Voorjaarscongres 16 april 2010
Pensioenkoers: „Zekerheden ↔ Onzekerheden’
Opening mr. Eric Bergamin Voorzitter KPS
2
Agenda 13:00 – 13:10 uur
Opening - mr. Eric Bergamin, voorzitter KPS
13:10 – 14:10 uur
Visies en bevindingen werkgroepen KPS m.b.t. vernieuwing van het pensioenstelsel in reactie op onderzoeksrapporten SZW en AFM - Toekomst Nederlands Pensioenstelsel (TNP) Inhoud en Communicatie: drs. Rob Bakker - Financieel Toetsingkader en TNP Financiering: Regina Schoutsen AAG - Pension Fund Governance en TNP Uitvoering: mr. Wim Koeleman MBA
14:10 – 14:30 uur
Pauze
3
Agenda 14:30 – 14:50 uur
Bevindingen vanuit de commissie Frijns - drs. Jan Nijssen
14:50 – 16:20 uur
Debat onder leiding van: - drs. Peter van Zadelhoff (RTL-Z) Keyplayers: - Prof.dr. Lans Bovenberg (Netspar en hoogleraar Economie) - Ir. drs. Ap Fraterman (Secretaris pensioenbeleid VNO-NCW) - mr. Peter Gortzak (Vicevoorzitter FNV) - drs. Jan Nijssen (lid commissie Frijns en directeur Montae Pensioen)
16:20 uur
Afsluiting met aansluitend borrel en hapjes
4
Visies en bevindingen werkgroepen KPS
KPS-Werkgroep Toekomst Nederlands Pensioenstelsel (TNP) Inhoud en Communicatie drs. Rob Bakker
5
Een sterke 2e pijler vereist vertrouwen en draagvlak Een pleidooi voor de verzorgingsfunctie van het 2e pijlerpensioen
Werkgroepen KPS/TNP Resultaat KPS november 2009:
•
•
De uitvoerders in de 2e pijler gaan een verplicht inflatievast DB-basispensioen aanbieden, bovenop de AOW => verzorgingsfunctie
Daarnaast een vrijwillig aanvullend pensioen (per onderneming, bedrijfstak) => beloningsfunctie
Na ´Goudswaard´ een nieuwe insteek: Van: Inhoud Communicatie Naar: Communicatie Inhoud 7
Consequenties omdraaiing ´Voortzetting leefstijl´ naar ´veiligstelling verzorging´
• • • • • • •
Koppel zorg aan 2e pijler basispensioen (naturapensioen) Verplichtstelling nodig; draagvlak dus cruciaal Contractsvrijheid sociale partners boven basispensioen Meer pensioenbewustzijn lukt niet; ook niet nodig Bezuinig op pensioencommunicatie Wel: pensioencommunicatie en voorlichting 3e pijler is essentieel (maar dat weten we nu wel….) Gevolg: relatief grotere 3e pijler
8
Zo is het…toch? Citaten uit recente publicaties
•
„De deelnemer moet meer pensioenbewust worden‟
•
„We moeten de deelnemer duidelijk maken hoeveel risico hij loopt‟
•
„We moeten luisteren naar wat de deelnemer wil‟…..Echt??
9
Inhoud en communicatie (1)
10
Inhoud en communicatie (2)
11
Inhoud en communicatie (3)
12
Commissie Goudswaard •
Sterke analyse
•
Noodzaak stelselaanpassing aangetoond – Stelsel niet meer houdbaar (= niet betaalbaar) – Twee stromingen (in brede discussie nu) 1. 2.
Zeker en ´laag´ Onzeker en ´hoog´
Kies maar
•
Werkgroepen KPS kiezen 1 – Waarom? – En wat dan? 13
Goudswaard + KPS levert op… Insteek KPS-werkgroep Voorkant is: begin met communicatie (draagvlak) • Wees realistisch over ambitie pensioenbewustzijn • Leefstijl is veranderd in angst voor karig zorgaanbod • Paternalisme versterken Achterkant is: eindig met ALM, dekkingsgraad en de rest
´Een nieuw pensioenstelsel eindigt daarom niet met communicatie. Communicatie begint aan de tekentafel en bepaalt mede de contouren van het pensioenproduct (2e of 3e pijler)´ 14
Pensioenbewustzijn Het lukt maar niet met pensioenbewustzijn:
• •
Deugt onze communicatie niet? Maar waarom zou een deelnemer willen luisteren?
Communicatie tot dusverre:
• • •
Schaamlap Onvermogende deskundigen Afkalvend vertrouwen bij deelnemers, toenemend wantrouwen
Waarom keuze zeker en ´laag´ •
Het 2e pijlerpensioen blijft/moet weer worden: – – – – – –
•
Betaalbare arbeidsvoorwaarde Efficiënt en verplicht (doorsneepremie) Aanvulling op (lage) AOW Voorziet in zelfstandige verzorging Begrepen en vertrouwd door de deelnemers ZZP´ers welkom in 2e pijler
Het 2e pijlerpensioen in het stelsel wordt: – Onderdeel van de sociale infrastructuur
•
Startpunt is steeds communicatie (van achter naar voren) voor draagvlakbehoud bij jong en oud
16
Vertrouwen bij deelnemers
• •
Het gaat niet om het kunnen beoordelen van de techniek en statistiek (dat doen de deskundigen wel) Het 2e pijlerpensioen is onderdeel van de sociale infrastructuur: – daar moet je op kunnen vertrouwen – dat hoef je helemaal niet te begrijpen – daar hoef je (dus) niet steeds over te communiceren
Een nieuw pensioenstelsel …
Een goed pensioenstelsel is een stelsel dat voor de gewone deelnemer begrijpelijk is en waar hij op kán en mág vertrouwen: Bezie 1e en 2e pijler tezamen vanuit verzorgingsoptiek Maak 3e pijler aantrekkelijker voor pensioensparen (produkten zonder fratsen)
Drie stellingen
19
Stelling 1 Communicatie
Streven naar hoger pensioenbewustzijn is zinloos en kansloos
Stelling 2 Inhoud
Het 2e pijlerpensioen heeft primair een verzorgingsfunctie en is daarom onderdeel van de sociale infrastructuur van Nederland
21
Stelling 3 Inhoud
Leeftijdsafhankelijk beleggen door pensioenfondsen is een paard van Troje
22
Conclusies
• • • •
Aanvaard dat pensioenbewustzijn bescheiden blijft, ondanks alle communicatiepogingen Koppel pensioen verplicht aan zorg Beleg voor het collectief als geheel Het 2e pijlerpensioen is op termijn gelimiteerd en waardevast
23
Visies en bevindingen werkgroepen KPS
Financieel Toetsingskader en TNP Financiering Regina Schoutsen AAG
24
Stelling 4 Financiering
Solidariteit tussen jong en oud, tussen actieven en gepensioneerden is toekomstbestendig
Stelling 5 Toezicht
Hoe zwaarder het toezicht, hoe lager het pensioen
Het perspectief Uit brief aan 2e kamer, van (dem.) minister van SZW
• • • •
“Toename kosten pensioen a.g.v. toename levensverwachting Premie ligt op een historisch hoog niveau; vanuit economisch perspectief verhoging beperkt Pensioen is steeds meer aangewezen op de rendementen van risicovolle beleggingen Het risicodraagvlak , dat nodig is om risico’s op te vangen, is afgenomen Conclusie: het stelsel van de tweede pijler pensioenen is in de huidige vorm niet toekomstbestendig.” 27
Financiering Welke (solidariteit) niet toekomstbestendig? Toets: Wanneer de verdeling van de lasten en lusten gelijk zijn verdeeld over generaties, jong en oud, mannen en vrouwen etc?
Of Wanneer de verdeling van de lasten en lusten gebaseerd is op het organiseren van een groot draagvlak voor een hoger resultaat? Tenslotte: De prijs voor pensioen, omslag of kapitaaldekking, is (kanstechnisch) voor iedereen gelijk.
28
Financiering Welke (solidariteit) niet toekomstbestendig?
• • • • •
Kans (langleven) : Iedere generatie betaalt te weinig door stijgende levensverwachting; lagere inkomens betalen relatief te veel
Actief versus niet-actief beleggingsrendementen over premiebetalingen in de tijd nagenoeg gelijk!
Jong versus oud de zzp-er heeft altijd geprofiteerd van de doorsneepremie; maak (blijvend) aansluiting mogelijk
Tussen bedrijven de verplichtstelling zorgt voor geen concurrentie op pensioen en het in dienst houden van oudere werknemers
Actief versus arbeidsongeschikt kanssolidariteit
29
Financiering Welke (solidariteit) niet toekomstbestendig?
• • •
• •
Carrière versus niet-carrière nog een gering deel door middelloonregelingen
Sociaal economische klasse deelnemers lagere inkomens dragen bij aan het langleven-risico hogere inkomens
Gendersolidariteit dat beetje pensioen wat de vrouw heeft mag ze gelukkig langer van genieten
opgebouwd,
Burgerlijke staat overdracht van betalingen van niet-partner naar partner (risicopremie)
wel
Werking financieringssysteem premiebetalingen over de levensloop van een generatie doorgaans niet gelijk aan het totaal bedrag aan uitkeringen van diezelfde generatie
30
Financiering
Niet genoemd:
•
Financiering overgangsregelingen (VPL) (hopelijk) de laatste regeling, waarbij een in omslag gefinancierde regeling, samengaat met de betaling van een kapitaalgedekte regeling Nu: een verruimde regeling voor alle deelnemers en “omslagpremie” voor de overgangs (vut) regeling
31
Financiering Conclusies:
•
•
•
•
Waarom over naar harde- en zachte rechten, beleggingsrendementen gekoppeld aan leeftijden, afschaffing doorsneepremie etc. De solidariteitselementen zorgen nog steeds voor een goed gefinancierd pensioen.
De toename van de levensverwachting is de enige aanleiding tot versobering van het niveau van het pensioen. Deze versobering moet worden betaald door de groepen die aantoonbaar langer leven.
32
Evaluatie FTK Uit brief aan 2e kamer, van (dem.) minister van SZW “ Vier kernproblemen: 1. Zichtbaar maken spanningsveld reële ambitie en het nominale kader 2. Het verbeteren van het evenwicht tussen rendement en risico
3. Het wegnemen van de ongewenste gevolgen van volatiliteit van dekkingsgraden 33
4. Het waarmaken van de nominale zekerheid van 97,5%”
Evaluatie FTK 1.
• • •
Zichtbaar maken spanningsveld reële ambitie en het nominale kader: Verplichte communicatie reële dekkingsgraad UPO: Te bereiken pensioen onder “slecht-weer” scenario Premiekortingsgrens bij 100% reële dekkingsgraad
Essentiële ontbreekt: Beleggingen nu suboptimaal: pensioenstromen nominaal en reëel verschillen sterk A.g.v nominaal toezicht kostbare afdekking van risico‟s die er niet zijn Aanbeveling Frijns gedeeltelijk gehonoreerd: Hanteer toetsingskader waarin korte termijn risico‟s en lange termijn indexatierisico‟s (niet) een rol spelen. 34
Evaluatie FTK 2.
Het verbeteren van het evenwicht tussen rendement en risico
Voorstellen hebben de vorm van zwaardere regulering en op rendement mag niet meer worden gerekend.
• •
Uitbreiding Continuïteitsanalyse met stresstest Uitbreiding ABTN met noodscenario en afschaffing demping kostendekkende premie Aanbeveling OECD*: (5). Vermijd overregulering en zorg voor een stabiel toezicht
* Van de OECD zijn de 31 belangrijkste economieën lid.
35
Evaluatie FTK 3.
Het wegnemen van de ongewenste gevolgen van volatiliteit van dekkingsgraden
•
Introductie wachttijd herstelplannen Waardering VPV op basis van de swapmarkt ongewijzigd
•
Aanbeveling OECD (1). Vermijd overmatig vertrouwen in marktwaardering
36
Evaluatie FTK 4.
• • •
Het waarmaken van de nominale zekerheid van 97,5% Aanpassing standaardmodel a.g.v. zowel onderschatting risico‟s als ontbreken van risico‟s Derhalve verhoging solvabiliteitstoets Verplichte toepassing van intern model
Aanbeveling OECD: (2) Wees voorzichtig in bepaling solvabiliteit gebaseerd op marktwaardering; vermijd procyclisch gedrag (3) Opbouwen van buffers tijdens goede economisch tijden aanmoedigen (5) Vermijd overregulering en zorg voor een stabiel toezicht
37
Evaluatie FTK
Conclusies:
Regelgeving neemt (nog) meer toe Nederland isoleert zich; uit concurrentieoverwegingen een slechte zaak Reële ambitie onvoldoende terug in voorstellen SZW
Visies en bevindingen werkgroepen KPS
Pension Fund Governance en TNP Uitvoering mr. Wim Koeleman MBA
39
Uitvoering en Pension fund governance (PFG) • •
Werkgroep TNP uitvoering Werkgroep PFG
Indeling: • Pension fund governance • Overige voorstellen voor toekomst uitvoering
40
Knelpunten in de Pension fund governance •
Deskundigheid/professionaliteit – Complexiteit uitvoering en financiële producten sterker toegenomen dan deskundigheid/professionaliteit besturen – Mate bestuurlijke ervaring, deskundigheid en professionaliteit teveel afhankelijk van grootte fonds, branche en voorwaarden gesteld aan besturen
•
Bemensing Pension fund governance – Onvoldoende bewustzijn van en waardering voor nodige tijdinspanning, zowel bij besturen als werkgevers – Grote tijdsdruk op besturen; spanning bij kleine pensioenfondsen is het grootst – Meer aandacht nodig voor successieplanning 41
Knelpunten in de Pension fund governance •
Implementatie principes Pension fund governance – Nog vaak gezien als doel op zich en onvoldoende bewustzijn van toegevoegde waarde – Niet altijd gemotiveerde keuzes bij invullen organen en verdiepen in opdracht, werkwijze en samenstelling
•
Deskundigheidsplannen – Onvoldoende periodieke afstemming en actualisering, waardoor onvoldoende inspelen op samenstelling en verloop binnen besturen en op nieuwste ontwikkelingen
42
Knelpunten in de Pension fund governance •
Taakafbakening onderneming-pensioenfonds onduidelijk – Resultaten arbeidsvoorwaardenoverleg vaak voldongen feit; geen expliciete onderbouwde opdrachtaanvaarding – Dubbele petten: deelnemer arbeidsvoorwaardenoverleg besluit als bestuurlid over eigen resultaat
•
Verwachtingen van Pension fund governanceorganen onduidelijk – Overlap organen door interpretatieruimte wet-/regelgeving – Verwachtingen van verschillende rollen onduidelijk – Ontbreken praktische handvatten voor invulling verantwoording en intern toezicht – Ontbreken (deskundigheids)eisen aan leden verantwoordingsorgaan en intern toezicht
43
Uitgangspunten voor verdere invulling Pension fund governance • •
•
•
• •
Vertrouwen in pensioenfondsen moet worden herwonnen Spanningsveld in machtsverhoudingen gepensioneerden, werknemers en werkgevers moet worden gekanaliseerd Voor verdere invulling rekening houden met: – Toekomstige vergrijzing (draagvlak en generatieconflict) – Spanningsveld tussen gepensioneerden, werkgevers en actieve (jongere) deelnemers (werkgevers en deelnemers betrokken houden) Criteria voor toekomstige verdeling van de macht: – Belanghebbenden hebben invloed door participatie indien ze risico dragen – Belanghebbenden hebben geen invloed, waartegenover ze zekerheid hebben en geen of minder risico lopen Aanpassingen langs de weg van de geleidelijkheid Meer nadruk op sturing van de zelfregulering
44
Aanbevelingen • • •
• • •
Vergroten van professionaliteit en deskundigheid – Diepte en breedte kennis – Competenties – Rekening houdend met eigen karakter pensioenfonds
Actiever en bewuster inzet van adviseurs Onafhankelijke besluitvorming (“Dubbele petten afzetten”) Besturen dienen ruimer tijd te besteden aan hun taken Ook aanbieders van producten en diensten aan pensioenfondsen strenger reguleren (minder eenzijdige druk op pensioenfondsen)
Alleen expliciete pensioencontracten – Completer (toedeling risico‟s) – Extra belangrijk bij “zachte toezeggingen”
45
Aanbevelingen Stroomlijnen verantwoording en medezeggenschap • Instellen van BelanghebbendenRaad
•
– Samenvoegen deelnemersraad en verantwoordingsorgaan – Samenstelling uit werknemers, gepensioneerden en werkgevers (alle risicodragers) – Nadruk op verantwoordingsfunctie
Intern toezicht: – Handhaven en frequentie naar jaarlijks – Benadrukken van extern en onafhankelijkheid – Benoeming door BelanghebbendenRaad
46
Aanbevelingen (1) Aanpassing besturingsmodel • Model A: Professioneel bestuur zonder vertegenwoordiging van belanghebbenden (met kwalitatieve- en kwantitatieve doelstellingen) BelanghebbendenRaad met uitgebreide bevoegdheden • alle stakeholders in BR vertegenwoordigd • Gecombineerde medezeggenschaps- en verantwoordingsfunctie (advies en verantwoording) • Instemmings-/goedkeuringsrecht • Benoeming/ontslag Bestuur Intern Toezicht • Onafhankelijk (extern) en deskundig • Nadruk op controle
47
Aanbevelingen (2) Aanpassing besturingsmodel Model B:
• •
•
Bestuur met handhaving paritaire vertegenwoordiging werkgevers en werknemers (bestuur is betrokken, deskundig en competent) BelanghebbendenRaad (als bij mogelijkheid A zonder instemmingsgoedkeuringsrecht en zonder bevoegdheid tot benoeming/ontslag bestuur) Intern toezicht (jaarlijkse toetsing, controleur en adviseur van het Bestuur, benoeming leden door BelanghebbendenRaad) 48
Overige voorstellen uitvoering •
•
•
Hef wettelijk onderscheid tussen pensioenuitvoerders op t.a.v. uit te voeren diensten – Pensioenfondsen - verzekeraars – Met dezelfde financiële sturingsmiddelen
Het begrip pensioenuitvoerder omvat nu zonder noodzaak een verplichte bundeling van een aantal functies: – de overname van het financiële risico van de werkgever, – het beheer van het vermogen ten behoeve van de deelnemers, – de administratie van de pensioenrechten en pensioenaanspraken, en tenslotte – de communicatie over de pensioenregeling en de pensioenaanspraken.
Unbundling: werkgevers moeten deze diensten afzonderlijk kunnen contracteren
49
Overige voorstellen uitvoering Eenvoud en consistentie in wet- en regelgeving
• •
Vooraf wetgeving strenger toetsen op uitvoerbaarheid en relevantie Evaluatie bestaande nodeloos complexe en gedetailleerde wetgeving – Voorbeelden toeslagenlabel, UPO, waardeoverdrachten…
50
Overige voorstellen uitvoering
•
Oppassen met “zachte contracten” – – – –
•
Uitvoerbaarheid Risico van onduidelijke en impliciete contracten Risico mismatch verwachtingen - uitkomsten Uitlegbaarheid
Voorkeur deelnemers / gepensioneerden betrekken
51
Stelling 6 Governance
Werkgevers en werknemers moeten niet langer de dienst uitmaken bij pensioenfondsbesturen
52
Stelling 7 Governance
Het Intern toezichtorgaan moet een pensioenfondsbestuur kunnen ontslaan
53
Stelling 8 Uitvoering Wettelijk onderscheid tussen pensioenfondsen en verzekeraars m.b.t. de pensioenuitvoering moet worden opgeheven
54
Pauze 14.10 – 14.30
55
Bevindingen vanuit de commissie Frijns
drs. Jan Nijssen lid Commissie Frijns en Montae Pensioen „Pensioen: een onzekere zekerheid‟
56
Waar gaat het nu echt om? (1) 1.
Rapporten Commissies Frijns en Goudswaard worden breed gedragen: pensioensector is aan zet
2.
Aanbevelingen nu uitwerken: momentum is kort •
Rapport Frijns: besturen pensioenfondsen
•
Rapport Goudswaard: sociale partners
Kies een reële doelstelling
Pensioen is risicovol product: verantwoord en weloverworgen risico nemen
Stem af met deelnemers (bereidheid, draagvlak)
Stem vervolgens met bestuur beleid daarop af 57
Waar gaat het nu echt om? (2) 3.
Expliciteer indexatie-ambitie
Bijv. vast of afhankelijk van looninflatie
Zorg voor een heldere pensioendeal voor de deelnemers
Interessante gedachte: van defined benefit naar defined ambition
4.
Geef kader aan voor beleggingsbeleid en uitvoering daarvan
Reëel sturingskader naast nominaal kader
Expliciteer risicodraagvlak en –bereidheid deelnemers
Deskundig(er) bestuur, ongeacht vorm
Bestuur in control bij formulering, bepaling en uitvoering beleid
58
Waar gaat het nu echt om? (3) 5.
Duurzaamheid: be good and tell it
Pensioenfondsen zijn belangrijke corporate citizens
Rekening houden met klimaat, milieu en gezondheid in beleggingsbeleid
Peil mening deelnemers
Leg uit en laat zien wat het oplevert
6.
Uitvoering kan en moet beter
In alle stadia in control
Resultaten monitoren
Zorg voor heldere en gelijke doelen en agenda‟s
Bied tegenspel aan experts (countervailing power) 59
Waar gaat het nu echt om? (4) 7.
Reële doelstelling moet leidend zijn
Het gaat om een reëel pensioen met behoud van koopkracht
Reële naast nominale dekkingsgraad
Hoe zou reële dekkingsgraad eruit kunnen zien?
•
Opgerente verwachte indexatie-ambitie
•
Bredere basis dan nu en niet risicoloos
Tussentijds blijft belangrijk
60
Waar gaat het nu echt om? (5) 8.
Besturen moeten alleen expliciete en evenwichtige contracten accepteren
Strategisch risicokader vaststellen
Wederom: reële doelstelling moet leidend zijn
Ondergrens nominale en reële dekkingsgraad vaststellen
Uitleggen en verantwoorden aan deelnemers
61
Waar gaat het nu echt om? (6) 9.
Governance: voldoende expertise en deskundigheid in bestuur om initiërend op te kunnen treden
Expertise hebben of organiseren
Indien expertise tekort schiet: default/standaardaanpak
Vorm bestuur is wel belangrijk, maar inhoud en resultaat regeling bepalen het succes
Risico‟s expliciteren naar de deelnemers en zorgen voor goede verantwoording (voortdurend via website) 62
Waar gaat het nu echt om? (7) 10. Beleggingsbeleid
Integraal geheel met risico- en duurzaamheidsbeleid
Baseren op realistische risico- en rendementsverwachtingen
Kritische houding bestuur over: actief/passief beleggen, fiduciair management, alternatieve beleggingen
Doe alleen wat je begrijpt
63
Op naar een heldere pensioen deal
Dit geldt voor alle pensioenfondsen Communicatie naar deelnemers is vooral gericht geweest op de pluspunten van het pensioencontract Communiceer helderder wat de risico‟s zijn en wat de reële verwachtingen kunnen zijn De kloof tussen het verwachtingspatroon van deelnemers en de realiteit moet gedicht worden Niet wachten op wetgever, maar zelf beginnen Formuleer heldere en vooral realistische doelstellingen Breng die inspirerend naar voren zodat de deelnemers ze omarmen 64
Op zoek naar de optimale balans
Prijs
Solidariteit
Zekerheid
Kwaliteit
Bestand tegen externe schokken 65
Een interessante gedachte Van defined benefit naar defined ambition
DB
Prachtig, maar op den duur niet meer betaalbaar
DC
Betaalbaar en steeds meer de internationale norm, maar te onzeker voor deelnemers
DA
Van nominale garantie naar reële ambitie
66
De actualiteit
Brief minister Donner van 7 april over toekomst aanvullend pensioenstelsel Minister ondersteunt conclusies Frijns en Goudswaard en komt met concrete voorstellen voor kabinetsinzet Mogelijkheid om pensioenregelingen af te spreken waarbij een waardevast pensioen voorop staat, dat rekening houdt met gestegen kosten van levensonderhoud Mogelijkheden voor fondsen om onder voorwaarden pensioenaanspraken te kunnen aanpassen als de financiële positie van een pensioenfonds dat noodzakelijk maakt Pensioenfondsen moeten de communicatie naar de deelnemers hoe dan ook meer in reële termen doen. Pensioenaanspraken moeten afhankelijk kunnen worden van de levensverwachting Dit vergroot de financiële schokbestendigheid van de pensioenfondsen Huidige FTK moet worden aangepast om zekerheid van pensioenen te vergroten
67
Tot slot
Minister Donner onderschrijft ook conclusies van de commissies dat Nederland een uniek stelsel van aanvullende pensioenen heeft Collectiviteit, solidariteit en verplichtstelling zijn sterke punten We moeten de fundamenten van het stelsel koesteren
Maar: “Wanneer nu niets met de analyses van de commissies wordt gedaan en zonder meer wordt uitgegaan van herstel in de toekomst, worden risico‟s doorgeschoven.”
Pakt u de handschoen op?
68
DEBAT
prof. dr. Lans Bovenberg – Netspar en hoogleraar Economie ir. drs. Ap Fraterman – secretaris Pensioenbeleid VNO-NCW mr. Peter Gortzak – vicevoorzitter FNV drs. Jan Nijssen – lid Cie. Frijns en directeur Montae Pensioen O.l.v. drs.
Peter van Zadelhoff RTL-Z
69
Stellingen
70
Afsluiting en borrel
[email protected] www.kps.nl 71