Nieuwsbrief Vrijwilligers PWN Nummer 37,winter 2015
Colofon De redactie van de Nieuwsbrief Vrijwilligers PWN wordt gevormd door : Klaas Pelgrim Ellen Roosloot Jan Jaap Moerkerk Hermine Smit Jaap Koper Monique Verhaar
In dit nummer:
Voorwoord Een zomer van uitersten ligt achter ons. Een hittegolf die een kleine week aanhield, droogte, 60 uur hevige regenval achter elkaar en eind juli een ware zomerstorm. Wat die storm heeft betekent voor de door ons beheerde natuurgebieden leest en ziet u in deze Nieuwsbrief. Zo heeft een aantal mooie bomen in elk geval het veld moeten ruimen. We hebben ook afscheid genomen van twee jonge wisentstieren. In deze brief meer over de voorbereiding op hun vertrek naar Spanje. Waardoor ze, dat kan ik alvast verklappen, goed zijn aangekomen in hun nieuwe thuisland. Verder nemen we in deze brief afscheid van Rob Mul als onze huisdichter. We bedanken hem van harte voor zijn mooie gedichten en nodigen hierbij andere lezers uit hun zielenroerselen met ons te delen. Verderop in deze brief nemen we nog op passende wijze afscheid van hem…. De opgang van de (van oorsprong Romeinse) Nederlandse wijngaardslak komt uitgebreid aan bod. Want deze slak voelt zich inmiddels goed thuis in ons duingebied. Natuurlijk heeft Jaap Olbers weer een mooi roofvogelverhaal en ik heb Jan van der Meij opgezocht om hem te vragen naar de laatste stand van zaken inzake PWN-beleid rond fietsers in de duinen. Uiteraard ontbreken onze vaste rubrieken niet: Nieuws uit het Zuiden, Varia, de fotohoek en een prachtig laatst gedicht van Rob Mul. We hopen dat u weer zult genieten van deze uitgave. Namens de redactie, Ellen Roosloot
p1 Voorwoord P2 Stormschade in het duin P4 Vrijwilligersuitje P6 Mieren onderzoek P7 Fietssporen in het duin P8 Roofvogels vangen P9 Natuur als ontspanningsruimte P10 Gezond Natuur Wandelen P11 Wijngaardslakken P16 Wisentstieren naar Spanje P17 Dwergmuis P19 Varia P21 Fotohoek P22 Afscheid Rob Mul P23 Gedicht
Deze nieuwsbrief is door en voor vrijwilligers van PWN. Opmerkingen, suggesties of bijdragen, kunt U mailen 11 naar de redactie:
[email protected]
Storm van 25 juli veroorzaakt grote schade in het duingebied De storm van zaterdag 25 juli heeft in het door PWN beheerde duingebied een enorme ravage aangericht. Het aantal omgewaaide bomen is bijzonder groot ten opzichte van de winterstormen van de afgelopen jaren. De bomen, die volop in het blad stonden, konden de grote hoeveelheid water en harde wind niet aan. De meeste slachtoffers waren monumentale bomen, volop in blad en dus zwaar. Extra kwetsbaar omdat ze vaak boven de andere begroeiing uit steken. Ook hout wat relatief makkelijk breekt. Niet gek dus dat zij omwaaiden. Vooral loofbomen, zoals de populier, de abeel en de wilg, hebben het loodje gelegd. Vanaf het moment dat de storm is gaan liggen was het tot zondagavond laat, alle hens aan dek voor de boswachters van PWN. Zij hebben ervoor gezorgd dat de belangrijkste wegen en fietspaden weer begaanbaar werden. Kettingzagen, trekkers en veel mankracht kwamen hieraan te pas.In Zuid hadden vier boswachters dienst: Ina Roels, Ruud Maaskant, Ruud Prins en Wout te Boekhorst. Terwijl Ruud Prins het toezicht op zich nam, zijn de anderen gelijk begonnen met het vrijzagen van de toegangen en de fietspaden. En het wisent- en de veerasters niet te vergeten, want ook daar lagen de bomen kriskras overheen.Eerst moest echter een helpende hand geboden worden aan politie en brandweer.Daar het verkeer op de Zeeweg helemaal vastzat en takken en bomen op en over auto’s vielen zijn de boswachters eerst begonnen met vrijzagen van de weg. Zo konden mensen tenminste weg uit de gevarenzone! Toen de politie en brandweer de Zeeweg later afsloten voor al het verkeer, is men in het duin aan de slag gegaan… Zondag hebben ook de boswachters van regio Zuid die geen dienst hadden, zich bij hun collega’s gevoegd. Voor het ruimen van de takken en het wegduwen van de stammen waren twee trekkers ingehuurd.
Vrijwilliger Jaap Tol, normaliter wandelroutecontroleur, bood spontaan zijn hulp aan na zijn zondagse hardlooprondje en verwisselde zijn sportkledij voor zijn werkjas om de rest van de dag mee te werken.. Andere vrijwilligers liepen gelijk al de eerste week na de storm alle rasters en wandelroutes na en koppelden hun bevindingen, al dan niet met foto’s ter verduidelijking mooi terug naar de boswachters en het onderhoudsteam. Zo wisten ze precies wat ze waar moesten ruimen. Vooral populieren en abelen zijn het slachtoffer geworden van de storm. Op de plek waar kort geleden een nieuwe fietsenstalling bij het Bezoekerscentrum De Kennemerduinen was geplaatst, was het een ware ravage. Een aantal forse populieren hadden het loodje gelegd en lagen kris kras over de hekken en het fiets- en wandelpad. Nadat het eerste leed geleden was is men ook nog met hoogwerkers het duin in gegaan om loshangende takken uit bomen te zagen voordat die spontaan op de grond zouden vallen (met alle mogelijke gevolgen van dien).
TOP
222
HOME
De boswachters van regio Noord en Midden en de mensen van het Onderhoudsteam hebben meteen na de storm een inventaris opgemaakt en aannemer Hes ingehuurd, die alle knelpunten heeft vrijgemaakt. Volgende stap was om de hangende takken, die gevaar opleveren voor de bezoekers, weg te zagen. Aangezien het overwegend natuurgebied betreft, valt de schade relatief mee . Hier en daar een kapot raster of een paar kapotte palen. Erger is dat bijvoorbeeld rondom de karpervijver monumentale abelen zijn omgewaaid en in het Bergerbos een paar grote beuken.
Ook bij de ingang Bakkum is een voorbeeld van een gesneuvelde abeel te zien.
De bomen hebben op zich geen schade veroorzaakt maar het is wel jammer. Ten opzichte van de regio Zuid was de schade in Midden en Noord beperkter. De NRO-mannen die zich na de storm meteen in de kettingzagen hebben gestort zijn: Theo Aardenburg, Paul Hendriks, Piet Diemeer, Frank Wezenaar, Rob de Waard en Sjaak de Wildt. De komende weken wordt nog hard gewerkt om ook de smalle wandelpaden en ruiterpaden weer veilig toegankelijk te maken. Het onderhoudsteam van PWN en diverse aannemers zullen deze werkzaamheden uitvoeren. De sporen van de storm zullen nog lang zichtbaar zijn. Jammer van de prachtige, grote bomen maar een nieuwe kans voor andere planten en dieren. Dit is natuur zoals we eigenlijk willen: altijd in beweging… De extra kosten die door deze storm gemaakt zijn al ruim € 40.000,-. Eén ding is zeker: dit bedrag zal nog aanzienlijk oplopen. Met dank aan Ina Roels, Jenny van Rijn en Marianne Snabilie voor hun input. Fotografen: Ina Roels, Marianne Snabilie en vrijwilliger Elvincente.
Jan Jaap Moerkerk
TOP
333
HOME
PWN vrijwilligers uitje 2015. Op 5 september jl vond het jaarlijkse PWN vrijwilligersuitje plaats. Deze keer was gekozen voor een activiteit in de regio Zuid. Na de koffie en thee bij restaurant Parnassia werd de groep vrijwilligers in tweeën gesplitst om onder leiding van boswachter Coen van Oosterom en adviseur PWN Marieke Kuipers op pad te gaan richting de “Noordwest Natuurkern”. Begin 2013 werd project Noordwest Natuurkern opgeleverd, nadat vijf windsleuven in de zeereep waren gegraven om het duin weer nieuw leven in te blazen. Tijdens de wandeling werd uitleg gegeven over de werkzaamheden die in het verleden zijn verricht en de resultaten tot op heden.
In de afgelopen tijd zijn er enorme hoeveelheden zand verplaatst. 5 september bleek een goede dag te zijn om een stuifproject te bezoeken en aan den lijve te kunnen ondervinden hoeveel zand er verplaatst wordt tijdens een noordwesten wind (kracht 6). Op onderstaande foto ziet u één van de groepen door het zand het duin op ploeteren.
TOP
444
HOME
De Houtglop Op de terugweg, ongeveer 75 minuten later, waren alle voet afdrukken weer volledig verdwenen. Ter hoogte van de Houtglop werd door PWN ecoloog Hubert Kivit uitleg geven over de mogelijke effecten van het project en de resultaten tot op heden op de insecten populatie.
Uitleg gegeven door Hubert Kivit
Deze, in mijn ogen zeer geslaagde dag, werd in het Duincafé van het Bezoekerscentrum De Kennemerduinen onder het genot van een drankje en hapje afgesloten.
Foto’s: Coen van Oosterom, Jeroen van de Boon en Jan Jaap Moerkerk.
Jan Jaap Moerkerk
TOP
555
HOME
Peter Boer doet onderzoek naar mieren Peter Boer doet als vrijwilliger onderzoeken in de natuur. Zijn werkgebied bestrijkt een behoorlijk gebied in de duinen die PWN beheert. Naast de teken doet hij ook onderzoek naar de mieren.
Voor Peter is alles in de natuur interessant. Voor het een wat minder en voor het ander wat meer. Peter vindt de mieren niet alleen interessant vanwege hun sociale leven, maar ook de ecologie rond mieren vind hij vele malen interessanter. ,,In onze duinen zijn mieren buitengewoon (en dan overdrijf ik niet) belangrijk. Op elke vierkante meter leven mieren. Ze graven er gangen, ze shovelen de aarde met minerale bestanddelen naar de oppervlakte, ze draineren hun omgeving, ze stellen de airconditioning regelmatig bij, ze regelen de vochthuishouding, enzovoorts. Ze brengen reliëf in de bodem, waardoor verschillen in abiotische omstandigheden ontstaan en daar reageren allerlei planten verschillend op. De bodem rond een mierennest is luchtiger, warmer en vochtiger, waardoor planten er gemakkelijker kiemen en zich sneller en vaak eerder in het jaar ontwikkelen. Nogal wat mierensoorten slepen met zaden en verspreiden daardoor talloze plantensoorten”, legt hij uit. Volgens Peter houden mieren er ondergrondse en bovengrondse veestapels op na en jagen ze op allerlei organismen die in planten of in of op de bodem leven. ,,Vanwege de hoge dichtheden waarin mieren voorkomen, is het doden en als voedsel gebruiken van dieren door mieren enorm. Doordat elke mierensoort een andere voedselstrategie en neststructuur heeft, heeft dat ook weer zijn effect op het micromilieu van de bodem. Het kan dus niet anders dan dat de vegetatie door mieren wordt beïnvloed. Het is zelfs vaak zo dat vegetatie X op plaats Y voorkomt, omdat mierensoort Z daar leeft en zijn eigen omgeving creëert”, vertelt Peter. Peter heeft uit een onderzoek in de woestijn van Arizona geconcludeerd, dat wanneer je alle mieren dood, de plantendichtheid wordt verdubbeld. In een vergelijkbaar onderzoek in Australië blijkt dat 15 maal meer. Als deze lijn zich doorzet, dan zijn mieren van groot belang voor de instandhouding van de grijze duinen. ,,Het spreekt voor zich dat ingrepen in de natuur door natuurbeheerders, niet altijd gunstig uitpakken voor mieren en zelfs tot bedreigingen van mierenpopulaties kunnen leiden”, zegt Peter. Over de teken wil hij nog het volgende kwijt. ,,Interessanter is de vraag wat de natuurbeheerder aan de toename van teken kan doen. Daar is geen duidelijk antwoord op te geven. Bovendien kun je je afvragen over welke tekensoort je het dan hebt: de schapenteek (die zich graag op ons lijf vastzuigt) of de vlekkenteek. De laatste kan ziekten veroorzaken onder honden en het vee. De vlekkenteek, die pas in deze eeuw voor het eerst in Nederland is vastgesteld, neemt explosief toe, vooral daar waar grote grazers grazen. De veeboeren die de grazers aan de natuurbeheerders leveren halen hun vee overal vandaan, maar natuurbeheerders hebben daar geen controle over. Daardoor wordt de toename enorm in de hand gewerkt. In minder dan vijftien jaar, komt de vlekkenteek nu ‘overal’ in Nederland voor”, zegt Peter.
Jaap Koper
TOP
666
HOME
Fietssporen in het duin In Nieuwsbrief 36 maakte Jaap Olbers gewag van fietssporen die dwars door het Melkvlak liepen (zie artikel ‘Veranderingen in het duin’) en vond dit een onaangename ontdekking. Hardop vroeg hij zich af op welke manier PWN hiertegen optreedt. Voor de redactie reden om contact op te nemen met Jan van der Meij, manager NR, die dit onderwerp in zijn portefeuille heeft.
Ik vroeg Jan hoe het zit met het PWN-beleid (en dan met name t.a.v. mountainbikers) in de duinen. Jan geeft aan dat er duidelijke huisregels zijn voor diegenen die onze natuurgebieden bezoeken. Ze zijn te vinden bij elke ingang van de door PWN beheerde gebieden. Een van die regels is dat gasten in het terrein op de paden blijven. Jan vertelt dat PWN regelmatig onderzoekt of de regels bij onze bezoekers bekend zijn en dit is het geval. Ook bij de grote groep mountainbikers die regelmatig in de natuur te vinden is. Natuurlijk is het vervelend dat sommigen van hen zich niet aan de afspraken houden. Zeker tijdens het broedseizoen zijn de boswachters daarom alert op fietssporen buiten de paden. Om vervolgens in actie te komen en het onderhoudsteam van NR te vragen de versgemaakte paden weer dicht te zetten met takken om zo duidelijk te maken dat daar geen pad is. Ook bij deze klus is de inzet van de vrijwilligers onontbeerlijk want de takken worden ingespit. Jaarlijks is een klankbordgroepbespreking waarbij vertegenwoordigers van mountainbikers, wandelaars en Stichting Duinbehoud elkaar treffen. Het is een van de manieren om begrip voor elkaars standpunt te krijgen, de relatie te onderhouden en eventueel gezamenlijke doelen te bepalen. Dit gesprek heeft half augustus plaatsgevonden en resultaten ervan zijn bij de uitgave van deze Nieuwsbrief nog onbekend. Mogelijk komen we hier op een later moment op terug! Als een mountainbiker in overtreding staande gehouden wordt door de boswachter kan hij rekenen op een fikse boete (€ 97,00) per overtreding. Overigens komen de gelden van processen verbaal die boswachters van PWN uitschrijven, ten goede van de rijkskas. PWN krijgt hier niets van….. Als laatste wil Jan nog meegeven dat ook in de gebieden loslopend vee verantwoordelijk kan zijn voor het ontstaan van nieuwe paden….
Ellen Roosloot
TOP
777
HOME
Roofvogels vangen In mijn lagere-school-jaren fantaseerde ik graag over hoe ik een vogel zou kunnen vangen. Ik wist wel dat er lijmstokken gebruikt werden, maar het plaksel dat binnen mijn bereik was, werkte niet; dat snapte ik als kind al. Ook mijn primitieve boog en pijl – met een gemeen spijkertje bovenin een takje van de vlier – voldeden niet. Maar ik kon wel uren geduldig bij een val de wacht houden en hopen, dat een merel onder het openstaande gaasdeurtje op zoek zou gaan naar broodkruimels en stukjes regenworm. Deze techniek wordt nog steeds toegepast door de vogeltellers van de Vinkenbaan Castricum. Zij het met grote ramen, slagnetten en krachtige veren, die vanuit de kijkhut ontgrendeld kunnen worden. Ook meterslange vangnetten die hoog tussen bomen en struiken gespannen zijn, bewijzen de tellers goede diensten. 21 augustus meldde een collega van de RNKD – Roofvogelwerkgroep Noord-Kennemerlands Duin – dat de bemanning van het telstation een sperwer en een havik bij een inspectie in de netten aangetroffen hadden. De sperwer was dood, de havik slaagde erin bij zijn bevrijding te ontsnappen, maar in een verderop hangend mistnet raakte hij alsnog verstrikt. Zo kon worden vastgesteld, dat het een geringd exemplaar was. Ook de sperwer was geringd. Hun broedgegevens staan in mijn boekje; ik was getuige van hun registratie. Deze sperwer is wel erg onfortuinlijk: hij is op 9 augustus al in de vangnetten terechtgekomen en zijn ring werd afgelezen, nummer 1516840. Zijn gegevens zijn door onze ringer Marc van Bakel in de computer ingevoerd, zodat de vanger kon vaststellen, dat de vogel op 9 juli dit jaar geringd is. Hij woog tóén 160 gram en was 19 dagen oud, dus uit het ei gekropen op 20 juni. Op 9 augustus woog hij 121,5 gram. Het arme dier is een week later weer in het net terecht gekomen, maar nu in de klauwen van de jonge havik. De sperwer woog nog slechts 100,3 gram.
Sperwer heeft een duif geslagen( foto: Cees Schotten)
De havik, ook een man, was al op 28 mei door Guido Keyl geringd en kreeg nummer 6163759. Zijn gewicht was 533 gram. Zijn vleugeltje was bijna 10 cm lang. Op 16 augustus woog hij 578,8 gram. Zijn wellicht volgroeide vleugel was 32 cm lang. De havik kon de kleine en verzwakte sperwer gemakkelijk aan.
TOP
888
HOME
Guido Keyl bezig met ringen ( foto: Klaas Pelgrim)
Later hoorde ik van Kees Roselaar, ook verbonden met de Vinkenbaan, dat de dode sperwer na onderzoek toegevoegd wordt aan de grote voorraad balgen van de Universiteit. Maar ook, dat “ons” exemplaar extra waardevol is als studiemateriaal, omdat de meeste gegevens over sperwers doortrekkers betreft, afkomstig meestal uit verre streken, zoals Scandinavië. Nummer 1516840 draagt de genen van Noord-Hollandse ouders.
Jaap Olbers, september 2015
Natuur als ontspanningsruimte Uit de factsheet van het IVN gaat het deze keer over de natuur als bewegingsruimte. De factsheet is opgesteld door omgevingspsycholoog Agnes van den Berg die pionierend onderzoek doet naar gezondheidseffecten van natuur. Dat de natuur als ontspanningsruimte net zo belangrijk is als de bewegingsruimte, blijkt ook nu weer na een aantal onderzoeken met opmerkelijke uitkomsten. In Amerika hebben onderzoekers gemerkt dat bijvoorbeeld mensen na een galblaasoperatie minder pijnstillers nodig hebben en sneller naar huis kunnen als zij in een kamer met uitzicht op bomen dan op een stenen muur. Bij Amerikaanse studenten gaat de bloeddruk sneller omlaag na een stressvolle autorit als ze in een kamer terecht komen met uitzicht op bomen, dan in een kamer met uitzicht op de stad. Ditzelfde geldt bij bloeddonoren in de leeftijdscategorie van 17 tot 70 jaar uit Amerika. Zij krijgen een lage stressfactor bij het geven van bloed als zij kijken naar natuurfilms, dan wanneer de donoren kijken naar beelden van drukke winkelstraten en –centra. Ook in Nederland zijn er onderzoeken geweest. Zo raken Nederlandse studenten sneller hun negatieve gevoelens kwijt wanneer zij een korte video bekijken van bospaden dan wanneer dat niet gebeurd. Een half uur tuinieren in een volkstuin leidt tot een sneller en compleet herstel van stress, wanneer diezelfde tijd wordt doorgebracht met het lezen van tijdschriften. Kinderen van Nederlandse scholen uit de groepen 5 en 6 zijn na een natuurbelevingsprogramma minder angstig, zorgelijk, verdrietig of boos dan wanneer dat zij dit niet doen. De persoonlijke noot komt van mijzelf. Sinds begin augustus heb ik een krantenwijk in Bentveld. Een behoorlijk lommerrijke omgeving met bomen en weinig verkeer. Dit voelt voor mij een stuk prettiger aan, dan wanneer ik datzelfde werk misschien doe in een wat meer rumoerige omgeving waarbij ik toch meer op mijn hoede moet zijn door onverwachte verkeersmanoeuvres.
Jaap Koper TOP
999
HOME
In september 2014 is Gezond Natuur Wandelen op zes locaties van start gegaan in Haarlem e.o. en op Texel. Het gaat om een door vrijwilligers begeleide, gratis wandeling van een uur door een groene omgeving. In de eerste plaats bedoeld voor mensen die meer willen gaan bewegen en voor iedereen die wandelen met een groep leuk vindt. De stichting Gezond Natuur Wandelen Nederland organiseert deze wandelingen in nauwe samenwerking met organisaties op het gebied van natuurbescherming, wandelsport, gezondheidszorg en welzijn. In Engeland is Gezond Natuur Wandelen onder de naam Walking for Health al jaren een groot succes. Duizenden mensen doen er elke week aan mee. Wetenschappelijk onderzoek heeft daar aangetoond dat vooral mensen die vanuit zichzelf minder dan een half uur per dag bewegen enorm veel baat hebben als ze gaan wandelen. Ze leven gemiddeld 3 tot 5 jaar langer en voelen zich stukken beter. Ze slapen beter, hebben minder last van stressgevoelens en door het elke week lopen met een groep voelen veel mensen zich minder eenzaam. Door meer te bewegen lopen mensen een veel kleiner risico allerlei chronische ziekten te krijgen. Daarbij gaat het niet alleen om zwaarlijvigheid (obesitas). Zo neemt bij meer dan een half uur bewegen per dag het risico op hart- en vaatziekten met zo’n 30 % af, type-2 diabetes en darmkanker met 40 %, borstkanker met 30 %, depressieve klachten met gemiddeld 25 % en Alzheimer met zo’n 40 %. Ook longklachten en klachten aan het bewegingsapparaat komen veel minder voor. Onvoorstelbaar hoge getallen! (bron rapport Walking works van D. Moor, 2013). Als je nagaat dat in Nederland ruim een derde van de mensen minder dan een half uur per dag beweegt, is er dus heel veel te winnen! Onderzoek heeft ook aangetoond dat deze positieve effecten nog groter zijn wanneer je in de natuur , of in ieder geval in een groene omgeving, beweegt in plaats van binnen. Onderzoek van het NIVEL in 2013 op Texel gaf aan dat bijna de helft van de bezoeken van Texelaars aan hun huisarts te maken heeft met aandoeningen van het bewegingsapparaat, ademhalingsorganen, hart- en vaatziekten, diabetes en depressie. Er valt dus veel te winnen. Maar los van alle positieve effecten op welzijn en gezondheid, de laagdrempelige wandelingen zijn in de eerste plaats gewoon erg leuk. Elke wandeling wordt begeleid door 2 vrijwilligers. Inmiddels zijn er ruim 30 opgeleide vrijwilligers beschikbaar voor de wandelingen in en rond Haarlem en op Texel. Deelnemers hoeven zich niet van te voren op te geven en de wandelingen zijn gratis. Er wordt in de groep rekening gehouden met tempoverschillen van de wandelaars. Op een paar plaatsen wordt gedurende de wandeling even gestopt om iets te vertellen over de natuur die we tegenkomen. Na afloop kunnen degenen die dat willen (tegen gereduceerd tarief) een kopje koffie of thee drinken met de groep. Bevordering van sociale cohesie en vermindering van gevoelens van eenzaamheid bij de deelnemers zijn belangrijke effecten van de wandelingen. Ook hopen we zo een nieuwe doelgroep voor natuur te bereiken en daarmee het draagvlak voor natuurbescherming te vergroten. Binnen enkele jaren willen we bereiken dat in heel Nederland iedereen op bescheiden afstand van huis minimaal een maal per week kan deelnemen aan Gezond Natuur Wandelen. Meer info: www.gezondnatuurwandelen.nl en
[email protected]
Hermine Smit
TOP
1010 10
HOME
Wijngaardslakken De wijngaardslak komt oorspronkelijk voor in het midden en zuidoostelijke deel van Europa. Omdat de slak bekendstaat als een delicatesse is de wijngaardslak in veel landen in Europa en Azië ingevoerd. De wijngaardslak is oorspronkelijk een bewoner van warme streken en komt voor in kalkrijke gebieden die voorzien zijn van lichtbegroeide vegetatie. De wijngaardslak is in Nederland en België de grootste landslak en zeldzaam. Ook in Luxemburg zie je deze slak op specifieke plekken. Verder naar het zuiden en oosten komt de soort in Europa meer algemeen voor. In Nederland komt de slak voor in Zuid-Limburg rond de zeer kalkrijke gronden van de mergelgrotten, in bosschages rond oude kloosters en landgoederen in Friesland en Groningen en in bosgebieden bij oude landgoederen in de Hollandse duinstreek, met name in het Nationaal Park Zuid-Kennemerland. De wijngaardslak is voornamelijk te vinden in het noordelijk gedeelte van het Nationale Park. Daarnaast komen ze ook voor in bijvoorbeeld de landgoederen Middenduin en Koningshof en in de Amsterdamse Waterleidingduinen maar in een minder grote dichtheid. Algemeen wordt aangenomen dat de Romeinen de wijngaardslakken vanuit Frankrijk naar onze contreien gebracht hebben. Het zijn dus eigenlijk exoten. In Nederland staat de wijngaardslak op de lijst van beschermde diersoorten. De slak is herbivoor en leeft van verschillende soorten planten, waarvan uiteenlopende plantendelen worden gegeten. De slak zelf wordt gegeten door verschillende natuurlijke vijanden en heeft daarnaast te vrezen van de mens.
Uiterlijke kenmerken en anatomie De wijngaardslak is op het eerste gezicht te herkennen aan de grootte en de kleuren. De slak heeft een brede voet, dit is de gespierde onderzijde van het dier die voor de voortbeweging zorgt. De voorzijde is typisch slakachtig: aan de bovenzijde zijn twee lange tentakels aanwezig die de ogen bevatten.
TOP
1111 11
HOME
Schelpkenmerken van de wijngaardslak. Schelpkenmerken Het huisje is bruin van kleur met drie tot vijf lichtere lengtestrepen die de windingen volgen. Het huisje wordt ongeveer 32 tot 50 millimeter breed en 30 tot 50 mm hoog. De grootte en kleuren van de schelp onderscheiden de wijngaardslak van gelijkende soorten. De bovenzijde van het slakkenhuis wordt de top of apex genoemd (1). De top is vaak gladder van structuur dan de rest van de schelp. De top bestaat uit de eerste winding. In totaal heeft het slakkenhuis vier tot vijf windingen (3), die steeds gescheiden worden door een naad (2). De windingen van de wijngaardslak zijn altijd rechtsgewonden. Het slakkenhuis ontleent zijn stevigheid door een in het midden van het huis geplaatste spil (4), die van boven naar beneden loopt. Bij de schelprand is een verdikking aanwezig die callus of eelt wordt genoemd (5). Dit is een voortzetting van de gladde binnenwand van een slakkenhuis. Het huis heeft een navel (6), dit is een holte aan de overzijde van de top. De navel wordt deels verborgen door de aanwezigheid van de callus, of soms zelfs volledig aan het oog onttrokken. De schelpopening ten slotte wordt de apertura(7) genoemd en is relatief groot, de rand is glad en niet voorzien van tanden. De wijngaardslak wordt soms aangevallen door een vijand of valt soms van enige hoogte uit een plant. Als het huisje beschadigd raakt is de slak in staat het te herstellen door calciumcarbonaat af te zetten aan de binnenzijde van het huisje. Het gehele slakkenhuis is voorzien van een dun laagje dat een beschermende werking heeft, dit wordt het periostracum genoemd. Deze laag verweert naarmate de slak ouder wordt en groeit niet meer aan; bij oudere exemplaren bladdert het laagje af. Dierkenmerken
Het lichaam wordt in golven bewogen, wat te zien is aan de donkere banden.
TOP
1212 12
HOME
.
Lichaamskenmerken van de wijngaardslak: A = Voet B = Huidpapillen C = Mondtaster D = Middelste taster E = Oogtaster Het lichaam van de wijngaardslak bestaat grofweg uit drie delen: de voet, het lichaam dat zich deels in het huisje bevindt en ten slotte de 'kop', die verschillende aanhangsels draagt. Omdat de overgang van de voorzijde naar de rest van het zichtbare lichaam onduidelijk is wordt het geheel wel met kopvoet aangeduid. De voet van de wijngaardslak is net als bij alle slakken sterk gespierd. Hiermee wordt het lichaam voortbewogen. Net als andere slakken wordt slijm gebruikt om wrijving met de ondergrond te reduceren. De voet bestaat uit verschillende spieren, de belangrijkste zijn aan de onderzijde van de voet gelegen en maken trekkende en duwende bewegingen die het lichaam voortstuwen over de slijmlaag. De slak kruipt met een maximale snelheid van 4,8 meter per uur. De manier waarop een wijngaardslak zich voortbeweegt is aan de bovenzijde niet te zien. De slak 'loopt' door de achterzijde van de voet iets verder naar voren te plaatsen en vervolgens de spieren aan de onderzijde de rest van het lichaam in golven steeds iets op te schuiven naar voren. Als de slak op een glasplaat wordt gezet zijn deze bewegingen aan de onderzijde van de plaat zichtbaar als donkere dwarsverbanden die zich naar voren verplaatsen. Het lichaam van een kruipende slak kan een lengte bereiken van ongeveer 12 centimeter. De wijngaardslak heeft een bleek oranjebruine tot grijze lichaamskleur, de huid bestaat uit een opperhuid die altijd vochtig is en hierdoor duidelijk glinstert. De huid bevat verschillende klieren waarvan de kalkklieren en slijmklieren de belangrijkste zijn. Kalkklieren zijn klein en langwerpig en zijn op huiddelen die buiten de schelp gelegen zijn daarnaast veel minder talrijk dan de slijmklieren. De slijmklieren zijn geconcentreerd in grote, wratachtige bulten die zichtbaar zijn als de lichtere vlekjes op de huid van de slak. Het lichaam van alle landslakken is permanent bedekt met een laagje slijm. Als de slak wordt aangevallen of in aanraking komt met onaangename stoffen wordt door de huid veel slijm afgescheiden. Het slijm wordt ook gebruikt bij de voortbeweging, wat het slijmspoor veroorzaakt. Het slijm van de wijngaardslak is niet giftig. Omdat het slijm moeilijk is te verwijderen van bijvoorbeeld lichaamsbeharing, houdt het bepaalde roofdieren op afstand. De huid van de slak is een belangrijk zintuiglijk orgaan. In de opperhuid zijn talloze zintuigcellen gelegen die verschillende veranderingen in de omgeving waarnemen, zoals wervelingen in de lucht, trillingen in de bodem en veranderingen in luchtvochtigheid en omgevingstemperatuur. Voor een wijngaardslak is het van levensbelang om de temperatuur en vochtigheid te kunnen bepalen, omdat de slak een waterig lichaam heeft dat gemakkelijk uitdroogt bij warm en droog weer. Als het erg koud wordt kan het lichaam bevriezen, daardoor kent de wijngaardslak zowel een winter als een zomerslaap. Het lichaam wordt van de buitenlucht afgesloten door het aanmaken van een vlies. De wijngaardslak heeft in het lichaam een soort zak met daarin een verkalkte, pijlachtige structuur die de liefdespijl wordt genoemd. Deze is gelegen in een zakje en wordt tijdens de voortplanting in de partner gestoken om zo hormonen af te geven. De liefdespijl komt voor bij meer soorten slakken, maar de vorm ervan is soortspecifiek. De lengte is ongeveer 7 tot 11 millimeter bij de wijngaardslak. Er wordt vermoed dat het overbrengen van de uit calciumcarbonaat bestaande pijl ook nog andere doelen dient, zoals het voorzien van de partner van wat extra calcium voor de ontwikkeling van de eitjes. Dit komt de gever van de liefdespijl ten goede, omdat het de kans op levensvatbaar nageslacht vergroot. Als de liefdespijl is afgegeven wordt door het lichaam een nieuwe aangemaakt. Er wordt hierdoor niet altijd een pijl afgegeven omdat de slak soms niet de tijd heeft een nieuwe pijl aan te maken tussen twee paringen. De liefdespijl wordt niet gebruikt voor de verdediging.
TOP
1313 13
HOME
Kop en aanhangsels.
Voorzijde van de slak. De wijngaardslak heeft drie paar zintuiglijke uitsteeksels aan de voorzijde waarvan het eerste paar aan de mond is gelegen en niet duidelijk als zodanig is te herkennen. Dit paar bestaat uit flapachtige structuren die voor de mond liggen en dienen om geuren op de bodem waar te nemen en voedsel te proeven. De mondtasters kunnen niet worden teruggetrokken, in tegenstelling tot de andere twee paar. Deze vier langere uitsteeksels worden wel antennes of tasters genoemd en ook de naam voelhorens wordt gebruikt. Het tweede paar is langwerpig van vorm en bevat smaakreceptoren, dit paar is gelegen aan de voorzijde van de kop. Het tweede paar tasters wordt bij de wijngaardslak ongeveer 5 millimeter lang. De tasterwand bevat spieren zodat de tasters kunnen worden ingetrokken bij aanraking. Naast spieren wordt ook gebruikgemaakt van hydraulica, de inwendige druk van het lichaam wordt verhoogd of verlaagd als de tasters worden uitgestoken respectievelijk ingetrokken. Het intrekken van de antennes gebeurt alleen als ze in aanraking komen met een onaangename substantie, bijvoorbeeld als een antenne wordt aangeraakt door een menselijke vinger. Het derde paar is aan de bovenzijde van de kop gelegen en is het grootst. De tentakels kunnen tot 20 mm lang worden en dit paar bevat de ogen. Slakken kunnen met hun ogen relatief goed zien. Het oog bestaat uit een glazige bol of lens, waarachter het netvlies ligt. Deze laag bevat de cellen die licht opvangen en is hiertoe donker gekleurd; de retina is het donkere puntje dat zichtbaar is in de antenne. Net als het tweede paar is ook het derde paar gespierd en kan worden teruggetrokken in het lichaam. Het tasterpaar dat de ogen bevat, eindigt in een duidelijk knop. Als de slak een taster verliest, bijvoorbeeld door predatie, kan deze volledig regenereren. De ogen van slakken kunnen beelden vormen maar spelen een onderschikte rol in de zintuiglijke waarneming. De wijngaardslak is net als alle slakken voornamelijk afhankelijk van chemische receptie, ofwel het waarnemen van geurdeeltjes. Zowel het zoeken naar voedsel als het vinden van een partner is een kwestie van het oppikken en volgen van geursporen. Levenswijze
Afzet van de eieren in een flesvormig hol.
Paring van de wijngaardslak, bij het linkerexemplaar is de penis te zien (bij de kop). TOP
1414 14
HOME
Voortplanting en ontwikkeling Weekdieren als slakken kunnen zich maar langzaam verplaatsen, wat een probleem is bij het zoeken naar een partner. Hiertoe hebben slakken zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen. Dit wordt wel tweeslachtig of hermafrodiet genoemd. Er zijn geen vrouwtjes en mannetjes en als twee exemplaren elkaar tegenkomen kunnen ze elkaar bevruchten. Naast een dubbel paar geslachtsorganen heeft de wijngaardslak verschillende hulporganen die de bevruchting ondersteunen. De voortplanting vindt plaats in de lente, als de slakken enige tijd uit hun winterslaap zijn ontwaakt. De voortplantingstijd is van mei tot juli. Tijdens de paring is één dier passief, het andere exemplaar is actief en brengt zaadcellen in het lichaam van de partner. De eigenlijke paring vindt plaats door de penis met de vagina te verbinden, waarna de spermatozoïden in een spermapakketje worden afgegeven. De paring bestaat uit verschillende stappen, eerst omstrengelen de slakken elkaar waarbij de koppen omhoog worden gehouden en de slakken elkaar met de tentakels aftasten. Vervolgens wordt door de ene slak de liefdespijl in de voet van de andere slak gestoken. Hierbij worden hormonen afgegeven waardoor de ontvanger gestimuleerd wordt te paren De slakken stimuleren elkaar verder door de geslachtsopeningen tegen elkaar te houden waarna de lichamen tegen elkaar gedraaid worden en de penis van de ene slak in contact komt met de vagina van de partner. (zie foto’s) Nu wordt een spermatofoor overgebracht, dit kan vier tot zeven minuten duren. Ten slotte wordt de penis teruggetrokken, maar de slakken kunnen nog uren aan elkaar gehecht blijven. Nadat de ene slak bevrucht is, worden de rollen vaak omgedraaid en vindt dus wederzijdse bevruchting plaats. De eitjes van de wijngaardslak zijn wit van kleur en rond van vorm. Ze worden beschermd door een dunne kalkschaal. Een ei is ongeveer 6 millimeter in doorsnede en ongeveer 0,1 tot 0,2 gram zwaar. De eitjes worden in kleine flesvormige holletjes afgezet die door de slak worden gegraven. In doorsnede een bolvorm maar een nauwe opening aan de bovenzijde. Het afzetten van de eitjes is een langdurige bezigheid; de slak kan er meer dan 20 uur over doen. Nadat een nest gevuld is kruipt de slak eroverheen om de ingang te verbergen. De eitjes komen afhankelijk van de omgevingstemperatuur en luchtvochtigheid na drie tot vier weken uit. De pasgeboren slakjes blijven minstens een week in het hol waar ze leven van de lege eierschalen. Af en toe wordt ook een ei gegeten waarin zich een embryo bevindt. De kleine slakjes hebben een groot aantal predatoren (insecten, muizen, kikkers en padden) waardoor de meeste exemplaren binnen korte tijd worden opgegeten. De schelp van de jonge slakken wordt als ze ouder worden steeds dikker en naarmate het huisje groeit is het moeilijker te kraken door predatoren. Exemplaren die al meerdere overwinteringen hebben doorgemaakt hebben al een veel grotere overlevingskans dan de pasgeboren dieren. De groei van de schelp is afhankelijk van de weersomstandigheden: als het aanhoudend ongunstig weer is kan er niet naar voedsel gezocht worden. Ook moet de wijngaardslak over een kalkrijke omgeving beschikken om het huisje volledig te kunnen ontwikkelen. Het gewicht van het huisje van een volwassen exemplaar bedraagt ongeveer een derde van het totale lichaamsgewicht. De meeste landslakken die in westelijk Europa voorkomen leven slechts enkele jaren. Bij de wijngaardslak duurt het echter minstens twee tot vier jaar voordat de jongen volwassen zijn. De levensduur in het wild is ongeveer vijf jaar. Van in gevangenschap gehouden exemplaren is echter bekend dat ze een leeftijd van meer dan tien jaar kunnen bereiken. De leeftijd van een slak kan worden afgelezen aan de dunnere en dikkere banden waaruit het huisje is opgebouwd, dit zijn de “jaarringen” van de slak. De dunnere banden geven de periode van groeivertraging aan gedurende de winter. Winterslaap In de herfst graaft de slak een geschikt winterkwartier waar beschutting is tegen droogte en vorst. De slak graaft met de voet een holletje in de grond, waarbij het huisje wordt gebruikt om grond te verzetten. Het hol is flesvormig in doorsnede en lijkt op het hol dat gegraven wordt om de eieren af te zetten. De slak overwintert altijd met de opening van het huis naar boven. Om zich tijdens deze periode te beschermen wordt de apertura van de schelp dichtgemetseld met een hard en structuurloos, kalkachtig dekseltje. Dit wordt ook wel het winterdekseltje genoemd. Het heeft niet alleen een tegen vorst isolerende functie maar voorkomt ook dat het huisje uitdroogt. Het dekseltje is niet luchtdicht zodat de slak niet wordt afgesloten van zuurstof. De wijngaardslak houdt zijn watergehalte normaal gesproken het liefst zo hoog mogelijk om uitdroging te voorkomen, maar tijdens de winterslaap vormt vorst en bevriezing het grootste gevaar. Er wordt dan juist water afgegeven aan de omgeving. Omdat de slak water verliest wordt het gehalte aan opgeloste stoffen in het resterende lichaamsvocht verhoogd. Dit verlaagt het vriespunt van de lichaamssappen en heeft een op antivries gelijkende werking waardoor de slak lagere temperaturen kan overleven. Na de overwintering wordt het dekseltje afgeworpen en vaak geheel of gedeeltelijk opgegeten. Het kalk wordt zo opnieuw gebruikt door de slak. Omdat de wijngaardslak ook in streken leeft waar het aanhoudend warm en droog kan zijn, wordt soms ook een 'zomerslaap' gehouden. Hierbij houdt de slak zich op in zijn huis en wacht tot het vochtiger en koeler wordt. Jan Jaap Moerkerk TOP
1515 15
HOME
WISENTSTIEREN KRAANSVLAK NAAR SPANJE De afgelopen tijd hebben PWN en ARK Natuurontwikkeling hard gewerkt aan het verhuizen van twee wisentstieren. Ze zijn vanuit duingebied Kraansvlak naar Spanje gegaan om daar hun genetische bijdrage te leveren in andere wisentgebieden. Doel is dat ze in hun nieuwe omgeving volop voor nakomelingen gaan zorgen zoals hun vader, die in 2007 vanuit Polen naar Nederland kwam, dat de afgelopen jaren gedaan heeft in het Kraansvlak. De twee jonge stieren zijn een aantal jaren geleden in het Kraansvlak geboren uit Poolse ouders, die deel uitmaakten van de startgroep in het Kraansvlak. Omdat zij verwant zijn aan een groot deel van de kudde in het duingebied, was het nu tijd om ze op een andere plek de gelegenheid te geven zelf een kudde te starten. PWN en ARK hopen dat de stieren net zo succesvol als hun vader zullen zijn, die voor veel nakomelingen in het Kraansvlak heeft gezorgd. De twee stieren zijn eind juli tijdelijk verdoofd in het duingebied en vervoerd naar een speciaal afgezet gebied (kraal) in het Kraansvlak.
Kraal in het kraansvlak( foto: Jan Jaap Moerkerk)
Wilde dieren laten zich nu eenmaal moeilijk sturen. De twee stieren zijn in de weken daarna veelvuldig geobserveerd en hebben de benodigde veterinaire onderzoeken ondergaan, die horen bij een verhuizing naar het buitenland. Zo vond bloedonderzoek plaats om vast te stellen of ze soms iets onder de leden hebben. De voorbereiding voor de verhuizing is gedaan door de vaste dierenarts van de kudde en boswachters van PWN die bij de reguliere monitoring van de wisenten in het Kraansvlak zijn betrokken. 10 augustus jl zijn de twee wisenten uit het Kraansvlak aan hun Spaanse avontuur begonnen. Ze gaan ieder naar een ander natuurgebied. Daar gaan ze met de aanwezige wisentkoeien een nieuwe groep vormen en zodoende werken aan het verbreden van de genetische basis van deze diersoort, die nog altijd op de Rode Lijst van bedreigde soorten staat. Projectpartners PWN en ARK Natuurontwikkeling, verantwoordelijk voor het eerste wisentproject in Nederland (gestart in 2007), zijn erg verheugd dat zij nu op hun beurt in de gelegenheid zijn om dieren voor andere wisentgebieden beschikbaar te stellen. Vanaf de start van het project is één van de hoofddoelen geweest een bijdrage te leveren aan het behoud van deze diersoort, waarvan er wereldwijd zo’n 5000 bestaan. Met het verhuizen van de stieren naar twee startende wisentprojecten in Spanje, gaan er voor de eerste keer dieren vanuit de Nederlandse natuur naar andere natuurgebieden.
TOP
1616 16
HOME
Het transport van de stieren is verzorgd door Joep van de Vlasakker van Flaxfield Nature Consultancy, die zeer uitgebreide ervaring heeft met het verhuizen van wildlife, waaronder wisenten. Deze organisatie werkt sinds 2012, samen met de Spaanse tak van het European Bison Conservation Centre (EBCC), aan de herintroductie van wisenten in Noord-Spanje. Eén stier uit het Kraansvlak is naar het gebied Atapuerca verhuisd (ook bekend om de archeologische vondsten). Dit gebied wordt beheerd door Living Palaeolithic Association en ligt in de provincie Burgos. Naast wisenten zijn hier (wilde) paarden en runderen aanwezig. De dieren krijgen hier in de toekomst een natuurgebied van ca. 800 hectare tot hun beschikking. De andere stier is verhuisd naar een gebied dat beheerd wordt door de Wild Fauna Museum Foundation, gelegen nabij het Cantabrisch Gebergte in de buurt van Leon. Hier wordt gestart met een fokprogramma voor wisenten. In de nabije toekomst zal dit gebied voor de wisenten en andere herbivoren uitgroeien tot zo’n 500 hectare. Na een reis van drie dagen (onderweg moesten nog elders andere wisenten worden opgehaald), zijn de stieren veilig en gezond in hun nieuwe leefgebied gearriveerd. Hiernaast een foto van één van de stieren met zijn nieuwe “maatjes”. De Kraansvlakkudde telt na de verhuizing van de twee stieren 22 dieren. Dat is inclusief de vijf kalfjes die dit jaar geboren zijn.
Jan Jaap Moerkerk
Dwergmuis Kort geleden werd in de zeereep een nestje van de dwergmuis gevonden. 400 meter ten noorden van de Veldweg (ter hoogte van camping Bakkum).
Deze muis, die niet veel groter is dan een grote loopkever, is het kleinste knaagdier van Europa. Ook wereldwijd zijn er weinig knaagdieren kleiner! Door zijn grootte en gewicht is hij, met behulp van zijn grijpstaart, in staat in graanhalmen te klimmen. (zie foto’s van Rob de Waard) Beschrijving De pels is tweekleurig: aan de bovenkant van het lichaam is deze meestal geelbruin tot oranjebruin, aan de onderkant (vuil)wit van kleur. De kanten zijn duidelijk van elkaar gescheiden. Dieren uit gebieden met een hogere vochtigheid, zoals in Noord-Duitsland, zijn donkerder gekleurd. De oren en de ogen zijn klein en de snuit is stomp. De oorschelpen zijn behaard, vergelijkbaar met een woelmuis. De dwergmuis is het enige in Europa voorkomende zoogdier met een grijpstaart. Door het puntje van zijn staart te gebruiken, heeft hij zijn pootjes vrij om voedsel te zoeken en om te klauteren in (graan)halmen. TOP
1717 17
HOME
Zoals gezegd: hij is het kleinste knaagdier van Europa; 50 tot 80 mm lang. Daarnaast kan de staart ook nog eens 50 tot 70 mm lang kan zijn, bijna net zo lang als de rest van het lichaam. Volwassen dieren wegen vijf tot elf gram (drachtige vrouwtjes zijn zwaarder, tot 15 gram). De lichaamsgrootte wordt beïnvloed door de kwaliteit van het leefgebied. Dieren in weilanden met veel hoog gras worden bijvoorbeeld groter dan dieren in meer bosachtige streken. Leefwijze en leefgebied Dwergmuizen leven voornamelijk in gebieden met hoge grassen, zoals droge rietvelden, graanakkers en grasvelden met hoog gras. En dus ook in helmgras in het duingebied. Ze zijn ook te vinden in onbegraasde hooilanden, bermen, verwilderde tuinen, overwoekerde heggen en bosranden. Tijdens strenge winters wagen ze zich ook in menselijke nederzettingen. Een afgebakend gebied van het mannetje is zo'n kleine 400 tot 600 m² groot. Het vrouwtje heeft meestal een kleiner territorium. De dieren zijn voornamelijk solitair. In de zomer zijn ze voornamelijk 's nachts actief, en in de winter meestal overdag. Het is de enige Europese muizensoort, die zijn nest boven de grond bouwt. Dit nest is balvormig en gemaakt van reepjes gras. Er is één ingang. Het heeft een diameter van 8 tot 10 centimeter. Ze maken hun nest op een hoogte van 30 tot 60 centimeter (zelden meer dan een meter), meestal in hoge grassen en braamstruiken. 's Winters bewonen ze een groter nest, die zich dichter bij de grond, vaak zelfs ondergronds bevindt. Voedsel Zaden van granen, vruchten, bessen en insecten, zoals motten, sprinkhanen en rupsen, zijn het hoofdvoedsel van de dwergmuis. Het dieet is afhankelijk van het seizoen. Zo eten ze in de lente meer jonge scheuten, grassprieten en knoppen en vormen insecten 's winters een belangrijk onderdeel van het dieet. Ze lusten ook honingdauw, wat door bladluizen wordt geproduceerd. Verder halen ze zelfs nectar uit bloemen. Bij het eten van graan gebruiken ze hun staart om bij de top van de aren te komen, waar de granen samen zitten. Hijmoet dagelijks 1/3 van zijn lichaamsgewicht aan granen en zaden eten om in leven te blijven. Voortplanting
April of mei is het begin van de paartijd. Het vrouwtje begint met de bouw van haar kraamnest, dat steviger gebouwd is dan het gewone nest. Met bladrepen vormt zij het skelet van het nest, waarna ze binnenin het hol voorgekauwd gras legt, waarop later de jongen geboren zullen worden. Dit nest wordt bovenin graanhalmen gebouwd. Aan het einde van de paartijd, augustus, septemberr worden de meeste jongen geboren. Een enkele keer krijgt een vrouwtje nog een nestje in december. De jongen worden geboren na een draagtijd van 19 tot 21 dagen. Een nest kan één tot acht jongen tellen en een vrouwtje kan tot drie tot zeven nesten per jaar krijgen, in gevangenschap zelfs tot acht. Ze worden blind en naakt geboren en hebben een geboortegewicht van 0,7 gram. Al gauw krijgen ze een grijsbruine vacht. Na twee dagen kunnen de jongen al grijpen en kruipen en op de vierde dag beginnen ze zich te poetsen. Na ongeveer acht dagen gaan de oogjes open, de dag daarna breken hun tandjes door, en weer een dag later kunnen ze vast voedsel eten. Dit zorgt ervoor dat de melkproductie bij het vrouwtje afneemt. Enkel het vrouwtje zorgt voor de jongen. Drachtige vrouwtjes jagen mannetjes weg. Echter, in gevangenschap duldt het vrouwtje vaak een mannetje. Gedurende vijftien dagen worden de jongen gespeend en na 16 dagen verlaten ze, min of meer weggejaagd door de opnieuw drachtige moeder, het nest. Een dwergmuis is na twee maanden geslachtsrijp. In het wild leven ze gemiddeld zes maanden, maximaal 18 maanden. In gevangenschap tot 5 jaar.
Jan Jaap Moerkerk
TOP
1818 18
HOME
Varia Wespendieven vaker buiten het bos Op de pagina van de Sovon gaat het over Wespendieven. Ze komen vaker buiten het bos. De periode van half juli tot begin september is een goede tijd om Wespendieven in hun broedgebied te zien. Ze vertonen zich in toenemende mate buiten het bos, net als de wespen die ze belagen. Uit onderzoek door natuurontwikkelingsorganisatie ARK blijkt dat vogels met een zender zich in de maanden mei en juni veelal ophouden bij natte plekken in het bos. De organisatie ziet dit vooral in het gebied van Kempen-Broek en Groene Woud, in Noord-Brabant, Limburg en Vlaanderen. Vanaf eind juni verschijnen de mannelijke Wespendieven met broedsel, steeds vaker in halfopen cultuurlandschap. Dat gebeurt op het moment dat daar goed ontwikkelde wespennesten beschikbaar komen. Meer is te lezen op https://www.sovon.nl/nl/actueel/nieuws/wespendieven-vaker-buiten-het-bos
Niet zonder elkaar - bloemen en insecten Dit is de titel van een boek dat is genomineerd voor de Jan Wolkersprijs 2015! Deze prijs is er voor het beste natuurboek van Nederland. Ter gelegenheid daarvan verkoopt de uitgever het voor een gereduceerd tarief. Zo is ‘Niet zonder elkaar’ voor € 19,50 te krijgen (€ 5,-- korting op de normale prijs van € 24,50). Meer informatie is te vinden op http://www.natuurmedia.nl/nieuws/aanbiedingen-najaar-2015/ Op dezelfde website heeft NatuurMedia verder een bijzonder nieuw boek in voorbereiding, namelijk een prachtige vertaling van het klassieke gedicht van de Romein Vergilius over bijen, dat wij rijkelijk gaan illustreren met fresco's en schilderijen uit de Oudheid. Wie interesse heeft in deze bijzondere nieuwe titel ‘Vergilius' bijentuin’, kan dit achterlaten via de mail op
[email protected]. Er is geen vooruitbetaling mogelijk, maar de uitgever geeft bericht bij het verschijnen van het boek. Dat gebeurt in 2016. De prijs ligt rond € 15,95 en dat is zonder de verzendkosten van € 3,95.
Gezond Natuurwandelen PWN medewerkster Jolanda ten Cate heeft in haar mailbox weer een bericht ontvangen over het project ‘Gezond Natuurwandelen’. Dit project rolt zich langzamerhand uit over de provincie Noord-Holland. Een project dat is opgezet in samenwerking met o.a. Landschap Noord-Holland, PWN en de provincie Noord-Holland die het project ondersteunt met een subsidie. Doelgroep is mensen die normaal gesproken in hun eentje niet snel de natuur in gaan en er tegenop zien om te gaan wandelen. Het doel is om mensen langer gezond en mobiel te houden en kennis te laten maken met het wandelen en de natuur. Wie zich als wandelbegeleider opgeeft en wat wil doen, krijgt eerst een korte training. De begeleider loopt altijd met iemand naast zich en onderweg komen er gelegenheden waarbij de begeleider iets vertelt over het gebied en de planten en dieren. De wandelingen duren een uur. Wie meer wil weten, bijvoorbeeld over de startlocaties voor de wandelingen, kan kijken op http:// www.gezondnatuurwandelen.nl/wandelen/wekelijkse-wandelingen/
TOP
1919 19
HOME
Miljoenen vogels jaarlijks gedood door illegale jacht rond de Middellandse Zee Uit een onderzoek van BirdLife International blijkt dat tientallen miljoenen vogels jaarlijks illegaal de dood vinden in het Middellandse Zeegebied. Vogelbescherming is de Nederlandse Partner van BirdLife. De omvang van de illegale jacht is nog niet eerder zo gedetailleerd in kaart gebracht. De uitkomsten zijn voor veel vogelliefhebbers schokkend. Het gebeurt door de vogels uit de lucht te schieten, lijmstokken uit te zetten en te vangen met touwen en netten. Jaarlijks vinden tientallen miljoenen vogels de dood door deze vorm van illegale jacht en dienen de gedode dieren voor consumptie, de illegale handel of gewoon voor de lol. Jaarlijks komen ruim een miljoen zomertortels zo aan hun einde. Juist deze soort die het hier in Nederland ook moeilijk heeft. De zomertortel is sinds de eeuwwisseling in Europa met ruim 30% in aantal achteruitgegaan, in sommige landen waaronder Nederland zelfs meer dan 90%. Wie de samenvatting van BirdLife wil nalezen kan dat doen op http://www.birdlife.org/
Discussie laait op over damherten in de AWD In de vorige varia zijn de Zandvoortse damherten onderwerp van discussie geweest. De discussie loopt nog steeds waarbij de gemeente Amsterdam, die het duin beheert, de herten wil verplaatsen naar een natuurpark in Bulgarije. Al jaren klagen omwonenden van het duingebied over de intussen gegroeide populatie tot meer dan 3.000 damherten in de Waterleidingduinen. Op dit moment spreekt de gemeente Amsterdam over het afschieten van 2.000 dieren. Sommige mensen vinden dit juist weer te ver gaan, evenals het nieuwe voorstel om de herten naar een Bulgaars natuurpark te transporteren, omdat dat minder goed kan aflopen voor deze dieren. Het transport naar Bulgarije is voor de dieren een stressvolle onderneming en de kans bestaat dat wolven op de herten jagen en ze daarna op eten. Ook bestaat de reële kans dat de herten ook daar worden afgeschoten.
TOP
2020 20
HOME
Deze keer mooie sfeer foto`s van Carla Cremers met de gevolgen van de storm op 25 Juli 2015.
TOP
2121 21
HOME
Afscheid van Rob Mul Een traditie, die ongeveer zeven jaar heeft geduurd, houdt op te bestaan. Onze “huis”dichter Rob Mul stopt met het maken van gedichten voor de NR Nieuwsbrief. In deze editie treft u zijn laatste gedicht aan. Uiteraard vinden wij dit heel jammer maar we respecteren zijn besluit. Rob maakte gedichten voor ons op zijn eigen, aparte en kenmerkende manier. Bij werkzaamheden in de duinen, die hij wekelijks samen met andere vrijwilligers uitvoert, droeg hij regelmatig zijn gedichten voor. Meestal in stilte maar soms ook met de nodige hilariteit, luisterden zijn toehoorders naar zijn woorden. Rob, namens alle lezers bedanken wij je hartelijk voor de vele mooie gedichten. Ons redactielid Ellen heeft, als ode, een mooi gedicht voor Rob geschreven.
Perpetuum mobile Een kunstenaar Met oog voor de natuur Hij was er steeds weer bij Vanaf het eerste uur Vulde het laatste blad van de NR Nieuwsbrief.
Mooie woorden Die de lezer raakte Het was altijd feest De mooie gedichten die Rob voor ons maakte
Wij gaan zijn bijdragen Node missen Daarom hierbij een oproep Om naar een nieuwe dichter te vissen Wie neemt nu deze taak voor lief?
Ellen Roosloot
TOP
2222 22
HOME
Ongeveer zeven jaar lang heb ik met veel plezier gedichten geschreven voor de vrijwilligersnieuwsbrief PWN en mijn mede keetgenoten. Ik heb besloten zoals eerder enigszins kenbaar gemaakt hiermede te stoppen. Het is een mooi podium voor mijn opvolger[ster]. Ik dank de redactie voor haar input. Hierbij mijn afscheidsgedicht, als volgt;
DE LAATSTE EXOOT vrijwilligerswerk in ‘t duin is beleving, zekereen vorm van zingeving. in mooi of wat slechter weer, het deed mij steeds weer verlangen naar terugkeer. onvoorwaardelijk genieten in en van de natuur van de jaargetijden
heb ik ervaren als een plezierige vorm van het wekelijkse strijden. er is en blijft veel te doen de exoot moet weg de natuur lastig te temmen houdt moed laat je vooral niet remmen. Rob Mul
TOP
2323 23
HOME