Comité Vlaams ABVV 6 maart 2012 Resolutie
Werk maken van werkbaar werk
Voor een goed begrip Kwaliteit van arbeid is al lang een vakbondseis. We hebben het tegenwoordig over “werkbaar werk”. Werkbaarheid heeft onder meer te maken met variatie van het werk, leermogelijkheden in het werk, werkdruk, psychosociale belasting, de mogelijkheden om werk en privéleven te combineren, de arbeidsomstandigheden, arbeidsflexibiliteit. De werkbaarheid van het werk in Vlaanderen wordt al sinds 2004 door de Stichting Innovatie en Arbeid gemeten via een driejaarlijkse bevraging bij 20.000 werknemers. Deze ‘Werkbaarheidsmonitor’ bewijst op een wetenschappelijke manier wat we wisten: er schort heel wat aan de werkbaarheid op het terrein. Zowat de helft van de werknemers (45,7%) rapporteert één of meer knelpunten. Er zijn bovendien belangrijke verschillen binnen de werknemersgroep: zo heeft minder dan 40% van de ongeschoolde arbeiders werkbaar werk.
Wat willen we bereiken Op ons congres van 2010 beslisten we dat werkbaar werk nog hoger op de syndicale agenda moet staan. Zeker in een politieke context die steeds meer de nadruk legt op langer werken, is het broodnodig om zeer concrete stappen te zetten inzake werkbaar werk en hierover breed te communiceren. Daartoe willen we op korte termijn verder sensibiliseren rond de problematiek van werkbaar werk en de syndicale aanpak ervan. Bovendien moeten de werknemersvertegenwoordigers in bedrijven en sectoren over meer hefbomen beschikken om werkbaarheidsproblemen op de overlegagenda te plaatsen en aan te pakken.
Vlaams ABVV – de socialistische vakbond in Vlaanderen – Algemeen Belgisch Vakverbond Hoogstraat 42, 1000 Brussel – Tel. 02 506 82 06 – Fax 02 550 14 16 –
[email protected] – www.vlaamsabvv.be – Bank 877-8031801-20
Het Vlaams ‘loopbaanakkoord’ van februari 2012 biedt een aantal perspectieven. In dit Vlaams werkgelegenheidsakkoord spraken de sociale partners met de Vlaamse regering af dat er middelen worden vrijgemaakt om de sectoren te steunen in acties die de werkbaarheid van jobs verhogen.
Deze sectorale actieplannen hebben als doel te komen tot een verbetering op minimum één van volgende terreinen: werkstress, motivatie, leermogelijkheden, werkprivébalans. Concreet gaat het om een totaalbudget van 1 miljoen euro in 2012 en 2 miljoen euro vanaf 2013. Indien sectoren een sectorale analyse wensen van de werkbaarheid in hun sector, kunnen ze hiervoor beroep doen op de diensten van de Stichting Innovatie & Arbeid.
Maar ook het Vlaams ABVV en haar instanties moeten verder initiatieven uitwerken om werkbaar werk in de bedrijven te ondersteunen. Deze initiatieven moet onze militanten instrumenten bieden om in het sociaal overleg in de bedrijven te werken aan werkbaar werk.
Actiepunten 1. We informeren, sensibiliseren en ondersteunen onze militanten en ons middenkader om te werken aan werkbaar werk 1.1.
1.2.
Vorming en Actie heeft een vormingsaanbod rond aspecten van werkbaar werk: werkdruk, stress, combinatie arbeid en gezin, competentiebeleid, leeftijdsbewust personeelsbeleid. We werken aan een meer geïntegreerde aanpak van werkbaar werk in de vorming. We stimuleren de kennisuitwisseling over de syndicale aanpak van (aspecten van) werkbaarheid op het niveau van de bedrijven en sectoren.
Binnen het Vlaams ABVV coördineert en stimuleert de werkgroep werkbaar werk de uitwisseling van syndicale praktijken en ervaringen rond werkbaar werk.
ABVV Oost-Vlaanderen diende samen met het Vlaams ABVV, ACV en Resoc Rondom Gent een ESF-project in rond werkbaar werk. Doel is een syndicale werkbaarheidsscan uit te werken om werkbaar werk concreet op de agenda van het sociaal overleg in de bedrijven te plaatsen, gekoppeld aan een syndicale vormingsaanpak. Indien dit project wordt goedgekeurd, start het nog in het voorjaar van 2012. Aan het project is ook een halftijdse projectmedewerker verbonden, die kan worden ingezet om de ondersteuning rond werkbaar werk verder vorm te geven.
1.3.
We stimuleren de kennisuitwisseling over patronale strategieën rond de arbeidsorganisatie die een invloed hebben op werkbaar werk en formuleren hiervoor ook een syndicale aanpak.
2 Comité Vlaams ABVV / 6 maart 2012 / resolutie
Binnen het Vlaams ABVV coördineert en stimuleert de werkgroep werkbaar werk de uitwisseling over praktijken rond innovaties inzake arbeidsorganisatie in de bedrijven en de syndicale aanpak ervan.
Het Vlaams ABVV werkt momenteel een ESF-project uit samen met het ACV en het ACLVB om syndicaal te werken aan innovatieve arbeidsorganisatie. Doel is om via kennisuitwisseling met militanten en secretarissen een instrument te maken dat toelaat om innovaties in de arbeidsorganisatie te herkennen, te kennen en syndicale antwoorden te formuleren. Indien dit project wordt goedgekeurd, gaat het in september 2012 van start. Aan het project is ook een halftijdse projectmedewerker verbonden, die kan worden ingezet om de ondersteuning van innovatieve arbeidsorganisatie verder vorm te geven.
1.4.
We maken instrumenten bekend om op het niveau van de bedrijven te werken aan werkbaarheid.
De Stichting Innovatie en Arbeid werkt samen met de sociale partners een toolbox uit rond de diverse aspecten van werkbaar werk (beschikbaar vanaf 2013).
De syndicale ESF-projecten (zie 1.2 en 1.3) moeten leiden tot syndicaal bruikbare instrumenten om concreet aan de slag te gaan rond werkbaar werk (beschikbaar vanaf 2014). Het Vlaams ABVV voorziet hiermee in ondersteuning van onze onderhandelaars op bedrijfs- of sectorniveau.
Er worden momenteel vanuit wetenschappelijke hoek diverse meetinstrumenten uitgewerkt die zouden moeten toelaten om de werkbaarheid op het niveau van een onderneming of organisatie te meten. Voor ons moet zo’n meetinstrument makkelijk hanteerbaar zijn en een logisch deel gaan uitmaken van de aanpak van werkbaar werk in de overlegorganen op bedrijfsvlak.
1.5.
Ook onze ABVV-diversiteitsconsulenten, die onze militanten en secretarissen ondersteunen bij het diverser maken van de werkvloer, moeten in de toekomst oog hebben voor werkbaarheid: werkbaar werken helpt immers om kansengroepen beter aan de slag te helpen en te houden.
2. We stimuleren het meten van de werkbaarheid op niveau van sectoren en bedrijven 2.1.
Op het niveau van de bedrijven zijn er voor onze militanten al een aantal instrumenten beschikbaar om elementen van werkbaarheid te meten. We maken deze bekend bij de militanten en stimuleren het gebruik er van.
Elke onderneming is verplicht een risicoanalyse uit te voeren, deze te bespreken op het CPBW en preventieve maatregelen te nemen inzake het psychosociaal welzijn op het werk. Werkdruk en emotionele belasting zijn hierbij aandachtspunten.
Ondernemingen die met ESF-middelen sleutelen aan de arbeidsorganisatie moeten bij de start en het eind van het project een enquête uitvoeren over de kwaliteit van de arbeid. De resultaten van deze enquête kunnen worden opgevraagd en dienen om de discussie te voeren. We willen dat deze resultaten verplicht voor bespreking worden voorgelegd aan de OR. 3 Comité Vlaams ABVV / 6 maart 2012 / resolutie
Er zijn al heel wat instrumenten uitgewerkt om elementen van werkbaarheid te meten. De uitvoering ervan kan worden aangegrepen om een discussie over de werkbaarheid op te starten. We denken bijvoorbeeld aan metingen van gezondheids- en veiligheidsrisico’s, enquêtes over de medewerkerstevredenheid, de sociale balans, de Family and Business Audit (FBA)… Ook het in kaart brengen van personeelsverloop en absenteïsme kan onderliggende werkbaarheidsrisico’s aan het licht brengen (hoge werkdruk bijvoorbeeld).
De federale regering keurde eind 2011 een ontwerp van programmawet goed. Als deze wet wordt aangenomen, zijn alle ondernemingen met minstens 20 werknemers verplicht om elk jaar op 31 maart een werkgelegenheidsplan voor werknemers ouder dan 45 in te dienen. Dit plan moet voor advies worden voorgelegd aan de wettelijke overlegorganen (ondernemingsraad, comité, syndicale afvaardiging). De sociale partners wensen hierover verder te overleggen en zelf een voorstel op tafel te leggen tegen eind juni 2012.
2.2.
Het Vlaams loopbaanakkoord biedt sectoren met een sectorconvenant de mogelijkheid om specifieke werkbaarheidsacties uit te tekenen. Onze ABVVonderhandelaars moeten alles in het werk stellen om te starten met een sectorale meting van de werkbaarheid om doelgerichte en efficiënte acties te kunnen uittekenen (zie verder 3.3.).
Een sectorale meting moet toelaten werkbaarheidsgegevens te verzamelen over specifieke categorieën werknemers, over verschillende types bedrijven, … Een dergelijke meting moet ook een inzicht geven in de oorzaken van werkbaarheidsproblemen, die vaak sectoreigen zijn.
De sectoren kunnen een beroep doen op de knowhow van de Stichting Innovatie en Arbeid om deze sectorspecifieke meting wetenschappelijk in te vullen.
3. We blijven ijveren voor het verplicht opnemen van werkbaarheid in het sociaal overleg en we brengen syndicale voorstellen in 3.1.
Elke onderneming die tewerkstellingssteun en andere subsidies ontvangt (diversiteitsplan, KMO-portefeuille, strategische innovatie- of opleidingssteun, ESF…), moet verplicht worden een werkbaarheidsscan uit te voeren en de resultaten hiervan voor te leggen aan de wettelijke overlegorganen of bij ontstentenis aan de SERR/Resoc.
3.2.
Overheidssteun voor innovaties in de arbeidsorganisatie en productieprocessen moet als voorwaarde hebben dat het project wordt uitgevoerd in akkoord met de werknemers en hun vertegenwoordigers. Met dit akkoord beogen we twee zaken: een betere arbeidskwaliteit garanderen: meer sturingsmogelijkheden, meer afwisseling, aangepast werk voor oudere werknemers, meer lerende organisaties… de risico’s op een grotere werkbelasting vermijden: grotere verantwoordelijkheid, onderlinge controle of concurrentie, uitbreiding van de arbeidsduur…
4 Comité Vlaams ABVV / 6 maart 2012 / resolutie
3.3.
Sectoren die een beroep doen op de middelen van het Vlaams loopbaanakkoord om rond werkbaarheid te werken, moeten de afspraak maken om de sociale dialoog rond werkbaar werk in de bedrijven te stimuleren. Rekening houdend met de eigenheid van de sector – liefst op basis van een sectorale werkbaarheidsmeting (2.2.) – moeten onze sectoronderhandelaars specifieke acties voorstellen om de kwaliteit van arbeid te verbeteren. Dat kan de vorm aannemen van bedrijfsplannen waarbij werk wordt gemaakt van aangepast werk voor oudere werknemers, meer mogelijkheden om het werk zelf aan te sturen, bijkomende faciliteiten voor werknemers om te leren of om werk en privéleven te combineren… Deze bedrijfsplannen moeten worden goedgekeurd door de ondernemingsraad.
4. We vragen aan de Vlaamse regering voldoende middelen om acties rond werkbaar werk in de sectoren mogelijk te maken. 4.1.
Het Pact 2020 dat de Vlaamse regering afsloot met de sociale partners heeft de doelstelling opgenomen dat tegen 2020 minstens 60% van de werknemers in een werkbare job zou kunnen werken. In 2010 zagen we dat de werkbaarheid er sinds 2007 niet meer op vooruit was gegaan, na een mooie stijging tussen 2004 en 2007. Indien bij de meting van 2013 blijkt dat er geen voldoende vooruitgang is geboekt, vragen we de Vlaamse regering om extra maatregelen en middelen om deze doelstelling te bereiken.
4.2.
Het Vlaams loopbaanakkoord voorziet een budget voor sectorale acties rond werkbaar werk: 1 miljoen euro in 2012 en 2 miljoen euro in 2013. Deze sectoren zullen in het kader van de sectorconvenants aanspraak kunnen maken op deze middelen. Eind 2013 evalueren we of deze middelen voldoende dynamiek heeft doen ontstaan rond werkbaarheid in de bedrijven en sectoren. Indien dit niet het geval is, vragen we de Vlaamse regering om hier extra middelen voor uit te trekken en meer dwingende maatregelen op te leggen aan de bedrijven.
5 Comité Vlaams ABVV / 6 maart 2012 / resolutie