Korporaal Operationele Dienst Beroepscompetentieprofiel
Inhoudsopgave
Wat is een beroepscompetentieprofiel? ............................................................................................ 3 Wat is de functie van een beroepscompetentieprofiel? ................................................................. 3 Waarom een format beroepscompetentieprofiel? .......................................................................... 3 Colofon .................................................................................................................................................. 4 Brondocumenten .................................................................................................................................. 5 1
Algemene informatie over het beroep ........................................................................................ 6 1.1 Mogelijke functiebenamingen .................................................................................................. 6 1.2 Beschrijving van het beroep ..................................................................................................... 6 1.3 Loopbaanperspectief................................................................................................................ 9 1.4 Trends en innovaties .............................................................................................................. 10
2
Overzicht van kerntaken en werkprocessen in het beroep ................................................... 12
3
Beschrijving van de kerntaken .................................................................................................. 13 3.1 Kerntaak 1 Voert algemene scheepstaken uit ....................................................................... 13 3.2 Kerntaak 2 Voert commandocentrale taken uit ...................................................................... 16 3.3 Kerntaak 3 Voert nautische werkzaamheden uit ................................................................... 17 3.4 Kerntaak 4 Voert verbindingstechnische werkzaamheden uit ............................................... 19
Tot slot................................................................................................................................................. 21
Er bestaat in het Nederlands een dilemma als het gaat over het gebruik van woorden die als mannelijk en vrouwelijk geïnterpreteerd kunnen worden. We zouden consequent kunnen werken met 'hij/zij' en 'zijn/haar', maar dat geeft een gedwongenheid die wij stilistisch niet verantwoord vinden. De personen die in dit document de handelingen verrichten of beschreven worden, kunnen in onze optiek net zo goed mannen zijn als vrouwen.
BCP Korporaal Operationele Dienst 22 mei 2014
2
Wat is een beroepscompetentieprofiel? Een beroepscompetentieprofiel (BCP) beschrijft de werkzaamheden en competenties die nodig zijn om een bepaald beroep uit te oefenen. Hierbij wordt uitgegaan van een vakvolwassen werknemer die al drie tot vijf jaar in het beroep werkzaam is. Drie begrippen staan centraal in het beroepscompetentieprofiel: kerntaken, opgesplitst in een aantal werkprocessen en de competenties die noodzakelijk zijn bij de uitvoering van de werkzaamheden. De inhoud van een beroepscompetentieprofiel moet herkenbaar zijn voor het bedrijfsleven. Daarom worden deze profielen opgesteld in opdracht van of in samenwerking met het georganiseerde bedrijfsleven. Om het document een formele status te geven, is vaststelling door het georganiseerde bedrijfsleven noodzakelijk.
Wat is de functie van een beroepscompetentieprofiel? Een beroepscompetentieprofiel kan verschillende functies vervullen. Binnen een branche kan het een hulpmiddel zijn bij functiewaardering, het kan ook gebruikt worden voor verdere professionalisering van werknemers, voor de ontwikkeling van competentie-instrumenten en als voorlichtingsmateriaal. Daarnaast kan een beroepscompetentieprofiel dienen als input voor opleidingen in het middelbaar beroepsonderwijs. Het bedrijfsleven is immers ‘afnemer’ van mbo-gediplomeerden en is daarom in hoge mate richtinggevend voor de eisen die gesteld moeten worden aan deze gediplomeerden. De eisen hebben zowel betrekking op de aard en inhoud van de werkzaamheden als op de mate van bekwaamheid waarmee iemand handelt: zijn competenties. In het schema is deze laatste functie van het beroepscompetentieprofiel weergegeven: Bedrijfsleven
Beroepscompetentieprofielen
Kenniscentra in samenwerking met onderwijs en bedrijfsleven
>
Opleidingseisen in kwalificatiedossier
Onderwijs
>
Concrete opleidingen en examens
Conform deze ketengedachte is het bedrijfsleven verantwoordelijk voor het ontwikkelen en onderhouden van beroepscompetentieprofielen. Kenniscentra ontwikkelen en onderhouden op basis van deze beroepscompetentieprofielen de opleidingseisen in de vorm van kwalificatiedossiers. Dit gebeurt in samenwerking met vertegenwoordigers van sociale partners en onderwijs. Het onderwijs ontwikkelt op basis van de kwalificatiedossiers concrete opleidingen en examens.
Waarom een format beroepscompetentieprofiel? Uitgaande van het feit dat dit beroepscompetentieprofiel de basis vormt voor het eventueel ontwikkelen of aanpassen van een kwalificatiedossier, is het van belang dat het beroepscompetentieprofiel voldoet aan een aantal minimumeisen. Bij de ontwikkeling van kwalificatiedossiers is het verder van belang dat beroepen onderling vergeleken kunnen worden. Een bepaalde mate van uniformiteit is hierbij gewenst. Daarom is een format beroepscompetentieprofiel ontwikkeld. De informatie over het beroep is verdeeld over drie hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk bevat algemene informatie over het beroep, loopbaanontwikkelingen en trends en innovaties. Het tweede hoofdstuk geeft een overzicht van de hoofdtaken en werkzaamheden van de beroepsbeoefenaar (kerntaken en werkprocessen). Een uitwerking van deze werkzaamheden en de daarbij behorende competenties komt in hoofdstuk 3 aan bod. Het is daarbij belangrijk om per competentie normen aan te geven waaruit blijkt dat de beroepsbeoefenaar de taak goed heeft uitgevoerd.
BCP Korporaal Operationele Dienst 22 mei 2014
3
Colofon Ontwikkeld door
Expertgroep MBV in opdracht van Projectleider Loopbaanlint ( juni 2008) Update van BCP (oktober 2013 - maart 2014) door: CZSK Kltz P.M. Stähli
Kol drs. G.J.A. van Tintelen Ministerie van Defensie Mevrouw L. Vleeming ECABO In opdracht van
Sectorraad Defensie
Verantwoording
Vastgesteld door: Regiegroep O&T Op 13 maart 2014 te Den Haag Sectorraad Defensie ECABO Op 25 september 2014 te Amersfoort
Sectorraad Defensie Het ECABO bestuur wordt ondersteund door een sectorraad Defensie. Deze commissie met afgevaardigden uit het bedrijfsleven en het onderwijs, behartigt de opleidingsbelangen voor de beroepsgroep. De beroepseisen zijn vastgesteld door:
Namens de werkgevers / beroepsorganisaties Naam
Werkzaam bij
Namens
Kolonel C.A. de Rijke
Defensie\DPOD
Defensie
Kolonel G.J.A. van Tintelen
Defensie\DPOD\BLIM
Defensie
De heer F.J.G. Kuijpers
Defensie\DPOD\DCC
Defensie
Naam
Werkzaam bij
Namens
De heer R. Schilperoort
Bond AMFP/FNV
AMFP/FNV
Naam
Werkzaam bij
Namens
De heer R. Texier
MBO Amersfoort
MBO Raad
De heer J.H.M. Rondeel
ROC van Amsterdam
MBO Raad
De heer M. van der Pijl
ROC Midden Nederland
MBO Raad
Namens de werknemers
Namens het onderwijs
BCP Korporaal Operationele Dienst 22 mei 2014
4
Brondocumenten CDS aanwijzing 700 A&B (CDS, S.2006038819) Landdoctrine Publicatie ”militaire doctrine voor het landoptreden” (CDS, 05-10-2009) Defensiebeleid Wereldwijd dienstbaar (18-09-2007) Gedragscode Defensie (CDS, 2007) Regelgeving Fysieke Inzetbaarheids Tests (LO/S & TGTF, 2009) Handboek Mentale Vorming (2-9201) Instructiekaart Mentale Vorming (IK 2-16) Beleidsvisie op de onderofficier in de Krijgsmacht (oktober 2007) Defensie competentiewoordenboek (02-01-2009) Visie leidinggeven Defensie (november 2007) Leerplan Onderofficiersopleiding (CZSK, PS 021794) Leidraad Maritiem Optreden (2005) Handboek Marinier Leerplan voortgezette vakopleiding Mariniers (PS 012969) Nota Militaire Basis Vaardigheden (CZSK, 01-10-2007) Taakgericht en mensgericht leiderschap in balans. De visie op leiderschap binnen de Koninklijke Marine (mei 2007) Beleidsvisie Onderofficieren Koninklijke Marine (augustus 2007) BCP Matroos Operationele Dienst (mei, 2008) BCP Korporaal Operationele Dienst (juni, 2008)
BCP Korporaal Operationele Dienst 22 mei 2014
5
1
Algemene informatie over het beroep
1.1 Mogelijke functiebenamingen
De korporaal is werkzaam bij de Operationele Dienst (OD). Deze dienstgroep is onderverdeeld in drie subdienstgroepen, dit zijn: Operationele Dienst Operaties (ODOPS) Operationele Dienst Nautischedienst (ODND) Operationele Dienst Verbindingsdienst (ODVB)
1.2 Beschrijving van het beroep Werkomgeving
De krijgsmacht waarborgt de Nederlandse soevereiniteit. Wereldwijd levert de Koninklijke Marine (KM) daartoe veiligheid op en vanuit zee. De operaties variëren van gevechtsacties met risico voor eigen leven tot operaties waarbij geen geweldsmiddelen worden ingezet. Ook tijdens deze operaties moet per omgaande opgeschaald kunnen worden naar gewapend optreden. Tijdens maritieme operaties bouwen operationele eenheden een volwaardig politiek, civiel en militair omgevingsbeeld op, waarna operationele acties worden uitgevoerd voor het realiseren van politieke dan wel militaire doelstellingen. Maritieme operaties kenmerken zich vrijwel altijd door een zekere mate van dominant optreden en kunnen overal ter wereld plaatsvinden. De korporaal OD is hoofdzakelijk werkzaam aan boord van een varende eenheid, maar kan ook bij een walinrichting van de KM tewerkgesteld worden. Hij kan overal op de wereld werkzaam zijn. Met een varende eenheid worden de navolgende typen schepen bij de KM bedoeld: fregatten, bevoorradingsschepen, amfibische transportschepen, onderzeeboten, mijnenbestrijdingsvaartuigen, hydrografische opnemingsvaartuigen, torpedowerkschip, ondersteuningsvaartuig en patrouilleschepen. Een varende eenheid is geen 8 tot 5, maar een 24-uurs bedrijf. Dit betekent lange en vaak monotone werkdagen waarin men lange periodes van huis is. Een varende eenheid kan vergeleken worden met een klein dorp waar lief en leed met elkaar wordt gedeeld. Het gebrek aan ruimte betekent weinig tot geen privacy en een combinatie van werken, leren en leven op de werkplek. Een varende eenheid is een platform dat zich zeer extreem kan gedragen. Met andere woorden, varende eenheden van de KM varen altijd en overal, waarbij rekening moet worden gehouden met zeer wisselende snelheden, zeer wisselende meteorologische omstandigheden, het hierdoor ontstaan van heftige bewegingen en het zich opgesloten bevinden in kleine ruimtes, deze context kan zich gedurende lange tijd voordoen. Het bewegen en “opgesloten” zitten in kleine ruimtes heeft veel invloed op de weerbaarheid van de korporaal en de context van het maritieme beroep.
Typerende beroepshouding
Korporaal is binnen de KM een onderofficiersrang. Dit betekent dat hij als onderofficier een voorbeeldfunctie bekleedt - en heeft - voor zijn ondergeschikten. Dit voorbeeldgedrag -
BCP Korporaal Operationele Dienst 22 mei 2014
6
conform de voor de krijgsmacht geldende regels, waarden en normen - is uitermate belangrijk. Dit betekent: zich gedragen volgens en houden aan de gedragscode Defensie, de militaire wet- en regelgeving en de militaire hiërarchie het aanspreken van andere medewerkers op hun gedrag indien hij afwijkingen of onregelmatigheden constateert het melden van geconstateerde afwijkingen en onregelmatigheden aan zijn militaire meerderen De korporaal is een teamplayer die samen met zijn collega’s, gedisciplineerd en met een groot sociaal gevoel en verantwoordelijkheidsbesef de aan hem opgedragen taken uitvoert. Dit betekent dat de hij goede communicatieve vaardigheden, doorzettingsvermogen en een oplettende houding ten toon spreidt, waardoor hij in de meest uiteenlopende situaties handelend kan optreden. De korporaal bezit een positief kritische houding ten aanzien van de aan hem opgedragen taken en verantwoordelijkheden en beschikt over een verantwoordelijkheidsbesef ten aanzien van middelen en het materieel waarmee hij werkt. Tevens dient de korporaal sportief te zijn om een goede fysieke en mentale conditie op peil te houden. Hij heeft geen 8 tot 5 mentaliteit en neemt lange werkdagen en lange periodes van huis voor lief. Aard van de werkzaamheden Korporaal is de laagste onderofficiersrang binnen de KM. Dit betekent dat hij enerzijds leiding geeft en verantwoording heeft, krijgt en/of neemt en anderzijds dat hij leiding ontvangt en verantwoording aflegt aan zijn leidinggevende. Hij voert als leidinggevende zelfstandig met behulp van het onder hem gesteld personeel werkzaamheden en opdrachten uit. Aan boord van een varende eenheid voert de korporaal zijn functionele werkzaamheden uit in de commandocentrale (operaties/verbindingen), het netwerk operatie centrum (verbindingen), op de brug (verbindingen/operaties/ nautisch) of aan dek (nautisch). De werkzaamheden van de operationele dienst worden, uitgevoerd op continue en/of onregelmatige basis. Dit houdt in dat gedurende de dag er minimaal 12 uur gewerkt wordt. In deze werktijd zullen sommige taken voor langere tijd achter elkaar moeten worden uitgevoerd. Dit gaat de hele periode dat de varende eenheid zich op zee bevindt door. Indien de korporaal bij een KM-walinrichting geplaatst is, voert hij ondersteunde werkzaamheden uit. Bij sommige functies is het volgen van een opleiding/cursus een vereiste. Essentiële beroepshouding Als onderofficier in de rang van korporaal heeft hij een voorbeeldfunctie voor zijn ondergeschikten en is hij gezagsdrager, met een verantwoording voor en naar het aan hem toevertrouwde personeel. Om deze voorbeeldfunctie en dit gezag te kunnen uitoefenen is het van essentieel belang dat de korporaal goed kan samenwerken en een groot verantwoordelijkheidsbesef heeft. Dit betekent dat hij zich ethisch bewust is van de verantwoordelijkheden welke dit gezag met zich meebrengt. Dat betekent dat hij: in zijn gedrag en houding de voor Defensie geldende regels, waarden en normen naleeft BCP Korporaal Operationele Dienst 22 mei 2014
7
respect heeft voor andere overtuigingen de voorbeeldfunctie die hij bekleedt ook afstraalt naar de civiele maatschappij, waarbij het van belang is dat hij zijn beroepshouding doortrekt naar het civiele leven Naast het verder ontwikkelen van zichzelf en het optreden als leermeester voor zijn ondergeschikten moet hij ook kunnen optreden als militair, hierbij ligt de nadruk op de bereidheid tonen tot het aannemen/geven van orders, instructies, verbetervoorstellen etc. Rol en verantwoordelijkheden
In de rol van onderofficier: heeft hij een voorbeeldfunctie voor zijn ondergeschikten neemt hij het initiatief door adequate beslissingen te nemen, adequaat te handelen en anderen aan te zetten tot adequate handelingen dient hij communicatief en coachingsvaardig te zijn dient hij over leidinggevende vaardigheden en een groot verantwoordelijkheidsbesef te beschikken treedt hij op als leermeester is hij verantwoordelijk voor: - het in stand houden van de leefbaarheid van zijn eigen woon- en werkomgeving - zijn eigen ontwikkeling, zoals het bijhouden van mentale en fysieke fitheid - zijn eigen vakkennis en beroepsvaardigheden Over deze gedragingen en handelingen legt de korporaal verantwoording af aan zijn leidinggevende en ondergeschikten conform de daarvoor gestelde normen en eisen.
Complexiteit
De maritiem militaire context waarbinnen de korporaal operationele dienst functioneert kan in vele situaties zorgen voor een grote mate van stress en tijdsdruk bij het uitvoeren van taken onder verzwarende (operationele) omstandigheden. De korporaal is werkzaam op 3 niveaus: leidinggevende, uitvoerder en ondersteuner. De korporaal dient tijdens de uitvoering van de werkzaamheden voortdurend waakzaam te blijven, zodat bij een eventueel incident alert gereageerd kan worden. In geval van inspecties op zee kan er sprake zijn van belastende en levensbedreigende omstandigheden, zoals het nemen van beslissingen zonder hierbij te kunnen terugvallen op de direct leidinggevende, het als tegenreactie optreden met fysiek geweld en/of de inzet van handvuurwapens. In geval van brand, averij, andere schade en in geval van chemische en/of nucleaire aanvallen (of oefeningen) kan er sprake zijn van belastende werkomstandigheden, zoals rook, hitte, vocht, straling etc. gecombineerd met een hoge tijdsdruk en een hoge mate van belasting voor kortere of langere tijd.
Wettelijke beroepsvereisten
Veel van de taken die een korporaal moet uitvoeren vragen een civiel wettelijke diploma of certificaat zijnde: algemeen certificaat maritiem radiocommunicatie (Marcom A) certificaat heftruckchauffeur rijbewijs B/C/E veiligheid, gezondheid en milieu checklist voor aannemers; VCA VOL (met certificaat) EHBO en BHV (Basiscursus)
BCP Korporaal Operationele Dienst 22 mei 2014
8
Branche vereisten
Om als militair te werken bij Defensie moet hij voldoen aan de door Defensie gestelde aanstellingseisen. Voor meer informatie, zie: www.werkenbijdefensie.nl/defensie-alswerkgever/toelatingseisen-en-keuring/
Nederlands en (moderne) vreemde talen
Nederlands Past Nederlands toe in de militaire context (niveau ERK: luisteren B2, lezen B2, gesprekken voeren B2, spreken B2, schrijven B2). Engels Past Engelse taal toe in de militaire context (niveau ERK: luisteren B1, lezen B1, gesprekken voeren B1, spreken B1, schrijven B1; STANAG 6001-niveau: listening 2, speaking 2, reading 2, writing 2). De nadruk ligt op luisteren en gesprekken voeren, zodat met internationale collega’s kan worden samengewerkt.
1.3 Loopbaanperspectief Binnen de KM wordt een leerweg gedurende de carrière van een onderofficier gevolgd door loopbaanadviseurs. E.e.a. is sterk afhankelijk van de functies die de korporaal vervult. Hij keert voor het vervullen van een geheel nieuwe functie terug naar een bedrijfs-/vakschool voor het volgen van (aanvullende) vakopleidingen. Hij heeft ruimschoots mogelijkheden om zich verder te ontwikkelen en te bekwamen binnen de organisatie op zowel operationeel gebied, binnen het onderwijs of binnen de personeelsdienst. De korporaal wordt opgeleid voor taken op het uitvoerende en leidinggevende niveau. Hij heeft de mogelijkheid om verschillende varende functies op het niveau van korporaal te vervullen. De korporaal is zelf verantwoordelijk voor zijn persoonlijke ontwikkeling. Hij stelt hiervoor een persoonlijk ontwikkelingsplan op. Het aanvragen tot het volgen van cursussen of opleidingen, of de wens tot overplaatsing van eenheid of walinrichting zal de korporaal aangeven. Dit alles binnen de geldende regelgeving. De korporaal kan, bij goed functioneren verder doorgroeien in de hogere onderofficiers rangen. Doorgroei naar officierfuncties is mogelijk na het afronden van een HBO/WO studie of als de korporaal wordt geïdentificeerd voor een management development traject onderofficieren. Bij de KM heeft iedere medewerker de plicht een eigen portfolio en een persoonlijk ontwikkelingsplan op te stellen. Met het portfolio kunnen competenties herkend en erkend worden. Niet alleen van belang voor intern gebruik bij Defensie, maar ook van belang voor het extern gebruik op de civiele arbeidsmarkt. Dit verhoogt de marktwaarde van het uitstromende personeel.
BCP Korporaal Operationele Dienst 22 mei 2014
9
1.4 Trends en innovaties Hieronder worden relevante ontwikkelingen voor het beroep beschreven. Trends en innovaties geven aan in hoeverre het beroep nog kan veranderen onder invloed van vernieuwingen. Het gaat hierbij om ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, in wetgeving en overheidsregulering en in de beroepsuitoefening zelf (bijvoorbeeld technologische veranderingen of marktontwikkelingen in de sector). Arbeidsmarkt
De opleiding Veiligheid en Vakmanschap (WEB niveau 2, 3 en 4) geeft een goede kans op het vinden van een baan bij één van de defensieonderdelen. Dit blijkt onder andere uit de (jaarlijkse) arbeidsmarktmonitor (Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs) van ECABO. Zie voor actuele informatie: http://www.ecabo.nl. Leerlingen met een diploma Veiligheid en Vakmanschap die zijn goedgekeurd bij Defensie en het veiligheidsonderzoek met positief resultaat hebben doorlopen, krijgen een aanstelling aangeboden als militair. Voor startende beroepsbeoefenaars op niveau WEB 2, 3 en 4 heeft Defensie voldoende banen. Het flexibele personeelssysteem van Defensie voorziet in een continue instroom en uitstroom van jonge militairen, waardoor er jaarlijks een substantiële behoefte bestaat aan nieuw personeel. Ondanks de bezuinigingen bij Defensie is de behoefte aan instroom van nieuw personeel uit de VeVa opleiding groot. Defensie wil een substantieel deel van de instroom van manschappen en onderofficieren via de MBO opleiding VeVa realiseren. Defensie heeft een jaarlijkse behoefte van instroom van ongeveer 3.000 militairen. Om dit te realiseren is er ook jaarlijks een behoefte van ongeveer 3.000 leerlingen aankomend medewerker (WEB niveau 2) of onderofficier (WEB niveau 3 en 4). Defensie heeft verder een sterke behoefte aan continue beschikbaar en technisch hoogwaardig geschoold personeel dat binnen en buiten Nederland kan worden ingezet.
Wetgeving en regelgeving
De krijgsmacht heeft als instrument van de overheid een specifieke positie in de rechtstaat. De doelstellingen en hoofdtaken van de krijgsmacht zijn vastgelegd in de grondwet. De krijgsmacht is een verlengstuk van de politiek.
BCP Korporaal Operationele Dienst 22 mei 2014
10
Ontwikkelingen in de beroepsuitoefening
Nationale en internationale ontwikkelingen: Er is sprake van (toenemende) gevoelens van onveiligheid, zowel nationaal als internationaal, wat kan leiden tot een toename van de inzet van militairen. Als de politiek hiertoe besluit voert Defensie de betreffende activiteiten uit. Tevens is er sprake van een (toenemend) gevaar voor terrorisme, wat samenwerking vereist met andere landen in de VN, de NAVO, de OVSE en de EU. Deze ontwikkeling heeft tot gevolg dat internationale vredes- en crisisbeheersingsoperaties een steeds belangrijker rol krijgen binnen de krijgsmacht. Nederlandse militairen zijn daardoor veelvuldig buiten Nederland werkzaam. Van de militair wordt verwacht dat hij flexibel om kan gaan met inzet en uitzendingen en dat hij tijdens de uitvoering van zijn werk steeds vaker in militair Engels met zijn (buitenlandse) collega's moet communiceren. Het onderscheid tussen internationale en binnenlandse veiligheid vervaagt steeds meer. De krijgsmacht is een structurele partner in de nationale veiligheidsketen, naast bijv. politie en brandweer. De militair zal tijdens zijn werkzaamheden steeds vaker met collega's van buiten Defensie samenwerken. Technologische ontwikkelingen: De militair krijgt tijdens zijn werkzaamheden te maken met een toenemend aantal technologische ontwikkelingen. Deze ontwikkelingen vragen aanvullende competenties van de militair. De belangrijkste technologische ontwikkelingen zijn:
toename automatisering, bijvoorbeeld wat betreft beveiligingssystemen toename van het gebruik van informatietechnologie nieuwe communicatiesystemen en navigatiesystemen voortschrijdende technologische ontwikkelingen op het gebied van militaire hulpmiddelen en materieel toename van dreiging van cybercrime
Bedrijfsorganisatorische ontwikkelingen Defensie is de afgelopen tien jaar geherstructureerd en verkleind. Dit betekent dat met minder mensen, meer taken verricht moeten worden. Een militair moet daardoor over meer verschillende competenties beschikken. Verder betekent het dat eenheden (militairen) flexibeler en sneller ingezet worden. Defensie heeft een flexibel personeelssysteem waarbij een instromende militair standaard een aanstelling krijgt voor bepaalde tijd. Gedurende de aanstelling heeft de militair meer gelegenheid om richting te geven aan de eigen loopbaan. Er vindt daarom actieve loopbaanbegeleiding plaats. Uiterlijk rond het 35e levensjaar wordt bepaald of hij zijn loopbaan bij Defensie kan voortzetten. Dat is uiteraard afhankelijk van de behoefte en kwaliteiten van de persoon en de behoefte van de organisatie. Als de militair niet kan blijven dan zorgt Defensie voor begeleiding van werk naar werk, dit wordt eventueel ondersteund door aanvullende opleidingen. De militair zelf heeft hier natuurlijk ook een eigen verantwoordelijkheid in.
BCP Korporaal Operationele Dienst 22 mei 2014
11
2
Overzicht kerntaken en werkprocessen in het beroep
In dit hoofdstuk volgt een overzicht van de kerntaken en werkprocessen die kenmerkend zijn voor het beroep. Een kerntaak is een kenmerkende taak of substantieel deel ( omvang, tijd, frequentie) binnen de beroepsuitoefening. Een werkproces is een afgebakend onderdeel van een kerntaak dat kenmerkend wordt herkend in de beroepspraktijk. Korporaal Operationele Dienst Kerntaak
Werkproces
Kerntaak 1 Heeft toezicht op algemene scheepstaken en/of voert deze uit 1.1 Verblijft en werkt aan boord van een varende eenheid 1.2 Zorgt voor beveiliging en bewaking van de varende eenheid 1.3 Handelt bij calamiteiten 1.4 Verleent EHBO bij calamiteiten 1.5 Treedt op als leermeester 1.6 Treedt op als baksmeester 1.7 Besteedt aandacht aan persoonlijke hygiëne en preventieve gezondheidszorg 1.8 Bouwt zijn fysieke conditie op en onderhoudt deze 1.9 Heeft toezicht op (en/of assisteert bij) het dagelijks onderhoud en eenvoudige reparaties op varende eenheid 1.10 Heeft toezicht op (en/of assisteert bij) het laden en/of lossen van goederen (met uitzondering van bevoorrading op zee) 1.11 Heeft toezicht op en/of maakt de varende eenheid reisklaar 1.12 Bestuurt of begeleidt vrachtauto 1.13 Bestuurt vorkheftruck 1.14 Neemt deel aan werk-, en personeelsoverleg en medezeggenschapcommissie Kerntaak 2 Heeft toezicht op werkzaamheden in de commandocentrale en/of voert deze uit 2.1 Geeft leiding aan de bedrijfsvoering in de commandocentrale 2.2 Beheert meteorologische, oceanografische en luchtvaartnavigatie publicaties en instrumenten 2.3 Geeft leiding bij het verzamelen associëren en correleren (of combineren) van sensor (gevechts)informatie van radar, sonar en IFF Kerntaak 3 Heeft toezicht op nautische werkzaamheden en/of voert deze uit 3.1 Geeft leiding tijdens werkzaamheden met tuigages, trossen en kranen 3.2 Beheert alle algemene nautische benodigdheden van schoonmaakmiddelen en kleding tot sleeptrossen en tuigages 3.3 Beheert milieubelastende stoffen 3.4 Plant nautische onderhoudswerkzaamheden 3.5 Bestuurt kleine vaartuigen 3.6 Bedient hijskraan Kerntaak 4 Heeft toezicht op verbindingstechnische werkzaamheden en/of voert deze uit 4.1 Heeft de leiding, houdt toezicht, bewaakt en verzorgt militaire en civiele verbindingen 4.2 Adviseert over verbindingstechnische aangelegenheden 4.3 Registreert de inzet, het gebruik en de status van alle verbindingsapparatuur, vercijferapparatuur en het berichtenverkeer 4.4 Geeft functioneel leiding en houdt het overzicht bij voor de OVDW tijdens speciale operaties 4.5 Gaat om met veiligheidsmunitie en seinpistool e 4.6 Voert 1 lijnhelpdesk werkzaamheden uit in het NOC 4.7 Bedient en bewaakt tactische verbindingen in commandocentrale 4.8 Treedt voor de varende eenheid op als facteur (postbode) 4.9 Maakt de planning en reisvoorbereiding om de global maritime safety systems (GMDSS) apparatuur in te zetten 4.10 Onderhoudt in boardingteam verbinding met varende eenheid
BCP Korporaal Operationele Dienst 22 mei 2014
12
3
Beschrijving van de kerntaken
In dit hoofdstuk zijn de verschillende kerntaken in dit beroepscompetentieprofiel beschreven. Daarnaast worden in de rechterkolom de werkprocessen benoemd en resultaten die een werkproces moet opleveren. 3.1 Kerntaak 1 Heeft toezicht op algemene scheepstaken en/of voert deze uit Kerntaak 1 Heeft toezicht op algemene scheepstaken Werkprocessen bij kerntaak 1 en/of voert deze uit Beschrijving werkproces: 1.1 Verblijft en werkt aan boord van de varende eenheid De korporaal verblijft en werkt soms voor lange tijd (enkele maanden) aan boord van de varende eenheid. De beschikbare privéruimte is zeer beperkt. Hij bouwt een Competenties 1.1: goede werkrelatie op met andere bemanningsleden. Hij aansturen, begeleiden, aandacht en draagt actief bij aan een goede leef- en werksfeer. Hij heeft begrip tonen, samenwerken en een corrigerende (opvoedende) functie naar de matrozen. overleggen, relaties bouwen Resultaat: Een prettig en productief leef- en werkklimaat aan boord van de varende eenheid. Beschrijving werkproces: 1.2 Zorgt voor beveiliging en bewaking van de varende Als onderdeel van het wachtsvolk voert de korporaal diverse eenheid controles uit. Deze controles worden uitgevoerd: aan de valreep (toegangscontrole) Competenties 1.2: in de technische centrale (bewakingsystemen en aansturen, samenwerken en brandbeveiliging) overleggen, ethisch en integer vanaf de wal als beveiligingspatrouille of bij een handelen, materialen beheren, steigerafzetting middelen inzetten, instructies en Aan de valreep en bij patrouilles buiten de varende eenheid procedures opvolgen, gedrevenheid heeft de korporaal de beschikking over handvuurwapens, die hij zelfstandig kan inzetten conform de rules of engagement (ROE) en de vigerende regelgeving bij geconstateerde onregelmatigheden. Resultaat: Door het tijdig onderkennen van gevaren kan kordaat worden opgetreden en is de veiligheid van de varende eenheid en haar bemanning gewaarborgd. Beschrijving werkproces: 1.3 Handelt bij calamiteiten In geval van ongevallen en calamiteiten waarschuwt de korporaal zijn leidinggevende en werkt hij mee aan de Competenties 1.3: afhandeling daarvan conform het calamiteitenplan. Hij aansturen, samenwerken en bedient de bescherming- en reddingsmiddelen. overleggen, middelen inzetten, instructies en procedures opvolgen Resultaat: Het behouden van de (veilige) situatie van de varende eenheid/werktuig, lading, mens en milieu. Letselschade en verslechtering van de situatie voor de bemanning is voorkomen of verminderd. Beschrijving werkproces: 1.4 Verleent EHBO bij calamiteiten De korporaal verleent tijdens calamiteiten eerste hulp bij ongevallen en past zo nodig reddend zwemmen toe. Hij Competenties 1.4: neemt hierin zelf het initiatief. ethisch en integer handelen, instructies en procedures opvolgen Resultaat: De bij de calamiteiten betrokken personen hebben indien nodig EHBO ontvangen. Beschrijving werkproces: 1.5 Treedt op als leermeester De korporaal leidt de matrozen als leermeester op. Matrozen die hun praktische bedrijfsintroductie (PBI) Competenties 1.5: volgen, worden door hem actief begeleid. Hiertoe stelt hij aansturen, begeleiden, aandacht en lessen en programma’s op waarmee de matroos aan het begrip tonen, samenwerken, werk gaat. Hij beoordeelt het resultaat en tekent deze bij instructies en procedures opvolgen, voldoende niveau af. Na het afronden van hun PBI blijft hij gedrevenheid, ambitie tonen zorgdragen voor het onderhouden van hun kennis.
BCP Korporaal Operationele Dienst 22 mei 2014
13
Resultaat: De PBI matroos wordt binnen de daarvoor gestelde tijd opgeleid tot het niveau van een zelfstandig werkende matroos. Beschrijving werkproces: 1.6 Treedt op als baksmeester De korporaal geeft leiding aan de onder hem gestelde korporaals en matrozen. Hij heeft een signalerende en Competenties 1.6: corrigerende functie. De baksmeester recreëert in dezelfde aansturen, begeleiden, samenwerken slaap- en leefruimten waardoor hij snel kan optreden of en overleggen, relaties bouwen, bijsturen als er problemen (zijn) ontstaan. Hij zorgt voor de instructies en procedures opvolgen, orde en netheid in de hut(ten) van zijn bak. gedrevenheid, ambitie tonen Resultaat: Door het goede voorbeeld te geven en het nemen van professionele beslissingen gebaseerd op feiten (en niet op emoties) heeft/krijgt de baksmeester gezag, respect en vertrouwen van het aan hem toegewezen en onder zijn verantwoordelijkheid vallend personeel. Beschrijving werkproces: De korporaal garandeert zijn persoonlijke inzetbaarheid door aandacht te besteden aan persoonlijke hygiëne, zijn persoonlijke mentale fitheid, het voorkomen en bestrijden van stress en het hanteren van een gezonde leefstijl. Hij treft daarvoor preventieve maatregelen.
1.7 Besteedt aandacht aan persoonlijke hygiëne en preventieve gezondheidszorg Competenties 1.7: ethisch en integer handelen, instructies en procedures opvolgen, gedrevenheid, ambitie tonen
Resultaat: De korporaal blijft niet alleen inzetbaar voor zijn eigen functie, maar kan hier ook verantwoording nemen als hulpverlener in allerhande situaties. Beschrijving werkproces: 1.8 Bouwt zijn fysieke conditie op en onderhoudt deze De korporaal garandeert zijn persoonlijke inzetbaarheid door aandacht te besteden aan zijn fysieke fitheid. Bij het opwerken van zijn conditie hanteert hij zijn persoonlijk Competenties 1.8: trainingsprogramma, schat hij zijn eigen kunnen in, merkt instructies en procedures opvolgen, hij blessures op en laat hij die zo nodig behandelen. gedrevenheid, ambitie tonen Resultaat: De korporaal beschikt over een goede fysieke gesteldheid die hem in staat stelt zijn werkzaamheden uit te voeren. Beschrijving werkproces: 1.9 Heeft toezicht op (en/of assisteert bij) het dagelijks De korporaal is belast met het toezicht van het dagelijkse onderhoud en eenvoudige onderhoud van bedrijfs-, berg- en leefruimten en het reparaties op varende eenheid dagelijks onderhoud van de algemene ruimten zoals wasplaatsen, wc’s, portalen e.d. welke aan zijn dienst zijn toegewezen. De korporaal deelt het personeel in, instrueert Competenties 1.9: hen (daar waar nodig) en houdt toezicht op de uitvoering en aansturen, samenwerken en voortgang van de werkzaamheden. Hierbij de regelgeving overleggen, materialen beheren, op ARBO en milieugebied waarborgend. Indien nodig dan middelen inzetten, instructies en assisteert hij bij de uitvoering van de werkzaamheden. procedures opvolgen, gedrevenheid, ambitie tonen Resultaat: De aan de dienst toegewezen ruimten zijn schoon en opgeruimd. Hierdoor zullen er gedurende de dagelijkse bedrijfsvoering geen gevaren optreden. Beschrijving werkproces: 1.10 Heeft toezicht op (en/of assisteert bij) het laden en/of De korporaal houdt in voorkomende gevallen toezicht op lossen van goederen (m.u.v. en/of assisteert bij de laad/los werkzaamheden van bevoorrading op zee) stukgoederen. Tijdens het laden en lossen ondersteunt hij de beladingofficier door het stuwplan af te werken. Ook houdt hij toezicht, assisteert bij het dek schoon houden en Competenties 1.10: waarschuwt indien nodig zijn leidinggevende. aansturen, samenwerken en overleggen, middelen inzetten, instructies en procedures opvolgen
BCP Korporaal Operationele Dienst 22 mei 2014
14
Resultaat: De afgesproken hoeveelheid stukgoedlading is conform procedures en door middel van een veilig laad- of losproces, snel, veilig en stabiel geladen of gelost. Het dek is opgeruimd. Problemen worden tijdig gesignaleerd en gemeld. Beschrijving werkproces: 1.11 Heeft toezicht op en/of maakt de varende eenheid reisklaar Voordat de varende eenheid naar zee vertrekt, laat de korporaal de bedrijfs-, berg- en leefruimten reisklaar maken. Hij houdt toezicht op en controleert op de juiste uitvoering Competenties 1.11: hiervan. Gerapporteerde problemen lost hij op of geeft deze aansturen, begeleiden, samenwerken door aan zijn leidinggevende. en overleggen, instructies en procedures opvolgen, gedrevenheid Resultaat: Een veilig en volgens goed zeemanschap vaarklaar gemaakte varende eenheid. Beschrijving werkproces: 1.12 Bestuurt of begeleidt vrachtauto Hij bestuurt een vrachtauto tijdens het em- of debarkeren van de voertuigen. Hij weet hoe hij met een vrachtauto van en aan boord van een varende eenheid moet rijden, waarbij Competenties 1.12: hij de handaanwijzingen van de begeleiders begrijpt en kan aansturen, begeleiden, samenwerken opvolgen. Hij weet hoe hij een vrachtauto zeevast moet en overleggen, materialen beheren, zetten. In voorkomende gevallen treedt de korporaal als middelen inzetten, instructies en leidinggevende op bij het em- of debarkeren van de procedures opvolgen, gedrevenheid voertuigen. Hij houdt hierbij de veiligheid van voertuig en bemanning in het oog en geeft hij handaanwijzingen aan de bestuurder van de vrachtauto. Resultaat: Vrachtauto´s worden op een veilige manier van en aan boord gereden. Vrachtauto´s worden op de voorgeschreven manier begeleid en vastgemaakt. Beschrijving werkproces: 1.13 Bestuurt vorkheftruck Het besturen van de heftruck gebeurt zowel aan de wal liggend als tijdens het varen en ter ondersteuning van laad-, Competenties 1.13: los- en verplaats activiteiten van goederen. Dit gebeurt op aansturen, begeleiden, samenwerken veilige wijze en hij volgt de aan hem gegevens seinen en en overleggen, materialen beheren, tekens op. Bij het werken met de heftruck zorgt hij ervoor middelen inzetten, instructies en dat een veilig werkgebied is afgezet. In voorkomende procedures opvolgen gevallen treedt de korporaal als leidinggevende op. Hij houdt de veiligheid van voertuig en bemanning in het oog en geeft handaanwijzingen aan de bestuurder van de vorkheftruck. Resultaat: Het op een veilige wijze rijden met een (beladen) vorkheftruck op volle zee en op de wal. Beschrijving werkproces: 1.14 Neemt deel aan werk- en personeelsoverleg en De korporaal onderhoudt met diverse functionarissen en medezeggenschapcommissie diensten contacten door deel te nemen aan diverse overlegvormen, zoals werkoverleg, personeelsoverleg en medezeggenschapcommissie. Competenties 1.14: aandacht en begrip tonen, samenwerken en overleggen, relaties bouwen en netwerken, ambitie tonen Resultaat: Een goede communicatie, duidelijkheid en inspraak over de gang van zaken op de varende eenheid. Toelichting In de uitvoering van de bovengenoemde taken heeft de korporaal veel zelfstandigheid. Een groot aantal zaken is dagelijkse routine waarbij er geen directe aansturing aan de korporaal wordt gegeven, maar hij op eigen initiatief handelt en hiervoor ook verantwoording aflegt. Voor de uitvoering van sommige werkzaamheden zal de korporaal moeten afstemmen/overleggen met collega’s uit andere (sub)dienstgroepen. In voorkomende gevallen zal hij ondersteuning of advies vragen aan zijn collega’s of leidinggevende.
BCP Korporaal Operationele Dienst 22 mei 2014
15
Bij wachttaken dient een dusdanige waakzaamheid en alertheid ten toon te worden gespreid dat hij in geval van een incident alert zal reageren. Tegelijkertijd moet hij in staat zijn deze alertheid en waakzaamheid de gehele wachtdienst vol te houden. Dat houdt in dat hij zich bewust zal moeten zijn van de draaglast die het waakzaam en alert zijn voor langere tijd met zich meebrengt. Dan zal hij in staat zijn om zijn waakzaamheid gedurende zijn gehele dienst niet te laten verslappen. Bij calamiteiten kan er sprake zijn van belastende en bedreigende werkomstandigheden. De korporaal moet ondanks deze belastende factoren in staat zijn om zijn taak goed te blijven vervullen in het team waarin hij is ingedeeld, echter zonder daarbij zijn eigen veiligheid en die van zijn collega’s uit het oog te verliezen. Bij boarding- en beveiligingstaken (niet zijnde wachtstaken) is er sprake van belastende en bedreigende werkomstandigheden, waarbij de korporaal continu bedacht moet zijn om te handelen in een hoger geweldspectrum, waarbij de directe inzet van handvuurwapens tot de mogelijkheden behoort. Van de korporaal wordt in deze situaties verwacht te handelen en leiding te geven conform de geldende richtlijnen. De omstandigheden kunnen echter dusdanig veranderen, dat om het teambelang te laten prefereren, moet worden afgeweken van de richtlijnen, waarbij de korporaal te allen tijde verantwoordelijk zal worden gehouden voor zijn gemaakte keuzes. 3.2 Kerntaak 2 Heeft toezicht op werkzaamheden in de commandocentrale en/of voert deze uit Kerntaak 2 Heeft toezicht op werkzaamheden in de commandocentrale en/of voert deze uit Beschrijving werkproces: In de functie van ‘chef van de wacht’ is de korporaal verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken in de commandocentrale als de varende eenheid zich op zee bevindt. Hij handelt naar de orders, zoals deze door de leidinggevenden opgesteld zijn. De korporaal waakt over de navolgende zaken: dagelijkse routine zoals vermeld in de bijzonderheden status (rand)apparatuur (inclusief eventueel gemelde storingen) het tijdig gereed zijn voor en het verloop van oefeningen het actueel houden van informatie verwerken, en eventueel opstellen, van berichten. aansturen van personeel De korporaal is verantwoording schuldig aan de oudste divisie onderofficier en/of de commandocentrale officier (CCO). Hij handelt uit naam van de eerder genoemde functionarissen en voorziet hen (on)gevraagd van advies/informatie. Resultaat: Door de correcte uitvoering van deze taak zal de operationele commandocentrale op goede wijze verlopen. Beschrijving werkproces: De korporaal draagt zorg (laat zorg dragen) voor het up to date houden van de meteorologische, oceanografische en luchtvaartnavigatie publicaties. Hij verwerkt de ontvangen informatie in de publicaties en/of vervangt de vervallen exemplaren indien nodig. Bij reizen van de varende eenheid waarvoor de publicaties benodigd zijn welke niet in de verstrekking zitten, zal hij zorg dragen dat deze publicaties tijdig worden aangevraagd. Hij bewaakt de ijkdatum van de instrumenten en biedt deze tijdig aan ter ijking. Hiertoe overlegt hij de mogelijkheden m.b.t. het vaarschema en de instanties welke de werkzaamheden moeten uitvoeren.
BCP Korporaal Operationele Dienst 22 mei 2014
Werkprocessen bij kerntaak 2 2.1 Geeft leiding aan de bedrijfsvoering in de commandocentrale Competenties 2.1: beslissen en activiteiten initiëren, aansturen, samenwerken en overleggen, vakdeskundigheid toepassen, analyseren, instructies en procedures opvolgen, gedrevenheid en ambitie tonen
bedrijfsvoering in de 2.2 Beheert meteorologische, oceanografische en luchtvaartnavigatie publicaties en instrumenten Competenties 2.2: activiteiten initiëren, aansturen, vakdeskundigheid toepassen, analyseren, instructies en procedures opvolgen, gedrevenheid
16
Resultaat: Alle genoemde publicaties en kaarten zijn voorzien van de meest actuele informatie. Hiertoe kan een veilige navigatie gevoerd worden en bij het maken en geven van briefings kan de meest actuele informatie gepresenteerd worden. De gebruikte apparatuur geeft correcte waarden. Beschrijving werkproces: 2.3 Geeft leiding bij het verzamelen, associëren en De korporaal geeft leiding bij de bediening van apparatuur, correleren (of combineren) van zoals: radar, sonar, IFF en andere randapparatuur. sensor (gevechts) informatie De korporaal geeft als teamleider leiding aan operators, bij: van radar, sonar en IFF het opbouwen, associëren en correleren van de diverse informatie stromen die via radar, sonar en IFF Competenties 2.3: apparatuur bij hem binnen komen. Dit betreft zowel beslissen en activiteiten initiëren, informatie over civiele en militaire vliegtuigen, aansturen, samenwerken en oppervlakte schepen als onderzeeboten overleggen, vakdeskundigheid het detecteren, bijhouden, classificeren en melden van toepassen, analyseren, instructies en deze informatie intern binnen de eenheid of extern naar procedures opvolgen, ambitie tonen andere eenheden De korporaal adviseert het commando over de instellingen van deze (rand)apparatuur. Tevens bewaakt hij de status van de (rand)apparatuur en zal in geval van storingen hiervan direct melding maken aan de leidinggevende. De korporaal verwerkt de informatie welke ontvangen is via verbindingen of berichten in het computersysteem. Resultaat: Het tijdig aanbieden van een volledig opgebouwd en daar waar mogelijk geïdentificeerd (digitaal)beeld van de omgeving, waarover de korporaal de leiding heeft. Toelichting Om de bedrijfsvoering in de commandocentrale goed te laten verlopen is goede kennis van de apparatuur en werkzaamheden van diverse functionarissen benodigd. Hij voert zijn werkzaamheden met grote mate van zelfstandigheid uit en soms ook onder tijdsdruk. Een proactieve opstelling van hem is noodzakelijk om alle informatie te verzamelen, melden en te bewaken. 3.3 Kerntaak 3 Heeft toezicht op nautische werkzaamheden en/of voert deze uit Kerntaak 3 Heeft toezicht op nautische werkzaamheden en/of voert deze uit Beschrijving werkproces: De korporaal geeft leiding aan het personeel dat is ingedeeld tijdens de werkzaamheden met trossen, tuigages en kranen. Deze werkzaamheden vinden plaats bij: ontmeren, afmeren en slepen ten anker gaan of het anker ophalen bevoorrading op zee hijsen of strijken van vaartuigen laden of lossen van goederen op volle zee van containers, vrachtwagens, vaartuigen in gereedheid brengen van staatsietrap, valreep of loodsladder Hij zorgt voor het tijdig gereed zijn van de bovengenoemde zaken. Tijdens deze werkzaamheden heeft de korporaal niet alleen een leidinggevende maar in voorkomende gevallen ook een meewerkende rol. Hij geeft tijdens het uitvoeren van deze werkzaamheden optische signalen en/of mondelinge opdrachten om de uitvoering te begeleiden. Hij houdt de veilige manier van werken in het oog. Bij defecten van het materiaal of een onveilige werksituatie handelt de korporaal direct. Tijdens takelwerkzaamheden aan boord treedt hij op als adviseur en veiligheidsfunctionaris.
BCP Korporaal Operationele Dienst 22 mei 2014
Werkprocessen bij kerntaak 3 3.1 Geeft leiding tijdens werkzaamheden met tuigages, trossen en kranen Competenties 3.1: beslissen en activiteiten initiëren, aansturen, samenwerken en overleggen, vakdeskundigheid toepassen, materialen en middelen inzetten, plannen en organiseren, instructies en procedures opvolgen
17
Resultaat: Het materiaal en personeel is tijdig gereed om de procedures, op een veilige en snelle wijze, uit te voeren. Beschrijving werkproces: 3.2 Beheert alle algemene nautische benodigdheden van De korporaal is beheerder van de goederen in de schoonmaakmiddelen en opslagplaats van de nautische dienst en de kleine kleding tot sleeptrossen en vaartuigen. Hij draagt zorg voor het voldoende aanwezig zijn tuigages van middelen en goederen welke op voorraad dienen te zijn. Dit zal hij bewerkstelligen door een goede voorraad administratie te houden en tijdig middelen en/of goederen Competenties 3.2: aan te vragen. Ook houdt de korporaal een administratie bij activiteiten initiëren, aansturen, van uitgeleende middelen/goederen. Bij constatering of vakdeskundigheid toepassen, melding van defecten aan de middelen vervangt hij de materialen en middelen inzetten, goederen. Om dit te voorkomen zal hij onderhoud (laten) plannen en organiseren, instructies uitvoeren aan deze eerder genoemde middelen/goederen. en procedures opvolgen Resultaat: Een goede uitgifte van goederen aan medewerkers aan boord. Voldoende en in goede staat verkerende goederen en/of middelen om de varende eenheid te onderhouden om haar nautische taken te kunnen uitvoeren. Beschrijving werkproces: 3.3 Beheert milieubelastende stoffen De korporaal is belast met opslag en afvoer van (milieubelastende) afvalstoffen. Hij draagt zorg (laat zorg dragen) voor een gescheiden en veilige opslag van de Competenties 3.3: materialen. Ook geeft hij hierover voorlichting aan de rest aansturen, samenwerken en van de bemanning. De korporaal zorgt er voor dat de overleggen, vakdeskundigheid afvalstoffen op de hiervoor geldende wijze worden toepassen, materialen en middelen afgevoerd door bevoegde bedrijven of instanties. Hij inzetten, plannen en organiseren, onderhoudt hiervoor contacten met deze bedrijven. instructies en procedures opvolgen Resultaat: Opslag en afvoer van (milieubelastende) stoffen op milieuvriendelijke en veilige wijze conform de daartoe geldende regelgeving. Beschrijving werkproces: 3.4 Plant nautische onderhoudswerkzaamheden De korporaal draagt zorg voor de uitvoer van algemene reiniging- en onderhoudswerkzaamheden op en aan de varende eenheid, hulpwerktuigen en kleine vaartuigen, Competenties 3.4: zoals verven en schoonmaken van de varende eenheid/ aansturen, samenwerken en hulpwerktuig/kleine vaartuig, materialen, gereedschappen overleggen, vakdeskundigheid en materieel. Hij controleert de correcte en veilige uitvoer toepassen, materialen en middelen van de werkzaamheden. Hij wijst het uitvoerend personeel inzetten, plannen en organiseren, op het juiste gebruik van personele beschermingsmiddelen instructies en procedures opvolgen (PBM’s). In de planning van deze werkzaamheden houdt hij rekening met het beschikbaar moeten zijn van het materieel. Indien er onderhoud gepleegd wordt en materieel niet beschikbaar is geeft hij dit aan bij de leidinggevende. Resultaat: Door het onderhoud blijven de middelen in goede staat, eventueel ontstane gebreken zullen in een vroegtijdig stadium onderkend worden en kunnen worden verholpen. Beschrijving werkproces: 3.5 Bestuurt kleine vaartuigen De korporaal vaart in opdracht van de leidinggevende met kleine vaartuigen. Hij ondersteunt de leidinggevende en Competenties 3.4: andere bemanningsleden met het vaartuig bij diverse vakdeskundigheid toepassen, gezamenlijke activiteiten. Hij vaart, manoeuvreert en materialen en middelen inzetten, (ont)meert het vaartuig en vervoert personen en materialen. instructies en procedures opvolgen Resultaat: Veilig vervoer van personen, goederen en (zware) onderdelen. Efficiënte ondersteuning met het kleine vaartuig bij gezamenlijk uitgevoerde werkzaamheden.
BCP Korporaal Operationele Dienst 22 mei 2014
18
Beschrijving werkproces: De korporaal kan in voorkomende gevallen de kraan bedienen om vaartuigen te hijsen/strijken of om goederen te laden/lossen. Hij reageert hierbij op de door de leidinggevende gegeven optische signalen.
3.6 Bedient hijskraan Competenties 3.6: vakdeskundigheid toepassen, materialen en middelen inzetten, instructies en procedures opvolgen
Resultaat: Goederen en of vaartuigen kunnen veilig worden geladen, verplaatst of te water worden gelaten. Toelichting Laden en lossen van goederen lijkt overeen te komen met werkprocessen in kerntaak 1. Bij de KM wordt er echter verschil gemaakt tussen laden en lossen van goederen aan de wal liggend en het laden en lossen op volle zee. 3.4 Kerntaak 4 Heeft toezicht op verbindingstechnische werkzaamheden en/of voert deze uit Kerntaak 4 Heeft toezicht op verbindingstechnische Werkprocessen bij kerntaak 4 werkzaamheden en/of voert deze uit Beschrijving werkproces: 4.1 Heeft de leiding, houdt toezicht, bewaakt en verzorgt militaire en De korporaal geeft leiding aan en houdt toezicht op de civiele verbindingen matrozen van de verbindingsdienst bij ontvangst en verzending - in de Engelse taal - van berichten. Hij gebruikt of kan hiervoor de volgende apparatuur inzetten of (laten), Competenties 4.1: bedienen: lichtmorse, vlaggenseinen, militaire en civiele vakdeskundigheid toepassen, VHF/UHF/MF/HF zend- en ontvangstapparatuur, materialen en middelen inzetten, satellietcommunicatie apparatuur, vercijferapparatuur, plannen, instructies en procedures computer Informatie Systemen (CIS) netwerken, fax, e-mail opvolgen en telex. Resultaat: De korporaal kan een wereldwijde tweewegverbinding tot stand brengen tussen enerzijds de eigen eenheid en anderzijds andere eenheden en/of walorganisaties, waardoor het commando te allen tijde voorzien wordt/is van informatie. Beschrijving werkproces: 4.2 Adviseert over verbindingstechnische De korporaal geeft verbindingstechnisch advies aan de aangelegenheden officier van de wacht (OVDW) en/of de commandocentrale officier (CCO) d.m.v.: Competenties 4.1: een apparatuurplanning vakdeskundigheid toepassen, een prioriteit bepaling v.w.b. de zend/ontvangstmaterialen en middelen inzetten, apparatuur en satellietcommunicatiesystemen plannen, instructies en procedures correcte doorschakeling van alle voor zijn vakgebied opvolgen relevante apparatuur naar de eindgebruiker Militaire verbindingen kunnen worden beveiligd door middel van vercijferapparatuur. De korporaal stelt of laat de correcte vercijfersleutels instellen in de vercijferapparatuur en schakelt de apparatuur door naar de juiste eindgebruiker. Resultaat: De OVDW en/of CCO heeft te allen tijde de juiste militaire en/of civiele verbindingsmiddelen met de hierbij behorende vercijferinstellingen tot zijn beschikking. Beschrijving werkproces: 4.3 Registreert de inzet, het gebruik en de status van alle De korporaal geeft leiding aan de matrozen onder hem verbindingsapparatuur, gesteld en ziet toe op een correcte behandeling/afhandeling vercijferapparatuur en het en registratie bij het: berichtenverkeer verzenden en ontvangen van het berichtenverkeer distribueren van dit berichtenverkeer naar de juiste Competenties 4.1: personen vakdeskundigheid toepassen, civiele berichtenverkeer (e-mail, fax en telefoon) materialen en middelen inzetten, De korporaal is belast met het voeren van een nauwkeurige plannen, instructies en procedures opvolgen registratie van: BCP Korporaal Operationele Dienst 22 mei 2014
19
geclassificeerde boekwerken gebruikte vercijfersleutels alle zend/ontvangst apparatuur alle satellietcommunicatie apparatuur alle CIS netwerkgegevens Resultaat: De leidinggevende en de korporaal hebben te allen tijde een volledig (historisch) administratief overzicht van al het berichtenverkeer, de verbindingstechnische zaken en de status van het CIS systeem. Beschrijving werkproces: 4.4 Geeft functioneel leiding en houdt het overzicht bij voor de Bij manoeuvreeroperaties houdt de korporaal voor de OVDW tijdens speciale operaties OVDW het manoeuvreerbord bij en informeert deze over de stand van zaken. Hij geeft functioneel leiding aan de matrozen tijdens speciale operaties, zoals: Competenties 4.1: vakdeskundigheid toepassen, manoeuvreren plannen, instructies en procedures bevoorrading op ze opvolgen, omgaan met veranderingen helikopteroperaties en aanpassingen, gedrevenheid tonen man overboord operaties Resultaat: De OVDW heeft te allen tijde een correct visueel (analoog) overzicht van de situatie. Beschrijving werkproces: 4.5 Gaat om met veiligheidsmunitie en seinpistool De korporaal bedient, controleert en onderhoudt het seinpistool, de seinpatronen en man overboord markers. Competenties 4.1: vakdeskundigheid toepassen, materialen en middelen inzetten Resultaat: De korporaal kan in opdracht van de OVDW of op eigen initiatief het seinpistool met bijbehorende munitie op een veilige wijze gebruiken. e Beschrijving werkproces: 4.6 Voert 1 lijnhelpdesk e werkzaamheden uit in het De korporaal is aanspreekpunt als 1 lijnsmedewerker bij netwerk operatie centrum (NOC) ICT problemen en neemt in deze functie klachten van medewerkers aan en speelt deze klachten door aan het verantwoordelijke verbindings- en/of technisch personeel. Competenties 4.1: Treedt gevraagd en ongevraagd op als ICTvakdeskundigheid toepassen, gebruiksondersteuner voor de varende eenheid. Bepaalde materialen en middelen inzetten, klachten, zoals printerpapier en cartridges vervangen, kan plannen, instructies en procedures en mag hij zelf oplossen of delegeren aan het onder hem opvolgen, gedrevenheid en ambitie gesteld personeel. tonen Resultaat: Het C4I system is te allen tijde beschikbaar en bruikbaar voor het scheepscommando. Beschrijving werkproces: 4.7 Bedient en bewaakt tactische verbindingen in de commando De korporaal verwerkt en geeft tactische informatie door centrale tijdens maritiem ondersteunende operaties aan grondtroepen op de wal, zodat deze niet geraakt worden door de eigen beschieting. Competenties 4.7: vakdeskundigheid toepassen, instructies en procedures opvolgen Resultaat: Troepen aan de wal worden veilig ondersteund bij maritieme artillerie beschietingen. Beschrijving werkproces: De korporaal ontvangt en verzendt zowel alle normale als geclassificeerde post. Alle post van de eenheid wordt onder zijn leiding geselecteerd en gedistribueerd. Hij maakt een postplanning, waarin hij voor de hele eenheid de data van postsluitingen bekend maakt. Hij doet dit in havens overal ter wereld. Op zee kan hij - in overleg met het commando gebruik maken van de inzet van de helikopter.
BCP Korporaal Operationele Dienst 22 mei 2014
4.8 Treedt voor de varende eenheid op als facteur (postbode) Competenties 4.8: vakdeskundigheid toepassen, materialen en middelen inzetten, plannen, instructies en procedures opvolgen
20
Resultaat: De bemanning van de varende eenheid kan op tijd haar post ontvangen en versturen, waar ook ter wereld. Beschrijving werkproces: De korporaal maakt de reisvoorbereiding voor de inzet van de GMDSS apparatuur (VHF, HF, MF, satelliet telefonie en telex) en bedient deze apparatuur tijdens het versturen of ontvangen van nood-, spoed- en veiligheidsoproepen.
4.9 Maakt de planning en reisvoorbereiding om de global maritime safety systems (GMDSS) apparatuur in te zetten Competenties 4.9: vakdeskundigheid toepassen, materialen en middelen inzetten, plannen, procedures opvolgen
Resultaat: De bemanning kan te allen tijde walautoriteiten waarschuwen over nood-, spoed-, en veiligheidssituaties aan boord van de eigen varende eenheid en andere varende eenheden. Beschrijving werkproces: 4.10 Onderhoudt in boardingteam verbinding met varende eenheid De korporaal kan worden ingedeeld in een boarding- en/of landingsdetachement, waarbij het zijn taak is het onderhouden van de verbinding met het moederschip en of Competenties 4.10: helikopter, waarbij hij de voice/video/dataverbinding vakdeskundigheid toepassen, bedient. Hij gebruikt hierbij een laptop en webcam en een materialen en middelen inzetten, draagbare satelliet-zend/ontvangst installatie. De korporaal instructies en procedures opvolgen, draagt hierbij zelf zijn apparatuur, is gewapend met een omgaan met veranderingen en handvuurwapen en een beschermende gevechtsuitrusting. aanpassingen Resultaat: Het in stand houden van een tweewegverbinding tussen commandant boardingteam en het commando van de varende eenheid of een helikopter. Toelichting Gezien de zelfstandigheid in taakuitvoering bij veel van de werkzaamheden is het van belang dat de korporaal een juiste keuze maakt in het daadwerkelijk zelfstandig uitvoeren van de taak of dat hij hiervoor hulp en ondersteuning vraagt van matrozen ODVB collega’s of leidinggevende wanneer dat nodig is. De werkzaamheden kunnen - afhankelijk van de situatie - worden uitgevoerd in het NOC, de CC of de brug of een boardingteam/landingsdetachement.
Tot slot Voor het besturen van de vrachtwagen is een het rijbewijs B/C/E benodigd. De korporaal kan bij het em- of debarkeren van voertuigen ingezet worden om de voertuigen te besturen.
BCP Korporaal Operationele Dienst 22 mei 2014
21