moet steeds rekening houden met de context waarin je liturgie viert. Wat op de ene plaats kan, is op een andere misschien onmogelijk. Vieringen zullen een ander gezicht (moeten) krijgen naargelang ze gehouden worden op school, (op kamp) in de jeugdbeweging, in de parochie, in de jongerenkerk of in een bezinningsgroep. Dat is normaal, aangezien niet alleen de context, maar ook de deelnemers telkens heel verschillend zijn.
•
Liturgie is een vorm van 'feest', we spreken immers over de liturgie “vieren”. Dat betekent dat we met enkele karakteristieken van een feest en van feestvierders rekening houden. Het feest is een beaming en een dankbaar gedenken van het leven in al zijn facetten, ook de moeilijke. Dat is trouwens ook de betekenis van het Grieks woord ‘eucharistein’, dank zeggen! We feesten in de vrije tijd: het feest vraagt om vrije mensen. We mogen jongeren bijgevolg niet ‘pakken’ in/met liturgie. Maar we moeten ook tijd vrij maken, om te vieren, om te danken, om bewust en met heel ons hart bij God en bij elkaar te zijn.
•
•
Jongerenliturgie is niet slechts een kwestie van verpakking. Christelijke liturgie lijkt een hele uitdaging te zijn in onze cultuur. Het gaat over meer dan zomaar wat leuke tekstjes en gedachten bij elkaar. De 'kickervaring' moet overstegen worden naar 'het thuiskomen in een vertrouwd ritueel'. Je kan bijbelse lezingen bijvoorbeeld niet zonder meer vervangen door niet-bijbelse: de bijbel blijft de bron van ons geloof, ook al vraagt het een inspanning om er wat vertrouwd mee te raken. Er kan ook geen christelijke liturgie zijn zonder uitdrukkelijk gebed. Bidden is echter alles behalve vanzelfsprekend.
1
•
Jongerenliturgie zal zich vaak situeren tussen bidden en bezinnen. Bezinnen is stilstaan bij je eigen leven, bij de mensen, dingen en gebeurtenissen uit je leefwereld. Bezinnen is voor sommigen aannemelijker dan bidden. Bidden is ‘Gij’ zeggen tot de onzichtbare God - die onzichtbaar blijft. Het is het erop wagen en erop vertrouwen dat Hij luistert. Bidden is uit jezelf breken. Beide, bezinnen en bidden, staan mijlenver af van ‘een tekst voorlezen’...
•
Kernpunt in alle liturgie is de authenticiteit waarmee gevierd wordt. Hier zijn twee polen aan. Enerzijds gaat het erover je eigen leven binnen te brengen in het vieren (en omgekeerd). Vooral in voorbede, schuldbelijdenis, homilie en getuigenis, is hiervoor de mogelijkheid. Anderzijds komt authenticiteit ook niet alleen van onszelf, gelukkig! God komt zelf ook tot ons. We kunnen terugvallen op een rijke traditie van gebeden, symbolen en rituelen, ook deze zijn authentiek! In het eucharistische vieren, iets wat christenen al 2000 jaar doen, zou tegelijkertijd letterlijk heel het leven ‘op tafel moeten komen’. In die zin is vieren een ‘dialoog’ tussen God en zijn mensen, waarbij ons leven door Gods Woord en handelen wordt doorlicht en doordrongen. Authentieke liturgie is niet hetzelfde als zelfgemaakte liturgie. Er kan soms een spanning ontstaan tussen de twee polen, de kunst bestaat erin ze in evenwicht te houden. Als liturgie te zeer ‘zelfgemaakt’ is, blijkt ze vaak niet meer in staat de deelnemers echt ‘te verheffen’. Men 'beleeft' eigenlijk niets meer, maar is volop in beslag genomen om in een goede regie het geplande programma uit te voeren. In zekere zin kan je liturgie niet echt 'voorbereiden': het moet op het moment zelf gebeuren. Alle voorbereiding moet in dienst staan van het gebeuren op het moment zelf. En dat gebeuren op het moment ligt uiteindelijk niet in onze, maar in Gods handen. In die zin is liturgie ook altijd iets wat we mogen ontvangen.
•
De inkleding in tijd en ruimte van een viering is ook heel belangrijk. Het liturgisch gebeuren mag niet eenvoudigweg de afwerking van een gepland programma zijn. Er moet ook afstand, opening, ruimte, leegte, stilte zijn, waarin woorden en gebaren kunnen klinken en hun betekenis vrijgeven. Er moet een afstand zijn ten overstaan van ons drukke, plannende, organiserende leven. Er moet een 'overgang' zijn van het dagdagelijkse naar het liturgische. Muziek, belichting, bloemen, de ruimte waarin men samenkomt, zijn hierbij erg belangrijk.
Verschillende soorten vieringen. In wat volgt, willen we een onderscheid maken tussen verschillende manieren van vieren: een bezinning, gebedsviering, eucharistievering en een Taizéviering. Er zijn onderlinge verschillen, maar een aantal zaken lopen ook door elkaar en kunnen voor alle drie gelden. Alvorens je een viering begint voor te bereiden, is het belangrijk je een aantal vragen te stellen: Hoe is de groep samengesteld? Zijn het voornamelijk jongeren die gewoon zijn om een viering mee te maken of is heel het gebeuren van de liturgie wildvreemd voor hen? Zijn het overwegend twaalfjarige speelvogels, vijftienjarige stormers, achttienjarige filosofen? Doen de jongeren hun mond open, of zijn het sfinxen? Wat leeft er in de groep? Is de sfeer ontspannen of hangt er elektriciteit in de lucht? Is dit een oude vriendengroep, of kennen de leden elkaar nog niet zo goed? Hoeveel vertrouwen is er gegroeid? Wat er leeft bij de groep, hangt ook af van het moment waarop je viert. Bezin je bij een mooie zonsopgang, wanneer de nevels beginnen op te trekken of aan het eind van een zware stapdag? Het topmoment van een kamp is nog iets anders dan de opening van een gewone zaterdagactiviteit. Welk thema is geschikt voor de viering? Waar is de rest van de activiteiten rond opgebouwd? Welke periode in het liturgisch jaar zijn we (advent, Kerstmis, vasten, Pasen…)? Een bezinning over dankbaarheid is wat cynisch als de sfeer ver te zoeken is. Misschien past er wel een bijbellezing over vertrouwen op God? Levenskeuzes in de kijker stellen is niet weggelegd voor jongeren van 13. Een viering rond vreugde is misplaatst als iemand ernstig ziek is geworden. Als je dit allemaal overwogen hebt, ben je klaar om aan de slag te gaan en een mooie viering te maken.
2
1. BEZINNING Hoewel het niet altijd gemakkelijk is, kan je in bezinningen zodanig werken dat je de religieuze verscheidenheid van gelovig-geïnteresseerde jongeren, twijfelaars en anti's respecteert. Hoewel dit wel te verkiezen is, moet je niet noodzakelijk verwijzen naar God of Jezus of de kerk. Je blijft dan stilstaan bij algemeen-menselijke waarden. Maar je kunt ook een tekst over God of Jezus gebruiken. Je kunt als begeleider een gebed voorlezen, waarin je je zelf gelovig uitdrukt. Dat gebed weerspiegelt dan je gelovige kijk op het leven, naast de andere teksten of liederen die vanuit een andere invalshoek het thema van je bezinning belichten. In principe kan je bezinnende momenten zo lang of zo kort maken als je zelf wilt: van 2 minuten tot 2 uur. We stellen je nu een menu voor waarop je kan verder bouwen. Het is een vijfgangenmenu, maar afhankelijk van de eetlust kan je verschillende gangen weglaten. Recept Aperitief: rust. Je biedt een cocktail aan van een aparte ruimte (kan ook ergens in de natuur zijn), een decor, zachte muziek… die de jongeren weghaalt uit het gewone leven. Zorg ervoor dat iedereen kan zitten zonder de anderen te storen. Met het aperitief neem je bewust afstand van het gewone leven, om je open (‘apertus’) te stellen voor het diepere. Voorgerecht: Het thema van de bezinning aanbrengen. Het voorgerecht is klein, maar gegarneerd. Dus niet: “welkom iedereen. Wij willen nu bezinnen over de vriendschap. Sabine, draag de eerste tekst voor.” Dit is te recht op de man af. Je versiert je voorgerecht bijvoorbeeld met een (kort) vraaggesprek met de deelnemers. Laat hen vertellen wat er reeds gebeurd is tijdens het kamp, de bijeenkomst of de jaarwerking. Of je vertelt een verhaaltje waarin sommige situaties herkenbaar zijn voor de groep. Gaandeweg wordt het thema duidelijk. Zo verhoog je de eetlust van je leden. Als soep presenteer je een aangepast lied dat de jongeren kennen. Wees niet bang hen zelf te laten zingen. Passief luisteren naar een CD is soms als pakjessoep: makkelijk, maar smaakloos. De hoofdschotel is ruim voorzien. Je laat de kerntekst van je bezinning voordragen. Leg heel kort de band tussen het thema en je tekst uit, als dat nodig is. Spreek op voorhand iemand aan om de tekst voor te dragen. Je kan het thema ook aanbrengen door bijvoorbeeld een getuigenis of een PowerPointpresentatie. Daarna zorg je ervoor dat het thema uitgediept wordt. Er zijn verschillende verwerkingsmodellen mogelijk: uitwisselen in kleine groepjes, flappengesprek rond een zin uit de kerntekst, gesprek aan de hand van titels of foto’s uit tijdschriften en kranten, werken met symbolen, een rollenspel, een brief schrijven naar iemand van de groep of naar iemand erbuiten… Er zijn werkvormen genoeg. Je moet zelf aanvoelen wat je groep aankan. Tijdens de verwerking kan je op de achtergrond rustige muziek laten spelen. Het resultaat van eventuele groepswerkjes kan je eventueel voorstellen aan heel de groep. Je moet bij het gebruik van werkvormen wel goed oppassen dat dit de sfeer van je bezinning niet helemaal breekt. Soms kan je ook gewoon enkele zinnen uit een tekst herhalen, het even stil laten, een commentaar lezen op de tekst, enz… De hoofdschotel wordt afgerond met een kernachtig besluit. Hier kan je ook zelf bidden. Maar pak het zo aan dat de jongelui voelen dat dit jouw overtuiging is, en dat ze niet verplicht worden in dit gebed mee te gaan. Je dessert kan bestaan uit een lied of een tekst die je samen leest.
Bezinnen is een stukje leven laten bezinken tot de diepere zin ervan boven gaat drijven een woord, een reeks woorden laten smelten in je geest tot de zin ervan opgenomen wordt in je hart bezinnen is zélf zwijgen, en luisteren naar wat achter de dingen, achter de oppervlakte aan ziel en ruimte leeft. Bezinnen is kijken naar de tekenen van onze tijd mensen en dingen in je binnenlaten hen gastvrij huisvesten er tijd voor maken
3
hun vragen niet overpraten niet wegduwen in drukdoenerij bezinnen is tijd nemen opdat de diepe inspiratie van waaruit je leeft kans krijgt vlees en bloed te worden in jou en anderen. 2. GEBEDSVIERING Zoals voor bezinningen is er bij gebedsmomenten veel variatie en creativiteit mogelijk. De ingrediënten zijn wel wat anders. Volgende elementen zijn van belang in een gebedsviering: de Schrift als Gods Woord, ons wederwoord, zang en muziek, stilte en symbolen, bewegingen en gebaren. In de volgorde van deze elementen is er veel speelruimte, al is er wel een logische opeenvolging van "luisteren" en "antwoorden", die je best respecteert. Verloop Vooraf leer je een aantal liederen aan. Zingen brengt mensen samen, het smeedt banden. Een “koortje” (twee á drie zangers kunnen al veel doen) neemt de ondersteuning van de zang op zich. Let er wel voor op dat het geen concert wordt. Het is goed om een zangleider te hebben. Die nodigt de mensen uit om mee te zingen. Een klein volgblaadje kan helpen om het gebed rustig te laten verlopen. Zo hoeven de deelnemers zich niet af te vragen wat er komt. Na de korte repetitie laat je het rustig worden. De deelnemers hebben immers een acclimatisatietijd nodig. Met het kruisteken stel je je onder Gods aanwezigheid. Je leidt de viering in en je schetst eventueel de rode draad. Je zingt samen een lied als opening. Daarna kan je een psalm zingen of bidden. In de uitvoering van psalmen zitten veel mogelijkheden: afwisseling door 2 koren, solist-allen, strofen-refrein, mannen-vrouwen... Het psalmboek is het bidboek bij uitstek. Met de psalmen kan je bidden met de woorden die mensen voor ons gevonden hebben om tot God te spreken. Woorden die gevoelens uitdrukken die ook wij vandaag nog kennen, dat maakt de psalmen net tijdloos. Probeer het maar! Er zijn psalmen waarin de schoonheid van de natuur wordt bezongen (Ps 8; 191; 104). In andere gebedsliederen plaatst de gelovige de schone schijn van afgoden (die vaak heel modern zijn) tegenover de echtheid van Gods liefde (Ps 4; 11; 72; 103; 118; 147). In weer andere staat geborgenheid centraal (Ps 23; 62,139), vriendschap (Ps 133) of rechtvaardigheid (Ps 1; 24). Maar je kan ook met psalmen vloeken in de ellende (Ps 22; 69; 137; 142), of verlangen naar God (Ps 25; 63; 84; 122), Schuld en vergeving (Ps 32; 51; 130) miserie en redding (Ps 30; 91; 121; 126 ) en droefheid (Ps 42-43) waren de bijbelse mens niet vreemd. Zelf worstelen met ongeloof en geloof kan je uitspreken met psalmen (Ps 73; 115). Na de psalm volgt liefst wat stilte. Want het is juist in die stilte dat de boodschap van de psalm (of één vers dat je trof ... ) kan doordringen tot je hart. En zo kan juist in de stilte de Godservaring van mensen uit het verleden ook vandaag gebeuren. Wanneer het voorgaande even is bezonken, wordt een evangelieverhaal voorgelezen. Eventueel kan je daarvoor de lezing kiezen die in de eucharistieviering van die dag is voorzien. Daarop volgt een langere stilte (die kan je reeds voor de viering aankondigen.) De stilte is stil, dus geen rustige achtergrondmuziek. Stilte hoeft niet 'zwaar' te zijn. Het is een vorm van aanwezig zijn, van openheid, van ontvankelijkheid, net zoals mensen in stilte samen kunnen zijn. Eventueel kan je voor het ingaan van de stilte enkel zinnen of woorden herhalen uit het evangelie, of vraagjes meegeven waarover iedereen in stilte kan nadenken.
4
Daarna voorzie je een moment voor de voorbede. Dit zijn gebeden gericht tot God, voor onze wereld, voor je groep, voor concrete mensen in nood, voor vrede en verdraagzaamheid, voor echte relaties. Dit kan op verschillende manieren, vrije voorbede, schrijven op papiertjes of een boek dat vooraan ligt, waarna je er enkele kiest om voor te lezen. Je kan ook op voorhand vragen aan een aantal mensen om een voorbede voor te bereiden, of dit zelfs in een activiteit inpassen. Tussen de voorbede kan je een Taizérefrein zingen. Vervolgens bid je samen met alle aanwezigen een gebed. Dit kan heel eenvoudig, zoals het Onze Vader. Je sluit af met een zegen en een kruisteken. Een zegening wil in naam van God het goede toezeggen aan mensen. Een hele mooie zegen vind je terug in Numeri 6, 24-26: "Moge God u zegenen en u behoeden! Moge God de glans van zijn gelaat over u spreiden en u genadig zijn! Moge God zijn gelaat naar u keren en u vrede schenken". Een leuk en vrolijk slotlied kan de zegen nog kracht bij zetten en de jongeren gesterkt en opgewekt vanuit het gebed laten vertrekken. Er zijn verschillende momenten waarom je symbolen, gebaren of rituelen kan gebruiken tijdens een gebedsmoment. Niets houdt je bijvoorbeeld tegen om ook een verzoeningsmoment in te lassen aan het begin van een gebedsdienst, waarom iedereen zijn kleinheden en tekortkomingen kan uitschrijven en in een vuurpot deponeren (wel best buiten of een grote open ruimte). Je kan aan het begin van de viering, tijdens een vergevingsmoment of bijvoorbeeld na een evangelie over zegeningen, een kommetje wijwater doorgeven en elkaar zegenen. Je kan kaarsjes naar voor laten brengen en aansteken telkens er iemand een voorbede heeft gedaan, enz…De mogelijkheden zijn eindeloos, maar doe geen ritueel om het ritueel, zorgt dat het past binnen het geheel van je viering. Keuze van de liederen Liederen kies je best in functie van het thema van de viering, de hoofdgedachte van de lezingen, het moment van de dag (morgen of avond), de tijd van het jaar (advent, paastijd, Pinksteren, ... ) Zorg ervoor dat een lied levendig wordt uitgevoerd, door de begeleiding, een tussenspel tussen de verschillende strofes, afwisseling van de zangers ... 3. EUCHARISTIEVIERING De eucharistie is niet zomaar één of andere vorm van gebedsdienst of liturgie. Van bij het prille begin van de kerk heeft ze een bijzondere plaats ingenomen: na de ervaring dat Jezus niet dood was maar leefde, zijn de eerste christenen steevast 's zondagsmorgens samengekomen om de verrijzenis van Jezus te vieren, en om steeds weer te doen wat Hij aan de apostelen had gevraagd: brood en wijn nemen, God danken, in de tekens van brood en wijn de aanwezigheid van Christus zelf ontdekken, het brood delen, als voedsel om in Zijn spoor te leven. Zeer vlug is men daarbij uit de Schriften gaan lezen, om alles in herinnering te brengen wat God voor zijn volk Israël heeft gedaan, en om te gedenken hoe Jezus Gods liefde onder de mensen gestalte heeft gegeven. Deze elementen maken de eigenheid uit van de eucharistie. Wil je de eucharistie respecteren, dan kan je niet om het even wat toevoegen of weglaten om toch maar zoveel mogelijk jongeren aan te spreken. Toch kan de eucharistie ook heel wat ‘jeugdvriendelijker’ door bijvoorbeeld aangepaste liederen. Jongeren laten helpen bij de voorbereiding van de schuldbelijdenis en de voorbede en hen die gebeden laten schrijven in hun taal kan ook tegemoetkomen. Een homilie die zich richt naar de jongeren en vertrekt vanuit hun leefwereld, hen uitnodigen om bij het grote dankgebed rond het altaar te komen staan… Het zijn allemaal kleine dingen die een eucharistieviering al veel toegankelijker kunnen maken voor jonge mensen. Het verloop van een eucharistieviering Vaste elementen in de eucharistieviering zijn woord en tafel, elk met een geëigende plaats, respectievelijk aan de ambo (lezenaar) en aan het altaar. Openingsritus De openingsritus moet ervoor zorgen dat de aanwezigen duidelijk weten wie ze zijn en waarvoor ze samengekomen zijn. Je zingt samen een lied. De dienst wordt onder Gods aanwezigheid gesteld (kruisteken), en genade en vrede van God worden toegezegd.
5
We blijven rechtstaan. Het drukt uit dat we als verzamelde gemeenschap "vóór God" willen gaan staan, om met Hem in dialoog te treden. De voorganger of iemand anders verwelkomt de aanwezigen. Daarna wordt Gods nabijheid gevraagd bij onze kleinheid en zwakheid ('schuldbelijdenis'.) We kunnen om ontferming vragen met een smeeklied, het Kyrie eleison, ‘Heer ontferm u over ons’. Daarna wordt zijn nabijheid bejubeld (Gloria.) Vervolgens spreekt de voorganger het openingsgebed uit. Dit begint altijd met "laat ons bidden". Dan volgt wat stilte. De voorganger bidt in naam van allen en de gemeenschap beaamt dit. Dienst van het Woord We lezen uit Gods verhaal met de mens. We lezen in een eerste lezing over het Joodse volk, waartoe ook Jezus behoorde, (Oude Testament) en in een tweede lezing over Jezus' volgelingen (Handelingen van de apostelen, brieven of Openbaring.) Daarna wordt er voorgelezen uit de Blijde Boodschap van Jezus Christus, uit één van de vier evangelies. De homilie kan ons helpen om zijn Woord helemaal tot ons te laten komen.. In de homilie wordt het Schriftwoord verklaard en geactualiseerd. Hierin wordt duidelijk dat het evangelie iets zegt over ons leven vandaag, over God en over onze verhoudingen tot Hem en tot elkaar. De liturgische keuze van de lezingen vind je terug in de liturgische kalender, die jaarlijks wordt uitgegeven, maar ook op het internet kan je terecht: http://www.kerknet.be/actua/evenementen_full.php?filter_liturgie=1 Enkele tips voor de lector Elke lezing wordt omkaderd door een kort inleidend woord vb. 'lezing uit de profeet Jesaja", "lezing uit het evangelie volgens Marcus', en beëindigd door een afsluitend woord vb. “tot zover deze lezing”, “woorden van eeuwig leven”,… De lezing moet goed voorbereid worden. Goed articuleren, traag voorlezen met de juiste accenten is goud waard. Je leest voor uit de bijbel. Kom niet naar de lezenaar met een blaadje dat je ter plekke uit je broekzak opdiept. Sta niet nonchalant of begin niet te wiebelen. Zorg ervoor dat de micro op de juiste hoogte staat, test even voor de viering hoe je stem klinkt met geluidsversterking. Bij de overgang van de dienst van het Woord naar de dienst van brood en wijn spreken we op zondag ons geloof uit. In de geloofsbelijdenis of het credo (letterlijk: ik geloof) drukken we ons verlangen uit om ons toe te vertrouwen aan God, die zich als Vader heeft laten kennen en die onder ons gekomen is in Christus en die verder leeft in de Kerk door zijn Geest. Dit is de kern van ons geloof. In de voorbede bidden we voor de universele Kerk, voor de concrete noden van armen, uitgestotenen, voor de eigen gemeenschap en onszelf. We brengen bij God onder de aandacht wat ons ter harte gaat. Dat kan spontaan gebeuren. Je spreekt wel best op voorhand af wat je na elke voorbede gaat zingen of zeggen. Voorbidden is anders dan thuis alleen bidden. Het is ook iets anders dan een publieke mededeling doen. Je spreekt God aan, heel uitdrukkelijk en je nodigt de gemeenschap uit om met jou een bepaald verlangen of een concrete nood voor God te brengen. Je vraag op het einde van de bede “laat ons bidden”. Een gezongen acclamatie door de gemeenschap versterkt en bevestigt de voorbede. Bij een vrije voorbede kan de voorganger om af te sluiten zeggen: “Bidden wij ten slotte voor alle onuitgesproken gebeden in ons hart, voor die dingen waar we geen woorden voor vinden. Dat God ze mag horen en verhoren.”.” Dienst van de tafel Pas nu komt de voorganger aan het altaar. De structuur volgt in grote lijnen wat Jezus deed bij het laatste avondmaal. 'Hij nam het brood, dankte God, brak het en gaf het aan zijn leerlingen." En Hij voegde eraan toe 'Doe dit om Mij niet te vergeten." Brood en wijn worden aangebracht door de gemeenschap en opgedragen aan God. De tafel wordt gedekt. We gedenken Jezus Christus, danken de Vader en aanroepen de Heilige Geest. Een eerste keer vragen we de kracht van de Geest over de gaven van brood en wijn, net voor het instellingsverhaal, opdat zij lichaam en bloed mogen worden van Christus. Een tweede keer, na het instellingsverhaal, over de gemeenschap opdat zij op haar beurt omgevormd mag
6
worden tot lichaam van Christus. Er zijn verschillende grote dankgebeden mogelijk, maar allen hebben ze ongeveer dezelfde elementen. Grote delen van het grote dankgebed kunnen ook gezongen worden. Je kan het dankgebed ook onderbreken met een gezongen acclamatie. Er zijn heel wat officiële en niet officiële canons te vinden om de dienst van de tafel mee te vieren. De verschillende eucharistische gebeden vind je in een missaal en in de Zingt Jubilate, maar ook op het internet: http://www.kuleuven.be/thomas/pastoraal/vieringen_archief/eucharistische_hooggebeden.htm. De eucharistische gebeden VIII, IX en X worden aangeraden voor liturgie met jongeren. Het Onze Vader en de vredewens kunnen ook heel diepgaande momenten zijn. Je kan bij het Onze Vader elkaar de hand geven, en bij de vredewens een teken van vrede uitwisselen (handdruk, zoen, knuffel... ). Het brood wordt gebroken. We delen van hetzelfde brood. We ontvangen Christus zelf in brood en wijn tijdens de communie. Slotritus De viering wordt afgesloten met een gebed. Nadien is er een goed moment om mededelingen te doen. Elke geloofsgemeenschap bestaat immers ook voor en na de viering. Er zijn dus praktische afspraken nodig. Mededelingen: hou deze zakelijk. bereid ze goed voor op papier en spreek uitnodigend. Tot slot wordt iedereen terug gezonden met de zegen van God, om de gemeenschap met elkaar ook buiten de viering waar te maken. We maken het kruisteken en zingen nog een uitbundig slotlied als feestelijke afsluiting. TAIZEGEBEDSDIENST Taizé is een Frans dorpje, in het zuiden van Bourgondië. Daar stichtte broeder Roger in 1940 een internationale, oecumenische gemeenschap. Sinds het einde van de jaren vijftig vinden duizenden jogneren uit vele landen de weg naar Taizé. Ze nemen er deel aan de dagelijkse gebedstijden en de internationale ontmoetingen rond bijbel en cultuur. In verbondenheid met de gemeenschap van een honderdtal broeders en met de duizenden gasten, wordt er op verschillende plaatsen in de wereld in dezelfde geest gebeden en gezongen. Taizéliederen hoor je op verschillende plaatsen als acclamatie, als meditatie... Vele jongeren zingen ze graag. Op verschillende plaatsen in Limburg zijn er regelmatig jongerengebedsavonden met liederen uit Taizé. De typische gezangen van Taizé, een tekst uit de Schrift, de stilte en de eenvoud van het gebed helpen om gastvrij te worden voor God. Mogelijke structuur van een Taizé-gebedsdienst een of twee openingsliederen een psalm lied van het licht (Dans nos obscurités, la ténèbre,... ondertussen worden vooraan kaarsen aangestoken) eerste bijbellezing lied tweede bijbellezing lied stilte voorbede (met telkens een refrein) of gebed van aanbidding Onze Vader afsluitend gebed meditatieve liederen Je kan er ook voor kiezen om slechts één Bijbellezing te doen uit een van de evangelies. Enkele aandachtspunten • De jongeren zitten of knielen neer op de grond, waarop een eenvoudig tapijt ligt. Er staan ook enkele banken aan de zijkant. Iedereen kijkt in de richting van het kruis, ook de voorganger. • Meditatieve liederen
7
•
Zingen is een belangrijke vorm van gebed: zingen is tweemaal bidden! In Taizéliederen wordt een korte tekst veelvuldig herhaald. Langzaam, al zingend, dringen de woorden door tot ons hart en ons hele wezen.
•
Een stilte van 5 tot 10 minuten tijdens het gebed is beter dan een aantal kortere stiltes. Je kondigt die langere stilteperiode best vooraf aan.
Toemaatje: Gebed rond het kruis In Taizé bidden ze op vrijdag steeds ook rond het kruis. In het gebed rond het kruis drukken we onze verbondenheid uit met de gekruisigde Christus en met allen die verlaten zijn, met slachtoffers van mishandeling, discriminatie en martelingen. De kruisicoon wordt plat op de grond in het midden van de kerk neergelegd en wordt verlicht door enkele kaarsen. Terwijl het meditatieve zingen verdergaat, kan je naar het kruis komen om er te bidden. Je kan daarbij een gebaar maken, vb. je hoofd op het kruis leggen, als teken dat je al je lasten en die van andere mensen toevertrouwt aan Christus, die ons nabij is in het lijden. Liedbundels, partituren en CD’s van Taizé kun je ontlenen in het documentatiecentrum of kopen in het Pastoraal Informatie Centrum. De website www.taizé.fr biedt ook heel wat praktische informatie met de liederen, gebeden, evangelielezingen enz. CONCRETE TIPS VOOR LITURGIE Beperk de hoeveelheid tekst in lezingen en in gebeden. Lees duidelijk voor, breng je tekst tot leven door accenten, ritme en expressie. Vermijd veel praten en commentariëren. Symbolen gaan trouwens verder dan wat taal kan uitdrukken. Een symbool hoef je niet uit te leggen: het aangestoken vlammetje van een kaars, een kruisteken, ze spreken vaak voor zichzelf… Waak erover dat de liturgie niet toneelmatig wordt. Vooreerst in de aankleding van de ruimte: er hoeft niet echt een heel decor te worden opgebouwd. Wat stenen en kaarsjes, een geklerude doek, een icoon en/of kruis, de bijbel die vooraan ligt…Zulke kleine eenvoudige elementen doen al heel veel. Een lichtshow met “special effects” moet meestal al heel duur zijn om goed te zijn en nodigt daarom niet altijd uit tot gebed. Ook in de verdeling van de taken moet je opletten dat je de aanwezigen niet onbewust opdeelt in “opvoerders” en “publiek”. Het jeugdkoor of de jongerengroep die de viering voorbereidde komt nooit als “optredende” groep. Het is de bedoeling dat iedereen “deelneemt” aan de viering, dat iedereen er met zijn hoofd en hart helemaal bij is. Sfeer is uiterst belangrijk. Maak goed gebruik van ruimte, stilte, licht, geluid, muziek. Moraliseren holt de liturgie uit: een viering is niet in de eerste plaats bedoeld om te zeggen wat we allemaal moeten doen om als goede christenen te leven, het gaat er niet allereerst om “vitamientjes” op te doen. Liturgie wil voor alles onze verbondenheid met God voeden, door Hem te loven, te prijzen, te danken en te smeken. Samenzang kan een enorme sterkte zijn, maar als het niet de “traditie” van een groep is, is het moeilijk om jongeren zelf aan het zingen te krijgen. Probeer toch als het kan samen te zingen! Cassettes of cd’s zijn slechts een noodoplossing. Het is ook altijd handig en fijn om live begeleiding door instrumenten te hebben. Laat jongeren actief deelnemen aan de viering. Tracht hen te betrekken bij de voorbereiding ervan. Durf tijdens de voorbereiding ook dingen weigeren. Motiveer waarom. Keuze van de schriftlezing. Laat je bij de keuze van de lezing leiden door het moment van de dag (bv. een avondgebed), door de liturgische tijd van het jaar (bv. Uitkijken naar Jezus in de advent), door het onderwerp van de samenkomst (bv. de zieken in deze omgeving), door een gebeurtenis die heel de groep sterk aanbelangt (bv. de dood van en vriend) en vooral: door de Schrift zelf (bv. Gods zorg voor zijn volk). Werken met de Schrift. Lees de tekst aandachtig. Daarna moet er voldoende tijd zijn om de tekst te laten bezinken en om je erover te bezinnen, te mediteren en er zelf reeds mee te bidden. Diegenen die het gebed voorbereiden helpen elkaar om de tekst te begrijpen. Men probeert een aantal vragen te
8
beantwoorden: Wat treft je in de lezing? Wat is belangrijk? Wat zijn de mogelijke invalshoeken? Probeer de kerngedachte te verwoorden in een duidelijke zin. Daarna wordt gezamenlijk gezocht naar verschillende mogelijkheden om het gebedsmoment op basis van deze schriftlezing uit te werken. Hier mogen alle voorstellen gedaan worden, ook al lijken ze op het eerste gezicht niet erg doenbaar. De ervaring leert dat het uitspreken van onmogelijke suggesties bevruchtend werkt voor zinnige en haalbare elementen. Zoek vooral hoe je de groep helpt om echt te bidden, om open en ontvankelijk te staan voor Gods woord: wat zijn hun pijnen, angsten, vragen, zorgen, verlangens…? Houdingen, bewegingen en gebaren. Vaak is liturgie bij ons zeer rationalistisch. Het is goed om naast visuele elementen ook te zorgen voor verschillende lichaamshoudingen vb. recht staan, zitten en knielen. Zo kan je voor het gebed om ontferming het hoofd buigen en in stilte bidden tot God, bij het Onze Vader reik je elkaar de hand, je geeft elkaar een hand of kus bij de vredeswens…. Themavieringen. Op zich is het niet slecht dat een viering is opgebouwd rond een bepaald thema: dat de liederen, lezingen en gebeden over dezelfde kernzin of gedachte gaan. Het helpt bij het scheppen van een mooi geheel. Een gevaar hierbij kan wel zijn dat men onbewust de liturgie gaat gebruiken voor iets anders: om jongeren respect bij te brengen voor het milieu, om hen gevoelig te maken voor migrantenkinderen, en hen te wijzen op sociale problemen… De sensibilisering van dit alles is natuurlijk een heel belangrijke zaak, maar nog helemaal geen christelijke liturgie. Het kan fijn zijn om aan het einde van de viering iets dat past in het thema mee te geven als aandenken. Zo blijft de sfeer van de viering wat hangen en kunnen jongeren eens terug thuis ook nog teruggrijpen naar iets concreet. Een kaartje met een centraal gebed dat je eerst samen gebeden hebt, een zaadje om zelf te planten (bvb bij het verhaal van het mosterdzaadje), een kaarsje, de afbeelding van een icoon…wees creatief! ADRESSEN Heel wat materiaal met bezinningsteksten, liederen, uitgewerkte vieringen en achtergrondinformatie vind je in ons documentatiecentrum in de bibliotheek van het Seminarie. Je kan ook veel materiaal aankopen in het Pastoraal Informatiecentrum. Beiden zijn gevestigd in de Tulpinstraat 75 te Hasselt. De site www.4ingen.be werd sinds kort ook helemaal vernieuwd. Naast een schat aan mogelijke vieringen, vindt je er ook nog heel wat achtergrondinformatie en een heel uitgebreide handleiding over hoe je kan vieren met jongeren. Neem zeker eens een kijkje, veel warm water bestaat al! Heb je hulp nodig bij het maken van een viering of wil je graag dat we je voorbereiding eens bekijken, geef gerust een seintje!
[email protected] of 011/249030! Documentatiecentrum IJD Hasselt – Bibliotheek Seminarie Openingsuren: Van dinsdag tot vrijdag 10.00 u. – 12.30 u 13.30 u. – 17.00 u. www.documentatie.ijd.be http://www.bidoc.be/seminariehasselt/bidoc1.htm 011/24.90.50 Pastoraal Informatie Centrum Openingsuren: Maandag: 13.30 u. – 17.00 u. Dinsdag tot vrijdag: 10.00 u. – 12.30 u en 13.30 u. – 17.00 u. Zaterdag: 10.00 u. – 12.00 u.
9