VRP Lab Offensief Open
1. Wat is het VRP Lab? Het VRP Lab is een expertengroep die in de diepte reflecteert over thema’s die er toe doen. Door regelmatig samen te komen wordt specifieke kennis bestendig opgebouwd en gedeeld. Dit geeft aanleiding tot onderbouwde en genuanceerde standpunten met betrekking tot specifieke actuele ruimtelijke thema’s die door VRP in haar communicatie en haar activiteiten kunnen worden uitgedragen. Op basis van het werk van het VRP Lab wil de VRP zich sterker profileren in het maatschappelijk debat en daarbij inhoudelijk stelling innemen.
2. Waarom het thema Offensief Open? Het regeerakkoord 2014-2019 van de nieuwe Vlaamse regering besteedt, in vergelijking met vroegere regeerakkoorden, ongewoon veel aandacht aan de open ruimte. De regering wenst naar eigen zeggen een dynamisch openruimtebeleid te voeren, vertrekkend vanuit een gebiedsgerichte en geïntegreerde ruimtelijke visie, waarbij rekening wordt gehouden met waterbeheer, landschap en natuur, maar bijvoorbeeld ook met recreatie, mogelijke ecosysteemdiensten, landbouw, voedselproductie en onroerend erfgoed. Een multifunctionele gebiedsgerichte benadering van de open ruimte dringt zich hierbij op waarbij, via overleg, een afstemming moet worden gezocht tussen de verschillende sectorale programma’s. Ondanks deze erkenning voor de ruimtelijke veelzijdigheid van de open ruimte, is het regeerakkoord echter in hetzelfde bedje ziek als vele andere beschouwingen, ook planningsverhalen, over een ruimtelijk beleid voor de Vlaamse open ruimte. De open ruimte wordt ook hier als een op zich staande ruimtelijke entiteit benaderd, geïsoleerd van en daarmee onontkoombaar ondergeschikt aan stedelijke en infrastructurele ruimtelijke programma’s. De trekkers van het VRP Lab zijn ervan overtuigd dat de open ruimte, de niet door bebouwing of verharding verzegelde ruimte, in vrijwel elk plannings- of ontwerpproces een ruimtelijk-structurerende werking heeft en dat deze dan ook van bij de start volwaardig onderdeel moet vormen van het denken en ontwerpen. Het VRP Lab wil ten volle de idee exploreren dat open ruimte in onze Vlaamse verstedelijkte ruimtelijke context op een offensieve manier de ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden van de verstedelijking bepaalt. De open ruimte gaat in het offensief!
3. Open ruimte – Offensief structurerend De aankondiging van het vorige VRP Lab Mobiliteit en Wonen startte met volgende zin: “De loop van rivieren en stromen tekende het vestigingspatroon uit van heel wat van onze steden en gemeenten.” Deze historische vaststelling kan evenzeer het startpunt vormen van het VRP Lab Offensief Open. Iedereen weet dat men regelmatig deze eeuwenoude wijsheid, vooral in de twintigste eeuw, uit het oog heeft verloren. Alleen al de menselijke ellende bij overstromingen als gevolg van hevige regenval is een terugkerende getuige van een arrogant, technisch gestuurd ruimtelijk expansiebeleid. Op het einde van deze eeuw rappelleerde een van de vier ruimtelijke principes van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen de ruimtelijke planners en beleidsmakers opnieuw aan de ruimtelijk structurerende werking van het fysisch
systeem. Twintig jaar later stelt zich de vraag of dit rappel ook daadwerkelijk iets heeft opgeleverd. Zo stelt het Groenboek voor het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen de versterking van ruimtelijke veerkracht voorop. Het maakt projecties voor een robuuste open en stedelijke ruimte, ondersteund door een netwerk van blauwgroene verbindingen en een teruggedrongen versnippering. In feite gaat het hier echter om een explicitering van bovengenoemd principe uit het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, als het ware alsof er de voorbije twintig jaar hierrond niets tastbaars is gebeurd. De toepassing van het principe lijkt zich in de praktijk trouwens vaak te beperken tot het zogenaamde buitengebied, en nog specifieker tot de natuurlijke en agrarische structuur. Waar in dit buitengebied ecologische en landbouwkundige logica’s nog in meerdere of mindere mate doorwerken in de ruimtelijke keuzes, lijkt de benadering van de open ruimte in meer stedelijk of infrastructureel geïnspireerde planningsen ontwerpprocessen steevast te worden verengd tot een louter vormelijke ontwerpopgave, het ‘groene lintje langs de zoveelste waterloop’ of de zoveelste ‘enclave voor stadslandbouw’ zonder interesse vanuit al of niet verbrede landbouwhoek. In ieder geval lijkt deze decennialange opdeling tussen stad en platteland in de hedendaagse ruimtelijke context achterhaald; het verschil in ontwerpmatige en beleidsmatige benadering van open ruimte in een meer stedelijke en een meer landelijke context wordt slechts artificieel in stand gehouden door actoren die baat hebben bij dergelijk onderscheid. Het VRP Lab Offensief Open vertrekt van het uitgangspunt dat de open ruimte in Vlaanderen over een duidelijke, eigen programmatorische dimensie beschikt. Omdat dit programma onvoldoende is geëxpliciteerd, is dit nog niet doorgedrongen in de mindset van ruimtelijke planners en ontwerpers en werkt open ruimte onvoldoende door in de geïntegreerde planning en het geïntegreerde ontwerp van welke ruimte in Vlaanderen ook.
4. Scope van thema Offensief Open De focus van het VRP Lab Offensief Open is het ”hard maken” van het openruimteprogramma zodat het op een offensieve manier kan doorwerken in ruimtelijke planning en ontwerp. Context •
De Vlaamse open ruimte wordt gekenmerkt door een complexe verweving tussen landbouw, bos, natuur, wonen, recreatie, bedrijvigheid, energie, waterbeheer, ...
•
Vlaanderen verliest 6 ha open ruimte per dag.
•
Het openruimteverhaal is tot op vandaag vooral een defensief verhaal van afzonderlijke sectoren, met een grote nadruk op het vrijwaren van (monofunctionele) oppervlakten. Deze sectorale benadering laat veel kansen onbenut. Hoe verschillende vormen van ruimtegebruik kunnen samengaan en elkaar versterken, in plaats van enkel ‘goed nabuurschap’ na te streven, vindt nog te weinig weerklank in het beleid en de planningspraktijk.
•
De aandacht binnen het onderzoek, het ontwerp en het beleid voor open ruimte is veeleer klein.
•
De overwegende benadering van de open ruimte is top-down, gedomineerd door de reeds jaren aanslepende afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur (AGNAS) op gewestelijk niveau.
•
De expertise en visievorming met betrekking tot open ruimte bij kleine gemeenten is vaak beperkt.
•
Diverse initiatieven op verschillende beleidsniveaus zijn bijzonder waardevol maar lopen door en naast elkaar heen.
Uitdagingen en kansen
•
Het regeerakkoord biedt kansen. Er wordt regelmatig verwezen naar de noodzaak van een gebiedsgerichte aanpak van de open ruimte, al dan niet met een procesmanager. De AGNASwerking wordt geëvalueerd.
•
Uitgaande van het aantal nieuwe initiatieven, lijkt de aandacht voor de open ruimte zienderogen toe te nemen. Risico’s zijn het gebrek aan afstemming, inhoudelijke overlapping en overbevraging van dezelfde experten.
•
Lokale productie van voedsel en energie winnen opnieuw aan strategisch en economisch belang. Zorgvuldig omspringen met de resterende open ruimte in Vlaanderen is dus belangrijk.
•
Ook in het kader van het klimaatbeleid wordt de open ruimte een prominente rol toegedicht en doen er zich kansen voor natuur, landbouw, energie, recreatie, ... voor.
•
De open ruimte is in onze verstedelijkte samenleving steeds meer een belevingsruimte waarbij de behoeften van de gebruikers mee een uitgangspunt moeten vormen.
•
Om de overkoepelende idee van ‘ruimteneutraliteit’ of ‘zuinig ruimtegebruik’ doorgang te laten krijgen, is er nood aan een sterk openruimteverhaal.
•
De verschillende bestuurlijke en private actoren in de open ruimte krijgen meer verantwoordelijkheden voor het realiseren van doelstellingen t.a.v. die open ruimte. Wervende visies en inspirerende voorbeelden en experimenten moeten hiervoor creativiteit, kwaliteit en duurzaamheid stimuleren.
De open ruimte heeft met andere woorden voldoende troeven, ook economische, om niet langer louter als restruimte of nog in te nemen ruimte te worden beschouwd. Met het Lab Offensief Open kan de VRP een rol spelen in het verbinden van de verschillende initiatieven die de voorbije jaren het daglicht zagen. - Diverse onderzoeken van o.a. ILVO, KU Leuven, UGent, HoGent, ... - Diverse transitie-initiatieven zoals Pilootprojecten Productief Landschap (Vlaams Bouwmeester), het Openruimteplatform en de denkoefening rond omgevingskwaliteit van de Vlaamse Landmaatschappij - Diverse formele en informele netwerken zoals GeLand, Alias Platteland, J.OOR, Interbestuurlijk PlattelandsOverleg (IPO), Platform voor Plattelandsonderzoek - Inititieven van middenveldorganisaties zoals Natuurpunt, Boerenbond, Bond Beter Leefmilieu, Mechelse Veiling, korteketenlandbouw - Bovenlokale projecten die zoeken naar mogelijkheden voor gebiedsgerichte ontwikkeling in de open ruimte (strategische projecten, projecten van de Vlaamse Landmaatschappij, IBA, ...) Tenslotte streeft het VRP Lab naar een door ruimtelijke planners gedragen en gedeeld standpunt over open ruimte in ruimtelijke planning en ontwerp dat vervolgens door de VRP in het maatschappelijk debat kan worden ingebracht. Door de focus te leggen op de kracht en de kansen die open ruimte biedt voor een kwaliteitsvolle ruimtelijke ontwikkeling en op de meerwaarde voor de leefkwaliteit van een omgeving, wil de VRP argumenten aan planners aanreiken om open ruimte als structurerend element in ontwikkelingen aan te grijpen. Het VRP Lab wil dus de blik van de ruimtelijke planner over de open ruimte verbreden. Het VRP Lab onderscheidt zich hierdoor van de hierboven genoemde initiatieven, omdat het Lab zich specifiek naar ruimtelijke planners en stedenbouwkundigen richt en acties tracht te distilleren die planners kunnen nemen om open ruimte te vrijwaren en te versterken. 5. Programma van het VRP Lab Offensief Open
De Labs
De VRP Labs worden opgebouwd aan de hand van vijf avonden. De eerste vier avonden bestuderen de deelnemers telkens een bepaald thema. Dit thema wordt ingeleid, soms aan de hand van een veeleer beschouwende lezing die wordt geconfronteerd met een of meerdere reflecties over concrete cases, soms enkel aan de hand van concrete ervaringen. De vijfde avond worden de thema’s met elkaar verbonden, voorgelegd aan een keur van ware ‘kenners’ en gesynthetiseerd tot concrete beleidsaanbevelingen. Volgende vier thema’s zullen worden aangesneden. 1. Ruimtelijk-structurende werking van ecosysteemdiensten De voorbije jaren kende het begrip ‘ecosysteemdiensten’ een ware hausse. Het heeft in ieder geval de vertrouwde ‘eilandentheorie’ uit de ecologie naar de achtergrond verdrongen. Ecosysteemdiensten worden voorgesteld als dé manier waarop de open ruimte ‘gevaloriseerd’ kan worden zodat deze evenwaardig in onder meer plannings- en ontwerpprocessen kan worden afgewogen. Tegelijkertijd kan de populariteit van het begrip ook resulteren in een misbruik ervan. → Hebben ecosysteemdiensten inderdaad gezorgd voor een vergrote acceptatie van aandacht voor open ruimte in planning en ontwerp? Dreigt er iets over het hoofd te worden gezien door een zeer sterke focus op ecosysteemdiensten?
2. ‘Zachte’ open ruimte in ‘harde’ stedelijke en infrastructurele projecten Alleen al vaak omwille van de doorwerking van Europese richtlijnen, eist open ruimte, in het bijzonder natuur, haar plaats op in meer stedelijke en infrastructurele plannings- en ontwerpopgaven. Desondanks blijkt het programma voor deze open ruimte onvoldoende hard geformuleerd om te wedijveren met de harde logica’s van woningbouw, bedrijventerreinaanleg of lijninfrastructuur. → Zijn er mechanismen waardoor de stedelijke en infrastructurele logica’s verplicht worden om een volwaardige reflex naar open ruimte te maken? Of moeten de openruimtelogica’s doorspekt worden met stedelijke logica’s zodat het openruimteprogramma even hard klinkt? 3. Binnenstedelijke open ruimte als ecologische en/of landbouwkundige opgave Open ruimte in de dichte stedelijke omgeving wordt vaak louter ontwerpmatig vormgegeven als de groenblauwe corridor in het bebouwde weefsel, zonder de ecologische of landbouwkundige zin of onzin van deze grafiek te bevragen. Zal het ‘groene lint’ op het plan of ontwerp ooit wel groen worden? Is de korte keten sowieso geïnteresseerd in de restruimte die als stadslandbouwenclave werd ingetekend? → Wat zijn de harde ecologische randvoorwaarden om van volwaardige natuur in de binnenstedelijke omgeving te spreken? Hoe nostalgisch is ons beeld van de landbouw ten opzichte van de harde sociale en economische realiteit van stadslandbouwinitiatieven? 4. Wapens voor de stedenbouwkundige ambtenaar in een landelijke gemeente In zijn dagelijkse ‘strijd’ met grote projectontwikkelaars, individuele burgers met kleinburgerlijke dromen en gedienstige politici, moet de stedenbouwkundige ambtenaar in een landelijke gemeente niet alleen worden
voorzien van sterke programma’s voor de open ruimte. Hij of zij moet ook worden ‘gewapend’ met instrumenten die hem of haar in staat stellen om het gedrag van elk van deze individuen te beïnvloeden. → Hoe kan het beleid, naast passieve en vaak ineffectieve regulering, impact hebben op het gedrag van alle individuen die het gebruik en het uitzicht van de open ruimte bepalen? Kan het ‘neen, mits’-adagium voor nieuwe ontwikkelingen in de open ruimte daadwerkelijk resulteren in een kwaliteitsverbetering? Welk mobiliserend vermogen is er bij de gebruikers van de open ruimte om als collectief op te treden? Voorstel inleiders: -
Mark Suykens (Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw)
-
Mark Tritsmans (Gemeente Borsbeek)
-
Ervenconsulten Overijssel
Data: 10 februari, 10 maart, 12 mei of 2 juni Atelier Bouwmeester in de Ravensteingalerij te Brussel De deelnemers Het VRP Lab bestaat uit een vaste kern van VRP-leden, die per thema-avond wordt aangevuld met specialisten. VRP-leden kunnen hun interesse voor het VRP Lab kenbaar maken via een aanmeldingsformulier. De samenstelling van de groep is een mix van leeftijden, inhoudelijke achtergronden en beleidsniveaus zodat kennis tussen de generaties, kennisvelden en besturen kan doorgegeven worden. projectleider VRP Labs : Hans Tindemans (VRP) voorzitter VRP Lab Offensief Open: Geert De Blust (Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek) ondervoorzitter VRP Lab Offensief Open: Hans Leinfelder (KU Leuven – Faculteit Architectuur) kerngroepleden: Griet Celen (Vlaamse Landmaatschappij), An Rekkers (VRP), Peter Vanden Abeele (Maat ontwerpers), Sylvie Van Damme (HoGent, voorzitter VRP), Elke Vanempten (Instituut voor Landbouw en VisserijOnderzoek en VUB).
6. Output De resultaten van het VRP Lab Offensief Open worden in het najaar van 2015 samengebracht in een inhoudelijk standpunt van de VRP over een offensievere benadering vanuit en van de open ruimte in Vlaanderen. Dit standpunt vormt mee de basis voor een groot internationaal voorjaarscongres en bijbehorende publicatie over open ruimte in het voorjaar van 2016. Wie weet wordt hiermee de draad van de vermaarde Wetenschappelijke Congressen voor Groenvoorziening uit de jaren 1970 terug opgepikt?