Interventie
Voor je het weet zijn ze groOt
Samenvatting Doelgroep Ouders met kinderen van 2-12 jaar, met name ouders met kinderen die onvoldoende bewegen en ongezond eten. Tevens is het programma geschikt voor ouders die de Nederlandse taal in mindere mate beheersen. Doel Doel van het programma: Ouders voelen zich versterkt in hun opvoedvaardigheden om hun kinderen gezonde voedings- en beweeggewoonten aan te leren en passen minimaal één van de aangereikte opvoedvaardigheden toe in hun thuissituatie. Aanpak 'Voor je het weet zijn ze groOt' is een ouderbijeenkomst over opvoeding, voeding en bewegen, waarin interactieve theaterscènes en groepsbesprekingen met elkaar afgewisseld worden. Opvoeding staat centraal rond de thema's: 1) beeldschermgebruik (computeren, t.v. kijken, etc.) en actief (buiten)spelen 2) ontbijten en 3) snoepen/ snacken/gezoete dranken. Materiaal Beschikbaar zijn: . 3 handleidingen (voor organisator, school en gespreksleider) . sheets voor gespreksleider . handkaartjes voor gespreksleider . meegeefmateriaal voor ouders (flyer met fotostrip en iconen) . wervingsmaterialen (poster, uitnodigingskaarten, flyer, tekstbericht) . trainings- en promotiefilmpje (beschikbaar vanaf eind 2014) Onderbouwing Ouders hebben een belangrijke rol in het aanleren van een gezond voedings- en beweegpatroon en het bijsturen van het gedrag van hun kinderen. Echter in de praktijk blijken ouders lastig te bereiken met de huidige voorlichting. Ook blijkt de voorlichting zich te veel te richten op kennis van voeding en bewegen, terwijl ouders behoefte hebben aan opvoedvaardigheden. Om de ouders te bereiken en de opvoedvaardigheden te versterken wordt geïntervenieerd op bewustwording, kennis, eigen effectiviteit, uitkomstverwachtingen en waargenomen omgeving. Hiervoor wordt de Entertainment-Education Strategie gebruikt en wordt de informatieverwerking via twee routes gestimuleerd. Informatieverwerking via de centrale route wordt gestimuleerd door in te spelen op de persoonlijke relevantie. Dit wordt gedaan door de vorm en inhoud af te stemmen op de doelgroep, herkenbare situaties te spelen en het persoonlijk te maken. De informatieverwerking via de perifere route wordt gestimuleerd door in te spelen op heuristieke principes (onderbewuste beslissingsregels), zoals geloofwaardigheidsheurtistiek, liking heuristiek, consensus heuristiek. Onderzoek 'Voor je het weet zijn ze groOt' is in Amsterdam twee maal op procesniveau geëvalueerd. Tijdens deze procesevaluaties stonden respectievelijk de inhoud (2012) en de overdraagbaarheid (2013) centraal.
Geconcludeerd kan worden dat het interactief theater als vorm van entertainment-education, geschikt is om ingewikkelde opvoedingssituaties te behandelen. Het biedt herkenning, is humoristisch, is vol vaart, betrekt ouders rechtsreeks op een niet-betuttelende manier, biedt de mogelijkheid om op leuke ontspannende wijze kennis te maken met gedragsalternatieven, haalt het taboe van het thema opvoeding af, roept discussie op, nodigt uit tot meepraten, meedenken en meelachen en beklijft beter dan bij mondelinge of schriftelijke informatieoverdracht. De ouderbijeenkomst 'Voor je het weet zijn ze groOt' heeft drie keer zoveel ouders bereikt als gebruikelijk bij een ouderworkshop of -voorlichting, inclusief de ouders die aangeven nooit of bijna nooit op een ouderbijeenkomst komen. Het theater is geschikt voor ouders met alle culturele achtergronden en voor ouders die de Nederlandse taal in mindere mate beheersen. Niet alleen de hoge opkomst, maar ook de actieve deelname van de ouders sprongen in het oog. De handleiding en beeldopname zijn voor de gespreksleider belangrijke materialen bij de uitvoering. Met een handleiding en trainingsfilm kunnen opvoedadviseurs en preventiemedewerkers de bijeenkomst geven. Erkenning Erkend door Deelcommissie jeugdgezondheidszorg, preventie en gezondheidsbevordering d.d 11-12-2014 Oordeel: Goed onderbouwd Toelichting: Voor je het weet zijn ze groOt betrekt ouders met een interactief theater bij een gezonde leefstijl van hun kinderen. Met gebruik van Intervention Mapping is een leuke en originele interventie ontworpen. De uitvoering duurt ca. een uur. Dit maakt de doelen wel wat ambitieus.
1. Probleemomschrijving 1.1 Probleem De toename van overgewicht en obesitas onder kinderen vormt een serieuze bedreiging voor de volksgezondheid (TNO, 2010). De toename van overgewicht en obesitas kan op individueel niveau worden verklaard door een verstoorde energiebalans, waarbij de energie-inname (voeding) groter is dan het energieverbruik (bewegen). Dit wordt mede veroorzaakt door factoren in de fysieke en sociale omgeving. Ouders hebben een grote invloed op het voedings- en beweeggedrag van hun kinderen en spelen daarmee, zeker in de jonge jaren, de belangrijkste rol in de strijd tegen overgewicht (Khambalia et al., 2012). Met hun opvoedvaardigheden, opvoednormen en -waarden, voorbeeldgedrag en opvoedstijl beïnvloedt een ouder het voedings- en beweeggedrag van hun kind en daarmee de ontwikkeling van overgewicht en obesitas (Lindsay et al., 2006; Rhee et al, 2006; L'Hoir, et al, 2008; Fogelholm et al, 1999). Vanwege deze belangrijke rol zijn ouderinterventies in leefstijlprogramma's niet meer weg te denken. Ook het RIVM onderkent het belang van het betrekken van ouders bij gezonde leefstijlactiviteiten op school (Heide et al., 2014). Echter in de praktijk zijn twee hiaten. Ten eerste richten veel oudervoorlichtingen binnen leefstijlinterventies zich op kennisoverdracht over voeding en bewegen en niet op opvoedingsvaardigheden. Kennis over b.v. wat gezonde tussendoortjes zijn of waar je kind kan sporten is belangrijk, maar zonder de juiste opvoedvaardigheden lukt het een ouder niet om deze kennis toe te passen en een kind gezonde voedings- en beweeggewoonten aan te leren. Een tweede hiaat in de praktijk is dat er onvoldoende ouders bereikt worden. Met dit bereik wordt bedoeld dat enerzijds de opkomst op ouderbijeenkomsten laag is en anderzijds dat de boodschap niet beklijft bij een deel van de ouders omdat de huidige (traditionele) vorm van groepsvoorlichting niet aansluit bij de risicogroepen. Ouders geven aan behoeften te hebben opvoedvaardigheden en aan tips en adviezen omtrent opvoeding, voeding en bewegen (Bastiaans, et al., 2012; Elzinga 2012). In brede leefstijlprogramma's is er een behoefte aan interventies die de opvoedvaardigheden van ouders versterken in een beeldende en interactieve vorm, die past bij alle ouders (de Meij, 2013). 1.2 Spreiding Ongeveer 1 op de 7 jeugdigen (2-21 jaar) heeft overgewicht. Onder kinderen met een Turkse en Marokkaanse culturele achtergrond loopt dit zelfs op tot 32 procent bij meisjes en 33 procent bij jongens (TNO, 2010). Opvoedstijl is één van de factoren die van invloed is op het ontstaan van overgewicht. Ouders met een autoritieve opvoedstijl hebben een kleinere kans op kinderen met overgewicht dan ouders met een permissieve (toegeeflijke) opvoedstijl (Rhee, et al., 2006, L'Hoir, et al.,2008, Geeter, 2006). Onderzoek laat
zien dat het overgrote deel van de ouders in Nederland autoritatief (51%) of permissief (37%) opvoedt (Prins, 2008). Ook de minder vaak voorkomende autoritaire (7%) en verwaarlozende opvoedstijl (5%) vergroten de kans op overgewicht bij het kind (Rhee, et al., 2006, L'Hoir, et al.,2008, Geeter, 2006). School is een logische vindplaats om ouders te bereiken. Echter lage ouderbetrokkenheid op school is een landelijk probleem. De praktijk wijst uit dat de opkomst bij ouder(voorlichtings)activiteiten vaak laag is (van der Schaaf & van den Berg, 2009; van der Heiden, et al. 2014). Een opkomst van 3-15 ouders op een school van 300-600 leerlingen is heel gebruikelijk (Jump-in, 2012). Ook het bereiken van de juiste ouders is een probleem uit de praktijk (Hesselink, 2011).
2. Beschrijving interventie 2.1 Doelgroep Uiteindelijke doelgroep De uiteindelijke doelgroep van 'Voor je het weet zijn ze groOt' zijn kinderen van 2-12 jaar, met name kinderen die onvoldoende bewegen en ongezonde eetgewoonten hebben. Intermediaire doelgroep 'Voor je het weet zijn ze groOt' richt zich op ouders met kinderen van 2-12 jaar, met name ouders met kinderen die onvoldoende bewegen en ongezonde eetgewoonten hebben. De ouderbijeenkomst is tevens geschikt voor ouders met een migrantenachtergrond, een lage sociaal economische status of die de Nederlandse taal in mindere mate beheersen. Selectie van doelgroepen Selectie van de ouders vindt plaats via de school of organisatie die 'Voor je het weet zijn ze groOt' inzet. Het heeft de voorkeur om 'Voor je het weet zijn ze groOt' in te zetten binnen een breder leefstijlprogramma zoals Jump-in en Lekker Fit! en aan te bieden op scholen waar overgewicht, ongezonde voedingsgewoonten en/of onvoldoende bewegen een issue is. De werving van ouders verloopt in deze gevallen via de scholen en de organiserende partij (b.v. GGD of welzijnsorganisatie). Zo wordt in Amsterdam 'Voor je het weet zijn ze groOt' ingezet op Jump-in scholen. Jump-in is het schoolprogramma van de Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht. De ouders van deze Jump-in scholen worden uitgenodigd voor de ouderbijeenkomst 'Voor je het weet zijn ze groOt'. Hiervoor worden bijbehorende wervingsmaterialen en -strategieën gebruikt (zie aanpak). Contra-indicaties Onbekend is in hoeverre het programma geschikt is voor ouders van kinderen in het speciaal onderwijs. Waarschijnlijk is de bijeenkomst in minder mate geschikt voor kinderen met gedragsproblemen. 'Voor je het weet zijn ze groOt' behandelt de basisvaardigheden van opvoeding. Ouders met kinderen met gedragsproblemen hebben meer baat bij diepergaande opvoedinterventies. 2.2 Doel Hoofddoel Ouders voelen zich versterkt in hun opvoedvaardigheden om hun kinderen gezonde voedings- en beweeggewoonten aan te leren en passen minimaal één van onderstaande opvoedvaardigheden toe in hun thuissituatie: - regels stellen m.b.t. de thema's* en deze te bespreken met partner en kind - in termen van gewenst gedrag formuleren wat hij/zij van het kind wil m.b.t. de thema's* - belonen en corrigeren in de verhouding 4:1** - het kind complimenten geven of belonen met aandacht bij gewenst gedrag - op een effectieve manier aandacht vragen van het kind - het kind negeren bij ongewenst gedrag of een logische consequentie verbinden bij ongehoorzaam gedrag - het bewust geven van het goede voorbeeld m.b.t. de thema's* *met de thema's wordt bedoeld: beeldschermgebruik, actief (buiten) spelen, ontbijten, snoepen, snacken en gezoete dranken. ** met 'belonen en corrigeren in de verhouding 4:1' wordt bedoeld dat ouders vier positieve bekrachtigingen geven tegenover één correctie.
Subdoelen De subdoelen zijn onderverdeeld in: 1. doelen om de determinanten van de opvoedvaardigheden van ouders te versterken. Hierbij gaat het om de determinanten: bewustwording, kennis, eigen effectiviteit, uitkomstverwachtingen en waargenomen omgeving. 2. voorwaardelijke doelen om ouders te bereiken (qua opkomst en qua opnemen van de boodschap) a. De opkomst van ouders bij 'Voor je het weet zijn ze groOt' is gemiddeld minimaal verdubbeld ten opzichte van een voorgaande traditionele ouderbijeenkomst op dezelfde school. Onder de aanwezige ouders is tevens de doelgroep aanwezig die niet bereikt wordt door andere voorlichtingsvormen zoals de traditionele oudervoorlichting, folders, brochures, adviezen en informatie van experts (JGZ-verpleegkundigen, opvoedkundigen, diëtisten etc.). b. De informatie bereikt de ouders. Om de opkomst en het bereik van ouders te verhogen zijn doelen gesteld op de determinanten: aandacht, begrijpelijkheid, persoonlijke relevantie en heuristieke principes. In schema 1 (zie bijlage) 'de doelenmatrix' zijn de subdoelen uitgeschreven. NB De interventie heeft niet tot doel ouders kennis te verschaffen over wát gezonde voedings- en beweeggewoonten zijn. De nadruk ligt op de opvoedvaardigheden. Echter gezonde voedings- en beweeggewoonten zijn wel verwerkt in de interventie. Met behulp van de handleiding wordt de bijeenkomstleider geïnformeerd over de basisregels en -informatie omtrent beeldschermgebruik, ontbijten, snoep, snack en gezoete dranken. Met behulp van de trainingsfilm wordt de bijeenkomstleider getraind in het gebruiken van de juiste voedings- en beweegvoorbeelden en het bediscussiëren van de minder wenselijke voorbeelden. 2.3 Aanpak Opzet van de interventie De programmatheorie van 'Voor je het weet zijn ze groOt' is opgenomen in de bijlage. In deze programmatheorie worden de organisatievoorwaarden, implementatieopzet, programma, strategie, methodiek, informatieverwerkingswijze, determinanten, gedrag en finale uitkomstmaten en de samenhang hiertussen schematisch weergegeven. Opzet 'Voor je het weet zijn ze groOt' bestaat uit één ouderbijeenkomst. Tijdens de ouderbijeenkomst worden interactieve theaterscènes en interactieve groepsbesprekingen met elkaar afgewisseld. Tijdens het interactieve theater beelden de acteurs herkenbare opvoedsituaties uit. De situatie tussen ouder en kind escaleert. De acteurs betrekken de ouders bij het nemen van beslissingen en het oplossen van de situaties. In de groepsbesprekingen laat een gespreksleider (opvoedadviseur of preventiemedewerker) de ouders de belangrijkste boodschappen uit de scene formuleren en geeft waar nodig een toelichting. De ouders krijgen op het einde de belangrijkste boodschappen mee in een folder met fotostrips en iconen. Bovendien worden ze verwezen naar de mogelijkheden voor lokale nazorg (b.v. een opvoedspreekuur of schooldiëtist). Groepsgrootte Voor de interactie tussen ouders en acteurs is 20-70 ouders een mooi aantal. Het minimum aantal ouders bedraagt 10, schoolpersoneel niet meegerekend. Bij minder dan 10 ouders gaat de bijeenkomst in de vorm van theater niet door. Duur De bijeenkomst duurt 60-90 minuten. Afhankelijk van de kenmerken van de ouders van de school (aantal werkende ouders, aantal alleenstaande ouders) vindt de bijeenkomst 's morgens plaatst aansluitend aan het wegbrengen van de kinderen naar school (rond 8.35 uur) of 's avonds na het eten (rond 19.30 uur). Inzet in breed leefstijl programma Bij voorkeur wordt de ouderbijeenkomst 'Voor je het weet zijn ze groOt' ingezet binnen een breder
leefstijlprogramma zoals Jump-in en Lekker Fit! Naast opvoeding spelen immers ook vele andere factoren een rol bij het ontstaan van overgewicht. Factoren in de sociale omgeving, fysieke omgeving en de cognities van het kind dienen alle tezamen worden aangepakt om overgewicht daadwerkelijk terug te dringen. Wervingsmaterialen Voor de werving van ouders kunnen de volgende materialen ingezet worden: . Uitnodigingskaarten getekend door eigen kind . Flyers . Posters . Uitnodigingstekst voor op de schoolwebsite, schoolkrant, activiteitenboekje, nieuwsbrief etc. Wervingsstrategieën In de schoolhandleiding en de handleiding voor de organisatie (voor b.v. GGD of welzijnsorganisatie) worden wervingsstrategieën gegeven hoe 'moeilijk bereikbare' ouders bereikt kunnen worden, zoals het combineren van het theater met ouder-kindontbijt, combinatie met thematentoonstelling, regelen van kinderopvang en andere ouders reclame laten maken. Locatie en uitvoerders Werkomgeving De ouderbijeenkomst 'Voor je het weet zijn ze groOt' vindt plaats op een basisschool, voorschool, kinderdagverblijf of peuterspeelzaal. Ook zijn buurthuizen, moskeeën, kerken en andere gemeenschapsruimten mogelijk, zolang de doelgroep zich er vertrouwd voelt. Veelal vindt de bijeenkomst plaats in een gymzaal, aula, zaal of groot lokaal. Podium is niet noodzakelijk. De acteurs en gespreksleider staan op dezelfde hoogte als de ouders. Voor de ouderbijeenkomst zijn de volgende faciliteiten nodig: o o o o o
grote afgesloten ruimte, bijvoorbeeld aula, gymnastieklokaal (podium is niet nodig); stopcontact; kleine ruimte waarin acteurs zich kunnen omkleden tijdens het theater; mogelijkheden om koffie en thee te zetten voor de ouders; beamer en laptop met PowerPoint;
o o o o o
stoelen voor ouders in theateropstelling; tafel waaraan 2 personen kunnen zitten; klein tafeltje om spullen op te leggen; 2 stoelen; bankje (indien niet aanwezig 3 extra stoelen).
Uitvoerders . Het interactief theater wordt uitgevoerd door twee professionele acteurs van De Nieuwe Lichting (DNL) Theatercollectief of een door hen getrainde theatergroep. . De groepsbesprekingen worden gegeven door een lokale opvoedkundige (van b.v. een welzijnsorganisatie) of preventiemedewerker (van b.v. de GGD). De gespreksleider dient te voldoen aan een aantal eisen (zie kwaliteit). . Er kan een organiserende partij bij betrokken zijn, zoals de GGD, om de contacten te onderhouden met bijvoorbeeld de school en de uitvoerders en voor het bieden van (financiële) ondersteuning. Inhoud van de interventie In het programma staat de opvoeding centraal rond de thema's: . beeldschermgebruik (computeren, t.v. kijken, tablets etc.) en actief (buiten)spelen . ontbijten, . snoepen/snacken/zoete dranken Het gaat hierbij om op een juiste manier en op het juiste moment de volgende opvoedvaardigheden toe te passen: het geven van het goede voorbeeld, regels stellen, verwachtingen expliciet maken, gewenst gedrag belonen met aandacht of complimenten en het kind op de juiste wijze corrigeren. Dit laatste betekent: 1) aandacht vragen van kind, 2) regel herhalen, 3) ruimte geven om te reageren, en 4) belonen bij gewenst gedrag en negeren, stilzitten of time-out bij ongewenst gedrag.
De bijeenkomst bestaat uit drie delen. In het eerste deel staan regels en verwachtingen centraal. Deze worden behandeld aan de hand van het thema 'beeldschermgebruik' en 'actief (buiten)spelen'. In het tweede gedeelte komt positief opvoeden (aandacht voor het gewenste gedrag en complimenten geven) aan bod aan de hand van het thema ontbijten. In het derde gedeelte wordt een stappenplan behandeld voor verandering. Dit wordt gedaan aan de hand van het thema snoepen/snacken. De bijeenkomst wordt geëindigd met een herhaling van de belangrijkste boodschappen. Dit wordt mondeling gedaan en ouders krijgen een folder (stripboek) mee naar huis, waarin alle theaterscènes in een fotostrip worden herhaald en de belangrijkste boodschappen met behulp van iconen worden herhaald. Daarnaast worden de ouders aan het einde van de bijeenkomst gewezen op steunpunten voor verdere informatie of consulten. Voorbereiding: Stap 1: GGD, welzijnsorganisator of een andere organisator leest de 'handleiding organisatoren' en werft een school. Daarna wordt een datum geprikt met de school, de theatergroep en de gespreksleider. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de checklist in de 'handleiding voor organisatoren'. Stap 2: School leest het 'informatieblad school' (handleiding). School werft ouders en kan daarbij gebruikmaken van de wervingsmaterialen en -strategieën (beschreven in handleiding) (ongeveer 3 weken voorafgaand aan de bijeenkomst). Stap 3: Gespreksleider bereidt zich voor door het lezen van de 'handleiding bijeenkomstleider' en het bekijken van een trainingsfilm en heeft bij voorkeur feedback ontvangen op eerdere bijeenkomsten op didactiek, interactie en inhoud van het programma en deze feedback verwerkt. Stap 4: Theatergroep bereidt zich voor op de bijeenkomst door het lezen van de 'handleiding voor bijeenkomstleider'. Stap 5: School maakt een dag van te voren (indien ochtendvoorstelling) of in de middag (indien avondvoorstelling) de ruimte klaar zoals aangegeven in het 'informatieblad school'. Stap 6: Eén uur voor de bijeenkomst wordt koffie/thee gezet door school-medewerker, decor opgemaakt door theatergroep en presentatiemateriaal (beamer, diascherm, opstelling etc.) getest door de gesprekleider. Uitvoering: Opening (ca. 5 minuten) - schooldirecteur of een andere medewerker van school opent de bijeenkomst (indien gewenst) - gespreksleider stelt zichzelf voor, licht doel en opzet toe en doet huishoudelijke mededelingen Warming up door theatergroep(ca. 5 minuten) Theater beeldschermgebruik en buitenspelen (ca. 5 minuten)* - beeldschermscène waarin acteur-ouder geen regels heeft over beeldschermgebruik. Groepsbespreking afspraken, regels en verwachtingen (ca. 10 minuten)* - interactieve bespreking over de behoefte van kinderen aan regels en hoe je je verwachtingen expliciet maakt aan een kind (regels opstellen, formuleringen in termen van gewenst gedrag). Theater ontbijten (ca. 5 minuten) - ontbijtscène waarin acteur-ouder vooral oog heeft voor alles wat niet goed gaat. Theater ontbijten - met stoproepen (ca. 5 minuten) - ouders stoppen de scene door stop te roepen of een time-out teken te geven en corrigeren de acteurs op verwachtingen uitspreken (niet-formuleringen), negatieve focus, complimenten geven en het goede voorbeeld geven. Groepsbespreking over aandacht voor het gewenste gedrag en complimenten geven en de invloed daarvan op de hersenen (ca. 10 minuten) - interactieve bespreking over waarneming scène - toelichting invloed van positieve feedback op leergebied in hersenen - toelichting op complimenten geven
Theater zeuren om chips-scene (ca. 5 minuten) - scene waarin acteur-kind zeurt om chips en acteur-ouder tegen zijn zin in toegeeft. Theater zeuren om chips-scene - met stoproepen (ca. 5 minuten) - Ouders geven acteur adviezen Groepsbespreking van het stappenplan (ca. 10 minuten) - Uit de scene worden door de ouders de effectieve stappen gefilterd. Ouders krijgen een toelichting op een stappenplan bestaande uit hand met vijf aandachtspunten: 1) regels stellen en bespreking, 2) aandacht vragen van kind, 3) regel herhalen, 4) ruimte geven om te reageren, 5) belonen bij gewenst gedrag (bij ongewenst gedrag stappen herhalen en daarna overgaan op gepast negeren, stilzitten of time-out) Theater zeuren om chips-scene - het goede voorbeeld (ca. 5 minuten) - Indien in de vorige scene de stappen nog onvoldoende naar voren zijn gekomen wordt na de groepsbespreking een demonstratie gegeven van het stappenplan door de acteurs. Groepsbespreking (ca. 5 minuten) - Herhaling van belangrijkste boodschappen - Na gaan welke adviezen en tips bruikbaar zijn om thuis toe te passen - Verwijzen naar meer informatie of nazorg - Wijzen op meegeefmateriaal Theater slotscène (ca. 10 minuten) - Slotscène waarin belangrijkste boodschappen worden herhaald en opmerkingen van ouders worden verwerkt. - Ouders worden bedankt voor hun komst - Meegeefmateriaal verspreiden; een folder met hierin de scene in fotostrip en de belangrijkste boodschappen gevisualiseerd in iconen op een rij. Het meegeefmateriaal zet aan om de inhoud thuis te bespreken met partner, (schoon)ouders en vrienden. Nazorg: Ouders worden voor meer informatie over opvoeding, voeding en bewegen doorverwezen naar, zo mogelijk, lokale diensten zoals het opvoedsteunpunt, buurtsportservice, schooldiëtist etc. Omdat de gespreksleider afkomstig is van een lokale organisatie (GGD, welzijnsorganisatie etc.) is hij/zij op de hoogte van de lokale doorverwijsmogelijkheden. In de bijlage zijn twee voorbeelden opgenomen van een theaterscène en een groepsbespreking, hierboven aangegeven met een *. 2.4 Ontwikkelgeschiedenis Betrokkenheid doelgroep 'Voor je het weet zijn ze groOt' is een initiatief van GGD Amsterdam en ontwikkeld in nauwe samenwerking met DNL Theatercollectief, de Hartstichting, het Voedingscentrum en het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen. Tijdens de ontwikkeling is informatie en advies ingewonnen bij de directeur van Centrum Media & Gezondheid, een wetenschappelijk medewerker van Trimbos Instituut, de Nederlandse campagneleider van Triple-P, een teamleider opvoedadviseurs, Nestlé medewerkers (van het Nestlé Healthy Kids Programme), een diëtist, een maatschappelijk werkster, een brede school coördinator van een basisschool, een teamleider kinderdagopvang, twee verpleegkundigen van de obesitaspoli, een schoolverpleegkundige en de ouders met schoolgaande kinderen. Tijdens het ontwikkelingsproces is de doelgroep (ouders) op meerdere momenten betrokken geweest: 1. Bij aanvang is een focusgroepsgesprek gehouden met o.a. ouders om de behoefte voor inhoudelijke thema's te bepalen en de scenes vorm te geven. 2. Om zicht te krijgen op de aangrijpingspunten om ouders naar een ouderbijeenkomst te verleiden zijn op drie scholen, op schoolpleinen of in ouderlokalen, ouders geïnterviewd volgens de sociale marketing principes. 3. Het wervingsmateriaal is gepretest onder ouders. 4. De bijeenkomst is in vier try-outs uitgetest onder de doelgroep. Hierbij zijn vragenlijsten en focusgroepen
afgenomen bij de doelgroep. Er is o.a. navraag gedaan naar hun mening en waardering van de inhoud, reden van komst (werving), de boodschap van de bijeenkomst. Bovendien zijn er observaties uitgevoerd, waarbij gelet is op de reacties van het publiek. Buitenlandse interventie n.v.t. 2.5 Vergelijkbare interventies In Nederland uitgevoerd Voor zo ver bekend zijn in Nederland geen ouderbijeenkomsten met interactief theater ontwikkeld waarin expliciet aandacht is voor opvoeding gericht op voeding en bewegen. Wel zijn er ouderbijeenkomsten gericht op: . voeding en bewegen; voorbeelden hiervan zijn themabijeenkomst Gezonde (op)voeding (GGD Hollands Midden), Ouderbijeenkomst over gezonde jeugd (Hartstichting), Workshop Smakelijke eters (Voedingscentrum), Workshop Lekker Fit! (Hartstichting). Deze bijeenkomsten staan niet in de interventie database of zonder beoordeling (Gezonde (op)voeding, workshop Lekker Fit!) of met de beoordeling goed onderbouwd (Smakelijke Eters). . opvoeding met als thema voeding en bewegen; voorbeelden hiervan zijn de ouderworkshop Eetplezier en Beweegkriebels (Voedingscentrum & NISB), de oudercursus 'Groeien naar gezond gewicht' (Vivent), opvoedondersteuning 'Aan tafel, ja gezellig' (GGD Groningen), oudercursus 'Vinger in de pap; hoe help ik mijn kind naar een gezond gewicht? (Universiteit Maastricht), instuif 'Geef het gezonde voorbeeld!' (Voedingscentrum), Opvoeden en Eten met Plezier (GGD Rotterdam-Rijnmond). Deze interventies staan in de I-database van het Centrum Gezond Leven en hebben geen beoordeling of zijn goed onderbouwd (Eetplezier en Beweegkriebels). Ook zijn er ouderbijeenkomsten met interactief theater ontwikkeld, echter voor andere thema's of problematieken en andere leeftijdscategorie kinderen. Bekend zijn de theaterbijeenkomsten over: - alcohol en blowen (ontwikkeld door Trimbos i.s.w.m. DNL, doorontwikkeld door GGD Amsterdam en DNL) - social media (ontwikkeld door Mijn Kind Online i.s.w.m DNL) - communiceren met je puber (ontwikkeld door DNL) - cyberpesten (ontwikkeld door Playback) - seksualiteit en relaties (ontwikkeld door DNL) Deze interventies staan niet beschreven in de interventie database. Overeenkomsten en verschillen De belangrijkste overeenkomst met andere ouderbijeenkomsten omtrent opvoeding is dat: . Triple-P als basis wordt gebruikt De belangrijkste verschillen met ouderbijeenkomsten omtrent opvoeding, voeding en/of bewegen is dat bij 'Voor je het weet zijn ze groOt': . theater wordt gebruikt, waardoor woorden ondersteund worden met beeld en scenes aangepast kunnen worden aan de doelgroep. . interactie centraal staat, de ouder is deskundig en deelt adviezen en ervaring met andere ouders . naast kennisoverdracht ook vaardigheden worden aangereikt waarmee geëxperimenteerd wordt. Toegevoegde waarde Huidige ouderbijeenkomsten binnen leefstijlprogramma's dragen nog onvoldoende bij aan ouderbetrokkenheid om twee redenen. Ten eerst richt het huidige aanbod ouderactiviteiten zich op kennismaken, kennis vergroten en op het aanleren wat gezond eten en bewegen is en wat goede eet- en beweeggewoonten zijn. Aandacht voor opvoedvaardigheden ontbreekt (de Meij, 2013). Dit kan tot frustratie leiden bij de ouders, omdat ze de kennis hebben wat ze moeten verbeteren, maar niet kunnen toepassen door gebrek aan vaardigheden. Ten tweede wijst de praktijk uit dat het bereiken van ouders op ouder(voorlichtings)activiteiten vaak laag is. 'Voor je het weet zijn ze groOt' reikt ouders opvoedvaardigheden aan in een vorm die past bij de doelgroep, ouders kunnen experimenteren met de opvoedvaardigheden en de bijeenkomst kent aantrekkelijke wervingsmaterialen en strategieën waardoor de ouderopkomst verhoogd is.
3. Onderbouwing 3.1 Oorzaken Ouders zijn van groot belang bij het voorkomen van overgewicht en obesitas bij kinderen (Rhee et al, 2006; L'Hoir, et al, 2008; Jain, et al., 2001; Braet, 1995 ; Patrick & Nicklas, 2005). Echter in de huidige voorlichtingen worden ouders slecht bereikt; men slaagt er niet in de aandacht van de ouders te trekken. Ook blijkt de voorlichting zich te veel te richten op kennis over voeding en bewegen terwijl ouders meer behoefte hebben aan kennis over opvoedvaardigheden. Bereik ouders Er zijn een aantal redenen waarom het voor ouders niet aantrekkelijk is om naar een traditionele oudervoorlichting (over voeding en bewegen) te gaan en/of waarom de boodschap niet beklijft: . ouders vinden voeding en bewegen belangrijk, maar worden door het thema niet geprikkeld om naar een ouderbijeenkomst te komen . de boodschap wordt niet begrepen door o.a. taalproblemen . . . .
te veel ouders ouders ouders
informatie wordt op cognitieve wijze overgebracht; zien het voorgestelde gezondere eetpatroon ook voor zichzelf niet zitten; worden moedeloos omdat de eigen effectiviteit en ervaren opvoedcompetentie onvoldoende is; krijgen een schuldgevoel opgedrongen waardoor onzekerheid toeneemt;
. ouders voelen zich niet gehoord of begrepen; . de boodschap is te zwaar; . ouders ervaren dat de professional te weinig begrip toont of te snel oordeelt over de situatie. (bron: Jump-in en AAGG, 2012-2013) Door rekening te houden met deze factoren, kan de opkomst en het bereik van ouders verhoogd worden. Opvoedvaardigheden versterken De rol van ouders bij het aanleren van een gezond voedings- en beweegpatroon kan worden onderverdeeld in opvoedvaardigheden, opvoednormen en -waarden, voorbeeldgedrag en opvoedstijl. Veel ouders geven aan moeite te hebben met opvoedingskwesties als het gaat om het stimuleren van een gezonde leefstijl. Het gaat hierbij om opvoedvaardigheden zoals regels stellen en handhaven, nee durven zeggen, zelfcontrole en discipline over kinderen (gevoel hebben dat je als ouder de overmacht hebt in plaats van het kind) (Grêaux, 2011). Ook spelen de volgende opvoednormen en -waarden een rol in het ontstaan van overgewicht: niet aan tafel eten, overslaan van ontbijt, gebrek aan vaste eetmomenten/maaltijd-structuur, te grote porties, teveel zoete dranken, teveel en te grote tussendoortjes (vet en zoet), leren omgaan met zakgeld (kinderen krijgen steeds meer zakgeld en geven het direct uit aan snacks, snoep en energiedrankjes), weinig buiten spelen, weinig actief vervoer, onvoldoende sporten, gebrek aan regels voor gebruik van TV/pc/beeldscherm, onvoldoende groente en fruit consumptie en een verstoord slaappatroon (Grêaux, 2011). Tevens is het voorbeeldgedrag van ouders van belang bij de vorming van het gedrag van hun kind (Lindsay, et al., 2006; Fogelholm et al., 1999; Gable et al., 2000). Daarnaast is de opvoedstijl van invloed (Bastiaans, et al., 2012; Lindsay, et al., 2006; Fogelholm et al., 1999; Arredondo et al, 2006; Hughes et al., 2005; Rhee, et al., 2006). Ouders met een autoritieve opvoedstijl hebben een kleinere kans op kinderen met overgewicht dan ouders met een permissieve (toegeeflijke) opvoedstijl. Autoritatieve ouders zijn betrokken, stellen duidelijke regels, zorgen voor een gezond voedselaanbod en ondersteunen kinderen bij het door kinderen zelf te bepalen soort en hoeveelheid eten (Bastiaans et al., 2012).Ouders die een permissieve opvoedstijl hanteren zijn warm en sensitief, maar hebben ook lage verwachtingen over zelfcontrole en discipline bij hun kinderen. Uit een recent Nederlands onderzoek bleek dat ouders van kinderen met overgewicht dachten dat ze onvoldoende vaardigheden bezaten om hun kinderen te stimuleren tot gezond eet- en beweeggedrag. Ze voelden zich vaak machteloos en dachten zonder ondersteuning hun opvoeding niet te kunnen veranderen. Deze ouders gaven aan behoefte te hebben aan ondersteuning van de eigen effectiviteit (Bastiaans et al., 2012). Ook uit een ander onderzoek blijkt dat ouders die een permissieve opvoedingsstijl hanteren lage verwachtingen hebben over zelfcontrole en discipline bij hun kinderen (Lamborn et al., 1991). 37% van de ouders hanteert een permissieve opvoedstijl (toegeeflijk) wat een risicofactor is voor een kind met overgewicht (Prins, 2008). Ook de minder vaak voorkomende autoritaire (7%) en verwaarlozende (5%) opvoedstijl vergroten de kans op overgewicht bij het kind (Rhee, et al., 2006, L'Hoir, et al.,2008, Geeter, 2006; Prins, 2008). Door ouders vaardigheden uit de autoritatieve opvoedstijl aan te leren, zoals duidelijk regels stellen en handhaven, krijgen ouders weer zelfcontrole en de mogelijkheid om hun kind een gezond voedings- en beweegpatroon aan te
leren. 3.2 Aan te pakken factoren 'Voor je het weet zijn ze groOt' heeft tot doel dat ouders zich gesterkt voelen in hun opvoedvaardigheden om hun kinderen een gezond voedings- en beweegpatroon aan te leren en dat ze minimaal één opvoedvaardigheid thuis toepassen. Het gaat hierbij om de opvoedvaardigheden: - het stellen van regels m.b.t. de thema's* en deze bespreken met partner en kind - het formuleren in termen van gewenst gedrag wat de ouder van het kind wil m.b.t. de thema's* - het belonen en corrigeren in de verhouding 4:1 - het geven van een complimenten aan het kind of het kind belonen met aandacht bij gewenst gedrag - het op een effectieve manier vragen van aandacht van het kind - het negeren van het kind bij ongewenst gedrag of het verbinden van een logische consequentie bij ongehoorzaam gedrag - bewust het goede voorbeeld geven m.b.t. de thema's* *met de thema's wordt bedoeld: beeldschermgebruik, actief (buiten) spelen, ontbijten, snoepen, snacken en gezoete dranken. ** met 'belonen en corrigeren in de verhouding 4:1' wordt bedoeld dat ouders vier positieve bekrachtigingen geven tegenover één correctie. Daarnaast is als voorwaardelijk doel gesteld dat de ouderopkomst gemiddeld minimaal verdubbeld wordt en dan de informatie de ouders bereikt. Bereik van ouders Om het bereik van ouders te verhogen (opkomst én de informatie die ouders bereikt) worden de volgende factoren aangepakt: . Aandacht: 'Voor je het weet zijn ze groOt' kent opvallende en aantrekkelijke wervingsmaterialen. Eén van de wervingsmaterialen wordt bewerkt door het kind, wat de aandacht verhoogd van de ouders. . Begrijpelijkheid: Om de begrijpelijkheid in 'Voor je het weet zijn ze groOt' te verhogen is rekening gehouden met taalniveau (eenvoudige woordkeuze), informatiehoeveelheid en het tempo van spreken. Bovendien is er veel aandacht voor non-verbale communicatie (theater), wordt gebruik gemaakt van narratieven en wordt veel beeldmateriaal gebruikt (fotostrip en iconen), wat zeer ondersteunend is bij het begrijpen van een boodschap. . Persoonlijke relevantie: om de ouderbijeenkomst persoonlijk relevant te maken worden herkenbare opvoedsituaties nagespeeld tijdens het theater en afgebeeld op de wervingsposters, zodat ouders zich met de situatie kunnen identificeren. Daarnaast worden de ouders persoonlijk aangesproken, wordt door de interactieve vorm de inhoud van de bijeenkomst afgestemd op de doelgroep. Bovendien sluit de interactieve groepsbesprekingen en de aantrekkelijke vorm van theater aan bij de behoefte van de doelgroep. . Heuristieke principes: er is aandacht voor verschillende heuristieke principes in 'Voor je het weet zijn ze groOt'. Heuristieke principes zijn beslissingsregels die je met je onderbewustzijn maakt, maar dus wel (zwaar) meewegen in de verwerking en acceptatie van de boodschap. In 'Voor je het weet zijn ze groOt' is aandacht voor de volgende heuristiek principes: o Liking heuristiek: er is gezocht naar aansprekende en amuserende acteurs. Daarnaast wordt in de handleiding een omschrijving gegeven van een geschikte gespreksleider, waarbij 'niet-belerend' en 'nietbetuttelend' belangrijke eisen zijn. o Consensus heuristiek ('als andere het geloven dan zal het wel waar zijn'): tijdens de ouderbijeenkomst worden ouders gestimuleerd mee te denken en mee te praten. Hierdoor horen ouders van elkaar hoe andere ouders er over denken en ervaren zij dat andere ouders positief staan tegenover de opvoedvaardigheden. o Geloofwaardigheidsheuristiek: een opvoedadviseur van een welzijnsorganisatie of een preventiemedewerker van een GGD leidt veelal de groepsbesprekingen. Over het algemeen worden deze organisaties als betrouwbaar en geloofwaardig bestempeld. o Sfeer/amusement; de acteurs zetten met veel humor een situatie neer, wat zeer amuserend is en gunstig voor de sfeer. De gespreksleider heeft als taak om respectvol de groepsbesprekingen te leiden. Hierdoor ontstaat er een veilige sfeer waarin ouders gemakkelijk hun verhaal vertellen. o Spanningsboog: ouderbijeenkomst duur iets langer dan 1 uur (meestal 1.15 uur). o Aantrekkelijkheid: de bijeenkomst is leuk en vermakelijk. De vormgeving van de materialen (wervingsmateriaal, sheets, folder) is aantrekkelijk gemaakt door een kleurrijke uniforme stijl. Bereiken van ouders met lage gezondheidsvaardigheden
'Voor je het weet zijn ze groOt' is ook geschikt om ouders te bereiken met lage gezondheidsvaardigheden. Het gaat hierbij veelal om ouders met een lage sociaal economische status en ouders die de Nederlandse taal in mindere mate beheersen. De bijeenkomst is voor hen geschikt omdat er gebruik wordt gemaakt van interactief theater, iconen tijdens de interactieve groepsbesprekingen en folder met fotostrip en iconen. Deze methodieken zijn geschikt voor ouders met een lage gezondheidsvaardigheden, omdat: . het aansluit bij de behoefte bij die doelgroep aan beeldcultuur, in plaats van uitleg in woorden; . leren kan plaatsvinden door het vasthouden van beelden en symbolen; . het aansluit bij de leefwereld van de ouders in achterstandsgroepen; . plaatsvervangend leren door middel van rolmodellen werkzaam is bij deze doelgroep; . ouders zich kunnen herkennen in een reproductie/kopie van het eigen vertoonde gedrag. Studies laten zien dat mensen met lage gezondheidsvaardigheden uitleg van termen, concrete voorbeelden, illustraties, verhalen en herinneringssignalen nodig hebben (Kickbusch, et al., 2013). Tevens dienen ze actief aangemoedigd te worden om vragen te stellen (Kickbusch, et al., 2013). Door de interactieve vorm van de groepsbesprekingen en het theater worden ouders bij de ouderbijeenkomst 'Voor je het weet zijn ze groOt' op een prettige manier aangemoedigd mee te denken en vragen te stellen. Een intern begeleider van een basisschool zei hierover: 'De ouders deden ontzettend goed mee. Iedereen wilde wel meepraten, zowel voorin als achterin. Ik zag ouders op het puntje van hun stoel zitten, omdat ze iets wilden zeggen. Ook de ouders die normaal nooit iets zeggen.' Versterken van opvoedvaardigheden Om de opvoedvaardigheden van ouders te versterken wordt geïntervenieerd op bewustwording, kennis, eigen effectiviteit, uitkomstverwachtingen en waargenomen omgeving. . Bewustwording; de bewustwording van ouders wordt verhoogd door opvoedsituaties uit te spelen die voor hen herkenbaar zijn. B.v. een situatie waarin een ouder constant noemt wat het kind niet mag doen of een situatie waarin de ouder alleen oog heeft voor het ongewenst gedrag van het kind. Daarnaast worden prikkelende vragen gesteld om de bewustwording te verhogen, zoals 'waarom wordt het kind hier boos?' en 'hebben jullie afspraken over televisiekijken of computeren en buitenspelen?' . Kennis; tijdens interactieve groepsbesprekingen is er kennisoverdracht. De gespreksleider haalt zoveel mogelijk de kennis uit de ouders door vragen te stellen. Zo komt onder andere aan bod waarom het stellen van regels fijn is voor kinderen en op welke manier positieve feedback het leergebied in de hersenen activeert. Aan het einde van de bijeenkomst krijgen de ouders een folder met fotostrip mee naar huis, waarin alle boodschappen nog eens na te lezen en te bekijken zijn. . Eigen effectiviteit; de gegeven informatie (door de ouders en de gespreksleider) wordt direct toegepast en uitgeprobeerd in de theaterscènes, waarbij de ouders ook zelf aanwijzingen geven om de situatie ter plekke te verbeteren. Door de herkenbare situatie zijn ze makkelijk te vertalen naar hun eigen thuis situatie. Hierdoor krijgen de ouders niet alleen een voorbeeld hoe de opvoedvaardigheden kunnen worden toegepast, maar ze oefenen ook met de vaardigheden en worden geprikkeld om het thuis uit te proberen. . Uitkomstverwachtingen; door het uittesten van de opvoedvaardigheden op de acteurs, ervaren ouders welke opvoedvaardigheden wel en niet werken. . Waargenomen omgeving; de acteurs, maar ook de andere ouders werken als rolmodel. Ouders horen van elkaar tips en adviezen en ze ervaren dat andere ouders ook positief staan tegenover de opvoedvaardigheden. Bovendien roept het bij ouders een gevoel op van 'als zij het kunnen, moet het mij ook lukken'. De acteurs laten de goede voorbeelden zien waardoor de ouders kunnen leren door observeren. De folder met fotostrip die de ouders aan het einde van de bijeenkomst mee naar huis krijgen leent zich er goed voor om de thuisblijvers (partner, (schoon)ouders) enthousiast te maken over positief opvoeden m.b.t. voeding en bewegen. 3.3 Verantwoording De ontwikkeling van de interventie is tot stand gekomen met behulp van Intervention Mapping. Dit is een raamwerk om planmatig en systematisch een interventie op het gebied van gezondheidsbevordering op te stellen (Bartholomew, 2006). Ook is gebruik gemaakt van sociale marketing principes (Huibregtsen, 2011). Tijdens dit ontwikkelingsproces heeft een literatuuronderzoek, brainstormsessies met experts en doelgroep en een needs assessesment plaatsgevonden. De opvoedkundige inhoud van het programma is gebaseerd op Triple-P (Speetjens et al., 2007; Sanders, et al., 2012) en Schoolwide Positive Behaviour Support (Golly en Sprague, 2012). Daarnaast is bij de ontwikkeling gebruik gemaakt van een theoretisch kader dat hieronder schematisch is weergegeven (schema 1, bijlage). Aan de hand van dit schema wordt de verantwoording toegelicht.
Opnemen van informatie Om de opkomst van ouders te verhogen wordt ingespeeld op aandacht. Het trekken van de aandacht is de eerste stap om tot gedragsverandering te komen (McGuire 1972). Mensen krijgen dagelijks enorme hoeveelheden informatie aangeboden. Mensen zien reclames en programma's op televisie, wonen vergaderingen bij, zien affiches hangen op het schoolinformatiebord en komen tientallen verkeersborden tegen op weg naar huis. Niet alle aangeboden informatie wordt opgenomen door een persoon. Het hebben van aandacht is een vereiste voor het opnemen van informatie. 'Voor je het weet zijn ze groOt' kent opvallende wervingsmaterialen en één daarvan wordt bewerkt door het kind, wat de aandacht verhoogd van de ouders. Bovendien trekt de vorm 'theater' de aandacht. Verwerken van informatie Het verwerken van informatie kan op verschillende manieren. Wanneer mensen niet bij voorbaat geïnteresseerd zijn in de veranderingsboodschap, kan entertainment-education, in dit geval in de vorm van theater, een belangrijke eerste stap zijn in het bereiken van de doelgroep. Mensen die zich amuseren zijn in een meer ontvankelijke gemoedstoestand dan mensen die zich ergeren of zorgen maken (Bouman, 1999). Binnen de Entertainment-Education Strategie wordt zowel gebruik gemaakt van een op inhoud gebaseerde route (centrale route) als een niet op inhoud gebaseerde route (perifere route) (Rosselli et al, 1995). Verwerking via de centrale route Informatieverwerking via de centrale route vindt plaats wanneer men de gelegenheid heeft en gemotiveerd is om de informatie grondig te verwerken. Als een onderwerp persoonlijk relevant is voor de ontvanger, dan zal de ontvanger gemotiveerd zijn de informatie grondig te verwerken (Aronson, et al., 2007; Ajzen, et al.,1996). Om de persoonlijke relevantie te verhogen is in 'Voor je het weet zijn ze groOt' aandacht voor vier factoren 1) identificatie; dit is de mate waarin de ontvanger dingen van zichzelf herkent (Green, et al., 2004; Hinyard & Kreuter, 2007; Moyer- Gusé, 2008; Slater & Rouner, 2002), 2) personalisatie; dit is het aanspreken van de lezer of toehoorder door bijvoorbeeld de eigen naam te noemen (Hawkins, et al., 2008), 3) de afstemming van de vorm op de doelgroep (Hawkins, et al. 2008) en 4) afstemming van de inhoud van de boodschap op doelgroep (Hawkins, et al. 2008). Wanneer men via de centrale route informatie verwerkt, laat men zich vooral leiden door de sterkte van de argumenten van een boodschap (de bron van de boodschap). Verwerking via de perifere route Soms willen mensen niet nadenken over een bepaald onderwerp of hebben daar de tijd niet voor. In de gezondheidscommunicatie gaat het om preventie. Een preventieve gezondheidsboodschap wordt door mensen veelal waargenomen als niet direct relevant voor dit moment (Bouman, 1999). In dat geval vindt de informatieverwerking plaats via de perifere route en kan de ontvanger overtuigd worden door gebruik te maken van simpele beslissingsregels of 'heuristic principles' (Petty & Cacioppo, 1986). In 'Voor je het weet zijn ze groOt' is aandacht voor verschillende heuristieke principes. Ten eerste de 'geloofwaardigheidsheuristiek', waarmee bedoeld wordt dat mensen waarde hechten aan informatie van geloofwaardige bronnen. Daarnaast de 'liking heuristiek', wat erop duidt dat mensen meer aannemen van mensen die hen aanstaan. Een ander heuristiek principe waarvoor aandacht is, is de 'consensus heuristiek', wat refereert naar andermans reactie: 'als andere mensen het geloven, dan zal het wel waar zijn'. Tenslotte is er rekening gehouden met simpele heuristieken zoals de aantrekkelijkheid van de lay-out en de lengte van de (gezondheids)boodschap (Bouman, 1999). De centrale en perifere route zijn niet twee rigide routes die elkaar uitsluiten. Naarmate men meer gemotiveerd is om een boodschap te verwerken, daalt de invloed van de heuristieke principes (geloofwaardigheid, leuke mensen, aantrekkelijkheid etc.) en stijgt de invloed van de sterkte van de boodschap. Begrijpen van informatie Begrip van de boodschap is een belangrijk onderdeel van informatieverwerking via zowel de centrale route als de perifere route (McGuire, 1972). Wanneer de boodschap niet begrepen wordt, kan dit leiden tot het verkeerde interpretaties en acties. Dit kan tot gevolg hebben dat men de boodschap afwijst en/of een onbedoeld advies opvolgt, wat kan leiden tot ongewenst gedrag. De begrijpelijkheid in 'Voor je het weet zijn ze groOt' wordt verhoogd door gebruik te maken van beeldende vorm en narratieven (theater), eenvoudige woordkeuzes en een rustig spreektempo. Accepteren van informatie en (intentie tot) gedragsverandering
Om de opvoedvaardigheden van ouders te versterken wordt geïntervenieerd op bewustwording, kennis, eigen effectiviteit, uitkomstverwachtingen en waargenomen omgeving. Wanneer de aangeboden informatie geaccepteerd wordt, kan dit leiden tot (de intentie) om gedrag te veranderen. 'Voor je het weet zijn ze groOt' geeft ouders inzicht (bewustwording) in hun opvoedstijl en geeft hen de nodige kennis over het belang en effect van regels stellen en positief opvoeden. Deze basisinzichten hebben ouders nodig om het voedings- en beweeggedrag van hun kind op een positieve manier te beïnvloeden. Maar er is meer nodig om tot gedragsverandering te komen. Gedrag wordt ook bepaald door de verwachtingen die men van een bepaald gedrag heeft (Bandura, 1986). Hierbij wordt onderscheidt gemaakt tussen twee type verwachtingen:1) eigen effectiviteit; de verwachting die mensen hebben over hun eigen vermogen om een bepaald gedrag te kunnen uitvoeren en 2) uitkomstverwachting; de inschatting van mensen dat een bepaald gedrag zal leiden tot bepaalde resultaten. 'Voor je het weet zijn ze groOt' reikt ouders handvatten aan om hun eigen effectiviteit en uitkomstverwachtingen te verhogen. Voorbeelden van deze handvatten zijn het opstellen van duidelijke regels, formuleren wat je van een kind verwacht, manieren om complimenten te geven, je kind aanspreken, belonen en corrigeren. Deze handvatten verhogen bij ouders de zelfcontrole en discipline van hun kinderen en verlagen hun gevoel van machteloosheid. Bovendien spelen de acteurs een herkenbare scène tussen ouder en kind die vervolgens escaleert. Na het verkrijgen van kennis en handvatten, worden ouders opgeroepen te interveniëren in de scene en de acteurs aanwijzingen te geven. Op deze manier oefenen de ouders ter plekke met de opvoedvaardigheden. Daarnaast is in 'Voor je het weet zijn ze groOt' aandacht voor waargenomen omgeving (perceived environment). Gedrag wordt mede beïnvloed door wat men waarneemt in de fysieke én sociale omgeving. Wat doen anderen, wat zouden anderen ervan vinden, hoe pakken anderen het aan? Mensen kunnen niet alleen leren doordat zij zelf het gedrag uitvoeren en de consequenties daarvan zien. Zij kunnen ook leren door anderen (zogenaamde 'models') te observeren ('modelling'). Zo kan je leren door modelling uit bijvoorbeeld strips en filmpjes (Bandura, 1977). Programma's die gebaseerd zijn op de Entertainment-Education Strategie maken gebruik van modelling om gedrag te beïnvloeden (Bouman, et al., 2009; Singhal et al., 1999). In de onderhavige interventie worden acteurs ingezet als model. Ook ervaren de ouders dat andere ouders positief aankijken tegen de opvoedvaardigheden die worden behandeld en leren ze van elkaar. 3.4 Werkzame elementen In een procesevaluatie zijn de succesfactoren van het programma onderzocht. Dit bleek met name te zijn: . de aandacht die de acteurs trokken: door de didactische vaardigheden en ervaring met ouderbijeenkomsten van de acteurs zijn de acteurs in staat om de aandacht van de ouders te trekken en vast te houden. . de herkenbaarheid van de gespeelde situaties: ouders herkennen zich in een reproductie/kopie van het eigen vertoonde gedrag en het gedrag van hun kind; . de theater component: leren door middel van rolmodellen en de beeldcultuur, in plaats van uitleg in woorden, sluit aan bij de behoefte van de doelgroep; . de interactieve opzet waarbij ouders persoonlijk worden aangesproken, als deskundig worden aangezien en waarin vragen worden gesteld die aanzetten tot het delen van meningen en discussie; . het aanstaan van de acteurs (liking): de humoristische, respectvolle en niet-betuttelende manier van ouders benaderen sluit aan bij de leefwereld van de ouders, waaronder ouders in achterstandsgroepen; . de sfeer: de veilige, respectvolle, niet belerende, ontspannen, leuke en gezellige sfeer hebben een positieve invloed gehad op de mate waarin ouders participeerden. (Jurg & van der Wal, 2013).
4. Uitvoering 4.1 Materialen De onderstaande materialen zijn beschikbaar: Voor de GGD/organiserende partij: . handleiding . wervings-informatiebrief . een algemeen word-template in huisstijl . begeleidend schrijven voor het (digitaal) printen van de wervingsmaterialen en het stripboek . logo's en afbeeldingen . promotiefilmpje (beschikbaar eind 2014) Voor de gespreksleider: . handleiding
. sheets voor tijdens de bijeenkomst . handkaartjes . trainingsfilmpje (beschikbaar eind 2014) Voor school: . een organisatie-informatieblad (handleiding) . materialen om ouders te werven bestaande uit 3 verschillende posters, uitnodigingskaart, flyer en tekstbericht . strategieën/tips om ouders te werven Voor de ouders: . stripboek met samenvatting van de ouderbijeenkomst om mee te geven na afloop Alle materialen mogen vrij gebruikt worden op voorwaarde dat de materialen worden ingezet voor de ouderbijeenkomst 'Voor je het weet zijn ze groOt', waarbij de ouderbijeenkomst wordt uitgevoerd zoals bedoeld (zie handleiding bijeenkomstleider). De materialen zijn gratis te downloaden via de website van het Voedingscentrum; www.voedingscentrum.nl/professionals/gezond-op-school/basisonderwijs/ouderparticipatie.aspx of via de website van Lekker Fit! (via de Hartstichting); www.lekkerfitopschool.nl/gemeente_ggd_sportservice/ouderbetrokkenheid/interactief_theater_voor_je_het_weet_zijn_ze_groot/ 4.2 Type organisatie De ouderbijeenkomst 'Voor je het weet zijn ze groOt' wordt uitgevoerd door een gespreksleider en twee acteurs. De theaterscènes worden verzorgd door DNL Theatercollectief of een door hen getrainde theatergroep. De gespreksleider is een opvoedadviseur of preventiemedewerker. Deze gespreksleider is afkomstig van een lokale/regionale instelling, zoals een welzijnsorganisatie of GGD. De organisatie wordt gedaan door de gemeente, GGD, welzijnsorganisatie, sportservice of andere partij. De organiserende partij zorgt voor het contact tussen de gespreksleider, school en de theatergroep. Op dit moment wordt 'Voor je het weet zijn ze groOt' actief ingezet in het werkgebied van de GGD Amsterdam. In dit werkgebied hebben reeds 26 ouderbijeenkomsten van 'Voor je het weet zijn ze groOt' plaats gevonden. Tijdens een gezondheidsbevorderingsvergadering van GGD Nederland op 11 februari 2014 hebben ook andere GGD-en en geïnteresseerden kennis kunnen maken met 'Voor je het weet zijn ze groOt'. Naar aanleiding van deze bijeenkomst is 'Voor je het weet zijn ze groOt' in 2014 ook ingezet in de werkgebieden van 4 andere GGD-en: Rotterdam-Rijnmond, Gelre-IJssel, Hollands-Noorden, Twente. Naar verwachting zullen nog meer GGD-en de ouderbijeenkomst in gaan zetten. In Twente is reeds een theatergroep getraind door DNL Theatercollectief, in opdracht van GGD Twente, zodat regionaal makkelijker bijeenkomsten kunnen worden georganiseerd. 4.3 Opleidingen en competenties Voor de acteurs zijn een speciale training en didactische vaardigheden vereist om de gewenste kwaliteit te kunnen leveren. De training en selectie wordt gedaan door DNL Theatercollectief. De gespreksleider dient te voldoen aan de volgende eisen: . beheerst didactische vaardigheden voor gevorderden . is in staat om interactie te creëren . is in staat om het groepsproces te sturen . heeft ervaring met voor een groep (ouders) staan en bij voorkeur met het geven van 'Voor je het weet zijn ze groOt', . is flexibel, vlot en doortastend . vindt het leuk om een nieuwe manier van voorlichten aan te leren . staat naast ouders, niet boven ouders (niet betuttelend en belerend) . heeft kennis over opvoeding, voeding en bewegen. . heeft zich voorbereid door de handleiding voor gespreksleiders en het trainingsfilmpje (beschikbaar vanaf eind 2014) te bestuderen. Het verdient de voorkeur om met een poule te werken met ervaren gespreksleiders. Gespreksleiders die ervaring hebben met het geven van 'Voor je het weet zijn ze groOt', halen veel meer uit de bijeenkomt dan iemand die het éénmalig geeft. Bovendien vraagt de voorbereiding voor de eerste keer de nodige tijdsinvestering.
4.4 Kwaliteitsbewaking GGD Amsterdam bewaakt de kwaliteit in samenwerking met de begeleidingscommissie en met DNL Theatercollectief. De kwaliteit wordt bewaakt door procesevaluaties uit te voeren. In november 2012, juni 2012 en in juni-juli 2013 zijn in totaal negen voorstellingen en drie implementatieprocessen geëvalueerd. Ook in de toekomst zal de GGD Amsterdam in samenwerking met de begeleidingscommissie procesevaluaties uitvoeren. Tijdens de ontwikkeling bestond de begeleidingscommissie uit medewerkers van het Voedingscentrum, Hartstichting en het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen. Vanaf 2013 bestaat de begeleidingscommissie uit medewerkers van het Voedingscentrum en de Hartstichting. De theatergroep wordt uitgebreider getraind in het overbrengen van het programma. Voor de gespreksleiders zijn aantrekkelijke hulpmiddelen ontwikkeld zoals een handleiding, handkaartje en sheets. Hierdoor is de kans groter dat de gespreksleider zich houdt aan de inhoud van het programma en hetgeen bespreekt wat nodig is om de kwaliteit te waarborgen. Vanaf eind 2014 is tevens een trainingsfilm beschikbaar. In deze film worden de belangrijkste aandachtspunten voor de kwaliteit benadrukt. In het werkgebied van GGD Amsterdam worden de gespreksleiders extra ondersteund met twee feedbackmomenten en beeldopnamen. Hierbij benoemd een trainer de sterke punten en aandachtspunten en geeft de gespreksleider verbetertips mee. De feedbackformulieren zijn ook te gebruiken door andere GGD-en/organisatoren. Boekingen verlopen via een boekingsdocument. Via deze boekingsformulieren wordt bijgehouden op welke scholen en via welke organisatoren 'Voor je het weet zijn ze groOt' is ingezet. Tevens wordt navraag gedaan over de genodigden (ouders van groep 1 t/m 8, peuterspeelzaal, voorschool, andere omliggende scholen, anders). DNL Theatercollectief en de andere getrainde theatergroepen verzamelen de boekingsformulieren en registreren het aantal aanwezige ouders per bijeenkomst. Deze gegevens geven de theatergroepen op verzoek door aan GGD Amsterdam, het Voedingscentrum en de Hartstichting. 4.5 Randvoorwaarden . 'Voor je het weet zijn ze groOt' dient enkel gegeven te worden door goed voorbereide gespreksleiders en acteurs. En er dient gebruik gemaakt te worden van het ontwikkelde ondersteunende materiaal. Dit is belangrijk om de kwaliteit te kunnen garanderen. . 'Voor je het weet zijn ze groOt' dient bij voorkeur ingezet te worden in een breder leefstijlprogramma, zoals Jump-in en Lekker Fit! Dit heeft de voorkeur omdat naast opvoeding ook vele andere determinanten een rol spelen bij het ontstaan van overgewicht. Al deze determinanten dienen tezamen te worden aangepakt ten einde jongeren op een gezond gewicht te krijgen. 'Voor je het weet zijn ze groOt' is prijzig om los in te zetten. . Er dient draagvlak bij scholen te zijn om actief ouders te werven. De werving van ouders is een verantwoordelijkheid van de school en kan daarbij op ondersteuning rekenen vanuit de organiserende partij. . Er dient een samenwerking te zijn tussen organiserende partij, school, theatergroep en de organisatie van de gesprekleiders. Het contact tussen de partijen moet goed zijn om adequaat tot een datum en afspraken over taakverdeling te komen. 4.6 Implementatie In de handleiding voor organisatoren staat alle informatie opgenomen die een organiserend partij nodig heeft om 'Voor je het weet zijn ze groOt' te implementeren. Tevens bevat de handleiding de nodige bijlagen zoals checklisten, financieringstips en communicatierichtlijnen. In het kort bestaat de implementatie uit 9 stappen: Stap 1: Maak kennis met de ouderbijeenkomst Stap 2: Regel tijd & geld Stap 3: Werf scholen Stap 4: Prik een datum met school, acteurs en gespreksleider Stap 5: Geef de gespreksleider en school alle materialen Stap 6: Help basisscholen bij de communicatie en werving van ouders Stap 7: Breng anderen op de hoogte (zoals schooldiëtist, JGZ-medewerker etc.) Stap 8: Voer de taken voor de dag zelf uit Stap 9: Peil de ervaringen Organiserende en uitvoerende partijen kunnen voor vragen en aanvullende informatie contact opnemen met Joka Dusseldorp, adviseur professionals van het Voedingscentrum
(e:
[email protected], t: 070 3068 888). Theatergroep in eigen regio Indien er plannen zijn om meer dan 10 voorstellingen te geven en het werkgebied ligt buiten de Randstad, is het wenselijk om lokaal een theatergroep te trainen. Neem hiervoor tijdig contact op met Joka Dusseldorp , adviseur professionals van het Voedingscentrum (e:
[email protected], t: 070 3068 888). Informeer dan of de kosten voor het trainen van een theatergroep (gedeeltelijk) vergoed kunnen worden. Het trainen en eventueel selecteren van acteurs duurt ongeveer 2-3 maanden. 4.7 Kosten Personele kosten Organiserende partij: 1-3 uur per school School: 3-4 uur per bijeenkomst Gespreksleider: 4 uur (eenmalig) en 1,5 uur (per bijeenkomst) Theatergroep: 600 euro (exclusief 6% btw en reiskosten) Bij het maximaal aantal uren is ervan uitgegaan dat een medewerker van de organiserende partij en de schoolcontactpersoon aanwezig zijn bij de voorstelling. Dit is echter niet noodzakelijk. Materiele kosten Per ouderbijeenkomst zijn de volgende materialen nodig: . posters (ongeveer 9 stuks per school; 3 posters van iedere versie/kleur) . flyers (ongeveer 50-100 stuks per school) . uitnodigingskaarten (1 per kind) . stripboek (1 per aanwezige ouder) Deze materialen zijn gratis te downloaden. De posters, flyers en de uitnodigingskaarten zijn zelf te printen of kunnen digitaal geprint worden bij b.v. een drukkerij. Het stripboek kan enkel digitaal geprint worden bij b.v. een drukkerij (kan niet geprint worden met een standaard printer). Bij het digitaal laten printen van de materialen kan uitgegaan worden van de volgende kosten: € 350 voor 500 posters € 120 voor 1000 flyers € 875 voor 25.000 uitnodigingskaarten € 1500 voor 7.500 stripboek (gebaseerd op eerdere bestellingen in 2014).
5. Onderzoek naar praktijkervaringen De ouderbijeenkomst 'Voor je het weet zijn ze groOt' is ondersteund met drie evaluatieonderzoeken. Hieronder een korte samenvatting van deze onderzoeken. Pretest oude wervingsmaterialen A. Jurg & van der Wal (2013) B. Pretest C. In mei 2011 zijn de wervingsmaterialen gepretest onder negen ouders. Uit deze pretest bleek dat ouders de visual (illustratie) aantrekkelijk vonden door de kleuren. De wervingsmaterialen gaven de ouders geen goed beeld van de inhoud van de bijeenkomst. Ook kwam uit deze pretest naar voren dat de thema's voeding en bewegen niet uitnodigend en aantrekkelijk genoeg zijn om naar een ouderbijeenkomst te gaan. Men geeft aan 'het inmiddels wel te weten'. De resultaten van deze prestest zijn opgenomen als bijlage 11 van het rapport 'Achter de coulissen' (Jurg & van der Wal, 2013). Op basis van deze resultaten zijn vernieuwde huidige wervingsmaterialen ontwikkeld. Procesevaluatie - programmainhoud en bereik A. Jurg & van der Wal (2013) B. Procesevaluatie C. De procesevaluatie m.b.t. de programmainhoud en bereik is uitgevoerd tussen juni 2012 en november 2012 op zes scholen in Amsterdam, één in Kudelstaart en één in Diemen. Uit de procesevaluatie blijkt dat de overgebrachte informatie wordt begrepen en onthouden en het gevoelige thema 'opvoeding' bespreekbaar wordt gemaakt en uit de taboesfeer wordt gehaald. Het programma is uitgetest op scholen met verschillende
culturele meerderheden, waaronder een scholen met een grote groep Marokkaanse ouders en Turkse ouders, Surinaamse en Ghanse ouders, Nederlandse ouders en een gemengde school. De vorm en inhoud bleek geschikt voor alle culturele achtergronden. Dat ouders de informatie beter begrijpen en onthouden dan bij een traditionele voorlichting (zonder theater) kan worden toegeschreven aan de vorm theater. Door theater te gebruiken is de boodschap niet alleen in woorden uitgelegd, maar ook verbeeld. Deze procesevaluatie heeft aangrijpingspunten gegeven ter verbetering. In navolging op de voorstellingen van juni 2012 is er focus aangebracht door de informatie over voeding en bewegen drastisch te verminderen en de informatie over opvoeding uit te breiden. Uit de evaluatie van de voorstellingen in november 2012 bleek dit ten goede te zijn gekomen aan het overbrengen van de boodschap (begrip), op de afstemming van de inhoud op de doelgroep en de spanningsboog. Gemiddeld kwamen 42 ouders naar de theatervoorstelling terwijl normaliter gemiddeld 15 ouders op een oudervoorlichting of workshop afkomen (Jump-in, 2012). Het programma trekt ook ouders die aangeven nooit of bijna nooit op een ouderbijeenkomst van school te komen. De opkomst is hoog door de persoonlijke manier van werven en de gebruikte theatervorm. Procesevaluatie - overdraagbaarheid A. De resultaten zijn nog niet beschreven in een rapport. B. Procesevaluatie C. In juni 2013 is de overdraagbaarheid geëvalueerd. Hierbij waren drie scholen en drie opvoedadviseurs van twee verschillende Amsterdamse welzijnsorganisaties betrokken. Uit deze evaluatie bleek dat de handleiding en dvd-opname van een eerdere voorstelling, belangrijk zijn voor de overdracht. Ook ervaring met het geven van het programma en training van een opvoedadviseur zijn belangrijke voorwaarden zijn om de kwaliteit van de ouderbijeenkomst te kunnen garanderen.
6. Onderzoek naar effectiviteit 6.1 Onderzoek in Nederland n.v.t. 6.2 Onderzoek naar vergelijkbare interventies n.v.t.
7. Overige informatie 7.1 Ontwikkeld door GGD Amsterdam
8. Aangehaalde literatuur Arredondo, E.M., Elder, J.P. & Guadalupe, X.A. (2006) Is parenting styles related to children's healthy eating and physical activity in Latino families? Health Educ Res,21:862-71. Ajzen, I., Brown, T., & Rosenthal, L. (1996). Information bias in contingent valuation: effect of personal relevance, quality of information and motivational orientation. Journal of environmental economics and managment , 43-57. Aronson, E., Wilson, T., & Akert, R. (2007). Sociale psychologie. Amsterdam: Pearson Education Benelux BV. Bandura, A. (1977) Self-efficacy: toward a unifying theory of behavioral change. Psychol Rev, 84(2): p. 191215. Bandura, A. (1986) Social foundation of thought and action: asocial cognitive theory. Englewood Cliffs,NJ:Prentice-Hall. Bartholomew, L.K., Parcel, G.S., Kok, G., Gottlieb, N.H. (2006) Planning Health Promotion Programs. An Intervention Mapping Approach. San Francisco. Bastiaans, A.J.C. Baerveldt & C. Jansen, J. (2012). Opvoedingsondersteuning bij de preventie en aanpak van overgewicht: de rol van opvoedstijlen. TSG, 90 (3), 160-166.
Braet C. (1995) Dikke kinderen. Praktijkboek voor deskundigen. H-8.6:De rol van opvoedingsfactoren. Bouman, M. (1999) The Turtle and the Peacock; Collaboration for prosocial change: the entertainmenteducation strategy on television. Published Thesis, University of Wageningen. Elzinga, A. (2012). Hollands Welvaren. J/M ,juli-augustus, 8-9. Fogelholm, M., Nuutinen, O., Pasanen, M., Myöhänen, E., Säätelä, T. (1999) Parent-child relationship of physical activity patterns and obesity. Int J Obesity,23:1262-8. Gable, S. & Lutz, S. (2000) Household, Parent, and Child Contributions to Childhood Obesity. Family Relations, 49:293-300. Geeter H de. (2006) Kinderen gezond leren eten. Wie, waar, wanneer en hoe? Nutrinews,3:8-13. Grêaux, K.M (2011) SO die BOEPZZTT? Aanbevelingen voor het Amsterdamse overbruggingsplan overgewicht voor kinderen van 4-12 jaar, GGD Amsterdam. Green, M., Brock, T., & Kaufman, G. (2004) Understanding Media Enjoyment:The Role of Transportation Into Narrative Worlds. Communication Theory , 311-327. Golly, A. & Spraque J. (2012) Positive Behavior Support - Goed gedrag kun je leren! Doelmatige strategieën voor in de school. Meppel: Ten Brink. Hawkins, R., Kreuter, M., Resnicow, K., Fishbein, M., & Dijkstra, A. (2008). Understanding tailoring in communicating about health. Health Education Research , 454-466. Heide, I. van der, Chevalier J., & Bos, V. (2014) Ouderbetrokkenheid bij interventies rond leefstijlthema's in het onderwijs. Inventarisatie van het bleang van de werkzame elelementen van ouderbetrokkenheid en de mate waarin ouderbetrokkenheid voorkomt in het Nederlandse interventie-aanbod. RIVM, Bilthoven. Hesselink, A., Sluis, M. van der & Martens, M. (2011) Implementatieonderzoek Lekker Fit! Rescon, Amsterdam. Hinyard, L., & Kreuter, M. (2007). Using Narrative Communication as a Tool for Health Behavior Change: A Conceptual, Theoretical, and Empirical Overview. Health Education & Behavior , 777-792. Hughes, S.O., Power, T.G., Fisher, J.O., Mueller, S. & Nicklas, T.A. (2005) Revisiting a neglected construct: parenting styles in a child-feeding context. Appetite, 44:83-92. Huibregtsen, J.D.M. (2011) Social Marketing in de Public Health, Huibregtsen Training & Advies. Interne documenten Jump-in en Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht (AAGG) (2012-2013). Betreffende document resultaten pre-test wervingsmaterialen Interactief theater opvoeding, voeding en bewegen (oude wervingsmaterialen van Voor je het weet zijn ze groOt) en het document Uitkomsten ronde tafel ouders. Jain, A., Sherman, S.N., Chamberlin L.A., Carter, Y., Powers, S.W. & Whitaker, R.C. (2001) Why Don't LowIncome Mothers Worry About Their Preschoolers Being Overweight? Pediatrics Vol. 107,5. Jump-in (2012). Jump-in aanbod en bereik schooljaar 2011-2012. Jurg, M.E. & Wal M.F. van der (2013) Achter de coulissen bij het interactief theater over opvoeding, voeding en bewegen. Procesevaluatie van pilot I en pilot II in 2012. GGD Amsterdam, Amsterdam. Khambalia, A.Z., Dickinson, S., Hardy, L.L., Gill, T. and Baur, L.A. (2012) An synthesis of existing systematic review and meta-analyses of school-based behavioural interventions for controlling and preventing obesity. Obesity reviews; 13, 214-233. Kickbusch, I. Pelikan, J.M., Apfel, F. & Tsouros, A.D. (2013) Health Literacy - the solid facts. Kopenhagen: WHO. Lamborn S., Mounts N., Steinberg L., Dornbusch S. (1991) Patterns of competence and adjustment among adolescents from authoritative, authoritarian, indulgent and neglectful families. Child Development; 62:1049 65.
L'Hoir M.P., Beltman M., Sleuwen B.E. van, Engelberts A.C., Boere-Boonekamp M.M. (2008) Kansrijke elementen in de preventie van overgewicht bij jonge kinderen. Tijdschr Kindergeneesk; 76:100-204. Lindsay, A.C., Sussner, K.M., Kim, J. & Gortmaker, S. (2006) The role of parents in preventing childhood obesity. Future Children; 16:169-86. McGuire, W. J. (1972). Attitude Change: The Information-Processing Paradigm. Experimental Social Psychology, 108-141. Meij, J. de (2013) Mediating effect of parental determinants on sports particitpation in the school-based Jumpin intervention in Dutch children from deprived neighbourhoods. In:Jump-in. Development and evaluation of an intervention to promote sports participation and physical activity in children, p. 74-91. Moyer-Gusé, E. (2008). Toward a Theory of Entertainment Persuasion: Explaining the Persuasive Effects of Entertainment-Education Messages. Communication Theory , 407-425. Patrick, H. & Nicklas, T.A. (2005) A review of family and social determinants of children's eating patterns and diet quality. Journal of the American College of Nutrition;24(2):83-92. Petty, R. E., & Cacioppo, J. T. (1986). The elaboration likelihood model of persuasion. Experimental Social Psychology, 19, 123-205. Prins M. (2008) De deugd van tegenwoordig. Onderzoek naar jongeren en hun grenzen. Nijmegen: Radboud Universiteit Nijmegen. Rhee K.E., Lumeng J.C., Appugliese D.P., Kaciroti N., Bradley R.H. (2006) Parenting styles and overweight status in first grade. Pediatrics; 117:2047-54. Rosselli, F., Skelly, J.J., Mackie, D.M. (1995) Processing Rational and emotional Messages: The Cognitive and Affective Mediation of Persuasion. Journal of experimental social psychology (31) pp.163-190. Sanders, M.R. (2012) Development, Evaluation, and Multinational Dissemination of the Triple P-Positive Parenting Program. Annu. Rev. Clin. Psychol; 8:11.1-11.35. Schaaf, N. van der, Berg, T. van den (2009) Ouderbetrokkenheid in de Brede school. Een literatuuronderzoek naar effectieve manieren om het ontwikkelingsondersteunend gedrag van ouders te stimuleren. Hanzehogeschool Groningen, Groningen. Singhal, A. (1999) Entertainment-Education. A communication Strategy for Social Change. Mahwah, New Jersey. Slater, M., & Rouner, D. (2002). Entertainment-Education and Elaboration Likelihood: Understanding the Processing of Narrative Persuasion. Communication Theory , 173-191. Speetjens, P., Graaf, I. de, Blokland G. (2007). Het fundament van Triple P: theoretische onderbouwing en onderzoek. JeugdenCo; 7;Kennis;02. TNO (2010) Factsheet. Resultaten Vijfde Landelijke Groeistudie. http://www.loketgezondleven.nl/object_binary/o10190_20100608-Factsheet-Resultaten-Vijfde-LandelijkeGroeistudie.pdf
Deze informatie is op 22 juni 2016 gedownload van www.nji.nl.
Samenwerking erkenningstraject Het erkenningstraject wordt in samenwerking uitgevoerd door het Nederlands Jeugdinstituut (NJi), het RIVM Centrum Gezond Leven (CGL), het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ), het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) en MOVISIE. Door samen te werken aan het beoordelen van interventies volgens eenduidige criteria streven wij naar kwaliteitsverbetering in de betrokken werkvelden.