vragenlijst eetproblemen bij mensen met ass beeldvorming in functie van eetproblemen
inhoud theoretische achtergrond vragenlijst interessante literatuur en websites ontwikkeld door Els Smekens in het kader van opleiding MA SEN autismespecialist
vragenlijst eetproblemen bij ass
Pagina 1
theoretische achtergrond voorkomen van eetproblemen bij mensen met autisme Wetenschappelijk onderzoek uit 2004 bevestigt de hypothese dat eetproblemen vaker voorkomen bij kinderen met dan bij kinderen zonder autisme. Uit het onderzoek van Schrek, Williams en Smith blijkt dat verzorgers van kinderen met autisme meer eetproblemen bij hun kinderen signaleren dan verzorgers van kinderen zonder autisme. Kinderen met autisme blijken vaker voedsel te weigeren, en vaker een specifieke manier van aanbieden of specifiek bestek nodig te hebben om voedsel te kunnen aanvaarden. Ook blijkt dat kinderen met autisme significant minder verschillende soorten voedsel uit de voedselgroepen eten. Ze zijn vaker dan andere kinderen geneigd om alleen voedsel met een specifieke structuur (vb. puree) te eten. Specifieke aandacht voor eten en meer bepaald eetproblemen bij kinderen met autisme is dus gerechtvaardigd. Wat is een eetprobleem ? Onder ‘een eetprobleem’ kan worden verstaan : - weigeren van voedsel - nood hebben aan een specifieke manier van aanbieden van het voedsel - nood hebben aan specifieke hulpmiddelen (bestek, bordje, …) - alleen voedsel van een bepaalde structuur eten - een beperkt aantal verschillende soorten voedsel uit de voedselgroepen eten - niet op een sociaal aanvaardbare manier eten o niet zelfstandig eten op een leeftijd dat dit wel verwacht wordt o proppen, kokhalzen, kwijlen o te traag eten o moeilijk gedrag aan tafel - te veel eten Het mag duidelijk zijn dat ‘eetproblemen’ verschillen van ‘eetstoornissen’. Voorbeelden van eetstoornissen zijn anorexia nervosa en boulimia nervosa. Bij eetstoornissen is de patiënt geobsedeerd door haar gewicht en figuur. Als die obsessie tot gevolg heeft dat de patiënt minder gaat eten, het aantal voedingswaren dat gegeten wordt, gaat verminderen en excessief gaat sporten, spreekt men van anorexia nervosa. Gaat men juist veel eten, maar daarna laxeermiddelen nemen of het eten weer uitbraken, dan is er sprake van boulimia nervosa. Beide stoornissen beginnen echter vanuit een bezorgdheid om het eigen gewicht, het eigen figuur. De oorzaken van eetproblemen bij kinderen met autisme situeren zich op een totaal ander vlak. vragenlijst eetproblemen bij ass
Pagina 2
mogelijke oorzaken van eetproblemen bij mensen met autisme : Eigenlijk zit de aanleg voor eetproblemen al ingebakken in het autisme. Autisme is een pervasieve ontwikkelingsstoornis, die gevolgen heeft op de totale ontwikkeling van een persoon. Ook als het gaat over eetproblemen, is het duidelijk dat verschillende kenmerken van autisme gevolgen hebben op het vlak van eten en eetgewoonten. Hieronder vindt u een overzicht op verschillende domeinen : 1. sensorische problemen : andere waarneming 2. verklaringsmodellen : andere manier van denken a. Theory of Mind b. detaildenken c. executieve functies 3. gedrag : de triade van Wing a. kwalitatief andere communicatie b. kwalitatief andere verbeelding c. kwalitatief andere sociale vaardigheden
1. sensorische problemen : andere waarneming Het is bekend dat kinderen met autisme op een andere manier waarnemen. Olga Bogdashina geeft daarvan in haar boek : ‘Waarneming en zintuiglijke ervaringen bij mensen met Autisme en Aspergersyndroom’, verschillende voorbeelden. Een kind dat gefragmenteerd waarneemt, elk afzonderlijk stukje van het geheel waarneemt, zal ook elk bestanddeel van voedsel proeven. Voor zo’n kind lukt het niet om een bepaalde groente te ‘verstoppen’ in een puree. Het kind zal de groente toch proeven, en van deze ervaringen waarschijnlijk een groot wantrouwen aan alle soorten puree overhouden. Sommige kinderen met autisme zijn hypergevoelig voor visuele prikkels. Dat wil zeggen dat ze extreem gevoelig zijn voor deze prikkels. Voor hen kan fel gekleurd voedsel er onappetijtelijk uitzien. Eten van een wit bord kan lastig zijn omdat de weerkaatsing van het licht op het bord pijnlijk is voor de ogen. De overgevoeligheid voor geluid van sommige kinderen kan maken dat ze angstig worden aan tafel, waar gepraat wordt, waar bestek en vaatwerk klettert en rinkelt, waar misschien de dampkap nog lawaai maakt … De meest bedreigende hypergevoeligheid is uiteraard het overgevoelig zijn voor geuren en smaken. Wie dit ervaart, zal moeite hebben met sterk gekruid voedsel, met pikante gerechten, of misschien wel met de (lichaams)geuren vragenlijst eetproblemen bij ass
Pagina 3
van tafelgenoten. Voor sommigen is metalen bestek een hindernis, omdat dat zijn smaak afgeeft aan het voedsel. Aan de andere kant zullen kinderen die te weinig gevoelig zijn voor geuren en smaken, de zogenaamde hypo-gevoeligheid, net voedsel weigeren tenzij het heel sterk ruikt of smaakt. Deze kinderen zullen aan alles ketchup of mosterd willen toevoegen, om op die manier een sterke, pikante smaak toe te voegen aan hun eten, wat voor hen anders flets smaakt. Bij het eten speelt het tactiele uiteraard een belangrijke rol. Kinderen die op dit gebied hypergevoelig zijn, zullen het niet kunnen verdragen als ze een beetje morsen naast hun mond. Ze zullen ook een hekel hebben aan hard, krokant voedsel, omdat dit een ware aanval betekent voor hun overgevoelig tastzintuig in de mond. Voor deze kinderen is het vaak erg moeilijk om af te stappen van bekend voedsel en iets nieuws te proberen. Van het vertrouwde voedsel weten ze immers dat het veilig is, en dat ze hiervan geen pijn zullen ondervinden. Dit proces wordt heel mooi beschreven door Gunilla Gerland (1998) : Het was niet saai om steeds hetzelfde te eten en als het toch saai werd, was dat toch niets vergeleken bij het levensgevaar waarin je verkeerde met onbekend voedsel. Mijn tanden waren heel gevoelig en in mijn mond kon de consistentie van bepaald voedsel heel onbehaaglijk zijn, een akelig gevoel in mijn hele lichaam. Je wist nooit wat er zou gebeuren met onbekend voedsel. (p. 16) Kinderen die aan de andere kant te weinig gevoel hebben in en rond de mond, hebben graag hard, krokant voedsel. Alleen door dit voedsel te eten, voelen ze het eten in hun mond en kunnen ze correct inschatten wanneer ze moeten kauwen, slikken en de mond terug openen. Deze kinderen zullen de neiging hebben om zich te verslikken of om voedsel met grote hoeveelheden in de mond te proppen, om op die manier de tactiele prikkels te versterken. Door het anders functioneren van het proprioceptieve systeem, tenslotte, voelen sommige kinderen met autisme geen honger of dorst. Anderen kennen geen gevoel van verzadiging. De boutade bij eetproblemen :’Een kind zal heus wel eten als het honger krijgt.’ gaat voor kinderen met autisme dus duidelijk niet op. 2. verklaringsmodellen : andere manier van denken Ook door hun specifieke manier van denken lijken kinderen met autisme wel voorbestemd tot het hebben van eetproblemen. Door een beperkte Theory of Mind kunnen kinderen soms moeilijk inschatten dat anderen niet aan hen kunnen zien dat ze honger of dorst hebben. vragenlijst eetproblemen bij ass
Pagina 4
Vanuit het idee dat wat zij zelf weten, iedereen wel weet, denken ze dat als zij weten dat ze honger hebben, iedereen wel zal weten dat ze honger hebben. Ze zullen dan ook niet om voedsel of drank vragen. Anders dan wat de meeste mensen denken, is dit niet uitsluitend het probleem bij mensen met een verstandelijke beperking en autisme. Ook normaal begaafde mensen met autisme hebben het soms moeilijk om te weten wat anderen wel of niet van hun gezicht kunnen aflezen. Detaildenken, één van de basiskenmerken van autisme, leidt er toe dat elk klein aspect van de eetsituatie voor een kind erg belangrijk kan zijn. De kleinste verandering kan er dan ook toe leiden dat het kind de situatie niet meer begrijpt en weigert te eten. Hilde De Clercq (2005) beschrijft dit op een treffende manier : Toen Thomas een baby was en borstvoeding kreeg, wilde hij niet drinken als ik van parfum veranderde. Het was geen koppigheid. Hij herkende de situatie niet als dat detail veranderde. Als ik mijn oorbellen niet in had of mijn haar niet in een paardenstaart droeg met een rode strik erin, gebeurde hetzelfde. Thomas, die bijna nooit huilde, ging vreselijk tekeer. Ik ben er zeker van dat hij uitgehongerd zou raken als ik hier geen rekening mee had gehouden. (p.245) Executieve functies zorgen er voor dat men een taak op een efficiënte manier kan plannen, en die planning vervolgens ook vlot kan uitvoeren. Sommige mensen met autisme ervaren hierbij problemen. Zij zijn niet of heel moeilijk in staat om op een flexibele manier met routines en gewoontes om te gaan, omdat ze de zin van de verschillende handelingen in een routine niet inzien. Voor hen wordt het dan ook moeilijk om de tafel op een andere manier te dekken dan gewoonlijk, omdat er bijvoorbeeld 1 bewoner op vakantie is. Of om een hele maaltijd klaar te maken, waarbij er zorgvuldig in de tijd moet gepland worden, zodat de patatjes, groenten en vlees op ongeveer hetzelfde moment klaar zijn. 3. gedrag : de triade van Wing Eten en drinken begint vaak met communicatie. Zeker bij kinderen, die nog niet in staat zijn om zelf iets uit de ijskast te pakken, of zelf hun lievelingskostje klaar te maken. Onder andere door het gebrek aan ‘Theory of Mind’ (zie hoger) is communiceren voor kinderen met autisme erg moeilijk. Als eten dan ook nog door andere oorzaken (in de waarneming bijvoorbeeld, zie hoger) op zichzelf al moeilijk is, verzwaard dit de situatie natuurlijk alleen nog maar. De moeilijkheden met communicatie kunnen ook samenhangen met het gebrek aan verbeelding. Om iets te vragen, moet je je een mentale voorstelling kunnen maken van datgene wat je moet hebben. Daarvoor heb vragenlijst eetproblemen bij ass
Pagina 5
je verbeelding nodig. Je moet je bijvoorbeeld de fles water in de ijskast kunnen voorstellen, om naar ‘water’ te vragen. Dit is voor veel kinderen met autisme al erg moeilijk. Naast het louter ‘technische’ eten en drinken is het eetmoment bij uitstek ook een sociaal moment in de meeste gezinnen. Aan tafel komt iedereen samen en wordt er gezellig gebabbeld over wat er die dag gebeurd is, wat er de komende dagen gepland staat, hoe iedereen zich voelt, … Voor kinderen met autisme, die moeite hebben met sociale vaardigheden, is dit een complex gegeven. Zo kan het sociale aspect bijkomende moeilijkheden veroorzaken in een situatie die omwille van al hetgeen hierboven al beschreven werd, op zich eigenlijk al complex genoeg is. doel van de ‘vragenlijst eetproblemen bij mensen met ass’ Het doel van de vragenlijst die voor u ligt, is om tot een zo volledig mogelijke beeldvorming te komen in functie van het eetprobleem waar uw kind, cliënt, bewoner, … mee zit. De vragenlijst kan ingevuld worden door ouders en professionele begeleiders. Liefst door zo veel mogelijk verschillende mensen. Immers, ‘eten’ speelt zich in heel veel verschillende contexten af. En door de problemen met generalisatie die mensen met autisme gewoonlijk hebben, kan het zijn dat in verschillende contexten verschillende gedrag wordt gesignaleerd. Door de vragenlijsten die verschillende mensen over dezelfde persoon invullen, met mekaar te vergelijken, zal men kunnen komen tot een zo gedetailleerd mogelijke beeldvorming. De persoon die aan de slag gaat met de resultaten van de vragenlijst, en die dus een aanpak voor het eetprobleem gaat uitwerken, is best deskundig op het gebied van autisme. Immers, zonder die deskundigheid is het erg moeilijk om de resultaten van de vragenlijst te koppelen aan specifieke oorzaken, die voor deze persoon mogelijk zijn (zie hoger). suggesties voor het begeleiden van ouders bij het invullen van de vragenlijst Uit onderzoek blijkt dat de meeste ouders en andere niet-professionelen, deze vragenlijst zonder verdere begeleiding kunnen invullen. Uiteraard zal er altijd ten minste overleg zijn met de ouders, voor er begonnen wordt met het werken rond eetproblemen. Tijdens dit overleg kan er gevraagd worden of ouders bereid zijn om deze vragenlijst in te vullen en zo ja, dat iemand van de professionelen hen daarbij wil helpen, als hen dat nodig lijkt. Daarbij moet vooral rekening gehouden worden met het erg intieme karakter van eten en voeding. Ouders zijn hierin vaak erg kwetsbaar en vinden het vragenlijst eetproblemen bij ass
Pagina 6
daardoor misschien wel veiliger om deze vragenlijst ongestoord, op hun eigen tempo en volgens hun eigen draagkracht in te vullen. Om te maken dat ouders zelf kunnen beslissen in hoeverre ze iemand betrekken bij het invullen van de vragenlijst, lijkt het me best om de vraag expliciet van hen te laten komen. De hulp kan in dat geval komen van de professionele begeleider (leerkracht, opvoeder, …) van het kind. In dat geval zou de begeleider eerst zelf een vragenlijst kunnen invullen, en daarna de vragen verduidelijken voor de ouders. Natuurlijk moet de begeleider er op dat moment over waken om de ouders niet te beïnvloeden. De hulp zou ook kunnen komen van een pedagoog, bijvoorbeeld een pedagoog verbonden aan de school of voorziening waar het kind verblijft. De pedagoog zou de vragenlijst kunnen voorleggen aan de professionele begeleiders van het kind, en aan de ouders, onafhankelijk van mekaar. Daardoor is er veel minder gevaar voor beïnvloeding. invullen van de vragenlijst Het invullen van de vragenlijst neemt een half uur tot 1 uur in beslag, afhankelijk van het aantal aanvullingen dat u zelf wil maken.
vragenlijst eetproblemen bij ass
Pagina 7
vragenlijst eetproblemen bij mensen met ass naam persoon met eetproblemen : ________________________________________________ geb.datum :
______________________________
datum vandaag : ______________________________ invuller :
______________________________
persoonsgegevens de diagnose is : (meerdere mogelijkheden aankruisen kan) O O O O O O
autisme asperger PDD-NOS ADHD Tourette dyspraxie
met : O mentale beperking O normale begaafdheid (IQ > 80) O hoogbegaafdheid (IQ > 130)
O
andere nl. ________________________________________
Het kind verblijft : O O O O O O O
de hele tijd thuis thuis, maar gaat halve dagen naar school thuis, maar gaat hele dagen naar school gaat naar school, aangevuld met semi-internaat op internaat, weekends thuis doorlopend in een gezinsvervangend tehuis andere nl. _________________________________________
vragenlijst eetproblemen bij ass
Pagina 8
anamnese aard van het probleem O O
eet te veel eet te weinig
O O O
weigert de meeste voedingswaren weigert alle voedingswaren, maar drinkt wel weigert alle voedingswaren, ook drank
O
eten moet altijd op dezelfde manier worden aangeboden (vb. op een welbepaald bord, van een bepaald merk, …) eet enkel voedsel dat een bepaalde structuur heeft (vb. alleen gepureerd, alleen geplet), die niet meer bij zijn/haar leeftijd hoort eet niet gevarieerd genoeg (indien dit het geval is, vul dan aub ook bijlage 1 in)
O O O O O O O
eet niet sociaal aangepast braakt of kokhalst tijdens het eten heeft moeilijk gedrag tijdens de maaltijden, nl. _____________________ eet enkel in bepaalde omstandigheden, nl. ________________________ ander, nl. _____________________________________
De eetproblemen zijn begonnen : O O O O O O O O
bij de geboorte bij de overgang van borstvoeding naar flesvoeding op ___ maand bij de overgang van flesvoeding naar vaste voeding op ___ maand bij de overgang van gladde papjes naar brokjes op ___ maand bij de overgang naar ‘gewone kost’ op ___ maand op kleuterleeftijd : ___ jaar op een ander tijdstip : ___ jaar Ik weet het niet.
Voor het eetprobleem : O O
is er nooit een specifieke behandeling geweest is er een behandeling geweest, nu niet meer nl. ________________________________________________________________
O
is er momenteel een behandeling bezig nl. ________________________________________________________________
O
Ik weet het niet.
vragenlijst eetproblemen bij ass
Pagina 9
Het probleem stelt zich vooral : O O O O O O O
thuis bij grootouders op school in het internaat als we ergens ‘anders’ gaan eten (vrienden, restaurant, …) overal andere mogelijkheid nl. ____________________________________________
gegevens over de geïnterviewde relatie tot het kind : O O O O O O O O
biologische moeder biologische vader stief- of pleegmoeder stief- of pleegvader onderwijzer(es) begeleid(st)er leefgroep arts ander : ________________________________________
voldoende informatie gekregen ? gebruik volgende symbolen : = Nee, hierover heb ik onvoldoende informatie gekregen. O = Ik heb hierover geen informatie nodig. + = Ja, ik heb hierover voldoende informatie ontvangen. - O + opmerkingen autisme in het algemeen waarnemingsproblemen bij autisme de autistische manier van denken kenmerken van eetproblemen bij autisme lichamelijke gevolgen en risico’s van eetproblemen oorzaken van eetproblemen verschillende behandelingsmogelijkheden voor eetproblemen rol van de ouders bij behandeling bij eetproblemen organisaties voor ouders van kinderen met autisme
vragenlijst eetproblemen bij ass
Pagina 10
steun of hulp van anderen gebruik volgende symbolen : = Nee, ik kreeg onvoldoende steun of hulp. O = Ik heb geen steun of hulp nodig van deze persoon of organisatie. + = Ja, ik heb voldoende steun of hulp gekregen. - O + opmerkingen ouders grootouders naaste familie vrienden collega’s huisarts school voorziening ziekenhuis andere ouders andere hulpverlener : nl. oudervereniging : nl. steun voor jezelf gebruik volgende symbolen : = Nee, maar ik had het graag gehad. O = Nee, maar ik had er ook geen behoefte aan. + = Ja Heb je de mogelijkheid gehad om : - O + opmerkingen professionele hulp* voor jezelf te zoeken ? professionele hulp* voor je gezin te krijgen ? advies te krijgen over hoe het beste om te gaan met de eetproblemen ? iemand te contacteren die zich in dezelfde situatie bevindt ? * professionele hulp = hulp van een arts, psychiater, psycholoog, therapeut, …
vragenlijst eetproblemen bij ass
Pagina 11
Aan wat voor steun hebben de meeste mensen die met eetproblemen en ass geconfronteerd worden behoefte, volgens u ?
andere waarneming visuele, auditieve, tactiele prikkels gebruik volgende symbolen : = Nee O = Dat weet ik niet. + = Ja Het kind : opmerkingen is bang van flitsende of blinkende voorwerpen heeft last van de zon is gefascineerd door bepaalde geluiden is bang van bepaalde geluiden kan niet goed tegen veel lawaai kan stemmen niet goed verdragen verdraagt sommige stoffen niet aan het lichaam wordt niet graag aangeraakt verdraagt bep. materialen niet aan de handen brengt de hand vaak aan of in de mond kan niet tegen ‘vuil’ zijn heeft moeite om koud/warm te voelen (vb. in bad) wordt graag stevig geknuffeld lijkt geen pijn te voelen geeft niet aan als hij/zij ziek is
vragenlijst eetproblemen bij ass
Pagina 12
geur en smaak gebruik volgende symbolen : = Nee O = Dat weet ik niet. + = Ja Het kind : - O + opmerkingen ruikt vaak aan voorwerpen likt vaak aan voorwerpen ruikt aan eigen hand als er iets aangeraakt werd steekt voorwerpen vaak in de mond steekt voorwerpen in de neus smeert speeksel rond mond en neus smeert ontlasting rond mond en neus voorkeur voor bepaalde geuren ? O nee O ja O onbekend indien ja : welke etensgeur ? ________________________________________________ lichaamsgeur ?
________________________________________________
andere ?
________________________________________________
voorkeur voor bepaalde smaken ? O nee O ja O onbekend indien ja : O altijd dezelfde O wisselend welke smaken ? ________________________________________________ ‘absolute voorkeuren’ voor geurprikkels door deze altijd op te zoeken of te kiezen en alternatieven consequent te weigeren ? O nee O ja O onbekend Indien ja : welke geurprikkels worden opgezocht ?
vragenlijst eetproblemen bij ass
Pagina 13
‘absolute voorkeuren’ voor smaakprikkels door deze altijd op te zoeken of te kiezen en alternatieven consequent te weigeren ? O nee O ja O onbekend Indien ja : welke smaakprikkels worden opgezocht ?
‘ absolute onverdraaglijkheid’ voor bepaalde geuren ? (vb. er ontstaat een heftige fysieke reactie op ervaren van de prikkel zoals braken, …) O nee O ja O onbekend Indien ja : om welke geurprikkels gaat het ?
‘ absolute onverdraaglijkheid’ voor bepaalde smaken ? (vb. er ontstaat een heftige fysieke reactie op ervaren van de prikkel zoals braken, …) O nee O ja O onbekend Indien ja : om welke smaakprikkels gaat het ?
Is er sprake van geurprikkels en/of smaakprikkels te willen veranderen/dempen/filteren ? (vb. door steeds te drinken bij het eten, eigen vingers bij in de mond te stoppen, kledingstof voor de neus te houden, … ) O nee O ja O onbekend Indien ja : beschrijf het gedrag
vragenlijst eetproblemen bij ass
Pagina 14
andere manier van denken gebruik volgende symbolen : = Nee O = Dat weet ik niet. + = Ja Het kind : -O+
opmerkingen
heeft moeite met veranderingen is sterk gehecht aan bepaalde routines en gewoontes vindt dat alles tot op het detail moet ‘kloppen’ heeft last van angsten heeft sterk de behoefte om alles te ordenen is vatbaar voor beloningen ‘ziet’ het als ik boos ben ‘ziet’ het als ik verdrietig ben reageert adequaat op gevoelens van anderen heeft bepaald gedrag dat bij een bepaalde plaats of persoon hoort vb. in bad alleen met mama communicatie kan aandacht vragen in de eetsituatie O nee O ja O onbekend Indien ja : op welke manier ?
kan hulp vragen in de eetsituatie O nee O ja O onbekend Indien ja : op welke manier ?
kan kiezen in de eetsituatie O nee O ja O onbekend Indien ja : op welke manier ?
vragenlijst eetproblemen bij ass
Pagina 15
kan weigeren in de eetsituatie O nee O ja O onbekend Indien ja : op welke manier ?
werkt met een dagschema dat bestaat uit : O voorwerpen O foto’s O pictogrammen O woordbeelden O werkt niet met een dagschema begrijpt dat : met ‘eten’ verschillende voedingsmiddelen kunnen bedoelt worden O nee O ja O onbekend met ‘drinken’ verschillende drankjes kunnen bedoelt worden O nee O ja O onbekend specifiek eetproblemen eet ook non-food O nee O ja O onbekend Indien ja : wat ?
eet zeer goed volgende zaken :
drinkt zeer goed volgende zaken :
vragenlijst eetproblemen bij ass
Pagina 16
beschrijf een dag uit het leven van … , vermeld alles wat hij/zij eet of drinkt : ’s morgens, wat : _________________________________________________________ waar, met wie, hoe : ___________________________________________ tussendoor, wat : _________________________________________________________ waar, met wie, hoe : ___________________________________________ ’s middags, wat : _________________________________________________________ waar, met wie, hoe : ___________________________________________ tussendoor, wat : _________________________________________________________ waar, met wie, hoe : ___________________________________________ avondeten, wat : _________________________________________________________ waar, met wie, hoe : ___________________________________________ voor het slapengaan , wat :
______________________________________________
waar, met wie, hoe : ___________________________________________ ’s nachts , wat :
_________________________________________________________
waar, met wie, hoe : ___________________________________________ Hoe dikwijls komen volgende zaken voor ? Zet een kruisje in de juiste kolom. altijd meestal soms zelden nooit Laat u uw kind eten tussen de maaltijden ? Dringt u aan om 1 hapje te proeven ? Helpt u uw kind met eten ? Dwingt u uw kind om voedsel in de mond te nemen ? Mag uw kind zijn favoriete bestek of bord kiezen voor het eten ? Straft u uw kind als het niet eet ? Moet uw kind zijn bord leeg eten voor het van tafel mag ? Prijst u uw kind als het eet ? Beloont u uw kind als het eet, door daarna samen iets leuks te doen ? Kan uw kind ook iets anders eten dan dat wat er voor de anderen op tafel komt ? Stuurt u uw kind van tafel als het niet eet ? Mag uw kind ketchup of mayonaise bij het eten doen, als het dat wil ? vragenlijst eetproblemen bij ass
Pagina 17
Beloont u uw kind met een dessert ? Moedigt u uw kind elke dag aan om fruit en groenten te eten ? Hoe lang duurt een gemiddelde maaltijd voor uw kind ? boterhammen O minder dan 10 minuten O 10-20 minuten O 20-30 minuten O 30-60 minuten O langer dan 1 uur
warme maaltijd O minder dan 10 minuten O 10-20 minuten O 20-30 minuten O 30-60 minuten O langer dan 1 uur
Hebt u het gevoel dat : hij/zij altijd honger heeft ? O nee O ja O onbekend hij/zij nooit honger heeft ? O nee O ja O onbekend andere moeilijkheden gebruik volgende symbolen : = Nee O = Dat weet ik niet. + = Ja Het kind : - O + opmerkingen weigert alle voedsel weigert voedsel als het gegeven wordt, eet wel als hij/zij het zelf mag pakken verslikt zich vaak verslikt zich soms kwijlt laat voedsel soms uit de mond vallen braakt rumineert* eet graag alles in een puree bij mekaar eet graag alles apart eet graag pikante zaken wil overal ketchup (mosterd) bij * rumineren = het in de mond terugbrengen van de maaginhoud
vragenlijst eetproblemen bij ass
Pagina 18
sociale vaardigheden gebruik volgende symbolen : = Nee O = Dat weet ik niet. + = Ja Het kind : - O + opmerkingen kan goed omgaan met drukte kan veel mensen om zich heen goed verdragen verdraagt het goed als je dichtbij komt kan spelen, als anderen in de buurt zijn kan (spel)materiaal delen met anderen kan op zijn/haar beurt wachten kan even wachten zonder iets te doen te hebben tafelmanieren gebruik volgende symbolen : = Nee O = Dat weet ik niet. + = Ja Het kind : - O + opmerkingen kan gedurende korte tijd (5 min) aan tafel blijven zitten kan lange tijd aan tafel blijven zitten loopt rond tijdens het eten eet voor de tv eet met een klein lepeltje eet met een soeplepel eet met een vork eet met mes en vork kan zelf opscheppen neemt heel veel eten tegelijk in de mond neemt heel weinig eten tegelijk in de mond neemt goede porties tegelijk in de mond
vragenlijst eetproblemen bij ass
Pagina 19
gegevens, niet inherent aan autisme gebruikt medicatie O nee O ja O onbekend Indien ja : welke?
heeft problemen met de mondmotoriek O nee O ja O onbekend Indien ja : welke?
heeft medische problemen diarree O nee O ja O onbekend constipatie (verstopping) O nee O ja O onbekend reflux (op dit moment) O nee O ja O onbekend andere, namelijk :
DANK U WEL VOOR HET INVULLEN VAN DEZE LIJST !
vragenlijst eetproblemen bij ass
Pagina 20
BIJLAGE 1 : LIJST VOEDSELVOORKEUREN voedsel aardbeien ananas appel appelsap appelsien abrikoos banaan bessen druiven fruitsla kersen kiwi limonade nectarine peer perzik pompelmoes pruimen rozijnen sinaasappelsap watermeloen chocolademelk Hollandse kaas melk milkshake pudding smeerkaas warme choco ijs yoghurt charcuterie chicken nugget ei fish sticks gebraad hamburger hesp hotdog kip kotelet lever linzen mosselen schnitzel spek steak vis worst
Hoe vaak eet uw kind dit ? niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer
voedsel aardappelen asperges broccoli bloemkool boontjes erwten komkommer maïs paprika rode biet rode kool selder sla soep spinazie tomaat ui worteltjes frietjes kroketten spaghetti lasagne rijst puree couscous pita pizza wit brood bruin brood sandwiches pistolets boter corn flakes choco pops beschuit chips taart koek cake chocolade snoepje water cola koffie andere :
Hoe vaak eet uw kind dit ? niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer
niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer niet soms elke week elke dag meer
vragenlijst eetproblemen bij ass
Pagina 21
literatuurlijst Archer Lynda A. ; Rosenbaum Peter L. ; Streiner David L. (1991). The Childeren’s Eating Behavior Inventory : Reliability and Validity Results. In : Journal of Pediatric Psychology, vol. 16, No. 5, 1991, p. 629-642 Bogdashina, O. (2004). Waarneming en zintuiglijke ervaringen bij mensen met Autisme en Aspergersyndroom. Antwerpen-Apeldoorn : Garant De Clercq, H. (2005). Autisme van binnen uit, een praktische gids. Antwerpen : Houtekiet Gerland, G. (1998). Een echt mens, autobiografie van een autist. Antwerpen : Houtekiet Legge, B. (2002). Can’t Eat, Won’t Eat; dietary difficulties and Autistic Spectrum Disorders. London : Jessica Kingsley Publishers Schrek Kimberly A. ; Williams Keith ; Smith Angela F. (2004). A comparison of eating behaviors between children with and without autism. In : Journal of Autism an Developmental Disorders, v34 n4 p433-438 aug. 2004 Vermeulen, P. & Degrieck, S. (2006). Mijn kind heeft autisme; gids voor ouders, leerkrachten en hulpverleners. Tielt : Lannoo Williams Keith E. Ph. D. ; Feeding program at the Hershey Medical Center via www.hmc.psu.edu/feedingprogram/resources/feedingscreen.pdf (januari 2008) www.autismevlaanderen.be/docs/Sensorisch_Profiel_Checklist.pdf (8 maart 2008, 9u30)
vragenlijst eetproblemen bij ass
Pagina 22