Voor Gerechtigheid en Vrede Informatie bulletin Guatemala Uitgave november - december 2015 Nr. 155
Lichaam en grond ons territorium 1
* Rebecca Lane * Luna Lillith Cristabel * Lucía Quila Coló * Imelda Esperanza López * María Luisa Rosal * Regina Galindo * Guisela López * Bibiana Leticia Ramírez * La Cuerda * Maya Rossana Cu Choc * Lorena Cabnal * Andrea Isabel Ixchiú * Sandra Morán * Makrina Gudiel Alvarez * Ilka Oliva Corado * Gladis Maribel Col Sacrab * Eerbetoon aan overleden vrouwen
2
In de lange geschiedenis van Guatemala hebben vrouwen vaak een bij-
Vrouwen brengen ook een nieuwe dimensie binnen doordat ze hun lichaam beschouwen als “het eerste territorium”. Geweld tegen vrouwen blijft vaak onder de radar, maar de officiële cijfers over seksueel misbruik en tienerzwangerschappen zeggen veel. ‘Ook hierover moeten we spreken, ook al doet het pijn,’ aldus Rebecca. Spreken is de eerste stap om genezing te brengen voor het eigen lichaam, voor het gezin en voor de gemeenschap. Een ding hebben al deze vrouwen gemeen.
Patricia Verbauwhede
In Guatemala neemt de grootschalige ontginning van primaire grondstoffen spectaculair toe: mijnbouw, hydro-elektrische krachtcentrales, exportgewassen zoals palmolie of suikerriet zijn “booming business”. Al deze projecten verscherpen het historische tekort aan vruchtbare grond en dreigen de rurale gemeenschappen onleefbaar te maken. De afgelopen jaren is het verzet hiertegen almaar gegroeid. En in veel van de conflicten over landgebruik, ruimtelijke ordening en toegang tot water spelen vrouwen een centrale rol. Ze eisen respect voor hun leefgebied, informatie over de plannen van bedrijven, recht om geraadpleegd te worden over de ontwikkelingsplannen, onderzoek naar milieu- en gezondheidsrisico’s.
Redactioneel
zondere rol gespeeld. Enkelen van hen verwierven in de loop der jaren internationale bekendheid, tot en met de Nobelprijs voor de Vrede. Moedige vrouwen, die stand hielden tijdens de gruwelen van de burgeroorlog, werden zo wereldwijd zichtbaar. Makrina Gudiel kreeg in oktober 2015 in Vlaanderen de Quetzalprijs voor de mensenrechten voor haar niet aflatende strijd om de waarheid over het verleden boven te halen. In dit nummer maken we kennis met Makrina en enkele andere bewonderenswaardige Guatemalteekse vrouwen. Soms zijn hun levensverhalen heel gelijklopend, maar soms ook verrassend anders. In 2016 herdenkt Guatemala dat dertig jaar geleden de Vredesakkoorden ondertekend zijn. Maar de wonden zijn nog niet geheeld. Er is een generatie jonge vrouwen opgegroeid, die de oorlog enkel kennen vanuit de verhalen van hun ouders. Toch zijn ze zich maar al te goed bewust van de ongelijkheid en de verarming die hun land blijven teisteren. ‘De oorlog duurt verder onder andere vormen…,’ zegt Rebecca Lane hierover.
Ze willen op hun manier ‘voortbrengsters van verandering’ zijn.
Iets dwingt hen om te handelen, op het niveau en in de sector waar zij hun talenten kunnen inzetten. Voor de een is dat als recent verkozen volksvertegenwoordiger, in de hoop de grootschalige corruptie aan te pakken. Voor de ander is het de kunst, beeldend, literair, muzikaal of theatraal. Jong, oud, activiste, kunstenares, politica, schrijfster, moeder of dochter, inheems of mesties, hetero of lesbisch. Samen vormen ze een divers palet aan stemmen die opkomen voor een andere wereld. Vanuit hun vrouw-zijn putten ze kracht om te strijden voor een waardig en goed leven voor iedereen.
3
Rebecca Lane
Ik heb het geluk en de eer Rebecca al lang te kennen, een vrouw die veel kracht, mystiek en charisma uitstraalt. Ik heb haar gekend tijdens verschillende etappes van haar leven. Haar levenswandel en danspraktijk zijn bewonderenswaardig en inspirerend. Ook haar nederlagen en depressies maakte ik mee, want inderdaad, zij is een vrouw die zich laat leiden door haar emoties en iemand die met al haar zintuigen leeft. En dat drukt ze uit in haar blik, in haar stem, haar bewegingen, haar projecten, haar lach, haar gedichten en haar liederen. Haar interviewen was voor mij een plezier en een moment van bezinning en inspiratie. Rebecca Lane werd dichteres, actrice, danseres en zangeres in het activisme. Zij is zeer actief geweest in HIJOS (de beweging van kinderen van opgepakte en verdwenen personen) en in het ‘Blok tegen het Imperialisme.’ Daar gebruikte ze haar kunst als een manier om een mystiek te creëren. Ze is ook feministe. Daartoe kwam ze vanuit haar kunst. Rebecca schreef al van kleins af aan, maar kwam niet te voorschijn met haar schrijfwerk. Het was pas vanaf 2010 dat ze haar eigen kunst kenbaar maakte met haar blog en daarna in tijdschriften of ter gelegenheid van poëzielezingen. Ze noemt zichzelf artiest en activist. Ze was altijd al artiest, maar begon zich pas als zodanig uit te drukken in haar blog: ‘Mujeres de Bolsa Grande y Zapatos bajos’ (Vrouwen met grote Zakken en lage Schoenen). Daar begon ze een pseudoniem te gebruiken: Rebecca Lane, in plaats van haar doopnaam, Rebecca Eunice Vargas Tamayac.
Bijdrage van Eva Vanneste
De uitdrukking van identiteit is veranderlijk
Rebecca werd geboren in 1984 in de hoofdstad van Guatemala. Daar bracht ze haar kinderjaren en jeugd door. “Ik leef als een nomade, ik heb in andere Latijns-Amerikaanse landen gewoond. Maar mijn thuis blijft nog altijd Guatemala.” Ze beschrijft haar jeugd in het land als een naoorlogse, chaotische tijd. Voor haar gaat de oorlog voort, maar dan in een andere vorm: “het geweld, de armoede, het racisme, de uitsluiting en het machisme... dat zijn de grote problemen en die blijven bestaan.” Wanneer ik haar vraag hoe ze zich voelt en haar identiteit beleeft als vrouw, als Guatemalteekse, artiest, dichteres, rapper, queer, antwoordt ze beslist. “De uitdrukking van identiteit is veranderlijk. Ik heb nieuwe manieren ontdekt om mij te identificeren doorheen de tijd en door op reis te gaan. Zijn wie ik graag ben, kunnen vloeien is voor mij het belangrijkste. Maar de Guatemalteekse samenleving aanvaardt de factor verandering in de identiteit niet. Bovendien aanvaarden zij geen andere seksuele identiteiten in het algemeen.”
Jouw kunst blijkt een sociale, culturele en politieke doelstelling te hebben, klopt dat?
“Jawel, absoluut. Op politiek vlak benadruk ik sterk het thema van de gerechtigheid. Bijvoorbeeld in de video ‘la Cumbia de la Memoria’ Ik probeer de machtsstructuren in vraag te stellen en de macht van de burgers en van de wereld voorop te stellen. Persoonlijk ben ik op zoek om mezelf in mijn feminisme te ontmoeten. Ik zie een collectieve organisatie als een vorm van politieke veranderingen. Voor mij is dat hip hop. Dat betekent ook nieuwe ruimte creëren om zich uit te drukken, manieren om onze kunst te beleven.” 4
De kunst is een andere manier van taal “De rationele wereld is patriarchaal, racistisch en machistisch, ... In de kunst hechten we belang aan andere taalmogelijkheden. Het woord articuleert de rationele wereld, de geest. De kunst is eerder emotioneel, lijfelijk, het zijn sensaties, gevoelens.” De jonge ‘artiviste’ drukt zich uit met emotie, met de ziel, met intuïtie. Zij beschrijft het soort kunst en werk dat ze doet als cultuur Hip Hop, vanuit de Rap (ritme en poëzie). En dat gaat niet alleen over zingen. “Ik participeer al zingend. Ik geef ook workshops van Rap: schrift, muziek, dans. Maar alles vanuit een genderperspectief. Ik gebruik de Rap als een domein voor analyse van de situatie van de vrouwen. Ik wil ruimten creëren om samen te komen, om ‘producten’ voort te brengen, om tournees te organiseren, om vrouwen in het hiphop in te wijden, ... Ik wil ook bewustzijn en analyse opwekken vanuit het hiphop gebeuren. Machisme veranderen is een uitdaging.” Het publiek van Rebecca zijn onder andere de deelnemers aan haar workshops, verder ook de personen die haar concerten en platen beluisteren en haar gedichten lezen. Ze heeft twee platen uitgebracht, ‘Poesía Venenosa’ en ‘Canto.’ De derde komt in augustus uit. Op dit ogenblik is ze bezig aan enkele, eerder professionele, dichtbundels. Ze heeft verschillende digitale publicaties op de sociale netwerken (BamCam, SoundCloud, Blog, Fanpage van Facebook, Instgram, Twitter, ...). Ondanks het vele werk in verschillende sectoren wil ze geen ‘manager’ zijn.
‘Door het zelf te doen ben ik autonoom en geniet ik onafhankelijkheid. Ik heb geen bedrijfsmentaliteit nodig om mijn kunst mee te delen,’ zegt ze.
Het is belangrijk te spreken, ook al doet het pijn Pratend over de sociale en historische context van het land beginnen we de situatie van de vrouwen te analyseren. Op de vraag wat het moeilijkst is voor de vrouwen van Guatemala antwoord Rebecca: “De politieke repressie, bijvoorbeeld de gevallen van Rogelia Cruz, van de vrouwen van de Ixilstreek , het oorlogsgeweld en het seksuele geweld waren er om ons angst aan te jagen en om te beletten dat wij meedoen in de maatschappij. Het is een deel van het patriarchaal geweld van vele jaren terug. Ik beschouw mezelf als een overlevende van het geweld. Ik heb veel geleden, maar ze hebben van mij ook een sterke persoonlijkheid gemaakt, met kennis van mijn grenzen en de begaafdheid om daarover te kunnen spreken. De kunst heeft me meer kracht en bewustzijn gegeven. Ik beschouw me niet als een slachtoffer, maar als een actrice. Het is belangrijk om te spreken, ook al doet het pijn.” Rebecca vermeldt enkele vorderingen en teloorgang in de gendergelijkheid. “De vredesakkoorden hebben meer vrijheid en ruimte gecreëerd. De instellingen zijn erop vooruit gegaan, maar tegelijkertijd gepolitiseerd. Op vlak van wetgeving is de wet tegen feminicide een stap vooruit. Maar er ontbreekt nog een wet over de reproductieve gezondheid. Er doet zich een fundamenteel probleem voor op het vlak van de geweldpleging binnen het gezin. In de sociale bewegingen hebben wij vrouwen onze eigen ruimte gevonden en we zijn meer gaan samenwerken. Wijzelf hebben ons veranderd.” 5
Rap als een domein om onze eigen geschiedenis te analyseren en te schrijven
Buiten het huwelijk is er leven Op de vraag wat ze veranderd zou willen zien voor en vanuit de vrouwen antwoordt ze: “Ik zou willen dat de vrouwen begrijpen dat er leven is buiten het huwelijk en het moederschap, dat we begrijpen dat we vrij kunnen zijn in wat we willen zijn en doen. Dat we aanvaarden dat niemand ons lot moet bepalen, dat dit een kwestie is van onze eigen vrijheid en onze beslissing.”
En wat is en betekent Guatemala voor Rebecca vandaag? “Er is altijd al verzet geweest vanuit de inheemse gemeenschappen, maar niet in de hoofdstad, al die tijd hebben we gezwegen, zijn we medeplichtig geweest. Eindelijk zijn we de straten beginnen in te nemen en willen we diepgaande veranderingen voor de staat en de samenleving. Het is de moeite waard. We zijn met velen. De transformatie komt er in de interactie met alle personen waarmee ik mij identificeer, mij verenig en mij solidair verklaar,” benadrukt ze.
Ook wij vanuit België solidariseren ons met diegenen die begaan zijn met deze processen van transformatie, vooral met de vrouwen. Wat beveel jij ons aan, Rebecca? “We moeten stoppen met ons land te zien als een aparte problematiek. De contexten zijn weliswaar zeer verschillend, maar vandaag zijn de sociale crisissen in de wereld bijzonder sterk en overal tastbaar, want het kapitalisme en het neoliberalisme zijn de wereld en zelfs het leven aan het vernietigen. Het is nodig dat we het globale systeem veranderen. We leven op dezelfde wereld, met verschillende situaties weliswaar, maar er zijn vele zaken die we gemeenschappelijk hebben. De kunst is zoveel als een lezing van onze geschiedenis, van onze realiteit, belevenissen en gevoelens. Het is belangrijk om de kunst uit te wisselen tussen Europa en hier, het is een andere vorm van communicatie tussen continenten, tussen realiteiten en tussen alle levende wezens in de wereld.”
6
Waarom? De hemel huilt, De regen valt De mensen wenen Waarom?... vraag ik mij af. Zou het de natuur zijn? Neen, ik geloof het niet, Het is de onverschilligheid, De ongelijkheid, Het is de geldzucht. Het zijn wij... Luna Lillith Cristabel
7
Lucía Quila Coló Ik ben Lu��a, Ma�avrouw. Ik werd geboren op 22 april 1955 in het dorpje Xecoxol, in de gemeente Tecpán, departement Chimaltenango. Door het interne gewapende conflict werd ik weduwe in 1982. Ik ben moeder van vier kinderen, drie meisjes en een jongen. Zij zijn mijn belangrijkste motivatie in mijn dagelijkse strijd.
Bijdrage van Guido De Schrijver
Wat is er met je familie gebeurd? Het jaar 1982 heeft mijn leven voor altijd gekenmerkt. Eerst en vooral omdat ik vanaf toen als weduwe door het leven ga. Ik werd geconfronteerd met de moord op mijn man en een broer. Daarnaast werd ook een zus van mij ontvoerd, we zagen haar nooit meer terug. Tien jaar later, in 1992, verdween ook een jongere zus van mij. Maar ook voordien zette ik me in voor de inheemse vrouwen die met armoede te kampen hadden. Al vanaf mijn jeugd nam ik in mijn gemeenschap een leidersrol op mij. Na de vernietigende aardbeving van 1976 werd ik lid van een coöperatieve voor artisanale producten. Daarnaast sloot ik me aan bij de ‘Stichting van Wereldburen,’ een organisatie die zich toelegde op politieke vorming in verband met mensenrechten. In mijn dorp werd ik voorzitster van de vrouwengroep. En van daaruit promootte ik de organisatie van vrouwen in naburige dorpen van onze gemeenschap, zoals Xajalajyá, Paquip, la Cumbre, Pamezul y Xepac. De thema’s die ikzelf had meegekregen verspreidde ik onder hen.
Tijdens de bloedige periode onder het interne gewapende conflict werd ik voortdurend geïntimideerd, bedreigd en vervolgd. Daardoor voelde ik mij genoodzaakt om weg te trekken uit mijn gemeenschap. In het departement Chimaltenango hield ik het maar een tijdje vol. Het bleek al gauw onmogelijk om daar te blijven, want de vervolging breidde alsmaar uit. Om mijn leven en dat van mijn dochters en zoon te beschermen trok ik naar de hoofdstad. Daar moest ik wel afscheid nemen van mijn kinderen. Om zich te beschermen doken ze onder in huizen van andere families. Ik zocht naar mogelijkheden om steun te krijgen voor mijn verzet en mijn gemeenschappelijk werk met Mayavrouwen. Zo werd ik één van de leden die de Nationale Coördinatie van Weduwen van Guatemala - CONAVIGUA stichtten in de jaren 1980-83. Dat was uitgerekend tijdens de periode dat het geweld ten top gedreven werd.
wat betekent conaVigua VooR Jou?
Mijn inbreng in CONAVIGUA betekende een grote stap voor mij. Tijdens die jaren kreeg ik politieke bestuurstaken toevertrouwd, onder andere werd ik gedurende verschillende periodes vicecoördinatrice. Ook nam ik de politieke coördinatie op mij van de regio’s in Chimaltenango, Sololá, Totonicapán en Huehuetenango. De strijd voor de verdediging van de rechten van de Mayavrouwen was niet zo gemakkelijk te organiseren. Wel hielden we gemeenschappelijke bijeenkomsten, zoals in San José Poaquil, Santa Apolonia y San Martín Jilotepeque. Maar de controle van de Civiele Gewapende Burgerwachten was te erg. De militaire comisionados doken overal op om te luisteren wat wij vrouwen onder elkaar bedisselden. Ze intimideerden ons. 8
Ik kreeg de gelegenheid om de rauwe situatie aan te klagen van permanente geweldpleging op de rechten van de inheemse volkeren en vooral dan van de Mayavrouwen. Ik kon reizen naar Europa, ZuidAmerika en Midden-Amerika en verder naar Zwitserland, Nederland, België, Italië, Spanje, Japan, de Verenigde Staten van Amerika, Peru en Mexico. Op dit ogenblik ben ik de Coördinatrice van het departement Chimaltenango. Ik begeleid de leden van CONAVIGUA tijdens hun politieke vorming en hun concrete stappen en help hen bij de versterking van de organisatie ter plaatse.
Hoe ben je gekomen tot wie je nu bent?
De inheemse vrouwen hebben doorheen de geschiedenis weinig kansen gekregen om zich te ontwikkelen. Ikzelf kreeg zoals de meeste Mayavrouwen van mijn tijd als kind geen toegang tot de school. Ik haalde nauwelijks de tweede graad van de lagere school. Maar als volwassene hebben mijn inzet en mijn strijd me gedwongen om verder te studeren. Eens in de hoofdstad heb ik de lagere school afgewerkt. Maar wat mij politiek mondig gemaakt heeft was de vorming die ik meekreeg als lid van CONAVIGUA. Ik volgde workshops, cursussen over mensenrechten, over de rechten en over wetten ten gunste van de vrouwen, politieke inzet en mentale gezondheid. Die processen hebben enorm veel bijgedragen bij mijn groei en ontwikkeling als vrouw. 9
Is er een of andere belangrijke situatie in je leven? Wat mij sterk getekend heeft was leven zonder mijn kinderen. Ik kon ze niet zien opgroeien, ik kreeg de gelegenheid niet om ze zelf op te voeden. Maar nog erger was het feit dat zij zelf ook niet konden samenblijven, dat de situatie hen verplichtte om van elkaar te scheiden. Want de twee oudsten, een dochter en een zoon, sloten zich bij de strijd aan. Ik leefde constant in angst dat hen iets zou overkomen, dat ze op een dag zouden verdwijnen en nooit meer zouden terugkeren. Dat heeft me voor lange tijd sterk getekend. Tot op vandaag komen deze herinneringen naar boven, telkens wanneer een of andere dag, die gelinkt is aan de strijd, herdacht wordt. Dan kan ik mijn tranen niet tegenhouden. Vooral omdat ik dan ook de ontvoering van mijn jongste dochter herdenk. Tweemaal werd ze ontvoerd, gelukkig duurde haar afwezigheid maar korte tijd en keerde ze terug. Het waren ogenblikken van extreme pijn, angst, onmacht en verontwaardiging die mij aangrepen. Gelukkig heeft mijn aanwezigheid bij de vrouwengroepen mij geholpen om mij van mijn pijn te bevrijden. Zijzelf deelden hun ervaringen aan elkaar mee. En we zaten allemaal tegelijk te wenen. Dit proces heeft mij geholpen om de wonden en de pijn te genezen en om mij te bevrijden.
Wat motiveerde je, waarom doe je dat allemaal? De belangrijkste motivatie om vooruit te gaan in het dagelijkse leven zijn mijn dochters, mijn zoon en nu mijn kleinkinderen. Vanwege het gevaar leefde ik lang gescheiden van hen. Nu kunnen we eindelijk als familie samenleven. Ook de situatie waaronder de inheemse vrouwen al zo lang gebukt gaan beweegt mij sterk. Als Mayavrouw identificeer ik me volledig met hun noden, ik wijs hen op hun rechten en hoop dat dit alles kan helpen, zodat zij betere levensvoorwaarden tegemoet gaan. Sinds vele jaren werken wij - “SOLIDAIR MET GUATEMALA” - samen met CONAVIGUA, een inheemse vrouwenorganisatie. Conavigua streeft onder meer eenheid en consensus na om zo sterk te staan en zo de Staat te verplichten zijn politiek beleid en zijn verantwoordelijkheden effectief na te komen die hij op zich genomen heeft ter gelegenheid van verscheidene Internationale Overeenkomsten. Wij blijven CONAVIGUA steunen, jullie toch ook? STEUN met attest Scheut-Ontwikkelingssamenwerking: Ninoofse Steenweg 548 1070 Brussel IBAN: BE82 0000 9019 7468 - BIC: BPOTBEB1 Met de mededeling: 02.502.001:A.E.N.A.M.-Gua 10
Imelda
Esperanza López
Wat doe je in je dagelijks leven. Ik ben Imelda Esperanza López en werk sinds 2 november 1977 bij de leiding van de Guatemalteekse instantie die zich bezighoudt met het regelen van het luchtverkeer. In 1996 werd ik verkozen tot Algemeen Secretaris van de Vakbond voor Arbeiders uit de Burgerluchtvaart (STAC). Ik ben voor deze functie meermaals verkozen, in totaal gedurende19 jaar en ik heb ze tot op heden. Maar ik heb verschillende posities bekleed, van arbeider uit de Burgerluchtvaart tot Secretaris van de Vakbond, Adjunct-secretaris van de Federatie Publieke Diensten en Adjunct-secretaris van CGTG. Bijdrage van Ellen Verryt
Wat is je motivering?
Ik ging de strijd aan om respect voor arbeiders en arbeidsters te verkrijgen.
Eerst en vooral mijn twee zonen. Alleen al voor hen blijf ik vechten. Zij zijn mijn grootste inspiratie en trots. Uit hen haal ik de kracht om als vrouw vooruit te gaan. Daarnaast heb je ook nog het feit dat de leiders die in 1996 aan het hoofd stonden van de vakbond van de Burgerluchtvaart hun functie alleen maar gebruikten om er zelf van te profiteren. Samen met een groep vrouwen trok ik ten strijde. Uiteindelijk bleef ik alleen over, maar ik gaf me niet gewonnen. Ik ging de strijd aan om respect voor arbeiders en arbeidsters te verkrijgen. Ook vandaag nog blijf ik ervoor vechten dat men onze waardigheid respecteert en dat we op een dag een waardig loon krijgen. 11
Wat heeft ervoor gezorgd dat je bent wie je bent? Het is niet gemakkelijk geweest om een plaats te veroveren in een organisatie die vooral bestaat uit mannen, maar toen ik me bij de vakbondsbeweging aansloot, begon ik mezelf te scholen door de geschiedenis van de vakbond te lezen, naast ook de arbeidswetten. Een collega op het werk stelde me voor om naar de Algemene Centrale voor Arbeiders (CGTG – Central General de Trabajadores) te gaan en zo werd ik syndicaal gevormd. Mijn grote voorbeeld was José Pinzón. Hij was het die mij het hele syndicale systeem uitlegde en mij syndicale vorming gaf. Ook de vormingen die ik in het buitenland kreeg rond internationale vakbondsrelaties zijn altijd een enorme buitenkans geweest. Door deel te nemen aan congressen en verschillende landen te bezoeken doe ik ervaringen van anderen op en leer ik veel bij.
‘Een vrouw aan het hoofd stelt niets voor’ In 2004 zagen de autoriteiten van deze instelling ons als een zwakke organisatie en aangezien er een vrouw aan het hoofd stond, zeiden ze ons dat we niets voorstelden en dat we geen vakbond waren. Ik herinner me dat ik die avond naar alle leden van het uitvoerend comité belde en aangezien we onze strategie al kenden zei ik hen dat ze zich moesten klaarmaken en dat we de luchthaven gingen innemen. Ik herinner me dat ik die dag mijn kinderen vroeger dan gewoonlijk naar school bracht. Mijn zoon hield zich aan mij vast en vroeg me of ze me gingen vermoorden. Ik zei hem dat ik moest gaan, omdat arbeiders en arbeidsters respect verdienen en dat we de luchthaven zouden bezetten. We slaagden in ons doel. Hierdoor werden we een grotere organisatie en werden we gerespecteerd. Vooral de hoge autoriteiten geloofden niet dat een vrouw aan het hoofd van een organisatie erin zou slagen om de luchthaven van Guatemala plat te leggen.
In de publieke sector staat moederschapsbescherming onder druk
Het recht op moederschapsbescherming wordt in de private sector voortdurend geschonden en het valt te betreuren dat het in de publieke sector niet anders is. De wet bepaalt dat moederschapsrust toegestaan moet worden, maar de vakbonden die voor dit recht strijden zijn voortdurend slachtoffer van bedreigingen en agressie. “We worden vaak vergeleken met terroristen, met vijanden van de Staat. Bij destabiliseringsacties worden we ervan beschuldigd een negatieve invloed te hebben op de ontwikkeling,” zegt Imelda López. Meermaals werd ze bedreigd en ze was slachtoffer van een aanval waarbij ze bijna het leven liet. Ze streeft naar bescherming van moederschapsrust binnen de publieke diensten. Als syndicaal afgevaardigde wordt ze niet graag gezien bij bedrijven of Guatemalteekse instellingen.
12
Illegale clausules in contracten Imelda ijvert voor een gelijk loon tussen mannen en vrouwen, voor waardig werk en voor de erkenning van de moederschapsrust. Staatsinstellingen nemen vrouwen gewoonlijk aan met een contract waarin staat dat ze afstand doen van hun moederschapsuitkering. Dergelijke contracten gaan regelrecht in tegen de wet en de Guatemalteekse grondwet die recht op moederschapsrust garanderen. “Guatemala ratificeerde de IAO-Conventie over moederschapsbescherming. Desondanks worden er enorm veel misbruiken gemeld. Onlangs nog werden drie zwangere arbeidsters uit de publieke sector plots ontslagen omdat de Staat hun contract beëindigde. Onze organisatie schoot meteen in actie om ze te verdedigen. En zo begonnen de vervolgingen tegen vakbondsleden. Ik was vaak slachtoffer. Zo werden zowel mijn auto als mijn huis volledig vernield. Het is een wonder dat ik nog leef.” Hoewel deze aanslagen niet opgeëist werden gaat ze er vanuit dat ze slachtoffer is omdat ze de arbeiders verdedigt. In haar sector bedraagt het gemiddelde salaris 150 dollar voor minder begunstigde arbeiders. Daartegenover staan de geprivilegieerden die een enorm hoog salaris hebben. “Overal is er corruptie. We hebben ons al ontelbare keren laten horen en dat zint hen niet. Voor hen is de beste syndicalist deze die niet bestaat. Dat geeft alleen maar aan dat ze ons niet goed kennen.”
Zwarte lijsten, schrikwekkende wapens
Bij de vakbond van de publieke diensten zijn er weinig jongeren aangesloten. Velen denken dat lid zijn van een vakbond hun kans op een baan doet afnemen. Bovendien zit de schrik er dik in dat ze op een zwarte lijst terecht zullen komen. Het principe dat wordt toegepast is eenvoudig. Vanaf het moment dat ze weten dat een arbeider zich bij een vakbond heeft aangesloten, wordt zijn of haar naam met alle persoonlijke gegevens op een lijst gezet (adres, naam van de ouders, kinderen, …) als ‘niet aanvaardbaar’. Op die lijsten staan alle arbeiders die deelnamen aan een vorming van een vakbond, die een beroep deden op een syndicaal recht of die zich aanboden bij een administratieve of juridische instantie om te eisen dat hun arbeidsrechten toegepast zouden worden. De lijst circuleert onder de werkgevers en enkele staatsinstellingen en kan op om het even welk moment en op om het even welke manier gebruikt worden tegen de arbeider, bijvoorbeeld via bedreigingen of intimidatie. Ondanks deze harde context geeft Imelda López niet op. “Het is van fundamenteel belang om jongeren en vrouwen te sensibiliseren via campagnes zodat ze hun rechten kennen. Capaciteitsversterking is één van de sleutelfactoren om uit deze situaties te geraken. Ook educatie is heel belangrijk.”
In haar huidig programma (2014-2016) werkt Wereldsolidariteit (WSM) samen met 4 partnerorganisaties: MTC (beweging van landbouwarbeiders), JOC (KAJ Guatemala), MOJOCA (Beweging van straatjongeren) en CGTG (Algemene Confederatie van Guatemalteekse Werknemers en Werkneemsters). Deze samenwerking werd reeds op gang gebracht tijdens het WSM-programma 2011-2013. De twee interventiedomeinen van Wereldsolidariteit in Guatemala zijn “Recht op Sociale Bescherming” en “Arbeidsrechten”. Via haar partnerorganisaties probeert Wereldsolidariteit (WSM) de arbeidsomstandigheden en toegang tot sociale bescherming van arbeiders uit de assemblagesector, de informele economie en de boerensector te verbeteren door de eisenbundel rond deze twee pijlers mee vorm te geven, te ondersteunen en te implementeren
Imelda vindt dat toepassing van de wet het beste antwoord is tegen straffeloosheid. Eigenbelang en politieke corruptie bemoeilijken echter de opdracht. Het Internationaal Vakverbond tegen Straffeloosheid van januari 2008 deed opnieuw hoop ontstaan. “Internationale solidariteit geeft ons de kracht om door te gaan. Het is vooral een sterke boodschap naar de Guatemalteekse regering. Het toont aan dat de internationale gemeenschap erop toeziet. Het is een belangrijke strijd tegen straffeloosheid.” 13
María Luisa Rosal Tijdens een vergadering voor coöperanten van Broederlijk Delen in Chimaltenango in maart dit jaar ontmoette ik een ‘oud-strijder’ van het interne gewapende conflict. Toen hij hoorde dat ik uit België kwam, stelde hij me voor om contact op te nemen met María Luisa Rosal, de dochter van... Ik keek ernaar uit. Het verleden en het heden schoven in elkaar.
Bijdrage van Guido De Schrijver
María Luisa, vertel me over je herkomst
Ik werd geboren in een weinig traditionele familie, ik zou eerder zeggen dat ons gezin zijn tijd vooruit liep. Het was een familie die zich engageerde voor de sociale situatie van het land en de mensenrechten. Die erfenis loopt terug over verschillende generaties, die van mijn vier grootouders en mijn ouders. Thuis waren we met twee broers en ikzelf. Bij de opvoeding van de kinderen was er geen verschil omwille van het geslacht waarmee we geboren waren. We leerden de bedden opmaken, de afwas doen, knopen aannaaien. We verplaatsten ons met de fiets, de moto en te paard. Iedereen in huis leerde dat de verantwoordelijkheden met de leeftijd veranderden, van kinderen naar jongeren om te studeren en resultaten te behalen en als jongvolwassenen om te beginnen te werken en iets goeds te bereiken voor ons land. Van kleins af aan wisten we dat we onze opinie mochten uitbrengen, zeggen wat we dachten en degene die aan het woord was respecteren. Jaren zijn voorbij gegaan. Ik waardeer ten zeerste de manier waarop we opgevoed zijn. De kansen en de gelegenheden stonden voor mijn broers en ik op gelijke voet. Ik denk dat dit idee bij mij de zin voor gelijkheid en wederkerigheid heeft onderbouwd die zowel in de familie als in de maatschappij moet bestaan.
Vandaag ben je geëngageerd met Mayafamilies. Niet evident voor een ladina met een diploma van geneeskunde.
Door op te groeien in die sfeer kregen we een basis mee, zoals het denken in het voordeel van de anderen, iets goeds voortbrengen voor anderen, ongeacht of we ze al dan niet kenden. Studie heeft mij altijd
14
aangetrokken, het was voor mij een privilege al die medestudenten rond mij te hebben. Eerst studeerde ik voor onderwijzeres en na jaren behaalde ik het diploma van geneeskunde. Naarmate de tijd vorderde kreeg ik meer contact met de realiteit en de behoeften van mijn land. Mede door de opvoeding van mijn familie zette ik mij op weg naar het sociale engagement. Op dit ogenblik werk ik in een niet-gouvernementele organisatie Loq/Laj Ch’och (Sagrada Tierra) die zich inspant voor de integrale ontwikkeling van Maya Q’eqchí families, vooral van vrouwen en jongeren van beide geslachten. Het gaat over zelfachting, kennis van de geschiedenis en culturele waarden, maar ook over de kennis van de mensenrechten, de voedselveiligheid, de zorg en de verdediging van de natuurlijke bronnen. De drang naar gelijkheid, naast de veranderingen van de levensomstandigheden, zijn de motor die mij voortdrijven in mijn werk.
Je VadeR heeft Vele JaRen in beRchem-antweRPen gewoond De levensinzet voor verandering en een beter Guatemala verplichtten mijn ouders, Gisela Evangelina en Jorge, weg te trekken uit het land. Ze kwamen terecht in landen waar ze steun, solidariteit en sympathie kregen, wat de taken die zij zich hadden voorgenomen vergemakkelijkte. Ver verwijderd van Guatemala bleven ze zich inspannen voor veranderingen in het land. België was hun thuis, het centrum van solidariteitsvergaderingen en de plaats van waaruit zij hun plannen en taken naar andere landen in Europa projecteerden. Van daaruit namen ze ook actief deel aan de concrete invulling van de vredesakkoorden voor het land. Het verheugt mij enorm om vast te stellen dat ze alles wat ze mij aangeleerd hebben zelf toepasten in daden en in de dagdagelijkse praktijk. Mij rest nog alleen te zeggen: ‘Gracias a la vida,’ ‘Dank aan het leven.’
Het verheugt mij enorm om vast te stellen dat ze alles wat ze mij aangeleerd hebben zelf toepasten in daden en in de dagdagelijkse praktijk. Mij rest nog alleen te zeggen: ‘Gracias a la vida,’ ‘Dank aan het leven.’ María Luisa
Jorge Rosal
was een belangrijke patholoog die aan de Louisiana State University studeerde. In de jaren ‘70 speelde hij een belangrijke rol in de hervorming van de San Carlos universiteit. Eén van zijn voornaamste zorgen was zijn zoon Jorge Alberto op het spoor komen. Die werd door het leger ontvoerd in augustus 1983 en verdween. De strijd van Jorge om zijn zoon terug te vinden leverde de staat Guatemala een veroordeling op door het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens. Hij trad toe tot de clandestiene verzetsgroep ORPA. Al die tijd weigerde hij een militaire graad aan te nemen. Gedurende de jaren ‘80 en in het begin van de jaren ‘90 vertegenwoordigde hij onder de schuilnaam Belisario Aldana het verenigde gewapende verzet URNG bij verschillende regeringen en Europese instanties. Zijn thuisbasis was de Patriottenstraat in Berchem-Antwerpen, twee huizen naast het drukkerscollectief ‘De Wrikker.’ Zijn vrouw Gisela Evangelina Paz y Paz verbleef daar ook een tijdje tot zij een opdracht kreeg in Cuba. Vanuit de Guatemalasolidariteit in België en Europa hebben we talrijke vergaderingen met Jorge Rosal meegemaakt. Hij was het die in naam van ORPA de vredesakkoorden mee ondertekende in 1996. Hij stierf in november 2006. (redactie)
15
Regina Galindo De kunst als terrein voor vrijheid Op een regenachtige middag kwam ik in het café Pitaya in Antigua samen met een jonge vrouw, klein en mager. Ze leek te verdwijnen in de ruimte, maar ze was wellicht de meest aanwezige op die plaats en op dat ogenblik. Ze heeft iets mystieks over zich. Haar blik is zeer direct, een beetje hard, onrustig. Haar gelaat verandert niet veel van uitdrukking. Het lijkt erop dat ze duizend droeve histories met zich meedraagt. Misschien is die van haar niet de meest akelige. Haar betrokkenheid bij de lotgevallen van anderen is indrukwekkend en blijkt meer dan reëel te zijn. Regina is befaamd in Guatemala, Europa en de Verenigde Staten vanwege haar werken, die de confrontatie aangaan met de rauwe werkelijkheid van het geweld tegen vrouwen en het discrimineren van de seksualiteit en met de religieuze schijnheiligheid. Haar performances provoceren. Ze zijn hard, krachtig en soms lijken ze zelfs de morbide kant op te gaan. Maar misschien is dat juist wat we nodig hebben om de ruwe en haast onhoudbare realiteit te herkennen die veel vrouwen in het land doorstonden en vandaag nog altijd moeten doormaken. Bijdrage van Eva Vanneste
Wat voor kunst maak jij? Hedendaagse kunst, vooral dan kunst met het lichaam, weet je: ‘body art’ performance. Ik bewerk wel veel politieke thema’s, maar ik schrijf ook poëzie. Ik ben vanuit een zekere intuïtie kunstenaar geworden, het leven zelf heeft me ertoe gebracht. Het was een late ontdekking, ik was net 24 geworden, ongeveer toch. Ik schreef toen al, dat was trouwens mijn eerste benadering van de kunst, de literatuur. Kunst is voor mij een terrein voor vrijheid, uitdrukking van vrijheid.
Welke gebeurtenissen in je leven hebben je tot de kunst gebracht?
De algemene omstandigheden en de context. Ik groeide op in een periode van voortdurende staatsgrepen. In die tijd begreep ik het misschien nog niet helemaal. In de hoofdstad leefde men in een bubbel, onder de middenklasse, de werkelijkheid werd er verborgen. Een traumatische ervaring was wel generaal Ríos Montt, die in de media meer en meer ter sprake kwam. Toen ik ongeveer 19 of 20 was, las ik het boek over het leven van Rigoberta Menchú. Daar werd mijn sociale bewustzijn wakker geschud. Toen pas realiseerde ik mij wat er in mijn land gaande was. Het was een laat ontwaken en een harde noot om kraken. 16
Vanwaar kom jij? Hoe was je kindertijd en hoe leefde je als jonge vrouw? Ik ben geboren in zone 3 van de hoofdstad. Ik ben daar grootgebracht en woonde er tot ik drieëndertig werd. Daarna vertrok ik naar de Dominicaanse Republiek, waar ik enkele jaren verbleef om dan terug te keren en me te vestigen in Antigua. Hier woon ik nog altijd. Als kind leefde ik in Gallito, een rustige wijk, zeer verschillend van wat we vandaag zien. Ik heb een aangename en ongestoorde kindertijd gehad, bijna zoals gezegd wordt: ‘vroeger was het allemaal beter.’ Toen kende de hoofdstad de sociale afbraak niet die we vandaag meemaken. Nochtans leefden we in de ergste jaren van de oorlog. Maar in de hoofdstad werden die gebeurtenissen geminimaliseerd. Het waren de jaren waarin niet gesproken werd over wat er in het binnenland gebeurde tijdens de jaren 1974 tot 1984. Terwijl ik opgroeide en begon te werken in de sfeer van de kunst was Guatemala zeer interessant voor ons. Want ook al is het een klein land, het heeft veel talent, veel capaciteiten en projecten van hoog niveau en meestal is het zelfredzaam, met een kritische visie en een politiek bewustzijn dat zeer gewaardeerd wordt. Bovendien is de kunstenaar van hier erin geslaagd om regelmatig op reis te gaan ondanks de vele materiële beperkingen. Als klein meisje en jonge vrouw had ik een gelukkig bestaan.
Hoe ervaar jij vandaag je identiteit als vrouw, als Guatemalaanse en artiest? Mijn identiteit tekent mij uiteraard, mijn woorden zijn deel van mijn identiteit. Ik ben van Guatemala, ik ben mesties. Niet al mijn werk draait rond mijn land, maar mijn sociaal en politiek bewustzijn is wel gebaseerd op wat er gebeurde en nog altijd gebeurt in mijn land. Sommige van mijn werken die ik publiek in de hoofdstad presenteerde hebben inderdaad veel kritiek opgeleverd, vooral rond het lot van de vrouw en de genderproblematiek. Seksualiteit is het grootste obstakel waarmee vrouwen hier geconfronteerd worden, het is verboden of gemanipuleerd. Om het nog niet te hebben over het geweld tegen de vrouwen. Voortdurend wordt hun recht om te beslissen over hun lichaam en hun seksualiteit verkracht. Vrouw zijn is hier allesbehalve gemakkelijk. Het is best moeilijk om dit probleem te overstijgen. Het is namelijk niet voldoende om door veel werk en inspanningen een verandering van DNA van een hele bevolking te willen bekomen, want er zijn vele jaren over heen gegaan. We dragen het mee in ons bloed. Als je persoonlijk verandert en je verandert je familie, dan zal dit op lange termijn wel invloed uitoefenen. Ik geloof niet dat ik vanwege mijn werken baanbrekend ben om deze maatschappij te vernieuwen. Ik doe mijn werk als kunstenares omdat het dat is wat ik kan doen. Natuurlijk, in een context als deze hier wordt je wel heel waakzaam, allert en kritisch. Maar ik geloof niet in de utopie dat ik door mijn kunstwerken de maatschappij omvorm. Misschien kan ik door mijn werken en vanuit een zeer open bewustzijn bijdragen tot debatten en discussies. Maar mijn kunst kan niet redden, niet oplossen, niet veranderen. Als dat zo is, wat is dan nog de bedoeling van je kunst, naast je individueel
uitdrukken over je leven en je belevenissen van de realiteit? Kunst is kunst. De kunst is een terrein om vele vormen van vrijheid uit te drukken. Ik denk niet dat het een andere bedoeling heeft. Mijn bedoeling is te leven. En het zal wel van iedereen afzonderlijk afhangen om te bepalen hoe levend hij wel wil zijn. 17
maaR Je weRken dRagen een tameliJk PRoVoceRend kaRakteR. welaan dan, wat wil Je PRoVoceRen?
Ik denk ook niet dat het provocerend is, het is een creatief proces dat op zich wel altijd discussies zal opleveren, daarom niet noodzakelijk provocaties. Het is zoals paradigma’s doorbreken, bijvoorbeeld de mantra van de ‘derde’ en de ‘eerste’ wereld. Wanneer ik een kunstwerk verwezenlijk in een ander land, dan doe ik dat niet om medelijden op te wekken of om als slachtoffer gezien te worden, maar wel om op een creatieve manier mijn gevoeligheid met een bepaald probleem uit te drukken. Tragedies zijn er niet alleen in Guatemala. De rest van de wereld is er ook slecht aan toe.
Denk jij dat je kunst enige bijdrage levert aan de sociale strijd die er vandaag in het land aan de gang is? Natuurlijk is dat zo. Maar iets anders is dat ik kunst zou maken om de wereld of mijn land te veranderen, nee. Wat ik voor Guatemala bijdraag, dat doe ik dagelijks en in alles, dat is mijn politieke inbreng. Aan politiek doet men voortdurend, in het omgaan met de mensen, en hoe je je kinderen opvoedt, hoe je in het verkeer je auto bestuurt, enzovoorts.
Heb je enige boodschap die je zou willen meedelen aan de mensen in België?
Jawel, de gedachte ingang doen vinden dat Guatemala niet alleen maar zwarte rook is, geen riool. We hebben helaas de kwalijke naam om een weerspiegeling te zijn van al het slechte in de wereld en dit op een zeer uitdrukkelijke en zichtbare manier. Maar men moet af van het idee dat alles hier slecht is. Hier is ook heel veel wijsheid, bijvoorbeeld onder de inheemse bevolking. Er is veel politiek bewustzijn en publieke verantwoordelijkheid onder de burgerbevolking. 18
Anti-Penélope Ik heb het wachten vervangen... door het zoeken naar zee. Mijn favoriete tante was medium. Ze schonk glazen water aan de verloren zielen. Kaarsen om de doden te troosten. Enkel met haar glimlach verminderde ze de haat... Toen we wegtrokken naar de ballingschap bezocht ze ons in hemellichaam. Ik voelde haar - vluchtige golfslag plots binnendringen in de nostalgie. Het is noodzakelijk de begoocheling terug te dringen. Die welke vrouwen uitwist uit de geschiedenisboeken uit de machtsfeer uit de bloemlezingen. Die welke hen opsluit tussen vier muren mits hen een ring op te schuiven. (fragment)
Guisela López
19
Ik ben Bibiana Leticia Ramírez Maya-Mam vrouw Ik ben geboren in Buena Vista, een klein dorpje, dat nu deel uitmaakt van de gemeente Cabricán in het departement Quetzaltenango. Daar heb ik het grootste deel van mijn kindertijd en mijn jeugd doorgebracht. Mijn moedertaal is het Maya-Mam, dat ik vooral geleerd heb van mijn grootmoeder, maar tegelijk heb ik ook Spaans leren spreken en schrijven. Mijn eerste schooltje, op het platteland, werd steen voor steen door de mensen zelf in de gemeenschap opgebouwd. De overheid stak geen vinger uit. De leerkrachten werden door de gemeenschap zelf uitgekozen, de ouders onderhielden hen en evalueerden hen ook. Pas toen ik in het vierde leerjaar zat, werd de school officieel erkend
en stuurde het Ministerie van Onderwijs ons ook leerkrachten. Thuis ben ik de oudste van acht kinderen, drie jongens en vijf meisjes. Een van mijn broertjes is kort na de geboorte gestorven. Het was normaal dat ik als oudste meehielp in het huishouden en ook in het werk op het land. Mijn ouders zijn landbouwers en leerden me alles over de maïs, de relatie met de maan, op welk moment best gezaaid wordt en wanneer te oogsten. Mijn vader was kleermaker, maar samen met moeder bleef hij ook het land bewerken. Mijn wortels liggen in de Mam-cultuur en ik voel me heel erg verbonden met de landbouw en de natuur. Bijdrage van Patricia Verbauwhede
Vanwaar komt die drang om dingen te willen veranderen? Mijn ouders zijn optimistische mensen, die mij altijd gestimuleerd hebben om verder te studeren. Dat was niet zo evident in mijn kindertijd. In mijn dorp zei men al gauw: “het loont niet om een vrouw naar school te sturen, ze zal later toch trouwen”. Maar mijn ouders gingen daar tegen in. Ik werd leerkracht in het intercultureel tweetalig onderwijssysteem, hoewel ik daar niet echt voor koos. Maar om financiële redenen was dat het meest haalbare. Drie jaar later kon ik universitaire studies aanvatten en nu hoop ik binnenkort af te studeren als advocate en notaris. Ik koos voor een studie in de rechtsfaculteit, om zo mijn volk en in het bijzonder de vrouwen, te kunnen verdedigen. Ik zag vele jonge vrouwen die door hun mannen slecht behandel werden. Dat heeft alles te maken met de machocultuur. Zij hadden steun nodig en als ik die kan geven, dan geef ik die, redeneerde ik. Mayavrouwen die universiteitsstudies aanpakken en beëindigen zijn er niet zoveel. Nog minder Mayavrouwen die op een breed niveau onze rechten verdedigen. We kunnen dat moeilijk aan mestiezen vrienden overlaten, zij beleven tenslotte onze specifieke realiteit niet. 20
Wat heeft jou geïnspireerd en gemotiveerd? Als kind al besefte ik dat er op ons neergekeken werd. ‘Die van Cabricán leven tussen het kreupelhout, het zijn stommelingen.’ Mijn grootmoeder was getrouwd met een ladino en tot op de dag van vandaag herinner ik me hoe zij gediscrimineerd werd door haar schoonfamilie omdat ze Maya-Mam was. Het motiveerde me om te tonen dat wij ook een en ander aan de samenleving bij te dragen hebben. Bij de aanvang van de middelbare school verzette ik me tegen de ‘verspaansing’ die ons werd opgelegd. Toen al begon in mij de drang naar de dekolonisering van ons gedachtegoed. Als tiener keek ik graag naar films zoals ‘De Prof’ van de Mexicaanse acteur Ik keek op naar de grote revolutionaire figuren Cantinflas en naderhand naar documentaires over die voor de bevrijding van ons continent voch- onze geschiedenis. Zo kwam ik te weten in welke ten, Che Guevarra, Fidel Castro, Hugo Chávez, erbarmelijke omstandigheden de gemeenschapEvo Morales. Ook de legendes over inheemse pen die weerstand boden in de geheime dorpen leefden. Ik keek op naar de grote revolutionaire leiders, Kaibil Balam, Atanasio Tzul figuren die voor de bevrijding van ons continent vochten, Che Guevarra, Fidel Castro, Hugo Chávez, Evo Morales. Ook de legendes over inheemse leiders, Kaibil Balam, Atanasio Tzul bij voorbeeld, zij lieten zich niet domineren door de Spanjaarden, zij inspireerden me. Ik bracht jongeren uit Cabricán samen en we praatten over de problemen in ons dorp. Ik wou deel zijn van de oplossing, niet van het probleem. Dat ging zonder veel omhaal. Vandaag zou ik het ‘politieke vorming’ noemen.
De bevolking Volgens internationale normen grijpen best om de tien jaar volkstellingen plaats. De laatste werd in Guatemala in 2012 georganiseerd. De volgende zou pas in 2016 gehouden worden indien de begroting het toelaat. Geschat wordt dat er vandaag 15,8 miljoen inwoners zijn. De verhouding tussen het aantal blanken en ladinos enerzijds en inheemsen (Mayas, Garifunas en Xincas) anderzijds is moeilijk te bepalen vanwege de ‘ladinisering.’ Door deze evolutie ligt tussen beide bevolkingsgroepen een grijze zone. Daartoe behoort een groot percentage mensen die van ras inheems zijn, maar de westerse ladinocultuur overgenomen hebben. (redactie)
21
Bibiana wat heeft je leven sterk aangegrepen? Ik studeerde af als leerkracht, maar voelde me niet op mijn plaats binnen de muren van een klaslokaal. Ik vond werk bij de ‘Sociale Pastoraal’ in het bisdom San Marcos en zo kwam ik in contact met de sociale strijd. In 2005 werd een volksraadpleging gehouden in Cabricán. Ik herstelde toen van een zware operatie. Dat viel samen met de voorbereiding van die volksraadpleging. Op een dag ging ik uit pure nieuwsgierigheid luisteren naar een van die vergaderingen. Ik had nooit kunnen denken dat ik na verloop van tijd deel van de leiding van de ‘Volkerenraad van het Westen’ (Consejo de Pueblos de Occidente - CPO) zou uitmaken.
En momenteel vertegenwoordig ik binnen die Raad de Mambevolking van het departement Quetzaltenango. Binnen mijn gemeente maak ik deel uit van de COCODES, de ‘Gemeenschapsraad voor Ontwikkeling.’ Verder maak ik deel uit van de Juridische Commissie en van de Commissie voor het Milieu en de Verdediging van het Gemeentelijk Grondgebied. Ik coördineer er ook de jongerenwerking. Op vlak van het departement Quezaltenango vertegenwoordig ik het Maya volk in de ‘Volkerenraad van het Westen.’ Wat mij tenslotte in het bijzonder drijft zijn mijn twee kinderen, een meisje van dertien en een jongen van elf. Ik zou willen dat zij in een ander soort Guatemala kunnen opgroeien, waar meer gelijkheid mogelijk is en iedereen meetelt. Ik geef hen graag mee dat je fier moet zijn op je afkomst en dat niemand mag gediscrimineerd worden vanwege zijn afkomst, zijn taal of de plek waar je gestudeerd hebt. In Guatemala ondersteunt Broederlijk Delen een tiental organisaties binnen een collectief programma in de westelijke regio. We leerden Bibiana kennen via onze partner SERJUS, waar zij een tijd voor werkte in de gemeente Huitán. SERJUS ondersteunt onder andere organisatorische processen van de Mam bevolking, waar Bibiana toe behoort. Broederlijk Delen faciliteerde ook haar participatie aan de continentale vrouwenbijeenkomst “Vrouwen die het territorium weven” in Cauca, Colombia in oktober 2014.
22
La Cuerda. De veer die je opspant om iets in beweging te zetten. Dat doet het team van de feministische Guatemalteekse beweging La Cuerda al zeventien jaar en met veel geduld.
Hoe zouden jullie zichzelf omschrijven? Wij zijn een organisatie van feministische vrouwen met een duidelijk politiek doel: onze prille Guatemalteekse democratie verstevigen.
Bijdrage van Nele Deprez
Het is dan wellicht niet toevallig dat de organisatie opgericht werd kort na de ondertekening van de vredesakkoorden? Inderdaad. We zochten een manier om ertoe bij te dragen dat een flinke massa kritische burgers voortbouwt aan de omvorming van onze maatschappij. En als medium kozen we voor onafhankelijke, maar niet-neutrale feministische journalistiek. Elke maand brengen we een krant uit waarin we het “doen, denken en voelen” van de vrouwen in Guatemala willen overbrengen, om hen zichtbaarder te maken, ook om kritische en feministische visies te verspreiden en bruggen te slaan tussen organisaties en individuele personen om zo tot actie te komen. Door in onze publicaties de realiteit van Guatemalteekse vrouwen tijdens al hun levensfasen te belichten, willen we de mythe vernietigen van hun beeld als seksuele objecten. Maar het gaat dieper dan alleen beelden: op lange termijn willen we de diepgewortelde normen, houdingen en de culturele, sociale en politieke gebruiken op hun grondvesten doen daveren. Die zijn namelijk de voedingsbodem voor de discriminatie en de uitsluiting waarmee de vrouwelijke bevolking elke dag geconfronteerd wordt.
Vrouwen zijn voor ons de bron en het onderwerp van onze publicaties, maar zij zijn het ook die de bedoelde maatschappelijke veranderingen tot stand brengen.
23
En hoe zou de Guatemalteekse samenleving er voor jullie moeten uitzien? Vrij van enige vorm van geweld, onderdrukking en discriminatie. Het moet een rechtvaardige maatschappij zijn waarin ALLE personen waardig kunnen samen-leven, in harmonie met elkaar en met de natuur. Daarvoor is emancipatie nodig, op verschillende vlakken: bevrijding van culturele ketens, morele verplichtingen en patriarchale wetten die ons verhinderen om als bewuste individuen de rol te kiezen die we willen spelen in de maatschappij.
Het gaat ons dus niet om vrouwen alleen. In onze kranten snijden we allerlei sociale onderwerpen aan die door de economisch gemanipuleerde media genegeerd of zelfs verborgen worden. Uiteraard doen we dit vanuit verschillende feministische oogpunten om discussie en debat op gang te brengen.
Jullie zijn gevestigd in de hoofdstad. Is het feminisme in Guatemala een beweging van stadsvrouwen? Het feminisme in Guatemala is een beweging in spontane opbouw, ook in het binnenland komt er meer en meer aandacht voor vrouwenrechten. La Cuerda werkt inderdaad vanuit de hoofdstad, maar het zijn precies de relaties met compañeras van andere sociale organisaties, met vrouwen van het platteland en de stad, met vrouwen die lokaal strijden voor de verdediging van hun grondgebied en opkomen tegen de invasie van multinationals, met onderwijzeressen en Mayapriesteressen, het zijn al die contacten die ons in de loop der jaren gevoed en geholpen hebben om vooruit te kijken en bij te sturen waar nodig.
We doen ook ons best om onze krant even toegankelijk te maken in alle departementen van het land. De 20.000 exemplaren die we elke maand drukken worden onder andere verdeeld via sociale organisaties. Dat zijn zowel gemengde als specifieke vrouwenorganisaties, officiële instanties en regionale kantoren van de Procureur voor Mensenrechten. Daarnaast wordt elk nummer ook aan betalende abonnees bezorgd en via e-mail én de website.
24
Wat is er in die zeventien jaar veranderd?
De “Wet tegen Femicide en andere vormen van Geweld tegen Vrouwen” heeft binnen het gerechtelijk systeem gespecialiseerde organismen in het leven geroepen om dit probleem gerichter te kunnen aanpakken.
We zijn én persoonlijk én als organisatie gegroeid, we zijn rijper geworden. In de kruisbestuiving met andere organisaties hebben we onze acties meer bevattelijk gemaakt, betere argumenten aangereikt en die meer onderbouwd. De structuren van het land zijn in grote lijnen weinig geëvolueerd, maar toch is er vooral op het vlak van justitie vooruitgang geboekt voor vrouwenrechten. De “Wet tegen Femicide en andere vormen van Geweld tegen Vrouwen” heeft binnen het gerechtelijk systeem gespecialiseerde organismen in het leven geroepen om dit probleem gerichter te kunnen aanpakken. Maar om de weg te vinden naar die diensten, moeten vrouwen natuurlijk eerst goed geïnformeerd zijn. En daar proberen wij via La Cuerda dan weer voor te zorgen.
Ik voel geen schaamte voor mijn tranen ze zijn de woede omwille van het leed van mijn zusters ik was er het misbruik mee weg van straten, filmzalen en kamers in clair-obscur ik veroordeel er de ketens mee van mijn huis, mijn stad, mijn land ze vergezellen mij ik doorloop geulen van mijn dromen ik hef mijn armen op ik maak de stemmen wakker van hen allen ik ween moedig en woedend voor Isabel, Mercedes, Zoila,... Morgen wil ik het doen met Vrede IK WORD HERBOREN
Maya Rossana Cu Choc Geboren in Guatemala Ciudad in 1968 een fragment
25
LoRena cabnaL Lorena Cabnal is één van de meest inspirerende vrouwen die ik ooit ontmoette. Ze is feministe in hart en nieren. Ze is ook een trotse inheemse, ze strijdt voor het behoud en de heropleving van de inheemse culturen, maar ook voor het behoud van hun land en tegen een megaproject op hun territorium. Haar inzet stopt daar niet, ze doorbreekt ook taboes binnen inheemse gemeenschappen, waar ze het interne machisme en het geweld tegen vrouwen aanklaagt. Ongeveer tien jaar lang was ze de voorzitster van Amismaxaj, een vrouwenbeweging van de inheemse Xincas, die in de bergen van Xalapán wonen , vlakbij Jalapa. Onlangs beslisten de vrouwen gezamenlijk dat anderen het voortouw zouden nemen. Lorena van haar kant raakte de laatste jaren nauwer betrokken bij de strijd van vrouwen in inheemse gemeenschappen in San Juan Sacatepéquez, Quiché en Santa Fe de las Flores. Bijdrage van Frauke Decoodt
loRena, wie ben Je en waaR ben Je mee bezig? Ik ben een inheemse vrouw, met Maya en Xinca roots. Ik omschrijf mezelf als inheemse feministe, naast moeder, mensenrechtenactiviste en verdedigster van mijn territorium. Ik verdedig mijn lichaam en mijn land. Voor mij zijn die twee territoria onlosmakelijk met elkaar verbonden. Dit is niet alleen mijn strijd, maar die van veel vrouwen. Onze strijd is een dagelijkse confrontatie. We zijn slachtoffer van verscheidene vormen van geweld, in het continent, in dit land en in onze inheemse gemeenschappen. We klagen niet alleen de machomentaliteit in inheemse gemeenschappen aan, maar ook die van bureaucraten, grootgrondbezitters en personeel van mijnbouwbedrijven. Dit land heeft één van de hoogste aantallen van feminicide, van geweld tegenover vrouwen, verkrachtingen en geweld in het algemeen. Daarbij komt nog de criminalisering, veroordelingen en opsluiting van vrouwen en lotgenoten die zich verzetten. En dan is er nog het geweld van de dagelijkse armoede. Dat alles ontneemt ons het leven en het geluk. Om dit de baas te kunnen, putten we kracht uit onze inheemse spiritualiteit en creativiteit. Met de wijsheden van onze voorouders herbronnen we de energie van onze lichamen en onze verbondenheid met de natuur. Zo kunnen we blijven verdergaan. Zo gaan we om met onze geschiedenis van geweld in Guatemala, onder andere die van het voormalig gewapend conflict. Onze strijd is dus politiek, maar ook spiritueel. We gebruiken de Maya en de Xinca cultuur en spiritualiteit om de verschillende vormen van geweld te verwerken. Deze creativiteit gebruiken we ook als strategieën om zij die bedreigd of aangevallen worden te beschermen. Onze spiritualiteit helpt ons om te blijven leven.
hoe ben Je gewoRden wie Je bent?
Ik bewandel al heel lang de weg die van mij een inheemse feministe maakte, een vrouw die het territorium van haar lichaam en haar land verdedigt en dus ook de rechten van vrouwen en inheemse volkeren. Maar die weg is dan weer het product van verschillende andere wegen die ik bewandelde. Ik werd wie ik ben naar aanleiding van de verschillende vormen van geweld die ik tegenkwam. Deze ervaringen deden me nadenken. De verontwaardiging motiveerde me om verdedigster van vrouwenrechten te worden. Verschillende vrouwen, soms ook mannen, bepaalden de weg die ik bewandelde om te worden wie ik nu ben. De wijsheden van mijn grootmoeders en mijn voorouders. De verhalen van mijn moeder, haar ervaringen tijdens het gewapend conflict, haar verontwaardiging tegenover de stand van zaken. Academici, ontmoetingen met feministen en amoureuze relaties bepaalden me. 26
Om te worden wie ik nu ben speelden ook mijn inheemse zusters een belangrijke rol. Al die vrouwen in de gemeenschappen die zich verzetten tegen multinationals, tegen de inname of vervuiling van hun land maakten me tot wie ik nu ben. Ik leerde veel van de vrouwen in Amismaxaj. Ik ben wie ik ben door veel vrouwen die ik ontmoette doorheen mijn leven. Door de wederzijdse uitwisseling van gedachten, gevoelens, wijsheden en verontwaardiging. Wie ik ben en wat ik bereikte is niet iets wat ik alleen deed.
Wat drijft je?
Wat me drijft is mijn droom van een betere wereld waar we in waardigheid, geluk en vrijheid kunnen leven. Wat me motiveert is de droom dat andere meisjes, mijn dochter, andere vrouwen gelukkig kunnen zijn, dat ze de keuzes kunnen maken die ze willen. Wat me drijft om te blijven doen wat ik doe is de hoop dat meer vrouwen onze boodschap horen en door ons geïnspireerd worden, zodat ze ernaar streven om gelukkig te zijn. Het leven motiveert me, want het leven is de moeite waard. Ik blijf doen wat ik doe omdat ik hoop dat zo meer vrouwen de machtsrelaties in vraag stellen, het machisme en de Staat in vraag stellen en dat ze beseffen dat ze het recht hebben om zonder geweld te leven.
Schets een pakkende gebeurtenis uit je leven Eén gebeurtenis had een belangrijke impact op mijn leven en politiek werk. Als kind werd ik seksueel misbruikt en dat heeft me enorm getekend en verontwaardigd. Deze gebeurtenis bracht me ertoe om me te engageren om misbruik van vrouwen en meisjes aan te klagen en te stoppen. Dat werd me niet altijd in dank afgenomen. Maar we vonden het belangrijk om te benadrukken dat als we als inheemse gemeenschap ons land, ons territorium willen verdedigen, het ook belangrijk is dat we de vrouwen en meisjes verdedigen die in dit territorium leven. Hoe kunnen we over vrede en vrijheid spreken wanneer vrouwen en meisjes aangevallen en verkracht worden, zelfs door inheemse broeders? Het is belangrijk dat we onszelf en de vormen van geweld ook in onze gemeenschappen in vraag durven stellen. Door dat te zeggen zijn we vaak bedreigd en verjaagd geweest, maar gaandeweg zie ik verandering. Veel vrouwen en ook mannen luisteren naar onze boodschap en stellen de bestaande machtsrelaties in vraag. Het misbruik in mijn kinderjaren ligt dus aan de basis voor de verdediging van mijn lichaam als mijn voornaamste territorium. Maar deze gebeurtenis leidde ook naar iets positiefs, naar mijn verwerkingsproces. Het hielp me om andere vrouwen en meisjes die dit meemaakten in hun verwerking bij te staan. Het had een enorme impact op mijn leven, maar bracht me ook dichter bij bepaalde vrouwen uit de gemeenschappen die met hun inheemse wijsheden erin geslaagd zijn me dit te helpen verwerken. Op deze manier hebben ook het wereldbeeld, de spiritualiteit en de wijsheden van de inheemse gemeenschappen een enorme impact op mijn leven gehad.
Wil je nog iets toevoegen? Dit politieke werk impliceert dagelijkse risico’s. Risico’s op criminalisering, bedreigingen, agressie, enzovoort. Maar het loont de moeite en we zijn niet alleen. We zouden dit werk niet aankunnen zonder de steun en de solidariteit van anderen en van organisaties en bewegingen zowel op lokaal, nationaal als internationaal niveau.
27
Andrea Isabel Ixchiú Ik kreeg de gelegenheid om Andrea Isabel Ixchiú te interviewen. Als Skype naam prijkt naast haar profiel ‘de Opstandige.’ Ik ken haar persoonlijk sinds jaren en volgde haar van dichtbij in de media, waaronder ook de sociale media. Die laatste gebruikt ze onverbloemd met politieke doeleinden. Andrea is sterk geëngageerd, actief, moedig en intelligent. Ze draagt een fascinerende geschiedenis met zich mee. Gesteund door haar familie en haar Quiché gemeenschap is ze een voorbeeld geworden voor vele vrouwen. Geboren en getogen in Totonicapán woont ze vandaag, na een tijdelijk verblijf in Quetzaltenango, in de hoofdstad. Daar studeert ze aan de universiteit San Carlos juridische en sociale wetenschappen. Bijdrage van Eva Vanneste
Andrea, waar ben je zoal mee bezig geweest? In één woord: met communicatie. Maar daarnaast met verschillende kunstvormen, de muziek heeft me altijd aangetrokken. Vroeger zat ik in Totonicapán in een rockpop band. Ik schreef ook columns en artikelen voor de pers. Tevens neem ik deel aan verschillende collectieven, sommigen overschrijden de grenzen van Guatemala. Zo is er het Netwerk Tzi’kin, een coördinatie van verschillende groepjes die audiovisuele producties maken. Het gaat ondermeer over films die aansturen op de verdediging van het leven en het grondgebied. Die circuleren onder de dorpsgemeenschappen en de scholen. Verder ben ik voorzitster van de bestuursraad van de 48 kantons van Totonicapán. Achter dit laatste gaat een hele geschiedenis schuil. Kort gezegd komt het erop neer dat vandaag deze raad de tussenschakel is tussen de officiële burgemeester en zijn gemeentebestuur die de regering vertegenwoordigen en de lokale Quiché burgemeesters die uiteindelijk de lokale bevolking vertegenwoordigen. De 48 kantons proberen binnen de beperkte mogelijkheden een soort zelfbestuur in stand te houden.
Je combineert kunst en activisme
Al heel vroeg engageerde ik me. Mijn ouders waren sterk betrokken bij de verdediging van de mensenrechten. Toen ik 12 was, nam ik deel aan programma’s voor herbebossing. Vanaf mijn kindsheid kon ik school lopen. Al heel vlug zette ik me aan het lezen en ging op zoek naar informatie. Graag nam ik deel aan dorpsevenementen en zo verloor ik de schrik om in het openbaar te spreken. Ik was nog jong toen ik mijn stem liet horen in een lokale zender van de kerk. Daar kreeg ik camera, dictie en opnametechnieken onder de knie. De rubriek luidde ‘De Politiek evangeliseren.’ Maar na bedreigingen werd het kanaal helaas gesloten. Ook kunst trok mij aan. Kunst is geen luxe, maar noodzakelijk om de uitdrukking van gevoelens in de samenleving te promoten.
In Totonicapán groeide ik op tot jonge vrouw. De kritiek bleef niet uit. ‘Dat is niets voor meisjes, dat doen de vrouwen niet.’ Ik had geluk dat mijn ouders niet teveel inbonden. Ze lieten me begaan. Ik probeerde wel het evenwicht te vinden tussen de eerbied voor de traditie en de culturele context van onze Quiché gemeenschap naast de meer assertieve cultuur, de veranderingen, het feminisme, het activisme. Ook mijn voorkomen lokte nogal wat kritiek uit: mijn kortgeknipt haar, de rockkledij, de rockband waaraan ik deelnam, zelfs skateboarder was mij niet vreemd. Ik werd geïntimideerd, soms uitgesloten, alsof ik er niet echt meer bijhoorde. Ik gooide mij in het theater, de radio en de teevee. Het enorme belang van de communicatie stond mij voor ogen.
28
Hoe voel jij je als vrouw, Guatemalteekse en artiest? Ik werd grootgebracht in een Maya Quiché thuis. Mijn grootvader was zeer actief in de gemeenschap. We spanden ons allemaal samen in voor de gemeenschap. Het groepsgevoel was intens. Ik identificeer mij als Quichévrouw, ofschoon ik mij ervan bewust ben dat er veel rassenvermenging is, veel invloed van andere culturen. Vrouwen hebben het niet onder de markt Klopt, en zeker de Mayavrouwen niet. In de hoofdstad is het geen pretje. Mijn moeder werd verplicht te verzaken aan haar typische klederdracht om te voorkomen dat ze lastig gevallen werd. Ikzelf loop ook niet in Mayakledij rond. Dikwijls zag ik hoe mijn rasgenoten vernederd werden. ‘Zie ze lopen, die met de wikkelrokken,’ zeiden ze smalend. Ze slingerden bijnamen naar hun hoofd en bespotten hen. Zelfs de staat toonde zich van zijn racistische kant door het bloedbad in Totonicapán in oktober 2012.
Zie je meer gelijkheid groeien?
Niet zozeer gelijkheid, eerder participatie. Maar dat wil nog niet zeggen dat de machistische en patriarchale cultuur verandert. Er is maar verandering mogelijk als die zich voordoet op alle vlakken, het politieke en economische systeem waarin we leven, de energie, de relatie met het milieu. Ik ben me ervan bewust dat het herstel van het sociaal weefsel van lange duur is.
Heb je een speciale boodschap voor ons in België en Europa? Vooreerst veel dank voor zoveel jaren van solidariteit, vooral dan bij het verdedigen van de mensenrechten en de onderlinge communicatie. Het is van groot belang dat jullie nauwlettend toezien op de situatie van de mensenrechten. Laat niet toe dat multinationals hun belangen doordrukken en stellen boven de belangen van het volk, van de gerechtigheid en van Moeder Aarde. 29
Sandra Morán sandRa, Je bent Pas VeRkozen tot VolksVeRtegenwooRdigeR in het congRes. VeRtel eens iets oVeR Je leVen. Ik identificeer me als revolutionaire en verdedigster van de mensenrechten en de vrouwenrechten, ik ben feministe en al 41 jaar lesbienne. Toen ik in de normaalschool (INCA) studeerde, sloot ik me aan bij de studentenrevoltes om te ijveren voor het openstellen van het onderwijs voor iedereen. In de universiteit kreeg ik een ruimere blik op de verschillende sectoren van de bevolking. Ik zag de strijd van de vakbonden en de problemen van de boerenbevolking. Ik hoorde over de moorden en de bloedbaden die het leger aanrichtte in verschillende delen van het land. Toen nam ik een beslissing, ik engageerde mij rond de geschiedenis en het leven. Ik sloot me aan bij de revolutie. De toestand ging van kwaad naar erger. We eisten dat de opgepakte en ontvoerde mensen levend terugkeerden. In de plaats daarvan gaven ze ons lijken die vermorzeld waren. Toen leger en politie de ambassade van Spanje in brand staken en zevenendertig mensen levend verkoolden, werd het ook voor mij te heet onder de voeten.
In 1981 vluchtte ik naar Mexico. Daar vormden we in 1984 met een groep gevluchte vrouwen het collectief ‘Nuestra Voz’. Ondertussen begon ik muziek te studeren om mijn politieke taak nog meer gestalte te geven. Samen met een handvol kameraden riepen we het muziekensemble Kin La Lat in het leven. Met deze groep maakte ik verschillende tournees doorheen Canada en Europa, we speelden ook in België.
30
Een concreet voorval dat je engagement staafde? Ik was nog klein, acht jaar. Mijn grootouders hadden een winkeltje in zone 1 van de hoofdstad. Er passeerde een manifestatie van onderwijzers en onderwijzeressen. Op een zeker ogenblik werden ze achtervolgd door de politie. De manifestanten stormden alle kanten uit. Mijn grootvader en de eigenaars van de winkeltjes in de straat trokken hun deuren open om hen binnen te laten. Ze liepen allemaal naar achter. Daar was een grote ruimte. De politie probeerde hen nog met traangas te bestoken. De solidariteit van de winkeliers is me heel mijn leven bijgebleven.
Andere belangrijke momenten in je leven?
Jawel, minstens twee. In 1994 besloot ik terug te keren naar Guatemala. Jaren voordien was ik uitgeweken naar Mexico om mijn leven te redden. Nu stond ik op het punt om terug te keren als revolutionaire, wat een mogelijke confrontatie met de dood inhield. Ik voerde die strijd met mezelf. Tijdens die jaren in het buitenland had ik pas mijn ware aard openlijk gemanifesteerd. Als lesbienne terugkeren was dubbel gevaarlijk. Ik was bang voor gewelddadige agressie. Dan was er ook nog de val van de muur in Berlijn. Velen plooiden zich gefrustreerd terug op de fataliteit: ‘Het loonde de moeite niet, we hebben niets bereikt.’ Maar ik wou daaraan niet toegeven.
getwijfeld aan je inzet?
Toch wel. In 1984 was er een interne splitsing in de schoot van het Guerrillaleger van de Armen (EGP). Een ogenblik dacht ik: met wie en voor wie ben ik bezig? Maar ik herpakte me. Ik hield voor ogen dat ik me niet inzette voor een persoon of voor een organisatie, maar voor mijn volk. Ik hield me voor dat ik best geen te hoge verwachtingen stelde. Ik realiseerde me dat ook leiders maar mensen zijn van vlees en bloed met hun zwakheden en hun vergissingen. Deze houding beschermt me tegen te sterke frustraties.
Terug in Guatemala ben je blijven doorgaan? Inderdaad, ik zette het werk met het collectief ‘Nuestra Voz’ voort en vertegenwoordigde de groep in de Algemene Vergadering van de Civiele Maatschappij.
We zochten aansluiting bij de grote allianties die een grondige verandering van het land nastreefden. We namen deel aan de historische inheemse en boerenmarsen. In 2014 richtten we met velen de ‘Sociale en Volkse Algemene Vergadering’ op.
31
en wat denk Je te doen als VolksVeRtegenwooRdigeR?
Het was voor mij een verrassing. Eigenlijk stuurden we erop aan om de verkiezingen te boycotten, want die waren noch eerlijk noch democratisch. Maar veel mensen wilden toch stemmen. Daarom trokken we met de verzamelde progressieve en linkse vleugel naar de verkiezingen voor de partij Convergencia. Met drieën zijn we verkozen. Er liggen enorm veel uitdagingen op tafel. De hervormingen van de kieswet en de politieke partijen, de hervormingen in het Justitieapparaat. We gaan ook op zoek naar bondgenoten bij andere partijen. Ook daar zitten hier en daar voorstanders voor een Grondwettelijke Algemene Vergadering waar wij al lang nadrukkelijk op aansturen. Nog een boodschap voor de mensen in België? Ik ken de solidariteit in Canada en in Europa. Hier gaat mijn oprechte dank naar al die mensen die ons vanuit het buitenland al die jaren hebben gesteund en nog altijd steunen. Er is nog enorm veel te doen. Het komt erop aan netwerken te vormen. We blijven rekenen op de solidariteit in onze verdediging van de vijf belangrijke terreinen waarop wij aangevallen worden: lichaam, grond, natuur, herinnering en geschiedenis. Bijdrage van Leen Van Acker en Danilo Rivera
32
Makrina Gudiel Makrina Gudiel Alvarez kreeg de Quetzalprijs van Guatebelga vzw Ze werd geboren op 9 mei 1963 in Escuintla. In de voetsporen van haar vader Florentin begon ze zich als adolescente op het einde van de jaren 70 vanuit de parochie van Santa Lucía Cotzulmaguapa in te zetten voor de mensenrechten, vooral voor de strijd van de boeren. Bijdrage van Monique Batavia
Haar broer Miguel werd in 1983 in de hoofdstad, waar hij zich verborgen hield, ontvoerd en keerde niet meer terug. Daarop week de familie uit en vestigde zich in Tapachula, een grensstaat van Mexico. In 1997, niet lang na de ondertekening van de vredesakkoorden, keerde ze met haar drie kinderen, vader, moeder, twee broers en een zus terug naar hun kuststreek.
Een pakkend moment viel de familie te beurt toen ze in het document van de kerkelijke onderzoekscommissie (REHMI) van 1998 de naam van zoon en broer Miguel zagen gedrukt staan. ‘Het was alsof we hem eindelijk gevonden hadden,’ zei Makrina. ‘Iemand’ (een anonieme spijtoptant van het leger) bracht in 1999 een ‘diario militar’ (militair dagboek) uit. Daarin werden 183 aanhoudingen en alles wat er met de slachtoffers gebeurde gerapporteerd. Nummer 9 was zoon en broer Miguel. Daarop besloten Makrina en haar vader om in 2004 samen met familieleden van de andere slachtoffers een proces in te spannen tegen de Guatemalteekse staat. Ondertussen engageerde Makrina zich vanuit de politieke partij URNG met de organisatie en participatie van de plaatselijke bevolking. Haar inzet leverde haar bedreigingen, voortdurende onzekerheid en gezondheidsproblemen op. Van zijn kant zette vader Florentín zich opnieuw in om in zijn buurt mensen te organiseren. Nog datzelfde jaar werd hij vermoord. Nu stond Makrina voor twee misdaden die de staat Guatemala tegen haar familie beging. Haar niet aflatende aandrang leidde tenslotte eind 2012 tot een veroordeling van de Guatemalteekse staat door het Inter-Amerikaans Hof voor de Mensenrechten. Een van de gevolgen is dat de staat verplicht wordt om een juridisch statuut te creëren ter bescherming van de ‘verdediger van de mensenrechten.’ Uiterst belangrijk. Want een individu of een organisatie die een of ander mensenrecht verdedigt wordt tot nu toe door de staat beschouwd en behandeld als misdadiger. In 2013 stichtte Makrina samen met andere families de ‘Vereniging Waarheid en Gerechtigheid’ (AVEJA). Zo willen ze andere slachtoffers van de staatsterreur juridisch verder helpen.
In de Hogeschool VIVES in Kortrijk overhandigde Joke Scherpereel, voorzitster van de jury, haar een bronzen beeldje van kunstenaar Frans Wuytack uit Wachtebeke.
33
Ilka Oliva Corado
Een kronkelende levensloop, mag ik zeggen?
Ik ben schrijfster en dichteres. Ik werd geboren in Comapa op 8 augustus 1979. Als jong meisje verkocht ik ijsjes op de markt van de volkswijk Ciudad Peronia aan de rand van de hoofdstad. Ik haalde een diploma van turnlerares. Van toen af trad ik op als professioneel scheidsrechter in het voetbal. Daarna volgde ik cursussen van psychologie in de universiteit San Carlos, maar ik onderbrak die studies omdat ik emigreerde naar de Verenigde Staten. In 2003 ondernam ik de tocht zonder officiële papieren en doorkruiste de woestijn Sonora in de staat Arizona. Ik schreef twee boeken: ‘Geschiedenis van een niet gedocumenteerde doortocht in de woestijn Sonora’ en ‘Post Frontera.’
Je publicaties zijn gekenmerkt door heftige standpunten
Wat mij sterk bezorgd maakt is de ontmenselijking waarmee mensen moeten leven in een zeepbel die hen opgesloten houdt en rondjes doet draaien in de vicieuze cirkel van onrecht, straffeloosheid en onverschilligheid. En die hen weghoudt van de rede, de gevoelens en de liefde. Ik heb het dan over de menselijke liefde die niet terug te brengen is tot passie en jaloezie. Ik heb het over de liefde die ons verandert, die ons verbroedert, die ons bevraagt en ons dwingt om te handelen en om niet aan de kant te blijven staan. Mijn motivatie zijn de duizenden kinderen die leven op de afvalbergen van stortplaatsen, de arbeiders zonder papieren, de aangerande meisjes, de moord op vrouwen, het gendergeweld, het klassensysteem, de apartheid. Mij motiveert de echo van de grenzen, van de zeeën en van de rivieren waar duizenden migranten vergaan tijdens hun poging om hun leven te redden van miserie, staatsgeweld en repressie in hun landen van herkomst. Mij motiveert de genocide die nog altijd in mijn land ontkent wordt. Mij motiveren de inheemse volkeren die weerstand blijven bieden en de compañeros in Zuid-Amerika die als president hun stem verheffen om hun volk te verdedigen. Mij motiveert de Historische Herinnering, de identiteit en de gerechtigheid.
34
Je wilt niet aan de kant blijven staan? Ik kan niet apathisch zijn, mijn menselijke conditie laat dit niet toe. Mijn waardigheid zou het mij kwalijk nemen. Mijn geweten eist dat van mij. Ik kan niet doen alsof ik het onrecht niet zie, ik kan mijn gevoel van afkeer niet wegmoffelen, dat is de reden waarom ik schrijf, ik schrijf om aan te klagen, om mijn gevoelens en mijn denken uit te drukken. Mijn stem kan niet slapen, niet geduldig afwachten. Mijn stem is een brullende vulkaan die ontstaat vanuit de ingewanden van de rioolputten en de uitsluiting.
Je publiceert in verschillende media
Ik heb op deuren geklopt en me gepresenteerd zoals ik ben en de internationale media hebben ze voor mij geopend. Ze hebben me bladruimte ter beschikking gesteld. Uiteraard is mijn blog van groot belang geweest, zonder mijn blog zou ik in de wereld van de communicatie niet bestaan. Ik heb alles aan mijn blog te danken. Hij is mijn platform, mijn venster op de wereld waar ik doorheen kijk, soms nostalgisch, woedend, gepijnigd, bewust, emotioneel en rationeel. Ik heb alles te danken aan de poëzie, aan mijn verblindende woestheid ten overstaan van het onrecht. Ik doe niets buitenissig, gewoon wat mij gevraagd wordt, mijn bijdrage in een poging om de wereld te veranderen.
Heb je nog een boodschap mee te geven?
Ik zou de mensen willen aansporen om te ontwaken, om zich bij de strijd te voegen, om niet zomaar het leven te laten voorbijgaan zonder iets te doen om de levensomstandigheden van de anderen te verbeteren. Want alle stemmen tellen, alle pogingen zijn nodig, laten we niet blijven hangen bij gedachten alleen, maar ook handelen. Laten we ons verenigen, wegen openbreken en voortgaan met de strijd die toch de morele verplichting is van elk menselijk wezen.
Bijdrage van Guido De Schrijver In één van haar rubrieken drijft Ilka Oliva Corado op een sarcastische wijze de spot met die vele goedbedoelde raadgevingen van landgenoten die haar willen helpen om aan een man en dus aan de nodige papieren in de VS te geraken. Hier een fragmentje:
Een echtgenoot zoeken in de Verenigde Staten
‘Dat ik best de liefde niet voor ogen hou, maar wel de economische stabiliteit, want met de liefde is het gedaan wanneer de passie afgelopen is. Dat ik voor niets ter wereld beken dat ik niet gedocumenteerd ben. Vergeet niet dik in de verf te zetten dat je schrijfster en dichteres bent en onafhankelijke journaliste. Zeg niet dat je een blog hebt, maar correspondent bent van verschillende internationale media. Dat maakt mij namelijk verdienstelijker en geeft mijn geschrijf meer prestige. Ik kan maar best ook zeggen dat ik boeken gepubliceerd heb en dat daarvan duizenden kopies de wereld zijn rondgegaan, want cijfers zijn in deze materie belangrijk. En dat zal indruk maken op hen, ze zullen zich geprivilegieerd voelen om te kunnen converseren met de schrijfster die zoveel succes oogst. En het zal hen een duwtje in de rug geven om me voor te stellen om eerstdaags eens samen naar de film te gaan of te lunchen of een theatervoorstelling bij te wonen. Dat ik minstens een maand lang wacht om seksuele relaties aan te gaan, want als ik het voordien waag, zou ik mezelf teveel hoerachtig vinden en zij zouden hun belangstelling kunnen verliezen. En dat ik niet langer dan een maand wacht, want anders zullen zij een andere zoeken. Dat ik me niet koket gedraag en de richting van mijn blik controleer. Dat ik aandacht veins wanneer zij praten en smakelijk om hun grappen lach, want er is niets dat hen meer behaagt dan zich beluisterd en bewonderd te voelen. Dat ik hen laat voelen dat zij de bescherming zijn die ik zocht in mijn leven, want dat streelt hun ego. Dat ik zwakte voorwend, want dat pakt hen in, zij voelen zich onontbeerlijke beschermers en redders.’ 35
Gladis Col Sacrab Wil jij je voorstellen? Ik ben Gladis Maribel Col Sacrab. Ik ben 23 jaar oud, Maya vrouw en ik spreek q’eq’chi. Ik ben ook het Spaans machtig, dat leerde ik tijdens mijn studies voor administratief beheer. Voor de tweede maal bezoek ik België en Herent. Mijn ouders hebben een klein winkeltje en voor hen is opvoeding zeer belangrijk, zowel voor hun zonen als voor hun dochters. Ik weet dat deze houding niet zo algemeen is in Guatemala noch in onze gemeenschap. Kun je ons iets vertellen over je taken in de context van de stedenband met Herent? Sinds het begin, dit wil zeggen sinds oktober 2012, ben ik werkzaam in de gemeenschapsradio. Daarin heb ik drie functies: ik maak programma’s en ben omroepster. Ik ben ook verantwoordelijk voor de financiën van het radioproject en secretaresse van het federaal programma. Als omroepster verzorg ik elke dag van de week tussen acht en tien uur ‘s morgens een programma onder de naam ‘las variaditas’ (Variapuntjes). Daarin presenteer ik allerlei soorten muziek, maar altijd op aanvraag van de luisteraars en daartussenin behandelen we verschillende thema’s. Wij zijn met tien omroepers, drie vrouwen en zes mannen. Elk jaar bezoeken we alle gehuchten en gemeenschappen van de regio om mensen te interviewen en ideeën op te doen voor toekomstige programmering. In die tocht, die we weliswaar in etappes ondernemen, is er altijd een lid van de bestuursraad van de radio bij. Na afloop stellen we de toekomstige programmering voor aan de commissie van de radio en aan de verschillende directie-instanties om goedgekeurd te worden. Tot op vandaag zijn er geen noemenswaardige problemen geweest noch grote twistpunten wat dat betreft. Vele programma’s hebben het over de situatie van de jongeren, de Maya q’eq’chi cultuur en de lokale autoriteiten. Een enkele keer schold een politieker ons uit. Hij zei vlakaf dat wij met die gemeenschapsradio niets bereikten en dat onze programma’s voor niets dienden. Maar daar eindigde het. Verder krijgen we veel steun. Wel kunnen zich verschillen voordoen in de focus van waaruit een bepaalde omroeper zijn interview aanpakt of in de manier waarop hij een dialoog weergeeft. Voor mij zijn de rechten van de Maya q’eq’chi vrouw van groot belang. Ik ben zeer enthousiast over de vorming die ik dit jaar krijg en die nog zal doorlopen in 2016. Die wordt gegeven door de Beweging van Inheemse Vrouwen Tzununija. Ik hoop tijdens die vorming veel te kunnen bijleren over de rechten van de vrouwen in het algemeen en van de q’eq’chi vrouwen in het bijzonder. En ik hoop nog meer te leren hoe die rechten op te eisen. Dan is er nog mijn taak als secretaresse van financiën van de gemeenschapsradio. Die vergt heel wat verant-
36
woordelijkheid. Ik houd directe controle over de in- en uitgaven. Aan de equipe van de radio moet ik regelmatig verslag uitbrengen over de stand van zaken. Zij hebben vertrouwen in mij. Die verantwoordelijkheid weegt zo zwaar dat ik in oktober 2014 ziek werd.
Waarom is de radio zo belangrijk voor jou en voor je volk? Het is vrijwilligerswerk. Slechts vanaf 2014 krijgen we een kleine vergoeding, maar dat is geen salaris. Ik doe het omdat ik geloof dat het belangrijk is om de toestand in de wereld en de realiteit van onze q’eq’chi bevolking aan de mensen kenbaar te maken. Zonder dat hebben zij immers geen toegang tot die informatie. Wij zenden uit in de richting van de noordelijke regio van het land, dat betekent ons eigen departement Alta Verapaz, vanaf Cobán en zo naar omhoog. Maar we worden ook beluisterd in het departement Huehuetenango en in de streek van Barrillas en Ixcán. Onze luisteraars zijn voor 99% van inheemse oorsprong en de grote meerderheid zijn vrouwen. Wij staan ten dienste van de ideeën die ontwikkeld worden door onze politieke vertegenwoordigers, verenigd in de COCODE (Gemeenschapsraad voor Ontwikkeling). Onze politieke vertegenwoordigers krijgen geen toegang tot andere communicatiemedia, ze worden ook niet tot de programma’s van andere radio’s toegelaten. Onze radio geeft hen de nodige stem. Zo hebben onze politici langs onze radio opeen lokale radio in Guatemala geroepen om mee te manifesteren. Als gevolg van die reacties bij de bevolking moest de president van het land onlangs ontslag nemen. De vergaderingen en activiteiten die te maken hebben met de stedenband met Herent berichten we ook aan onze luisteraars. Verder volgen we moeilijke momenten op, zoals geweldadige ontruimingen van families en de opgang van de Afrikaanse Palm en de daarbij gepaard gaande landroof.
De radio is bovendien een symbool van solidariteit
Jawel. Jullie hebben ons jullie solidariteit getoond bij middel van de duurzame stedenband. Wij proberen nu deze solidariteit in de praktijk te brengen door onze broeders en zusters die het moeilijk hebben te steunen. Ik geef een voorbeeld: kort geleden vond een aardverschuiving aan de andere kant van de rivier plaats. We verspreidden dat bericht vanuit onze gemeenschapsradio en vele luisteraars snelden toe om de slachtoffers te helpen.
Het klopt dat we soms met onzekerheid en angst onze taken uitvoeren. Maar we zullen niet toelaten dat schrik ons als gids dient. Bijdrage van Betty Minne Interview naar aanleiding van de ontmoeting met politici en de civiele maatschappij van de gemeente Herent
37
Eerbetoon
Talloze vrouwen zijn in de loop van de geschiedenis opgekomen voor gerechtigheid en de opbouw van een echte democratische samenleving. Ze hebben het met hun leven betaald. Anderen komen gewelddadig aan hun einde omdat ze vrouw zijn.
Wij gedenken hen hierbij.
En we willen ons verder inzetten voor de rechten van de vrouwen in Guatemala.
De ogen van de begravenen zullen pas sluiten wanneer gerechtigheid is geschied. Deze Maya legende inspireerde Miguel Angel Asturias, Nobelprijswinnaar voor Literatuur 1967, bij een van zijn belangrijke romans die hij als titel meegaf ‘Los Ojos de los Enterrados.’ Maya Wuytack verwees ernaar in haar uitleg over het bronzen beeldje dat haar vader Frans creëerde en overhandigd werd aan Makrina Gudiel namens Guatebelga vzw. Het Europees Parlement keurde reeds tweemaal een resolutie goed, waarbij de parlementariërs geweld tegen vrouwen en genocide in Midden-Amerika en Mexico veroordeelden. CIFCA (het Europees netwerk van NGO’s en comités voor Midden-Amerika en Mexico) speelde daarbij een belangrijke rol. De Belgische lidorganisaties van CIFCA zijn: Broederlijk Delen, CNCD-11.11.11., Entraide et Fraternité, FOS, Comission Justice et Paix, OXFAM Solidariteit, Wereldsolidariteit en de Steungroep ‘Solidair met Guatemala,’ die tevens het Europees Netwerk van Oscar Romero Comités vertegenwoordigt.
38
COLOFON Schreven en werkten mee aan de teksten van deze brochure: Frauke Decoodt (Freelance journaliste) Nele Deprez (redactielid-tijdschrift ‘Noticias del Corredor’ van het Centrum voor Studie en Documentatie van de Westergrens van Guatemala (CEDFOG) Guido De Schrijver (Steunroep ‘Solidair met Guatemala’) Monique Batavia (Steunroep ‘Solidair met Guatemala’) Betty Minne (Gemeentelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking - GROSH van Herent) Danilo Rivera (Vereniging voor de Vooruitgang van de Sociale Wetenschappen - AVANCSO) Leen Van Acker (lokale vertegenwoordiger van Broederlijk Delen in Guatemala) Leen Van de Wiele (Administratief en Financieel medewerker Latijns-Amerika van vzw Wereldsolidariteit) Eva Vanneste (Freelance consultant en voormalig vertegenwoordigster van Broederlijk Delen in Guatemala) Patricia Verbauwhede (Broederlijk Delen - Verantwoordelijke voor Midden-Amerika) Ellen Verryt (Regionaal Verantwoordelijke voor Latijns-Amerika van vzw Wereldsolidariteit) Eindredactie: Guido De Schrijver Lay-out: Monique Batavia Tekstrevisie: Wouter De Smet Verantwoordelijke uitgever: Roland De Smet Foto’s: Ontvangen van de medewerksters en archief redactie Contact: ‘Solidair met Guatemala’ Langestraat 6 9300 Aalst 053/62 94 76
[email protected] website: www.solidairguate.be Deze brochure is gepubliceerd met de financiële steun van: Broederlijk Delen Nationaal, Wereldsolidariteit vzw, Gemeente Evergem en “v.z.w. Miss Dworp” Gedrukt door De Wrikker: www.dewrikker.be
39
België-Belgique P.B - PP 9300 AALST De Werf 8/5494
9300 AALST De Werf Tweemaandelijks tijdschrift: Niet in juli en augustus Uitgave: november - december 2015 Verantwoordelijke uitgever: R. De Smet Dahlialaan 14 9185 Wachtebeke. ERKENNINGSNR. P 006429
40