VRAGEN & ANTWOORDEN rond AFVAL A1. Welke bedrijfsafvalstoffen moet ik apart opslaan en laten ophalen? Een overzicht van de verschillende afvalstoffen
De afvalstoffenreglementering VLAREA verplicht de afzonderlijke inzameling en/of ophaling van verschillende soorten afvalstoffen. Ook schilderbedrijven moeten hun afval sorteren. Conform VLAREA moeten volgende afvalstoffen van schilders minstens gescheiden gehouden worden: glasafval, papier- en kartonafval, gevaarlijk afval, klein gevaarlijk afval van vergelijkbare bedrijfsmatige oorsprong en afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA), metaalafvalstoffen. Zodanig sorteren dat de gemengde fractie beperkt wordt tot een minimum of zelfs helemaal verdwijnt, is iets waar ondernemers sowieso naar streven. Niet alleen voor het leefmilieu, maar ook omdat het financieel loont. De afvoer van gemengd afval is in principe steeds duurder dan de afvoer van selectief ingezamelde afvalstoffen. Afvalstoffen komen bij iedere activiteit vrij. Bij de schilder-decorateur komen vooral gevaarlijke afvalstoffen vrij. Deze moeten op een correcte manier behandeld en verwijderd worden. Specifiek afval van een schilder-decorateur kan in de volgende groepen worden ingedeeld: • verfoverschotten • solventen • opruimafval bevuild met o.a. verf • metalen verpakkingen • kunststoffen verpakkingen • niet-gevaarlijk bedrijfsafval • papier- en kartonafval
A2. Door wie wordt mijn gescheiden afval opgehaald? Dit gebeurt door gespecialiseerde firma’s en door intergemeentelijke samenwerkingsverbanden in sommige gemeenten. U moet nagaan of uw overbrenger, (vroegere ophaler) geregistreerd en erkend is voor de afvalstoffen die hij komt ophalen en dit zowel voor niet– gevaarlijk als gevaarlijk afval. U vraagt uw overbrenger steeds een afgiftebewijs. Dit kan een identificatieformulier of een afgiftebon zijn. De lijst van de erkende overbrengers kan u nalezen op www.ovam.be.
Bouwunie Schilders-Decorateurs heeft sedert 2000 het project “Borstel uw afval buiten” lopende voor de ophaling van schildersafval. Op basis van een gezamenlijke aanbesteding kunnen gunstige voorwaarden inzake prijs/ kwaliteit worden aangeboden. Er zijn 6 afvalstromen waarbij u als schilder zelf bepaalt op welke afvalstroom u intekent. Het project is gericht naar kleine en grote schildersbedrijven; er wordt gebruik gemaakt van zowel kleine als grote recipiënten.
A3. Hoe moet ik mijn afvalstoffen opslaan? Afvalstroom 1: Verfoverschotten Welk afval behoort tot deze afvalstroom? • • • • • • • •
Verf, inkt, lijm en harsafval Zowel op waterbasis als op solventbasis Restanten verfafbijter Bevuilde filter Storch Wamab Verharde verfvellen (in bevuild blik) Resten uitgeharde kitten en siliconen Bezinksel (slib van spoelwater) Overschotten van verf en lijm in blik of PVC emmer
Voorwaarden en tips bij het inzamelen en opslaan van de afvalstroom • Afvalstoffen opslaan in vloeistofdichte houder (bv. houder uit kunststof of houder met folie) • Resten van verf e.d. opslaan in originele verpakking • Maximale inhoud van individuele verpakking is 50 liter • Mengen van producten is af te raden • Spuitbussen en chemische producten horen niet tot deze afvalstroom
Afvalstroom 2: Solventen Welk afval behoort tot deze afvalstroom? • Resten en afval van de volgende producten: methanol, white spirit • Thinner (cellulose en synthetisch) • Wasbenzine, terpentijn • Resten van detergent, afweekmiddel, afbijtmiddel en ontvetter • Solventresten en vervuilde solventen • Wassolvent van borstels en rollen
Voorwaarden en tips bij het inzamelen en opslaan van de afvalstroom • Sla de gebruikte solventen op in een transparante bus. Na het bezinken kunt u dan het bovenste deel recupereren of overgieten. • Het deel dat bezinkt hoort bij afvalstroom 1.
Milieuwegwijs voor de schilder-decorateur
1
• Plaats de opgeslagen solventen in een vloeistofdichte houder of op een lekbak. • Zorg op de werf steeds voor een leeg recipiënt. • Zorg voor een goed afsluitbare verpakking. • Corrosieve, giftige en chloorhoudende producten horen niet bij deze afvalstroom. • Geen houtverduurzamingsmiddelen.
Afvalstroom 3: Opruimafval bevuild met verf en andere Welk afval behoort tot deze afvalstroom? • Vodden, beschermkledij • Isolatiematerialen, siliconentubes of verontreinigde absorbentia • Versleten rollen en borstels • Mesresten, lijmkammen • Aanmaakemmers en wegwerpgereedschap • Stof- en spuitmaskers, afplaktape en -folie • Colad mengbekers • Resten van bevuild afdekmateriaal
Voorwaarden en tips bij het inzamelen en opslaan van de afvalstroom • Geen recipiënten onder druk zoals spuitbussen of gasflessen. • Geen poedervormige en vloeibare afvalstoffen • Sla het afval op in een aangepast en gesloten recipiënt. Knoop het afval samen om het volume te verminderen.
Afvalstroom 4: Metalen verpakkingen Welk afval behoort tot deze afvalstroom? • Lege metalen verpakkingen van verf, lijm, hars of inkt • Lege metalen solventbussen
Voorwaarden en tips bij het inzamelen en opslaan van de afvalstroom • Verpakkingen moeten leeg zijn. (leeg: bevat max. een dunne laag verf die een stevige, hechtende en duurzame bekleding vormt op de binnenkant of de bodem) • Maximale inhoud van individuele verpakking is 50 liter. • Niet-lege blikken horen niet bij deze afvalstroom. Ze horen bij afvalstroom 1.
Afvalstroom 5: plastic verpakkingen Welk afval behoort tot deze afvalstroom? • Lege plastic verpakkingen van verf, lijm, hars of inkt • Lege plastic verpakkingen
Voorwaarden en tips bij het inzamelen en opslaan van de afvalstroom • Verpakkingen moeten leeg zijn. (leeg: bevat max. een dunne laag verf die een stevige,
2
Milieuwegwijs voor de schilder-decorateur
hechtende en duurzame bekleding vormt op de binnenkant of de bodem) • Maximale inhoud van individuele verpakking is 50 liter. • De verpakkingen mogen geen metalen voorwerpen bevatten die groter zijn dan 5 cm. • Kunststofverpakkingen die niet leeg zijn, horen niet bij deze afvalstroom. Ze horen bij afvalstroom 1.
Afvalstroom 6: Niet-gevaarlijk bedrijfsafval Welk afval behoort tot deze afvalstroom? • Divers restafval: - afval tapijt (oud en nieuw) - afval vloerbekleding (oud en nieuw) - veegvuil - schuurpapier en diverse schuurmaterialen - isolatiemateriaal - oud pleisterwerk, restanten plamuur - divers bedrijfsafval - verwijderde wandbekleding, lijstwerk
Voorwaarden en tips bij het inzamelen en opslaan van de afvalstroom • Het afval oprollen (bv. tapijt) en/of samenbinden. • Geen gevaarlijk afval • Geen risico-afval • Geen explosief afval • Geen vloeibaar afval • Geen spuitbussen • Geen asbesthoudend materiaal • Geen steenpuin • Geen roofing • De rolcontainers dienen verrijdbaar te zijn. Respecteer het maximum toegelaten gewicht
A4. Welke afvalstoffen moet ik registreren en rapporteren? U moet alle facturen, afgifte- en ontvangstbewijzen en identificatieformulieren van alle opgehaalde afvalstoffen netjes bijhouden in één map met opschrift ‘afvalstoffenregister’. U dient dit afvalregister maandelijks te actualiseren. Enkel als u door OVAM gevraagd wordt uw afvalgegevens te melden, moet u de afvalstromen melden op de voorgeschreven formulieren. Zie integraal milieujaarverslag op http://milieujaarverslag.milieulink.be.
A5. Wat met het verpakkingsafval? De paletten en folies, kartonnen dozen en plastiek bussen zijn verpakkingsafval. Bedrijven die hun bedrijfsmatig verpakkingsafval gesorteerd aanbieden, kunnen daarom
rekenen op een financiële beloning van VALI-PAC. Verpakkingsafval wordt immers beter en gemakkelijker gerecycleerd als het al bij de bron gesorteerd is. VAL-I-PAC voorziet volgende premies: • De recyclagepremie is geldig voor kunststof en houten bedrijfsmatig verpakkingsafval dat door de ontpakker in homogene fracties wordt aangeboden. Anno 2007 bedraagt deze premie bijvoorbeeld € 50 per ton gerecycleerde kunststof; • De containerpremie is geldig op bedrijfsmatig verpakkingsafval dat door de ontpakker in selectieve containers, zakken of andere inzamelsystemen ter recyclage wordt aangeboden. Indien de ophaling via het project van Bouwunie verloopt, dan worden u op het einde van het jaar de nodige documenten bezorgd om dit bij Val-I-Pac aan te vragen.
A6. Wat is de terugnameplicht? In de drie Gewesten (Vlaanderen, Wallonië en Brussel) gelden de bepalingen van het Interregionaal Samenwerkingsakkoord voor de preventie en het beheer van verpakkingsafval. Dit samenwerkingsakkoord legt de ‘verpakkingsverantwoordelijke’ een terugnameplicht en een informatieplicht op. Om aan deze verplichtingen te voldoen, kan de verpakkingsverantwoordelijke aansluiten bij de erkende organismen Fost-Plus en Val-I-Pac. Als schilder dient u na te gaan of uw leverancier is aangesloten bij Val-I-Pac.
A7. Kostprijs van dit alles?* Algemene kostprijs
De kosten voor afvalverwijdering lopen snel op. Zij bestaan uit vier delen: huur container, Transport- en ledigingkost, verwijderingkost en de milieuheffing. Afvalstromen die worden gerecycleerd zijn niet onderhevig aan een milieuheffing. De afvalkost voor gemengd klasse 2 (restafval) is de laatste jaren sterk gestegen. De totale afvalkosten zijn echter meer dan alleen verwerkings- en ophaalkosten. Het is ook een verlies van grondstof. Verfresten zijn bijvoorbeeld grondstoffen die nuttig konden worden gebruikt en bijgevolg moeten deze grondstofverliezen ook meegerekend worden als afvalkost.
Kostprijs BOUWUNIE project
Bouwunie werkt voor een periode van 3 jaren samen met een welbepaalde afvalophaler. De selectie gebeurt aan de hand van een uitgebreid bestek waarop de afvalophalers kunnen intekenen. Tot eind 2007 is Milieu en Leven de ophaler voor het project van Bouwunie Schilders-Decorateurs.
Het afval wordt ingedeeld in 7 afvalstromen, waarvan er 5 typisch schilderafval en tevens gevaarlijk afval zijn. De andere 2 stromen komen ook in andere bedrijven voor. Afvalstroom 1: vaste en pasteuze verfoverschotten Afvalstroom 2: verfoverschotten (in blik of andere verpakkingen), lijmen en bevuilde kleinverpakking vloeibare solventen, methanol en white spirit Afvalstroom 3: opruimafval bevuild met chemische producten: vodden, borstels, maskers, filters, afdekplastiek Afvalstroom 4: lege metalen verfverpakkingen Afvalstroom 5: lege plastieken verfverpakkingen Afvalstroom 6: niet-gevaarlijk restafval: behangpapier, behangboeken, wandbekleding, stukken vloerbekleding, schuurpapier Afvalstroom 7: papier- en kartonafval Voor afvalstromen 1, 2, 4, 5 en6 wordt de factuur samengesteld op basis van: • de verwerkingskosten voor de afvalsoort • de ophaalkosten: - de voorrijkosten per ophaling - de plaats die het recipiënt inneemt op de vrachtwagen
Verwerkingsprijs per afvalstroom 1 2 3 4 5
vaste en pasteuze verfresten: 0,59 EUR/kg solventen: 0,47 EUR/kg opruimafval besmeurd met verf: 0,52 EUR/kg lege metalen verfverpakkingen: 0,32 EUR/kg lege plastiek verfverpakking: 0,42 EUR/kg
De ophaalkosten Voorrijkosten per ophaling: 23,50 EUR per ophaling
Recipiënt • 30 liter vloeistofvat: GEEN supplement • 60 liter vloeistof of dekselvat: GEEN supplement • 200 liter vloeistof of dekselvat: GEEN supplement paletbox (1 m³) 15,00 EUR (+ 2,90 EUR per maand huur) Voor afvalstromen 3 en 7 is de ophaalfrequentie zeer prijsbepalend. Daarom wordt een ander systeem gehanteerd. Info hierover kan u opvragen bij Bouwunie Schilders-Decorateurs, Spastraat 8, 1000 Brussel, tel. 02 238 06 05, fax 02 238 06 11 of via e-mail
[email protected]. De prijzen zijn exclusief BTW. (*): prijzen geldig vanaf 1 januari 2008, neem hiervoor contact op met BOUWUNIE
Milieuwegwijs voor de schilder-decorateur
3
VRAGEN & ANTWOORDEN aangaande MILIEUWETGEVING M1. Welke activiteiten zijn vergunningsplichtig? Welke bedrijven hebben een milieuvergunning nodig of moeten een melding doen?
Voor de opslag van verven, verdunners en andere chemicaliën kan een milieuvergunning of melding noodzakelijk zijn. Welke inrichting een milieuvergunning nodig heeft of een melding moet doen, wordt bepaald in VLAREM I (Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning). De indeling werd bepaald aan de hand van een indelingslijst met een 60tal rubrieken. Wij geven u een overzicht van de belangrijkste rubriek voor de schilders: rubriek 17 ’opslag van gevaarlijke stoffen’. Om na te gaan onder welke rubriek een product valt, bekijkt u welke kenmerken het heeft (giftig, schadelijk, ontvlambaar, enz.). De kenmerken kan u nalezen op de verpakking. U kunt eveneens de veiligheidsfiche opvragen bij uw leverancier. Hierop vindt u de kenmerken van de producten.
Rubriek 3 17
17.3.2.
17.3.3.
17.3.4.
17.3.5.
17.4
Afhankelijk van de aard en samenstelling van het product, de maximale opslag en de inhoud van de verpakking kan u onder klasse 3, 2 of 1 vallen. De wetgeving maakt onderscheid tussen een milieuvergunning (klasse 1 of 2) en een milieumelding (klasse 3). Tot klasse 1 behoren de meest milieubelastende inrichtingen tot klasse 3 de minst belastende. Een handig instrument om na te gaan of u een melding of vergunning nodig heeft, is de milieuvergunningenwegwijzer. Meer info over deze gebruiksvriendelijke online toepassing vindt u op http://wegwijzer.milieuinfo.be/. Een klein, doorsnee schildersbedrijf heeft veelal een beperkte opslag van verven en thinners. Indien dan voldaan wordt aan de bepalingen vermeld bij rubriek 17.4 dan zal veelal een melding (klasse 3) volstaan. Van alle rubrieken die van toepassing zijn op uw bedrijf, bepaalt de rubriek met de hoogste klasse of er melding moet gebeuren (inrichtingen die enkel onder klasse 3 vallen), dan wel een vergunning aangevraagd moet worden (wanneer de hoogste klasse, klasse 1 of 2 is ). Indelingslijst van de hinderlijke inrichtingen (bijlage 1 van VLAREM I)
Omschrijving en Subrubrieken
Klasse
Het lozen van afvalwater: afhankelijk van het debiet, type afvalwater (Vlarem maakt onderscheid tussen huishoudelijk en bedrijfsafvalwater), graad van verontreiniging en zuiveringsinstallatie. Gevaarlijke producten: Voor de toepassing van de indelingscriteria dient zowel rekening gehouden met de hoofdeigenschap (bv. irriterend, ontvlambaar, corrosief, etc.) van het product als met het ontvlammingspunt ervan (zeer licht, licht ontvlambaar). Voor vloeibare brandstoffen dient enkel rekening gehouden met het ontvlammingspunt. Inrichtingen voor de opslag voor zeer giftige, giftige en ontplofbare stoffen met een opslagcapaciteit van: 1° meer dan 10 kg tot en met 100 kg 2° meer dan 100 kg tot en met 1 ton 3° meer dan 1 ton Opslagplaatsen voor oxiderende, schadelijke, corrosieve en irriterende stoffen met een totaal inhoudsvermogen van: 1° a) 200 kg tot en met 10 000 kg, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied b) 200 kg tot en met 1 000 kg, wanneer de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied 2° a) meer dan 10 000 kg tot en met 50 000 kg, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied b) meer dan 1 000 kg tot en met 50 000 kg , wanneer de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied 3° Meer dan 50 000 kg Opslagplaatsen voor zeer licht ontvlambare en licht ontvlambare vloeistoffen met een totaal inhoudsvermogen van: 1° a) 50 l tot en met 1 000 l, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied b) 50 l tot en met 500 l, wanneer de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied 2° a) meer dan 1 000 l tot en met 30 000 l, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied b) meer dan 500 l tot en met 30 000 l, wanneer de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied 3° meer dan 30 000 l Opslagplaatsen voor zeer lichr ontvlambare en licht ontvlambare vloeistoffen met een totaal inhoudsvermogen van: 1° 100 l tot en met 5 000 l 2° meer dan 5 000 l tot en met 100 000 l 3° meer dan 100 000 l Opslag van gevaarlijke stoffen in verpakkingen van maximaal 25 l of kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 l of kg en 5 000 l of kg
3, 2, 1
3 2 1 3 3 2 2 1 3 3 2 2 1 3 2 1 3
Vraag bij uw leverancier de veiligheidsfiches van de gekochte producten op. Zij geven u een overzicht van de exacte kenmerken van het product. 4
Milieuwegwijs voor de schilder-decorateur
M2. Hoe bekom ik een vergunning? Hoe en waar een milieuvergunning of melding indienen? Waar in te dienen(*)?
Melding
Milieuvergunning
gemeente- of stadsbestuur
klasse 2: gemeente of stadsbestuur klasse 1: provinciebestuur: bestendige deputatie
Aantal exemplaren?
1 exemplaar
klasse 2: 7 exemplaren klasse 1: 10 exemplaren
Na welke tijd wordt de vergunning verkregen?
De dag na het indienen van de melding mag de exploitatie gestart worden
Klasse 2: vaste procedure van 3 maanden (verlengbaar met de helft) Klasse 1: vaste procedure van 4 maanden (verlengbaar met de helft)
Op welk formulier moet de aanvraag gebeuren?
Meldingsformulier
Aanvraagformulier milieuvergunning
Duur vergunning?
geen einddatum
max. 20 jaar einddatum is op de vergunning vermeld.
(*) plaats van de exploitatie Voor meer informatie kan u terecht bij de milieudienst van uw gemeente- of stadsbestuur.
M3. Welke afvalwaters ontstaan door schilderactiviteiten? Lozen van afvalwater
Bij het reinigen van borstels e.d. ontstaat afvalwater. Dit spoelwater kan gevaarlijke stoffen bevatten. Het lozen van dit afvalwater is enkel toegelaten als daarvoor een vergunning afgeleverd werd en voor zover de lozingsnormen nageleefd worden. Afvalwater dat gevaarlijke stoffen bevat, kan problemen veroorzaken in de riolering en in de waterzuiveringsinstallatie. Afvalwater recuperen kan door er een flocculatiemiddel aan toe te voegen. Deze stof zorgt ervoor dat de verontreiniging gaat samenklitten en bezinken. Het gereinigde water kan dan hergebruikt worden. Het bezinksel (slib, zie hoger: afvalstroom 1) kan worden opgehaald.
M4. Opslag van producten De opslag van verven en andere producten moet voldoen aan enkele voorwaarden. De opslag van meer dan 50 l zeer licht ontvlambare en licht ontvlambare vloeistoffen moet gebeuren in een veiligheidskast of aparte ruimte. Belangrijke aandachtspunten hierbij zijn:
• de opslag moet in een gecompartimenteerde brandvrije ruimte gebeuren. Voorzie een brandwerende deur (die naar buiten opengaat) die bij brand automatisch sluit. • voorzie een inkuiping die ¼ van de totale opslag kan opvangen (bv. niveau opslagplaats 5 cm lager dan omliggende vloer). De vloer moet vloeistofdicht zijn en bestand tegen inwerking van de opgeslagen producten. • voorzie voldoende verluchting (natuurlijk of kunstmatig). Een opslagplaats in een kelder is verboden. • voorzie volgende pictogrammen: verbod vuur, verbod open vlam, verbod roken en verboden toegang voor onbevoegden. • sluit alle verpakkingen goed af. Zo voorkomt u het ontstaan van gevaarlijke dampen. • voorzie in deze ruimte explosievrije verlichting. • het schoeisel van de werknemers mag geen vonken kunnen veroorzaken. Let dus op met schoenen met blootliggende stalen top. • bij morsen direct opruimen met een geschikt absorptiemedium (bv. absorptiekorrels). • gevaarsymbolen van de opgeslagen producten moeten op de deur vermeld worden. • verwarmingstoestellen die geen ontsteking kunnen veroorzaken, zijn toegelaten. Verwarmingstoestellen met open vlam zijn verboden. • voorzie voldoende brandblustoestellen.
Milieuwegwijs voor de schilder-decorateur
5
M5. Wat wordt bedoeld met VOS-emissie, een reductieprogramma en een oplosmiddelenboekhouding? In tal van verven, vernissen, impregneerproducten e.a. komen Vluchtige Organische Stoffen (VOS) voor. Deze hebben een negatieve impact op het leefmilieu én de volksgezondheid. Ze lozen een bepaalde hoeveelheid dampen bij kamer- of werktemperatuur. Directe gevolgen hiervan zijn o.m. irritatie, een verminderde longfunctie en kanker. Het gebruik van VOS heeft ook indirecte gevolgen. In combinatie met NOx vormen ze troposferische ozon, de zogenaamde zomersmog.
6
Eén van deze reglementeringen is de ‘National Emission Ceilings (NEC)’-richtlijn waarbij nationale emissie-plafonds voor luchtverontreinigende stoffen, bv. VOS worden vastgelegd. Om de doelstellingen van de NEC-richtlijn te halen, zijn verschillende maatregelen noodzakelijk, m.n. het beperken van emissies van VOS tijdens de productie en het op de markt brengen van producten met een lager VOS-gehalte. Om te verzekeren dat producten met een lager VOS-gehalte op de Europese markt worden gebracht, werd de Europese Richtlijn 2004/42/EG, ook wel de Verfrichtlijn genoemd, opgesteld. Deze legt bepalingen vast voor decoratieverven en voor producten voor het overspuiten van voertuigen.
Ook ozon heeft op zijn beurt een negatieve impact op het leefmilieu en de volksgezondheid. Gevolgen voor de mens zijn oog-, neusen keelirritaties, een verminderde longfunctie, ontstekingen en overgevoeligheid van de luchtwegen. Maar ook planten en materialen zoals plastiek, rubber, textiel en verven ondervinden een negatieve impact, bv. minder opbrengst van landbouwgewassen, afsterven van bossen, verminderde materiaalkwaliteit, kleine scheurtjes, kleurverandering e.a.
De Europese Verfrichtlijn werd omgezet in Belgisch recht met het Koninklijk Besluit van 7/10/2005 inzake de reductie van het gehalte aan VOS in bepaalde verven en vernissen en in producten voor het overspuiten van voertuigen (BS 19/10/2005).
Dit groot aantal risico’s heeft geleid tot tal van reglementeringen op Europees niveau. De lidstaten, waaronder ook België, zijn verplicht deze reglementeringen om te zetten in een eigen wetgeving.
De producenten verschaffen meestal accurate voorlichting over de mogelijkheden en de correcte toepassing van hun producten aan de schilder-decorateur. Correcte toepassing van de producten leidt immers tot kwaliteitswerk.
Milieuwegwijs voor de schilder-decorateur
Verfproducenten zijn inmiddels volop bezig om het productieproces aan deze richtlijn aan te passen of hebben deze aanpassing al doorgevoerd.
PREVENTIETIPS – Milieuverantwoord productgebruik P1. Afvalpreventie ’Preventie van afval is het voorkomen of beperken van het ontstaan van afval (kwantitatieve preventie), en/of het verminderen van de totale milieu-schadelijkheid van afval (kwalitatieve preventie).’ In de definitie is sprake van twee soorten preventie. In eerste instantie moet gestreefd worden naar een kwantitatieve preventie: het verminderen van de hoeveelheid afval. In tweede instantie is de kwalitatieve preventie belangrijk: het verminderen van de schadelijkheid van niet te vermijden afval voor de mens en het milieu.
P2. Good housekeeping Uit vragen en antwoorden rond afval blijkt duidelijk dat een schilder wordt geconfronteerd met een strenge en gecompliceerde milieuwetgeving (vergunningen, meldingen en afvoer gevaarlijk afval). Voldoen aan de geldende wetgeving, zoals een degelijke selectieve inzameling en correcte ophaling/verwerking van afvalstoffen, komt het milieu ten goede. Uiteraard zijn hier kosten aan verbonden. Het invoeren van preventiemaatregelen houdt enerzijds deze kosten zo laag mogelijk en levert anderzijds het bedrijf ook heel wat extra voordelen op: • kostenreductie: Een eerste belangrijk voordeel is het verminderen van het totale prijskaartje van de afvalverwijdering. Hierbij wordt niet enkel rekening gehouden met het ophalen van de afvalstoffen maar ook met de aankoopprijs van de producten. Bijvoorbeeld: wanneer u gebruikte solventen laat bezinken, kan u een deel hergebruiken. Hierdoor beperkt u de hoeveelheid vervuilde solventen, maar ook de hoeveelheid nieuwe solventen die u moet aankopen. • groen imago: Op een preventieve manier te werk gaan, geeft uw onderneming een groen imago. Communiceer dit naar uw klanten. De klant beseft steeds meer het belang van een gezond milieu en weet dat een goede inzameling en verwerking van afvalstoffen daartoe bijdraagt. Hij begrijpt dat dit niet gratis kan en aanvaardt zijn bijdrage in de kosten. • daling van de milieu-impact: Door het toepassen van afvalpreventie daalt de impact die uw onderneming heeft op het milieu.
• het zwaard van Damocles: een schilderbedrijf is onderworpen aan heel wat verplichtingen. Niet in orde zijn, houdt risico’s in. Er is natuurlijk de invloed op het milieu en, niet te vergeten, het risico op boetes. Correct inzamelen garandeert zekerheid op het vlak van ongevallenverzekering en brandpreventie. • efficiënt werken: Afvalpreventie garandeert eveneens efficiëntie. Afvalstoffen correct opslaan en verwijderen leveren u een niet te verwaarlozen tijdsvoordeel op. • voorkomen (preventie) is beter dan genezen: Iedere onderneming heeft de plicht om op een preventieve manier te werk te gaan, of anders gezegd, te handelen als een goede huisvader.
P3. Afvalpreventie – afvalhergebruik Goede preventie = teamwork.
Een belangrijke manier om preventief te werk te gaan, is “good housekeeping”. Dit betekent dat u tijdens elke handeling goed en zorgvuldig te werk gaat. Het is belangrijk dat iedereen binnen het bedrijf zich bewust is van het nut van afvalpreventie. Goede afvalpreventie is vaak het resultaat van teamwork.
Hoe preventie in het bedrijf invoeren? Een goede afvalpreventie in een bedrijf kan enkel slagen als dit systematisch en in teamverband gebeurt. Om correct aan afvalpreventie te doen, is een goed inzicht in de verschillende afvalstromen nodig. Hierbij is een systematische aanpak van groot belang. Deze aanpak is opgenomen in het milieuzorgsysteem ISO 14001. Hieronder vindt u een vereenvoudigde praktische versie van dit milieuzorgsysteem. De systematische aanpak is onderverdeeld in 3 fasen, nl.: • planfase • uitvoeringsfase • controle- en bijstuurfase.
Milieuwegwijs voor de schilder-decorateur
7
Planfase Een goed preventieplan heeft een goede voorbereiding nodig. Veel aandacht voor de planfase is van groot belang. Een goede inventarisatie van de verschillende afvalstromen is noodzakelijk enerzijds als basis van het systeem en anderzijds voor de resultaatmeting van de ingevoerde preventiemaatregelen (zie controlefase). Inzamelen van gegevens De eerste stap in de planfase is het verzamelen van gegevens. De nodige gegevens zijn o.a.: • administratieve gegevens (personeel, vergunningen, werkverdeling, …) • technische gegevens (veiligheidsfiches, huidige werkmethoden, …) • milieugegevens: • facturen (aankoop grondstoffen, ophaling afval, …) • aangiften (Integraal Milieu Jaarverslag, …) Opmaken van de inventaris De verzamelde gegevens kunnen per afvalstroom in een schema ingevuld worden. Het is niet de bedoeling dat iedere bron van afval verder onderzocht wordt. Enkel afvalstromen die echt in het oog springen, worden verder onder de loep genomen. Hieronder vindt u een praktisch voorbeeld.
Zoeken preventieopties Na het inventariseren kan gezocht worden naar preventieopties voor de relevante bron van afval. De beste manier om preventieopties op te sporen, is het organiseren van een brainstormsessie waarop iedereen binnen het bedrijf is uitgenodigd. Tijdens een dergelijke sessie is het de bedoeling dat alle mogelijke preventieopties opgesomd worden. Het is niet de bedoeling dat per optie wordt nagegaan of die haalbaar is. Dit gebeurt in de volgende fase. Hieronder vindt u een praktisch voorbeeld. Afvalstroom: Afvalstroom 2: solventen Bron: Reinigen algemeen - Codenummer: AFV2/1 Mogelijke preventieopties: • beter afplakken van de ondergrond, … • hergebruik van solventen • ander product gebruiken • morsen beperken, …
Analyse haalbaarheid van de preventieopties Na het opsommen van de mogelijke preventieopties kan nagegaan worden welke van deze opties haalbaar zijn. De haalbaarheid kan onderzocht worden op basis van 3 punten: • technisch (is deze optie technisch mogelijk) • organisatorisch (is deze optie organisatorisch uit te werken) • economisch (levert deze optie economische voordelen op)
Afvalstroom: Afvalstroom 2: solventen Codenummer: AFV2 Bron (activiteit)
Oorzaak per bron
Hoeveelheid en Aandeel (%)
Verder onderzoek J/N
Codenummer verder onderzoek
Reinigen borstels
Vervuilde borstels
100 l (10 %)
N
-
Reinigen materialen
Vervuilde materialen
100 l (10 %)
N
-
Reinigen algemeen
Verwijderen verfspatten, ...
800 l (80 %)
J
AFV2/11
Totaal
1
8
1000 l (100 %)
Dit codenummer kan u zelf toekennen. Het voorbeeld is samengesteld uit de afvalstroom (afvalstroom 2, AFV2) met daarna een nummer per verder te onderzoeken deel.
Milieuwegwijs voor de schilder-decorateur
Afvalstroom: Afvalstroom 2: solventen Bron: Reinigen algemeen - Codenummer: AFV2/1 Preventieoptie
Technisch haalbaar
Organisatorisch haalbaar
Economisch haalbaar
1. beter afplakken van de ondergrond
J
J
J
2. hergebruik van solventen
J
J
J
3. ander product gebruiken
N
J
N
4. morsen beperken
J
J
J
Uit dit schema blijkt dat opties 1, 2 en 4 over de volledige lijn haalbaar zijn. Enkel optie 3, ’gebruik van een ander product’, blijkt technisch en economisch niet mogelijk. Met een ander product wordt geen kwalitatief werk afgeleverd en het product kost 40 % meer.
Uitvoeringsfase De volgende fase in het systeem is het invoeren van de uitgekozen preventieopties. Stel indien nodig een actieplan op dat u met de volledige groep kunt bespreken. Zorg daarna voor voldoende informatieverspreiding binnen het bedrijf. Stel iemand binnen het bedrijf aan als aanspreekpunt. Eventuele problemen kunnen aan deze persoon gesignaleerd worden.
Controle- en bijstuurfase Na het invoeren van de preventiemaatregelen kan periodiek nagegaan worden wat het effect daarvan is. Om te kunnen vergelijken, moet opnieuw een inventaris opgemaakt worden (zie planfase). De gegevens uit de nieuwe inventaris kunnen dan vergeleken worden met de basisgegevens. Zo nodig kunnen de preventieopties bijgestuurd worden. Op deze manier blijft het systeem continu in beweging, en kan er gestreefd worden naar continue verbetering.
Preventietips in het schildersbedrijf
We onderscheiden 6 fasen waarbij preventie mogelijk is: • preventie in de offerte • preventie tijdens de voorbereiding van de werken • preventie tijdens de uitvoering van de werken • preventie bij de reiniging • hoe afvalstoffen verminderen • preventie bij opslag van de producten.
Preventie in de offerte Al in de offerte kan u suggesties doen naar de mogelijkheden tot beperking van de milieuverontreiniging. De opdrachtgever heeft vaak niet de nodige kennis van de gebruikte technieken en producten. Bespreek met hem de mogelijkheden om de milieuhinder te verminderen en wijs op de eventuele voor- en nadelen: • toepassing van minder milieuhinderende technieken en producten • efficiënte inzameling van de afvalstoffen • leveren van nazorg (bv. periodieke controle en herstellen van kleine beschadigingen). Wijs in uw offerte duidelijk op de milieuvriendelijke werkwijze binnen uw schildersbedrijf.
Preventie tijdens de voorbereiding van de werken Tips voor het verwijderen van oude verflagen en het voorbereiden van de ondergrond e.d.: • Afschuren is de milieuvriendelijkste manier om oude verflagen te verwijderen. • Afbranden is te vermijden. Deze manier van werken veroorzaakt veel (al dan niet chemisch) afval. • Een afbijtmiddel kan schadelijke en giftige stoffen bevatten. Zorgvuldig gebruik is dan ook een must. Afbijtmiddelen in combinatie met water geven een gecontroleerde afvalstroom die beperkt blijft tot het strikte minimum. Het afvalwater wordt opgevangen en gezuiverd in een filterinstallatie. • Ontvetten kan nu ook zonder ammoniak. Er bestaan milieuvriendelijkere producten (zie de preventie bij reiniging). • Plak alles zorgvuldig af. Zo beperkt u het reinigen na het uitvoeren van de werken.
Milieuwegwijs voor de schilder-decorateur
9
Preventie tijdens de uitvoering van de werken Schilderen • Werk nauw samen met de verfleveranciers of –adviseurs wat betreft de toepassing van technieken of producten. Informeer u hierover grondig. • De keuze tussen een roller of een borstel hangt voor een groot deel af van het te schilderen object en de voorkeur van de schilder. Een roller werkt sneller maar heeft ook enkele nadelen: • verfverlies door spatten • een roller is moeilijker schoon te maken en te bewaren • een roller gaat minder lang mee dan een goede borstel maar kan toch verschillende keren gebruikt worden • een roller wordt vaker weggegooid. Bewaar de roller voor een korte periode in kunststoffolie. Voor langere perioden kan u kiezen voor speciale bewaarboxen. Behangen • Kies voor een bepaalde activiteit de correcte lijm. Belangrijke aspecten zijn: • de te lijmen materialen • het uitzicht van het oppervlak (ruw, poreus, …) • de gestelde eisen (belasting, bestendigheid, …) • Inventariseer vooraf de hoeveelheid lijm die u nodig heeft. Hou hierbij rekening met toekomstige werken. Bepaal zo de optimale hoeveelheid aan te kopen lijm. • Sluit de verpakking direct na gebruik en bewaar ze op een droge, koele en vorstvrije plaats.
10
Milieuwegwijs voor de schilder-decorateur
• Voorkom morsen van lijm. Opgedroogde lijm is vaak moeilijk te verwijderen. • Koop milieuvriendelijke lijm zonder solventen. • Koop lijm met een zo groot mogelijk toepassingsgebied.
Preventie bij de reiniging • Gebruik licht verontreinigde solventen om een eerste keer te reinigen. Deze solventen kunnen afkomstig zijn van het bezinken van al gebruikte solventen. • Er bestaan al diverse vervangingsproducten voor de traditionele oplosmiddelen: - gebruik vegetable cleaning agents (VCA’s). Dit zijn oplosmiddelen die gemaakt zijn van plantaardige oliën. Deze zijn vluchtig, bevatten geen schadelijke dampen en zijn niet brandbaar (gemakkelijkere opslag). Ze zijn duurder dan de gewone oplosmiddelen, maar gaan ook veel langer mee. VCA’s zijn dus een goed vervangmiddel. - Naast de VCA’s kan u ook kiezen voor high boiling solvents. Deze solventen verdampen minder snel en zijn bijgevolg minder schadelijk voor de mens en het milieu. - Een derde vervangingsproduct is een mengsel van water, een oplosmiddel en een emulgator. De emulgator zorgt ervoor dat het water en het oplosmiddel zich goed vermengen. Dit product is kanten-klaar verkrijgbaar. Gebruik niet meer solventen dan nodig. Werk samen met uw leverancier om het juiste product te bepalen.
Productfiche Verven en Vernissen V1. Overzicht producten Verf
Vernis
Beits
dekkende kleurlak (vormt film op ondergrond)
doorschijnende lak (vormt film op ondergrond)
indringende olie die hout voedt (accentueert houtstructuur)
Eigenschappen:
Eigenschappen:
Eigenschappen:
• beschermt de ondergrond (hout, metaal, …) tegen weersomstandigheden, vochtigheid, vuil
• beschermt hout tegen weersomstandigheden, vochtigheid, vuil
• beschermt hout tegen weersomstandigheden, vochtigheid, vuil
• moet in meerdere lagen (soms 3-5) worden aangebracht en jaarlijks gecontroleerd en bijgewerkt
• geen grondlaag nodig
• grondlaag is (meestal) nodig • bevat pigmenten die de verkleuring door het zonlicht (UV) voorkomen • zowel voor binnen- als buitentoepassingen Harsen worden toegevoegd als bindmiddel (vormt dekkende laag).
• meestal binnen toegepast omdat er geen pigmenten worden toegevoegd, waardoor makkelijk verkleuring optreedt onder invloed van het zonlicht Harsen worden toegevoegd als bindmiddel (vormt dekkende laag).
V2. Samenstelling verven en vernissen Op basis van de oorsprong van de bestanddelen worden verven en vernissen ingedeeld in twee grote groepen: • synthetische verven bevatten bestanddelen uit de petrochemie. • bij natuurverven zijn alle bestanddelen natuurlijke stoffen, van plantaardige of minerale oorsprong. Verf bestaat uit drie hoofdbestanddelen: een bindmiddel, een oplosmiddel en pigmenten. Naast de drie hoofdbestanddelen bevatten verven nog een aantal hulpstoffen en eventueel vulstoffen. De verhoudingen van de hoofdbestanddelen verschillen naargelang de verfsoort. Vernissen bevatten geen pigmenten. Zij hebben dus slechts twee hoofdbestanddelen, namelijk een oplosmiddel en een bindmiddel. Daarnaast bevatten zij net zoals verven nog een aantal hulpstoffen, maar geen vulstoffen. Hier worden kort de verschillende soorten bestanddelen van verven en vernissen besproken: • bindmiddel • oplosmiddel • pigment • hulpstoffen • vulstoffen
• laat transport van waterdamp vanuit de onderlaag toe: vocht kan weg uit het hout, wat houtrot voorkomt • veelal toegepast buiten
Hoofdzakelijk olie wordt toegevoegd als bindmiddel (dringt in hout).
Bindmiddel
Een bindmiddel is nodig om alle bestanddelen van de verf en voornamelijk de pigmenten aan elkaar en aan de ondergrond te binden. Zij vormen na droging de verffilm en zorgen ook voor de basiseigenschappen van de verf, namelijk de droging, hardheid, glans, weerbestendigheid, … Als bindmiddel gebruikt men voornamelijk harsen zoals alkydharsen, acrylharsen en/of oliën. In verf en vernis is het bindmiddel het hoofdbestanddeel en de meeste verven en vernissen worden dan ook benoemd naar hun bindmiddel.
Oplosmiddel
Het oplosmiddel zorgt ervoor dat het bindmiddel oplost, waardoor de verf vloeibaar wordt en makkelijk aan te brengen is. Het gebruikte oplosmiddel is dan ook afhankelijk van het soort bindmiddel. Door mengsels van oplosmiddelen te gebruiken, wordt het oplossend vermogen beïnvloed. Na het aanbrengen van de verf verdampt het oplosmiddel volledig. Het oplosmiddel kan bestaan uit organische verbindingen of uit water. In deze productfiche worden organische oplosmiddelen aangeduid als solventen. Het is op basis van de aard van het oplosmiddel dat verven worden ingedeeld in solventgedragen of watergedragen verven.
Milieuwegwijs voor de schilder-decorateur
11
De organische oplosmiddelen die in de synthetische verven gebruikt worden (een gekend voorbeeld is white spirit), zijn meestal koolwaterstoffen die geproduceerd worden uit aardolieproducten. Zij behoren tot de groep van de Vluchtige Organische Stoffen (VOS). Bij de productie van verf komen VOS vrij, net als bij het verven zelf. Na het aanbrengen van de verf verdampen deze VOS meestal volledig uit de verf. Ze vormen een belasting voor de gezondheid van de gebruiker en hebben een impact op het milieu. VOS kunnen de vorming van ozon op het leefniveau bevorderen, wat kan leiden tot zomersmog. Daarnaast vergroten ze het gat in de ozonlaag en het broeikaseffect. Synthetische verf met water als oplosmiddel (watergedragen verf) bevat nog steeds een beperkte hoeveelheid solvent. De emissies naar de lucht toe zijn echter veel kleiner. Ook natuurverven kunnen zowel watergedragen als solventgedragen zijn. Watergedragen natuurverf bevat geen organisch oplosmiddel. In solventgedragen natuurverven zijn de VOS van plantaardige oorsprong, zoals citrusolie of terpentijn. Citrusolie wordt gevormd uit de schillen van citrusvruchten. Terpentijn wordt gewonnen uit pijnbomen of dennenbomen. Terpentijn is niet hetzelfde als terpentine. Beide zijn organische koolwaterstoffen, maar hebben een verschillende oorsprong. Terpentijn is van natuurlijke oorsprong en niet te verwarren met terpentine, een andere benaming voor white spirit (een aardolieproduct).
Pigmenten (geldt niet voor vernissen)
Pigmenten zijn niet oplosbare deeltjes die de verf zijn kleur geven, een bescherming vormen
12
Milieuwegwijs voor de schilder-decorateur
tegen ultraviolete straling en zorgen voor de dekkracht. Ze bestaan uit mineralen (zouten en metaaloxiden) of organische stoffen (op basis van koolstof). Organische pigmenten geven de verf kleur. Voor natuurverf worden minerale, plantaardige of dierlijke pigmenten gebruikt.
Hulpstoffen
Hulpstoffen worden aan de verf toegevoegd om de eigenschappen te verbeteren. Zo heeft men hulpstoffen om het droogproces te versnellen, om de verf te kunnen bewaren en te voorkomen dat de verf gaat klonteren, schuimen, schimmelen of roesten, om de oplosbaarheid van de harsen te verbeteren, … Haast alle verven bevatten droog- en bewaarmiddelen. Als droogmiddelen worden vaak verbindingen van zware metalen zoals lood, kobalt en mangaan gebruikt. Een aanwezigheid van 0,25 % lood is toegestaan zonder dat het op de verpakking moet worden vermeld. Watergedragen verven bevatten extra bewaarmiddelen. In natuurverven worden hulpstoffen zo veel mogelijk vermeden of worden natuurlijke vervangers gezocht. Natuurverven in poedervorm zoals caseïneverf, kalkverf, leemverf bevatten geen hulpstoffen.
Vulstoffen (geldt niet voor vernissen)
Vulstoffen maken de verf dikker en worden vooral gebruikt om de verf matter te maken, maar soms ook om andere eigenschappen te beïnvloeden zoals de schuurbaarheid of hardheid. Krijt, talk, bentoniet, gips, gemalen puimsteen en leisteen worden als vulstoffen gebruikt.
V3. Soorten verven Verf kan worden ingedeeld in twee hoofdgroepen: • synthetische verf van petrochemische afkomst • natuurverf van natuurlijke grondstoffen. Elke hoofdgroep kan op zijn beurt worden onderverdeeld in twee groepen: • de watergedragen verven • de solventgedragen verven. Deze indeling/naamgeving kan professionele schilders de wenkbrauwen doen fronsen, meer bepaald de naamgeving synthetische verf op waterbasis. Met deze productfiche willen we een leidraad bieden om de belangrijkste milieuknelpunten bij verf op te sporen. De gehanteerde indeling maakt de wereld van de verf heel wat overzichtelijker en gestructureerder. Naargelang het gebruikte bindmiddel en de verhouding tussen de hoofdbestanddelen ontstaan de verschillende verfsoorten. Hier worden de voornaamste verfsoorten besproken en enkele voor- en nadelen vernoemd.
Synthetische verven Synthetische verf op solventbasis Alkydverf Alkydverven geven veel glans en worden lakverven genoemd. Ze worden vaak gebruikt voor toepassingen waarbij slijtvastheid en weerstand tegen een mechanische belasting of tegen (extreme) weersomstandigheden belangrijk zijn. Alkydverven zijn weinig waterdoorlatend en daarom niet geschikt voor muren of plafonds. Muren en plafonds zijn grote oppervlakken die de vochtregulatie in huis moeten toestaan. Daarom moeten deze oppervlakten dampdoorlatend zijn. Een alkydverf is een traditionele oplosmiddelrijke (40 tot 60 %) verf. Deze verf bevat alkydhars als bindmiddel. De term alkyd is een samentrekking van de woorden alcohol en acid (zuur). Het geeft aan waaruit het bindmiddel wordt gemaakt, namelijk bepaalde alcoholen, oliën en vetzuren. Het oplosmiddel is meestal white spirit. Na verdamping van de white spirit reageert het alkydhars met zuurstof waardoor een gesloten verffilm ontstaat. High solid alkydverf High solid betekent een hoog vaste stofgehalte. Er bestaan high solid alkydverven die veel minder oplosmiddelen bevatten (15 tot 20 %) en meer bindmiddel en vulstoffen. De technische eigenschappen van deze verf zijn gelijkaardig aan die van traditionele alkydverf én de belasting voor de mens en het milieu is heel wat lager. Ook de high solid alkydverven vormen een verffilm door oxidatie van het alkydhars met zuurstof.
Synthetische verf op waterbasis Terwijl de term synthetische verf op waterbasis hier gehanteerd wordt om een eenvoudige indeling qua verfsoorten mogelijk te maken, wordt de term niet gebruikt in het schildersmilieu. Daar spreekt men van dispersieverven. De term watergedragen kan de indruk wekken dat deze verven beter voor het milieu en de gezondheid zijn dan alkydverven. Dit is niet noodzakelijk zo. De milieuproblemen situeren zich alleen op een ander vlak. Waar de oplosmiddelen van de alkydverven luchtverontreiniging en gezondheidsproblemen veroorzaken, vormen de synthetische verven op waterbasis een niet te onderschatten milieubelasting door de hoge mate van waterverontreiniging. Acrylaatverf of acrylverf Acryl is een verkorting van het woord acrylaat. Het bindmiddel van acrylverf is acrylaathars. Dit bindmiddel bestaat uit kleine bolletjes verdeeld in water, vandaar de naam acrylaatdispersieverf. Het oplosmiddel is water en 5 tot 10 % organisch oplosmiddel is toegestaan. Acrylaatverf bevat meer bewaarmiddel (waarvan sommige soorten schadelijk zijn) dan de alkydverven en de high solids. Deze bewaarmiddelen brengen een extra milieubelasting met zich mee, zowel tijdens de productie- als tijdens de afvalfase. Acrylaatverf is een fysisch drogende verf, het water verdampt waarna de acrylaatdispersie een verffilm vormt. Van zodra de laag gehard is, is ze niet meer oplosbaar in water. Acrylaatverven worden veelal toegepast als muur- en plafondverven. Deze verven zijn meer dampdoorlatend dan oplosmiddelgedragen verven, wat een belangrijke eigenschap is voor muurverf. Ook voor hout worden watergedragen verven gebruikt. Vinylverf Deze verf verschilt enkel van de acrylaatverf wat betreft het gebruikte bindmiddel. In plaats van acrylaatharsen worden hier vinylharsen gebruikt zoals polyvinylacetaat. Acrylaathars is duurder dan vinylhars, maar wel duurzamer en kleurvaster. Latexverf Latexverven kennen specifieke toepassingsgebieden. Ze zijn bijvoorbeeld erg goed bestand tegen bevuiling, omdat ze perfect afwasbaar en ondoordringbaar zijn. Zo kan u ze zelfs gebruiken op oppervlakken waar veel spatwater komt (lavabo’s, aanrechten, enz…) of zelfs waar vet en andere moeilijk te verwijderen vuil kan spatten (boven het fornuis in de keuken, bijvoorbeeld). Omdat latexverven erg dampdicht zijn, worden ze best op beperkte oppervlakken gebruikt, om te vermijden dat vocht zich opstapelt in de ruimte.
Milieuwegwijs voor de schilder-decorateur
13
De aanduiding latexverf wordt door verfproducenten ook vaak gebruikt voor alle watergedragen verf, zonder onderscheid te maken tussen acrylaatverf of vinylverf.
Twee voorbeelden: silicaatverf en kookverf
Natuurverven
Voor buitengevels is silikaatverf zeer geschikt. Juist toegepast heeft deze verf een zeer lange levensduur (tot 80 jaar!). Basisvoorwaarde is dat niet geverfd wordt op een minerale ondergrond zoals beton of bakstenen muren met cementhoudende voegspecie. De verf zal dan verzepen. Natuurlijke grondstoffen vormen de basis van silikaatverf. De verf bestaat uit vloeibaar kalisilikaat (waterglas) afkomstig uit de bodem en anorganische kleurpigmenten.
Als bindmiddel wordt natuurhars (damarhars, colophonium), olie (lijnolie vervaardigd uit vlas, houtolie, …), minerale delfstoffen (kalk, leem, …) of producten van dierlijke oorsprong (kalkcaseïne) gebruikt. De pigmenten zijn van minerale oorsprong (aardpigmenten, ijzer- of metaaloxiden) of van organische oorsprong (plantaardig of dierlijk). Het toevoegen van hulpstoffen wordt tot een minimum beperkt en er wordt bewust gekozen voor de meest ecologische stoffen. Kortom voor natuurverven worden steeds natuurlijke grondstoffen van plantaardige of minerale oorsprong gebruikt. Dit resulteert in een kleinere milieubelasting op het vlak van energieverbruik en vervuiling tijdens de winning, de productie-, gebruiks- en afvalfase.
Natuurverf op solventbasis Organische oplosmiddelen of solventen van natuurlijke oorsprong zijn terpentijn en citrusolie. Citrusolie is afkomstig uit de schillen van citrusvruchten, terpentijn wordt gewonnen uit pijn- of dennenbomen. Ook deze oplosmiddelen, die volledig plantaardig van oorsprong zijn en volledig afbreekbaar, zorgen hoe dan ook voor luchtverontreiniging.
Natuurverf op waterbasis Watergedragen natuurverven bevatten uitsluitend water als oplosmiddel en geen organische oplosmiddelen. Dit in tegenstelling tot watergedragen synthetische verf waarin nog een kleine hoeveelheid organisch oplosmiddel zit. Er komen geen schadelijke dampen vrij als de verf droogt en de verf irriteert de huid niet.
Poederverf Natuurverf is zowel vloeibaar als in poedervorm verkrijgbaar. De poederverf wordt meestal in papier verpakt en op de werkplek aangemaakt met water. Er is geen toevoeging van bewaarmiddelen en schimmelwerende stoffen nodig. Er is minder transport van water en minder verpakking nodig. De milieubelasting bij natuurverven in poedervorm is werkelijk minimaal.
14
Milieuwegwijs voor de schilder-decorateur
Silikaatverf
Kookverf Voor onbewerkt, ruw en verweerd hout is kookverf zeer geschikt. Het is een verf die reeds eeuwenlang in Scandinavische landen wordt gebruikt. Het bindmiddel van deze verf is stijfselpap, een plantaardige lijm die gemaakt wordt door tarwebloem enige uren te koken. Het oplosmiddel bestaat uit zuiver water. Droge kookverf is waterdoorlatend en vormt zo een “ademende” houtbeschermingslaag. Wanneer de binnenkant met een beschermende laag is afgewerkt, kan waterdamp van binnen naar buiten diffunderen omdat de weerstand aan de buitenzijde het kleinst is. Hierdoor wordt vochtophoping onder de verflaag voorkomen. Kookverf geeft het houtwerk echter geen bescherming tegen scheurvorming aan de oppervlakte tengevolge van snelle uitdroging. Daardoor is het minder geschikt voor het verven van kozijnen, deuren en ramen. Het kan uitstekend toegepast worden op ruw buitenwerk.
Half-natuurlijke verven
Naast de zuivere natuurverven, zijn er halfnatuurlijke verven. Hier worden iso-parafines (of isoalifaten) als oplosmiddel toegevoegd omdat bijvoorbeeld citrusolie erg duur is en terpentijn allergieopwekkend kan zijn voor gevoelige personen. Iso-parafines zijn minder milieuschadelijk, maar wel afkomstig van een niet hernieuwbare grondstof (aardolie). Isoalifaat is ontgeurde white spirit.
Overzicht van de belangrijkste categorieën Synthetische verf
Natuurverf
solventbasis (alkydverf/high solidalkyd verf)
waterbasis (acrylaatverf/vinyl verf)
solventbasis
waterbasis
bindmiddel
alkydhars
acrylaathars/ vinylhars
natuurlijke harsen, oliën (o.a. lijnolie en houtolie), minerale bindmiddelen (o.a. kalk, leem), kalkcaseïne
oplosmiddel
alkydverf: 40 % tot 60 % organisch oplosmiddel (VOS), vaak white spirit high solid alkydverf: 15-25 % organisch oplosmiddel (VOS)
water en 5-10 % organisch oplosmiddel (VOS)
terpentijn of citrusolie
pigmenten
van organische (petrochemisch) of minerale oorsprong
van organische (plantaardig of dierlijk) of minerale oorsprong
hulpstoffen
vaak schadelijke stoffen om roest, schimmel, bederf, enz. tegen te gaan
vaak schadelijke stoffen om roest, schimmel, bederf, enz. tegen te gaan
zoveel mogelijk afkomstig van hernieuwbare grondstoffen: bv. etherische oliën als bewaarmiddel
droogstoffen
droogstoffen
water
geen toevoeging van antischimmel of antiroestmiddel
extra toevoeging van schadelijke bewaarmiddelen
V4. Soorten vernissen Net zoals bij verven bestaan er vernissen op waterbasis en op solventbasis en kunnen ze samengesteld zijn uit natuurlijke grondstoffen of grondstoffen van petrochemische oorsprong. Uit milieu- en gezondheidsoverwegingen kiest u best watergedragen producten. Naast deze opdeling wordt bij vernis gesproken van 1-component of 2-componenten vernis. Bij een 1-component vernis gaat het over één product, bij een 2-componenten vernis is er een basisproduct (hoofdbindmiddel) en een verharder. Door het samenvoegen van de twee ontstaat, na chemische droging, een harde en slijtvaste laag. Net zoals bij verven ontstaan er verschillende soorten vernissen al naargelang het gebruikte bindmiddel. Hieronder worden enkele soorten vernis besproken.
Polyurethaan vernis
Het bindmiddel bestaat tenminste voor een deel uit polyurethaan. Dit zorgt ervoor dat er een harde en slijtvaste deklaag wordt gevormd die bestand is tegen zuren, huishoudelijke producten, alcoholen en ammoniak. Polyurethaan vernis bestaat zowel in een 1-component-vorm als in een 2-componenten-vorm. De 1- component-vorm is soms op waterbasis, het gebruik van deze vernis is eenvoudig en de geuroverlast is miniem.
De 2-componenten-vorm bevat vluchtige organische stoffen.
meestal
Acrylvernissen
Bij acrylvernissen is het bindmiddel, net zoals bij de acrylverf, het acrylaathars. De vernis droogt zeer dun op, ook al is een behoorlijk dikke laag aangebracht. De vernis is kleurloos, verkleurt niet in zonlicht en de laag is blijvend flexibel. Dit kan handig zijn voor bepaalde toepassingen, maar voor andere juist niet. Voor het behandelen van parket bijvoorbeeld wordt deze vernis afgeraden omdat hij niet genoeg uithardt. Hij kan wel als onderlaag aangebracht worden om nadien afgewerkt te worden met een polyurethaanvernis.
Zuurhoudende vernissen
Een zuurhoudende vernis is een 2-componenten-vernis die formaldehyde, een erg schadelijk product, bevat. Langdurige blootstelling aan formaldehyde kan ernstige gezondheidsproblemen veroorzaken.
Natuurvernis
Ook in vernissen bestaan soorten die op basis van natuurlijke grondstoffen geproduceerd worden. Voor hen geldt hetzelfde als voor de natuurverven.
Milieuwegwijs voor de schilder-decorateur
15
MILIEU op het WEB www.argusmilieu.be
Milieuinfopunt van de KBC. Interessante site voor het zoeken van milieuinformatie per thema. (geeft links van artikels en websites per milieuthema)
www.eco-efficiëntie.be
Overkoepelende website van OVAM i.v.m. het begrip eco-efficiëntie. Met o.a. algemene uitleg, enkele bedrijfsvoorbeelden, overzichten van publicaties en links.
www.emis.vito.be
Vlaams Energie- en Milieu Informatiesysteem, met o.a.: • databanken van o.a. milieubedrijven, bodemsaneringstechnieken, waterzuiveringstechnieken, erkende deskundigen, … • BBT-kenniscentrum met links naar andere BBT-informatiebronnen (o.a. BBT-studie koetswerkherstelbedrijven). • kalender milieuevenementen, nieuwsberichten, nieuwe wetgeving.
www.emis.vito.be/navigator
Gecoördineerde versies van actuele milieuwetgeving.
www.envirodesk.com
Deze site omvat o.a. recente wetgeving, een afvalstoffenbeurs, een interessante nieuwsbrief (EnviroZine) wekelijks via e-mail.
www.energiesparen.be
Welke subsidies bestaan er voor uw bedrijf op vlak van energiebesparing?
www.fostplus.be
Info over huishoudelijke verpakking, verpakkingsverantwoordelijke, ...
www.ivcie.be
Interregionale verpakkingscommissie; wetgeving rond verpakkingsafval.
www.lne.be
Website van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE) van de Vlaamse overheid.
www.milieulink.be
Goede startpagina voor een milieucoördinator, met o.a.: • Milieu Quick Link voor snelle links naar Vlaamse en Federale milieuwebsites via (Ovam, Ifest, Ondernemen, Emis, …) • internet milieugids (interessante links) • aparte deelsite voor de milieucoördinator (VMD-VMC), …
www.milieuinfo.be wegwijzer.milieuinfo.be
De portaalsite van beleidsdomein leefmilieu en natuur. Deze site maakt je op een eenvoudige wijze wegwijs in de milieuwetgeving.
milieujaarverslag.milieuinfo.be
Wetgeving Integraal Milieujaarverslag, inhoud Integraal Milieujaarverslag, downloaden in te vullen documenten.
www.milieukalender.com
Op deze site krijgt u gratis een chronologische kalender van de periodiek te vervullen milieuverplichtingen voor uw bedrijf en de mogelijkheid om ervan tijdig per e-mail verwittigd te worden.
www.ondernemen.vlaanderen.be
Helpt ondernemingen bij vervullen van formaliteiten en procedures, hoe een milieuvergunning in te vullen, bodemattest, ...
www.ovam.be www.onderneming.ovam.be
Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest. Informatie gericht op bodem en afval, met aparte deelsites voor overheden, ondernemingen en bodemsaneringsdeskundigen. Bevat o.a. wetgeving en info i.v.m. afval en bodem, vergunde overbrengers en verwerkers van afvalstoffen, links met STIP, Presti, etc., …
www.valipac.be
Info over verpakkingsverantwoordelijke, ontpakkers, wetgeving, ...
www.vibe.be
Informatie van Vlaams Instituut voor Bio-Ecologisch Bouwen en Wonen over natuurlijke bouw- en inrichtingsmaterialen, hemelwater gebruiken, goed isoleren, gezond binnenklimaat, energiezuinige technieken.
www.vlaanderen.be/ecologiepremie Website rond welke energie- en milieubesparende maatregelen in aanmerking komen voor subsidie via de ecologiepremie (bv. gesloten reinigingsapparaat verfpistolen). www.vlao.be
Het Vlaams Agentschap Ondernemen stelt de ervaring en knowhow van zijn deskundigen tot uw beschikking en begeleidt en adviseert ondernemers in talrijke domeinen o.a. ruimtelijke ordening, milieu, efficiënt energiegebruik, innovatie, enz. Het VLAO is het aanspreekpunt van de Vlaamse Overheid voor elke ondernemer.
www.vmm.be
Vlaamse Milieumaatschappij. Informatie gericht op lucht en water, meetdatabanken water en lucht, databank waterkwaliteit, deelsite i.v.m. heffing op afvalwater (info en formulieren).
16
Milieuwegwijs voor de schilder-decorateur