Voor mensen die zorgen
3
november 2011
Alsnog naar school voor een diploma Antwoord op de belangrijkste vragen
Magda Husslage
De Wmo gaat veranderen
Van eetcafé naar stoeremannengroep
Wat betekent dit voor Odion en de cliënten?
Project ‘Gezond & Fit’ | Daarom is Gré Oppelaar busbegeleider Peter Bosma klust bij De Steiger | Fotodagboek: Bill Schipper Arbeidsmatige dagbesteding loont | Tien vragen aan Linda Kool In discussie over ICT en telefonie | Het Smoelenboek in aantocht
In deze What’s in a name? What’s in a name?
2
Fotodagboek van Bill Schipper
3
Frank van Dijk en Karin Watzeels over de Wmo
4
Dáárom is Gré Oppelaar busbegeleider
6
Odion en de gemeente Zaanstad
7
Onderzoek: voorbij valkuilen en wensdenken
8
Het smoelenboek is in aantocht
9
Een goed gesprek over ICT en telefonie
10
10 vragen over het diplomeringstraject
12
De column van Petra
14
De OR op weg naar verkiezingen
14
Magda Husslage stapte over naar de VD84
15
Peter Bosma klust bij De Steiger
16
Project ‘Gezond & Fit’
17
In dienst, uit dienst
18
Watskeburt?
19
Tien vragen aan Linda Kool
20
Colofon Impuls is een uitgave van de stichting Odion. Odion biedt ondersteuning aan mensen met een handicap. Impuls wordt verspreid onder medewerkers en vrijwilligers en andere belang stellenden en verschijnt drie maal per jaar. Stichting Odion Postbus 138 1440 AC Purmerend T: 0299 - 412 812
En zo werd de naam Odion twee keer genoemd in een blog op de website van verschillende zorgbladen. Beide keren werden moderne namen van zorginstellingen op de hak genomen. Veel mensen weten niet (meer) dat de naam Odion staat voor ‘ontmoeten in dienstverlening en ondersteuning.’ Die zin vonden wij te lang om als naam te gebruiken. Onze vroegere naam was ‘Stichting Geestelijke Gehandicaptenzorg Zaanstreek-Waterland’, maar dat stond wat knullig voor een organisatie die inmiddels ook voor mensen met een lichamelijke of een auditieve beperking werkte. Het punt dat de bloggers maakten, is dat de namen voor buitenstaanders nietszeggend zijn en weinig authentiek overkomen. Omdat ik direct bij de naamgeving Odion betrokken was, trek ik mij dat aan. De naam Odion was snel ingeburgerd, men wist waarvoor hij stond. In de eerste jaren van de nieuwe naam werd nog in alle in- en externe uitingen de zin ‘ontmoeten in dienstverlening en ondersteuning’ gebruikt. Toen niet meer nodig bleek om steeds te benoemen waar Odion voor staat, kwam er een nieuw motto: ‘met zorg het gewone leven ondersteunen.’ Een zin waarin alles wat wij doen besloten ligt: de eigen regie van de cliënt enerzijds en de professionele zorg anderzijds. Ook daarin staat de ontmoeting centraal. Dat geldt natuurlijk voor de ontmoeting tussen cliënt en medewerker. Maar ook die tussen Odion en zorg- en welzijnsinstellingen met wie wij samenwerken om goede arrangementen voor onze cliënten te bereiken. En niet in de laatste plaats de ontmoeting met de gemeenten als het gaat om de wederzijdse verantwoordelijkheden voor cliënten als burger van de lokale samenleving.
Het fotodagboek van coördinator vastgoedbeheer Bill Schipper De afdeling Vastgoed en Facilitaire zaken zorgt ervoor dat alle gebouwen, inventaris en terreinen in goede staat verkeren. Ook begeleidt zij onder meer de bouw van nieuwe locaties en de verbou wingen van bestaande locaties. Bill Schipper versterkt deze afdeling sinds maart vorig jaar. Impuls volgde hem een aantal dagen.
Nieuwe locatie
Afvoer
Even opmeten!
In Castricum wordt gewerkt aan een nieuwe locatie voor beschermd wonen voor mensen met een lichamelijke beperking. Hier voer ik overleg met de opzichter, de ontwikkelaar en de externe projectleider om allerlei bouwkundige zaken te bespreken.
Een rondje in het nieuwe pand. Op deze foto spreken we over het verlaagde plafond. Daar moeten allerlei afvoerleidingen komen die langs het plafond lopen. We attenderen de opzichter erop dat enkele stopcontacten niet op de juiste plaats zitten.
De Zonnehoek is al jaren in gebruik door Odion. In de loop der jaren zijn er steeds meer bijgebouwen neergezet. In het kader van alle vernieuwde weten regelgeving ben ik hier alle bouw werken opnieuw aan het opnemen.
Goedgekeurd
Bijpraten
Met z’n allen
Aan de Karavaanstraat hebben we onlangs een verbouwing laten uitvoeren, met goedkeuring van de woningbouwvereniging. Inmiddels hebben we hiervoor de factuur ontvangen. Voordat we die betalen, controleer ik of alle werkzaamheden goed zijn uitgevoerd.
Werkoverleg met mijn leidinggevende, Ton van Westrop, manager vastgoedbeheer en facilitaire zaken. De hoeveelheid en diversiteit van onze werkzaam heden vraagt goed en regelmatig werkoverleg. Hier hebben we het ook over de begroting voor volgend jaar en de personele bezetting.
Gerard – rechts van mij in het witte shirt – is onze onderhoudsmedewerker plus. Normaal gesproken stem ik alle technische zaken alleen af met hem, dat gaat heel goed. Maar eens in de zoveel tijd gaan we ook even met z’n allen om tafel. Zoals nu!
De ontmoeting tussen cliënt en medewerker staat met stip op één, daarbij gaat het om de warme dagelijkse zorg die wij bieden. Bij sommige moderne namen wordt dat beeld van warme zorg niet automatisch opgeroepen, daarin hebben de bloggers een punt. Voor mij was het een reden om toch weer eens (denkbeeldige) puntjes tussen onze letters te zetten. Die je overigens ook weer mag vergeten want de betekenis van de naam Odion lijkt mij voldoende ingeburgerd. En ik denk dat het met het beeld dat de naam bij jou oproept ook wel goed zit!
Redactie en coördinatie
Vitamedia Hoorn Irma van der Lubbe en Marian Vleerlaag Redactieadres
Henk Steen Raad van Bestuur
Nieuwstraat 23 1621 EA Hoorn T: 0229 - 280 230 E:
[email protected] Vormgeving
Grafish, Tom van Hoogstraten Fotografie
Evelien Berger, Elly Kroese, Yvon Bakker, Irma van der Lubbe, Trudy Conijn, Bart Tol Redactieraad
Ineke Annen, Yvon Bakker, Maud van Busschbach, Sandra Jak, Frans Kootstra, Elly Kroese, Rob Marinus, Petra Ruiter, Ingrid van Melsvort, Ilse Ruff Druk
Koopmans Drukkerij, Hoorn Oplage
1.350 exemplaren Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder schriftelijke toestemming van Odion, Vitamedia en Grafish.
03
De Wmo verandert Wat betekent dat voor Odion en de cliënten?
Vanaf 1 januari 2013 gaat de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) ingrijpend veranderen. Dit zal veel consequenties voor Odion hebben, zowel qua administratie als qua zorg. Frank van Dijk (cliëntservice) en Karin Watzeels (BZW Zaanstreek) denken hardop na over de gevolgen.
Aan het woord
Frank van Dijk Cliëntservice Karin Watzeels BZW Zaanstreek
Voor wie niet precies weet wat de Wmo is, eerst even wat uitleg. De Wmo regelt dat mensen met een beperking de voorzieningen, hulp en ondersteuning krijgen die ze nodig hebben. Sommige zorg die voorheen vanuit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) werd betaald – zoals hulpmiddelen en huishoudelijke zorg – wordt tegenwoordig via de Wmo gefinancierd. Met de aangekondigde aanpassing van de Wmo gaat straks ook individuele begeleiding en begeleiding op de groep hieronder vallen. ‘Bij Odion gaat dit een effect hebben op de financiering van BZW, intensieve gezinsbegeleiding, ambulante ondersteuning, de complete dagbesteding en een klein deel van onze woonprojecten’, kondigt Frank aan. ‘Voor nieuwe cliënten gaat de wijziging per 1 januari 2013 in, voor bestaande cliënten per 1 januari 2014.’
Buiten het gezichtsveld Het lijkt misschien alleen een kwestie van een ander betaalpotje, maar er is een belangrijk verschil tussen de AWBZ en de Wmo: de AWBZ wordt bekostigd vanuit de landelijke overheid, de Wmo vanuit de gemeente. Frank: ‘De gedachte hierachter is dat de gemeente dichter op de burgers zit en beter kan beoordelen wat zij nodig hebben. Zij zou ook beter kunnen inschatten of de zorg die momenteel wordt geboden wel gerechtvaardigd is. Wij denken echter dat het kennis niveau bij de verschillende gemeenten nogal uiteenloopt. De wethouders van grotere gemeenten weten inmiddels iets meer, maar nog lang niet alles.’ Ook gaat de overheid er vanuit dat de gemeente de zorg effectiever kan organiseren. Daarom wordt er bij de overgang meteen een korting van vijf procent op het totale budget doorgevoerd. ‘Naar mijn mening is er bij Odion geen sprake van zorg die ten onrechte wordt geboden. Wij willen daarom heel erg graag laten zien hoe wij de eigen kracht van cliënten centraal stellen in onze ondersteuning. De doelen van de Wmo zijn erg sympathiek
04
maar de bezuiniging is daar moeilijk mee te rijmen’, aldus Frank.
Van één Zorgkantoor naar dertien gemeenten Om nog even bij de financiën te blijven: straks moeten de aanvragen voor financiering van de eerdergenoemde zorg dus worden ingediend bij de gemeenten, en niet langer meer centraal bij het Zorgkantoor. Odion werkt samen met dertien gemeenten. ‘Voor cliëntservice en de financiële administratie betekent dat dus veel meer werk’, voorspelt Frank. ‘Vooral omdat iedere gemeente zelf mag bepalen hoe hij de gegevens aangeleverd wil krijgen. De Vereniging voor Nederlandse Gemeenten formuleert wel een richtlijn, maar die is niet bindend. Gelukkig zijn er een paar gemeenten die samen een cluster vormen. Maar we zullen hoe dan ook onze hele administratie op de nieuwe situatie moeten instellen. Dat wordt zeker een klus.’ Bovendien gaan de gemeenten gaan straks ook de prijs van de zorg bepalen. ‘De grote vraag is hoe de prijs die straks betaald wordt zich verhoudt tot de kwaliteit die wij nu bieden. Kunnen wij het niveau van de ondersteuning dat wij samen met ouders en cliënten hebben opgebouwd blijven bieden op grond van een nieuw budget?’
Tegenstrijdig Eén van de diensten binnen Odion voor wie de verandering vergaande gevolgen kan hebben is Begeleid Zelfstandig Wonen (BZW). ‘Onze cliënten komen onder de Wmo te vallen, maar daarnaast is er sprake van dat cliënten met een IQ van
impuls | 3 2011
boven de 70 met die overgang hun recht op begeleiding verliezen’, vertelt Karin Watzeels van BZW Zaanstreek. ‘Aan de andere kant heeft de Inspectie in een rapport vastgesteld dat juist déze cliënten problemen kunnen veroorzaken en dat de zorg daar nog niet goed genoeg op inspeelt. De berichten zijn dus tegenstrijdig.’ Als de beslissing straks inderdaad valt, dan voorziet Karin problemen van verschillende aard. ‘Cliënten met dit IQ hebben veelal moeite met het inschatten van een situatie en het overzien van de gevolgen van de keuzes die ze maken’, legt ze uit. ‘Neem het aangaan van een lening. Cliënten zien het voordeel van het feit dat je in één keer bijvoorbeeld 9.000 euro tot je beschikking hebt, maar realiseren zich niet dat je vervolgens iedere maand 500 euro moet afbetalen.’ De kern van BZW is cliënten te helpen om zelf goede keuzes te maken. Dat gebeurt door regelmatige begeleiding aan huis, meestal eens per week. ‘Voor cliënten is het belangrijk dat zij iedere week hun vragen kwijt kunnen bij iemand die ze vertrouwen, maar geen familierelatie met ze heeft’, ervaart Karin. ‘Zo houden ze zelf de regie over hun leven. Als je ze dat recht op begeleiding zou ontnemen dan is de kans groot dat ze schulden krijgen, in een sociaal isolement terecht komen en meer van dat soort problemen krijgen. Bij deze cliënten lijkt het namelijk of ze veel kunnen, maar niet alles wat ze willen lukt altijd.’
Vrijwilligers en inloopspreekuur Vanwege de reeds aangekondigde bezuiniging hebben gemeenten laten weten dat zij willen kijken of voorliggende voorzieningen – zoals welzijn of vrijwilligers – een oplossing kunnen bieden. ‘Wat BZW betreft zou je voor een deel misschien vrijwilligers kunnen inzetten, met goede begeleiding en scholing’, denkt Karin. ‘Maar bij dit soort begeleiding moet je heel goed weten wat het effect is van een hersenbeschadiging, anders sla je de plank mis. Ook zijn er ideeën voor een soort inloopspreekuur. Wij hebben zoiets al, maar we merken dat het voor cliënten niet makkelijk is om daar gebruik van te maken. Ze moeten al inzien dat ze een probleem hebben en dat hier de oplossing ligt. En bovendien:
als je niet vaak naar het spreekuur komt, wordt de drempel steeds hoger.’ Ondanks alle tegenargumenten ziet Karin toch ook een positief punt in dit alles. ‘Door de aangekondigde bezuinigingen is de ambulante tak van Odion gaan onderzoeken wat straks de problemen kunnen worden en hoe we die op een goede, verantwoorde manier kunnen oplossen – mét begrenzing van de kosten’, vertelt ze. ‘Op zich is dat niet verkeerd. Het kan geen kwaad om te kijken hoe dingen ook anders kunnen. Ook biedt de nieuwe situatie wellicht betere mogelijkheden om meer met andere betrokken instanties samen te werken en dwarsverbanden te leggen. Daar zijn we bij BZW groot voorstander van.’
Goede indruk maken Als de nieuwe Wmo straks ingaat, bepaalt de gemeente dus hoe en bij wie ze welke zorg gaan onderbrengen. Frank: ‘Als Odion een belangrijk deel van die zorg wil gaan bieden, moeten wij als organisatie een goed beeld geven bij de gemeente en inzicht bieden in de zorgvraag van onze cliënten. Zelf heb ik onlangs alle relevante gegevens aangeleverd, om duidelijk te maken om hoeveel cliënten en hoeveel geld het gaat. Ook wat dat betreft is transparantie een kernbegrip. Andere betrokken collega’s, zoals Henk Steen en de clustermanagers, hebben inmiddels gesprekken met de gemeenten gehad. Ook zijn een aantal medewerkers van de gemeenten bij verschillende Odionlocaties op bezoek geweest.’ ‘Klopt, ook wij hebben ons zo kunnen presenteren’, reageert Karin. ‘Onze inzet was om de gemeente te laten zien dat wat wij doen niet zomaar betutteling is. Deze mensen moeten hun recht op begeleiding houden, waarbij ze niet teveel en niet te weinig krijgen. Ik blijf erin geloven dat Odion dat duidelijk kan maken.’ Frank en Karin geven ten slotte aan dat zij een open oog hebben voor de mogelijkheden die de Wmo kan bieden. Over die kansen én over de zorgen zal het gesprek met de gemeenten de komende maanden zeker gaan! Meer weten over de Wmo? Kijk op http://www.invoeringwmo.nl
05
Gré Oppelaar: ‘Ik had meteen een klik met deze kinderen!’ Dáárom ’Een buurvrouw van me was chauffeur bij Connexxion en reed kinderen van Odion naar De Regenboog, het KDC dat nu is overgegaan naar De Boomgaard. Zij wist dat ik in die tijd een baan zocht en toen haar vaste busbegeleider ermee stopte, vroeg ze of dit niet iets voor mij was. Ik stelde voor eens een weekje mee te gaan en ik vond het heel erg leuk. Hoewel ik geen ervaring had met mensen met een verstandelijke beperking, had ik meteen een klik met deze kinderen! Als busbegeleider rijd ik mee in het busje van Connexxion. Ik zorg ervoor dat de cliënten veilig worden vervoerd en rustig bij De Boomgaard aankomen. Vanuit voorin de bus heb ik goed overzicht en kan ik meteen reageren als een kind zich bijvoorbeeld wil uitkleden of een ander kind raakt. Of als een kind een epileptische aanval krijgt: ik heb een speciale cursus gevolgd, zodat ik weet hoe ik in zo’n geval moet handelen. Als een kind om wat voor reden onrustig in de bus komt, weet ik bovendien precies wat ik moet doen om hem of haar rustiger te maken. Bij de één is dat een aai over de bol, voor de ander zing ik een speciaal liedje. Dat is belangrijk want een onrustig kind kan de rest aansteken en dat is niet fijn voor de begeleiders op De Boomgaard. Dat geldt natuurlijk ook voor de ouders, als hun kind terug naar huis gaat. Je hoort wel eens dat busbegeleider een ondergewaardeerd beroep zou zijn, maar ik denk dat dit voor een groot deel aan jezelf ligt. Als je alleen de kinderen
In het kader van de op handen zijnde wijziging van de Wmo gaat Odion nauw samenwerken met de gemeenten waarin de organisatie werkzaam is (zie uitgebreid artikel op pagina 4). Eén daarvan is de gemeente Zaanstad.
komt ‘afleveren’ raak je nooit betrokken. Zelf maak ik altijd wel even een praatje, zo kom je veel over de cliënten te weten en zien de begeleiders je als een soort collega. Ik word ook altijd meegevraagd naar teamuitjes, dat vind ik erg leuk. Een paar keer per jaar ga ik bovendien met de leiding om tafel en bespreken we alles wat over en weer relevant is. Eens in het jaar zit daar ook de chauffeur bij. Sinds vier jaar werk ik samen met een vaste chauffeur: Boyd, een jonge vent. Samen vormen we een gouden team. Het is belangrijk dat je het samen goed kunt vinden, want je zit toch drie tot vier uur per dag op elkaars lip en je brengt vaak samen de kinderen naar binnen. Ik vind dit echt ontzettend leuk werk en hoop dat ik het nog jarenlang mag blijven doen. Ja, bij Odion natuurlijk. Ik heb het hier enorm naar mijn zin, waarom zou ik dan ergens anders gaan werken?’
Gré Oppelaar Leeftijd 57 jaar Functie Busbegeleider Locatie De Boomgaard In dienst sinds April 2001
06
Odion en . . . de gemeente Zaanstad
Corrie Noom
Wethouder Corrie Noom is bij de gemeente Zaanstad verantwoordelijk voor de portefeuille Jeugd, Onderwijs en Zorg & Welzijn en heeft de wijk Zaandam Zuid-Oost onder zich. Vindt zij het een goede zaak dat individuele en groepsbegeleiding straks onder de Wmo, en dus onder de gemeente gaat vallen? ‘Ja, dat vind ik persoonlijk, maar de gemeente vindt dat ook’, antwoordt ze. ‘Doordat de gemeente dichterbij haar inwoners staat dan de landelijke overheid, kunnen wij makkelijker maatwerk leveren. En doordat wij straks meerdere verantwoordelijkheden krijgen, kunnen we dwarsverbanden leggen met belangrijke domeinen zoals jeugdzorg en geestelijke gezondheidszorg. Dat kan er bijvoorbeeld toe leiden dat een cliënt die met drie instanties te maken heeft straks slechts één contactpersoon krijgt, om maar eens wat te noemen. Dat wordt echt een meerwaarde.’
Synergie Wat er precies van de gemeente wordt verwacht in de nieuwe situatie, is nog niet helemaal duidelijk. ‘Er is nog geen officieel wetsvoorstel, alleen een voornemen’, legt Noom uit. ‘Maar we weten wél dat we direct te maken zullen krijgen met een bezuiniging van tenminste vijf procent. Wij zien het als een uitdaging om de kwaliteit van de zorg te verhogen met minder geld. Dat gaan we onder meer doen door de
synergie te zoeken tussen de zorg en wat de cliënt zelf kan met zijn eigen omgeving. Maar ik weet dat Odion daar al heel goed in zit.’
Liefde voor de cliënten De gemeente wacht straks een nieuwe, complexe taak. ‘Daar beginnen we niet van de één op de andere dag mee, dat bereiden we zorgvuldig voor’, verzekert Noom. ‘We bezoeken onder meer landelijke bijeenkomsten, zitten in landelijke werkgroepen, organiseren eigen bijeenkomsten – die overigens ook altijd door Odion worden bezocht – en gaan op werkbezoek om de zeer uiteenlopende doelgroepen goed te leren kennen. Zo zijn we ook bij De Zonnehoek geweest. Daar waren we eerder tijdens NL DOET, met het college van B&W. Maar nu keken we toch met andere ogen. Het bezoek was uitstekend georganiseerd en heeft zeker bijgedragen aan een beter inzicht in de doelgroep. Als het ons ergens van bewust heeft gemaakt, is het wel dat deze heel divers is. Dat is iets waarmee we goed rekening moeten houden. We waren bovendien opnieuw getroffen door de liefde van de medewerkers voor de cliënten. Waarbij liefde niet wil zeggen dat ze alles van de cliënten overnemen, maar dat ze hen juist in kracht laten. Dat was mooi en leerzaam om te zien.’
07
Odion steeds meer ‘a great place to work’
Paul Ongenae
Arbeidsmatige dagbesteding loont!
Leuk, zo’n medewerkersonderzoek. Maar het gaat natuurlijk om wat daarna met de uitkomsten wordt gedaan. Bij Odion is dat veel. Zo zijn in het jaarplan 2012 drie speerpunten opgenomen die direct voortkomen uit het onderzoek: het project ‘Slimmer werken’, de opzet van een smoelen boek én het vergroten van de beschikbaarheid van computerfaciliteiten (zie volgende pagina’s).
Hoe toon je aan dat bedrijfsmatige dagbeste dingprojecten van cliënten met een arbeids matige beperking een meerwaarde hebben voor de maatschappij? Paul Ongenae denkt hierop het antwoord te kunnen geven en hoopt in 2014 aan de VU in Amsterdam te promoveren op zijn onderzoek ‘Voorbij valkuilen en wensdenken’. Binnen Odion werkt De Andere Oever mee aan
’Slimmer werken’ in het kort Waarom Onderling kennis delen, zodat je collega’s niet opnieuw het wiel hoeven uit te vinden.
Hoe
het onderzoek.
Via een digitale ideeënbus.
Wat et je tip, advies of suggestie online, zodat iedereen hem kan lezen. Iedere drie maanden wordt ‘het idee van Z het kwartaal’ gekozen door een jury onder leiding van Loes van der Haar. Aan het eind van het jaar wordt ‘het idee van het jaar’ gekozen.
Wie Lang werkte Paul Ongenae in ‘de sector’, bij zorginstellingen en brancheverenigingen. Daar hield hij zich vooral bezig met sociale/bedrijfsmatige projecten voor mensen met een arbeidsmatige beperking. Projecten die gevoelsmatig een meerwaarde hadden voor de cliënt en de (zorg)organisatie, maar ook voor de samenleving. Door deze dagbesteding leren cliënten immers zelfstandiger te worden, waardoor ze eventueel kunnen doorstromen naar betaald werk. Gezien het huidige regeringsstandpunt, waarbij iedereen naar vermogen moet participeren, zou dit wenselijk zijn. ‘Als ik echter bij het Zorgkantoor aanklopte voor de financiering van dergelijke projecten, werd me gevraagd die meerwaarde aan te tonen’, vertelt Paul. ‘En dat is best lastig. Voor mij was dat één van de redenen om hieraan mijn promotieonderzoek te wijden.’
len waarom deze dagbesteding een toegevoegde waarde heeft’, legt hij uit. ‘Gezien de diversiteit aan deelnemers kun je kiezen hoe je wilt meedoen, bijvoorbeeld via internet, met picto’s of via gesproken woorden. En deelnemen kan 24 uur per dag, zeven dagen per week. Dus je kunt altijd een moment kiezen dat jou goed uitkomt. Het onderzoek is overigens anoniem.’
Betere aansluiting
Pauls eerste stap bestond uit het in kaart brengen van deze specifieke arbeidsmarkt. Nu dit gedaan is, gaat hij een aantal projecten volgen, waaronder De Andere Oever. ‘Ik zocht daarvoor vooruitstrevende zorgorganisaties en mijn promotor wees me op Odion’, vertelt hij. ‘Bij De Andere Oever heb
Door de medewerking aan het onderzoek krijgt Odion straks beter inzicht in de wensen van medewerkers en cliënten. ‘Daardoor kan de organisatie haar producten en diensten beter laten aansluiten op hun wensen’, legt Paul uit. ‘Bovendien financiert Odion projecten als De Andere Oever nu hoofdzakelijk met eigen middelen. Als je kunt aantonen dat zo’n project bijvoorbeeld ook een belangrijke buurtfunctie heeft, kun je daarmee ook aankloppen bij andere instanties om te zien of zij willen meefinancieren.’ Paul heeft inmiddels de resultaten van een paar organisaties binnen, maar voor conclusies is het nog te vroeg. Volgens planning promoveert hij in 2014. Wat hoopt hij met zijn onderzoek te bereiken?
ik eerst een presentatie gehouden voor de medewerkers en cliënten, en na de zomer gaat het onderzoek van start.’ Omdat Paul zelf uit de sector komt, weet hij dat drukbezette zorgmedewerkers niet zitten te wachten op de zoveelste enquête om in te vullen. ‘Daarom is het een narratief onderzoek geworden, waarbij je in je eigen woorden kunt vertél-
‘Je merkt dat zorgorganisaties nog veel valkuilen moet overwinnen om mensen met een beperking aan het werk te krijgen, zoals conflicterende wetgeving’, stelt hij. ‘Ik hoop dat het onderzoek helpt om daarin dingen te veranderen. Er ligt wat dat betreft nog veel terrein braak, daar zou ik me na het onderzoek graag verder mee bezighouden.’
Vooruitstrevend
08
impuls | 3 2011
Iedereen kan ideeën posten.
Wanneer Binnenkort online!
5 vragen over het Smoelenboek
aan Ans Sintenie, manager P&O
Waarom een smoelenboek? ‘Er blijkt binnen Odion veel behoefte te bestaan om te weten wie wie is. En om daar een gezicht bij te hebben. Een smoelenboek is daar een ideaal middel voor.’
Wordt het een boek op papier of online? ‘Online. Met zo’n grote organisatie als Odion is een papieren boek alweer achterhaald op het moment dat het uitkomt. Een werkgroep is momenteel aan het uitzoeken hoe dit het best kan worden opgezet zonder dat ons digitale netwerk er trager van wordt. Het mooie van een online boek is dat je het gemakkelijk kunt blijven actualiseren, zodat ook nieuwe medewerkers meteen een plek kunnen krijgen.’
Hoe komt mijn foto straks in het online smoelenboek terecht? ‘Het is de bedoeling dat iedereen zelf zijn informatie en een leuke foto van zichzelf gaat uploaden: dat is logistiek gezien het gemakkelijkst. Verwacht geen moeilijke handelingen: jezelf online zetten wordt een fluitje van een cent, ook voor mensen die minder ervaren zijn met de computer.’
Als ik nou niet met mijn hoofd in het smoelenboek wil, wat dan? ‘Deelname aan het smoelenboek is niet verplicht. Als je er niet in wilt, zet je er niks op. Maar dat zou wel jammer zijn. Ga jezelf maar na: als jij een collega van een andere locatie aan de telefoon hebt gehad, dan vind je het toch ook plezierig om daar een gezicht bij te hebben?’
Wanneer gaat het smoelenboek online? ‘Dat wordt naar verwachting in de eerste helft van 2012.’
09
Een goed gesprek ... over ICT Uit het medewerkersonderzoek dat dit jaar is gehouden, bleek dat er regelmatig vragen en irritaties zijn omtrent de beschikbaarheid en snelheid van computers en programma’s. Voor Impuls reden om twee teamleiders en twee ICT-mannen met elkaar te laten discussiëren over de stelling: achter een ICT-verzoek zit vaak meer dan je denkt.
Wie is wie
John van Essen Hoofd automatisering Maria de Ruiter Teamleider De Andere Oever en begeleid werken Ronald Nijhoff Netwerkbeheerder Cilia Boon Teamleider Lijnbaan/A. Schweitzerstraat
ICT en telefonie vormen voor het clustermanagement één vraagt zij zich af. ‘Als je vragen in de wandelgangen ventivan de drie speerpunten in het beleid voor de komende leert, heb je de kans dat ze blijven hangen’, antwoordt John. jaren. Met reden, want binnen Odion ontstaan geregeld ‘De geëigende weg is om een formulier in te vullen en dat irritaties door bijvoorbeeld traag werkende computers en te mailen. Dat lijkt misschien erg ambtelijk, maar dat is echt de lange doorlooptijd van ICT-verzoeken. Cilia geeft bijvoornodig om het voor ons beheersbaar te maken. Wij kennen beeld aan dat zij al in 2006 de wens heeft neergelegd voor een nummer toe aan je mail, zodat je daar altijd aan kunt reeen softwareprogramma om elektronisch te kunnen rapfereren zolang je vraag nog niet is afgehandeld en het numporteren. ‘Nu worden rapportages vaak in Word gemaakt mer is afgemeld. We werken er overigens aan, dat je straks en opgeslagen op de M-schijf’, weet zij. ‘Maar we hebben al zelf kunt zien wat de status van je vraag is – net als bij een een paar keer meegemaakt dat collega’s die niet zo handig pakje van NL Post bijvoorbeeld. Daarnaast heb ik regelmatig met de computer zijn per ongeluk iets verkeerds deden. Weg overleg met clustermanager Marcel van Barlingen, die ICT informatie! Toen ik in 2003 in de schuldhulpverlening werkte, als aandachtsgebied heeft. Hij verzamelt vragen en wensen bestond daar al een tool voor. Waarom is zoiets dan bij Odivan alle teamleiders en bespreekt ze met mij. ‘Hee, dat wist on nog steeds niet gerealiseerd?’ John antwoordt dat Cilia’s ik helemaal niet’, reageert Cilia. ‘Dat ga ik onthouden.’ ‘Als wens bij zijn afdeling bekend is. ‘Ik heb hierover meerdere je vraag wat uitgebreider is, kunnen we er een projectje van malen contact gehad met Floris (Bouwstra, red.) die in de maken’, vervolgt John. ‘Dan wordt er een projectleider opgewerkgroep automatisering zit’, antwoordt hij. ‘Hij is er lang zet en een verwachte einddatum aan gehangen. En loop je mee bezig geweest om uit te zoeken of het mogelijk was om tijdens het werken vast en kun je echt niet verder, dan kun je zo’n rapportage binnen Plancare op te nemen. Maar het is uiteraard de helpdesk bellen. Die wordt bemand door Jonne daarbij heel belangrijk dat de gegevens op een veilige maen Martijn, die daarmee bij ons werkervaring opdoen. Daar nier kunnen worden opgeslagen. Het gaat om persoonlijke zijn we erg blij mee, want dat geeft ons op de afdeling meer informatie, dus dat moet je goed toetsen en onderzoeken.’ rust en ruimte om meer dingen op te pakken. Dat is ook de ‘Ja, maar nu gaan die gegevens soms over de mail’, reageert reden dat we recentelijk de standaard voicemail eraf hebben Cilia. ‘En dat lijkt me ook niet al te veilig, toch?’ ‘Nee dat gehaald en zelf weer de telefoon opnemen.’ klopt’, vindt John. ‘Daarom wordt er ook aan gewerkt.’
Onderzoek Formulier Maria komt regelmatig op het CB en stormt dan wel eens bij de ICT-mannen binnen als zij een verzoek heeft. ‘Maar wat is nou de beste manier om bij jullie iets gedaan te krijgen?’,
10
Aan een ogenschijnlijk simpel ingediend verzoek zit voor de ICT-mensen vaak een heel onderzoek vast. ‘Het is logisch dat je je dat niet realiseert als je geen ICT-medewerker bent’, vindt John. ‘Je hebt je computer thuis en dat is je referen-
impuls | 3 2011
Ronald Nijhoff
John van Essen
Cilia Boon
tiekader. Maar binnen een netwerk zoals dat van Odion werken zaken anders. Vaak heeft een vraag allerlei aspecten, bijvoorbeeld qua veiligheid, waar je niet meteen aan denkt. Dat geldt ook voor onszelf. Daarom is het soms goed om iets even te laten berusten voordat je handelt. Maar dat moet natuurlijk geen maanden duren. Dat is niet fijn voor jullie, maar ook niet voor ons.’ ‘Maar zoiets als YouTube-filmpjes’, oppert Cilia. ‘Die kunnen wij op onze computers nog steeds niet afspelen. Dat geldt voor meer mogelijkheden om de cliënt te ondersteunen, bijvoorbeeld in het kader van Totale Communicatie zoals fotoboeken op internet. Kan daar nou niets aan gedaan worden?’ ‘Jawel, en dat staat ook hoog op onze agenda’, reageert John. ‘Toevallig heb ik vandaag nog applicatieoverleg gehad waarin dit is besproken. Het probleem is dat we daarvoor extra bandbreedte nodig hebben. Dat is erg duur, waarschijnlijk duurder dan overstappen op glasvezel. Dan heb je het zo maar over 200.000 euro.’ ‘Zoveel?’, schrikt Maria. ‘Jee, daarvoor heb je een aantal mensen in de zorg erbij! Nu kan ik me voorstellen dat Odion zo’n beslissing niet zomaar maakt.’ ‘Inderdaad’, vervolgt John. ‘Op glasvezel overstappen lijkt het best, maar het probleem is dat dit nog lang niet op alle locaties van Odion ligt. De zakelijke markt is al wel redelijk bediend, maar veel van onze locaties liggen gewoon in een woonwijk. In Purmerend zijn ze nu net begonnen met de aanleg in één wijk. Daarna zijn ze ineens verder gegaan in Rotterdam! Dus we moeten maar weer afwachten wanneer ze in Purmerend verder gaan.’ ‘Dus jullie zijn soms afhankelijk van andere partijen’, concludeert Maria. ‘En ik realiseer me ook niet altijd dat er soms zo’n technisch verhaal achter zit. Je bedenkt iets en dan wil je
Maria de Ruiter
meteen weten wanneer het wordt uitgevoerd.’ ‘Ja, ik snap nu dat jullie vaak de beste intenties hebben’, reageert ook Cilia. ‘Maar toch is het vervelend als zo’n vraag gewoon blijft hangen. Ook als iets niet mogelijk is, is het fijn om dat te horen. Dan kunnen we misschien zelf naar een andere oplossing zoeken.’
Stabieler netwerk Een veelgehoorde vraag bij medewerkers is ook waarom is de computer op hun werkplek zoveel trager is dan de computer thuis. ‘Dat is niet zo lang geleden al een heel stuk verbeterd met de overstap naar een ander netwerk’, pareert John. ‘Het netwerk is daarmee ook een stuk stabieler geworden.’ ‘Dat is waar’, vindt Cilia, ‘maar toch gaat bijvoorbeeld het laden van plaatjes nog steeds heel langzaam.’ ‘Ook dat heeft te maken met onze bandbreedte’, legt Ronald uit. ‘Die is recentelijk verdubbeld toen we overstapten op de nieuwe telefonie, die nu ook via het netwerk loopt. Alleen blijkt de telefonie tweeënhalf keer zoveel bandbreedte op te souperen dan wij hadden verwacht. Vandaar dat we ook in dit kader de ontwikkeling van glasvezel op de voet volgen.’ Een verhelderend gesprek, vinden de vier als de afgesproken tijd voorbij is. Cilia en Maria weten nu dat zij ICT-wensen het beste via de officiële weg kunnen indienen: via de mail of via Marcel van Barlingen. Ook snappen zij dat bij ogenschijnlijk simpele verzoeken vaak veel onderzoek vastzit op het gebied van bijvoorbeeld techniek, kosten en veiligheid. ‘En laten we eerlijk zijn’, besluit Maria, ‘er is ook al ontzettend veel gedaan qua ICT. Dat vergeten we ook wel eens.’
11
Vraag 8.
Tien vragen over het diplomeringstraject
Waarom moeten de medewerkers in kwestie de opleiding eigenlijk deels in eigen tijd doen?
Vraag 5.
Een kleine honderd Odioncollega’s gaan de komende tijd de schoolbanken in. Dit om een ontbrekend diploma te halen waarmee ze officieel bevoegd worden voor hun werk; werk dat ze vaak al geruime tijd doen. Ondanks de aandacht waarmee P&O en de Raad van Bestuur dit traject in gang hebben gezet, blijkt in de praktijk toch hier en daar onduidelijkheid te bestaan. Impuls legde daarom tien belang rijke vragen over dit onderwerp voor aan Ans Sintenie en Henk Steen.
Vraag 1. Waarom is dit traject nodig en waarom moet dat precies nú? Henk: ‘Tijden veranderen. De zorg is de laatste jaren enorm aan het professionaliseren en in dat kader wordt kwaliteitsbeleid steeds belangrijker. Dat geldt overigens niet alleen voor Odion, maar ook voor andere zorgorganisaties en collega-instellingen. Daarbij wordt onder meer scherper gekeken naar de bevoegdheid van de medewerkers. Wanneer zich een incident voordoet zal de Inspectie bijvoorbeeld altijd naar de papieren van de medewerker in kwestie vragen. Bovendien: vanaf 2013 ligt het toekennen van een belangrijk deel van de cliëntzorg bij de gemeenten (zie artikel over Wmo op pag. 4 en 5, red.). Ook daarbij kan diplomering van de medewerkers een rol spelen. Maar bovenal vinden wij het inhoudelijk een goede zaak voor zowel Odion als de werknemer.’
Vraag 2. Hoe kan het dat sommige medewerkers bij Odion geen officieel diploma hebben voor het werk dat ze doen? Hoe is dat ontstaan? Ans: ‘Odion heeft het altijd als een groot goed gezien dat talentvolle medewerkers met een goede werkhouding ook zonder diploma bij ons aan de slag konden. Alleen hadden er bij het in dienst treden direct goede afspraken moeten worden gemaakt over het alsnog halen van dat diploma. En dat blijkt in het verleden helaas niet goed genoeg te zijn gebeurd.’
12
Met wie moeten flexpoolers dit onderwerp bespreken? Die hebben immers met meerdere teamleiders te maken? Henk: ‘Flexpoolers hebben in dit verband maar één leidinggevende en dat is Marja Meijer. Zij is de aangewezen persoon om dit mee te bespreken.’
Vraag 6. Er zijn medewerkers die zó bekwaam zijn, dat je je nauwelijks kunt voorstellen dat zij geen diploma hebben. Waarschijnlijk leren zijn bij een opleiding niks nieuws. Moeten zij dan toch de hele opleiding doorlopen?
Vraag 3. Kunnen jullie je voorstellen dat het voor veel collega’s niet fijn is dat ze soms na jaren in een functie – vaak tot volle tevredenheid - nu ineens een papiertje moeten halen? Ans: ‘Natuurlijk begrijpen we dat. We merken ook dat het bepaalde mensen onzeker heeft gemaakt; zij hebben ineens het gevoel dat ze meer niet voldoen. Dat is uiteraard onterecht en we vinden het vervelend dat dit soms zo wordt ervaren. We hebben medewerkers nooit willen kwetsen of het gevoel willen geven dat we ze willen ‘wegjagen’. Wat we wel willen, is dat zij samen met hun teamleider onderzoeken op welke manier zij hun diploma alsnog kunnen halen.’
Vraag 4.
Ans: ‘Nee, dat hoeft niet. Sowieso is bij de aangeboden opleidingen uitgegaan van het feit dat de medewerkers al behoorlijk wat kennis en ervaring in huis hebben. Daarom zijn het verkorte opleidingen. Maar als je samen met je teamleider concludeert dat een opleiding in jouw geval nauwelijks iets toevoegt, kun je besluiten een EVC-traject aan te gaan. Je krijgt dan ongeveer drie maanden de tijd om een portfolio samen te stellen waarmee je kunt aantonen dat je over de benodigde kennis en ervaring beschikt om het diploma toe te kennen. Dat is een duur traject dat je alléén aangaat – dus niet in groepsverband – en dat door Odion wordt betaald. Mocht na toetsing blijken dat je nog één of meer compe-
Vraag 9. Zijn er ook medewerkers die pertinent niet het diplomeringstraject in willen? En zo ja, heeft dat consequenties voor ze? Ans: ‘Als iemand van 62 jaar besluit om volgend jaar te stoppen met werken en aangeeft dat hij geen diploma wil halen, dan hoeft dat niet. Odion heeft immers als streven dat alle medewerkers in 2014 bevoegd zijn en deze persoon zou binnen die periode uit dienst treden. Leeftijd is echter geen criterium: iedereen die het diploma wil halen, krijgt daarvoor de kans. Anders ligt het voor medewerkers die gewoon echt niet willen. Gelukkig zijn die ruimschoots op één hand te tellen. Naarmate 2014 in zicht komt, zullen deze mensen worden verplicht om onder strikte voorwaarden de opleiding alsnog te gaan doen. De opleiding wordt in dat geval voor 100 procent vergoed door Odion, ook qua tijd. Daar tegenover staat een resultaatverplichting: als zij niet slagen, heeft dat consequenties voor ze. Die resultaatverplichting geldt trouwens niet voor de groep die nu het diplomeringstraject in gaat. Deze mensen tonen immers bereidheid en inzet om zichzelf te ontwikkelen, dat vinden we belangrijk. En slagen zij niet, dan gaan we samen kijken wat er nodig is om het diploma wél te halen.’
tenties mist, dan kun je alsnog een bepaalde module uit de opleiding volgen.’
Vraag 10.
Vraag 7.
Hoe kijken jullie op dit moment naar het proces nu het in gang is gezet?
Zijn de teamleiders goed op deze taak voorbereid?
Hoe vrij ben je in je beslissing om wel of niet in mee te gaan het dit diplomeringstraject?
Henk: ‘Jazeker. We beseffen ons dat een grote taak voor ze is: voor iedere betrokken medewerker dient maatwerk te worden geleverd. Daarom hebben we ze uitgebreid geïnformeerd. En mochten zij er met een medewerker niet goed uitkomen, dan kan altijd een personeelsadviseur aanschuiven.’ Ans: ‘Waar we richting de teamleiders helaas wel een steek hebben laten vallen, is dat de teamleiders niet wisten welke medewerkers uit hun team het betrof en wie dus een brief zou krijgen. Dat verdient niet de schoonheidsprijs en daar hebben we dan ook absoluut van geleerd.’
Henk: ‘Het is geen verplichting. Wij zien diplomering als een gezamenlijk belang van Odion en de medewerker. Niet alleen voor Odion is het fijn dat je een diploma hebt: ook voor jezelf is het belangrijk. Want wil je ooit eens buiten Odion solliciteren, dan zal daar zeker ook naar je diploma worden gevraagd. Onze ervaring is dat sommige mede werkers in eerste instantie moeten wennen aan het idee om weer naar school te gaan, maar dat ze er na een tijdje ook de voordelen van zien. Je verrijkt tenslotte je kennis en hoort weer nieuwe verhalen van andere medewerkers.’
impuls | 3 2011
Henk: ‘Ook dit heeft te maken met die gedeelde verantwoordelijkheid, je wordt er tenslotte zelf ook beter van als je een diploma hebt.’
Henk: ‘We zijn het traject gestart op basis van inhoudelijke motieven en zakelijke argumenten. Maar we beseffen ook dat we nogal wat van de medewerkers in kwestie vragen. Daarom hebben we het traject zo zorgvuldig mogelijk willen opzetten. Desondanks hebben we ons niet voldoende gerealiseerd dat er rond dit onderwerp ook gevoels argumenten spelen. Daar hebben we zeker van geleerd, dat zal ons niet nogmaals overkomen. Los daarvan vinden we dat het voor Odion als organisatie, maar ook voor de individuele medewerkers die het betreft, een goede zaak dat wij straks in 2014 uitsluitend bevoegde medewerkers in dienst hebben. Het is weer een belangrijke stap vooruit naar verdere professionalisering.’
13
Van de OR
De overstap
Stel je verkiesbaar! Op 29 november a.s. worden tussen tijdse OR-verkiezingen gehouden. Er zijn vier zetels beschikbaar en we zoeken enthousiaste, gemotiveerde collega’s die zich hiervoor beschikbaar willen stellen. Iets voor jou, misschien? Werk voor de OR wordt gezien als werk voor Odion. De vijf tot zes uur per week die je aan de OR besteedt, worden dus gewoon vergoed: hetzij bovenop je contract, hetzij binnen je contract. Het leuke van OR-werk is dat je blik op Odion niet langer ophoudt bij je eigen locatie: je krijgt een veel bredere kijk
Op de werkvloer Petra Ruiter werkt als begeleider bij de Brederodestraat en Henegouwen in Volendam. Via deze column maakt ze je deelgenoot van de grote en kleine dingen die ze bij haar werkzaamhe den tegenkomt.
op de organisatie. Bovendien heb je als OR-lid de gelegenheid om jezelf te ontwikkelen, bijvoorbeeld via cursussen, en werk je boven je gebruikelijke niveau. Dat is in het begin misschien wel eens lastig, zeker als je als startend lid instapt in een ‘rijdende trein’. Maar laat dat je er vooral niet van weer houden! Want je krijgt altijd een soort mentor toegewezen die je onder zijn/ haar hoede neemt en waardoor je snel ingewerkt bent. Daarna is het de
OR-leden zich volledig in alle onderwerpen te verdiepen en blijft het werkbaar voor iedereen.
bedoeling dat je kiest voor één van de commissies binnen de OR. Door het werken in commissies hoeven niet alle
Ineke Willems BZW Zaanstreek en lid van de verkiezingscommissie
Als OR-lid kun je de wereld niet verbeteren, maar de OR krijgt wel degelijk dingen gedaan binnen Odion. Kijk maar eens naar het project ‘Slimmer werken’ dat hier een mooi voorbeeld van is. Wil jij dus meehelpen aan een nog beter Odion? Meld je dan aan!
Je bloot geven Vol trots zit ze in haar stoel. Een vrouw die wel degelijk voelt en ervaart dat zij ouder wordt, maar dat niet wil weten. Aan mij de ‘eer’ om haar te vertellen dat wij haar voortaan twee keer per week gaan douchen. In mijn hoofd spelen de opmerkingen van haar familie en die van de vakantiebegeleiding: ‘Het gaat niet zo goed met de hygiëne’. Ik weet het… maar ik weet ook dat ik het hierover al eerder met haar heb gehad. En ik merk dat ik gevoelig ben voor haar argumenten, namelijk: ‘Ik wil dat niet’, ‘ik kan het zelf en wil het zelf blijven doen’ en ‘het gaat toch goed?’. Tussen de regels door hoor ik de onuitgesproken, onderliggende boodschap: ‘Laat mij in mijn waarde. Ontneem mij niet mijn zelfstandigheid en mijn trots door in mijn naaktheid voor jullie te moeten staan en mij te laten aanraken.’ Ik laat cliënten altijd graag in hun waarde en heb respect voor hun
Op 28 juli jl. was Magda Husslage precies 25 jaar in dienst bij Odion. In die tijd heeft ze een aantal overstappen gemaakt, om diverse redenen. De laatste was anderhalf jaar geleden, toen ze van In de Weer naar de VD84, een Volendamse platbodem, ging. Waarom koos je 25 jaar geleden voor dit vak? ‘Ik werkte daarvóór bij een apotheek. Maar het feit dat apothekers zich destijds verrijkten via de gezondheid van burgers ging me steeds meer tegenstaan. Via het schaatsen kende ik iemand van De Zonnehoek, die me uitnodigde om eens een dagje te komen meedraaien, ter oriëntatie. Ik heb toen voorgelezen uit Dikkie Dik, dat weet ik nog heel goed. Het werk leek me enorm leuk en vanaf toen heb ik twee jaar vervangingswerk gedaan.’
Wat was vervolgens je eerste ‘echte’ baan bij Odion?
wensen. Daar moet ik gevoelsmatig nu dwars doorheen. Niet eenvoudig. Als ik bij haar op de bank zit, kijk ik haar aan en zeg dat zij twee keer onder de douche moet onder begeleiding van mij en mijn maatje, die zij ook erg vertrouwt. Stilte. ‘Dit vind ik niet leuk’, is haar antwoord. Ik zeg dat ik dat weet. En dat we daarom twee keer per week met vertrouwde begeleiding gaan douchen om fris te zijn en te ruiken. Zoveel verzet als zij toonde, zo vertrouwd is het om haar te douchen. Het is alsof we nooit anders gedaan hebben en het is ontroerend om te merken hoe zij in ons vertrouwt en het douchen toelaat. Ik moet daarbij wel eerlijk melden dat ik de doucheruimte nog niet één keer droog heb verlaten. De douchekop weet in haar handen altijd mijn persoon te vinden. Goed zo, accepteer maar nooit helemaal dat je moet doen wat de begeleiding zegt.
impuls | 3 2011
Magda Husslage: in 25 jaar van invalkracht Zonnehoek tot begeleider VD84
‘Dat was begeleider bij de drukkerij, het onderdeel dat nu Het Watermerk heet en dat toen nog bij De Zonnehoek zat. Het was mijn eerste kennismaking met arbeidsmatig werken, dat was destijds
redelijk nieuw. Eén van de cliënten daar werd begeleid door BZW. Toen ik hoorde wat dat werk inhield, dacht ik meteen: ‘Dat lijkt me leuk, en ik weet dat ik dit kan.’ Toen er een vacature kwam bij de Jachtenlaan heb ik intern gesolliciteerd en uit 40 kandidaten werd ik gekozen.’
Dat werk heb je vijf jaar gedaan. Waarom ging je er weg? ‘Bij de Jachtenlaan heb ik een fijne periode gehad. Er moest nog van alles worden uitgevonden, dus ik heb in die tijd ontzettend veel geleerd. Alleen klopte er organisatorisch het één en ander nog niet en dat zorgde voor veel personeelswisselingen. Daardoor voelde ik me soms erg op mezelf aangewezen en dat gaf veel stress. Uit zelfbehoud heb ik daarom de keuze gemaakt om op de Jachtenlaan te stoppen.’
En toen? ‘Ik hoorde dat er plannen waren voor een trainingscentrum, waarbij cliënten van de wachtlijst zouden worden voorbereid op wonen bij Odion. Dat sprak me erg aan, dus ik solliciteerde. Uiteindelijk pakten de zaken heel anders uit: In de Weer werd een eetcafé! Wel heel leuk hoor, kok Arjan Udink en ik hebben daar samen alles opgezet. Het café kreeg een mooie sociale functie, het werd een ontmoetingsplaats voor veel cliënten. Dat In de Weer moest sluiten om financiële redenen was begrijpelijk, maar wel erg jammer.’
Nu werk je bij de VD84. Hoe ben je daartoe gekomen? ‘Mijn man Herman doet daar vrijwilligerswerk. Toen In de Weer ging stoppen, meldde hij dat bij de VD84 volgens hem met een invalkracht werd gewerkt om ziekte op te vangen. Ik ben toen gaan informeren of die persoon nog terug zou komen en dat bleek niet het geval. Ik kreeg de kans om daar aan de slag te gaan en heb het geweldig naar mijn zin in deze stoeremannengroep. Ik werk nu ook af en toe samen met mijn man, dat is een leuke en bijzondere ervaring. Ik ben inmiddels 58 en het kan zo maar zijn dat dit mijn laatste overstap binnen Odion is geweest. Maar je weet het natuurlijk maar nooit!’
‘Zou dit mijn laatste overstap zijn?’ 15
Gezond & fit
Peter Bosma doet klusjes bij De Steiger
’De maandag is echt mijn dag’
Gezond eten en voldoende bewegen is goed voor iedereen. Ook voor cliënten van Odion. Om hen daarin te stimuleren is het project ‘Gezond en fit’ opgezet, met een centrale rol voor de Wii-spelcomputer. Joke van Groningen van de Vrijwilligersschakel legt uit wat het project inhoudt.
Hij mist de houtgroep van voormalig DAC De Noordster. Toch kijkt vrijwilliger Peter Bosma iedere week erg uit naar de maandag bij zijn nieuwe ‘werkplek’ De Steiger. ‘Ik houd van de gezelligheid en ik merk dat de cliënten het leuk vinden als ik er ben.’
Geheel vrijwillig
Peter werkte bij een grote drukkerij. Maar de grafische branche kreeg het moeilijk en dat leidde ertoe dat hij in 2003 werd ontslagen. Hij was toen 55 jaar. ‘Dan kun je een nieuwe baan wel vergeten’, merkte hij. ‘Het eerste half jaar thuis heb ik me best vermaakt en ging ik lekker fietsen. Maar daarna vond ik dat ik toch maar iets moest gaan doen dat meer structuur aan mijn week zou geven. Dat werd vrijwilligerswerk.’ Omdat Peter vlakbij het Centraal Bureau woont, liep hij eens binnen bij Odion. ‘Ik had een gesprek met Joke van Groningen en zij dacht dat De Noordster wel wat voor me was’, herinnert hij zich. ‘Dat zat lekker dichtbij en vooral de houtgroep leek me erg leuk. Ervaring met mensen met een beperking had ik toen nog niet, maar ik hoor van anderendat ik makkelijk met de cliënten omga. In het begin zag je cliënten nog wel eens kijken: wie is die man? Maar al snel was het: hee Peet, effe knuffelen!’
Handige gozer De houtgroep bleek inderdaad goed bij Peter te passen. ‘We haalden pallets op bij de Big Boss bouwmarkt en daar maakten we dan bijvoorbeeld schilderijlijstjes van’, vertelt hij. ‘Daarnaast hielp ik vaak met allerlei klusjes. Weet je, de meeste begeleiders en vrijwilligers zijn toch vrouwen. Ik was de enige man en ik ben best wel een handige gozer. Ik zal niet zeggen dat er een lijstje klaar lag als ik op maandag kwam, maar ze vroegen wel vaak of ik even kon komen helpen!’ Ook de mannelijke cliënten konden Peter als mannelijke vrijwilliger wel waarderen. ‘We hadden regelmatig
praatjes over voetbal en zo, ook tijdens de uitstapjes: soms ga ik mee als vrijwillige begeleiding. Als mannen onder elkaar heb je dan toch andere gesprekken.’
Mee naar De Steiger Toen De Noordster zou sluiten, was het plan dat de houtgroep naar een nieuwe locatie in Volendam zou gaan. ‘Maar die locatie is er nog niet, daarom ben ik voorlopig meegegaan naar De Steiger’, vertelt Peter. ‘Ik mis het hout, maar ook de cliënten die nu zijn verspreid. Een paar zijn naar De Zonnehoek gegaan, een paar naar De Boerderij. Van de houtgroep zijn nog vier cliënten over. Maar dat betekent niet dat ik het hier niet leuk vind, hoor! Behalve dat ik met de cliënten van De Steiger bezig ben, doe ik ook regel matig allerleiklusjes, zoals fietsen repareren, stoelen nakijken, magazijn opruimen, et cetera. En ondertussen maak ik natuurlijk een praatje met de cliënten, want je merkt dat de medewerkers daar lang niet altijd de tijd voor hebben. Ik kijk elke week erg uit naar de maandag, dat is echt mijn dag. Ik ben altijd gezellig bezig, dus de dag is zó om!’
impuls | 3 2011
Het idee voor het project is ontstaan door de verkoop van monsterproducten bij Albert Heijn. ‘Het hoofdkantoor in Zaandam ontvangt veel producten die bijvoorbeeld in een testwinkel worden gefotografeerd voor een schappenplan’, legt Joke uit. ‘Een aantal van deze producten gaan na gebruik naar de voedselbank. Het restant – en dat is best veel – wordt tegen een speciale prijs verkocht aan medewerkers van AH. Enige tijd geleden heeft het hoofdkantoor besloten dat de opbrengst van deze verkoop naar Odion gaat.’ Sindsdien worden de producten op het hoofdkantoor verkocht door vrijwilligers van Odion. De opbrengst kan aardig oplopen, ervaart Joke: ‘De eerste jaren haalden we € 20.000 op, daarmee hebben we de snoezelruimtes bij Dynamica ingericht.’.
Bewegen met de Wii Vanuit AH kwam dit keer de wens om de opbrengst van de verkoop te besteden aan een project rond gezond eten en bewegen. ‘We hebben een tijdje terug voor het Doe-Café een Wii aangeschaft’, vertelt Joke. ‘Daarop kun je sportspellen spelen en de cliënten vinden dat geweldig.’ Vandaar dat werd besloten een project op te zetten waarmee de locaties een Wii kunnen verdienen. Daartoe dienen zij fanatiek deel te nemen aan een programma dat drie maanden duurt. ‘Dat houdt in dat er serieus moet worden gekeken naar gezond eten en dat twee keer per week een bewegings activiteit moet plaatsvinden’, legt Joke uit. ‘Om dat laatste te stimuleren zetten we tijdelijk een Wii of een X-box spelcomputer neer, al dan niet met een balance board. Heeft de locatie de drie maanden goed afgerond, dat krijgen zij permanent de Wii in huis.’
Bowlen en kickboksen De eerste locatie die het project succesvol afsloot was de Skepehoeck in Zaandam. ‘Het was heel leuk om te ervaren dat de oudere cliënten op die locatie heel fanatiek werden van die spelcomputer’, vertelt Joke. ‘Vooral het bowlen en kickboksen vonden ze fantastisch en het was bij wijze van spreken knokken wie er aan de beurt was. Bij Tuinstee/ Parkstee, waar iets jongere cliënten wonen, is het dansen juist weer een hit. Dat is ook het leuke: je kunt de programma’s afstemmen op de cliëntengroep.’ Inmiddels zijn er zo’n acht locaties die een Wii of X-box hebben staan. ‘We merken dat het echt helpt om de cliënten meer te laten bewegen’, ervaart Joke. ‘Maar als locatie moet je er natuurlijk wel de ruimte voor hebben. Veel locaties zijn daarnaast bezig met een gezond eetplan, hoewel cliënten zelf nog wel eens naar de supermarkt willen lopen voor een ongezonde snack. Maar het begin is zeer hoopgevend en het project loopt totdat het geld van de AH-verkoop op is.’
Wil je met jouw locatie meedoen aan het ‘Gezond en fit’-project? Meld je dan aan bij Joke van Groningen via
[email protected] of bel naar 0299 412 837.
17
In dienst
Watskeburt???
Uit dienst
Flitsen van activiteiten die geweest zijn en nog gaan plaatsvinden
In dienst Juni Loes Bloemberg Basismedewerker, flexpool Silvia Timmers-Fennebeumer Basismedewerker, flexpool Annemieke van Schooneveld Basismedewerker, flexpool Alice Sjerps Basismedewerker, flexpool Tanja Houter Huishoudelijk medewerker, Rumbastraat Lindi Brantjes Persoonlijk begeleider, ambulante ondersteuning Mirjam van Oosterom Persoonlijk begeleider, M.L. Kingweg Ilja Meilink Vervoers-/busbegeleider, De Boomgaard Fleur de Boer Basismedewerker, Logeerhuis
Natasja Keinemans Vervoers-/busbegeleider, Dynamica
Nan Wangsa-Ard Administratief medewerker, cliëntservice algemeen
Augustus José Komen Administratief medewerker, flexpool
Augustus Laura Borgstaedt Fysiotherapeut, paramedici
Katja Bartels Basismedewerker, flexpool
Hans Duijnmaijer Basismedewerker, Skepehoeck
Sanne Jillings Basismedewerker, flexpool
September Toos Smit-van Feggelen Persoonlijk begeleider, BSO
Machteld Tiessens Basismedewerker, flexpool Wim Peperkamp Kok, flexpool Renate Dijkhoff Basismedewerker, flexpool Ria Hauwert Basismedewerker, flexpool
Nanja Kamps Basismedewerker, flexpool René van Merms Basismedewerker, flexpool Esther Verhulst Basismedewerker, flexpool Nienke Hottentot Basismedewerker, Helena Smitsstraat Shirley Heeroma Huishoudelijk medewerker, Lijsterstraat Yvonne de Fost Vervoers-/busbegeleider, De Boomgaard
Betty van Roemburg-Aardenburg Basismedewerker, Dynamica Joy Thorbecke Basismedewerker, De Boomgaard
Hiep hiep hoera
De cliënten van De Zonnehoek werden recentelijk getrakteerd op een bijzonder uitje. Zij mochten namelijk aanwezig zijn bij de musical van groep 8 van basisschool De Evenaar in Krommenie. De school nodigde de cliënten uit om hen en de leerlingen op een bijzondere manier met elkaar in contact te brengen. Dat lukte uitstekend: naarmate de middag vorderde, ontstond er steeds meer interactie. De cliënten hebben genoten van dit mooie initiatief!
De Veldvliegerweg vierde op 2 september zijn vijfjarig jubileum. Het werd een dag met veel muziek: de medewerkers hadden een lied gemaakt voor de cliënten op de melodie van ‘Heb je even voor mij?’. Maar ook de cliënten lieten van zich horen met enkele mooie liederen. Hoogtepunt van de dag was de zonovergoten BBQ in de pas opgeknapte tuin van de locatie. Cliënten, ouders, medewerkers, oud-collega’s en mensen die hadden geholpen met de tuin: iedereen vermaakte zich prima en kijkt met veel plezier op het jubileum terug.
Nienke Vreeken Gedragsdeskundige, gedragswetenschappen
Stephanie Lust Huishoudelijk medewerker, Ismailiastraat VG Otto Schoenmaker Teamleider, Noorderstraat
Jubilea
Uit dienst
Juni 1 juni Bea Eskes (12,5 jaar) Persoonlijk begeleider, Lisdoddestraat
Juni Kristine Bijl Basismedewerker, Veldvliegerweg
1 juni Saskia Prasing-Nieuwesteeg (12,5 jaar) Teamleider, Jan Platstraat
Jorien Luten Basismedewerker, Lijnbaan
15 juni Wies Steen (12,5 jaar) Huishoudelijk medewerker, Jan Ligthartstraat
Linda Knaap-Van Eijsden Vervoers-/busbegeleider, De Boomgaard Juli Roos Erfmann Basismedewerker, flexpool
Jelline Klinkenberg Persoonlijk begeleider, zaterdag Zaanstreek
Bijzondere ontmoeting
Corina Kemkers-Nijssen Basismedewerker, flexpool Joke Stokhof-Pelser Basismedewerker, De Boomgaard Gerrit Siedenburg Kok, De Wieken Iris Waldram Basismedewerker, flexpool
Sybille Heynens Basismedewerker, flexpool
Juli Feiko van den Ban Basismedewerker, Lijnbaan
André Folkeringa Basismedewerker, flexpool
Linda van den Berg Persoonlijk begeleider, Zonnehoek
Mariska Vermeulen Basismedewerker, flexpool
Sandra Boon Persoonlijk begeleider, BSO
Kirsty Stam Basismedewerker, flexpool
Sandra Brandt Basismedewerker, Jan Ligthartstraat
Claudia Ras-Rivero Vervoers-/busbegeleider, De Boomgaard
Marloes Kok Basismedewerker, flexpool
Liesbeth Everaars Basismedewerker, flexpool
Yvonne Kouwenhoven-van den Bogaard Basismedewerker, flexpool
Claudia Goos Basismedewerker, flexpool
Anja Oostendorp Vervoers-/busbegeleider, De Boomgaard
Judith van Lunteren Basismedewerker, flexpool
Margriet Spiering Persoonlijk begeleider, flexpool
Bianca Spreeuw Basismedewerker, flexpool
Robin Valk Medewerker P&O, personeelszaken
16 juni Tiny Smit-Tol (25 jaar) Kok, eetcafé Edam/Volendam 1 juli Christien Blokker-Jansen (12,5 jaar) Basismedewerker, Vlijthoeve 1 juli Ronald van Eijk (12,5 jaar) Teamleider, dagbesteding volwassenen
De Graslanden Onderdeel van Odion
Dag Activiteiten Centrum
In de gloria Ook de Karavaanstraat Dagbesteding bestond vijf jaar, en wel op 5 oktober. Een mooie aanleiding voor een nieuwe naam en een nieuw logo, want er ontstond nog wel eens wat verwarring met ‘boven’, waar de woonvorm Karavaanstraat zit. De nieuwe naam, De Graslanden, en het logo werden ’s middags feestelijk onthuld door Henk Steen, na een lunch met frietjes (op verzoek van de cliënten)! Na de onthulling was er een gezellig samenzijn met live muziek met een hapje en een drankje.
27 juli Magda Husslage (25 jaar) Persoonlijk begeleider, VD84 1 augustus Ina Kwakman-Wijfjes (25 jaar) Teamleider, Cole Porterstraat
Nog meer feest! Bij de Brederodestraat was het ook feest. Op 4 september jl. bestond de locatie precies tien jaar. Aanleiding voor medewerkers en cliënten om samen iets leuks te ondernemen. Het werd een boottocht rond Marken – een idee van de cliënten – en een gezellig etentje toe.
Standbyte verhuisd
Filmpje!
Op 6 september jl. verhuisde Standbyte van haar vertrouwde plek in Meerstate naar een nieuwe locatie in verzorgingstehuis Westerheem. De Viva! Zorggroep, van wie Standbyte de ruimte in Meerstate huurde, had wegens verbouwingsplannen de huur opgezegd. Op de nieuwe lichte en overzichtelijke locatie zijn de Standbyters inmiddels goede buren geworden van de collega’s en bewoners van de Jan Ligthartstraat. Dankzij het Standbyte-team en klusjesmannen Achmed en Gerard liep de verhuizing op rolletjes. Open huis volgt!
Odion kan altijd gemotiveerde en betrouwbare vrijwilligers gebruiken. Om de werving van vrijwilligers kracht bij te zetten, heeft de Vrijwilligersschakel een kort filmpje van drie minuten laten maken. Dit filmpje is gesponsord via de Purmerendse ondernemer Bernadette Huisman van B.Free Mode. Weet je iemand die wellicht vrijwilligerswerk zou willen doen? Stuur hem of haar dan deze link door: http://www.odion.nl/odion.php?mid=174.
19
Tien
Linda Kool
vragen aan
01
Leeftijd 23 jaar Functie Basismedewerker op De Vlijthoeve, Middenbeemster Linda werkt met verstandelijk en auditief beperkte cliënten In dienst bij Odion sinds november 2010
Wat was je eerste (bij)baantje? Mijn eerste bijbaantje was een krantenwijk bij ons in het dorp waar ik destijds woonde.
02
Wat houdt je huidige functie in? Ik ondersteun de persoonlijk begeleider met de werkzaamheden. Het leuke van het ondersteunen is dat je veel energie kunt steken in het contact en activiteiten met de cliënt.
03
Wat is je grootste blunder geweest in je werk? Ik moest erg wennen aan het werken met dove cliënten. Toen ik een keer een aantal cliënten moest ophalen van hun werkplek was de deur dicht. Ik klopte op het raam zodat ze de deur voor me open konden doen. Tja, dit hoorden ze natuurlijk niet, wat een blunder!
04
Wat vind je het leukste aan dit werk? De afwisseling, het contact met de bewoners en het feit dat je door middel van gebaren kunt communiceren. Dat is geweldig. Wat ik heel bijzonder vind, is dat ik welkom ben in de woonsituatie van mijn cliënten.
05
Wat zou je doen als je dit werk niet deed? Geen idee, in ieder geval wel een sociaal beroep. Ik vind het belangrijk om iets terug te geven aan de samenleving.
06
Wat denk je dat collega’s van je vinden? Ik denk dat ze me gezellig en spontaan vinden. Iemand waarmee je kunt lachen maar ook een persoon die serieus en kritisch kijkt naar de zorg die we leveren aan onze cliënten.
07
Vertel eens iets verrassends over jezelf. Ik heb echt geen idee, ik zeg maar zo doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg!
08
Je oud-klasgenoot Elin Reiss vroeg zich in de vorige Impuls af hoe jij het werken bij Odion vindt. Is het wat je ervan had verwacht? Ik vind het nog veel leuker dan dat ik had verwacht. Ik vroeg mezelf in het begin wel af hoe het communiceren zou verlopen en of ik dat zou kunnen in gebarentaal. Maar eigenlijk ging het vrij gemakkelijk, je groeit mee. Natuurlijk ben ik ook op weg geholpen door de cliënten zelf en collega’s.
09
Met wie binnen Odion zou je wel eens een dagje willen ruilen en waarom? Ik zou het leuk vinden om een dagje te ruilen met Trees Verhaar (vertrouwens persoon). Gewoon om eens te kijken tegen welke problemen medewerkers van Odion aanlopen, en hoe je deze problemen zou kunnen oplossen.
10
Aan wie zou je deze vragen ook eens willen stellen en waarom? Tim Kuijpers. Volgens mij werkt hij nu vast op De Wieken in Oostzaan. Ik sprak hem een aantal maanden terug geregeld toen ik nog voor de flexpool werkte. Ik ben benieuwd hoe hij het vindt op zijn nieuwe werkplek.
20
impuls | 3 2011