Voortgangsrapportage Q1 en Q2 van 2010 Arfman Hekwerk B.V.
November 2010
Versie 05 – 11 – 2010 1
Voortgangsrapportage Q1 en Q2 Arfman Hekwerk B.V. Inhoud:
Pagina
1. Directieverklaring
3
2. Organisatie 2.1 Rapporterende organisatie 2.2 Verantwoordelijke personen 2.3 Organisatiegrenzen 2.4 ISO 14064
4 4 4 4 4
3. Carbon Footprint 3.1 Grondslag van de analyse 3.2 Gerapporteerde periode 3.3 Scope 1: directe Co2 emissies 3.4 Scope 2: indirecte Co2 emissies 3.5 Scope 3; indirecte overige Co2 emissies 3.6 Mogelijke onnauwkeurigheden bij het meten 3.7 Quick wins 3.8 Betrokkenheid van onze medewerkers 3.9 Betrokkenheid van onze toeleveranciers en onderaannemers 3.10 Afstemming van planningen 3.11 Groene stroom
5 5 5 5 5 5 6 6 6 7 7 7
4. Reductiedoelstellingen 4.1 Algemene opmerkingen 4.2 Kwantitatief beschreven doelstellingen 4.3 Doelstellingen die zijn opgesteld n.a.v het referentiejaar 2009
7 7 7 8
5. Voortgang ten opzichte van het referentiejaar 5.1 Het jaar 2009 als nulmeting 5.2 Normalisering meetresultaten 5.3 Resultaten tot nu toe 5.4 Ketenanalyses
9 9 9 9 10
6. Berekeningsmodellen 6.1 Methodes voor kwantificeringen
11 11
7. Vooruitblik Q3 en Q4 van het jaar 2010
11
Bijlage 1: emissie-overzicht Q1 en Q2 2010
2
1. Directieverklaring
Na het recentelijk behalen van het Co2 bewust certificaat stap 3 van de ProRail prestatieladder heeft Arfman de ambitie om door te gaan voor stap 4 en 5. Niet alleen voor de ProRail prestatieladder en andere toekomstige klanten van ons, maar ook weldegelijk voor de toekomst van onze medemens. Gezien de relatief kleine omvang van het bedrijf betekent een dergelijk besluit nogal wat voor de interne organisatie. Toch wil Arfman ook op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen in combinatie met de mind-set over de Co2 reductiegedachte voorop blijven lopen in haar markt. De uitgesproken ambitie geeft aan dat Arfman actief en serieus wil bijdragen aan het verbeteren van het milieu en probeert hieraan haar steentje bij te dragen, door middel van zo realistisch mogelijk opgestelde doelstellingen. Naast kwaliteit en veiligheid is het Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen vanaf heden een belangrijk onderdeel van het strategisch beleid voor de komende jaren. De nu volgende voortgangsrapportage toont de stand van zaken tot en met juni 2010. Getoonde uitkomsten en voortgang van de doelstellingen zullen gecommuniceerd worden naar alle betrokkenen, zowel intern als extern.
3
2.
Organisatie 2.1
Rapporterende organisatie
Arfman Hekwerk B.V., hierna te noemen Arfman, verzamelt en verwerkt per kwartaal de benodigde gegevens volgens de procedure ‘Co2 gegevensverzameling’. Arfman behoort tot de CRH Fencing & Security Group Nederland. Het verzamelen en verwerken van de gegevens geschiedt echter autonoom van de groep en is ook alleen bedoeld voor het inzicht van de Co2 emissie en reductie van Arfman. 2.2
Verantwoordelijke personen
De controller is primair verantwoordelijk voor de ordentelijke verzameling en verwerking van alle benodigde gegevens. Sublean is verantwoordelijk voor de berekening van de Co2 emissies. Zij maken hiervoor gebruik van de door de controller aangeleverde gegevens. Aan de hand van de uitkomsten zal ieder half jaar in de voortgangsrapportage met name zichtbaar worden gemaakt wat de huidige stand van zaken, welke onnauwkeurigheden er in de cijfers zit met een toelichting en zal er worden vooruitgekeken naar het komende half jaar. De voortgangsrapportage zal worden besproken met 3 leden van het MT van Arfman, te weten de algemeen directeur, de technisch directeur en de controller. Genoemde functionarissen zijn ook verantwoordelijk voor de effectuering en uitvoering van afgesproken acties. 2.3
Organisatiegrenzen
Als onderdeel van de CRH Fencing en Security Group Nederland gelden de gerapporteerde gegevens en uitkomsten uit de voortgangsrapportage alleen voor Arfman. 2.4
ISO 14064
Deze voortgangsrapportage is opgesteld in overeenstemming met de richtlijnen volgens NEN/ISO 14064.
4
3.
Carbon Footprint 3.1
Grondslag van de analyse De analyse van de Carbon Footprint is gebaseerd op de beschreven scopeindeling door ProRail, tevens met inachtneming van de door hen in de tijd opgestelde wijzigingsbladen. Alle gemaakte formats voor gegevensverzameling en –verwerking leiden er toe dat per scope informatie kan worden gegeven over de vorderingen.
3.2
Gerapporteerde periode De in deze rapportage vermelde voortgang heeft betrekking op het eerste en tweede kwartaal van 2010 (zie bijlage 1: emissieoverzicht Q1 en Q2 2010)
3.3
Scope 1: directe Co2- emissies Scope 1 bevatten gegevens die direct betrekking hebben op de uitvoering van de werkzaamheden van Arfman, zoals gas, brandstofverbruik van personen- en bestelauto’s en brandstofverbruik van door Arfman gebruikte apparaten / gereedschappen. De genoemde personenauto’s betreffen de auto’s van de zaak voor uitvoering van de functie uitvoerder, algemeen directeur, technisch directeur en adviseur.
3.4
Scope 2: indirecte Co2- emissies Scope 2 bevatten gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van ons bedrijf, maar niet direct gerelateerd zijn aan de productie-/ montageafdeling. Te noemen zijn: - elektriciteitsverbruik - noodzakelijke zakelijke kilometers met eigen personenauto’s
3.5
Scope 3: indirecte overige Co2 - emissies Scope 3 bevat eveneens gegevens die wel noodzakelijk zijn voor de uitoefening van ons bedrijf, maar ook weer niet direct gerelateerd zijn aan de productie-/ montageafdeling. Te noemen zijn: - afval, inclusief recycling - het totale brandstofverbruik van 80% van onze A-leveranciers en onderaannemers voor Arfman doeleinden - aanwezig meubilair en overige apparaten op de kantoren - waterverbruik - verreden woon-werk kilometers van Arfman personeel
5
3.6
Mogelijke onnauwkeurigheden bij het meten De grootste onnauwkeurigheid kan zitten in de aanlevering van de gegevens van toeleveranciers en onderaannemers. De door hen aangeleverde gegevens worden als correct beschouwd. Controle hierop is niet mogelijk.
3.7
Quick wins De gerealiseerde quick wins die zijn behaald sinds de start met dit project in 2010 zijn: - optimaal inzetten van medewerkers naar projecten. Door dit zgn ‘clusteren’ worden de vervoersbewegingen zoveel mogelijk beperkt - papierverbruik verminderen door dubbelzijdig te kopiëren. Het standaard instellen van het dubbelzijdig printen is niet handig gebleken vanwege het feit dat lay-outs naar verschillende afdelingen gaan. Derhalve is ervoor gekozen om prints default op enkelzijdig te zetten en bij het printen van Officegerelateerde documenten is het verzoek gedaan aan de binnendienst medewerker om handmatig als afdruktype dubbelzijdig te kiezen. De toekomst zal uitwijzen of dit gebeurd a.d.h.v. gegevens mbt het papierverbruik - door aanschaf van een ander koffiezetapparaat is de vriezer overbodig geworden en scheelt dus elektriciteit - in juli 2010 liep voor de auto met het meeste brandstofverbruik de leasetermijn af. Deze auto is vooralsnog niet vervangen - instelling verwarming handmatig ipv automatische klokinstelling. De weersafhankelijkheid van de combiketel werkte niet naar behoren, waardoor het overdag, ‘s avonds en ’s nachts te warm was op de kantoren. De weersafhankelijke regeling is nu verwijderd. Nu werken we met een kloktijdensysteem. Door genoemde wijziging zal dit zeer waarschijnlijk in verbruik gaan schelen
3.8
Betrokkenheid van onze medewerkers Onze medewerkers worden periodiek in toolboxmeetingen en/of uitgegeven infobladen op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen. Bij realisatie van geformuleerde doelstellingen zal, waar van toepassing, worden gevraagd actief mee te denken en actie te ondernemen om doelstellingen te bewerkstelligen. Als voorbeelden zijn te noemen: - aanschaf van nieuwe, eventueel energiezuinigere bedrijfauto’s en toebehoren - eventueel overgaan op biodiesel - haalbaarheid inzetten van 1 vrachtwagen in ruil voor bv 5 of 6 aanhangers
6
3.9
Betrokkenheid van onze toeleveranciers en onderaannemers De betrokkenheid van leveranciers en onderaannemers is goed te noemen. Dit blijkt onder meer uit het feit dat de gehouden bijeenkomst tijdens de start van dit project goed bezocht is. Bovendien worden de gewenste gegevens tijdig aangeleverd. Ook worden door leveranciers meedenkende opmerkingen gemaakt waar wij als Arfman op termijn ons voordeel mee zouden kunnen doen. Via een webportal kunnen leveranciers hun gegevens invoeren, zodat vanuit daar verdere verwerking kan plaatsvinden. Tot slot worden toeleveranciers, onderaannemers maar ook klanten via nieuwsbrieven en internetsite op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen binnen Arfman op dit punt.
3.10
Afstemming van planningen De in het energie- en Co2 management- en reductieplan als ook in het communicatieplan aangeven planning is realistisch opgesteld. Tot op heden zijn de activiteiten uitgevoerd volgens aangegeven planningen. Insteek is ook dit voor de toekomst vast te houden
3.11
Groene stroom Arfman heeft sinds maart 2007 groene stroom van Essent. Daarom is hier geen quick win of enige andere reductie meer te behalen.
4.
Reductiedoelstellingen
4.1
Algemene opmerkingen Bij de formulering van de reductiedoelstellingen is getracht deze zo realistisch mogelijk te formuleren op de Arfman organisatie met in achtneming van een zo groot mogelijke praktische haalbaarheid. E.e.a. voor zover dit bij formulering kon worden ingeschat. Door middel van de halfjaarlijkse voortgangsrapportages zal de doelstelling in combinatie met de praktische haalbaarheid worden getoetst.
4.2
Kwantitatief beschreven doelstellingen In het energie- en Co2 management & reductieplan van 05-11-2010 staat onder 3.3 beschreven welke concrete doelstellingen door Arfman zijn opgesteld voor 2010 en verder. In bijlage 1 van ditzelfde document zijn de te nemen acties nader uitgewerkt. De gerealiseerde doelstellingen voor 2010 tot nu toe zijn als volgt weer te geven: - getracht wordt elektriciteit gebruikende apparaten uit te zetten bij niet langer gebruik dan ½ uur.
7
-
-
-
-
Het clusteren van medewerkers naar projecten wordt dagelijks gedaan. Om beperking van het vervoer in de komende jaren verder vorm te geven, zal bij werken op afstand overwogen kunnen worden meer te gaan overnachten. Vanaf 01-01-2010 is er geen nieuwe bedrijfsauto aangeschaft. Wel is er 1 waarvan de leasetermijn verstreken was en is er dus per juli 2010 uitgegaan. Voor 2011 staat hiervoor vervanging op de begroting. Voor aanschaf zal serieus worden bekeken wat de milieuvriendelijke alternatieven zijn. Feit blijft wel dat onze werkzaamheden normaal uitgevoerd moeten kunnen worden, zodat de eisen aan mn trekvermogen onveranderd zullen blijven. Een groot aantal van de ingehuurde bedrijven en leveranciers voor levering van ons materiaal maakt gebruik van zuinige transportmiddelen. Zie hiervoor de bijbehorende registratie. We merken dat dit steeds meer bedrijven bezig houdt. Aantal printers op kantoor is 1. Daardoor beperkt aantal type cartridges. Dubbelzijdig kopiëren is standaard ingesteld op onze multifunctional.
De (nog) niet gerealiseerde doelstellingen voor 2010 zijn als volgt weer te geven met bijbehorende verklaring: - De beslissing met betrekking tot het aanbrengen bewegingssensoren zal worden gecombineerd met het bekijken van de mogelijkheden voor lede verlichting. 1 offerte is inmiddels hiervoor binnen. Een 2 bedrijf zal benaderd worden voor prijsvergelijk. Daarna zal worden bepaald wat en hoe wordt vervangen. Vervolgens zal er een investeringsaanvraag worden gedaan bij onze moedermaatschappij. Na goedkeuring kan worden overgegaan tot aanschaf. In het budget van 2011 is ruimschoots gereserveerd voor Co2 aangelegenheden (ca. 50 K) - dubbelzijdig printen voor intern gebruik binnen ons primaire proces is geen optie gebleken. Diverse lay-outs gaan naar verschillende afdelingen. Als dit dubbelzijdig geprint wordt, zal er weer gekopieerd moeten worden voor een bepaalde afdeling. Daarom is de standaard printerinstelling ‘enkelzijdig’. Wel is afgesproken dat voor Office gerelateerde prints het afdruktype veranderd moet worden naar ‘dubbelzijdig’. - aanpassing van de leveringsvoorwaarden om verplichte opgave te doen van hun footprint is voor een klein bedrijf als Arfman volgens de eisen van de prestatieladder niet van toepassing. Wat de positieve en/of negatieve effecten zijn van bovengenoemde gerealiseerde en (nog) niet gerealiseerde doelstellingen in 2010 zal aan het einde van het jaar pas echt zichtbaar worden. 4.3
Doelstellingen opgesteld naar aanleiding van referentiejaar 2009 Voor een overzicht van de opgestelde doelstellingen naar aanleiding van het referentiejaar 2009 wordt verwezen naar het ‘Gedetailleerd milieu besparend actieoverzicht Arfman (bijlage 1)’ van het energie- en Co2 management & reductieplan Arfman Hekwerk B.V., versie 05-11-2010.
8
5.
Voortgang t.o.v. het referentiejaar 2009
5.1
Het jaar 2009 als nulmeting
Om een start te maken met dit project is het jaar 2009 gekozen als referentiejaar om van daaruit vergelijkingen te kunnen maken. Genoemde vergelijkingen zullen relatief worden weergegeven (zie 6.1). Nadat de uitstoot van Arfman over geheel 2009 bekend was, was heel duidelijk dat er 3 grote groepen zijn die de meeste uitstoot met zich meebrengen, gerangschikt van hoog naar laag: 1) brandstofverbruik toeleveranciers en onderaannemers 2) brandstofverbruik zakelijke personen- bestelauto’s 3) afval, mn veegafval en afvoer teerhoudend asfalt Om de komende jaren genoemde groepen te kunnen reduceren, zijn brainstormsessies nodig en zullen ogen en oren de kost gegeven moeten worden om van de ideeën/initiatieven vervolgens zelf initiatieven te ontplooien die effect zullen hebben op de reductie van de Co2 emissie bij Arfman. 5.2
Normalisatie meetresultaten
Voor Q1 en Q2 van 2010 zitten de resultaten van 2 toeleveranciers en onderaannemers in de cijfers verwerkt die in 2009 ontbraken: 5.3
Resultaten Q1 en Q2 2010 tov 2009
Na verwerking van de resultaten van Q1 en Q2 van 2010 hieronder de belangrijkste conclusies: - mn gas en elektriciteit hebben nu al behoorlijke hoge waardes. Als deze trend zich doorzet dan komen ze boven de waardes van 2009 uit. Voor 2011 zullen we naar alle waarschijnlijkheid een teruggang zien in de elektriciteit als LED-verlichting en/of bewegingssensoren aangeschaft worden. De hoge waarde van het gas in Q1 2010 is te verklaren door de strenge wintermaanden januari en februari. In Q2 was het behoorlijk warm, waardoor de verwarming niet of nauwelijks aanstond - wordt het brandstofverbruik van onze eigen bestel- en personenauto’s na 2 kwartalen geëxtrapoleerd tot einde van het jaar zal dit uitkomen op hetzelfde niveau als 2009. Nu is 47% in Q1 en Q2 van 2010 verbruikt van de totale hoeveelheid van 2009. Er zijn echter wel relatief grotere projecten op wat grotere afstand uitgevoerd. In 2009 was dit in Q3 en Q4 het geval. Van Q3 2010 is 1 ½ maand vakantiemaand en zoals de planning er nu uitziet zitten de projecten meer in de buurt, waardoor het verbruik in de laatste 2 kwartalen waarschijnlijk lager zal zijn. Bovendien is de grootste verbruiker (Iveco) er per juli 2010 uitgegaan en is niet vervangen. Geconcludeerd mag worden dat wij voor 2010 verwachten onder de waarde van 2009 uitkomen door mn per saldo 1 auto minderen het clusteren van medewerkers
9
-
-
-
e
Geëxtrapoleerd is het brandstofverbruik van onderaannemers in de 1 2 kwartalen van 2010 toegenomen door mn meer uitbesteed werk (ook in Zuid NL) en meer deelleveranties voor grotere werken (ProRail 2 projecten, Hanzelijn). De verwachting voor de rest van 2010 is echter dat uitbesteed werk de laatste 2 kwartalen minder wordt, omdat de planning voor onze eigen medewerkers momenteel niet helemaal vol zit en er geen groot werk op stapel staat. Dus zal het verbruik naar verwachting met enige moeite wat lager zal uitkomen als in 2009. Om hier winst te halen, zal of slimmer geografisch bekeken moeten worden wie werken uitvoert of alternatieve vervoersmiddelen moeten worden besproken met de onderaannemers Teerhoudend asfalt en veegafval geven hoge waardes in 2010. Teerhoudend asfalt zit nu al ruim boven de waarde van geheel 2009. Eea heeft te maken met wat voor projecten afgevoerd moet worden. Het veegafval heeft nu dezelfde waarde als geheel 2009. De rest van het afval (en recycling) zal geëxtrapoleerd eind 2010 wat lager uitkomen dan in 2009. Inkoop gebouw en verbruik gereedschappen liggen zullen op nagenoeg hetzelfde niveau uitkomen
Tot en met Q2 van 2010 is de totale C02 uitstoot, rekening gehouden met recycling, 323 ton C02 uitstoot. Na verwerking van de Q3 cijfers is de cum uitstoot Co2 399 ton. Voor geheel 2010 is geprognosticeerd 595 ton. Q3 waren grotendeels vakantiemaanden waarbij weinig activiteiten hebben plaatsgevonden. De vraag is of Q4, net als andere jaren, een bulk aan werk gaat opleveren. In de geprognosticeerde uitstoot voor geheel 2010 (595 ton) is voor Q4 rekening gehouden met meer werk dan gebruikelijke hoeveelheden, vandaar dat de verwachting op dit moment is geprognosticeerde uitstoot gehaald gaat worden. 5.4
Ketenanalyses
Het afgelopen half jaar zijn ketenanalyses nog niet uitgevoerd. Effecten hiervan zijn dus evenmin in de resultaten van Q1 en Q2 zichtbaar. Alle in de toekomst uit te voeren ketenanalyses zullen betrekking hebben op het traject vanaf producent tot en met het afvoeren van materialen. De eerste gemaakte keuzes voor het analyseren van voor Arfman belangrijke ketens heeft betrekking op: - de kastanjehouten paal vs de zgn ‘Kompa’ paal; - Pallas ProRail draadmat; In de loop van 2010 zullen resultaten van genoemde analyse volgens een standaard format worden weergegeven.
10
6.
Berekeningsmodellen
6.1
Methodes voor kwantificeringen
Kwantificeringen worden gerelateerd aan onderstaande uitsplitsing. Op basis van deze kwantificeringen wordt een inzicht verkregen in de Co2 – uitstoot per onderdeel. Voor een overzicht van de resultaten per scope zie bijlage 1: emissie-overzicht Q1 en Q2 2010. Bij eventuele groei in bv bedrijfsauto’s die echter wel milieuvriendelijker zijn, kan de uitstoot relatief lager zijn, terwijl absoluut je in aantal auto’s stijgt. Door de relativiteit te laten zien wordt zichtbaar of geleverde inspanningen voor reductie al dan niet worden beloond. Hieronder een overzicht van de meest belangrijke kwantificeringen: - elektriciteit en gas gerelateerd aan de 0-meting van 2009 - brandstofverbruik eigen vervoersmiddelen gerelateerd aan het aantal personen- en bestelauto’s - brandstofverbruik van toeleveranciers en onderaannemers per toeleverancier of onderaannemer gerelateerd aan het door hen geleverde tonnage materiaal, gecorrigeerd voor het % van de vracht - afval gerelateerd aan het aantal uitgevoerde projecten per kwartaal Genoemde kwantificeringen zullen per onderdeel per kwartaal in grafiekvorm beschikbaar zijn om zo trendanalyses te kunnen maken en hieraan voor de toekomst al dan niet maatregelen en/of doelstellingen voor te formuleren of bij te stellen. 7.
Vooruitblik Q3 en Q4 van het jaar 2010
Het komende half jaar zal in het teken staan van het behalen van stap 4 en 5 van de prestatieladder. Dit betekent met namen uitvoering van de bij 5.4 beschreven ketenanalyses en vervolgens hier leermomenten uit te halen voor optimalere reductie van Co2. Aan de hand van de uitkomsten van de ketenanalyses zullen concrete doelstellingen worden geformuleerd voor 2011 en verder. Verder zal in de rest van het jaar de ingeslagen weg mbt afval en recycling worden geëffectueerd. We hebben 1 partij voor al ons afval, zowel van projecten als op de kantoren. Het afval wordt gescheiden opgehaald en waar mogelijk gerecycled. Gegevens hieromtrent zullen periodiek aan Arfman worden teruggerapporteerd in het jaarlijks terugkerend voortgangs- en evaluatie-overleg met de afvalverwerker VAR. Door het opbouwen van een goede relatie met de verwerker zijn wij van mening dat Arfman optimaal kan recyclen. Aan het opbouwen van die relatie zal in de rest van 2010 aandacht worden besteed.
11