Waar genomen Naam: Korporaal Gijs Functie: Schutter Lange Afstand Onderdeel: 42 Brigade Verkennings Eskadron, tirailleurpeloton
Zien zonder gezien te worden en dan ook nog in staat zijn een doel vanaf een kilometer afstand uit te schakelen. Schutter Lange Afstand (SLA) korporaal Gijs ziet zijn wapen, de Accuracy International .338, als het neusje van de zalm. Uiteindelijk is het echter de schutter die een voltreffer moet kunnen maken. ‘Als SLA moet je in heel veel militaire vaardigheden goed zijn. Zo moet je goed kunnen kaartlezen, je moet luchtfoto’s kunnen interpreteren, een meester zijn in camoufleren en de regels voor verbindingen kunnen dromen.’ Een jaar geleden werd Gijs gevraagd de SLA-opleiding te volgen. Hij viel op door zijn affiniteit met het wapen en beschikte over de karaktertrekken die je als SLA nodig hebt. ‘Om je positie te kunnen bepalen moet je oog voor detail hebben. Hellingshoeken, temperaturen, lichtinval en sporen bepalen de positie van de schutter. Daarnaast spelen geduld en discipline een grote rol. Soms zit je uren op één plek. Wegdromen is geen optie want alles wat je ziet, beslissingen die je maakt en resultaten die je boekt, schrijf je nauwkeurig op in een persoonlijk logboek. Dit logboek is dan ook de bijbel van een SLA. Als je even niet weet wat wijsheid is, zoek je op wat je de vorige keer deed. Je bent op jezelf aangewezen en even langsgaan bij de commandant voor advies is geen optie. Een eenzaam beroep? Nee hoor. Ik werk altijd met een buddy die als spotter functioneert. Hij scant de omgeving en informeert mij. Jammer genoeg kan ik niet altijd bezig zijn met dit wapen en functioneer ik doorgaans als geweerschutter bij mijn peloton.’
Landmacht
Nieuwe exercitie Banja Luka sluit de poort Deeltijdwerken werkt
Meer groen op straat? vijfde jaargang nummer 4, mei 2007
Redactie: Hoofdredacteur: Lkol Hanneke Evertse Eindredacteur: kap Klaas Daane Bolier Redacteuren: elnt Dave Coenen tlnt Corné Dalebout tlnt Ivanca Maas
Vormgeving: Sectie Grafische Vormgeving, Frederikkazerne Den Haag
Druk: OBT bv Den Haag ISSN: 1572-1248
Oplage: Landmacht verschijnt tien keer per jaar in een oplage van 50.000 stuks
Fotografie in dit nummer:
Inhouds opgave
AVDD, Frank van Biemen, elnt Gian Santegoeds, kpl1 Hasan Yilmaz, NIMH
Met dank aan:
Pag. 6: Banja Luka Metal Factory sluit de poort
Roland Keja, elnt Gian Santegoeds, elnt Ellen Beernink
Redactieadres: Lgen Knoopkazerne MPC 55A Postbus 90004 3509 AA Utrecht MDTN: *06- 557 46043 KPN: 030-2146043
Reacties:
Pag.16: ‘Elk leven dat verloren gaat, is er één te veel’
Pag.27: Reactie artikel ‘Schaarstemanagement in Materieelwereld’
Reacties of ingezonden brieven kunt u mailen naar:
[email protected]
Adreswijzigingen: Landmachtpersoneel kan alleen maar adreswijzigingen doorgeven aan de eigen afdeling personeelszaken. Reservisten kunnen voor adresveranderingen bellen naar: 070-3165043. Postactieven en veteranen kunnen terecht bij Nico Kamm: 070-3164907. Betalende abonnees moeten zijn bij Abonnementenland: 0251-313939.
Foto voorpagina: Tijdens een oefening in 2004, samen met het waterleidingbedrijf Europoort, zorgde 100 B&T bataljon voor de drinkwatervoorziening in de regio Rotterdam.
LANDMACHT IS EEN UITGAVE VAN HET COMMANDO LANDSTRIJDKRACHTEN, SECTIE COMMUNICATIE STAF CLAS. REACTIES OF INGEZONDEN BRIEVEN WORDEN ZEER GEWAARDEERD. DE REDACTIE IS VRIJ IN HAAR KEUZE VAN HET PLAATSEN VAN - AL DAN NIET INGEKORTE - INGEZONDEN STUKKEN. OVERNAME VAN (GEDEELTEN VAN) ARTIKELEN UIT DE LANDMACHT IS, NA TOESTEMMING VAN DE REDACTIE , TOEGESTAAN.
LANDMACHT MEI 2007
Rubrieken PAG.28:
Personeelsmutaties Photoshoot, PAG.31: Uit de flank Waargenomen
PAG.30: PAG.32:
Landmacht nummer 4 Personeelsblad van de Koninklijke Landmacht
Geen vijf dagen werken met een klein kind PAG.22:
Deeltijdwerken werkt
Meer groen op straat? PAG.11:
Nationale veiligheid en de KL
Lezer opgelet! Nieuwe exercitie PAG.19:
Schoolbataljon Noord laat zien hoe het voortaan moet.
3
Nieuwe bloggers gezocht! Voor de rubriek Landmacht Log op www.landmacht.nl is de redactie op zoek naar nieuwe bloggers. In Landmacht Log schrijven militairen over wat ze doen en meemaken tijdens het werk. Sitebezoekers krijgen zo een bijzondere kijk achter de schermen van de organisatie. Werk je als militair bij één van de parate onderdelen van de landmacht en vind je het leuk om 1x per week over jouw ervaringen bij de landmacht te schrijven? Of wil je eerst wat meer informatie? Stuur dan een mailtje naar
[email protected]. Voor voorbeelden: www.landmacht.nl/actueel/Landmacht_Log/index.aspx
Wijzigingen Voorschiften Bijna dagelijks komen er voorschriften bij, worden gewijzigd of compleet geschrapt. Al deze wijzigingen worden gepubliceerd op intranet. Wanneer u surft naar http://www.pps.army.mindef. nl/domein/publiek/publicaties/Nieuws/Mutaties/Mutaties.doc kunt u de laatste wijzigingen en aanvullingen lezen. Hieronder als voorbeeld de laatste tien wijzigingen voor de deadline van dit nummer. • • • • • • • • •
•
LANDMACHT MEI 2007
IB 2-1390 DAAR IS PAPA HIER BEN IK IB 2-1391 KINDEREN EN UITZENDINGEN IB 2-1392 TFCKL IB 2-1394 PERSONEELSAANWIJZINGEN VREDESOPERATIES IB 2-1397 AFGANISTAN 1NLDAUS TASK FORCE URUZGAN IK 007409 VOEDINGSSAMENSTEL MX40106 VS 7-534 MITRAILLEUR BROWNING.50 M2 QCB IA 013796-2 FENNEK PWVWRN BIJ 42 TKBAT LF 16932 STANDAARDRAPPORT TBV MELDING EN RAPPORTAGE VAN INCIDENTEN MET MUNITIE/ WAPENS CONFORM TB MUN-005 TB MUN-053 BEPERKT GEBRUIK CTG 5.56 MM NATO TRACER
Nieuwe school opgericht op OTCLOG Op de Du Moulinkazerne te Soesterberg is op 12 april de School Materiële en Personele Logistiek (SMPL) opgericht. De school komt voort uit de - bij dezelfde gelegenheid opgeheven - School Bevoorrading & Transport (SBT) en de School Personeel & Financiën (SPF). De nieuwe SMPL verzorgt logistieke opleidingen voor zowel de Koninklijke Landmacht, de Koninklijke Luchtmacht als de Koninklijke Marine. De genoemde krijgsmachtdelen zijn dan ook alledrie in het instructeursbestand vertegenwoordigd. Dit is eveneens terug te vinden in het logo van de SMPL: een paarse ondergrond waarop een achtspakig wiel, een sleutel en een ganzenveer.
Onthulling monument Regiment Bevoorradings- en Transporttroepen Commandant Landstrijdkrachten, luitenant-generaal Peter van Uhm, heeft op vier mei op de Du Moulinkazerne te Soesterberg het nieuwe monument van het Regiment Bevoorradings- en Transporttroepen (B&T) onthuld. Het Regiment B&T is in 2000 opgericht na de opheffing van de (stam)regimenten Aan- en Afvoertroepen en Intendancetroepen. Dat het Regiment Bevoorradings- en Transporttroepen is ontstaan uit een tweetal stamregimenten Regiment Aan- en Afvoertroepen en het Regiment Intendancetroepen is in het ontwerp van het monument afleesbaar door de verdeling van een Tetraëder (ruimtelijk drievlak) in twee gelijke delen. Deze twee gelijke delen staan symbool voor de twee stamregimenten. De stapeling van deze twee delen symboliseert het samengaan van de twee stamregimenten in een nieuw regiment. Hierbij is de massa niet eenvoudigweg verticaal doorsneden waardoor ook een tweetal gelijke delen zou zijn ontstaan, maar zodanig doorsneden dat de twee ontstane delen elkaar nodig hebben en ondersteunen. De namen op het monument zijn ingedeeld per regiment in tijdsvolgorde met geografische aanduiding ( Ned – Indië, Korea, Libanon, Joegoslavie, Eritrea ). De ontwerper van het monument is Dhr. H. W. Threels van de DVD Directie West.
5
LANDMACHT MEI 2007
Banja Luka Metal Factory sluit de poort
140 ZWARE TRANSPORTCOMPAGNIE VERVOERT SPULLEN NAAR SARAJEVO OP ZATERDAG 14 APRIL. ZONDAG 15 APRIL VERTROKKEN DE TROPCO’S NAAR NEDERLAND. 7
Base Banja Luka in Bosnië gaat dicht. Op 16 april reed de Support Company – gevormd door met name militairen van 330 Herstelcompagnie Logistieke Brigade – in vijf pakketten met elk zes voertuigen de poort uit op weg naar Nederland. De dertig voertuigen en veegploeg legden de bijna 1700 kilometer lange route door Bosnië Herzegovina, Kroatië, Slovenië, Oostenrijk, Duitsland en Nederland af in drie dagen. De eerste overnachting was op een Oostenrijkse kazerne in de omgeving van Gratkorn en de tweede op een Duitse kazerne in Wildflecken. Eén MB en één viertonner haalden de eindstreep niet. De viertonner bleef achter in Wildflecken, de MB kon de reis achter op een ander voertuig vervolgen. In Nederland kwamen de vijf pakketten bij elkaar op de parkeerplaats bij AC restaurant Veenendaal om in één konvooi Kamp Soesterberg op te rijden, waar de militairen werden herenigd met hun achterban.
LANDMACHT MEI 2007
Eerder werden bijna honderd containers met goederen – variërend van schroefjes tot voertuigen – afgevoerd naar Nederland. 140 Zware Transportcompagnie vertrok 15 april naar nederland met vier Trekkeroplegger combinaties met drie wiellaadschoppen, drie heftrucks en een kooiaap. 110 Zware Transportcompagnie reed eerder al dertig MB’s terug. De sluiting is het gevolg van de SFOR-troepenreductie. In Bosnië zijn nu nog zo’n negentig Nederlandse militairen gestationeerd. Zij maken voornamelijk deel uit van de Liaison and Observation Teams (LOT).
Meer groen op straat? Ondersteuning van civiele autoriteiten op internationaal en nationaal gebied is één van de drie taken van de landmacht. Optreden op nationaal gebied krijgt hierbij steeds meer aandacht. Dat blijkt niet alleen uit de verschillende oefeningen, maar ook uit het thema van de komende Landmachtdagen.
9
VANAF 2008 STELT DE KL ONDER ANDERE ONBEMANDE VLIEGTUIGEN TER BESCHIKKING VOOR NATIONALE TAKEN
Militaire steun in Nederland wordt een steeds belangrijkere taak van Defensie. Voorheen was militaire steun mogelijk, mits deze steun niet al ingezet was voor andere taken. Na 11 september 2001 lijkt een dreiging van terrorisme in Nederland steeds reëler. Brigadegeneraal Peter Everts, directeur operaties staf-CLAS, geeft een reden voor de toenemende aandacht voor nationale inzet: ‘Nederland heeft zich gerealiseerd dat ook ons grondgebied kwetsbaar kan zijn voor terrorisme. Het verschil tussen interne en externe veiligheid is vervaagd. Sinds het onderwerp op de politieke agenda staat, bekijkt de overheid welke mogelijke middelen haar ter beschikking staan. Defensie is één van die middelen. Het is een uitgelezen kans om de zichtbaarheid van Defensie te vergroten. Bovendien denk ik dat de burger dit van ons verwacht.’
LANDMACHT APRIL 2007
De koninklijke weg De officiële aanvraag voor militaire steun wordt ook wel de koninklijke weg genoemd. Civiele autoriteiten vragen bij een calamiteit steun. Dit gebeurt vaak na overleg met één van de Regionaal Militaire Commando’s (RMC’s) West, Zuid of Noord. Deze commando’s zijn weer onderverdeeld in vijfentwintig veiligheidsregio’s. Per veiligheidsregio zijn officieren verantwoordelijk voor de verbinding tussen dit militaire netwerk en de burgerinstanties. Wanneer een aanvraag op departementaal niveau wordt gehonoreerd, komt de operationele aanwijzing vanzelf weer bij een van de drie RMC’s terecht. Vanaf dit jaar zijn nieuwe afspraken van kracht over militaire capaciteit die door Defensie geleverd wordt in het geval van calamiteiten (ICMS: Intensivering Civiel Militaire Samenwerking). Defensie levert volgens die afspraak binnen 48 uur drieduizend militairen. Tweeduizend daarvan komen van het Commando Landstrijdkrachten. De eerste 200 militairen worden binnen acht uur ingezet. De tweede “batch” van 700 militairen moet binnen 24 uur klaarstaan. Deze groep bestaat uit 100 militairen van de Nationale Reserve en 600 militairen uit overige brigade-eenheden. De laatste “batch” van 1100 militairen staat binnen 48 uur klaar. Hieraan doen ook nog eens 400 Natresmilitairen mee.
TIJDENS EEN OEFENING IN MAART VORMDEN KL-MILITAIREN EEN BUITENRING ZODAT DE ME DE HANDEN VRIJ HAD OM EEN EIND TE MAKEN AAN EEN ILLEGALE HOUSEPARTY
De algemene capaciteit van 3.000 militairen die vanaf 1 januari dit jaar geleverd wordt, zal tussen nu en 2011 verhoogd worden met ongeveer 1.600 militairen die zorgen voor specialistische capaciteit. Vanaf 1 januari dit jaar is er een bataljon voor bewakings- en beveiligingstaken, twee schepen van de wacht, stafcapaciteit om een evacuatie aan te sturen, transportcapaciteit om burgers te evacueren, constructiecapaciteit voor aanleg van een noodconstructie, brugcapaciteit, geneeskundige capaciteit (hulpposten, delen van een veldhospitaal en een ziekenautopeloton) en opvangcapaciteit per provincie. Vanaf 1 januari 2008 komen daar mobiele grondradarsystemen, onbemande vliegtuigen, verbindingscapaciteit ten behoeve van civiele actiecentra en back-up luchtverkeersleiding op Schiphol bij. Vanaf januari 2010 komt er extra EOD-capaciteit bij, vanaf januari 2011 komen er twee eenheden voor havenbescherming bij en vanaf januari 2012 komt er extra NBC capaciteit.
11
ktijk Nationale operaties in de pra verlaten industriepand Het is 20 maart en ergens op een separty plaats. De hou ale illeg een er in Eindhoven vindt geen toestemming burgemeester heeft voor dit feest s gedeald worden gegeven, men vermoedt dat er drug urd. Dit fictieve gedu en het heeft nu wel lang genoeg van de landmacht, en hand in scenario komt begin dit jaar (ME) te helpen eid Eenh iele Mob met het verzoek om de het pand waar de bij een ontruimingsoefening. Omdat heeft men meerdere party gehouden wordt erg groot is, erekend nu, volgens pelotons nodig. Maar die zijn uitg balwedstrijd elders het scenario, al ingezet bij een voet fd bureau Natiohoo is us in de regio. Majoor Erik Back Mobiele Eenheid ‘De d. -Zui RMC nale Operaties van het ingezet. De politie kan wordt tegenwoordig steeds vaker Op zo’n een moment dan capaciteitsproblemen krijgen. macht worden gekan een capaciteitsgat door de land ht beperkte zich tot mac vuld.’ De oefening voor de land 200 militairen. van ch” de inzet van een eerste “bat
dat zich voordeed communiceren. Een tweede probleem houseparty mende f in Helmond was dat mensen vana mobiliseerden oon telef iele sen van buitenaf via hun mob leem in prob dit Om en. kom te t om ook naar het fees ning de oefe de voor dt wor en, kom de toekomst te voor g en enrin buit soort landmacht ingezet. Zij vormen een enaf buit van sen moeten voorkomen dat nieuwe men naar het feest gaan. fd bureau NatiLuitenant-kolonel Oscar Heere is hoo ngrijk dat dit soort onale Operaties. Hij vindt het bela burgerinstanties heboefeningen gehouden wordt. ‘De eden. Door vaak ben een geheel andere wijze van optr ons aan elkaar we hoe met elkaar te oefenen leren we ltaat te komen.’ resu goed een tot moeten aanpassen om deze oefening voor zet inge en werd die De manschappen gifte om een zo reëel kregen in het weekend de bevelsuit mogelijke oefensituatie te creëren.
de werkelijkheid. In Het scenario week niet veel af van een illegale houseparty oktober 2006 ontruimd de politie lemen. De ME kon prob in Helmond. Toen waren er twee hun “oortjes” via goed vanwege de harde muziek niet
idsregio De rol van een officier veilighe cier veiligheidsregio Majoor Arie van Houwelingen is offi Brabant. Nederland is van de veiligheidsregio Zuid-Oost deze regio’s. Om de onderverdeeld in vijfentwintig van moet er in elke veiligen mak rol van Defensie concreet te moment telt Defendit Op en. kom heidsregio een officier en met een team van sie veertien van deze officieren. Sam welingen het militaire drie actieve reservisten is Van Hou ntwoording af aan het gezicht in deze regio. Hij legt vera van het Regionaal Milihoofd Bureau Nationale operaties zitter van het Veiligvoor de tair Commando Zuid en aan veiligheidsregio is cier offi een van heidsbureau. ‘De taak bij het voorbereiden het vertegenwoordigen van Defensie heeft een eigen op en inzet bij calamiteiten. Elke regio woordigers zitten van operationeel team waarin vertegen Hulpverlening bij ige und de politie, brandweer, Geneesk Defensie. Verder en en eent gem Ongevallen en Rampen, nsten aan de ene erdie burg deze en tuss vorm ik een liaison mando aan de andere kant en het Regionaal Militair Com kant.’ calamiteit eerst wat ze ‘Dit operationele team kijkt bij een daarbij een adviseheb Ik en. aan eigen middelen hebb ik wel eens “nee” dat ook s som kent rende rol. Dat bete meedoen wanneer moet verkopen. Defensie gaat pas zelf heeft niet volde middelen die een veiligheidsregio dt gedaan op ons wor ep doende zijn of wanneer een bero zijn de inzet van te laats dat specialisme. Voorbeelden van onze explosievan t inze de of n erde de genie bij fort Pann dus eerst wat de aard ven opruimingsdienst. We bekijken werken we een aantal is van de calamiteit en vervolgens is dat je kijkt naar het scenario’s uit. Het voordeel hiervan
LANDMACHT MEI 2007
elen. Vroeger werd beoogde effect en niet naar de midd epen: “we hebben bij een calamiteit nog wel eens gero n we of dit middel kijke een aantal viertonners nodig”. Nu bereiken. Exacte te doel het wel moet worden ingezet om kan worden niet of wel nu nsie criteria over wanneer Defe er. Uiteraard is het de ingezet staan trouwens niet op papi om de verwachtingen rol van de officier veiligheidsregio te matchen met de van de regio toch zo goed mogelijk mogelijkheden van Defensie.’ er proactief als het gaat De officier veiligheidsregio is verd al van tevoren sceom preparatie. Wij beschrijven vaak Het is per regio afhannario’s met eventuele oplossingen. zijn, omdat elke regio kelijk welke scenario’s van belang werken wij in onze Zo over andere middelen beschikt. muitval en van een stroo een regio een scenario uit van s zich multidisciplinair pline disci alle dat griepepidemie. Om zal het proces bij een bezighouden met dit onderwerp, gaan. Hoewel er altijd daadwerkelijke calamiteit heel snel wordt ingediend, kan via de koninklijke weg een aanvraag waarschuwen. voor al wel ik mijn collega’s van Defensie 18 januari. op t nach storm de is Een voorbeeld daarvan militairen van t inze geen regio onze in Uiteindelijk is er . klaar voor Overigens geweest, maar we stonden er wel t geweest van de is die nacht in andere regio’s wel inze ele team dit jaar ation oper genie. Naast deze nacht is het al vier keer ingezet.’
EEN BRUGLEGGENDE TANK VAN DE GENIE VERLEENT STEUN BIJ DE ONTRUIMING VAN FORD PANNERDEN
Calamiteit Klinkt mooi, maar waar komen deze militairen vandaan in een tijd dat veel capaciteit wordt opgeslokt door de missie in Uruzgan? ‘Defensie heeft een aantal taken en een beperkt aantal middelen om deze taken te vervullen. Dat kan soms betekenen dat er keuzes gemaakt moeten worden’, aldus Everts. ‘Natuurlijk zijn wij gehouden aan internationale verplichtingen. Maar dat is het mooie van militairen: wij kunnen heel veel. Alles is afhankelijk van de aard en ernst van een calamiteit. Uiteindelijk is het de Commandant der Strijdkrachten die bepaalt of we wel of niet meedoen. Het is wel belangrijk dat we pas worden
ingezet als ultieme remedie. Met andere woorden: wij gaan niet in plaats van, maar als aanvulling op de civiele instanties.’ Zoekende Tijdens een Operational Seminar in april bogen zich zestig kolonels en generaals over de rol van de landmacht bij nationaal optreden. Tijdens deze discussie lijkt het erop dat men nog zoekende is. Everts: ‘Nog niet alles is uitgekristalliseerd en daarom is het goed dat we dit soort oefeningen houden. Het is heel belangrijk om te weten wat we als militairen wel en niet kunnen doen onder de paraplu van de civiele autoriteiten.’ Ook belek tijdens dit seminar een
aantal mensen te twijfelen aan het optreden van Defensie bij het handhaven van orde en rust in Nederland. Everts: ‘Voor het handhaven van orde en rust in Nederland zijn er heel duidelijke regelingen. In eerste instantie is dit een zaak van de politie en ME. Maar ik kan me heel goed voorstellen dat ook Defensie kan worden ingezet. In feite doen we dit ook al in het buitenland in de vorm van Crowd & Riot Control (CRC). Dus waarom zou dit niet in Nederland kunnen? Er moet wel gekeken worden naar onze middelen en opleiding. Zo denk ik dat we voor CRC een wapenstok nodig zullen hebben.’
INWONERS VAN ROTTERDAM MAKEN GEBRUIK VAN DE NOODDRINKWATERINSTALLATIE VAN 100 B&T BATALJON TIJDENS EEN OEFENING IN 2004
13
Samenwerking is cruciaal Inzet van militairen vindt altijd plaats onder leiding van het civiele gezag. Dat kan de burgemeester, de officier van Justitie of eventueel de minister zijn. Defensie zal dus altijd ten dienste staan van de burgerinstanties binnen een veiligheidsregio. Paul Martens, chef van de politie in het district Midden en West Brabant, legt uit dat Defensie een goede partner kan zijn bij nationale taken. ‘Op het terrein van nationale veiligheid, openbare orde en crisisbestrijding heeft de politie van oorsprong een primaire taak. Als er zich een dergelijke crisis voordoet is zij als één van de eersten “in charge”. De ontwikkeling van de laatste tijd is dat ook andere partijen op het speelveld verschijnen om hierin verantwoordelijkheid te nemen. Dat is niet alleen Defensie, maar bijvoorbeeld ook de waterschappen, gemeenten of het Ministerie van Landbouw. De rol van de Landmacht kan nooit anders zijn dan ondersteunend. Zij is altijd ondergeschikt aan het bevoegd gezag (de burgemeester en officier van justitie) en aangestuurd door een civiele commandant (meestal van de politie). Zo liggen de staatsrechterlijke verhoudingen. Daarnaast is het een belangrijke zekerheidsconstructie dat Defensie niet zelfstandig kan optreden in een tijd waarin burgers nog een beetje moeten wennen aan een rol van
LANDMACHT MEI 2007
Defensie bij nationale veiligheid. Door de intensivering van de civiel-militaire samenwerking heb ik zelf een leertraject gevolgd met vertegenwoordigers van Defensie en de civiele hulpdiensten. Dat brengt je nader tot elkaar en geeft inzicht in de mogelijkheden die elke instantie heeft. Oefenen met elkaar verbetert dit. In Breda, waar ik werk, ligt er een prima lijn met de regionaal militair commandant. Als het nodig is wordt die geactiveerd en dat werkt. Wanneer we elkaar dus nodig denken te hebben, weten we elkaar te vinden en zullen we via de praktische weg naar oplossingen zoeken. In de toekomst zullen we moeten nadenken of er ook andere momenten of activiteiten zijn waarbij we met elkaar kunnen optreden. Rampen en crises in de openbare orde gebeuren gelukkig niet regelmatig. Het is de moeite waard om te verkennen of bij meer reguliere taken kan worden samengewerkt. Ik denk dan bijvoorbeeld aan grote evenementen die veel publiek trekken. Maar je kunt ook denken aan ondersteuning bij criminaliteitbestrijding.’
Peter Bos, commandant van de brandweer in Dordrecht, is het daar mee eens. ‘De beschikbaarheid van en samenwerking met de krijgsmacht is voor de veiligheidsregio’s zeer belangrijk. In Zuid-Holland Zuid is een convenant gesloten met het RMC-West, op basis waarvan de samenwerking gestalte krijgt. In de praktijk komt het erop neer dat een landmachtofficier vanuit RMC-West bij ons voor enige uren per week is gedetacheerd is. Voor de toekomst werken wij scenario’s van incidentbestrijding uit, waarbij ook telkens de mogelijke rol van de krijgsmacht in beeld wordt gebracht. Over enige tijd hebben wij dus diverse “inzetscenario’s” beschikbaar en kunnen daardoor nog concretere afspraken maken.’
‘DE BESCHIKBAARHEID VAN EN SAMENWERKING MET DE KRIJGSMACHT IS VOOR DE VEILIGHEIDSREGIO’S ZEER BELANGRIJK’
Katrina in Nederland op 1, 2 en 9 juni is binnenlandse Het thema van de Landmachtdagen dagen zal bestaan uit een jaarlijks veiligheid. Het grootste deel van deze wordt er voor het eerst ook nadrukterugkerend programma. Dit jaar van nationale taken. Ergens temidden kelijk aandacht besteed aan onze eker bezo de t er een filmset. Wanneer het militaire terrein in Wezep staa zich slachtoffer van een nationale hij nt waa deze filmset binnenkomt, de bezoeker sterk aan te spreken, ramp. Om het belevingsgevoel van Grote zwartwitfoto’s met daarop moet alles zo reëel mogelijk lijken. rsnoodramp van 1953 begeleiden bijvoorbeeld een foto van de wate Daar staat een aantal militairen op de bezoeker richting rampgebied. bij een nationale ramp ondersteuhen te wachten. Militairen kunnen tievoorziening. In dit geval zullen ning bieden in de vorm van informa onze nationale taken zijn en welk zij folders uitdelen waarin staat wat een orkaan in omvang van Katrina scenario er in de filmset plaatsvindt: slachtoffers. In het gebied is een zijn door Nederland geraasd en overal ericht waar collega’s van de pomultidisciplinaire commandopost opg gebroederlijk samenwerken met litie, brandweer en gezondheidszorg militairen.
Wat kunt u zien in de filmset? • Dijkverzwaring pgebied • Medische hulpverlening in een ram en tuig • Search van voer • Brand blussen ed in een ziekenhuis • Samenwerking op medisch gebi tenploeg nalis • Het begeleiden van een jour en zakk zand met • Vullen van een kanaal brugleggende tank een met al kana het • Overbruggen van van speurhonden • Slachtoffers zoeken met behulp • Puinruimen eval met een tankauto • Personeelsontsmetting na een ong • Het bezoek van een autoriteit • Omgaan met ramptoeristen hulppost • Auto-ongeval met een militaire en voedsel ter kwa drin van zien • Gebied voor en in het winkelcentrum • Aanhouden van vandalen en diev • Het ruimen van een vliegtuigbom voor slachtoffers om een demonstratie te geven. ma ram prog dit van t opze • Het inrichten van een opvangpunt de Het is niet Wan . zien alles ijk n ogel have onm ge en veili kunn • Afvoer evacués naar Mensen die hier doorheen lopen r n worden ze vanzelf verzocht doo neer ze ergens te lang blijven staa is ook een interactief programma. te lopen of mee te helpen. Want het n. sen hebben van Defensie nuancere De filmset moet het beeld dat men . doen veel ed gebi naal op natio Hiermee laten we zien dat we ook
15
SERGEANT SANDER OVER DE DOORSTART VAN DE LIMBURGSE JAGERS
‘Elk leven dat verloren gaat, is er één teveel’
De Limburgse Jagers van 42 Pantserinfanteriebataljon kenden met het verongelukken van hun collega sergeant-1 Robert Donkers een valse start van hun missie. Sergeant Sander, eenheidsgenoot van Donkers, legt uit hoe hij en zijn collega’s de draad weer hebben opgepakt.
Het is tijdens een patrouille richting oosten naar Sar Regin dat ik voor het eerst kennis maak met Sergeant Sander en zijn mannen van eenheid 2.4. Achter in de bak van de Bravo-YPR kun je goed zien hoe groepscommandant Sander (in onvervalst Nijmegens) en de Limburgse Jagers 1 Wiljam (boordschutter), Jos (minimischutter), Dave (chauffeur) en Sander het smile and wave-principe nieuw leven in blazen. De mannen van de Bravo-groep nemen tijdens de talloze searchstops ruimschoots de tijd om handjes te
LANDMACHT MEI 2007
schudden met kinderen en een praatje te maken met de ouderen. Sleutelwoorden: vriendelijkheid en enthousiasme. ‘De vraag is natuurlijk of we zo zullen blijven reageren nadat we de eerste TICS hebben meegemaakt’, zal Sander later die dag ruiterlijk toegeven. Een slecht staaltje amateurtoneel van een jonge boer die kwaad is over de ISAF-voertuigen die ‘zijn’ akker vernielen, wordt door Sander vakkundig in de kiem gesmoord. Kosten: een vriendelijk praatje, twee sigaretten en een pen.
DE GROEP VAN SERGEANT SANDER OP PATROUILLE IN URUZGAN Dieptepunt De vriendelijke onbevangenheid van de Limburgse Jagers wordt een dag later ruw verstoord wanneer eenheidsgenoot Robert Donkers ter hoogte van de Irish Crossing het leven laat na een ongeval met de Patria. ‘ De dood van Robert Donkers heeft diepe indruk op ons gemaakt’, vertelt Sander een week later met zachte stem. ‘Het zal me altijd bijblijven. Het is het dieptepunt van mijn uitzending en dat zo vroeg al.’ Het enthousiasme van Sander en zijn mannen heeft een fikse deuk opgelopen maar inmiddels hebben ze de draad alweer opgepakt. ‘Het feit dat Robert niet door een TIC maar door een ongeval omgekomen is, maakt de omschakeling iets minder lastig. We hoeven nu in elk geval niemand de schuld te geven.’
DE MANNEN VAN DE BRAVO-GROEP NEMEN TIJDENS DE TALLOZE SEARCHSTOPS RUIMSCHOOTS DE TIJD OM HANDJES TE SCHUDDEN MET KINDEREN EN EEN PRAATJE TE MAKEN MET DE OUDEREN.
17
Verdriet Veel tijd om lang stil te staan bij de dood van hun gewaardeerde collega was er volgens Sander ook niet. ‘We moesten na de herdenkingsplechtigheden weer overgaan tot de orde van de dag. Achtenveertig uur later waren we alweer bezig met de voorbereiding op een nieuwe patrouille. Dat is ook goed anders blijf je steken in je verdriet.’ Sander’s indrukken over de provincie Uruzgan en haar mensen tot nu toe zijn positief. Hij beseft echter dat de missie voor de Limburgse Jagers pas net goed en wel begonnen is. De sergeant refereert daarbij aan het voorbehoud dat hij een week geleden al maakte. ‘Ik ben één keer op Poentjak geweest en een aantal keer in Tarin Kowt. Tot nu toe heb ik genoten van het Uruzgaanse landschap en de mensen. Door het opstarten van nieuwe projecten laat je als Taskforce een steeds betere indruk achter en zijn mensen ook meer en meer geneigd om ons te helpen zodat wij hen beter kunnen helpen. Het is bijvoorbeeld een manier om tips binnen te krijgen over de locatie van IED’s en nog beter: tips over waar IED’s worden gemaakt. Wat dat aangaat hoop ik dat we nog heel wat mooie projecten gaan opzetten’, zegt hij.
LANDMACHT APRIL 2007
Genieten Sander en zijn collega’s zijn alweer bijna een maand van huis. De tijd vliegt. ‘Ik ren van bevelsuitgifte naar bevelsuitgifte en van patrouille naar patrouille’, zegt de Nijmegenaar. ‘Vandaag zag ik dat we op de 24e (april) onze eerste rustdag hebben.’ Sander zou met niemand willen ruilen. ‘Wanneer ik terugkom van een patrouille en de eetzaal inloop, voel ik een prettige vorm van vermoeidheid. Hoe vermoeider hoe beter eigenlijk.’ Eigenlijk kende Sander voor vertrek maar twee prio’s: genieten van zijn uitzending en met z’n allen heelhuids terugkomen. ‘Dat laatste is me natuurlijk het meeste waard. De dood van Robert heeft ons doen beseffen dat elk leven dat verloren gaat, één teveel is.’
‘De dood van Robert heeft ons doen beseffen dat elk leven dat verloren gaat,
één teveel is.’
EXERCITIE
Toegegeven: het inrukken zag er niet altijd even netjes uit sinds de aangepaste exercitie die rond de millenniumwisseling van kracht werd. Na het waarschuwingsbevel (INGERUKT!) en het uitvoeringsbevel (MARS!) gingen de gestrekte handen netjes en tegelijkertijd naar het hoofd. Maar het gelijktijdig rechtsomkeert maken verliep al minder simultaan. Het gevolg: een rommelige aanblik. Daarom zijn (opnieuw) enkele wijzigingen doorgevoerd in de exercitie. De redactie van Landmacht zet ze op een rij.
Nieuwe exercitie Lezer opgelet! Sinds 1 februari 2007 is een herziene versie van de exercitie van kracht.
Zeker voor de oudere garde zijn enkele wijzigingen in de exercitie herkenbaar. Feitelijk is bij het inrukken “de klok teruggedraaid”: de “oude” variant, van voor 2000, is opnieuw van kracht. Dat betekent dat voortaan drie commando’s worden gegeven: IN-, GERUKT en MARS. Ook het halthouden is gewijzigd en, voor Landmachtmilitairen althans, teruggedraaid naar de oude situatie. Het halthouden bestaat voortaan weer uit 3 passen na het commando HALT. Dus: na het waarschuwingsbevel GROEP! (of PELOTON, etc.) volgt HALT! (‘en... sta...stil’, in plaats van ‘en...stil’). Zes soldaten van A-Instructiecompagnie van Schoolbataljon Noord, onder leiding van opperwachtmeester Patrick Klei, demonstreren u hoe het voortaan (weer) moet.
19
HALTHOUDE
1
2
‘Groep…Ha
Zes soldaten van A-Instructiecie (Schoolbataljon Noord) marcheert over het IJsberenveld op de Johan Willem Frisokazerne in Assen.
LANDMACHT MEI 2007
3
Opperwachtmeester Patrick Klei geeft de commando’s.
4 Het uitvoeringscommando ‘Halt!’ wordt gegeven op het linkerbeen. Daarna volgen drie verkorte passen. In de oude vorm waren dit er maar twee, waardoor groepen soms doorveerden bij het halthouden.’
De eerste verkorte pas met rechts. ‘EN…’
6
5
Na het bijtrekken van het rechterbeen staat de groep in z’n geheel stil. In de oude situatie werd na twee verkorte passen met links bijgetrokken.
Vervolgens de tweede verkorte pas, met links. ‘STA…’
‘STIL…’
1
De soldaten staan in de houding. Opperwachtmeester Klei geeft het waarschuwingsbevel:
‘IN-!’
2
Opperwachtmeester Klei geeft het eerste uitvoeringsbevel: De soldaten brengen na dit commando de groet.
alt!’ -‘ GERUKT!’
3
Klei geeft tweede uitvoeringsbevel: De soldaten keren terug naar de houding. ‘MARS!’
4
6 …en stappen de militairen weg.
Hierna wordt de exercitie hetzelfde uitgevoerd als in de “oude” variant: De linkervoet wordt schuin voor de rechtervoet geplaatst.
5
Vervolgens wordt de rechtervoet gedraaid…
21
Deeltijdwerken werkt Defensie is van oudsher een mannelijke organisatie, maar dat wil niet zeggen dat er geen vrouwen nodig zijn. Het streven is dat Defensie in 2010 een werknemersbestand heeft dat voor 30 procent bestaat uit vrouwen. Eén van de maatregelen om dit te realiseren is deeltijdwerken. Winnie Leurink is stafmedewerker Personeelsmanagement voor de landmacht en is aanspreekpunt Diversiteits- en Gendervraagstukken voor het Personeelscommando. Ze houdt zich intensief bezig met de uitvoering van de maatregelen voor behoud en doorstroom van vrouwelijke militairen. Uitgangspunt hierbij vormt het actieplan Gender. De speerpunten hiervan zijn: instroom van 30 procent vrouwen, het positioneren van rolmodellen op zichtbare functies en het verhogen van de betrokkenheid van commandanten en andere sleutelfiguren. In opdracht van de commandant Personeelscommando is een onderzoek gehouden en daar zijn concrete maatregelen uit voortgevloeid. Eén van de maatregelen is de mogelijkheid van deeltijdwerken. Om vrouwelijke militairen te behouden is deeltijdwerken in een duobaan een goed instrument.
Het is de taak van Leurink om algemeen beleid om te zetten in concrete oplossingen. Deeltijdwerken is één van die oplossingen. ‘Het is niet de enige oplossing, maar wel een hele belangrijke. Het krijgen van een kind is voor veel vrouwen het moment om een punt te zetten achter hun militaire loopbaan. Door deeltijdwerk aan te bieden kun je dit opvangen. Op dit moment werken er 101 mensen binnen het CLAS deeltijd. Dat zijn in de meeste gevallen vrouwen die de landmacht anders misschien hadden verlaten. Verder willen wij de doorstroom van vrouwen bevorderen. We zien dat het volgen van voltijd militaire opleidingen voor vrouwen met kinderen vaak onmogelijk is. De noodzaak om te komen tot aangepaste loopbaanopleidingen, deeltijd in combinatie met e-learning, is dan ook van cruciaal belang.
Cijfers: De landmacht en defensie zijn van oudsher masculiene organisaties. Hoewel het aandeel vrouwelijke burgermedewerkers al vrij laag is in vergelijking met andere overheidsorganisaties (23 procent), is het aandeel vrouwelijke militairen nog veel lager. Van de 50.000 militairen is slechts 9 procent vrouw. Vrouwen zijn bovendien nauwelijks werkzaam in de hogere rangen. Bij de militairen vanaf de rang van majoor is nog 4 procent vrouw, vanaf de rang van kolonel is dit slechts 2 procent. Defensie streeft ernaar dat in 2010 12 procent van de militairen vrouw is, waarvan 6 procent in de rang vanaf majoor en 3 procent vanaf de rang van kolonel.
LANDMACHT MEI 2007
Een ander middel om vrouwen te laten doorstromen is het mentorproject. Dit project is bedoeld om vrouwelijke burgermedewerkers in de hogere schalen te laten “snuffelen” aan management en leidinggeven. Elke deelnemer aan dit project krijgt een eigen mentor die haar ondersteunt. Daarnaast doorlopen de deelnemers een aantal workshops op maat. Het achterliggende doel is het verhogen van de doorstroom van vrouwelijke burgermedewerkers. In 2006 is een pilot gestart met zeven vrouwen. Uit de evaluatie bleek dat dit project een succes was en daarom hebben we besloten om dit jaar een nieuw mentorproject te starten. Een andere ontwikkeling is het opzetten van kinderopvang bij kazernes. Rhino Bambino is de eerste kinderopvang en staat naast de kazerne van 13 Gemechaniseerde Brigade in Oirschot. Deze opvang is niet alleen voor kinderen van defensiemedewerkers maar ook voor mensen die in de buurt van de kazerne wonen. Een voordeel van kinderopvang bij een kazerne is bijvoorbeeld dat een vrouwelijke militair in de gelegenheid is om in haar lunchpauze haar kind borstvoeding te geven. Momenteel zijn er verkenningen gaande om een tweede kinderopvang in het midden van het land te starten.’
Eerste luitenant Sabine Teunissen & eerste luitenant Inge de Martino Luitenant Inge de Martino is in oktober 2006 bevallen van haar eerste kind. ‘Ik was op dat moment pelotonscommandant in Assen en het was duidelijk dat ik hier geen deeltijd zou kunnen werken.’ Daarom is ze via haar loopbaanbegeleider terecht gekomen bij Winnie Leurink. ‘Ik had al een rekest geschreven om deeltijd te werken. Maar het bleek nog lastig om een functie voor mij te vinden. Uiteindelijk ben ik als stafofficier toegevoegd bij de sectie verplaatsingen van 11 Luchtmobiele Brigade.’ Een dergelijk verhaal geldt ook voor luitenant Sabine Teunissen. Zij werkte al deeltijd als stafofficier bij de sectie 1 van diezelfde brigade toen De Martino kwam. Teunissen: ‘Het was eigenlijk de bedoeling dat wij samen een stoel zouden gaan vullen, maar dat is anders gelopen.’ De luitenanten werken nu weliswaar deeltijd, maar niet op dezelfde functie. Het is de bedoeling dat ze de volgende functie in de rang van kapitein wel samen gaan doen. De Martino: ‘Wij kenden elkaar van tevoren nog niet, maar het klikt erg goed tussen ons. Daarom zouden we het erg prettig vinden om samen een volgende functie te gaan doen. Maar dat duurt nog wel even. Mijn man is ook militair en vaak op oefening. Dan zorg ik alleen voor ons kind en dat is in het begin even wennen. Teunissen: ‘Het is vaak een dubbel gevoel. Aan de ene kant mis ik nu soms de uitdaging van oefenen en uitzending, maar aan de andere kant weet ik dat ik die continuïteit thuis wel nodig heb.
Wat vinden zij? Kapitein Serge Maas is de directe chef van Teunissen. ‘De personeelswereld is een wereld met een continu proces, maar ik kan Sabine alleen indelen op de maandag, woensdag en vrijdag. Ik heb dan eigenlijk altijd wel werk voor haar, maar soms vraag ik mij af of dat op niveau is. Mijn theorie is: hoe hoger je rang, des te moeilijker het is om deeltijd te werken. Dat is afhankelijk van de vraag of je een uitvoerende of een leidinggevende functie hebt. Ik zou dan ook niet graag in haar schoenen staan. Overigens zijn er voor deeltijders functies die geschikt zijn en die minder geschikt zijn. Ik vind dat het een taak van de landmacht is en niet van de persoon zelf om naar deze functies te zoeken.’
Rang, regio en dienstvak Het is nog niet zo makkelijk om samen één stoel te delen. De Martino: ‘Er moet dan wel iemand zijn die in dezelfde regio werkt, dezelfde rang heeft en ook nog eens hetzelfde dienstvak. Daarom ben ik zo blij dat we hierbij begeleid worden.’ Teunissen: ‘Mensen moeten van het idee af dat het niet kan. Natuurlijk zijn er functies waarbij het niet handig is, maar het is ook een manier van denken. Soms zeggen collega’s gekscherend tegen mij: “Goh, heb je weer vrij?”, terwijl ze moeten beseffen dat ik ook maar de helft verdien en ook nog voor mijn kind zorg. Ik heb door die manier van denken toch enkele vrouwelijke collega’s zien afhaken.’
Kapitein Volkmar Cremer is de directe chef van De Martino. ‘Ik kan zeggen dat deeltijd werkt, maar je moet wel kijken naar de functie en de inhoud. Deeltijd werken bij een staf kan, maar ik denk niet dat je bij een parate eenheid als compagniescommandant op een deeltijder zit te wachten. Een punt van aandacht is dat er een gevaar bestaat dat een deeltijder taken krijgt beneden zijn capaciteit. Daar moeten we mee oppassen, want dat is kapitaalvernietiging. Ik denk dat hoe hoger iemand in de hiërarchie zit, des te makkelijker het wordt om deeltijd te werken, omdat er bijvoorbeeld minder wordt geoefend.’
23
Genderdag In het kader van het verhogen van de betrokkenheid op de werkvloer, wordt er gedurende dit jaar op elke brigade een decentrale genderdag gehouden. De doelstelling van die genderdag is het creëren van draagvlak, begrip en betrokkenheid bij het middenmanagement. De doelgroep voor deze dagen is het kader, zowel militair als burger. De eerste decentrale genderdag vindt begin juni plaats in Oirschot. Mocht u naar aanleiding van dit verhaal meer willen weten over maatregelen in het kader van gender, dan kunt u contact opnemen met Winnie Leurink, tel. 06-20423691.
Sergeant Anouk van Doorn & sergeant-1 Sandra Peek Sergeant Anouk van Doorn zit voor het eerst op een administratieve stoel. ‘Dat is wel even een omschakeling, omdat ik hiervoor groepscommandant was.’ Sergeant-1 Sandra Peek had al een administratieve functie: ‘Ik denk dat wanneer je een deeltijdbaan bij de landmacht wilt hebben, je niet alle functies kunt vervullen. Als groepscommandant het veld in gaat niet werken.’ De beide sergeanten werken pas vijf weken samen met elkaar maar het klikte meteen. Peek werkt op woensdag, donderdag en vrijdag en Van Doorn op maandag, dinsdag en woensdag. Peek: ‘In een vorige functie werkte ik in Seedorf. Door de goodwill van mijn commandant nam ik mijn kind mee naar mijn werk. Het was leuk om de reactie van mijn collega’s te zien. Dat zijn dan die stoere mannen die ferme taal tegen je spreken en vervolgens liepen ze naar de baby en kwam er een vertederde glimlach op hun gezicht! Hoewel dit toen een prima alternatief was tijdens het gebrek aan kinderopvang, wist ik dat het niet voor altijd zo kon gaan. Ik wilde deeltijd gaan werken. Mocht dit niet lukken, dan zou ik de dienst uit zijn gegaan. Ik wilde mijn collega’s namelijk niet tot last zijn of als “probleemgeval” worden behandeld. Daarbij komt dat ik zelf naar een deeltijdbaan moest zoeken en hierin niet begeleid werd. Dat ging zo ver dat ik op een gegeven moment een oproep heb geplaatst in de Defensiekrant. Gelukkig bemiddelt tegenwoordig het bureau diversiteit mannen en vrouwen die deeltijd willen werken. Zo zijn Anouk en ik samen op deze functie terechtgekomen. Mede door deze ontwikkeling en hetgeen ik heb gehoord op de voorlichtingsdag “vrouwen binnen CLAS” heb ik meer vertrouwen in een toekomst bij de Landmacht.’ Van Doorn: ‘Ik wil gewoon geen vijf dagen in de week werken met een klein kind. Dankzij deze deeltijdbaan heb ik de komende drie jaar zekerheid. Wat daarna komt, zie ik dan wel weer. Dan is de situatie toch weer anders. Nu is mijn kind nog heel klein, maar over vier jaar gaat het naar de crèche en moet ik daar misschien wel weer mijn werktijden op aanpassen.’
LANDMACHT MEI 2007
Randvoorwaarden Peek: ‘Ik heb inmiddels een hele carrière achter de rug bij de landmacht. Ook ik heb op parate plekken gezeten. Bovendien heb ik het gevoel dat ik nog veel te geven heb, alleen mèt randvoorwaarden.’ Behalve deeltijd werken wordt er aan meer oplossingen gewerkt om vrouwen bij defensie binnen te halen en te behouden. Wat is er volgens Peek en Van Doorn nog nodig? ‘Kinderopvang bij elke brigade en militaire opleidingen ook in deeltijd aanbieden.’ Van Doorn: ‘Het zou ook mooi zijn wanneer we een kortere uitzendingsduur hadden. Ik wil wel graag op uitzending, maar ik kan als alleenstaande moeder geen zes maanden weg zijn van mijn kind. Misschien een deeltijduitzending?’
Wat vindt zij? Korporaal-1 Miriam Diroen werkt direct samen met Van Doorn en Peek. ‘Van Doorn en Peek werken nog niet zo lang hier. Ik heb ze moeten inwerken. Dat betekent dus dat ik voor één functie twee personen aan het inwerken ben. Omdat het twee verschillende personen zijn, ging dat bij de ene anders dan bij de ander. Gelukkig zijn ze op woensdag beiden hier, dus wanneer ik nu zaken met ze moet doorspreken, hoef ik dat maar één keer te doen. Zelf heb ik geen kinderen, dus hoeft deeltijd werken voor mij niet. Maar ik ben wel blij dat die optie er is.’
Luitenant-kolonel Arnold Thurkow Ik vind het mooi dat de landmacht mij deze keuze geeft. Maar dat betekent wel dat ik me als werknemer ook flexibel moet opstellen. Zo heb ik niet echt een vaste vrije dag en pas deze regelmatig aan aan mijn werkzaamheden. Wanneer collega’s een probleem hebben terwijl ik thuis ben, kunnen ze me bovendien altijd bellen. Wat ik soms als moeilijk ervaar is dat de hoeveelheid werk niet verandert wanneer je in deeltijd werkt. Het gevaar kan ontstaan dat het werk zich opstapelt.
‘Hoewel ik op dit moment weer voltijd werk, heb ik al twee functies deeltijd gewerkt. De laatste functie waarin ik deeltijd werkte was in Den Haag. Omdat ik in Dronten woon was de reistijd enorm. Verder is het zo dat mijn vrouw ook fulltime werkt en wij hebben er voor gekozen dat ik verantwoordelijk ben voor het huishouden. Dit was een persoonlijke keuze die wij bewust hebben gemaakt om het weekend voor ons zelf te houden. Bij de keuze tussen deeltijd- en voltijdwerken moet je je laten leiden door wat er wel en niet kan. Als de kans zich voordoet dat het van de werkgever uit kan en je ziet als werknemer de noodzaak om minder te werken, dan kun je ervoor kiezen deeltijd te gaan werken. Ik vind wel dat je genoeg verantwoordelijkheidsgevoel moet hebben over wanneer dat wel en wanneer dat niet kan. Zo begreep ik heel goed dat ik mijn functie als compagniescommandant niet in deeltijd kon doen.
De reacties die ik van collega’s krijg zijn meestal positief. Vaak weten ze niets af van de mogelijkheid om deeltijd te werken. Wanneer ik dat uitleg zeggen ze vaak tegen mij: “Wat verstandig van je.” Vervolgens komt meteen de reactie: “Maar bij ons kan dat niet.” Er heerst bij de landmacht nog wel een traditionele cultuur. Sommigen vinden zelfs dat deeltijd werken niet in deze organisatie thuishoort. Maar dat is niet de enige reden waarom er nog weinig mannelijke deeltijdwerkers zijn. Het is namelijk ook een keuze met financiële consequenties. Bovendien zijn er misschien niet zo veel mannen met een partner die voltijd werkt en dan is de behoefte er waarschijnlijk ook niet. Het behoud van vrouwen vergt speciale maatregelen, anders lukt het gewoon niet. Deeltijd werken zie ik als één van die maatregelen. Toen ik nog compagniescommandant was heb ik er alles aan gedaan om vrouwen binnen mijn compagnie te behouden. Dat was in een periode waar het wemelde van de vacatures. Mijn (vrouwelijke) sergeant distributie kreeg een kind en zag geen toekomst meer bij Defensie. Ik heb haar toen weten te behouden door haar een deeltijd baan aan te bieden. De vrijgevallen tijd ving ik op met behulp van een korporaal met KMS-potentie. Je kunt je afvragen of dat ideaal is op zo een functie, maar een vacature is nog minder ideaal. Bovendien kreeg ik daardoor een supergemotiveerde sergeant! Ook één van mijn vrouwelijke officieren stond ik om dezelfde reden deeltijdwerk toe met hetzelfde resultaat.’
Waarom vrouwen? Vier redenen waarom het de moeite waard is om vrouwen voor de KL te behouden: 1. Teamwork Teamwork vraagt om spelers met verschillende kwaliteiten. De ene keer is een krachtig, eenduidig optreden vereist, de andere keer is een luisterend oor nodig. Vrouwen spelen bijvoorbeeld bij een uitzending een belangrijke rol in het leggen van contacten met de lokale bevolking. De ervaring leert dat gemengde groepen militairen in dergelijke situaties beter functioneren. Bovendien blijkt dat vrouwelijke militairen een belangrijke functie vervullen, onder andere als monitors van excessief gedrag. 2. Contact met de omgeving Een gemengd team houdt beter contact met de omgeving, die immers ook bestaat uit mannen en vrouwen. Zo gebeurt het fouilleren van vrouwen bij roadblocks door vrouwelijke militairen.
3. Maatschappelijke acceptatie Een divers samengesteld personeelsbestand is ook van belang om de maatschappelijke acceptatie niet te verliezen. Masculiene organisaties doen het niet goed op de arbeidsmarkt en krijgen vaak te maken met wervingsproblemen. 4. Kapitaalvernietiging Goed werkgeverschap betekent dat we instrumenten ontwikkelen waarmee we talentvolle mensen voor de organisatie behouden. Op dit moment vindt door het voortijdig vertrek van vrouwen uit de defensiegelederen vernietiging van menselijk kapitaal plaats.
25
Generaal-majoor Lex Oostendorp Genderambassadeur van de Landmacht ‘We kunnen veel woorden besteden aan deeltijdwerk, maar ik vind het belangrijk dat het gewoon gebeurt. De werkdruk bij de landmacht is op dit moment enorm hoog en veel militairen zien dat de komende tijd ook niet minder worden. Toch vind ik dat de landmacht als moderne werkgever zichtbaar moet maken dat er ruimte is voor mensen om keuzes te maken. Vijf jaar geleden waren er nog collega’s die zeiden: “deeltijd werk is allemaal prima, maar niet bij de landmacht.” Daarom is het belangrijk dat we blijven wijzen op de mogelijkheden die iedere werknemer heeft.’ De vraag wie nu wel en wie nu geen deeltijd mag werken, laat Oostendorp over aan de direct leidinggevenden. ‘Het sleutelwoord bij deeltijd werken is maatwerk. De rol van de personeelsfunctionaris is om dit maatwerk te leveren en dat is niet altijd gemakkelijk. Het belangrijkste criterium dat daarbij moet worden gebruikt is: “Kan ik dit naar anderen toe uitleggen?”. Daarom wil ik niet te veel aangeven wanneer iets wel of niet kan. Ik wil graag ruimte overlaten aan afdelingshoofden en commandanten.’
‘De vraag naar deeltijd of flexwerk kan altijd actueel worden. Dat wordt bepaald door persoonlijke omstandigheden. De keuze heeft wel altijd consequenties. Zo kan ik me voorstellen dat iemand die deeltijd werkt minder snel ervaring binnen de organisatie opdoet. Dat hoeft helemaal geen probleem te zijn, maar daar moet je wel van tevoren over hebben nagedacht.’ ‘Het liefst zie ik dat mijn functie van genderambassadeur op een gegeven moment niet meer nodig is en commandanten die verantwoordelijkheid van mij hebben overgenomen. Zo ver is het nog niet. Wat dat betreft is de landmacht een afspiegeling van de Nederlandse samenleving. Die heeft nog steeds een traditionele verdeling van de rol van vrouwen en mannen. Dat beeld verschuift wel en wij willen er als landmacht alles aan doen om mensen keuzes te geven. De realiteit is dat we elk jaar weer nieuwe collega’s nodig hebben. Wanneer we er voor kunnen zorgen dat we personeel binnen houden, zal dat ook een positief effect hebben op potentiële nieuwe collega’s.’
Korporaal-1 Petty Schoemaker Schoemaker is werkzaam op de secretarie van Hoofd Directie Personeel. ‘Mijn deeltijdcarrière begon in Seedorf. Maar omdat mijn kind bij mijn schoonouders in Nederland was, wilde ik zo snel mogelijk naar Nederland. Daarom ben ik gaan informeren over een deeltijdbaan in Nederland. Ik had het gevoel dat ik een beetje aan de kant werd geschoven, terwijl ik wel al twaalf jaar voor deze organisatie heb gewerkt. Op dat moment ben ik naar mijn vertrouwenspersoon gegaan en zij heeft me doorverwezen naar Aanspreekpunt Diversiteit- en Gendervraagstukken. Zij was de eerste die naar mij luisterde. Binnen een maand had ik deze baan. Eigenlijk is het raar dat er iemand nodig is om dat te regelen. Maar aan de andere kant heb ik die kans wel benut.’
Wat vindt zij? Pamela Bruls werkt direct samen met Schoemaker. ‘Ik ben op dit moment zelf zwanger en vind het geweldig dat je de keuze kunt maken om deeltijd te gaan werken. Ik ben ook van plan om dat te gaan doen. Het is wel afhankelijk van de plek waar je werkt. Gelukkig zijn ze hier erg flexibel. Misschien ben ik wel ouderwets ingesteld, maar ik vind dat wanneer je ervoor kiest om kinderen te krijgen, moet je er ook helemaal voor gaan. Daar gaat nou eenmaal tijd inzitten.’
LANDMACHT MEI 2007
‘Eind dit jaar mag ik bijtekenen voor nog een jaar en daar ben ik erg blij mee. Wat ik daarna ga doen weet ik nog niet. Ik ben wel van plan om weer voltijd te gaan werken wanneer mijn zoontje naar school gaat en ik blijf ook het liefst bij defensie. Op dit moment ben ik gewoon blij met de vrije dagen die ik heb. Daardoor mis ik niet zo veel van het opgroeien van mijn kind.’ ‘Sommige collega’s vinden deeltijd werken niet zo’n goed idee, omdat je dan niet uitzendbaar bent. Dat snap ik aan de ene kant wel, maar aan de andere kant zijn er altijd banen op een brigade waar dat wel kan. De meeste vrouwelijke militairen hebben, net als ik, een militaire partner. De vrouw hoeft de eerste vijf jaar niet op uitzending. Het zou mooi zijn wanneer je daar als man ook voor zou kunnen kiezen. Want eigenlijk is het niet eerlijk dat alleen vrouwen die optie krijgen.’
Reacties Schaarstemanagement in de materieelwereld Het artikel “Schaarstemanagement in de materieelwereld” in Landmacht nr. 3 van april heeft een drietal reacties opgeleverd. Helaas ontbreekt de ruimte om de brieven die bij de redactie op de deurmat vielen helemaal op te nemen, maar in deze uitgave de belangrijkste passages uit de drie reacties. Ritmeester Plakke, de plv. commandant van 104 Verkesk stelt dat zijn eenheid een groot tekort heeft aan essentiële middelen. ‘Wapens, waarnemingsmiddelen, verbindingsapparatuur en voertuigen zijn niet of nauwelijks voorhanden. Deze logistieke uitdagingen zijn van grote invloed op ons O&T programma. Dagelijks breken we ons hoofd over een oplossing om onze mannen en vrouwen toch vooral goed op te leiden. Volgens overste De Rijke, C-45 Painfbat, in Landmacht nr. 3 hoeft het grote materieeltekort helemaal geen probleem te zijn, als je maar inventief bent.’ De ritmeester vraagt aan het eind van zijn brief de problematiek niet te bagatelliseren. Het is de leiding van het Commando Landstrijdkrachten duidelijk dat de herverdeling van middelen die ondermeer het gevolg is van de inzet in Afghanistan, een grote impact heeft op de organisatie hier in Nederland. Daarnaast is de situatie bij 104 GGV echter een heel uitzonderlijke doordat daar ook uitrustingsstukken ontbreken zonder dat het iets te maken heeft met de herverdeling van middelen als gevolg van de missie in Afghanistan en de voorbereidingen daarop. 104 GGV is nog in oprichting en geautoriseerd materieel is (nog) niet in voldoende aantallen voorhanden. Dit probleem zal overigens niet op korte termijn kunnen worden opgelost. Binnen staf CLAS is bekend dat dit het personeel van 104 GGV voor grote uitdagingen stelt en wordt naar mogelijke oplossingen gezocht. Een simpele oplossing is er helaas niet vertelde Brigadegeneraal Veger, Directeur Operationele Ondersteuning van Staf CLAS, al in het artikel. Wel is het natuurlijk soms mogelijk om met inventiviteit de problemen die door het niet beschikbaar hebben van middelen ontstaan, te verminderen. Het is geen tovermiddel, maar het helpt. De voorbeelden die lkol De Rijke noemt in het artikel, hebben dan ook niet het doel de problematiek te bagatelliseren, maar zijn niet meer of minder dan voorbeelden hoe je het toch mogelijk kunt maken de oefendoelstellingen te realiseren. De heer Wigard diende in 1954/55 als dienstplichtige bij de Veldartillerie. Later werkte hij ondermeer als pelotonscommandant bij de Natres. Het artikel in Landmacht bracht herinneringen aan vroeger naar boven toen het soms ook niet koek en ei was op materieelgebied. Over oefenen toen vertelt hij: ‘Ruim tevoren werden de benodigde onderdelen via de daarvoor bestemde kanalen aangevraagd waarna het ijselijk stil bleef.’ Over de situatie tegenwoordig schrijft hij onder meer: ‘De eenheden die naar Afghanistan of Irak worden gezonden blijken volgens de genoemde artikelen her en der aan hun materieel te moeten komen terwijl het onderhoud door het intensieve gebruik haast onbetaalbaar is voor de Staat der Nederlanden.’ Ook vraagt hij zich af of de begroting wel voldoende serieus worden genomen door de politiek. Feit is dat het gaat om een complexe problematiek met vele oorzaken. Dit wordt duidelijk geschetst in het artikel. De eenheden die worden uitgezonden krijgen prioriteit als het
Zo schrijft sergeant Sieswerda van 330 herstpel genie uit Vught over de scherfvesten: ‘Deze verdwijnen inderdaad in de PGU kasten. Door even rond te vragen in het peloton had ik na tien minuten al zes vesten die zo teruggestuurd konden worden naar het KPU. Dit gebeurt dus ook.’ De sergeant vraagt zich af of een betere communicatie tussen het KPU en de FA-functionaris het probleem niet zou kunnen verlichten. Het antwoord op die vraag is natuurlijk ja, een goede communicatie leidt altijd tot meer duidelijkheid over en weer met alle voordelen van dien. De organisatie doet zijn uiterste best om die duidelijkheid aan iedereen te verschaffen die in het hele proces is betrokken zowel binnen CLAS als daarbuiten. Maar het is ook aan iedere individuele militair om zijn/haar scherfvest in te leveren wanneer de procedure dat voorschrijft. Scherfvesten en andere artikelen die tijdelijk op bruikleen zijn verstrekt, waar je geen recht op hebt inleveren bij KPU is dus belangrijk om te voorkomen dat er tekorten ontstaan.
gaat om de toewijzing van het materiaal. Daar worden geen concessies aan gedaan. De inzet in Afghanistan stelt specifieke eisen aan mens en materieel. In het artikel wordt het voorbeeld genoemd van de PatriaÅLs die in Afghanistan op een andere manier worden gebruikt dan was voorzien toen ze jaren geleden werden gekocht. Een ander voorbeeld betreft de helderheidsversterkers. Normaal beschikt een groep in Nederland over enkele kijkers, daar waar in Afghanistan de meeste militairen die bij verminderd zicht op patrouille gaan over een dergelijke versterker beschikken. De specifieke eisen die voortvloeien uit het operationeel optreden in Afghanistan leiden in dit geval tot de noodzaak om extra middelen aan ISAF eenheden toe te wijzen. Het betreft dan vooral zichtmiddelen, verbindingsmiddelen en wapens. Dat zegt niet dat er op zich te weinig middelen zijn, maar dat de verdeelsleutel tijdelijk verandert door het optreden in Afghanistan met alle gevolgen van dien. 27
Militair personeel bevorderd kolonel: W.G.M. Brons (inf), L. Jobse (lua), H.M.J. van Lamoen (log ma), A.C. van Vliet (log ma) luitenant-kolonel: J.P.M. Schoenmakers (log b&t), T.A.M. van der Zanden (gnkd), majoor: W.G. Blok (inf), D.W.H. Dane (log b&t), A.F. van der Heijden (log td), N.O. van Selow (log b&t), H. Sprong (gn), kapitein / ritmeester: S. Alberts (log b&t), J.J. Boshouwers (log gnkd), A.B.G. Eijkhout (log b&t), E.A.W. Eleveld (log td), J.G.W. Hodenius (cav), W.J. Holleman (cav), A. Huigen (art), P.A. Koks (log b&t), R.H. Koose (log gnkd), E.P. van der Leeden (log gnkd), K. Oppermans (log gnkd), H. Patje (log td), D.L.W. van Rooij (log ma), D.A. Ros (log gnkd), J.C.F. Schollen (log td), H.J. Schouwenaars (lua), J. Sjaarda (log td), R. Venekamp (art), P.J.M. Verbeek (log td), A. van der Waals-Heugens (log b&t), J.D.D. Wind, (log gnkd), eerste-luitenant: I. Bakhuijzen (inf), R.C.M. Bergen Henegouwen (inf), W.L. Bolderman (gn), H. Bosman (log td), G.W.M. Brinker (inf), R.A.L. Bruggeman (log ma), S.P.J. de Bruijn (gn), N.L. Dierckx (gn), H. Edelenbosch (log ma), M.D. de Goede (art), K. Hofland (gn), D.J.H. Hogenkamp (inf), J.D. Hoofd (inf), R. Knoben, (inf), T.A.W. Krist (inf), E.W.F. Monsees (log td), D. van den Oever (gn), G.W. Ringenier (inf), P.J. Roode (gn), E. van de Sande (inf), M. van Scheijen (inf), M.A.A. Schuurbiers (log td), J.H.M. Selman (log td), Y. Spelbos (inf), P.J.L.J. Verkoelen (gn), A. Visser (gn), J.G.G. Voncken (log ma), B. Wielhouwer (inf), A. Yüce (art), H.M. Zomer (gn),
adjudant: F.W. Brandenburg (vbdd), B.J.A. Bussink, B.J.A. (log ma), E.B.T.M. Damhuis (inf), A.R. Goossens (log td), D. Jansen (inf), J.M.T. Janssen (vbdd), P.M.M. de Jong (log td), P.A. de Lijster (art), J.A. Mulders (log td), P.J. Schaap (log td), H.M. Sligchers (log td), L. Tigchelaar (lua), J.J. Tonnis (lua), J.H.M. Vos (cav), sergeant-majoor / opperwachtmeester: A.E.H.P. Arts (vbdd), M.A. Blok (log b&t), L.W.M. van Dijk (art), R.M. van Dijk (log td), E.G.J. Fisscher (log b&t), E.C.C. de Grijp (log td), M.F. Hefti (log b&t), W.G.F. Hofstede (log b&t), H.M.R. Janssen (log b&t), K.A.B. Kersbergen (inf), R.A. Korfmaker (log b&t), R.P. Laplooi (cav), M.J.F. Loen (log td), E. Mulder (log td), J.W.P.F. Schers (lua), H.J. Schimmel (log td), J.F.H. van de Voort (inf), sergeant / wachtmeester der eerste klasse: Biesheuvel, AP (log ma), M.C. Brondijk (log td), F.A.J. Büller (gn), L. Crompton (inf), M.C.V. Danielse (log td), J.J. van Deelen (log b&t), R. van Dijk (log td), S.A.L.A. van Dinther (log b&t), A.J. Ekamper (log ma), S. van Essen (art), I.B.G. Floot (log gnkd), R.F. Galjé (vbdd), P.S. Geurts (inf), M. Goemans (inf), S.G. Gravee (gn), R.E. Groeneveld (gn), V. Grootendorst (log td), R.P. Holman (inf), J. Horstra (art), P.G. Janssen (log td), M.A. Kaspers (inf), A.F. Knol (vbdd), S. Kockx (log ma), A.J. Koepon (log b&t), F.R. Lap (vbdd), D.M.M. van Leusen (log b&t), J.N. Martis (log b&t), R.T.E. Matthieu (inf), D.J.L. van der Pas (log td), B.J. Peek (cav), S. Peeters (inf), A.T.M. Portegies (log b&t), J.H. Postma (log td), H.A.J. Roos (log td), P.A. Rorimpandey (inf), M. Routers (inf), E.G.Q. Smit (cav), D. Stoutjesdijk (inf), M. Tromp (log b&t), A.H.B> van der Wal (inf), H.K. Willemsen (log td), V.J.A. Wilmink (log b&t), R.A. Winters (log b&t)
korporaal der eerste klasse: J.Alblas (lua), J.N. Ammerlaan (inf), M.J. Balster (log gnkd), P. Blokker (inf), M. Brinkhorst (lua), S. Cath (log gnkd), T. Copper (inf), D. Denjagic (log td), H. Eilers (log td), B. Evegaars (lua), A.G. Fundador (log b&t), D. Groenendijk (log b&t), R. Heijmans(inf), G.W. Hellwich (vbdd), D.B.J.M. Henry (cav), R. Hiddink (log td), L. Hofman (log gnkd), J.C. Hoogeboom (cav), D. Hopster (lua), M. Hueskens (inf), M.P.C. de Jong (inf), M.P. Kelders (inf), R.R. Klaasman (inf), J. Koppelman (log b&t), E.S. Kriger(inf), J. Kuperus(log b&t), R. Kühne (inf), J. Lamberts (inf), J.H. de Leeuw(lua), M.E.C. de Leeuw(log b&t), R. van Leeuwen (log b&t), M.W.P. van Lierop (log b&t), D.J.W.F.T. de Louw (log gnkd), J.A. Lucardie (art), A. Meijer (log gnkd), K. Middelbos (art), W.M. Moetwil (log gnkd, H. Muis (log td), E.M.J.M. Oomen(gn), J.W. Oosterhaven(log b&t), B.E.G. Oosterhuis(vbdd), M.F.G.M. Pesgens (log b&t), D.E. de Ruiter (log gnkd), J.W.S. Sanders (inf), J.O.B. van Schadewijk(log b&t), M.J. van de Scheur(lua), M. Schippers(log td), A.A. Short(inf), R. Teekens (art), T.T.J. Tijssen (inf), M. Vos (log td), G. de Vries(log td), M. Wessels (log b&t), R.H.J. Wevelkate (log td), P.A. de Wijs (inf)
Actieve dienst verlaten kolonel: C.J. Kool (inf) luitenant-kolonel: F. Bloemsma (cav), R. Lezer (cav), E.P.C.M. van Poppel-Boeren (log b&t), R.E.B. Zandstra (cav), majoor: P.J.A. de Wit (inf), kapitein / ritmeester W.L.T. Denessen (log ma), R. Eelman (gn), J.F. Haak (log gnkd), M.A. Korting (cav), G.P. Schoen (log gnkd), H.R.A.Worm (log gnkd), C.F. Zegers-Botta (log gnkd), eerste-luitenant: J.G.M. Bom (vbdd), J.H. Harskamp (log td), M.G. Kuiper (log gnkd), VDG J.D. van Ee (log gnkd), B.J.M. Otten (gn),
D
adjudant: C.G.H.M. Bakkers (vbdd), A. Boere (log b&t), C. Broekhuizen (cav), J.F. Dinsbach (log td), J.J.H. van Dun (log td), J.M.C. Hendriks (gn), F.P.H. van Lierop (log b&t), R. van Moll (art), P. Nijssen (inf), L.G.J. Olthof (log b&t), R.P. Samuels (log td), C.R. Schalk (log b&t), R.H.A. Schulze (inf), T.J.M. Westgeest (log b&t), sergeant-majoor / opperwachtmeester: W.F. Daanje (vbdd), M.P. van’t Hof (log b&t), H.G.H. Schmitz (log b&t), A. Waezzadeh (inf), J. Zeilstra (log gnkd), sergeant / wachtmeester der eerste klasse: P. Baanvinger (log b&t), W.A. van Beek (log td), P. Boterman (art), R.H.J. Compter (inf), R.A. Ector(vbdd), R. Filius (log gnkd), M.D.J. Giesen (art), C.J. Groen (inf), M.M.H.G. Hasebos-van Chruchten (log gnkd), M.D. Lapod (lo/sport), T.Maartense (inf), M. Marugg (log td), E. Patist (cav), J. Salet (art), C.F. Schellings (log b&t), C.H. Sutin-Wijnands (log ma), P.D. de Vries (log b&t),
e gegevens zijn onttrokken aan PeopleSoft. Indien een mutatie niet correct is dient u contact op te nemen met uw eigen P-dienst.
LANDMACHT MEI 2007
sergeant / wachtmeester: B. Anker (log ma), N. Antonides (inf), E.S. Barnaud (cav), E.M. Clark (log b&t), S.V. Delchot (cav), B. van den Eijkel (log ma), J. Jutte (log td), K. Latifi (inf), B. Sidiqui (inf), F. Slappendel (inf), G.W. Zinkstok (inf) korporaal der eerste klasse: E. Appiah (cav), K.J.W.M. Bogers (log gnkd), R. Boven(inf), B.R.E. Dierick(log td), T.A.H. Driessen(log gnkd), L.P. Drooger (cav), G.C. Eijsink(log gnkd), M.P.W. Fluitsma (log b&t), D.A. Hacquebard(log b&t), C.C. Ho (vbdd), E.A.W. Hollemans (gn), P.S. Janssen-Booij(log gnkd), P.C. de Jong (log td), N.J.M. Kessels (inf), K. Kromhout (log td), D.J.S. van der Kruk (art), M.A.M. Lavrijsen (log td), K. Mansaram-Sewnath (log ma), S. Masbaitoeboen (art), C.W.H. Nieste (log b&t), M.G.J. Oudshoorn (inf), M. Penners (log b&t), J.G.P.H. Renkens (log td), V. Riebeek (log b&t), M.F.M. Schefer (log td), M. Treep (log td), M. Veenendaal (log ma), F. Verstegen (log ma), J. Vogelaar (log td), B.J. Zernitz (lua), D.T.M. Zuiderwijk (art)
Mutaties burgerpersoneel bevorderd Schaal 12: D.G.G. Vandenbergh Schaal 11: J.G.A. Nijmeijer, L.A. Zuiderwijk Schaal 10: J.G. Snackey, J. Visser Schaal 8: K.de Ruiter Schaal 7: L. Knollema, G. Simon, G.M.H. Teeuwen Schaal 6: N. Hardick, R.A.W.J. van de Ven Schaal 5: L.W. Bekker, M. Bicak, H. Mellema, V. Steenaard-Salamony, H. Weiland Schaal 4: P. van Houwelingen
Mutaties burgerpersoneel dienstverlaten Per 1 maart 2007: P.W. van Aken, L.H.M. van der Doelen, ML. Fliers, H.R. Fredriks, D.M. Geldorp, L. Hodselmans, P.R.T.B. Hoffmann, P. Moget, T.H. Oosterlaken, J.R. Palm, M. Rozendaal, A.A. Witteveen, C.L. Zevenbergen
aankondiging
reünies
AIRBORNE TAPTOE EDE 2007
WAPENBROEDERS
In het kader van de Airborne landingen wordt op vrijdagavond 21 september 2007 de Airborne Taptoe georganiseerd op de Markt te Ede. De Taptoe kent dit jaar haar 5e editie. Het voorprogramma begint om 19.30 uur en wordt verzorgd door de Harmonie Ede. Om 20.15 uur begint de Airborne Taptoe Ede met het speciaal voor dit evenement gecomponeerde muziekstuk EDE INTRADA. Dit jaar gespeeld door het Muziek en Tamboerkorps van de Verbindingsdienst. Daarna zullen optreden de Dutch Military Pipes & Drums en de Band of the Parachute Regiment uit Engeland. Na de militaire muziek is het dan tijd voor het civiele Showkorps Irene uit Ede. Als laatste verzorgt het Reünie Orkest Artillerie in samenwerking met de Stichting Historische Veldartillerie een show met door paarden getrokken geschut en militaire muziek. Voor meer informatie over de taptoe, kijk op www.vvvede.nl
Hierbij hebben wij het genoegen u uit te nodigen voor onze Reunie, tevens 55 jaar Lustrum. Datum: 02-10-2007. Inloop: 13:30 uur, Aanvang: 14:00 uur. Lokatie: van Ghent Kazerne, Toepad Rotterdam, “Johan de Wittzaal” ( toegankelijk voor rolstoelen ). Eigen Bijdrage is vastgesteld op € 6,per persoon. Te storten op giro rekening: 3949767. Tnv : Bond van Wapenbroeders, afd. Rotterdam e/o, Heemraadstraat 9, 3131 VG, Vlaardingen Onder vermelding van: “Reunie 0210-2007 van GhentKaz”. Uiterlijk binnen voor 14-08-2007! Verdere informatie over parkeren e.d: J.F.Jansma Mathenesserweg 70c 3026 HE Rotterdam. tel: 010-4370007, EMail :
[email protected]
In memoriam Militairen: † Sergeant der eerste klasse R.G. Donkers geplaatst bij TFU / 42 Painbat BLJ Burgers: † De heer R.J.M. Frijters geplaatst bij Persco † De heer J. van Krieken geplaatst bij NL POMS Eygelshoven
herdenkingen Vml. 1e Regiment Huzaren en Regiment Huzaren van Sytzama Datum: 8 mei om 11.00 uur Locatie: Monument te Voorthuizen Bijzonderheid: Verzamelen vanaf 10.00 uur bij Crescendo te Voorthuizen
29
photoshoot Oproep photoshoot Heb je ook een leuke, mooie, spannende foto gemaakt op oefening, uitzending of op de kazerne? Stuur deze dan op naar de redactie van Landmacht. Adres: Staf-CLAS, Sectie Communicatie, t.a.v. redactie Landmacht MPC 55 A, Postbus 90004 3509 VP Utrecht E-mail:
[email protected] Geplaatste inzendingen worden beloond met een Victorinox Multi Tool.
Deze foto is genomen tijdens mijn uitzending naar Irak in 03/04 met Sfir 2. Gerko van Veelen
Ingezonden Brief
Redactieraad: Voor ideeën en opmerkingen over het blad Landmacht kunt u terecht bij de leden van de redactieraad: 200 B&T: smi Erik Vriens 17 Painfbat: kap Jeroen Veenvliet 43 Mechbrig: sm Douwe Bruinsma Colua: kap Arjen Nijkamp 330 Hrstcie: kap Max Foppen CISbat: sgt1 Bart Soffers DMO: maj Cas Le Mahieu HQ 1(GE/NL) Corps: kap Tjeerd Dijkstra ISK Harskamp: aoo Paul Fontein KCT: kap Jack Bakker Korps Natres: elnt (r) Fred Warmer Persco: kap Ad Duimel Artillerie: elnt Corné van den Berg Staf CLAS: Pepijn Storm van Leeuwen
*06-530 68232 *06 549 66715 *06 532 47021 *06 678 81703 *06 678 81668 *06 561 62721/22 *06 500 15013 *06 811 2446 *06 538 54222 *06 589 58021 *06 573 73 107 *06 546 69450 *06 549 65754 *06 557 46019
Is uw eenheid nog niet vertegenwoordigd in de redactieraad en vindt u het leuk een keer in de twee maanden mee te praten over de inhoud van het blad? Neem dan contact op met de redactie. *06 557 46043.
LANDMACHT MEI 2007
Reactie Het valt me op dat in het blad Landmacht (april 2007) melding wordt gemaakt van de gedragscode waarin zaken als “ongewenst gedrag”, “fatsoen en verantwoordelijkheid” aan de orde komen en tegelijkertijd wordt op blz. 11 een verhaal verteld van een zekere G. die stukken in de trein laat liggen. Na ontdekking gebruikt hij zo gaat het verhaal verder een “deel van het lichaam met drie letters” als krachtterm. Zonder moraalridder te zijn vind ik persoonlijk dat in het huisblad van de KL indachtig de gedragscode het gebruik van een krachtterm (ook indien het afgekort is of voorzien van puntje puntje puntje) ECHT NIET KAN. Lkol Skip Springer SNR 1 (NLD) det UNMIS
uit de flank oproep Hoe vond jij het toen je vader of moeder werd uitgezonden? Hoe vond je het om te horen dat je vader of je moeder weg moest? Hoe vond je het om één van je ouders te moeten missen? Deze vragen staan centraal in mijn afstudeeronderzoek met als onderwerp de beleving van kinderen van ouder(s) die zijn uitgezonden tijdens een militaire missie. Voor het antwoord op deze vragen ben ik op zoek naar kinderen van veteranen die zijn uitgezonden tijdens de missies UNPROFOR-, IFOR/ SFOR. Was je tijdens de uitzending tussen de 6 en de 18 jaar, en woonde je thuis dan ben ik op zoek naar jou. Behoor je tot deze groep en wil je een online vragenlijst over dit onderwerp invullen? Stuur dan een mail naar
[email protected]. Mocht u een zoon of dochter hebben die mogelijk zou willen deelnemen, wilt u hem of haar dan informeren over dit onderzoek? Veronique Majoie
N
og maar net terug van uitzending, of kapitein Graspol krijgt te horen dat zijn smartcard al enige weken is verlopen. Inleveren? Nee hoor, krijgt hij te horen van zowel de Integrale veiligheidszorg als de Regionale Personeelsdienst. Gebruik gewoon maar de oude verlopen smartcard, want hij moet zich toch kunnen identificeren. Volgens zijn IVZ was deze ID-plicht zelfs hoogstpersoonlijk door de CDS getekend, dus wie was hij om dit besluit aan te vechten. De oude kaart kan hij alsnog inleveren als over zes weken - want zo lang gaat het duren - zijn nieuwe smartcard is aangemaakt. Welnu, het belang van veiligheid begrijpt Graspol wel. Dus waarom zou hij die verlopen smartcard niet gewoon aan zijn pak laten hangen als hij vandaag op zijn eerste werkdag naar een ander Defensiecomplex moet reizen?
‘K
apitein, uw smartcard is verlopen. Ik ga die kaart nú innemen en kan u dus geen toegang verlenen tot dit complex.’ raspol was nog duf van het vroege tijdstip, maar schrok met deze woorden subiet wakker. Hij voelde adrenaline met grote vaart door zijn aderen schieten. k heb de nadrukkelijke opdracht om alle verlopen passen gelijk in te nemen, dus ook uw smartcard.’ aar ik kon gewoon mijn eigen kazerne op, dus waarom niet hier….?’ raspol kijkt om zich heen en voelt zich bekeken door de stroom van militairen en burgerambtenaren die hem passeert en dus wel met de smartcard het complex binnen kan komen. Daar staat hij, gediend in Bosnië, Kosovo, Irak en Afghanistan, en nu afgeserveerd om een plastic kaartje van enige vierkanten centimeters… apitein, hier heeft u een verklaring dat wij uw verlopen smartcard hebben ingenomen. Misschien dat u met deze verklaring nog welkom bent op uw kazerne...’
G
‘I
‘M G ‘K E
n zowaar, Graspol was nog welkom op zijn eigen kazerne. Met een rode waas voor zijn ogen rent hij daar door naar zijn werkkamer alwaar hij door middel van een mailtje onmiddellijk zijn beklag wil doen aan het hogere niveau. Maar dan een nieuw probleem; door zijn uitzending van vier maanden weet hij even het wachtwoord niet meer. Dan moet maar *06-733 uitkomst bieden.
D
TO, goedemorgen, waar kan ik u mee van dienst zijn? Mijn MULAN-machine is gelocked. Kunnen jullie daar wat aan doen? Natuurlijk meneer, mag ik uw U-nummer en de laatste twaalf cijfers van uw smartcard?
G
raspol meldde zich voor de rest van deze dag maar af. Gelukkig kende hij nog wel de exacte coördinaten van zijn huis en lag de sleutel nog gewoon onder de deurmat. Alle overeenkomsten met de werkelijkheid zijn puur toeval
31