VLAAMSE WATERWEGEN Verzameling van berichten aan de schipperij 1 maart 2007
Waterwegen en Zeekanaal NV Afdeling Coördinatie
Inhoudstafel Deel 1:
Berichten geldig op de bevaarbare waterwegen beheerd
door Waterwegen en Zeekanaal NV
Hoofdstuk I:
Hoofdstuk II: Specifieke berichten 21
Algemene berichten
11
1)
Kanaal van Bossuit naar Kortrijk
21
2)
Ringvaart om Gent
22
3)
Gemeentekanaal van Gent genoemd Handelsdok
24
4)
Demer en Dijle
24
5)
Gekanaliseerde Dender (Vlaams gedeelte)
24
6)
Afleidingskanaal der Leie
25
7)
Boven-Zeeschelde, opwaarts de toegangsgeul tot
de sluis van Wintam
26
8)
Beneden-Zeeschelde
28
9)
Durme
28
10)
Rupel
28
11)
Beneden-Nete
30
12)
Beneden-Dijle
30
13)
Zenne
30
14)
Spierekanaal
31
15)
Kanaal van Gent naar Oostende
31
16)
Kanaal van Gent naar Terneuzen (Belgisch gedeelte)
32
vanaf de Meulestedebrug naar opwaarts
17)
Grote Nete
33
18)
Boven-Schelde en vertakkingen
33
19)
Leie (Belgisch gedeelte)
36
20)
Moervaart
40
21)
Netekanaal
40
22)
Kleine Nete
40
23)
Kanaal van Plassendale naar Nieuwpoort
41
24)
Verbindingskanaal van Gent
41
25)
Kanaal van Roeselare naar de Leie
41
26)
IJzer, opwaarts de Langebrug in Nieuwpoort
42
27)
Kanaal van Ieper naar de IJzer
43
28)
Kanaal van Nieuwpoort naar Duinkerken
(Belgisch gedeelte)
43
29)
Kanaal van Lo
43
30)
Kanaal van Veurne naar St. Winoxbergen
(Belgisch gedeelte)
43
31)
Kanaal van Brussel naar Charleroi
44
32)
Kanaal van Leuven naar de Dijle
44
33)
Zeekanaal van Brussel naar de Schelde
45
Hoofdstuk III: Pleziervaart
46
Deel 2:
Berichten geldig op de bevaarbare waterwegen beheerd door
nv De Scheepvaart
Hoofdstuk I:
Algemene berichten
51
Hoofdstuk II:
Specifieke berichten
72
1.
Schelde-Rijnverbinding (Belgisch gedeelte)
72
2.
Albertkanaal
74
3.
Kanaal naar Beverlo
83
4.
Kanaal van Dessel naar Kwaadmechelen
83
5.
Kanaal van Dessel over Turnhout naar Schoten
84
6.
Kanaal van Bocholt naar Herentals
84
7.
Zuid-Willemsvaart
85
Hoofdstuk III: Pleziervaart
NIHIL
Deel 3:
Ter informatie: de berichten geldig op de maritieme waterwegen
Hoofdstuk I:
Algemene berichten
1.
Specifieke berichten
86
1.
Kanaal van Gent naar Terneuzen
86
2.
Beneden-Zeeschelde
86
3.
Boven-Zeeschelde afwaarts de toegangsgeul
tot de sluis van Wintam
Hoofdstuk II:
Vessel Traffic Services - gebied
Hoofdstuk III: Pleziervaart
NIHIL
86
94 96
Voorafgaande mededeling Huidige verzameling van berichten aan de schipperij bevat de berichten uitgegeven vóór 1 maart 2007 en die nog steeds van toepassing zijn op 1 maart 2007. De scheepvaart op de bevaarbare waterwegen van het Vlaams Gewest wordt met uitzondering van het Zeekanaal van Brussel naar de Schelde en het Belgisch gedeelte van het kanaal van Gent naar Terneuzen evenals met uitzondering van de Beneden-Zeeschelde en het Belgisch gedeelte der grensvormende vakken van de Maas geregeld door: - het ASR (Algemeen Reglement der Scheepvaartwegen van het Koninkrijk - KB van 15.10.1935 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad d.d. 15.10.1936, zoals gewijzigd door latere besluiten); - vanaf 1 januari 2007 is het “Algemeen Politiereglement voor de scheepvaart op de Binnenwateren” van kracht (KB 24/9/2006). - de Bijzondere Reglementen van sommige scheepvaartwegen (KB van 7 september 1950 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad d.d. 14.10.1950, zoals gewijzigd door latere besluiten). Naast deze drie reglementeringen bestaan er ook de berichten aan de schipperij. Deze berichten aan de schipperij worden door elke waterwegbeheerder uitgevaardigd voor de waterwegen waarvoor hij bevoegd is. Ter verduidelijking is een kaartje opgenomen in huidige verzameling die de bevoegdheidsverdeling weergeeft. In principe hebben de berichten slechts een tijdelijk karakter en verliezen zij automatisch hun geldingskracht wanneer de erin vermelde toestand een einde neemt. Nochtans zijn er berichten die een blijvend karakter hebben. Deze laatsten worden uitgevaardigd bij wijze van proef, eventueel in afwachting dat ze worden opgenomen in het Bijzonder Reglement van de desbetreffende waterweg en zijn dan ook voor onbeperkte duur van toepassing voor zover ze niet worden opgeheven. Berichten worden naar gelang de noodzaak uitgevaardigd en bekend gemaakt. In de regel gebeurt de bekendmaking wekelijks. Om de waterweggebruikers niet te verplichten permanent de berichten bij te houden opdat zij een totaal beeld zou hebben, worden jaarlijks op 1 maart alle, nog steeds geldige berichten, gebundeld. Ten behoeve van de waterweggebruikers en andere belangstellenden wordt daarom onderhavige verzameling uitgegeven. Deze verzameling bevat dus alle berichten uitgegeven vóór 1 maart 2007 en die nog steeds van kracht zijn op de bevaarbare waterwegen van het Vlaamse waterwegennetwerk dat beheerd wordt door Waterwegen en Zeekanaal NV en nv De Scheepvaart voor wat de binnenwateren betreft. Voor wat de maritieme waterwegen betreft worden de nog geldige berichten in een apart deel vermeld. Deze berichten worden enkel ter informatie gegeven. Ten aanzien van de correctheid of de volledigheid kunnen Waterwegen en Zeekanaal NV en nv De Scheepvaart geen verantwoordelijkheid nemen.
Berichten met een beperkt en zeer tijdelijk karakter zijn niet in deze verzameling opgenomen zelfs al gelden ze nog ná 1 maart 2007. Voor deze berichten kan immers worden aangenomen dat ze in de loop van het voorjaar van 2007 automatisch hun geldigheid verliezen.
De opgenomen berichten worden in deze verzameling per beheerder ingedeeld: Per beheerder vindt u volgende hoofdstukken terug: - Hoofdstuk I: Algemene berichten - Hoofdstuk II: Specifieke berichten per waterweg(en). Deze berichten gelden uiteraard alleen
op de desbetreffende waterweg(en)
- Hoofdstuk III: Berichten voor de recreatievaart (pleziervaart)
Brussel, 1 juni 2007
ir. Leo Clinckers
ir. Jaak Tielens
Gedelegeerd bestuurder
Gedelegeerd bestuurder
Waterwegen en Zeekanaal NV
nv De Scheepvaart
Aangemaakt�op�21�Nov�06
WATERWEGEN�EN ZEEKANAAL��NV
NV�DE�SCHEEPVAART
DEPARTEMENT MOBILITEIT EN OPENBARE�WERKEN
Scheepvaartverkeer�in�zeehavens geregeld�door�havenkapitein
AGENTSCHAP�VOOR MARITIEME DIENSTVERLENING EN�KUST
10
DEEL 1: Waterwegen en Zeekanaal nv
Berichten geldig op de bevaarbare waterwegen beheerd door
Waterwegen en Zeekanaal NV
Hoofdstuk I: Algemene berichten 1. Bericht nr. 24/1 d.d. 28 augustus 1991
Berichten via VRT-teletekst en VRT-1 radio De schippers worden ervan in kennis gesteld dat belangrijke berichten betreffende de scheepvaartwegen gelegen in het VLAAMS GEWEST verspreid worden via één-Teletekst. Volgende bladzijden teletekst zijn aldus van belang voor de schipperij: - blz. 350: korte inhoud; - blz. 385: waterstanden binnenland; - blz. 386: waterstanden buitenland; - blz. 392: berichten aan de schipperij. Deze bladzijden kunnen opgeroepen worden gedurende de uren dat VRT televisie uitzendt, alsmede van zodra er testbeeld is. Tenslotte wordt eraan herinnerd dat dringende berichten bovendien omgeroepen worden via Radio 1 om 12.00 uur, en zo nodig, eveneens om 17.00 uur.
2. Bericht nr. 46/1 d.d. 23 december 1992
Veren De aandacht van de schipperij wordt erop gevestigd dat ter hoogte van de verschillende veerdiensten de snelheid van de schepen derwijze dient verminderd dat bij het voorbij varen geen hinderlijke golfslag of enig gevaar voor de veerdienst wordt veroorzaakt. Bij wijze van proef worden aan de verschillende veerdiensten signalisatieborden op de oevers geplaatst waarmee een snelheidsbeperking en een verbod tot veroorzaken van golfslag wordt opgelegd.
3. Bericht nr. 40/1 d.d. 5 oktober 1994
Gebruik van autobanden en trossen touw als wrijfhout of fender De bijzondere aandacht van de schipperij wordt erop gevestigd dat het in principe verboden is om autobanden en trossen touw te gebruiken als wrijfhout of fender. Dit verbod geldt voor alle vaartuigen zowel tijdens het varen op de waterwegen en het doorvaren van kunstwerken als bij het stilliggen of aanmeren aan vaste installaties voor korte duur. Het gebruik van autobanden en trossen touw wordt wel toegestaan bij het stilliggen of aanmeren voor lange duur (overnachten, laden, lossen, aanmeren in afwachting van een volgende reis). De schipper dient altijd de nodige voorzorgen te nemen om te beletten dat de autobanden of trossen touw in de waterweg terechtkunnen komen.
11
4. Bericht nr. 51/4 d.d. 21 december 1994
Voorwaarden gesteld voor de vaart van duwstellen bestaande uit een motorvrachtschip
dat een schip, een duwbak of een motorvrachtschip duwt Het blijft ten titel van proef toegelaten te varen met duwstellen bestaande uit een duwend motorvrachtschip geplaatst achter een schip, een duwbak of een motorvrachtschip onder de voorwaarden van het Algemeen Scheepvaartreglement. Indien echter de lengte van het duwstel meer dan 110 meter bedraagt, moet er een in twee richtingen werkende communicatieverbinding bestaan tussen de stuurhut van het duwend motorvrachtschip en de kop van het duwstel.
5. Bericht nr. 7/2 d.d. 15 februari 1995
Structurele sanering van de binnenvaart - Sloopregeling De aandacht van de schippers wordt nogmaals gevestigd op de maatregelen betreffende de structurele sanering van de binnenvaart zoals ook vermeld in het Bericht nr. 62/405 d.d. 6 december 1990. Dienaangaande worden vanaf heden volgende verscherpte maatregelen getroffen: 1. indien een schipper het betalingsbewijs aan het sloopfonds niet kan voorleggen zal een procesverbaal worden opgesteld; 2. bovendien zal aan leegvarende schepen geen vaarvergunning meer afgeleverd worden tot deze effectief aan hun verplichtingen hebben voldaan.
6. Bericht nr. 7/1 d.d. 21 februari 1996
Bedieningstijden van de beweegbare kunstwerken Vanaf 1 maart 1996 wordt overeenkomstig het ministerieel besluit van 15 december 1995 de standaard bedieningsregeling ingevoerd.
7. Bericht nr. 10/1 d.d. 11 maart 1998
Algemeen bericht Bij wijze van proef zal de bediening op de vooravond van Pasen, op 24 december en op 31 december uiterlijk om 18.00 uur eindigen. Op de vooravond van Pinksteren, op 30 april en op 31 oktober is er derhalve geen bedieningsbeperking meer voorzien.
8. Bericht nr. 14/1 d.d. 8 april 1998
Bediening kunstwerken in het Vlaams Gewest op het einde van een bedieningsdag Vanaf 1 mei 1998 wordt, bij wijze van proef, de bediening van de kunstwerken gelegen in het Vlaams Gewest als volgt geregeld: Een schip dat zich voor het sluitingsuur aan het kunstwerk voor bediening aanbiedt, zal nog bediend worden voor zover aan alle hierna vermelde voorwaarden wordt voldaan: 1.
Het schip bevindt zich op minder dan 500 meter van het kunstwerk;
2.
Het schip bevindt zich aan de kant van het kunstwerk waar de schutting kan aangevat worden;
3.
Er is nog plaats beschikbaar voor het schip in de schutkolk.
12
9. Bericht nr. 42/3 d.d. 21 oktober 1998
Schutten van schepen Ter verruiming van artikel 1, punt 2°, ASR (KB 15 oktober 1935 houdende Algemeen Reglement der Scheepvaartwegen van het Koninkrijk) en teneinde het scheepvaartverkeer vlot te laten verlopen, kunnen vanaf heden, bij wijze van proef, op alle sluizen van de waterwegen beheerd door het agentschap Waterwegen en Zeekanaal NV (m.u.v. het Zeekanaal Brussel-Schelde) de sluisbedienaars meerdere schepen in de schutkolk toelaten onder de voorwaarde dat de totale breedte van de naast elkaar gelegen schepen 0,30 meter minder is dan de bruikbare breedte van de sluis indien het gaat over twee schepen, en 0,40 meter minder dan de bruikbare breedte van de sluis indien het gaat over drie schepen. Ter uitvoering van artikel 27, ASR wordt erop gewezen dat het uitvaren van de sluizen maar mag aangevat worden nadat daarvoor door de sluisbedienaar de uitdrukkelijke toestemming werd gegeven.
10. Bericht nr. 42/4 d.d. 21 oktober 1998
Bovenmaats schutten Vanaf heden kan, bij wijze van proef, op alle sluizen van de waterwegen beheerd door het agentschap Waterwegen en Zeekanaal NV (m.u.v. het Zeekanaal Brussel-Schelde) de bedienaar van de sluis beslissen dat, indien zulks nodig mocht blijken om de schuttingen op een vlotte manier te laten verlopen, de techniek van het zogenaamd “bovenmaats schutten” toegepast wordt bij het schutten. Onder “bovenmaats schutten” wordt een schutting verstaan waarbij, in de groep van schepen die aan de schutting deelnemen, er zich twee schepen bevinden waarvan zowel de som van de lengte als de som van de breedte groter is dan de bruikbare lengte en breedte van de sluis. Van deze twee schepen wordt het ene schip vastgemeerd aan stuurboordzijde en het andere schip aan bakboordzijde, waarbij respectievelijk het achter- en het voorschip gedeeltelijk naast elkaar komen te liggen, met een minimum ruimte tussen beide schepen van 0,30 meter. Teneinde de volgens voormelde techniek uitgevoerde schuttingen op een vlotte en veilige manier te laten verlopen dienen de schippers: - de door het sluispersoneel gegeven aanwijzingen stipt op te volgen; - de schepen voor- en achteraan vast te leggen, zoals voorzien in artikel 25, ASR (KB 15 oktober 1935 houdende Algemeen Reglement der Scheepvaartwegen van het Koninkrijk).
11. Bericht d.d. 5 mei 1999
Betalen Scheepvaartrechten Bij de schipperij wordt er nogmaals op aangedrongen om zoveel mogelijk gebruik te maken van betaalkaarten voor het vereffenen van de scheepvaartrechten. Deze betalingswijze wordt GRATIS ter beschikking gesteld van de schipperij.
13
12. Bericht nr. 40/1 d.d. 4 oktober 2000
Varen buiten de scheepvaarturen Vanaf heden wordt, bij wijze van proef, het op alle waterwegen beheerd door het agentschap Waterwegen en Zeekanaal NV (m.u.v. het Zeekanaal Brussel-Schelde) toegestaan te varen buiten de scheepvaarturen, zoals vermeld in artikel 11.1 van het koninklijk besluit van 15 oktober 1935 houdende het Algemeen Reglement der Scheepvaartwegen van het Koninkrijk, en dit: - Om aan een kunstwerkbediening, die zich buiten de scheepvaarturen situeert, deel te nemen; - om aansluitend aan een kunstwerkbediening de dichtstbijzijnde geschikte ligplaats te bereiken. Huidig bericht is niet van toepassing op de hierna vermelde waterwegen: - de IJzer opwaarts de Knokkebrug; - het Kanaal van Lo; - het Kanaal van Ieper naar de IJzer; - de Demer; - de Dijle opwaarts de Hoogbrug in Mechelen; - de Dijle-afleiding in Mechelen; - de Zenne; - de Grote Nete; - de Kleine Nete.
13. Bericht nr. 15/1 d.d. 11 april 2001
Oostende radio: Veiligheid- en noodfrequenties Vanaf 15 april 2001 worden de dringende en/of belangrijke “Berichten aan de Schipperij” uitgezonden op marifoon via Oostende Radio op volgende uren: 7.00 uur, 9.00 uur, 11.00 uur, 13.00 uur, 15.00 uur en 17.00 uur. De Berichten worden uitgezonden op kanaal 24. Daarenboven worden nood- of veiligheidsberichten onmiddellijk uitgezonden op kanaal 10 voorafgegaan door de melding “Securité”. De schipperij zelf kan bij noodsituaties (brand aan boord, dringende dokterszorg, enz..) Oostende Radio contacteren op kanaal 24, waarop 24uur/24 uur uitgeluisterd wordt. De hulp wordt dan onmiddellijk georganiseerd. De schipperij kan ook Oostende Radio oproepen op kanaal 24 of opbellen op het nummer 059-70 24 38 teneinde een boodschap door te geven aan een bepaald schip om telefonisch contact op te nemen met een bepaald telefoonnummer. Deze berichten worden op een verkeerslijst verzameld en uitgezonden na beëindiging der Berichten aan de Schipperij. Het uitzenden van deze verkeerslijst houdt niet in dat Oostende Radio deze telefoongesprekken zal verzorgen.
14. Bericht nr. 35/1 d.d. 29 augustus 2001
Algemeen bericht Onder bepaalde omstandigheden zoals bijvoorbeeld bij een technische storing, een ongeval of grote drukte kunnen de wachttijden aan sluizen en beweegbare bruggen aanzienlijk oplopen. Indien de wachttijd drie schuttingen of meer bedraagt zal artikel 28§2 van het Algemeen Reglement der Scheepvaartwegen van het Koninkrijk vanaf heden bij wijze van proef niet meer toegepast worden voor de vaartuigen vermeld onder punt 5,6 en 7.
14
M.a.w. onder deze omstandigheden vervalt de voorrang voor doorvaart voor de onder punten 5,6 en 7 vermelde vaartuigen en geschiedt de passage volgens de orde van aankomst zoals vermeld in artikel 28§1 van het Reglement. De aandacht wordt erop gevestigd dat Artikel 27 onverminderd van kracht blijft: “Bij de toegangen tot en bij doorvaart van sluizen en bruggen, zijn de schippers gehouden de bevelen der sluis- en brugwachters na te komen en zich te voegen naar de seinen die aanduiden of de weg vrij is.”
15. Bericht nr. 48/1 d.d. 28 november 2001
Toezicht op de vaarvergunning Dankzij het operationeel worden van de vooraankondiging in het informatiesysteem IBIS wordt ten titel van proef voor de waterwegen beheerd door het agentschap Waterwegen en Zeekanaal (m.u.v. het Zeekanaal Brussel-Schelde) art 87§2 vervangen door het volgende: “Het kantoor waar de schipper de scheepvaartrechten betaalt, geeft hem daarvan de factuur en reikt hem tevens een vaarvergunning uit. Van zodra de vaarvergunning werd afgeleverd dient de schipper zich niet meer persoonlijk met zijn vaarvergunningsdocumenten aan te melden op de volgende ontvangstkantoren, bruggen en sluizen waar het vaartuig voorbij komt. Dit betekent dat van zodra de vaarvergunning werd afgeleverd er geen systematische controles meer zullen doorgevoerd worden, behalve in uitzonderlijke omstandigheden die een controle nodig maken. Ook op uitdrukkelijke vraag van het toezichtspersoneel der scheepvaartwegen moeten vaarvergunning, factuur, connossement en meetbrief vertoond worden. Indien het traject gewijzigd wordt na betaling van de scheepvaartrechten, dient de schipper zich aan te bieden op het eerst volgend ontvangstkantoor om de betaalde scheepvaartrechten aan te passen.”
16. Bericht nr. 53/1 d.d. 30 december 2002
Wateroverlast of gevaar voor wateroverlast Altijd wordt door het RIS-Evergem een permanentie (24 uur op 24 uur) verzekerd. De schipperij kan de actuele situatie opvragen op het nummer: 09-253 94 71 en op de website: www.lin.vlaanderen.be/awz/waterstanden/hydra.
17. Bericht nr. 14/1 d.d. 7 april 2004
Wijziging maximum toegelaten diepgangen De maximum toegelaten diepgangen op de Leie (vak Deinze tot 500 meter opwaarts de brug van Kuurne), het Afleidingskanaal der Leie (vak Schipdonk-Deinze), het Kanaal van Roeselare naar de Leie, worden gewijzigd, zoals aangeduid in het vet in onderstaande tabel. Daarbij gelden de volgende voorwaarden:
De wijziging gebeurt bij wijze van proef.
Indien deze maatregel aanleiding geeft tot een verhoging van het aantal averijgevallen, zal de maximum diepgang terug verminderd worden.
Voor het kanaal van Gent naar Oostende (vak Gent-Brugge) wordt de schipper eraan herinnerd dat varen in vak 4 (Louisabrug-Dammepoortsluis) aan de volgende bijkomende vaarregels onderworpen is: ° De schippers die het vak Louisabrug(in Beernem)-Dammepoortsluis binnenvaren moeten er zich op marifoonkanaal 10 en 18 (centrale Kruispoort in Brugge, tel: 050-35 35 59) van vergewissen of er andere schepen op het traject aanwezig zijn.
15
° Indien één van beide schepen breder is dan 6,60 meter zullen de schippers in onderling overleg bepalen op welke plaats zij zullen kruisen, met dien verstande dat het schip dat zich in of het dichtst bij een verbrede zone bevindt, in die verbrede zone wacht op het schip dat zich in de nabijgelegen smalle zone bevindt. ° De wachtplaatsen waar deze schepen mekaar kruisen zijn: in de brede sectie in Beernem, aan de brug in Moerbrugge, aan de brug in Steenbrugge en aan het Minnewater in Brugge (opwaarts de St.Katelijnepoortbrug). Tevens dienen de schippers met de grootste waakzaamheid te varen tijdens het ganse traject tussen Beernem en Brugge. De brug in Moerbrugge en de brug in Steenbrugge worden geopend en gesloten vanuit de centrale Kruispoort in Brugge.
Aan de sluizen zullen controles uitgevoerd worden.
Het overladen en/of het overschrijden van de maximum toegelaten diepgang zal bestraft worden zoals beschreven in artikel 78.1 van het Algemeen Reglement der Scheepvaartwegen van het Koninkrijk. Daarenboven zal conform artikel 78.2 van hetzelfde reglement de schipper verplicht worden de overvracht der lading van het vaartuig te lossen en indien nodig zal dit ambtshalve op zijn kosten geschieden.
Waterloop
Diepgang
Ringvaart om Gent - Noordervak - Westervak - Zuidervak
3,50 meter 3 meter tijgebonden
Afleidingkanaal der Leie - Vak Schipdonk(Nevele) – Deinze
2,80 meter
Boven-Schelde - Vak Ringvaart om Gent – Asper - Vak Asper – grens Waals Gewest
3,00 meter 2,60 meter
Leie
2,80 meter 2,30 meter
- Vak Deinze tot 500 meter opwaarts de brug van Kuurne - Vak 500 meter opwaarts de brug Kuurne tot Waals Gewest
Kanaal van Roeselare naar de Leie
2,80 meter
Kanaal Bossuit naar Kortrijk - Vak Boven-Schelde – Luipaardbrug - Vak Luipaardbrug – Leie
2,60 meter(1) 1,80 meter
Kanaal van Gent naar Oostende - Vak Ringvaart om Gent – Bierstalbrug in Lovendegem - Vak Bierstalbrug – Schipdonk(Nevele) - Vak Schipdonk(Nevele) – Brugge(Dammepoortsluis)
2,80 meter 2,80 meter 2,50 meter
2,50 meter
- Vak Brugge(Dammepoortsluis) - Plassendale
1 Gewijzigd van 2,50 meter naar 2,60 meter met het bericht aan de schipperij nr.34/1 d.d. 25 augustus 2004.
16
18. Bericht nr. 26bis d.d. 1 juli 2004 Vanaf 2 juli 2004 worden de scheepvaartrechten op de binnenvaartwegen van het Vlaams gewest beheerd door het agentschap Waterwegen en Zeekanaal NV geïnd middels facturen uitgaande van het extern verzelfstandigd agentschap Waterwegen en Zeekanaal NV. Deze facturatie impliceert dat vanaf heden een bedrag van 21% BTW zal aangerekend worden op alle scheepvaartrechten. De lokaties van de ontvangstkantoren blijven ongewijzigd.
19. Bericht nr. 27 d.d. 7 juli 2004 Door publicatie in het Belgisch Staatsblad d.d. 30.06.2004 van het Besluit van de Vlaamse regering tot goedkeuring van de gewijzigde statuten van het Agentschap Waterwegen en Zeekanaal NV werd dit agentschap in werking gesteld. Dit agentschap heeft volgende coördinaten: Waterwegen en Zeekanaal NV extern verzelfstandigd agentschap van publiek recht Maatschappelijke zetel: Oostdijk 110, 2830 Willebroek Tel.nr.: 03/860.62.11 Faxnr.: 03/886.21.98 e-mail:
[email protected] KBC Ontvangstrekening: 435-4528321-53 Buitenland : BIC :KREDBEBB-IBAN nr. BE53 4354 5283 2153 BTW-BE-0254 028 251 RPR Mechelen
Gezien het feit dat Waterwegen en Zeekanaal NV vanaf deze datum als volledig BTWbelastingplichtig beschouwd wordt, zullen alle aangerekende scheepvaartrechten en aanverwante zoals vaarvergunningen en rechten aangerekend aan de passagiersvaart onderworpen worden aan het normale BTW percentage (thans 21 %). Alle geïnde scheepvaartrechten worden onderworpen aan de BTW ingevolge artikel 21, §2 van het BTW – wetboek.
De prijs van een vaarvergunning voor de pleziervaart is daarentegen inclusief 21 % BTW. De prijs vermeld op de factuur, is aldus de prijs die vermeld wordt op het vignet zelf.
Naast de vaarvergunning zal het ontvangstkantoor de schipper – klant geen kwijting meer afleveren maar een volledig BTW - conforme factuur. In voorkomend geval zal de schipper – klant zijn recht op aftrek van de BTW kunnen laten gelden. Op alle ontvangstkantoren binnen het territorium van Waterwegen en Zeekanaal NV is deze factuur identiek.
In afwachting van de éénmalige factuur op gans het territorium, zullen de ontvangstkantoren Lembeek (Kanaal Charleroi), Wintam (zeekanaal Brussel – Schelde), Zennegat (Kanaal Leuven – Dijle) en anderzijds alle andere ontvangstkantoren van de afdelingen Bovenschelde en Zeeschelde nog aparte facturen maken (behoud status quo).
De facturen van de afdelingen Bovenschelde en Zeeschelde dienen ofwel contant afgerekend te worden ofwel via bancontact op het ontvangstkantoor. Op de kanalen onder beheer van de ex NV Zeekanaal zal uiteraard beroep kunnen gedaan worden op het systeem van de lopende rekening (met voorafgaande borgstelling) en het gebruik van kredietkaarten (enkel in Wintam) om de facturen te betalen.
Alle borgen zowel contante als bankgaranties in verband met de lopende rekening worden volledig overgenomen door Waterwegen en Zeekanaal NV. Op termijn zal dit systeem uitgebreid worden tot de afdelingen Bovenschelde en Zeeschelde.
17
20. Bericht nr. 51/1 d.d. 22 december 2004 De bijzondere aandacht van de gebruikers van de waterweg wordt gevestigd op het artikel 1.3) van de “Voorschriften betreffende de politie en de scheepvaart” waarin het volgende gesteld wordt: “De hoogte van de lading of van de vaste delen der vaartuigen boven het water moet 0,30 m minder bedragen dan de vrije hoogte aangeduid in elk bijzonder reglement.” Vastgesteld wordt dat de vrije ruimte tussen de lading en de brug vaak miniem is. U blijft als waterweggebruiker verantwoordelijk voor de hoogte van uw schip met zijn lading t.o.v. het watervlak. Als waterweggebruiker moet u steeds de hoogte van uw schip met zijn lading kennen en bent u verplicht deze op vraag van de waterwegbeheerder mede te delen.
21. Bericht nr. 23/1 d.d. 8 juni 2005 Om de dienstverlening naar de schipperij en de veiligheid op de binnenwateren te verhogen, zijn in het Europese onderzoeksproject COMPRIS diverse standaarden en bijhorende toepassingen en systemen tot stand gekomen met betrekking tot de scheepvaartbegeleiding. Teneinde deze standaarden en toepassingen te kunnen testen, zijn vanaf mei 2005 diverse schepen van de overheid en de particuliere sector uitgerust met toepassingen die voor diverse binnenvaartinformatiediensten (bv. reisplanners, applicaties voor elektronisch aanmelden, radarapparatuur met inland ECDIS kaarten,..) gebruikt kunnen worden. Bij deze testen zullen ook schepen uitgerust zijn met tracking en tracing systemen als AI-IP en de binnenvaart variant van AIS (Inland AIS). Het testen van deze systemen aan boord van schepen zal niet merkbaar zijn voor de overige scheepvaart met uitzondering van het uittesten van Inland AIS. De scheepvaart, voornamelijk zeevaart, die reeds AIS aan boord heeft, zal de AIS berichten van deze testschepen ontvangen. Ter indicatie en waarschuwing dat het hier om proeven gaat met Inland AIS is aan de scheepsnaam in het AIS-bericht het woord “TEST” toegevoegd. Meer informatie over het COMPRIS-project kan teruggevonden worden op: http://www.euro-compris.org Dit bericht vervangt en schrapt het bericht aan de schipperij nr. 22/1 d.d. 1 juni 2005. 1Electronic
Chart & Display Information System
²Automatische Identificatie via Internet Protocol ³Automatisch Identificatie Systeem
22. Bericht
nr. 11/1 d.d. 15 maart 2006
(Referentie: Algemeen Scheepvaartreglement – hoofdstuk II. Scheepvaartrechten, Reglement betreffende het zeekanaal van Brussel naar de Rupel en de haveninrichtingen van Brussel – Hoofdstuk II. Rechten) De beroepsvaart wordt er aan herinnerd dat zij zich, ter betaling van de scheepvaartrechten, dienen aan te melden bij het dichtstbijzijnde ontvangstkantoor voor afvaart of op het eerste ontvangstkantoor dat tijdens de reis wordt ontmoet. De meetbrief van het vaartuig dient tezamen met de vrachtbrief, het connossement of uitlossingsbewijs te worden voorgelegd aan de ontvanger. Indien geen vrachtbrief, connossement of uitlossingsbewijs kan worden voorgelegd of bij twijfel over de vermelde hoeveelheden, zal de op de meetbrief vermelde tonnage, welke overeenkomt met het gemiddelde van de aan de ijkschalen opgenomen inzinking, worden gebruikt ter berekening van de verschuldigde scheepvaartrechten.
18
Indien de schipper geen meetbrief voorlegt of deze vervallen is, zullen de scheepvaartrechten worden aangerekend op basis van een forfaitair berekende tonnenmaat die gelijk is aan het product van de grootste lengte van de romp met de grootste breedte van de romp en de gemiddelde diepgang van het vaartuig verminderd met 25 cm. Het teveel betaalde bedrag kan enkel worden teruggevorderd via een ter ontvangstkantoor ingediende terugbetalingsaanvraag vergezeld van de noodzakelijke bewijsstukken.
23. Bericht nr. 13/1 d.d. 29 maart 2006 De waterweggebruikers worden ervan in kennis gesteld dat vanaf 2 april 2006 de scheepvaartrechten voor de volledige reis binnen W&Z in elk ontvangstkantoor van W&Z kunnen betaald worden, met uitzondering van de ontvangstkantoren Wintam, Lembeek en Zennegat. Deze drie kantoren zullen enkel de plaatselijke rechten, omvattende de scheepvaartrechten op de waterwegas Wintam-Lembeek, respectievelijk het kanaal Leuven-Dijle, en eventueel nachtdoorvaart en speciale doorvaart aldaar, innen en dit tot nader bericht.
24. Bericht nr. 17/12 d.d. 26 april 2006 De waterweggebruikers worden ervan in kennis gesteld dat vanaf 1 mei 2006 de scheepvaartrechten voor de volledige reis binnen W&Z NV in elk kantoor van W&Z NV kunnen betaald worden.
25. Bericht nr. 17/13 d.d. 26 april 2006 De waterweggebruikers worden er aan herinnerd dat er naast het Algemeen Scheepvaartreglement, ook een specifiek reglement is voor het Zeekanaal Brussel-Schelde. De scheepvaartrechten worden volgens elk reglement afzonderlijk berekend, ook wat de leegvaart.
26. Bericht nr. 17/14 d.d. 26 april 2006 Sinds 2 april worden de waterweggebruikers (beroepsvaart) per reis gevraagd naar het aantal opvarenden aan boord. Dit dient als informatie voor de hulpdiensten in geval van calamiteiten. Het op te geven aantal is inclusief kinderen aan boord.
27. Bericht nr. 19/1 nr. d.d. 10 mei 2006 De waterweggebruikers worden ervan in kennis gesteld dat zij voor het aankopen van een waterwegenvignet hun identiteitskaart en eigendomsbewijs of vlaggenbrief aan het verkoopskantoor dienen voor te leggen. Het waterwegenvignet is na aankoop door deze registratie onlosmakelijk verbonden met het desbetreffende vaartuig en vormt zo mede de verantwoordelijkheid van de eigenaar. Het vignet moet op het achtersteven aan bakboord worden aangeplakt. De prijs van het vignet is afhankelijk van de lengte van de boot, het al dan niet varen met grote snelheid (cfr. vaartuigen die een snelheidsnummer dragen) en de periode waarvoor het vignet geldig is.
19
Vaartuig
Prijs
Lengte
Grote Snelheid
6m > 6 m en 12 m
Nee
periode
Periodes: 01/01-30/06,
01/01
16/06-15/09 of
31/03/jaar + 1
01/09-31/03/jaar + 1
Vignet niet vereist
Vignet niet vereist
Ja
50 EUR
25 EUR
Nee
50 EUR
25 EUR
Ja
100 EUR
50 EUR
100 EUR
50 EUR
> 12 m
20
Hoofdstuk II: Specifieke berichten 1) Kanaal van Bossuit naar Kortrijk - Bericht nr. 45/1 d.d. 22 november 1995 De vaartuigen die vanuit het kanaal van Bossuit naar Kortrijk de Leie willen opvaren moeten vóór het uitvaren van sluis 11 toelating vragen op VHF-kanaal 20 aan de bedieningspost Kortrijk die het alternerende verkeer op de Leie in de doortocht Kortrijk regelt.
- Bericht nr. 21/4 d.d. 28 mei 1997 Door een reorganisatie van de bediening der sluizen zal vanaf 1 juni 1997 nog 1 bedienaar aanwezig zijn per kunstwerk of groep van kunstwerken. Deze zijn: - sluis in Bossuit
: 1 bedienaar aanwezig;
- sluis in Moen
: 1 bedienaar aanwezig;
- sluis in Zwevegem
: 1 bedienaar aanwezig;
- sluis 9, 10 en 11
: 1 bedienaar aanwezig.
Eén sluismeester bedient meerdere kunstwerken, gelieve bij afwezigheid, voorlopig op te roepen via marifoon of eventueel vooraf te telefoneren naar de sluizen in Bossuit 056-45 51 31 of Moen 056-64 58 46. Teneinde betere contacten te verzekeren met het bedieningspersoneel zullen de nodige voorzieningen aangebracht worden.
- Bericht nr. 28/1 d.d. 16 juli 1997 Daar het water op het kanaal wordt gebruikt voor de winning van drinkwater, dient vermeden te worden dat er allerlei schadelijke producten in terechtkomen. Onderhoudswerken zoals verven en teren van vaartuigen zijn er verboden. Er zal streng op toegezien worden en bij overtreding zal proces-verbaal opgesteld worden.
- Bericht nr. 35/6 d.d. 29 augustus 2001 Met het oog op de bescherming van de drinkwatervoorziening wordt een absoluut verbod ingesteld om gemotoriseerde vaartuigen onbeheerd aan te meren in het pand Zwevegem – Kortrijk (sluis 9). Het artikel 43 van het scheepvaartreglement zal in dit pand strikt worden toegepast.
- Bericht nr. 2/1 d.d. 11 januari 2006 De waterweggebruikers worden ervan in kennis gesteld dat vanaf heden de sluizen 9-10-11 op het Kanaal van Bossuit naar Kortrijk in Kortrijk van maandag tot en met zaterdag bediend worden tussen 8.00 uur en 16.00 uur. Evenwel in het pleziervaartseizoen, vanaf 1 mei t.e.m. 30 sept, zullen deze sluizen bediend worden tussen 8 uur en 18 uur. De bediening van de 3 sluizen zal plaatsvinden door één mobiele ploeg die te bereiken is op het nummer: 0478-96.26.03. Wachttijden tot 30 min zijn mogelijk.
21
2) Ringvaart om Gent - Bericht nr. 44/1 d.d. 6 november 1996 De aandacht van de schippers wordt nogmaals gevestigd op de bijzondere reglementsbepalingen betreffende de maximum toegelaten diepgang afwaarts de sluis in Merelbeke, met name: de schipper moet er zich van vergewissen dat de diepgang van zijn schip een volledig veilige vaart toelaat. De diepgang kan niet worden vastgesteld daar de vaardiepte verandert volgens de stand van het tij en de omstandigheden die op het tij een invloed uitoefenen. De schippers dienen het varen en versassen in Merelbeke te ondernemen in functie van onder andere volgende elementen: de diepgang van hun schip, de stand van het getij en de afmetingen van hun schip. De gegevens over het getij staan onder andere in het tijboekje vermeld. Het waterpeil kan ook gevraagd worden op de sluis in Merelbeke (tel: 09-230 94 77 of op kanaal 20).
- Bericht nr. 1/4 d.d. 8 januari 1997 Vanaf 1 januari 1997 werden ten behoeve van de schippers, afwaarts de sluis in Evergem, 3 stroomafnamekasten geïnstalleerd:
2 afnamekasten aan de afwaartse kaaimuur;
1 afnamekast aan de opwaartse kaaimuur ter hoogte van de stuw.
Per kast kunnen 4 verbruikers (gratis) tijdelijk stroom afnemen. Iedere verbruiker kan beschikken over:
een vierpolig stopcontact + aarding 16 A - 3 x 380 V + N - type CEE;
een tweepolig stopcontact + aarding 16 A - 220 type CEE.
Een gebruiksaanwijzing is aan de kasten bevestigd.
- Bericht nr. 17/2 d.d. 30 april 1997 Vanaf 8 mei 1997 zal om veiligheidsredenen de snelvaartzone op de Ringvaart om Gent, gelegen tussen de wegbrug W2 in Vinderhoute en de spoorbrug S1 afgeschaft worden.
- Bericht nr. 37/1 d.d. 16 september 1998 De schipperij wordt ervan in kennis gesteld dat sinds 1 september 1998 gratis drinkwater kan bekomen worden in Evergem. Een automaat bevindt zich afwaarts de sluis, aan de nieuwe kaaimuur aan de zwaaikom. Penningen (“jetons”) voor deze automaat kunnen bekomen worden aan de sluis in Evergem.
- Bericht nr. 27/1 d.d. 7 juli 1999 Om de sluis in Evergem op de Ringvaart om Gent te ontlasten en tevens lange wachttijden aldaar te vermijden, wordt de waterweggebruikers aangeraden alternatieve routes te nemen via de sluis in Merelbeke (eveneens op de Ringvaart om Gent). Inderdaad is het zo dat, bijvoorbeeld, op het traject van Frankrijk (vanaf de Boven-Schelde, of vanaf de Leie, het afleidingskanaal der Leie en het kanaal van Gent naar Oostende) naar de Antwerpse haven zowel kleinere als grotere schepen (met een lengte tot 85 meter en een breedte tot 9,50 meter) via de sluis in Merelbeke (op de Ringvaart om Gent), de BovenZeeschelde en de Beneden-Zeeschelde kunnen varen. Op de aan het tij onderhevige scheepvaartwegen dienen bovendien geen scheepvaartrechten betaald.
22
- Bericht nr. 25/9 d.d. 21 juni 2000 Ter informatie van de schippers werd opwaarts het sluizencomplex in Merelbeke een signaalbord geplaatst dat de waterdiepte weergeeft in het Zuidervak (vak Merelbeke – Zeeschelde). Bij een dalend waterpeil gaat bovendien een rode pijl oplichten. Een groene pijl geeft een stijgend waterpeil aan. Het bord werd geplaatst aan de toegangsgeul van de sluizen boven het sein (knipperlicht) dat de te nemen sluis aanduidt. Verder blijven het Bericht aan de Schipperij nr. 44/1 van 6 november 1996 en artikel 2§1 van het Bijzonder Reglement van de Ringvaart om Gent van kracht.
- Bericht nr. 5/4 d.d. 31 januari 2001 Zodra er vloedregime heerst op de Leie en/of de Boven-Schelde wordt de toegelaten hoogte van schepen op de Ringvaart om Gent beperkt tot 5,80 meter. Dit betekent onder meer dat de vaart met drie lagen containers niet is toegelaten. Het begin en einde van het vloedregime zal bekend gemaakt worden via Oostende-Radio.
- Bericht nr. 52/1 d.d. 17 december 2001 Vanaf 1 januari 2002 zullen op de sluis van Evergem de scheepvaartrechten ook met “Proton” betaald kunnen worden.
- Bericht nr. 17/5 d.d. 24 april 2002 Als proef worden vanaf heden de maximum toegelaten afmetingen van de schepen voor het Noordervak van de Ringvaart om Gent, dit is het vak begrepen tussen het kanaal van Gent naar Terneuzen en de sluis in Evergem (niet inbegrepen) als volgt vastgesteld: - Lengte:
135,00 m.
- Breedte:
11,50 m.
- Diepgang:
3,50 m.
- Bericht nr. 51/8 d.d. 22 december 2004 De waterweggebruikers worden ervan in kennis gesteld dat de reële diepte van het tijgebonden deel van de Ringvaart om Gent kan opgevraagd worden bij het RIS-Evergem, tel. 09-253 94 71. Voor de bepaling van de diepgang moet de schipper een minimum reserve nemen van 30 cm.
- Bericht nr. 20/1 d.d. 18 mei 2005 De schippers kunnen de volgende soorten afval deponeren in de afval- en olieoverslagplaats langs de linkeroever van de opwaartse wachtplaats aan de sluis in Evergem: Verfpotten, spuitbussen, accu’s en batterijen, olievodden, olie- en mazoutfilters, afvalolie en afvalvet, karton en papier, flessenglas, TL-lampen en grof afval klasse 2. De openingsuren van dit containerpark zijn gans het jaar van ma.-vrij. 0.00 uur24.00 uur, en de zaterdag van 0.00 uur tot 22.00 uur. Op andere tijdstippen kan het huishoudelijk afval gedeponeerd worden in de containers buiten de omheining.
- Bericht nr. 11/9 d.d. 15 maart 2006 De waterweggebruikers worden in kennis gesteld van volgende regeling aangaande de ligplaatsen aan de kades en meerpalen in de sluis in Evergem.
23
De kades op- en afwaarts in aanloop van de sluis in Evergem mogen enkel gebruikt worden tijdens de wachttijd vóór en in functie van het schuttingsproces. De aangestelde binnenvaartbegeleider coördineert het gehele schuttingsproces en diens onderrichtingen hieromtrent dienen strikt opgevolgd te worden.
Aan de meerpalen opwaarts de sluis in Evergem, linkeroever, mag men maximaal 24 uur een ligplaats (met max.diepgang 3 meter) innemen. (cfr. één overnachting) Dit dient vooraf aan de sluis in Evergem gemeld, die vervolgens hierover een beslissing treft in functie van de al dan niet heersende scheepvaartintensiteit.
Aan de meerpalen op de Ringvaart om Gent, binnenoever-Westervak (met max.diepgang 2,60m) en op het Kanaal Gent-Oostende (met max.diepgang 3,00m) als mede in de wachthaven Evergem kan men voor een langere periode een ligplaats innemen.
3) Gemeentekanaal van Gent genoemd Handelsdok
NIHIL
4)
Demer en Dijle NIHIL
5) Gekanaliseerde Dender (Vlaams gedeelte) - Bericht nr. 17/2 d.d. 26 april 2000 De vrije breedte tussen de oude gemetselde landhoofden afwaarts de sluis in Denderleeuw bedraagt 5,15 meter.
- Bericht nr. 41/4 d.d. 10 oktober 2001 Vanaf 1 oktober 2001 werden ten behoeve van de waterweggebruikers, 4 stroomafnamekasten geïnstalleerd aan de sluis in Dendermonde (3 opwaarts en 1 afwaarts). Per afnamekast kan men beschikken over:
een vierpolig stopcontact + aarding 16A - 3 x 380V + N-type CEE;
een tweepolig stopcontact + aarding 16A - 220 type CEE.
Een gebruiksaanwijzing is aan de kasten bevestigd. Het gebruik van voormelde stroomafnamekasten is gratis.
- Bericht nr. 36/2 d.d. 4 september 2002 Vanaf heden zijn de maximum toegelaten diepgangen op de Dender: Vak Dendermonde - Aalst:
2,50 meter
Vak vanaf opwaarts de sluis in Aalst tot en met de zwaaikom in Aalst:
2,30 meter
Vak vanaf opwaarts de zwaaikom in Aalst tot de grens Waals Gewest:
1,90 meter
24
- Bericht nr. 11/4 d.d. 15 maart 2006 De waterweggebruikers worden hierbij in kennis gesteld van de aangepaste bedieningsuren van de beweegbare kunstwerken op de Dender: 1. REGELING F: opwaarts de brug in Erembodegem, van maandag tot en met zaterdag van 7.00 uur tot 18.00 uur. 2. REGELING C: de brug in Erembodegem (inbegrepen) en verder afwaarts. van maandag tot zaterdag van 6.00 uur tot 22.00 uur. De sluis in Dendermonde wordt ook op zon- en wettelijke feestdagen, met uitzondering van 1 januari, Pasen en 25 december, bediend van 7.00 uur tot 13.00 uur. Beperkingen: De spertijden van de Zwartehoekbrug, Sint-Annabrug en de Zeebergbrug over de Dender in Aalst zijn als volgt: - vanaf 8.00 uur tot 8.30 uur; - vanaf 12.00 uur tot 12.30 uur; - vanaf 15.45 uur tot 16.30 uur. Voormelde spertijden zijn niet van toepassing tijdens schoolvakanties, op zaterdagen en op zon- en feestdagen. Dit bericht schrapt en vervangt het bericht aan de schipperij nr. 23/1 d.d. 9 juni 2004 en het bericht aan de schipperij nr. 33/2 d.d. 17 augustus 2005.
6) Afleidingskanaal der Leie - Bericht nr. 39/7 d.d. 2 oktober 1996 Met ingang van 15 oktober 1996 worden, bij wijze van proef, de toegelaten maximale afmetingen van de schepen en de duwkonvooien tussen de oorsprong in Deinze en het kanaal van Gent naar Oostende als volgt vastgesteld: - lengte: - breedte: - diepgang:
110,00 meter; 11,50 meter; 2,80 meter (2).
- Bericht nr. 36/2 d.d. 24 september 1997 De bovenbouw van de oude spoorwegbrug in Landegem werd verwijderd. De vrije hoogte onder de bruggen op het Afleidingskanaal der Leie, tussen Deinze en Schipdonk, bedraagt voortaan 7,50 meter.
- Bericht nr. 51/1 d.d. 22 december 1998 De boeien die de zwaaikom in Deinze en de omgeving afbakenden werden vervangen door groene bakens (driehoekig teken met de punt naar boven gericht) geplaatst op een dukdalf. Er is eveneens een groen isofaselicht voorzien. In totaal werden 3 dukdalven op die manier geïnstalleerd.
2 Gewijzigd van 2,50 meter naar 2,80 meter met het bericht aan de schipperij nr.14/1 d.d. 7 april 2004.
25
De schippers dienen aldaar de nodige voorzichtigheid in acht te nemen: - Afvarende schepen (richting Gent) dienen de bakens aan bakboordzijde te laten liggen; - Opvarende schepen (richting Kortrijk) dienen de bakens aan stuurboordzijde te laten liggen.
- Bericht nr. 33/1 d.d. 16 augustus 2006 De waterweggebruikers worden ervan in kennis gesteld dat vanaf heden tijdens het pleziervaartseizoen de Schipdonksluis op het Afleidingskanaal van de Leie in Merendree-Schipdonk van maandag tot en met zaterdag bediend wordt tussen 9.00 uur - 18.00 uur en op zon- en feestdagen tussen 10.00 uur - 18.00 uur. De rest van het jaar zal de bediening plaatsvinden op aanvraag bij de mobiele ploeg die te bereiken is op het nummer: GSM 0477/67.51.52. Wachttijden tot 30 min. zijn mogelijk.
7) Boven-Zeeschelde opwaarts de toegangsgeul tot de sluis van Wintam - Bericht nr. 12/2 d.d. 31 maart 1993 Als proef worden de maximum toegelaten afmetingen der schepen voor de onderscheiden riviergedeelten als volgt vastgesteld: A.
Vanaf het begin van de Antwerpse Rede tot de monding Durme:
1.
Voor de zeevaart:
lengte: onbeperkt
breedte: beperkt tot de maximum doorvaartbreedte van de brug in Temse.
Voor de duwvaart: (binnenvaart)
2.
duwvaart beperkt tot maximaal 2 naast- en achter elkaar gekoppelde
duwbakken + duwboot.
3.
Voor de overige binnenvaart: geen beperkingen
B.
Vanaf de monding van de Durme tot de steiger in Baasrode:
lengte : 95,0 meter
breedte: 12,0 meter
C.
Vanaf de steiger in Baasrode tot monding van de Gekanaliseerde Dender:
lengte : 85,0 meter
breedte: 12,0 meter
D.
Vanaf de monding van de Gekanaliseerde Dender tot de samenvloeiing met de Ringvaart in
Melle:
lengte : 85,0 meter
breedte: 9,50 meter
Eventueel kan mits aanvraag een vergunning bekomen worden, voor de twee laatste riviergedeelten, tot het varen met schepen met een grotere lengte en/of breedte, met evenwel als absolute begrenzing: lengte: 95,0 meter en breedte: 10,50 meter.
26
- Bericht nr. 51/1 d.d. 21 december 1994 De schippers dienen tijdens hun vaart op de Boven-Zeeschelde uit te luisteren en contact te houden met de andere schepen via marifoonkanaal 10.
- Bericht nr. 22/4 d.d. 5 juni 1996 De binnenscheepvaart wordt ervan in kennis gesteld dat het afmeren aan de vlotsteiger in Baasrode RO onderworpen is aan volgende voorwaarden:
De maximale duurtijd van het afmeren is 60 u/week;
Langs rivierzijde van de steiger is het aanleggen voorbehouden aan de beroepsvaart;
De maximum toegelaten meerbreedte langs rivierzijde is 21 meter;
Er dient steeds afgemeerd (vastgemaakt) op de dukdalven; het is voor de beroepsvaart volstrekt verboden meertouwen aan de vlotponten vast te maken.
Langs de oeverzijde van de steiger wordt de meest opwaartse 25 meter voorbehouden aan de pleziervaart waarbij de maximale duurtijd van het afmeren 60 u/week is.
De toelating tot aanleggen houdt geen enkele garantie in verband met de diepte achter de steiger;
De maximum toegelaten afmeting der schepen langs rivierzijde (beroepsvaart) is 95 meter x 10,50 meter;
Indien het bord “Aanleggen verboden” wordt getoond, mag de steiger of een deel ervan niet gebruikt worden, behalve door de eventueel opgegeven schepen.
- Bericht nr. 17/4 d.d. 30 april 1997 De binnenscheepvaart wordt ervan in kennis gesteld dat het afmeren aan de vlotsteiger Steendorp wordt toegelaten. Het afmeren is onderworpen aan volgende voorwaarden:
De maximale duurtijd van het afmeren is 60 u/week;
Langs rivierzijde van de steiger is het aanleggen voorbehouden aan de beroepsvaart;
Er dient steeds afgemeerd (vastgemaakt) op de meerpalen - het is volstrekt verboden meertouwen aan de wrijfhouten vast te maken;
De oeverzijde van de steiger wordt voorbehouden voor de pleziervaart waarbij de maximale duurtijd van het afmeren is bepaald op 60 u/week. De toelating tot aanleggen houdt geen enkele garantie in i.v.m. de diepte achter de steiger;
De maximum toegelaten afmeting der schepen langs rivierzijde (beroepsvaart): 95 meter x 10,50 meter;
De maximum toegelaten meerbreedte: langs rivierzijde: 16,5 meter; langs oeverzijde: mag niet breder gemeerd worden dan aangegeven op de loopbrug;
Indien het bord “aanleggen verboden” wordt getoond, mag de steiger of een deel ervan niet gebruikt worden, behalve door de eventueel opgegeven schepen.
- Bericht nr. 30/6 d.d. 27 juli 2005 De schipperij wordt ervan in kennis gesteld dat het aanbevelingsteken D.1, zijnde de gele ruit, op de afwaartse zijde van de spoorbrug van Dendermonde door beschadiging tijdelijk buiten gebruik is. De beide tekens G.1 a., zijnde de rood-witte ruiten, begrenzing vaargeulbreedte, blijven van kracht. De schipperij wordt verzocht hier rekening mee te houden.
27
- Bericht nr. 45/4 d.d. 9 november 2005 De waterweggebruikers worden ervan in kennis gesteld dat vanaf maandag 14 november 2005 de bedieningstijden van de Scheldebrug in Temse gewijzigd worden als volgt: Regeling: F Bediening: De bediening gebeurt van maandag tot vrijdag van 6.30 uur tot 20.30 uur. Aanvullende bedieningstijden of beperkingen: 1. Er zijn spertijden tussen 7.00 uur en 9.00 uur en tussen 16.00 uur en 18.30 uur. 2. De spoorbruggen worden bediend rekening houdend met het treinverkeer en met de voorwaarden vervat in de betreffende overeenkomst met de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen. 3. Voor een bediening op zaterdag dient men minstens 24 uur op voorhand Temse brug te verwittigen op telefoonnummer 03-889 06 81. De veranderingen in vergelijking met de vorige regeling zijn in vet gedrukt.
8) Beneden-Zeeschelde
NIHIL
9)
Durme
NIHIL
10) Rupel - Bericht nr. 11/5 d.d. 18 maart 1998 Het staketsel van het Wiel werd afgebroken. Het Wiel is uit veiligheidsoverwegingen afgebakend met gele lichtboeien. De schippers dienen het in- of uitvaren van de Rupel te ondernemen in functie van het getij, de afmetingen en de belading van hun schip. De aandacht wordt gevestigd op het bericht nr. 13/3 van 7 april 1993 dat o.a. bepaalt: “Schepen die de Boven-Zeeschelde bevaren moeten beschikken over de vereiste geschikte stuur- en voortstuwingsmiddelen om een goede koersvastheid en bestuurbaarheid van het schip te verzekeren”.
- Bericht nr. 38/2 d.d. 23 september 1998 Voor schippers die de Rupel, de Beneden-Nete of de Beneden-Dijle bevaren met schepen met een lengte groter dan 20 meter geldt de verplichting om uit te luisteren en contact te houden met de andere schepen via marifoonkanaal 10. Minimum één bemanningslid dient Nederlands, Frans of Duits machtig te zijn.
28
- Bericht nr. 20/3 d.d. 17 mei 2000 De scheepvaart wordt ervan in kennis gesteld dat er aansluitend bij het Bericht aan de Schipperij nr. 11/2 van 17 maart 1999, op 1.000 meter op- en afwaarts de bruggen in Boom aanlegplaatsen voorzien zijn bestaande uit buispalen, welke aan de rand van de vaargeul geplaatst zijn. Afwaarts de spoorbrug werd een groen dagteken geplaatst op de palen, bij nacht voorzien van een groen knipperlicht; dit wil zeggen dat men deze palen -die tevens dienst doen als bakens- opvarend aan stuurboord moet laten liggen en links passeren. Opwaarts de baanbrug werd een rood dagteken geplaatst op de palen, bij nacht voorzien van een rood knipperlicht; dit wil zeggen dat men deze palen - die tevens dienst doen als bakens - opvarend aan bakboord moet laten liggen en rechts passeren. Aan deze palen mag enkel aangelegd worden om het opendraaien van de spoorbrug in Boom, het schutten aan de Zennegatsluis, of het tij af te wachten. Op deze palen werden hoogteschalen aangebracht die de beschikbare hoogte onder het vast gedeelte van de spoorbrug aangeven.
- Bericht nr. 4/4 d.d. 26 januari 2005 De schipperij wordt ervan in kennis gesteld dat een nieuwe regelgeving van toepassing is voor het aanmeren aan de gewestelijke vlotsteiger kade Boom. De gebruiker wordt van deze nieuwe regelgeving op de hoogte gebracht door een bord, geplaatst op de steiger. Het bord bevat de volgende tekst: “Regelgeving aanmeren: Beroepsvaart:
- aanmeren verboden
Passagiersvaart:
- rivierzijde, afwaarts deel, indien vrij
- enkel in- en ontschepen van passagiers, max. 1 uur
- rivierzijde, opwaarts deel, enkel mits toelating
Pleziervaart:
- rivierzijde, afwaarts deel, indien vrij
- enkel als wachtplaats voor sluis Klein-Willebroek
- oeverzijde, op- en afwaarts, passantensteiger, max. 48 uur
Veerdienst:
- rivierzijde, opwaartse 25 m: strikt voorbehouden vak
Indien het bord “aanleggen verboden” wordt getoond mag dat deel van de steiger niet gebruikt worden, behalve door de eventueel opgegeven schepen. Uitzonderingen worden enkel toegestaan door de afdeling Zeeschelde 03/224.67.11” De schipperij wordt verzocht hier rekening mee te houden en de regels in acht te nemen.
Dit bericht vervangt het scheepvaartbericht 49/3 d.d. 5 december 2001.
29
11) Beneden-Nete - Bericht nr. 38/2 d.d. 23 september 1998 Voor schippers die de Rupel, de Beneden-Nete of de Beneden-Dijle bevaren met schepen met een lengte groter dan 20 meter geldt de verplichting om uit te luisteren en contact te houden met de andere schepen via marifoonkanaal 10. Minimum één bemanningslid dient Nederlands, Frans of Duits machtig te zijn.
12) Beneden-Dijle - Bericht nr. 38/2 d.d. 23 september 1998 Voor schippers die de Rupel, de Beneden-Nete of de Beneden-Dijle bevaren met schepen met een lengte groter dan 20 meter geldt de verplichting om uit te luisteren en contact te houden met de andere schepen via marifoonkanaal 10. Minimum één bemanningslid dient Nederlands, Frans of Duits machtig te zijn.
- Bericht nr. 39/2 d.d. 29 augustus 2000 Bij wijze van proef worden de maximum toegelaten afmetingen der schepen als volgt vastgesteld: lengte: 80 meter; breedte: 9,50 meter, met dien verstande dat de rivier tij-afhankelijk bevaarbaar is. In dit verband wordt de aandacht van de schippers nogmaals gevestigd op de bijzondere reglementsbepalingen betreffende de maximum toegelaten diepgang en de breedte der vaargeul met name: de diepgang kan niet worden vastgesteld daar de vaardiepte verandert volgens het bevaren gedeelte der rivier, het regiem der vaargeul en banken en de stand van het tij en de omstandigheden die op het tij een invloed uitoefenen. De schippers dienen het varen te ondernemen in functie van onder andere volgende elementen: de diepgang van hun schip, de stand van het getij, waarover gegevens in de tijboekjes beschikbaar zijn en de afmetingen van hun schip. Bijkomende voorwaarden: Alle schepen moeten beschikken over de vereiste geschikte stuur- en voortstuwingsmiddelen om een goede koersvastheid en bestuurbaarheid van het schip te verzekeren. Tevens dienen alle schepen langer dan 20 meter uitgerust te zijn met een door de Radio Maritieme Diensten goedgekeurd en functionerend marifoontoestel. Zie Bericht aan de Schipperij nr. 38/2 d.d. 23 september 1998.
13) Zenne
NIHIL
30
14) Spierekanaal
NIHIL
15) Kanaal van Gent naar Oostende
- Bericht nr. 4/1 d.d. 28 januari 1998 In Beernem werd vanaf dinsdag 27 januari 1998 het nieuwe stuk kanaal met de keersluis opengesteld voor de scheepvaart. De oude vaargeul werd afgedamd en definitief afgesloten voor het scheepvaartverkeer. De schipperij dient de nodige voorzichtigheid aan de dag te leggen en er rekening mee te houden dat:
De totale breedte van de sluis 16 meter bedraagt;
Het varen in het vak tussen de Louisabrug in Beernem en de Dammepoortsluis in Brugge nog steeds onderworpen is aan de bijkomende vaarregels vermeld in het bericht nr. 39/5 van 2 oktober 1996.
Dit bericht vermeldt dat de schippers die dit vak binnenvaren, er zich op marifoonkanaal 10 moeten van vergewissen of er andere schepen op het traject aanwezig zijn. Indien een van beide schepen breder is dan 6,60 meter zullen de schippers in onderling overleg bepalen op welke plaats zij zullen kruisen, met dien verstande dat het schip dat zich in of het dichtst bij een verbrede zone bevindt, in die verbrede zone wacht op het schip dat zich in de nabijgelegen smalle zone bevindt. De wachtplaatsen waar deze schepen mekaar kunnen kruisen zijn:
In de brede sectie in Beernem;
In het nieuw kanaal afwaarts de keersluis in Beernem;
Aan de brug in Moerbrugge;
Aan de brug in Steenbrugge;
Aan het Minnewater in Brugge (opwaarts de St. Katelijnepoort-brug).
Tevens dienen de schippers met de grootste waakzaamheid te varen tijdens het ganse traject tussen Beernem en Brugge.
- Bericht nr. 41/2 d.d. 11 oktober 2000 De scheepvaart wordt er van in kennis gesteld dat de “Centrale Kruispoort” vanaf 16 oktober 2000 via het marifoonkanaal 18 bereikbaar is. Vanuit de “Centrale Kruispoort” worden de bruggen in de “Doortocht Brugge”, evenals de bruggen in Nieuwege, Moerbugge en Steenbrugge bediend. Ook de Dammepoortsluis is vanaf 16 oktober 2000 bereikbaar via marifoonkanaal 18. De nieuwe installatie is derwijze uitgevoerd dat ook de schepen onderling met elkaar kunnen communiceren.
- Bericht nr. 38/3 d.d. 17 september 2003 De scheepvaart wordt verboden aan te meren ter hoogte van de kaai Electrabel 150 meter stroomop Sas Slijkens van het kanaal Gent naar Oostende op de rechteroever.
31
- Bericht nr. 33/8 d.d.18 augustus 2004 De waterweggebruikers worden ervan in kennis gesteld dat door de afdeling Bovenschelde een publieke laad- en losplaats, havennummer H 5404, ter beschikking gesteld wordt op de rechteroever van het Kanaal Gent-Oostende in Lovendegem-Bierstal. De kaai is toegankelijk voor schepen met maximum lengte van 110,00 m, breedte 11,50 m en diepgang 3,00 m. De modaliteiten voor het gebruik van deze losplaats kunnen opgevraagd worden bij het RIS-Vlaanderen Westbekesluis 26 in 9940 Evergem, tel: 09-253 94 71, fax: 09-253 56 64.
- Bericht nr. 38/6 d.d.22 september 2004 De maximaal toegelaten diepgang in het Kanaal van Gent naar Oostende, vak Afleidingskanaal der Leie tot Louisabrug in Beernem, die tot op heden 2,50 m was, wordt bij wijze van proef vanaf 27 september 2004 op 2,70 m gebracht.
- Bericht nr. 14/4 d.d. 5 april 2006 De waterweggebruikers worden ervan in kennis gesteld dat vanaf heden de maximum toegelaten diepgang, in het Kanaal van Gent naar Oostende, pand opwaarts K1 tot aan de Desmetbrug, en het Verbindingskanaal in Gent, vanaf de Desmetbrug tot aan de Tolhuissluis, bij wijze van proef en onder voorwaarde dat deze maatregel geen aanleiding geeft tot een verhoging van het aantal averijgevallen, op 2.50m wordt gebracht.
- Bericht nr. 17/9 d.d. 26 april 2006 De passagiersvaart wordt in kennis gesteld dat zij enkel de toelating kunnen bekomen voor het aanmeren over een lengte van 200 m aan het Kanaaleiland op de linkeroever van het Kanaal van Gent naar Oostende in Brugge. De toelating dient schriftelijk aangevraagd bij Waterwegen en Zeekanaal NV, Afdeling Bovenschelde, Nederkouter 28 in 9000 Gent met de vermelding van alle coördinaten betreffende het vaartuig, de aanvrager alsook de vooropgestelde planning. De nodige signalisatie “uitsluitend passagiersvaartuigen” en bijkomende aanmeerfaciliteiten zijn geplaatst.
16) Kanaal van Gent naar Terneuzen vanaf de Meulestedebrug naar opwaarts (Belgisch gedeelte) - Bericht nr. 12/2 d.d. 8 april 1992 Teneinde lange binnenschepen de mogelijkheid te geven om veilig te zwaaien wordt er een volledig meerverbod opgelegd in de Voorhaven in Gent tussen de palen 24 en 26. De nodige signalisatie is aangebracht.
-
Bericht nr. 51/6 d.d.22 december 2004 De waterweggebruikers worden ervan in kennis gesteld dat vanaf 1 januari 2005 de bedieningsuren van de Muidebrug en de Tolhuissluis in Gent bij wijze van proef als volgt worden aangepast:
werkdagen vanaf: 8.00 uur tot 19.00 uur;
zaterdagen vanaf: 8.00 uur tot 17.00 uur. 32
17) Grote Nete NIHIL
18) Boven-Schelde en vertakkingen - Bericht nr. 19/1 d.d. 14 mei 1996 De scheepvaart op de Ketelvaart en de Muinkschelde wordt toegelaten voor pleziervaartuigen en passagiersschepen tot max. 100 ton laadvermogen. Er geldt een snelheidsbeperking tot max. 5 km/u.
- Bericht nr. 39/4 d.d. 2 oktober 1996 Met ingang van 15 oktober 1996 worden op de Boven-Schelde de toegelaten maximale afmetingen van de schepen en van de duwkonvooien, bij wijze van proef, als volgt vastgesteld: 1.
Van de monding van het kanaal van Bossuit naar Kortrijk tot de sluis in Asper inbegrepen:
- lengte:
- breedte:
- diepgang:
2.
Van de sluis in Asper (niet inbegrepen) tot aan de Ringvaart om Gent:
- lengte:
- breedte:
- diepgang:
110,00 meter 11,50 meter 2,60 meter(3) 110,00 meter 11,50 meter 3,00 meter
- Bericht nr. 16/5 d.d. 22 april 1998 Vanaf 16 april 1998 worden de waterstanden en de debieten van de Leie in St.Baafs-Vijve en van de Boven-Schelde in Asper dagelijks uitgezonden op marifoon via Oostende Radio om 9.00 uur en 11.00 uur. Het bericht wordt uitgezonden op kanaal 24.
- Bericht nr. 38/2 d.d. 22 september 1999 Vanaf maandag 20 september 1999 worden, ten behoeve van de waterweggebruikers, op de kaaimuur rechteroever opwaarts van de ophaalbrug in Oudenaarde over de Bovenschelde drie stroomafnamekasten geïnstalleerd. Per afnamekast kan men beschikken over:
Vier vierpolige stopcontacten + aarding 16A. - 3 x 400V. - type CEE;
Vier tweepolige stopcontacten + aarding 16A. - 220V. - type CEE.
Het gebruik van voormelde stroomafnamekasten is GRATIS. De waterweggebruikers worden verzocht gebruik te maken van deze afnamekasten, dit teneinde nachtlawaai te vermijden bij het gebruik van sommige generatoren.
3 Gewijzigd van 2,50 meter naar 2,60 meter met het bericht aan de schipperij nr.21/5 d.d. 22 mei 2002.
33
- Bericht nr. 26/1 d.d. 28 juni 2000 Vanaf donderdag 29 juni 2000 zal er een vrijvarende veerpont in dienst genomen worden, op ongeveer 1.200 meter afwaarts de brug in Zingem-Zwalm. Dit veer zal sporadisch gebruikt worden om de verbinding te maken tussen Meilegem en Zingem. De nodige borden werden geplaatst. De schipperij wordt gevraagd om de nodige voorzichtigheid aan de dag te leggen bij het voorbijvaren van deze zone.
- Bericht nr. 30/3 d.d. 27 juli 2000 In aansluiting met het Bericht aan de Schipperij nr. 38/2 van 22 september 1999 wordt de aandacht van de binnenschippers gevestigd op de aanwezigheid van stroomafnamekasten op de rechteroever opwaarts de hefbrug in Oudenaarde. Binnenschepen die meer dan één uur aanmeren dienen verplicht hun motor af te leggen en gebruik te maken van de gratis stroomverdeling.
- Bericht nr. 6/5 d.d. 7 februari 2001 Op 1 km opwaarts de kruising met het kanaal van Bossuit naar Kortrijk werden debietmeters geplaatst. Ter bescherming van deze installatie werden 4 buizen in het water geheid (2 kant linkeroever en 2 kant rechteroever). De doorvaartbreedte bedraagt 34 meter. De tussenafstand tussen de palen bedraagt 69 meter. Voorlopige borden en verlichting zijn aangebracht, in afwachting van een definitieve signalisatie. De schippers dienen aandachtig te zijn bij het passeren van deze zone.
- Bericht nr. 8/8 d.d. 20 februari 2002 De schippers worden verzocht hun snelheid te milderen ter hoogte van de loskaai t’ Eilandje in Zwijnaarde, daar de losoperaties bemoeilijkt worden bij ongewijzigde vaarsnelheid. De zone is voorzien van de signalisatieborden “B8” en “A9”.
- Bericht nr. 36/3 d.d. 4 september 2002 De brugbediening van de hefbrug in Oudenaarde wordt onderbroken op werkdagen (maandag tot vrijdag) van 8.00 uur tot 8.15 uur. Deze maatregel geldt niet wanneer er aanzienlijke stroming is (40 m3/sec of meer) in de Boven-Schelde.
- Bericht nr. 19/2 d.d. 17 mei 2003 Wegens aanslibbingen op de Boven-Schelde in de doortocht Gent, vak Muinkschelde-Brusselsepoortsluis, is er een maximum diepgang van 1 meter en dit tot nader bericht.
- Bericht nr. 5/7 d.d. 2 februari 2005 De waterweggebruikers worden ervan in kennis gesteld dat de diepgang in de Ketelvaart in Gent vanaf 2 februari 2005 en dit tot nader bericht beperkt wordt tot 1,60 meter.
34
- Bericht nr. 8/8 d.d. 23 februari 2005 De waterweggebruikers worden ervan in kennis gesteld dat vanaf heden de toegang tot de sluis in Asper zal geweigerd worden aan schepen met een diepgang groter dan 2,50 m bij een waterpeil lager dan het NP 5,61(TAW), gemeten afwaarts de sluis in Asper.
- Bericht nr. 10/2 d.d. 9 maart 2005 De waterweggebruikers worden ervan in kennis gesteld dat vanaf 1 april 2005 de bedieningstijden van de sluis in Asper, de sluis in Oudenaarde, de Oudenaardebrug en de sluis in Kerkhove als volgt worden aangepast: - van maandag tot vrijdag van 00.00 uur tot 24.00 uur; - op zaterdag van 00.00 uur tot 22.00 uur; - op zondag geen bediening. Op een wettelijke feestdag die niet op een zondag valt (uitgezonderd 1 januari en 25 december), wordt eveneens bediend volgens de hiervoor vermelde uren.
- Bericht nr. 11/5 d.d.16 maart 2005 De schippers worden erop gewezen dat het voor schepen die vloeibare brandstoffen of brandbare vloeistoffen vervoeren om veiligheidsredenen verboden is aan te meren aan de kaaien in de stad Oudenaarde gelegen opwaarts de sluis in Oudenaarde tot de brug in de ring om Oudenaarde.
- Bericht nr. 15/3 d.d. 13 april 2005 De waterweggebruikers worden ervan in kennis gesteld dat, aangezien de zwaaikom opwaarts de sluis in Kerkhove gebaggerd is, het vanaf heden niet langer toegelaten om over stuur de sluis in Kerkhove binnen te varen. De schepen moeten dus vanaf heden voor het keren gebruik maken van deze uitgebaggerde zwaaikom boven de sluis in Kerkhove.
- Bericht nr. 36/4 d.d. 7 september 2005 De waterweggebruikers worden ervan in kennis gesteld dat op de Boven-Schelde over de sluis van Asper een kabel werd getrokken ten behoeve van de naastgelegen werf. De vrije hoogte in de sluis van Asper wordt beperkt tot 8 meter boven het normale peil (5,61m TAW). We verwachten dat dit werk en de daaruit voortspruitende hinder zal duren tot einde 2006 of zoveel langer als nodig en zoveel korter als mogelijk.
- Bericht nr. 43/1 d.d. 25 oktober 2006 Ten behoeve van de waterweggebruikers zijn op de Boven-Schelde op de kaaimuur linkeroever afwaarts de sluis van Oudenaarde twee stroomafnamekasten geïnstalleerd. Per afnamekast kan men beschikken over: • twee vierpolige stopcontacten + aarding 16A. - 3 x 400V. - type CEE. • twee tweepolige stopcontacten + aarding 16A. - 220V. - type CEE. Het gebruik van voormelde stroomafnamekasten is gratis. De waterweggebruikers worden verzocht gebruik te maken van deze afnamekasten, dit teneinde nachtlawaai te vermijden bij het gebruik van sommige generatoren.
35
19) Leie (Belgisch gedeelte) - Bericht nr. 16/5 d.d. 22 april 1998 Vanaf 16 april 1998 worden de waterstanden en de debieten van de Leie in St.Baafs-Vijve en van de Boven-Schelde in Asper dagelijks uitgezonden op marifoon via Oostende Radio om 9.00 uur en 11.00 uur. Het bericht wordt en uitgezonden op kanaal 24.
- Bericht nr. 13/1 d.d. 31 maart 1999 De vrije doorvaarthoogte onder de “Nieuwe Dambrug” over de “Oude Leiearm” in Kortrijk bedraagt 2,97 meter bij een normaal waterpeil van 10,18 meter T.A.W.
- Bericht nr. 19/3 d.d. 12 mei 1999 In het ontvangstkantoor nr. 513 in Menen waar de scheepvaartrechten reeds geruime tijd konden betaald worden met Bancontact/Mistercashkaarten kan vanaf 11 mei 1999 ook betaald worden met kredietkaarten (Visa, Eurocard, Mastercard, Electron, EDC en Maestro). Slechts de kaarten die één van deze namen dragen worden aanvaard. Deze betalingswijze wordt GRATIS ter beschikking gesteld van de Schipperij.
- Bericht nr. 27/3 d.d. 5 juli 2000 De schippers worden verzocht hun snelheid te milderen ter hoogte van de steigers van de Kuurnse Watersportvereniging (500 meter opwaarts de sluis in Harelbeke); deze watersportclub is trouwens de enige club die langs de, voor de beroepsvaart, bevaarbare Leie is gelegen.
- Bericht nr. 25/1 d.d. 20 juni 2001 Vanaf vrijdag 15 juni 2001 is afmeren aan de Geweststeiger op de rechteroever van de Leie, in St. Martens-Latem als volgt geregeld: Het aanmeren van pleziervaartuigen is toegelaten gedurende maximum 24 uur per week op het opwaarts gedeelte van de steiger. Dit deel wordt ter plaatse aangeduid met het bord E7. Het afwaartse deel van de steiger wordt over een lengte van 36,30 meter voorbehouden voor het in- en ontschepen van passagiersvaart met een maximum meertijd van 2 uur. Dit deel wordt ter plaatse aangeduid met het bord A7 “VERBODEN TE MEREN”. Het afmeren door andere pleziervaartuigen op dit gedeelte van de steiger is toegelaten, doch dient op éérste vraag van de passagiersvaart vrijgemaakt te worden. De steiger is volledig voorbehouden voor passagiers- en pleziervaart. Voor de overige scheepvaart is het verboden aan te leggen. De maximum toegelaten afmeting der schepen bedraagt: 38,00 meter x 5,10 meter. De maximum toegelaten meerbreedte bedraagt 7,00 meter.
- Bericht nr. 30/1 d.d. 25 juli 2001 Om een vlot scheepvaartverkeer te garanderen en om problemen in de sluis in Harelbeke te vermijden, dienen de schippers die afvaren eerst contact op de nemen met de sluis via marifoon, alvorens de loskade te verlaten.
36
Dit is gewoon een toepassing van art. 28 §1 van het Algemeen Reglement der Scheepvaartwegen dat zegt: “De doorvaart van sluizen en beweegbare bruggen geschiedt volgens de orde van aankomst (melding via marifoon)”. Bovendien wordt herinnerd aan art. 27 van datzelfde reglement dat zegt: “Bij de toegangen tot en bij doorvaart van sluizen en bruggen, zijn de schippers gehouden de bevelen der sluis- en brugwachters na te komen”. Tegen overtreders zal streng worden opgetreden.
- Bericht nr. 3/4 d.d. 15 januari 2003 In het vak vanaf de sluis van Menen tot aan de zwaaikom in Wevelgem (inbegrepen) worden, bij wijze van proef, vanaf 15 januari 2003 de maximum toegelaten afmetingen van de vaartuigen en de konvooien als volgt samengesteld: -
lengte:
85,00 m.
-
breedte:
10,30 m.
-
diepgang:
2,30 m.
of voor duwstellen: -
lengte:
110,00 m.
-
breedte:
9,60 m.
-
diepgang:
2,30 m.
- Bericht 12/3 d.d. 19 maart 2003 Aanslibbingen ter hoogte van de zwaaikom aan de Noorderwal in Deinze zorgen voor een versmalling van de vaargeul. Daardoor is gelijktijdige doorvaart uit twee richtingen onmogelijk geworden ter hoogte van de zwaaikom. Om de diepgang van 2,70 meter te blijven garanderen worden tijdelijk volgende maatregelen genomen:
er werden 4 groene spitse boeien geplaatst die de vaargeul afbakenen.
in het vak begrepen tussen de oude Leie en de afwaartse kant zwaaikom geldt afwisselend éénrichtingsverkeer (vak begrepen tussen de borden A4).
op- en afwaarts het vak waar afwisselend éénrichtingsverkeer geldt, zullen volgende signalisatieborden geplaatst worden.
B8 (verplichting bijzonder op te letten) met onderbord “alternerend verkeer”. B11a (verplichting gebruik te maken van de marifoon). A4 (ontmoeten en voorbijlopen verboden). C3 (beperkte breedte van het vaarwater). E11 (einde van de beperking). B1 (verplichte richting) enkel aan de afwaartse kant.
de schippers die het vak gaan binnenvaren dienen er zich op marifoonkanaal 10 van te vergewissen of er andere schepen in het traject aanwezig zijn of gaan binnenvaren.
In onderling overleg zullen zij afspreken wie als eerste door de versmalling vaart met dien verstande dat de afvarende schepen voorrang hebben.
37
- Bericht nr. 5/6 d.d. 2 februari 2005 De waterweggebruikers worden ervan in kennis gesteld dat de diepgang in de Leie in Gent vanaf de Ringvaart om Gent tot de Recolettenbrug vanaf 2 februari 2005 en dit tot nader bericht beperkt wordt tot 1,60 meter.
- Bericht nr. 10/3 d.d. 9 maart 2005 De waterweggebruikers worden ervan in kennis gesteld dat vanaf 1 april 2005 de bedieningstijden van de sluis in St Baafs-Vijve als volgt worden aangepast:
van maandag tot vrijdag van 00.00 uur tot 24.00 uur;
op zaterdag van 00.00 uur tot 22.00 uur;
op zondag geen bediening.
Op een wettelijke feestdag die niet op een zondag valt (uitgezonderd 1 januari en 25 december), wordt eveneens bediend volgens de hiervoor vermelde uren.
- Bericht nr. 19/2 d.d. 11 mei 2005 De waterweggebruikers worden ervan in kennis gesteld dat als gevolg van de verhoging van de brug in Sint-Eloois-Vijve de vrije hoogte op de rivier de Leie tussen de sluis in Ooigem en de sluis in St.Baafs-Vijve overal minimum 7.00m boven het Normale Peil (TAW) bedraagt.
- Bericht nr. 11/7 d.d. 15 maart 2006 1) In het vak van de grens met het Waals Gewest in Wervik tot 500 m afwaarts de sluis in Menen (kaaimuur Gallo) worden, bij wijze van proef, vanaf heden, de maximum toegelaten afmetingen van de vaartuigen en de gekoppelde vaartuigen als volgt vastgesteld: Motorschepen:
- lengte:
86,00 meter;
- breedte:
10,30 meter;
- diepgang:
2,30 meter.
Gekoppelde vaartuigen:
- lengte:
- breedte:
9,60 meter;
- diepgang:
2,30 meter.
110,00 meter;
Volledigheidshalve volgen hieronder de maximum toegelaten afmetingen op de andere vakken van de Leie: 2) In het vak van de sluis van Menen tot 500 meter opwaarts de brug in Kuurne (Doortocht Kortrijk): Motorschepen: zonder bijzondere toelating voor doorvaart - lengte:
73,00 meter;
- breedte:
7,60 meter;
- diepgang:
2,30 meter.
Gekoppelde vaartuigen: zonder bijzondere toelating voor doorvaart - lengte:
80,00 meter
- breedte:
5,20 meter;
- diepgang:
2,30 meter.
38
Doortocht Kortrijk: Ingevolge de signalisatie voor afwisselend éénrichtingsverkeer in de Doortocht Kortrijk op de Leie dient de scheepvaart met volgende schikkingen rekening te houden:
Alle schippers, die zich in dit pand wensen te verplaatsen, dienen de wachtpost in Kortrijk op te roepen via het VHF-kanaal 20, ten laatste aan het voorsignalisatiebord dat het afgewisseld éénrichtingsverkeer aangeeft voor de Doortocht Kortrijk;
De wachtpost Kortrijk zet de signalisatie alternerend verkeer Doortocht Kortrijk in werking wanneer een vaartuig met grotere afmetingen dan het type “spits” zich aanbiedt voor passage in het pand tussen de sluizen Menen en Harelbeke;
Indien de signalisatie in werking is, dient afwisselend in één richting gevaren te worden (groen-rood licht) en alle andere onderrichtingen van de aangestelden dienen strikt opgevolgd te worden;
De signalisatie voor afwisselend éénrichtingsverkeer wordt slechts bediend binnen de normale bedieningsuren van de kunstwerken, namelijk van 6.00 uur ‘s morgens tot 22.00 uur ‘s avonds. Bijgevolg is de Doortocht in Kortrijk verboden voor alle schepen buiten deze uren.
De scheepvaart dient er rekening mee te houden dat de vrije hoogte onder de bruggen in Kortrijk, wegens de grotere lengte en breedte van sommige schepen, de kromming van de onderrand van de bruggen, de lokale waterstanden en debieten, geringer kan zijn dan
4,20 meter.
3) Tussen 500 meter opwaarts de brug in Kuurne en de oorsprong van het Afleidingskanaal der Leie in Deinze:
lengte:
breedte:
diepgang:
110,00 meter; 11,50 meter; 2,80 meter.
4) In de stuwarm in St. Baafs-Vijve, het gedeelte afwaarts de monding van de Gaverbeek, zijn de volgende maximum afmetingen van toepassing:
lengte:
73,00 meter;
breedte:
7,50 meter;
diepgang:
2,50 meter.
In deze sectie kan niet gezwaaid worden. De schippers dienen aldaar achteruit te varen. 5) Tussen de oorsprong van het Afleidingskanaal der Leie in Deinze en de sluis in Astene (Deinze):
lengte:
73,00 meter;
breedte:
7,50 meter;
diepgang:
2,30 meter.
39
20. Moervaart - Bericht nr. 43/217 d.d. 17 juli 1984 Aan de monding van de Moervaart in het kanaal van Gent naar Terneuzen is een lichtsignalisatie geplaatst teneinde deze monding, bij beperkte zichtbaarheid, beter zichtbaar te maken. Op de noordelijke hoek wordt een rood isofaas flikkerlicht van 6 sec. getoond, op de zuidelijke hoek een groen isofaas flikkerlicht van 6 sec. Deze signalisatie wordt getoond in samenhang met de afbakeningsverlichting op het kanaal van Gent naar Terneuzen.
- Bericht nr. 9/3 d.d. 28 februari 2007 Wegens aanslibbingen in de Moervaart, opwaarts de Dambrug in Moerbeke Waas tot Lokeren is de maximale diepgang beperkt tot 1,40 m en dit tot nader bericht. Dit bericht vervangt het vorige bericht nr. 22/4 van 28/05/2003.
21. Netekanaal - Bericht nr. 44/1 d.d. 8 november 1995 Ingevolge het afsluiten van de vertakking van Emblem, wordt het bij wijze van proef vanaf heden toegelaten af te meren in de vertakking van Emblem na het aanvragen en bekomen van een toelating hiertoe, zulks in afwijking van Art. 11 van het Bijzonder Reglement van het Netekanaal.
- Bericht nr. 3/4 d.d. 19 januari 2000 De schipperij wordt eraan herinnerd dat de passantenplaats t.h.v. Brug 3 Lier-Aarschot enkel voor de pleziervaart en niet voor de beroepsvaart (binnenvaart) dient. De scheepvaart wordt verzocht om met de nodige voorzichtigheid voorbij te varen.
- Bericht nr. 25/9 d.d. 22 juni 2005 De aandacht van de waterweggebruiker wordt uitdrukkelijk gevestigd op het feit dat uit recente metingen blijkt dat de vrije hoogte van de brug van Mol-ter-Nete in Nijlen beperkt is tot 5,60 m. Van de Brug van Mol-ter-Nete tot aan de benedendeuren van de sluis in Duffel is de vrije hoogte 6,90 m. De waterweggebruikers dienen hier rekening mee te houden.
22. Kleine Nete NIHIL
40
23. Kanaal van Plassendale naar Nieuwpoort - Bericht nr. 40/1 d.d. 4 oktober 2006 De scheepvaartseinen op het Kanaal Plassendale-Nieuwpoort ter hoogte van de brug van de A10 autoweg in Oudenburg, die de beurtelingse doorvaart onder deze brug regelen, zijn verwijderd en werden vervangen door de signalisatieborden types A4 – ontmoeten en voorbijlopen verboden en B11a – verplichting gebruik te maken van de marifoon. De doorvaart dient te gebeuren in overeenstemming met de bij Algemeen Scheepvaartreglement vastgestelde voorschriften.
24. Verbindingskanaal van Gent - Bericht nr. 35/1 d.d. 30 augustus 2000 In het bericht nr. 34/1 van 23 augustus 2000 werd reeds gemeld dat de Wondelgemstraatbrug van op afstand bediend wordt sinds maandag 21 augustus 2000. Dit gebeurt van op de Meulestedebrug gelegen op het Kanaal van Gent naar Terneuzen. Meulestedebrug is ook telefonisch te bereiken op het nr. 09-253 81 20.
- Bericht nr. 50/3 d.d. 13 december 2006 Op het Verbindingskanaal in Gent zijn er vanaf heden 2 zones voorzien als tijdelijke ligplaats uitsluitend voor de actieve beroepsvaart. De zones worden afgebakend door twee aanwijzingstekens P (type E5) met richtingaanwijzers (type F2a). De eerste zone situeert zich langs de Gasmeterlaan, rechteroever, vanaf enkele meters afwaarts de Nieuwevaartbrug over een lengte van 130 m afwaarts. De tweede zone situeert zich eveneens op rechteroever tussen 100 m afwaarts de Wondelgemstraatbrug en de oude draaibrug (spoorbrug) over een lengte van ongeveer 150 m. Het is enkel voor de actieve beroepsvaart toegelaten om beperkt in tijd binnen deze zones ligplaats te nemen aan de zijde waar het bord is geplaatst. De waterweggebruikers worden verzocht deze signalisatie stipt op te volgen.
25. Kanaal van Roeselare naar de Leie - Bericht nr. 42/4 d.d. 23 oktober 1996 Met ingang van 23 oktober 1996 en als proef worden de maximum toegelaten afmetingen en de diepgang van de vaartuigen als volgt vastgesteld: 1° In de havenkom van Roeselare (tussen het begin van het kanaal tot een punt 300 meter. afwaarts van de Bruanebrug) : - lengte:
- breedte:
- diepgang:
80,00 meter 8,20 meter 2,80 meter(4)
4 Gewijzigd van 2,50 meter naar 2,80 meter met het bericht aan de schipperij nr.14/1 d.d. 7 april 2004.
41
Hierbij dient evenwel rekening gehouden te worden met volgende beperkende voorwaarden:
De vaartuigen die langer zijn dan 55 meter kunnen niet zwaaien in de haven van Roeselare en moeten derhalve dit manoeuvre uitvoeren in de zwaaikom stroomafwaarts van de Bruanebrug nabij de havenkom.
Bijgevolg kunnen zij aldus de haven aandoen of verlaten op de volgende wijze: a) zwaaien in de gemelde kom, achterwaarts de haven binnenvaren en voorwaarts eruit varen. b) voorwaarts de haven invaren, achterwaarts eruit varen en zwaaien in de voormelde kom om dan de vaart op het kanaal hervatten.
De maximum toegelaten snelheid der vaartuigen in de havenkom wordt vastgesteld op 3,6 km/u.
2° Tussen een punt op 300 meter afwaarts van de Bruanebrug en de monding van het kanaal in de Leie in Ooigem:
- lengte:
- breedte:
- diepgang:
110,00 meter; 11,50 meter; 2,80 meter (5)
- Bericht nr. 28/3 d.d. 13 juli 2005 De waterweggebruikers worden ervan in kennis gesteld dat zij op het Kanaal Roeselare-Leie, ingevolge een beschadigde damwand op de rechteroever, 100 m opwaarts de Dorpsbrug van Ingelmunster, de volgende voorschriften dienen na te leven:
De schepen moeten aldaar zoveel als mogelijk de rechteroever vermijden;
De locatie dient met de nodige voorzichtigheid te worden benaderd, en de snelheid dient aldaar zo aangepast/verminderd te worden om geen hinderlijke golfbewegingen te veroorzaken.
De locatie van de beschadigde damwand is gekenmerkt met een boei.
26. IJzer opwaarts de Langebrug in Nieuwpoort - Bericht nr.18/4 d.d. 30 april 2002 De begrenzing van de vaargeul voor de scheepvaart en gemotoriseerde pleziervaart op het Spaarbekken in Nieuwpoort wordt: 1) langs de zijde van de IJzer aangegeven door rood/witte boeien die men afvarend over stuurboord moet laten liggen. 2) langs de zijde van de toegangsgeul naar de Sint-Jorissluis aangegeven door de witte staketsels langs beide zijden. Het vaargebied op het Spaarbekken wordt voor de niet gemotoriseerde pleziervaart (plankzeilen, opleiding zeilvaart, …) beperkt tot de zone tussen de rechteroever en de rood/witte boeien langs de zijde van de IJzer en de opwaartse witte staketsels langs de zijde van de toegangsgeul tot de Sint-Jorissluis. Het is voor deze verboden zich in de vaargeul van de scheepvaart en gemotoriseerde pleziervaart te begeven.
- Bericht nr. 23/3 d.d. 5 juni 2002 De maximum toegelaten snelheid op het Kanaal van Nieuwpoort naar Duinkerken, de IJzer, het Kanaal van Ieper naar de IJzer en het Lokanaal wordt ingesteld op 7 km/uur.
5 Gewijzigd van 2,50 meter naar 2,80 meter met het bericht aan de schipperij nr.14/1 d.d. 7 april 2004.
42
- Bericht nr. 11/6 d.d. 16 maart 2005 De waterweggebruikers worden ervan in kennis gesteld dat de doorvaart aan de Tervaetebrug vanaf 16 maart 2005 24/24 uur mogelijk is. Er is iedere dag bediening ter plaatse van 9.00 uur tot 19.00 uur. Buiten deze uren wordt de bediening waargenomen door een mobiele ploeg bereikbaar op telefoonnummer 058-23 30 50. Tussen 19.00 uur en 9.00 uur kunnen beperkte wachttijden voorkomen. Dit bericht vervangt en vernietigt het bericht nr. 45/6 d.d. 10 november 2004 betreffende de bediening van deze brug.
27. Kanaal van Ieper naar de IJzer - Bericht nr. 18/3 d.d. 30 april 2002 Aansluitend bij het bericht nr. 21/7 van 23 mei 2001 wordt medegedeeld dat de diepgang tussen de monding van de Martjesvaart en de Driegrachtenbrug in Merkem opnieuw 1,20 m bedraagt. De vaargeul aldaar is over een afstand van ± 200 m afgebakend volgens de CEVNI normering door middel van groene en rode staakbakens, wat betekent dat niet buiten de afgebakende vaargeul gevaren mag worden. Afwaarts de sluizen Boezingesas en Boezingedorp werd eveneens de vaargeul volgens deze normering afgebakend over een afstand van ± 50 m. De afgebakende vaargeul moet gepasseerd worden zoals voorgeschreven in deze normering. Dit wil zeggen dat opvarend de groene bakens langs links gepasseerd moeten worden en men deze dus over stuurboord moet laten liggen. Er wordt de aandacht op gevestigd dat ter hoogte van deze zones langzaam gevaren dient te worden. De snelheid wordt beperkt tot 5 km/u.
- Bericht nr. 27/1 d.d. 2 juli 2003 De scheepvaart wordt eraan herinnerd dat de diepgang op het kanaal van Ieper naar de IJzer 1,20 meter bedraagt. Gezien de smalle vaargeul wordt aangeraden langzaam te varen.
28. Kanaal van Nieuwpoort naar Duinkerken (Belgisch gedeelte) NIHIL
29. Kanaal van Lo NIHIL
30. Kanaal van Veurne naar St. Winoxbergen (Belgisch gedeelte) NIHIL
43
31. Kanaal van Brussel naar Charleroi
NIHIL
32. Kanaal van Leuven naar de Dijle - Bericht nr. 4/28 d.d. 5/1/2000 Sluis Kampenhout, Tildonk, Boortmeerbeek, Battel en Zennegat - Gebruik van haalkommen. Het is verboden voor de beroepsscheepvaart de kleine haalkommen in de sluismuren te gebruiken voor het aanmeren tijdens de versassingen.
- Bericht nr. 49/2 d.d. 7 december 2005 Ingevolge het vergroten van de waterdiepte aan de Zennegatsluis wordt de scheepvaart hierbij in kennis gesteld dat de bedieningstijden vanaf 1 december 2005 zullen gewijzigd worden als volgt: Bediening Zennegatsluis
Van maandag tot vrijdag van 6.00 uur tot 24.00 uur en op zaterdag van 6.00 uur tot 22.00 uur, doch enkel in de periode van vier uur vóór tot vier uur na hoogwater.
Op zon- en wettelijke feestdagen, met uitzondering van Pasen, Pinksteren, 1 januari, 1 mei, 1 november en 25 december gebeurt de bediening rekening houdend met het tij van 7.00 uur tot 13.00 uur.
Beperkingen
Op 26 december begint de bediening op z’n vroegst om 9.00 uur.
Op de vooravond van Pasen, op 24 december en op 31 december eindigt de bediening uiterlijk om 18.00 uur.
De bedieningstijden van de overige sluizen en bruggen van het kanaal Leuven-Dijle blijven ongewijzigd, namelijk: Bediening sluizen en bruggen kanaal Leuven-Dijle, uitgezonderd Zennegatsluis
in de periode van 16 maart tot en met 30 september
Van maandag tot vrijdag van 7.00 uur tot 19.00 uur.
Op zaterdag van 7.00 uur tot 17.00 uur.
in de periode van 1 oktober tot en met 15 maart
Van maandag tot vrijdag van 8.00 uur tot 18.00 uur.
Op zaterdag van 8.00 uur tot 17.00 uur.
Beperkingen
Op 26 december begint de bediening op zijn vroegst om 9.00 uur.
Op 30 april eindigt de bediening uiterlijk om 18.00 uur.
In de regel worden de kunstwerken op zon- en wettelijke feestdagen niet bediend.
Voor de pleziervaart worden evenwel in de periode van 1 mei tot en met einde september de sluizen en bruggen op zon- en wettelijke feestdagen bediend van 10.00 uur tot 18.00 uur.
De juiste informatie hieromtrent wordt elk jaar via aparte berichten verspreid.
44
- Bericht nr. 37/4 d.d. 13 september 2006 De scheepvaart wordt er van in kennis gesteld dat vanaf heden de waterkrachtcentrales op het kanaal Leuven–Dijle in werking treden. Hierdoor zal in het benedenpand een lichte zijdelingse stroming ontstaan ( ter hoogte van de metalen cabines) die mogelijk voelbaar is tijdens het in– en uitvaren van de sluizen.
33. Zeekanaal van Brussel naar de Schelde - Bericht nr. 2005-09 d.d. 9 maart 2005 De waterweggebruikers van Zeekanaal Brussel-Schelde en Kanaal naar Charleroi worden ervan in kennis gesteld dat vanaf heden de aankoop van waterwegvignetten kan gebeuren in de ontvangstkantoren in Wintam en Lembeek. Er kunnen geen waterwegenvignetten worden aangekocht aan de sluis in Klein-Willebroek.
- Bericht nr. 2006-01 d.d. 23 januari 2006 De scheepvaart wordt er aan herinnerd dat het verboden is om de vaargeul t.h.v de Boulevardbrug op rechteroever te gebruiken en dit conform de geldende scheepvaartsignalisatie ter plaatse. Tevens blijft ter beveiliging van de aangaande infrastructuurwerken ter plaatse de maximum doorvaartsnelheid beperkt tot 5 km/uur.
45
46
Hoofdstuk III: Pleziervaart
- Bericht nr. 28/2 d.d. 12 juli 1995 De passagiers- en pleziervaart wordt ervan in kennis gesteld dat vanaf 8 juli 1995 bij wijze van proef het afmeren aan de vlotsteiger Palingplaat (rechtover Royerssluis), op Antwerpen linkeroever, wordt toegelaten. Deze steiger is volledig voorbehouden voor passagiers- en pleziervaart. Voor de overige scheepvaart is het verboden aan te leggen aan deze steiger. De afwaartse helft van de rivierzijde van de steiger wordt voorbehouden voor in- en ontschepen van lijnschepen die volgens een vast uurrooster varen. De opwaartse helft van de rivierzijde van de steiger wordt voorbehouden voor in- en ontschepen van passagiersvaart met een maximum meertijd van 2 uur, met voorrang voor in- en ontschepen. Het overnachten op de steiger is toegelaten na het aanvragen en bekomen van een toelating, en mits in achtname van de voorrang van in- en ontschepen, en van de lijnschepen. Het achterste gedeelte van de steiger wordt voorbehouden voor de pleziervaart waarbij de maximale duurtijd van het afmeren is bepaald op 18 uur. De maximum toegelaten afmeting der schepen: Langs de rivierzijde: 15 meter. Langs de achterzijde: Mag niet breder gemeerd worden dan aangegeven op de loopbrug. Indien het bord “Aanleggen verboden” wordt getoond, mag de steiger niet gebruikt worden.
- Bericht nr. 9/2 d.d. 28 februari 2001 Vanaf 1 maart 2001 zijn de ondervermelde snelvaartvakken in de afdeling Bovenschelde van toepassing:
Waterweg
nr
vak
Boven-Schelde
1
Van 2 km afwaarts de sluis in Kerkhove tot 5 km afwaarts deze sluis;
2
Vanaf Lotharingenbrug tot 500 meter opwaarts sluis in Asper dit
over een afstand van 10 km;
3
Vanaf Gaverebrug tot Zwijnaarde B4 dit over een afstand van 10 km;
3a
Vanaf monding kanaal van Bossuit naar Kortrijk tot afwaarts brug
Avelgem - Escanaffles dit over een afstand van 1.300 meter;
Kanaal van Gent
4
Tussen Bierstalbrug in Lovendegem en Durmebrug in Merendree;
naar Oostende
5
Tussen de zwaaikom in Aalter en een denkbeeldige lijn van de
punt van de landtong tussen oude kanaalarm en nieuw kanaal in
Beernem en loodrecht staand op de rechteroever;
Tussen de Ringvaart om Gent en de Bierstalbrug op het
5a
grondgebied Lovendegem;
Zone voorbehouden voor de jet-sport;
47
Ringvaart om Gent
6
Van de Boven-Schelde tot wegbrug W6/S2 in St. Denijs-Westrem;
Afleidingskanaal
7
Tussen stroomafwaarts uiteinde van de kaaimuur op rechteroever in
der Leie
Deinze en de wegbrug in Landegem;
TER INFORMATIE Kanaal van Gent
8
Tussen de monding van de arm van Langerbrugge en het rood
naar Terneuzen
bakenlicht op de noordelijke hoek van de ingang van het
Rodenhuizendok;
(Bron: Administratie Waterwegen en Zeewezen)
Leie (Belgisch gedeelte)
Het vak begrepen tussen 1.700 meter opwaarts en
9
300 meter opwaarts de brug in Wervik;
Het vak begrepen tussen de viaduct van de Ring Kortrijk-Harelbeke
10
en de Kuurnebrug in Harelbeke;
Afwaarts pompstation te Ooigem over een afstand van 1.250 meter;
10a
Zone voorbehouden voor de jet-sport;
Het vak begrepen tussen 2.900 meter opwaarts en
10b
200 meter opwaarts de brug van St. Eloois-Vijve;
Kanaal van Roeselare
Tussen de zwaaikom in Izegem en de vaste brug “Schaapsbrug” in
11
naar de Leie
Roeselare-Rumbeke ;
Tussen de Wantebrug in Ingelmunster tot 50 meter opwaarts de
12
sluis in Ooigem;
Kanaal van Kortrijk
De zone tussen de sluis in Bossuit en Moen van
13
naar Bossuit
200 meter afwaarts sluis Bossuit tot aan de brug in Moen.
De maximum toegelaten snelheid bedraagt bij wijze van proef 60 km/uur.(6) Bij het kruisen van een varend, lossend of gemeerd schip zal de snelheid verminderd worden tot 10 km/u. In deze vakken is het verboden met hoge snelheid te varen op minder dan 8 meter uit de oever. De nodige signalisatie wordt aangebracht om de bedoelde zones af te bakenen. De snelvaart wordt toegelaten in de volgende periodes: van maandag tot vrijdag van 17.00 uur tot zonsondergang; - op zaterdag, zon- en feestdagen van zonsopgang tot zonsondergang. De zones 5a en 10a worden voorbehouden voor de jet-sport.
6 De maximum toegelaten snelheid werd bij wijze van proef aangepast van 40 km/uur naar 60 km/uur met de berichten aan de schipperij nr.17/6, 17/7, 17/8, 17/9, 17/10, 17/11, 17/12 d.d. 28 april 2005
48
- Bericht 20/4 d.d. 21 mei 1997 Op de aan tij-onderhevige waterwegen is snelvaart toegelaten op de hiernavolgende gedeelten: 1. Boven-Zeeschelde: stroomafwaarts de brug in Dendermonde
Binnen dit gebied worden volgende zones, voor wat snelvaart betreft, voorbehouden aan de jetsport: a) Van afwaarts de kil van Mariekerke over een afstand van ongeveer 1.000 meter naar afwaarts. De zone is beperkt tot een breedte van 40 meter gelegen langs de rechteroever en buiten het vaarwater. Ter plaatse wordt de minimum afstand aangegeven die vanaf de oever moet aangehouden worden, rekening houdend met de stand van het getij; b) Van 300 meter afwaarts de veersteiger van Weert over een afstand van ongeveer 1.000 meter naar afwaarts. De zone is beperkt tot een breedte van 40 meter gelegen langs de rechteroever en buiten het vaarwater. Ter plaatse wordt de minimum afstand aangegeven die vanaf de oever moet aangehouden worden, rekening houdend met de stand van het getij. De nodige signalisatie om bedoelde zones af te bakenen is aangebracht.
2. Durme : Stroomafwaarts de brug in Hamme 3. Rupel : ganse lengte 4. Beneden-Nete : stroomafwaarts de autosnelwegbrug in Walem
De maximum toegelaten snelheid bedraagt 60 km/uur.
Bij het kruisen van een ander vaartuig (zowel beroeps- als pleziervaart), hetzij varend, ladend/ lossend, afgemeerd of voor anker liggend, zal de snelheid verminderd worden tot 10 km/uur.
Aan alle veerdiensten dient de geldende snelheidsbeperking van 7 km/uur nageleefd te worden.
De snelvaart is slecht toegelaten op minimum 10 meter uit de oever.
De snelvaart wordt toegelaten in de periode van zonsopgang tot zonsondergang.
Deze regeling gaat in, bij wijze van proef, met ingang van 1 juni 1997.
- Bericht nr. 20/5 d.d. 15 mei 2002 Vanaf 15 mei 2002 wordt de “Jachthaven Coupure” opnieuw in gebruik genomen. Vanaf deze datum dient de toegang tot de jachthaven aangevraagd te worden bij de exploitant op het telefoonnummer: 0477-37 46 44 of via VHF kanaal 18. De toegang kan ook aangevraagd worden via de Bedieningscentrale Kruispoort op VHF kanaal 18 of op het telefoonnummer: 050-35 35 59.
- Bericht nr. 21/1 d.d. 22 mei 2002 Aansluitend bij het bericht nr. 20/5 van 15 mei 2002 wordt medegedeeld dat de “IJzeren Hekkenbrug” die toegang verleent tot de “Jachthaven Coupure”, bediend wordt om 9.00 uur, 11.00 uur, 13.00 uur, 15.00 uur en 17.45 uur. De toegang tot de jachthaven dient aangevraagd bij de exploitant op telefoonnummer: 0477-37 46 44 of via VHF kanaal 18. De toegang kan ook aangevraagd worden via de Bedieningscentrale Kruispoort op VHF kanaal 18 of op telefoonnummer: 050-35 35 59.
- Bericht nr. 33/4 d.d. 13 augustus 2003 Vanaf dinsdag 12 augustus 2003 is het voor de pleziervaart verboden aan te meren tussen de Kruispoortbrug en de Dammepoortsluis in de doortocht van Brugge. De betreffende zone wordt aangegeven door middel van de borden A5. Uitzonderingen worden plaatselijk aangeduid met onderborden met aanvullende aanduidingen.
49
- Bericht nr. 17/6 d.d. 28 april 2004 De waterweggebruikers worden ervan in kennis gesteld dat de maximum toegelaten snelheid voor motorplezierboten tijdens de periodes voorzien voor snelvaart bij wijze van proef verhoogd wordt tot 60 km/u in de volgende snelvaartvakken gelegen in het Kanaal van Roeselare naar de Leie:
tussen de zwaaikom in Izegem en de vaste brug “Schaapsbrug” in Roeselare-Rumbeke;
tussen de Wantebrug in Ingelmunster tot 50 m opwaarts de sluis in Ooigem.
De snelvaarders worden gewezen op het artikel 9bis en in het bijzonder op artikel 9bis § 5 van de voorschriften betreffende de politie en de scheepvaart. Hierin wordt gesteld dat “Snelvarende plezierboten hun snelheid zodanig moeten regelen dat zij geen schadelijke golfslag veroorzaken”.
- Bericht nr. 29/4 d.d. 20 juli 2004 De pleziervaarders worden ervan in kennis gesteld dat in afspraak met het stadsbestuur en teneinde de verkeershinder te beperken de bediening vanaf de brug van Steenbrugge en de Nieuwwegebrug (Kanaal van Gent naar Oostende) in konvooi zal gebeuren met dien verstande dat de bediening van die bruggen zal gebeuren één uur na de aanmelding van een eerste pleziervaartuig of één uur na de passage van een vrachtschip. De pleziervaarders mogen immers steeds in konvooi meevaren met een vrachtschip.
- Bericht nr. 13/8 d.d. 29 maart 2006 (ENKEL PLEZIERVAART) Op 21 maart 2006 is verschenen in het Belgisch Staatsblad:
Het besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het scheepvaartreglement voor het kanaal Brussel – Schelde, 18 november 2005;
Het besluit van de Vlaamse Regering tot bekrachtiging van het tariefreglement voor het kanaal Brussel – Schelde, 18 november 2005.
Beide besluiten bevatten wijzigingen en aanvullingen op het ‘Reglement betreffende het zeekanaal van Brussel naar de Rupel en de haveninrichtingen van Brussel, KB van 18 augustus 1975 voor wat het gedeelte behorend tot het Vlaamse Gewest betreft. Tevens vervangen beide besluiten het bijzonder reglement ‘Dok van Vilvoorde’ en houden ze wijzigingen in aan de regelgeving op het tot het Vlaamse Gewest behorende gedeelte van het Kanaal naar Charleroi. Beide besluiten zijn van toepassing vanaf 21 maart 2006.
- Bericht nr. 13/9 d.d. 29 maart 2006 (ENKEL PLEZIERVAART) De sluis in Klein-Willebroek is vanaf heden opnieuw geopend. Ze verbindt het Zeekanaal met de Rupel. Deze sluis wordt bediend voor jachten, pleziervaart en passagiersvaart tussen zonsopgang en zonsondergang (officiële tijden Ukkel) en dit van drie uren voor tot drie uren na hoog water op de Rupel. Schutperiodes van minder dan 30 minuten na zonsopgang en voor zonsondergang komen om veiligheidsredenen te vervallen. Pleziervaart en passagiersvaart worden verzocht maximaal gebruik te maken van de sluis in Klein Willebroek.
50
- Bericht nr. 14/3 d.d. 5 april 2006 De waterweggebruikers worden ervan in kennis gesteld dat vanaf heden de Brusselsepoortsluis op de Boven-Schelde en de Lousbergbrug op de Visserijvaart in Gent van maandag tot en met zaterdag bediend worden tussen 9.00 uur -18.00 uur. De bediening zal plaatsvinden door een mobiele ploeg die te bereiken is op het nummer: GSM 0477/58.18.04. Tijdens het pleziervaartseizoen worden deze evenwel ook bediend op zondag tussen 10.00 uur - 18.00 uur. Wachttijden tot 30 min. zijn mogelijk.
51
52
DEEL 2: nv De Scheepvaart
Berichten geldig op de bevaarbare waterwegen beheerd door nv De Scheepvaart
Hoofdstuk I: Algemene berichten - Bericht nr. 24/1980 d.d. 31 maart 1980 Strijd tegen verontreiniging van het kanaalwater Wegens de steeds toenemende verontreiniging van het kanaalwater wordt de aandacht van de schipperij gevestigd op volgende punten: 1. het is ten strengste verboden bilge-water in het kanaal te lozen; 2. het dek van de schepen dient regelmatig schoongemaakt; 3. bij het lossen van olie, meer bepaald bij de aan- en afkoppeling van de toevoerleiding, dient de nodige voorzichtigheid aan de dag gelegd; 4. het storten van huishoudelijk afval in het kanaal is uiteraard uit den boze. Een duidelijke mentaliteitswijziging van de schipperij is noodzakelijk. Zowat één miljoen mensen (wellicht ook uzelf ?) betrekken hun drinkwater uit het kanaal. Elke vorm van verontreiniging van het water dient met alle middelen te worden bestreden. Daar kunt u ernstig aan meewerken. U wordt vriendelijk maar met aandrang verzocht om elke verontreiniging te signaleren aan het personeel van nv De Scheepvaart. In de toekomst zal er trouwens een streng politietoezicht uitgeoefend worden door nv De Scheepvaart. Nv De Scheepvaart rekent echter op de milieubewuste medewerking van de schipperij, zodat repressief optreden tot een strikt minimum kan worden beperkt.
- Bericht nr. 1/1982 d.d. 4 januari 1982 Nachtvaart op de kanalen beheerd door nv De Scheepvaart Met ingang van 1 april 1982 wordt de nachtvaart als volgt gereglementeerd : De continuvaart is toegestaan van maandagmorgen 6.00 uur tot zaterdagavond 22.00 uur uur op het Albertkanaal, het kanaal van Dessel naar Kwaadmechelen, de Zuid-Willemsvaart, het kanaal van Bocholt naar Herentals (sectie Bocholt-Kom van Dessel) en op het kanaal van Briegden naar Neerharen. Vanaf 1 april 1982 is nachtvaart verboden op het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, op het kanaal naar Beverlo en op het kanaal van Bocholt naar Herentals (sectie Dessel-Herentals). Voor wat betreft de kunstwerken op het kanaal Briegden-Neerharen en het kanaal Bocholt-Herentals (sectie Blauwe Kei-Dessel), deze zullen tot nader bericht niet worden bediend. Alle bestaande toelatingen voor het varen buiten de reglementaire uren zijn niet meer geldig vanaf 1 april 1982. N.B. Dit bericht is aangepast volgens het bericht nr. 96/2003.
53
- Bericht nr. 2/1982 d.d. 4 januari 1982 Algemene voorwaarden bij nachtvaart 1)
Het schip varende buiten de reglementaire uren, tijdens de schemering en de duisternis, moet voorzien zijn van de lichten voorgeschreven door artikel 12 van het Algemeen Reglement der Scheepvaartwegen van het Koninkrijk.
Het schip moet voorzien zijn van een schijnwerper (phare). Die schijnwerper mag niet langer gebruikt worden dan nodig om de toestand te herkennen en de bruggen en hindernissen voorbij te varen. Bij het kruisen van een ander varend schip, moet de schijnwerper gedoofd worden, of tenminste vervangen worden door een andere niet verblindende schijnwerper.
2)
Het schip zal zijn vaart vertragen bij het naderen van elk gemeerd schip en moet zijn doorvaart door seinen doen kennen bij het naderen van wijkplaatsen, bruggen of andere ligplaatsen voor vaartuigen.
De aandacht van de verkrijger wordt gevestigd op artikel 18 van het bijzonder reglement der kanalen van de lijn Luik-Antwerpen en vertakkingen, houdende verordening op de snelheid der vaartuigen.
3)
De verkrijger moet zich schikken naar al de voorwaarden die hem opgelegd worden door nv De Scheepvaart.
Een schip dat aan nachtvaart doet en dat zijn bestemmingshaven voor lossen of laden nog niet heeft bereikt, mag zijn reis niet onderbreken op minder dan twee kilometer voorbij de laatste sluis waar het schip is doorgevaren.
De sluizen in Genk, Diepenbeek en Hasselt worden als één enkele sluis beschouwd.
4)
Te allen tijde kan verbod van varen buiten de reglementaire uren worden opgelegd, zonder dat het Bestuur de redenen van het verbod dient kenbaar te maken.
N.B. Dit bericht is gewijzigd volgens het bericht nr. 96/2003.
- Bericht nr. 32/1982 d.d. 7 mei 1982 Verschuldigde scheepvaartrechten voor schippers, die wegens onderhouds- of herstellingswerken van meer dan 48 uur op de kanalen beheerd door nv De Scheepvaart, een langere reisweg moeten kiezen Wanneer nv De Scheepvaart omwille van onderhouds- of herstellingswerken op zijn kanalennet stremmingen oplegt, die meer dan 48 uur bedragen, wordt qua scheepvaartrechten vanaf heden volgende regeling getroffen: voor de schepen die omwille van dergelijke stremmingen een omweg dienen te maken, gebeurt de berekening van de scheepvaartrechten op basis van het traject dat zou gevolgd worden zonder scheepvaartonderbreking.
- Bericht nr. 13/1986 d.d. 21 april 1986 Veiligheidsafstand t.o.v. hoogspanningslijnen in dwarsing met het kanaal De schippers worden erop attent gemaakt dat t.h.v. hoogspanningslijnen die over het kanaal zijn gespannen, een minimale veiligheidsafstand van 6m70, tussen de hoogspanningsgeleider en het uiterste punt van het schip, dient in acht genomen te worden. Vermits deze lijnen zich 20 m boven het kanaal bevinden dient de hoogte van het schip, masten inbegrepen, beperkt te zijn tot 13m30. Als voormelde veiligheidsafstand niet wordt geëerbiedigd, kan er een vlamboog ontstaan tussen de geleider en het schip, die de veiligheid van de opvarenden in gevaar kan brengen.
54
- Bericht nr. 4/1987 d.d. 22 januari 1987 Controle van vaarvergunning en kwijting – overmaken van inlichtingen aan de kunstwerken Na regularisatie van het vooraankondigingssysteem zijn vanaf 01.02.1987 volgende schikkingen van kracht op het Albertkanaal en aan de sluis 10N te Herentals:
De schipper dient zich aan te melden op de eerste controlepost of het eerste ontvangstkantoor van de reis op ons net voor het vereffenen der scheepvaartrechten;
Zo er geen ontvangstkantoor of controlepost op de reis ligt zullen de rechten vereffend worden aan het dichtstbijgelegen kantoor of controlepost;
Als de scheepvaartrechten vereffend zijn dient de schipper zich nog slechts te melden op het laatste kantoor of controlepost van zijn reis op ons net;
De vooraangekondigde schepen zullen nog slechts bij wijze van steekproef gecontroleerd worden. Bij deze controle is de schipper wel verplicht de nodige documenten voor te leggen;
Schepen die niet vooraangekondigd zijn zullen gecontroleerd worden op initiatief van het sluispersoneel (aan het schip);
Om het vooraankondigingssysteem goed te laten lopen zal evenwel meer aandacht besteed worden aan het invullen van de kwijtingen en dient de schipper alle gevraagde documenten voor te leggen en de juiste inlichtingen te verstrekken;
De witte formulieren voor de gegevens van het scheepvaartboekje worden vanaf 01.02.1987 afgeschaft.
- Bericht nr. 26/1987 d.d. 20 augustus 1987 Stilleggen van schroef tijdens schuttingen - meren van schepen in de sluizen De schippers worden herinnerd aan de bepalingen van artikel 25 van het Algemeen Reglement der Scheepvaartwegen van het Koninkrijk waarbij zij verplicht zijn hun schip tijdens de schuttingen zowel vóór - als achteraan te meren. Bovendien is het verboden tijdens de schuttingen de schroef te laten draaien. Bij overtreding van voormelde bepalingen zal proces-verbaal worden opgesteld.
- Bericht nr. 5/1988 d.d. 14 maart 1988 Drinkwatervoorzieningen ten behoeve van de schipperij De schipperij wordt ervan op de hoogte gebracht dat op de volgende plaatsen gelegen langs de kanalen beheerd door nv De Scheepvaart, voorzieningen voor het nemen van drinkwater ter beschikking worden gesteld: Albertkanaal:
Genk, opwaarts de sluis;
Wijnegem: sluis;
Straatsburgdok: Oostkaai aangeduid met pictogram;
Merksem: Zuidkaai brug 1;
tussen de bruggen van Deurne-Bal en de ingang van de Dokken van Merksem rechteroever.
Zuid-Willemsvaart
Smeermaas: oud douanekantoor;
Eisden-Maasmechelen: kleine kom;
Bree: aanlegsteiger;
Bocholt: sluis 17.
55
Kanaal Bocholt-Herentals
Herentals : opwaartse steiger sluis 10N;
Lommel : opwaarts sluis 1 (zuidwestoever kom Blauwe Kei);
Dessel : opwaarts sluis 4 (*).
Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten
Rijkevorsel: sluis 1;
Turnhout: brug 2 (*);
Schoten: sluis 10.
Kanaal Briegden-Neerharen
Lanaken: sluis;
Neerharen: opwaarts steiger sluis.
(*) Aanpassing volgens bericht nr.10/1994 dd. en bericht nr. 46/1997.
- Bericht nr. 29/1990 d.d. 26 september 1990 I. Bedieningsuren van de kunstwerken en scheepvaarturen Artikel 1.- Bedieningsuren van de kunstwerken Albertkanaal Op het Albertkanaal worden de kunstwerken doorlopend bediend van zondag 22.00 uur tot en met zaterdag 22.00 uur. Deze regeling geldt niet voor de bruggen over de Dokken van Merksem, waar volgende bedieningsuren van toepassing zijn : Bruggen Dokken van Merksem van maandag tot en met zaterdag iedere dag : van 6.00 uur tot 22.00 uur. Kanaal van Bocholt naar Herentals Van 16 maart tot 30 september: van maandag tot en met vrijdag iedere dag: van 6.00 uur tot 22.00 uur. Van 1 oktober tot 15 maart : van maandag tot en met vrijdag iedere dag: van 6.00 uur tot 21.00 uur. Gedurende het ganse jaar op zaterdag van 7.00 uur tot 15.00 uur. Kanaal van Briegden naar Neerharen Van 16 maart tot 30 september: van maandag tot en met vrijdag iedere dag: van 6.00 uur tot 22.00 uur. Van 1 oktober tot 15 maart: van maandag tot en met vrijdag iedere dag: van 6.00 uur tot 21.00 uur. Gedurende het ganse jaar op zaterdag: van 7.00 uur tot 15.00 uur. Kanaal van dessel, over Turnhout, naar Schoten - van 16 maart tot 30 september : van maandag tot en met vrijdag iedere dag van 6.00 uur tot 20.00 uur; - van 1 oktober tot 15 maart : van maandag tot en met vrijdag iedere dag van 8.00 uur tot 17.00 uur; - op zaterdag worden de kunstwerken het ganse jaar bediend van 7.00 uur tot 15.00 uur.
56
Zuid-Willemsvaart van 16 maart tot 30 september : van maandag tot en met vrijdag iedere dag : van 6.00 uur u tot 22.00 uur. van 1 oktober tot 15 maart : van maandag tot en met vrijdag iedere dag : van 6.00 uur tot 21.00 uur. Gedurende het ganse jaar op zaterdag van 7.00 uur tot 15.00 uur. Artikel 2.-Scheepvaarturen Albertkanaal De scheepvaart is doorlopend toegelaten vanaf zondag 22.00 uur tot en met zaterdag 22.00 uur. Kanaal naar Beverlo van 16 maart tot 30 september : van maandag tot en met zaterdag iedere dag : van 4.00 uur tot 24.00 uur. van 1 oktober tot 15 maart : van maandag tot en met zaterdag iedere dag : van 5.00 uur tot 23.00 uur. Kanaal van Bocholt naar Herentals a)
sectie Bocholt-Dessel
Continu van maandag 6.00 uur u tot en met zaterdag 22.00 uur (voor schepen tot 80 m lengte)
b)
sectie Dessel-Herentals
van 16 maart tot 30 september
van maandag tot en met zaterdag iedere dag van 6.00 uur tot 22.00 uur.
van 1 oktober tot 15 maart
van maandag tot en met zaterdag iedere dag van 6.00 uur tot 21.00 uur.
Kanaal van Briegden naar Neerharen continu van maandag 6 uur tot en met zaterdag 22.00 uur. Kanaal van dessel naar Kwaadmechelen continu van maandag 6 uur tot en met zaterdag 22.00 uur. Kanaal van dessel, over Turnhout, naar Schoten van 16 maart tot 30 september : van maandag tot en met zaterdag iedere dag : van 6.00 uur tot 20.00 uur van 1 oktober tot 15 maart : van maandag tot en met zaterdag iedere dag : van 8.00 uur tot 17.00 uur. Zuid-Willemsvaart continu van maandag 6.00 uur tot zaterdag 22.00 uur. (voor schepen tot 80 m lengte). Artikel 3.- Bijzondere bepalingen
57
II. Bedienings- en scheepvaarturen op de wettelijke feestdagen 1. Bedieningsuren van de kunstwerken De sluizencomplexen worden op de wettelijke feestdagen als volgt bediend: Wettelijke feestdag
Bediening
Opmerkingen
1 januari: Nieuwjaar
niet bediend
op de vooravond van Nieuwjaar:
bediend tot 18.00 uur
op 2 januari: bediend vanaf
6.00 uur of vanaf 22.00 uur
indien deze dag een zondag is
Pasen
vooravond Pasen: bediend tot
niet bediend
18.00 uur
Paasmaandag
Bediend vanaf 22.00 uur
1 mei: Feest van de Arbeid
Bediend vanaf 22.00 uur
indien de feestdag op een
zaterdag valt, is er geen
bediening
O.L.H. Hemelvaart
Bediend vanaf 22.00 uur
Pinksteren
niet bediend
Pinkstermaandag
Bediend vanaf 22.00 uur
21 juli: Nationale Feestdag
Bediend vanaf 22.00 uur
indien de feestdag op een
zaterdag valt, is er geen
bediening
15 augustus: O.L.V. Hemelvaart
indien de feestdag op een
bediend vanaf 22.00 uur
zaterdag valt, is er geen
bediening
1 november: Allerheiligen
indien de feestdag op een
bediend vanaf 22.00 uur
zaterdag valt, is er geen
bediening
11 november: Wapenstilstand
indien de feestdag op een
bediend vanaf 22.00 uur
zaterdag valt, is er geen
bediening
25 december: Kerstmis
vooravond Kerstmis: bediend
niet bediend
tot 18.00 uur
op 26 december: bediend vanaf
9.00 uur of vanaf 22.00 uur
indien deze dag een zondag is
58
2. Scheepvaarturen De scheepvaart is op de wettelijke feestdagen toegelaten volgens de uurregeling vermeld in P.1. Artikel 4.Tot de bediening van de kunstwerken op de Zuid-Willemsvaart, het kanaal van Bocholt naar Herentals, sectie Dessel-Herentals en het kanaal Dessel over Turnhout naar Schoten, sectie Dessel-sluis 2 Brecht kan op zaterdag na 15.00 uur besloten worden, indien hiertoe een aanvraag voldoende tijdig bij het betrokken districtshoofd wordt ingediend. Artikel 5.De leidende ambtenaar kan voor de duur van ten hoogste 15 dagen, afwijkingen toestaan op voormelde bepalingen indien schepen de panden versperren of dreigen te versperren, om ongevallen te voorkomen, om ‘s lands bevoorrading te verzekeren, om dwingende economische redenen of om het toerisme en het culturele leven te bevorderen. Artikel 6.De volgende berichten zijn ingetrokken:
het bericht nr. 7/1983 van 28 februari 1983
het bericht nr. 15/1984 van 11 mei 1984
het bericht nr. 32/1984 van 21 september 1984
het bericht nr. 31/1984 van 21 september 1984
het bericht nr. 48/1985 van 28 november 1985.
N.B. Dit bericht is aangepast overeenkomstig het bericht nr. 46/1992, het bericht nr. 32/1994, het bericht nr. 9/1995, het bericht nr. 7/1997, het bericht nr. 8/1998 en het bericht nr. 12/2000, het bericht nr. 105/2000 en het bericht nr. 13/2004.
- Bericht nr. 20/1991 d.d. 11 juni 1991 Betalen van scheepvaartrechten Controle van de vaarvergunning en de kwitantie. Vanaf 13 juni 1991 om 10.00 uur worden de systemen voor betaling van de scheepvaart- en havenrechten van nv De Scheepvaart en de haven van Antwerpen gekoppeld. Als gevolg hiervan worden de inningskantoren van nv De Scheepvaart en van de Havendienst in het Straatsburgdok te Antwerpen samengevoegd. Op het sluizencomplex van Wijnegem wordt een nieuw inningskantoor van nv De Scheepvaart ingericht. Dit alles heeft, wat nv De Scheepvaart betreft, voor de schipperij volgende aanpassingen van de bestaande reglementering voor gevolg: A. Betalen van de scheepvaartrechten Vanaf 13 juni om 10.00 uur is de volgende regeling van kracht: 1. De schippers van de opvarende schepen met een bestemming langs het Albertkanaal onder het sluizencomplex in Wijnegem bieden zich voor het betalen van de scheepvaartrechten aan de controlepost in Merksem. 2. De schippers van de opvarende schepen met een bestemming boven het sluizencomplex in Wijnegem of sluis 10 Schoten bieden zich voor het betalen van de scheepvaartrechten aan op het inningskantoor in Wijnegem of de controlepost op sluis 10.
59
3. De schippers van de afvarende schepen met vertrekpunt langs het Albertkanaal onder het sluizencomplex van Wijnegem bieden zich voor het betalen van de scheepvaart- rechten aan op het inningskantoor van de Havendienst in het Straatsburgdok. 4. De schippers van de afvarende schepen met vertrekpunt boven het sluizencomplex in Wijnegem of sluis 10 in Schoten melden zich bij doorvaart in het Straatsburgdok via marifoon bij de Havendienst. De schippers van schepen die niet over marifoon beschikken, bieden zich aan op de controlepost inlon Merksem. B. Controle van de vaarvergunning en kwijting Vanaf 13 juni 1991 om 10.00 uur wordt het systeem van controle van doorvaart door middel van genummerde penningen aan de Albertbrug en aan de Luikbrug afgeschaft. Voor de vaart op het Albertkanaal dienen de schippers zich bij het verlaten van het net enkel nog aan te bieden op het inningskantoor of de controlepost van het net, wanneer dit het laatste inningskantoor of de laatste controlepost van de reis is. Op elke vordering van het bevoegd personeel van nv De Scheepvaart moet elke schipper evenwel alle nodige documenten voorleggen.
- Bericht nr. 48/1994 dd. 8 september 1994 Gebruik van autobanden en trossen touw als wrijfhout of fender De bijzondere aandacht van de schipperij wordt erop gevestigd dat het in principe verboden is om autobanden en trossen touw te gebruiken als wrijfhout of fender. Dit verbod geldt voor alle vaartuigen zowel tijdens het varen op de waterwegen en het doorvaren van kunstwerken als bij het stilliggen of aanmeren van vaste installaties voor korte duur. Het gebruik van autobanden en trossen touw wordt wel toegestaan bij het stilliggen of aanmeren voor lange duur (overnachten, laden, lossen, aanmeren in afwachting van een volgende reis). De schipper dient altijd de nodige voorzorgen te nemen om te beletten dat de autobanden of trossen touw in de waterweg terecht kunnen komen. Dit bericht vervangt het bericht nr. 43/1993 van 12 juli 1993.
- Bericht nr. 50/1996 dd. 19 december 1996 B.T.W.-statuut nv De Scheepvaart De schipperij wordt in kennis gesteld dat ingevolge de toepassing van het Koninklijk Besluit nr. 26 van 2 december 1970 nv De Scheepvaart volledig belastingplichtig wordt vanaf 1 januari 1997. Dit houdt in dat de levering van goederen en het verrichten van diensten in het kader van de exploitatie van havens en bevaarbare waterwegen aan B.T.W.-heffing onderhevig zijn. Het betreft ondermeer scheepvaartrechten, nachtvaartheffingen en de verkoop van vignetten voor de pleziervaart. Op deze diensten is het normale tarief van 21% van toepassing met ingang vanaf 1 januari 1997. Wat meer bepaald de scheepvaartrechten betreft, stelt de B.T.W.-administratie dat de ermee verbonden diensten niet samenhangen met een vervoer van goederen en evenmin samenhangen met intracommunautair vervoer. Bijgevolg kan geen vrijstelling verleend worden van de betaling van B.T.W., tenzij voor de zeevaart (geladen kustschepen) die op basis van art. 42§1, 5 vrijgesteld is van B.T.W..
- Bericht nr. 45/1997 dd. 4 juli 1997 Storten van afval De schippers worden erop gewezen dat op verschillende plaatsen langs de kanalen, beheert door nv De Scheepvaart, containers werden geplaatst waarin huisafval kan worden gestort.
60
Tevens bestaat de mogelijkheid om afvalolie te laten ophalen door erkende firma’s (bericht nr. 48/1996 aan de Schipperij). De aandacht van de schippers wordt er in het bijzonder op gevestigd dat het storten van afval of huisvuil in en langsheen de kanalen ten strengste verboden is. Het bevoegde personeel van nv De Scheepvaart zal hierop verscherpt politietoezicht uitoefenen. nv De Scheepvaart rekent op de milieubewuste medewerking van de schippers zodat repressief optreden tot het strikte minimum kan worden beperkt.
- Bericht nr. 51/1998 dd. 10 september 1998 Marifoonplicht en –aanbeveling Uit veiligheidsoverwegingen geldt vanaf 1 oktober 1998 voor alle schippers die het Albertkanaal bevaren met schepen met een lengte groter dan 20 m een uitluisterplicht, en, op plaatsen waar dit aangewezen is, een meldingsplicht op marifoonkanaal 10. Een uitzondering hierop vormt het schutten aan de sluizencomplexen waarbij de bestaande marifoonkanalen van toepassing blijven. Voor alle overige vaarwegen die onder het beheer van nv De Scheepvaart vallen, geldt om dezelfde reden een aanbeveling om uit te luisteren of zich te melden op kanaal 10. Het Nederlands is eerste voertaal. Frans en Duits zijn de tweede talen.
- Bericht nr. 3/1999 dd. 12 februari 1999 Koelwater op kanaalaanhorigheden of openbare wegen De schipperij wordt uit veiligheidsoverwegingen verzocht, in bijzonder bij vriestemperaturen, het koelwater van hun vaartuigen niet te laten vloeien op de kanaalaanhorigheden of in voorkomend geval op de openbare weg. De schippers worden bij aandrang verzocht dit koelwater langs de kanaalzijde in het kanaal te laten wegvloeien.
- Bericht nr. 94/1999 dd. 6 december 1999 Scheepvaartrechten De schipperij wordt ervan in kennis gesteld dat met ingang van 1 januari 2000 de scheepvaartrechten aangepast worden. Voor het goederenvervoer wordt gedurende een proefperiode het recht vastgesteld op één centiem (EURO) per tonkilometer. Voor ledig varende vaartuigen moet nog slechts éénmaal betaald worden voor een reis in België.
- Bericht nr. 1/2000 dd. 1 januari 2000 Toegelaten afmetingen 1. Afmetingen Bij toepassing van artikel 1 § 2 van het Bijzonder Reglement van de kanalen van de lijn Luik-Antwerpen en vertakkingen worden de toegelaten afmetingen voor de vaartuigen die het kanalennet beheerd door nv De Scheepvaart bevaren als volgt vastgelegd :
61
Traject Toegelaten afmetingen Verplicht varen uit de oever op lengte breedte diepgang minstens
Afwijkingen op de toegelaten afmetingen
Albertkanaal : Kanne-Antwerpen sectie Antwerpen 134,00 m 12,50 m 3,40 m 8,00 m (Straatsbrugdok) – sluizencomplex Wijnegem sectie sluizencomplex 200,00 m Wijnegem – sluizencomplex Olen (niet inbegrepen)
23,00 m
3,40 m
vergunning tot 200 m lengte kan worden verleend overeen- komstig het bericht nr. 2/2000
15,00 m
sectie Kanne-Eigenbilzen 134,00 m 12,50 m 3,40 m 8,00 m
vergunning tot 196 m lengte kan worden verleend overeen- komstig het bericht nr. 2/2000
Sectie sluizencomplex 134,00 m 12,50 m 3,40 m 15,00 m Wijnegem-Eigenbilzen *sluizen 136 m x 16 m
in het middensas van Genk is de diepgang beperkt tot 2,55 m
*sluizen 200 m x 24,00 m 196,00 m 23,00 m 3,40 m uitgezonderd duwvaartsas 200,00 m 23,00 m 3,40 m Wijnegem
voor bijzondere voorwaarden tot varen zie bericht nr. 2/2000
Dokken van Merksem Groot Dok 80,00 m 9,50 m 2,50 m Klein Dok 67,00 m 8,20 m 2,50 m
vergunning tot 120 m lengte en 11,40 m breedte kan worden verleend (voor bijzondere voorwaarden tot varen zie 2d)
Kanaal Bocholt-Herentals sluizen Blauwe Kei : 55,00 m 7,30 m 2,10 m 6,00 m 1N, 2N en 3N en sluis 10N Herentals
diepgang tot 2m50 op eigen risico
sectie sluis 4 Dessel tot 51,50 m 6,70 m 2,10 m 6,00 m sluis 9 Geel
diepgang tot 2m50 op eigen risico
sectie Bocholt-sluis 57,50 m 7,30 m 2,50 m 6,00 m 1N Lommel
vergunning tot 86,00 m lengte 8,30 m breedte en 2,50 m diepgang kan worden verleend (zie 2b)
62
Traject Toegelaten afmetingen Verplicht varen uit de oever op lengte breedte diepgang minstens
Afwijkingen op de toegelaten afmetingen
Kanaal Briegden-Neerharen sluis Lanaken en Neerharen 55,20 m 7,30 m 2,10 m 7,00 m kom Briegden tot kmp. 0.800
196,00 m 196,00 m
7,30 m 7,30 m
2,10 m 3,40 m
7,00 m 10,00 m
100,00 m
7,30 m
2,10 m
7,00 m
sectie Lommel – 57,50 m N.V. Union Minière (Balen)
6,60 m
2,30 m
4,00 m
sectie N.V. Union Minière – Leopoldsburg
6,60 m
1,90 m
4,00 m
11,50 m
2,80 m
12,50 m
sluis Neerharen tot de kom van Neerharen
diepgang tot 2m50 op eigen risico (zie 2c)
Kanaal naar Beverlo
57,50 m
Kanaal Dessel-Kwaadmechelen Dessel-Kwaadmechelen
110,00 m
Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten sectie Dessel-sluis 1 55,00 m 6,70 m 1,90 m 4 ,00 m Rijkevorsel
diepgang tot 2,10 m op eigen risico
sectie sluis 1 51,50 m 6,70 m 1,90 m Rijkevorsel-Schoten
zwaaien in ledige toestanden enkel mogelijk aan kom van brug 1 en kom van brug 2 te Turnhout en aan de kom afwaarts brug 4 te Arendonk
Zuid-Willemsvaart sluizen Bocholt en Lozen 52,00 m 6,70 m 1,90 m 5,50 m 55,00 m 6,70 m 1,90 m 5,50 m
voor geladen vaartuigen op- en afwaarts en ledige vaartuigen afwaarts ledige vaar- tuigen opwaarts
sectie Smeermaas-Bocholt 55,00 m 7,30 m 2,50 m 9,00 m
vergunning tot 86,00 m lengte, 8,30 m breedte en diepgang 2,50 m kan worden verleend. (zie 2b)
63
2. Bijzondere voorwaarden a. ALBERTKANAAL Voor het Albertkanaal tussen Kanne en Antwerpen wordt de scheepvaart gereglementeerd door bericht nr. 2/2000. b. ZUID-WILLEMSVAART – KANAAL BOCHOLT-HERENTALS Voor de Zuid-Willemsvaart geldt voor de vaartuigen met afmetingen tussen 55,00 m x 7,30 m en 86,00 m x 8,30 m volgende beperking: 1) reizen naar de scheepswerf te Eisden: vergunning per reis: elk geval afzonderlijk te onderzoeken 2) in afwijking van het bericht nr. 1/1982 d.d. 04.01.1982, geldt op de Zuid-Willemsvaart en het kanaal Bocholt-Herentals tussen Bocholt en sluis 1 Lommel een nachtvaartverbod voor vaartuigen met een lengte tussen 80 m en 86 m. De vergunningen op de Zuid-Willemsvaart en het kanaal Bocholt-Herentals worden zonodig beperkt met het oog op een vlot scheepvaartverkeer. c. KANAAL BRIEGDEN-NEERHAREN Op het kanaal Briegden-Neerharen wordt op eigen risico een diepgang gedoogd tot 2,50 m, op voorwaarde dat: -
de schipper, vooraleer het pand tussen de sluis van Lanaken en de sluis van Neerharen in te varen zich ervan vergewist heeft dat er geen enkel vaartuig met een breedte groter dan 6,60 m in de uitgestrektheid van dit pand aan het varen is;
-
7,00 m uit de oever wordt gevaren.
d. DOKKEN VAN MERKSEM Het varen met afmetingen tussen 80 m x 9,50 m x 2,50 m en 120 m x 11,40 m x 2,50 m is in het Groot-Dok te Merksem toegelaten voorzover de volgende voorwaarden worden nageleefd: 1. het varen met een lengte groter dan 80 m is onderworpen aan het voorafgaandelijk bekomen van een vergunning van nv De Scheepvaart; 2. vaartuigen met een lengte groter dan 80 m dienen te zijn uitgerust met een doeltreffende en geschikte inrichting (boegschroef of koproer) om een maximale bestuurbaarheid te bekomen; 3. de doeltreffendheid van deze inrichting wordt nagegaan aan de hand van een proefvaart in aanwezigheid van bevoegd personeel van nv De Scheepvaart. De eerste reis kan als proefvaart worden beschouwd. De aanvraag voor de proefvaart dient te worden ingediend bij nv De Scheepvaart, Straatsburgdok 1, 2030 Antwerpen (tel. 03/542.19.78). 3. Algemene bepalingen 1. nv De Scheepvaart kan niet aansprakelijk worden gesteld voor verliezen, schade, ongevallen of nadeel die zouden voortspruiten uit het varen met afmetingen groter dan de normaal toegelaten afmetingen. Dit is zelfs het geval wanneer de verliezen, schade, ongevallen of het nadeel het gevolg zijn van maatregelen voorgeschreven of uitgevoerd door nv De Scheepvaart, op kosten van de schipper. 2. De schippers dienen de opgelegde vaargeulen te respecteren. - Dit gebod geldt niet ter hoogte van aanlegplaatsen, los- en laadkaaien en vernauwde vaargeulen. - De schippers zijn aansprakelijk voor alle verlies, schade en ongevallen die zij zelf zouden ondergaan, of die zij zouden toebrengen aan de waterweg en zijn aanhorigheden, als gevolg van het niet in acht nemen van de opgelegde vaargeul.
64
3. Het varen met grotere afmetingen dan de normaal toegelaten afmetingen doet niets af van de persoonlijke en burgerlijke aansprakelijkheid van de schipper tegenover zowel derden, als nv De Scheepvaart en het Vlaamse Gewest. Het bericht nr. 32/1986 is ingetrokken evenals alle latere aanvullingen en wijzigingen.
- Bericht nr. 2/2000 dd. 4 januari 2000 Algemene en bijzondere voorwaarden betreffende de vaart op het Albertkanaal tussen Kanne en Antwerpen met afmetingen begrepen tussen 134 m x 12,50 m x 3,40 m en 196 m x 23,00 m x 3,40 m en 200 m x 23,00 m (23,50 m) x 3,40 m. •
Met ingang vanaf heden en in afwijking van art. 17 § 7 en § 8 van het Algemeen Reglement der Scheepvaartwegen van het Koninkrijk en van art. 2, art. 11 en art. 18, § 1, van het Bijzonder Reglement van de kanalen van de lijn Luik-Antwerpen en vertakkingen is de vaart op het Albertkanaal met afmetingen begrepen tussen 134 m x 12,50 m x 3,40 m en 196 m x 23,00 m x 3,40 m en 200 m x 23,00 m (23,50 m) x 3,40 m, algemeen van toepassing voorzover aan de volgende algemene en bijzondere voorwaarden wordt voldaan:
Algemene voorwaarden 1.
De gebruiker van de waterweg moet zich gedragen naar de wetten en reglementen van politie en scheepvaart, en naar de berichten en onderrichtingen die op de daartoe bestemde plaatsen zijn aangeplakt.
2.
De gebruiker van de waterweg moet zich eveneens gedragen naar de afwijkende onderrichtingen die hem door het bevoegde personeel van nv De Scheepvaart zouden gegeven worden.
3.
De plaatselijke seining heeft altijd voorrang op dit bericht.
4.
Huidige aanpassing van de toegelaten afmetingen geldt voor onbepaalde tijd, maar kan te allen tijde, geheel of gedeeltelijk gewijzigd of ingetrokken worden.
Bijzondere voorwaarden 5.
In de sectie Antwerpen-Wijnegem is de maximale snelheid waarmee mag gevaren worden vastgesteld op 5 km/u.
6.
In de sectie Antwerpen-Wijnegem is het oplopen verboden.
7.
In het vak Antwerpen-Wijnegem en in het vak Eigenbilzen-Vroenhoven, mag de lengte van een samenstel 134 m niet overschrijden, tenzij er een speciale toelating afgeleverd is. Deze toelating tot 200 m lengte x 12,50 m breedte x 3,40 m diepgang kan worden bekomen indien een doeltreffende en geschikte inrichting (boegschroef of koproer) aanwezig is om een maximale bestuurbaarheid te bekomen. De doeltreffendheid van deze inrichtingen zal worden nagegaan aan de hand van een proefvaart in aanwezigheid van een afgevaardigde van nv De Scheepvaart. In geval van een geslaagde proefvaart zal de toelating voor voormelde vakken worden afgeleverd. In de vakken Antwerpen-Wijnegem en Eigenbilzen-Vroenhoven mag de totale breedte van een vaartuig of een samenstel de 12,50 m niet overschrijden.
8.
In het vak Wijnegem-Olen (duwvaartsas Olen niet inbegrepen) mogen samenstellen tot 200 m lengte en 23,00 m breedte en in het vak Olen-Eigenbilzen mogen samenstellen tot 196 m lengte en 23,00 m breedte gevormd worden zonder dat een speciale toelating vereist is, indien aan de voorwaarden van dit bericht wordt voldaan.
65
9.
Het schutten in de duwvaartsassen met een gezamenlijke breedte van maximaal 23,50 m zal enkel gebeuren indien aan de volgende voorwaarden is voldaan: 1. het vaartuig dat in het duwvaartsas naast een ander vaartuig wordt toegelaten waardoor de gezamenlijke schutbreedte groter wordt dan 23 m, dient te beschikken over een doeltreffende en geschikte inrichting (boegschroef of koproer) die een maximale bestuurbaarheid kan garanderen; 2. de schippers dienen alle wrijfhouten, fenders of andere voorwerpen die zich buiten boord bevinden gedurende de volledige duur van de schutting te verwijderen; 3. de schippers worden verzocht de richtlijnen en bevelen van de bevoegde ambtenaren van nv De Scheepvaart stipt op te volgen.
10. Doorvaart aan de Straatsburgbrug.
Het wordt aan samenstellen toegestaan gekoppeld de Straatsburgbrug te passeren van het Amerikadok naar het Straatsburgdok of omgekeerd.
De breedte van de samenstellen mag evenwel 12,50 m niet overschrijden.
Wanneer de samenstellen voormelde brug gepasseerd zijn, dient, vooraleer richting Wijnegem te varen, in het Straatsburgdok te worden ontkoppeld om te voldoen aan de voorwaarden van punt 7.
11. Sectie Eigenbilzen-Vroenhoven.
Voor de duur van de moderniseringswerken dienen de samenstellen te ontkoppelen, aan de opwaartse helft van de haven van Zutendaal, rechteroever, vanaf kmp. 35.970. Indien nodig kan een duwbak daar aan de rechteroever veilig afgemeerd worden.
De duwboot kan met de andere duwbak zijn reis verderzetten. Daarna dient hij de tweede duwbak op te halen.
Te Kanne kan ontkoppeld worden aan de aanlegplaatsen opwaarts de brug van Kanne (linker- en rechteroever) en deze gelegen juist afwaarts de brug van Kanne (linkeroever).
12. Bij het in- en uitvaren van de sluizencomplexen dient de nodige voorzichtigheid in acht genomen.
Bovendien moet men er rekening mee houden dat aan sommige sluizen werken in uitvoering kunnen zijn, waardoor het gebruik ervan tijdelijk niet mogelijk is. De mogelijkheid tot gebruiken wordt beslist door de plaatselijke afgevaardigde van nv De Scheepvaart.
13. De maximale snelheid waarmee mag gevaren worden bedraagt 10 km/u.
Ter hoogte van bruggen met vernauwde doorgang en van los- en laadplaatsen, alsook ter hoogte van eventuele geseinde hindernissen in het vaarwater moet de snelheid tot 5 km/u worden verminderd.
14.
Het samenstel moet steeds de vaartuigen die wensen op te lopen, laten voorbijvaren.
15.
De marifoon aan boord dient steeds in werking te zijn.
16. Palen (wit, met 2 blauwe banden) zijn geplaatst op de oevers, 500 m stroomop- en stroomafwaarts van de bruggen; in deze zone is het oplopen verboden. 17. Stoppalen (wit, met 1 blauwe band), geplaatst op de oevers 150 m stroomop- en stroomafwaarts van de bruggen, duiden de invaart in de vernauwde vaargeul aan. Het kruisen en oplopen in deze zone is verboden tussen een vaartuig en/of een samenstel met een breedte van meer dan 12,50 m en elk ander vaartuig en/of samenstel.
Samenstellen met een breedte van meer dan 12,50 m dienen altijd voorrang te verlenen aan de andere vaartuigen of samenstellen van minder of gelijk aan 12,50 m. Komen vaartuigen of samenstellen met een breedte van meer dan 12,50 m elkaar tegen, dan heeft het afwaarts varend voorrang.
Het kruisen tussen vaartuigen en/of samenstellen met een breedte van minder of gelijk aan 12,50 m in bovenvermelde vernauwde vaargeul is toegelaten. 66
Al de vaartuigen en/of samenstellen dienen te wachten voor het invaren van de vernauwde vaargeul begrensd door de stoppalen, zolang er zich een vaartuig varende in tegengestelde richting in deze zone bevindt, met uitzondering van de vaartuigen en/of samenstellen met een breedte van minder of gelijk aan 12,50 m die een vaartuig en/of samenstel met een breedte van minder of gelijk aan 12,50 m ontmoeten.
18. Ingeval een speciale toelating wordt afgeleverd voor het vak Eigenbilzen-Vroenhoven, dient voor de ingang van de bochten steeds geïnformeerd te worden via de marifoon of andere vaartuigen of samenstellen in de bochten aanwezig zijn en dient desnoods gewacht. 19. Er dient de nodige voorzichtigheid in acht genomen te worden bij het afmeren aan kaaimuren of aanlegplaatsen. 20. In acht te nemen vaargeul in het Albertkanaal. De in acht te nemen vaargeul op het Albertkanaal bevindt zich op 15 m uit beide zijden van de oever. 1) Dit gebod geldt niet ter hoogte van de kaaimuren vermeld onder punten 22, 23 en 24. 2) Ter hoogte van de bruggen met vernauwde doorgang wordt deze afstand verminderd tot 5 m uit de oever. 3) In de zones waar nog verbredingswerken in uitvoering zijn, of waar deze nog moeten aanvangen geldt volgende regeling: zone Vroenhoven-Eigenbilzen : een afstand van 8 m uit de oever dient aangehouden te worden. 4) De schippers zijn aansprakelijk voor alle verlies, schade en ongevallen die zij zelf zouden ondergaan, of die zij zouden toebrengen aan de waterweg en zijn aanhorigheden, als gevolg van het niet in acht nemen van deze verplichte vaargeul. 21. Bij het aanmeren op de plaatsen, waar dit toegelaten is, dient de schipper vooraf de aanwezige diepte na te gaan, en de nodige maatregelen te nemen om de bodem niet te raken, om niet vast te varen en geen over- of ondiepten te veroorzaken. 22. Kaaimuren met een theoretische waterdiepte van 4,50 m en meer:
Gemeente
Van kmp. ...
Linker- of
Plaatsomschrijving
tot kmp. ...
rechteroever
Kanne
19.650 - 22.300
L.O + R.O.
afwaarts brug Kanne – brug Vroenhoven
Vroenhoven
22.700 - 23.000
L.O + R.O.
afwaarts brug Vroenhoven tot Veldwezelt
Genk
42.000 - 44.160
R.O.
afwaarts sluis Genk
Genk en
43.100 - 45.250
L.O.
brug Genk - sluis Diepenbeek
46.000 - 47.550
L.O.
afwaarts sluis Diepenbeek – tuikabelbrug Hasselt
Hasselt
49.300 - 49.700
L.O.
opwaarts sluis Hasselt - sluis Hasselt
Ham
50.400 - 51.750
R.O. + L.O.
afwaarts sluis Hasselt – wegbrug N15 Hasselt
Geel
76.514 - 77.013
R.O.
opwaarts sluis Kwaadmechelen
Geel
84.788 - 84.918
L.O.
afwaarts brug van Eindhout
Wijnegem tot
90.581 - 90.722
R.O.
afwaarts brug Oevel-Punt
Antwerpen
120.023 - 128.700
R.O.
sluis Wijnegem – Noorderlaanbrug
Wijnegem
120.023 - 121.630
L.O.
Schoten tot
124.517 - 128.700
L.O.
Diepenbeek Diepenbeek en Hasselt Hasselt
sluis Wijnegem - nieuwe wegbrug van Wijnegem afwaarts brug Schoten I – Noorderlaanbrug
Antwerpen 67
23. Kaaimuren met een theoretische waterdiepte van 4,00 m:
Gemeente
Van kmp. ...
Linker- of
Plaatsomschrijving
tot kmp. ...
rechteroever
Zutendaal
35.970 - 36.992
R.O.
haven
Zutendaal
37.236 - 38.745
R.O.
afwaarts brug Zutendaal
Genk
39.204 - 41.500
R.O.
afwaarts brug Sledderlo – sluis Genk
Ham
73.541 – 73.976
L.O.
kaaimuur Tessenderlo-chemie
Ham
74.668 - 75.547
L.O.
wachthaven
Ham
76.233 – 76.973
L.O.
opwaarts sluis Kwaadmechelen
Olen
94.637 - 94.739
L.O.
opwaarts sluis Olen
Olen
95.012 - 96.619
L.O.
op- en afwaarts sluis Olen
Herentals
97.155 - 97.255
L.O.
afwaarts brug Herentals-Olen
Geel
83.847 - 84.149
R.O.
afwaarts brug Eindhout
Geel
86.855 - 86.985
R.O.
afwaarts brug Geel-Stelen
Geel
91.085 – 91.335
R.O.
afwaarts brug Oevel-punt
Oelegem
113.422 – 114.472
L.O.
wachthaven
Wijnegem
118.915 – 119.755
R.O.
120 m afwaarts nieuwe grondduiker GrootSchijn afwaarts uiteinde kaai sluis Wijnegem
24. Wat de niet in dit bericht opgenomen kaaimuren betreft, dienen de schippers in overleg met de vergunninghouders voorafgaandelijk na te gaan of er voldoende waterdiepte aanwezig is, gezien de vergunninghouders instaan voor de diepgang van hun kaaimuur.
Het is deze vergunninghouders toegestaan de theoretische waterdiepte aan hun kaaimuur door een aanduiding ter plaatse te melden.
Definities In dit bericht wordt verstaan onder: samenstel :
een sleep, een duwstel;
sleep :
een samenstel van één of meer vaartuigen of vlotten en gesleept door één of
meer motorvaartuigen; deze motorvaartuigen maken deel uit van de sleep;
duwstel :
een hecht samenstel van vaartuigen waarvan er tenminste één is geplaatst
vóór de duwboot;
duwboot :
motorvaartuig dat deel uitmaakt van een duwstel en gebouwd of ingericht is
om dit door duwen voort te bewegen;
duwbak :
een vaartuig dat is gebouwd of in het bijzonder geschikt is om te worden
geduwd.
gekoppeld samenstel :
een samenstel van langszijde aan elkaar vastgemaakte vaartuigen, waarvan er
geen is geplaatst vóór het motorvaartuig dat dient voor het voortbewegen en
het sturen van het samenstel.
Het bericht nr. 33/1986 is ingetrokken evenals alle latere aanvullingen en wijzigingen.
68
- Bericht nr. 119/2000 d.d. 23 november 2000 Melding van schadegevallen 1. Procedure a. melding
De schipperij is verplicht schadegevallen (ongevallen, averijen, kanaalverontreinigingen), waarbij de aansprakelijkheid van nv De Scheepvaart in vraag kan worden gesteld, onmiddellijk aan nv De Scheepvaart te melden.
De betrokken schipper kan zijn reis evenwel verderzetten tot aan het eerstvolgend bediend kunstwerk op het kanalennet beheerd door nv De Scheepvaart, op voorwaarde dat het schadegeval niet onmiddellijk kan worden gemeld aan het bevoegde personeel van nv De Scheepvaart en de oorzaak van de schade nadien nog kan worden vastgesteld. Aan het personeel van dit kunstwerk zal de betrokken schipper het schadegeval melden.
Indien het eerstvolgend bediend kunstwerk buiten het kanalennet beheerd door nv De Scheepvaart is gelegen dient het schadegeval alleszins te worden gemeld aan het kortst bijgelegen bediend kunstwerk gelegen op het kanalennet beheerd door nv De Scheepvaart.
Na de melding van het schadegeval zal nv De Scheepvaart zonodig een onderzoek instellen naar de aard en de oorzaak van het schadegeval en oordelen of het vaartuig al dan niet dient opgehouden. De schipper is gehouden daarbij alle gegevens waarover hij beschikt betreffende het schadegeval mee te delen.
b. documenten
Het bevoegde personeel van nv De Scheepvaart zal een verklaring afnemen van de betrokken schipper(s) en een inlichtingsblad invullen. Indien nodig zal het bevoegde personeel van nv De Scheepvaart de nodige vaststellingen doen om de oorzaak en de omvang van de schade te kunnen bepalen. De schipper dient alle nuttige inlichtingen te verstrekken in verband met het schadegeval opdat de verklaring correct kan worden opgesteld. De door nv De Scheepvaart opgestelde verklaring dient door de betrokken schipper(s) te worden ondertekend.
nv De Scheepvaart maakt voorbehoud voor alle aanvragen voor schadeloosstelling die niet volgens voormelde procedure worden ingediend.
2. Bevoegde personen
De voormeld beschreven schadegevallen dienen naargelang van de locatie gemeld aan de ambtenaar van nv De Scheepvaart vermeld op de bijlage aan dit bericht.
Dit bericht vervangt het bericht nr. 8/1988.
Bijlage aan bericht nr 119/2000 d.d. 23.11.2000 nv DE SCHEEPVAART Procedure bij schadegevallen: meldpunten
69
Sectie
meldpunt
marifoon-
telefoon
kanaal
vast
Sluizencomplex Genk
VHF 80
089-32.25.30
Sluizencomplex
VHF 18
011-32.18.36
Diepenbeek
VHF 20
011-30.13.40
mobiel
ALBERTKANAAL Kanne-Zolder
Sluizencomplex Hasselt Kanne-Genk Genk-Zolder Zolder-Herentals
P. Slegers
089-32.25.31
0496-57.85.51
R. Brepoels
089-41.55.32
0496-57.85.52
L. Gielis
011-30.13.46
0496-57.85.53
M. Achten
011-23.25.98
0496-57.85.54
VHF 20
Sluizencomplex Olen
014-22.04.52 014-22.05.52
VHF 20
Sluizencomplex Ham
013-66.11.58 013-67.27.27
Zolder-Kwaadmechelen Kwaadmechelen-Herentals Herentals-Antwerpen
E. Vandenbussche
013-66.59.83
0496-57.85.41
G. Vreys
014-30.43.02
0496-57.85.42
G. Wijnen
014-23.18.33
0496-57.85.43
J. Van Roy
013-67.27.92
0496-57.85.44
VHF 80
Sluizencomplex
03-354.11.49 03-353.61.56
Wijnegem
03-646.88.77 Brug Groot Dok Merksem VHF 80 L. Verkoyen
03-353.95.59
0496-57.85.61
H. Keersmaekers
03-658.45.74
0496-57.85.62
K. Goormans
03-328.55.47
0496-57.86.63
E. Vandenbussche
013-66.59.83
0496-57.85.41
G. Vreys
014-30.43.02
0496-57.85.42
kanaal Dessel-Kwaadmechelen
Zuid-Willemsvaart Lanaken-Smeermaas
VHF 18
Sluis Neerharen
089-71.44.84
J. Janssen
089-76.40.95
0496-57.85.22
Lanaken-Bree
L. Janssen
089-86.40.36
0496-57.85.21
Bree-Bocholt
Sluis 17 Lozen
VHF 18
011-44.70.35
Sluis 18 Bocholt
VHF 20
011-44.83.65
R. Wyers
011-63.69.00
0496-57.85.23
A. Vanbussel
011-80.11.94
0496-57.85.24
R. Wyers
011-63.69.00
0496-57.85.23
A. Vanbussel
011-80.11.94
0496-57.85.24
kanaal Bocholt-Herentals Bocholt-Neerpelt
Kunstwerken : zie Zuid-Willemsvaart
Overpelt-Herentals
VHF 20
Sluis 1 Lommel
011-54.40.88 014-81.60.04
Sluis 2 Mol
VHF 18
Sluis 3 Mol 70
014-81.60.14
Sectie
meldpunt
Sluis 4 Dessel
Dessel-Herentals
telefoon
kanaal
vast
VHF 80
014-32.00.30
Sluis 5 Dessel
014-31.13.69
Sluis 6 Mol
014-31.10.91
Sluis 7 Geel
014-58.85.74
Sluis 8 Geel
014-58.80.46
Sluis 9 Geel
014-58.81.76 VHF 80
Sluis 10 Herentals Overpelt-Dessel
marifoon-
mobiel
014-22.52.25
F. Vereyken
011-54.38.52
0496-57.85.32
G. Beyens
014-31.06.44
0496-57.85.31
P. Colemont
014-21.12.26
0496-57.85.35
F. Gys
014-37.99.75
0496-57.85.36
F. Vereyken
011-54.38.52
0496-57.85.32
G. Beyens
014-31.06.44
0496-57.85.31
kanaal naar Beverlo
kanaal Dessel-Turnhout-Schoten Dessel-Turnhout
Turnhout-Schoten
Brug 2 Retie
014-37.91.55
Brug 4 Arendonk
014-67.28.18
Brug 6 Arendonk
014-67.89.06
K. Vos
014-32.64.05
0496-57.85.33
L. Smolders
014-81.60.13
0496-57.85.34
VHF 20
Brug 1 Turnhout
014-41.17.56
Brug 2 Turnhout
014-41.15.24
Brug 4 Beerse
014-61.13.05
Brug 6 Beerse
014-61.03.42 VHF 20
Sluis 1 Rijkevorsel
03-311.55.47
Brug 8 Rijkevorsel
03-312.04.35
Brug 9 Sint-Lenaerts
03-313.84.57
H. Keersmaekers
03-658.45.74
0496-57.85.62
B. Seynaeve
03-383.55.75
0496-57.85.65
M. Verbruggen
03-312.49.98
0496-57.85.64
03-636.13.93
0496-57.85.01
kanaal Dessel-Turnhout-Schoten GROEP 1
Sluis 2 Brecht Sluis 3 Brecht Sluis 4 St.-Job-in-‘t-Goor
GROEP 2
Sluis 5 St.-Job-in-‘t-Goor 0496-57.85.02
Sluis 6 Schoten Sluis 7 Schoten GROEP 3
Brug 12 Schoten 0496-57.85.03
Sluis 8 Schoten Brug 13 Schoten GROEP 4
Brug 14 Schoten
03-658.84.49
Sluis 9 Schoten
03-658.45.73 VHF 20
Sluis 10 Schoten
71
0496-57.85.04
Sectie
meldpunt
marifoon-
GROEP 5
Sluis 6 Schoten
telefoon 0496-57.85.68
Sluis 7 Schoten kanaal Briegden-Neerharen Sluis Lanaken
VHF 80
089-71.41.45
Sluis Neerharen
VHF 18
089-71.44.84
R. Brepoels
089-41.55.32
0496-57.85.52
- Bericht nr. 84/2004 d.d. 21 oktober 2004 Marifoonkanalen De schipperij wordt ervan in kennis gesteld dat de volgende sluizen en kunstwerken op het kanalennet van nv De Scheepvaart thans beschikken over een marifoonkanaal:
Kanaal
Kunstwerk
Marifoonkanaal
Albertkanaal
sluis Genk
80
sluis Diepenbeek
18
sluis Hasselt
20
sluis Kwaadmechelen
20
sluis Olen
20
sluis Wijnegem
80
bruggen Dokken te Merksem
80
Bocholt-Herentals
sluis 1 Lommel
20
sluis 3 Mol
18
sluis 4 Dessel
80
sluis 10 Herentals
80
Zuid-Willemsvaart
controlepost Smeermaas
20
sluis Bocholt
20
sluis Lozen
18
Briegden-Neerharen
sluis Lanaken
80
sluis Neerharen
18
Desel-Turnhout-Schoten
sluis 1 Rijkevorsel
20
sluis 10 Schoten
20
brug 1 Turnhout
20
De voormelde marifoonkanalen dienen gebruikt onder de volgende voorwaarden: -
de kanalen mogen enkel worden gebruikt voor de opgave van de beurt en voor belangrijke of dringende mededelingen betreffende de scheepvaart (noodgevallen, averijen enz.). Gezien het hier gaat om marifoonkanalen bestemd voor nautisch verkeer, worden de schippers verzocht geen andere gesprekken over deze kanalen te voeren;
72
-
de schippers die hun beurt per marifoon hebben opgegeven, dienen op het oproepkanaal te blijven luisteren, dit om het bedieningspersoneel toe te laten de ontvangst te bevestigen en eventuele instructies te geven of om inlichtingen te vragen. De schippers die geen bevestiging van ontvangst hebben ontvangen dienen hun beurt mondeling of per interfoon op te geven;
-
de doorvaart van de kunstwerken gebeurt onder voorbehoud van de bepalingen van art. 28 § 2 van het Algemeen Reglement der Scheepvaartwegen van het Koninkrijk, volgens de orde van aankomst bij de 500 m-palen;
-
het Nederlands is de eerste voertaal. Het Frans en het Duits zijn de tweede voertaal.
De schippers worden er op gewezen dat uit veiligheidsoverwegingen voor het varen met schepen met een lengte groter dan 20 m altijd een uitluisterplicht op marifoonkanaal 10 geldt, uitgezonderd bij het gebruik van de voormelde marifoonkanalen aan de sluizencomplexen en kunstwerken. Het bericht nr. 35/1984 van 18 oktober 1984 en het bericht nr. 51/1988 van 10 september 1998 en alle latere wijzigingen of aanvullingen zijn ingetrokken.
73
74
Hoofdstuk II: Specifieke berichten 1) Schelde-Rijnverbinding (Belgisch gedeelte) - Bericht nr. 84/328 dd. 18 september 1975 Scheepvaartreglementering op de Schelde-Rijnverbinding De Schelde-Rijnverbinding (Belgisch gedeelte) zal in dienst gesteld worden op 23 september 1975. Op Belgisch gedeelte dat zich uitstrekt van het kanaaldok B3 tot de Belgisch-Nederlandse grens, zijn de volgende voorlopige richtlijnen van toepassing: 1. Het algemeen reglement van de scheepvaartwegen van het Koninkrijk is van toepassing; 2. De maximum toegelaten diepgang is vastgesteld op 3,60 meter en de vrije hoogte is 9,10 meter boven het normaal waterpeil; 3. De nachtvaart is toegelaten; 4. Varende vaartuigen, de sleeptreinen, de vlotten en de duwstellen waarvan de lengte en de breedte respectievelijk de 110 meter en de 12 meter niet overschrijden voeren bij nacht en bij beperkt zicht de lichten voorzien in artikel 12 van het algemeen reglement; 5. Varende duwstellen waarvan de grootste lengte en de grootste breedte respectievelijk meer dan 110 meter en 12 meter bedragen voeren bij nacht en bij beperkt zicht: a) Als toplichten 1. Op het voorschip van het voorste vaartuig of van één der voorste vaartuigen; drie lichten zodanig ingericht dat zij een gelijkmatig en onafgebroken wit licht doen schijnen, zichtbaar over een afstand van tenminste 3.000 meter en over de boog van de horizon van 20 kompasstreken. De lichten zijn zodanig geplaatst dat zij licht werpen over 10 kompasstreken ter weerszijden, te weten van recht vooruit tot 2 streken achterlijker dan dwars aan elke zijde. Deze lichten moeten zijn opgesteld in de vorm van een gelijkzijdige driehoek met een horizontale basis in een vlak loodrecht op het langsscheeps symmetrievlak van het duwstel. Het bovenste licht moet zijn aangebracht op een hoogte van tenminste 5 meter boven het vlak van de ijkplaten. De beide onderste lichten moeten zijn aangebracht ongeveer 1,25 meter van elkaar en ongeveer 1,10 meter onder het bovenste licht. 2. Een wit licht zichtbaar over een afstand van tenminste 2.000 meter op het voorschip van elk ander vaartuig, dat van voeren over de volle breedte zichtbaar is. Dit licht moet zoveel mogelijk 3 meter lager worden aangebracht dan het bovenste licht bedoeld onder 1. De masten waaraan de lichten bedoeld onder a) boven vermeld worden gevoerd zijn geplaatst op de lengteas van het vaartuig waarop zij zich bevinden. b) Als zijlichten
Een groen licht aan stuurboordzijde en een rood licht aan bakboordzijde die elk gelijkmatig en onafgebroken schijnen zichtbaar over een afstand van tenminste 200 meter en over een boog van de horizon van 10 kompasstreken. De lichten zijn zodanig geplaatst dat zij licht werpen van recht vooruit tot 2 streken achterlijker dan dwars.
Ze moeten worden aangebracht op het breedste gedeelte van het duwstel, zo dicht mogelijk bij de duwboot, ten hoogste 1 meter binnen de zijkanten van het duwstel en tenminste 2 meter boven het wateroppervlak.
75
c) Als heklichten 1. Drie lichten zichtbaar op een afstand van tenminste 1.000 meter zodanig ingericht dat zij een gelijkmatig en ononderbroken wit licht doen schijnen over een boog van de horizon van 12 kompasstreken of 6 streken van recht achteruit aan elke zijde. De lichten zijn geplaatst op de duwboot in een horizontale lijn loodrecht op het langsscheeps symmetrievlak met een tussenruimte van ongeveer 1,25 meter op een zodanige hoogte dat ze niet door andere vaartuigen van het duwstel aan het gezicht kunnen worden onttrokken. 2. Een wit licht zichtbaar op tenminste 1.000 meter op elk vaartuig dat van achter over de volle breedte zichtbaar is. Indien echter behalve de duwboot meer dan twee vaartuigen van achteren zichtbaar zijn mag dit licht alleen worden gevoerd door de twee vaartuigen die zich aan de buitenzijde van het duwstel bevinden. 3. De vaartuigen zijn verplicht een aangehouden stoot als geluidssein te geven wanneer zij in de nabijheid komen van bagger- of werkvaartuigen die aan het werk zijn. 4. Het op- en voorbijlopen van een duwstel door een ander duwstel is verboden. Met uitzonderding van de werkschepen is het opdraaien en stilliggen verboden. Ten opzichte van de oever wordt de grootste toegelaten snelheid voor vaartuigen, sleeptreinen en duwstellen met een lengte van 20 meter en meer als volgt voorgesteld: a) bij een diepgang van minder dan 1,50 meter: 18 km/u. b) bij een diepgang van 1,50 meter en meer: 14 km/u. 5. Het waterskiën en het zeilen is verboden. 6. Het is verboden het anker uit te werpen of te laten slepen op plaatsen waar dit aangeduid is met borden die daartoe geplaatst werden.
- Bericht nr. 98/327 dd. 22 november 1977 Signalisatie Schelde-Rijnverbinding Aan de ingang van de Schelde-Rijnverbinding (kanaaldok B3) en aan de Belgisch-Nederlandse grens is op elke oever een lichtsignalisatie opgesteld bestaande uit een rood licht geplaatst boven een groen licht. De scheepvaart is teogelaten wanneer het groen licht brandt. Van zodra het rood licht brandt is de doorvaart van elk schip verboden. De schippers die zich op dat ogenblik in het Belgische pand van de Schelde-Rijnverbinding bevinden moeten zich strikt houden aan de bevelen die hen ter plaatse zullen worden gegeven.
- Bericht nr. 54/146 dd. 18 april 1979 Maximum toegelaten diepgang op de Schelde-Rijnverbinding Vanaf 15 april 1979 wordt de maximum toegelaten diepgang van 3,60 meter op 4,00 meter gebracht.
- Bericht nr. 49/1 d.d. 6 december 2000 Maximum toegelaten afmetingen op de Schelde-Rijnverbinding Bij wijze van proef worden, vanaf 1 december 2000, de maximum toegelaten afmetingen van de vaartuigen en konvooien op de Schelde-Rijnverbinding (Belgisch gedeelte) vastgesteld zoals deze zijn vastgelegd op het Nederlands gedeelte : Schepen en gekoppelde samenstellen:
- lengte
150 m
- breedte
23 m
- diepgang
76
4m
Duwstellen en slepen :
- lengte
200 m
- breedte
23 m
- diepgang
4m
Voor grotere afmetingen is een bijzondere toelating vereist. Alle schepen moeten beschikken over de vereiste geschikte stuur- en voorstuwingsmiddelen om een goede koersvastheid en bestuurbaarheid van het schip of het samenstel of duwstel te verzekeren.
- Bericht nr. 49/2 dd. 6 december 2000 Oploopverbod op Schelde-Rijnverbinding In de zone van 700 meter op- en afwaarts de Noordlandbruggen is het op de Schelde-Rijnverbinding (Belgisch gedeelte) verboden om op of voorbij te lopen. In deze zone geldt de verplichting om uit te luisteren en contact te houden met de andere schepen via marifoonkanaal 10 terwijl steeds minimum één bemanningslid Nederlands, Frans of Duits machtig dient te zijn.
2) Albertkanaal - Bericht d.d. 8 juni 1977 Doorvaartbreedte spoorbrug in Kwaadmechelen De aandacht van de schipperij wordt gevestigd op het feit dat de doorvaartbreedte onder de spoorbrug van Kwaadmechelen, aan kmp. 74.535 van het Albertkanaal, beperkt is tot 55 m aan de waterlijn, en dat er zich langs beide oevers taluds onder water bevinden met beperkte diepgang (1,50 m tot 4,50 m) en over een breedte van 10 m.
- Bericht nr. 39/1981 d.d. 15 december 1981 Paal, linkeroever Langsheen het Albertkanaal te Paal op de L.O. (kmp. + 71) zijn, ter hoogte van de losoever van de N.V. FORTUM OIL en BOREALIS, twee oranje zwaailichten aangebracht. Deze lichten worden in werking gesteld wanneer aan deze oever een tankschip gelost wordt. De schippers worden verzocht om, wanneer deze lichten branden, hun snelheid te verminderen tot 8 km/u en de losoever met uiterste voorzichtigheid voorbij te varen.
- Bericht nr. 49/1985 dd. 2 december 1985 Schutten van duwkonvooien die verplicht worden te ontkoppelen aan de sluizencomplexen De schipperij wordt ervan op de hoogte gebracht dat indien duwkonvooien dienen ontkoppeld te worden aan de sluizencomplexen wegens het buiten gebruik zijn van de duwvaartsluis de volgende regeling van toepassing is: 1. de schutting van de duwboot met de eerste duwbak, gebeurt volgens de voorschriften van de geldende reglementen.
Na ontkoppelen van de eerste bak heeft de duwboot recht op de eerstvolgende schutting terug.
Na koppeling van de duwboot met de tweede duwbak heeft dit konvooi eveneens recht op de eerstvolgende schutting;
77
2. in geval van nachtvaart wordt het konvooi altijd als één geheel beschouwd, en dient er slechts één nachtvaartbon betaald te worden voor de totale tonnenmaat waarmee het konvooi zich gekoppeld aanbiedt.
- Bericht nr. 9/1986 d.d. 14 april 1986 Reglementering duwvaart De schipperij wordt ervan op de hoogte gebracht dat wegens de steeds toenemende problemen met duwbakken de hiernavolgende richtlijnen vanaf heden van toepassing zijn: 1) Identificatie Op de duwbakken dient duidelijk te worden aangebracht: - naam van de eigenaar, adres (straat, nr., woonplaats, land); - inschrijvingsnummer; - afmetingen: lengte, breedte, diepgang en grootste tonnenmaat. 2) Afmeren van de duwbakken - Iedere duwbak dient steeds met vier draden te worden afgemeerd op de plaatsen die door nv De Scheepvaart hiervoor zijn toegewezen; - op de duwbak dient de naam van de persoon die in België verantwoordelijk is voor de duwbak alsook het telefoonnummer van deze persoon te worden vermeld. 3) Verlichting van de duwbakken
De duwbakken dienen ‘s nachts de reglementaire verlichting te voeren, zowel bij het varen als wanneer zij afgemeerd zijn.
Deze verlichting houdt in: 1. tijdens de vaart: de lichten en heklichten zoals bepaald in het Scheepvaartreglement van de Beneden-Zeeschelde (hoofdstuk 5, art 39, blz. II - 326); 2. bij het afgemeerd zijn: de lichten zoals bepaald in het Scheepvaartreglement van de BenedenZeeschelde (hoofdstuk 3, art. 30 blz. II - 319).
Door de agenten van nv De Scheepvaart zal een strenge controle worden uitgeoefend op het naleven van de hierboven opgesomde voorschriften. Bij nalatigheid zal proces-verbaal worden opgemaakt.
De duwbakken die na herhaalde verwittiging niet aan de identificatievoorschriften voldoen, zullen bovendien niet meer toegelaten worden op de kanalen beheerd door nv De Scheepvaart.
N.B. Dit bericht is gewijzigd volgens het bericht nr. 9bis/1986
- Bericht nr. 20/1987 d.d. 5 augustus 1987 Stilliggen van schepen in de zone Schoten-Antwerpen Vanaf heden is het verboden schepen te meren langs de rechteroever van het Albertkanaal te Schoten, tussen de afstandspunten 125,347 en 125,327 (ter hoogte van de J. Cogelslei). Dit om het uitlaatkanaal van het zuiveringsstation te Schoten vrij te houden en zodoende wateroverlast te voorkomen in de gemeente Schoten.
- Bericht nr. 9/1988 d.d. 6 april 1988 Scheepvaartverkeer op het toekomstige duwvaartkanaal te Oelegem De schipperij wordt ervan op de hoogte gebracht dat de insteek van het toekomstige duwvaartkanaal te Oelegem om veiligheidsredenen wordt onttrokken aan het bevaarbare waterwegennet beheerd door nv De Scheepvaart.
78
Vanaf heden is elke scheepsbeweging op de insteek verboden voor alle vaartuigen. De opgelegde vaargeul ter hoogte van de insteek is afgebakend met boeien. Dit bericht vervangt het bericht nr. 37/1987 van 15 oktober 1987.
- Bericht nr. 32/1992 dd. 6 juli 1992 Beperking van de diepgang in de Darse van Tessenderlo De schipperij wordt ervan in kennis gesteld dat de diepgang in de Darse van Tessenderlo tot 3,00 meter wordt beperkt.
- Bericht nr. 49/1993 dd. 18 augustus 1993 Toegelaten afmetingen voor de vaartuigen in het Groot Dok in Merksem De schipperij wordt ervan in kennis gesteld dat in afwijking van het bericht nr. 32/1986 dd. 11 december 1986, gewijzigd door de berichten nrs. 30/1988 en 23/1990, vaartuigen met afmetingen begrepen tussen 80 m x 9,50 m x 2,50 m en 120 m x 11,40 m x 2,50 m in het Groot Dok in Merksem zijn toegelaten voorzover de volgende voorwaarden worden nageleefd: 1. het varen met een lengte groter dan 80 m is onderworpen aan het voorafgaandelijk bekomen van een vergunning van nv De Scheepvaart; 2. vaartuigen met een lengte groter dan 80 m dienen te zijn uitgerust met een doeltreffende en geschikte inrichting (boegschroef of koproer) om een maximale bestuurbaarheid te bekomen; 3. de doeltreffendheid van deze inrichting wordt nagegaan aan de hand van een proefvaart in aanwezigheid van bevoegd personeel van nv De Scheepvaart. De eerste reis kan als proefvaart worden beschouwd. De aanvraag voor het maken van de proefvaart dient te worden ingediend bij nv De Scheepvaart, Straatsburgdok 1, 2030-Antwerpen (tel. 03-542.19.78).
- Bericht nr. 15/1997 dd. 18 maart 1997 Wijzigingen voor de scheepvaart in het vak Wijnegem-Antwerpen De schipperij wordt ervan in kennis gesteld dat, in afwijking van artikel 2 van het bericht nr. 29/1990 van 26 september 1990, vanaf zaterdag 22 maart 1997 de scheepvaart continu (ook na de bedieningsuren van de kunstwerken) is toegelaten in de sectie Wijnegem-Antwerpen van het Albertkanaal. Voor het schutten aan het sluizencomplex te Wijnegem kunnen de schippers zich de eerstvolgende dag bij de opening van de bediening om 06u00 per marifoon aanmelden. De schippers worden erop gewezen dat vanaf vrijdag 21 maart 1997 om 12u00, het oproepkanaal van de marifoon van het sluizencomplex in Wijnegem 80 zal zijn i.p.v. 20. Alle schippers die na de bedieningsuren hun bestemming in het vak Wijnegem-Antwerpen hebben bereikt of die in deze periode in afvaart het vak Wijnegem-Antwerpen hebben verlaten, dienen zich de eerstvolgende dat van de opening van de bediening van de kunstwerken aan te bieden in het dichtstbijzijnde ontvangstkantoor van nv De Scheepvaart om de verschuldigde scheepvaartrechten te betalen.
- Bericht nr. 71/1997 dd. 27 oktober 1997 Aanmeren of stilliggen van schepen opwaarts het sluizencomplex te Wijnegem De schipperij wordt ervan in kennis gesteld dat vanaf heden het aanmeren of het stilliggen van vaartuigen opwaarts het sluizencomplex in Wijnegem als volgt wordt geregeld :
79
1. Rechteroever a. In de zone vanaf 50 meter opwaarts tot 250 meter opwaarts het sluizencomplex mogen uitsluitend vaartuigen aanmeren die daarvoor toestemming van het sluispersoneel hebben bekomen en die wachten op toestemming om een sluis binnen te varen. Deze regeling geldt niet voor de vaartuigen bestemd voor het vervoer van ontplofbare(1) en gevaarlijke stoffen (2). De ligtijd in deze zone is beperkt tot de wachttijd voor de eerstvolgende schutting. b. In de zone vanaf 250 meter opwaarts tot 500 meter opwaarts het sluizencomplex mogen uitsluitend vaartuigen bestemd voor het vervoer van ontplofbare (1) en gevaarlijke stoffen (2) aanmeren die wachten op toestemming om de sluis binnen te varen. De ligtijd in deze zone is beperkt tot de wachttijd voor de eerstvolgende schutting. c. In de zone 500 meter opwaarts tot 900 meter opwaarts het sluizencomplex mogen vaartuigen aanmeren of stilliggen met uitzondering van vaartuigen bestemd voor het vervoer van ontplofbare (1) en gevaarlijke stoffen (2). De ligtijd in deze zone is beperkt tot 48 uur. d. In de zone 900 meter opwaarts tot 1.267 meter opwaarts het sluizencomplex mogen uitsluitend vaartuigen bestemd voor het vervoer van ontplofbare (1) en gevaarlijke stoffen (2) aanmeren of stilliggen. De ligtijd in deze zone is beperkt tot 48 uur. Bepaling
In de zones a, b, c en d moeten de vaartuigen langs aanmeren en mogen de 12,50 meter breedte uit de kaaimuur niet overschrijden, uitgezonderd in zone c waar eveneens samenstellen tot 23 meter breedte kunnen aanmeren tot de eerstvolgende schutting.
2. Linkeroever a. In de zone vanaf 50 meter opwaarts tot 300 meter opwaarts het sluizencomplex mogen vaartuigen aanmeren, die daarvoor toestemming van het sluispersoneel hebben bekomen en die wachten op toestemming om een sluis binnen te varen. De ligtijd in deze zone is beperkt tot de wachttijd voor de eerstvolgende schutting. In deze zone mag niet aangemeerd worden in de periode van zaterdag 22.00 uur tot maandag 06.00 uur. b. In de zone vanaf 300 meter opwaarts tot 1.267 meter opwaarts het sluizencomplex zijn er vergunde kaaimuren. In deze zone gelden de voorwaarden van de desbetreffende vergunningen.
Bepaling
In de zone a moeten de vaartuigen langs aanmeren en mogen de 12,50 meter breedte uit de kaaimuur niet overschrijden. In deze zone kunnen eveneens samenstellen tot 23 meter breedte aanmeren tot de eerstvolgende schutting.
(1) deze van de klasse Id, Ie, II, IIIa, IIIb, IIIc, IVa, IVb, V, VI, VII, zoals bepaald in het reglement voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Rijn (ADNR) (2) deze van de klasse Ia, Ib en Ic, zoals bepaald in het reglement voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Rijn (ADNR).
80
- Bericht nr. 16/1998 dd. 8 april 1998 Betaling van scheepvaartrechten Overbrenging van de controlepost Antwerpen - Luikbrug naar Merksem - brug Groot Dok. De schipperij wordt ervan in kennis gesteld dat wegens de definitieve buitendienststelling van de Luikbrug, de controlepost voor scheepvaartrechten aan de Luikbrug wordt gesloten en overgebracht naar het bedieningslokaal van de brug over het Groot Dok van Merksem. Vanaf vrijdag 10 april 1998 om 18 uur zijn de schippers van alle opvarende en afvarende schepen die het sluizencomplex in Wijnegem niet passeren, verplicht zich per marifoon aan de brug over het Groot Dok van Merksem op VHF kanaal 80 aan te melden. De schippers van deze schepen dienen zich voor betaling van scheepvaartrechten in het bedieningslokaal aan de Brug over het Groot Dok van Merksem aan te bieden. Zij kunnen daarvoor voor korte tijd gebruik maken van de kaai voorzien voor waterneming op de rechteroever onmiddellijk opwaarts de Dokken van Merksem of zich op het kantoor aanbieden nadat zij hun plaats van bestemming bereikt hebben. Dit kantoor zal vanaf vrijdag 10 april 1998 geopend zijn van maandag tot en met zaterdag elke dag van 6 uur tot 22 uur. De schepen die tussen 22 uur en 6 uur hun plaats van bestemming bereiken in het vak WijnegemAntwerpen of die in deze periode in afvaart het vak Wijnegem-Antwerpen verlaten, dienen zich de eerstvolgende dag aan te bieden in het dichtstbijzijnde ontvangstkantoor van nv De Scheepvaart om de verschuldigde scheepvaartrechten te betalen. De bepalingen van het bericht nr. 7/1997 p. II (marifoongebruik en betaling scheepvaartrechten) worden ingetrokken.
- Bericht nr. 77/1997 dd. 30 december 1997 Maximum toegelaten snelheid in Antwerpen De schipperij wordt ervan in kennis gesteld dat, in afwijking van artikel 18 § 1, 2 van het bijzonder scheepvaartreglement van de kanalen beheerd door nv De Scheepvaart, in het Straatsburgdok en in de verbindingsgeul naar de haven van Antwerpen de maximum toegelaten snelheid vanaf heden op 5 km/u wordt vastgesteld.
- Bericht nr. 78/1997 dd. 30 december 1997 Betaling scheepvaartrechten in Antwerpen De schipperij wordt ervan in kennis gesteld dat vanaf 1 januari 1998 de verschuldigde scheepvaartrechten voor het varen van het Amerikadok naar het Asiadok via het Straatsburgdok, of omgekeerd, door het Havenbedrijf Antwerpen zullen worden vereffend. De schipperij zelf hoeft dus vanaf 1 januari 1998 de verschuldigde scheepvaartrechten voor deze doorvaart niet meer te vereffenen.
81
- Bericht nr. 3/2000 dd. 12 januari 2000 Betaling met Proton-kaarten De schipperij wordt ervan in kennis gesteld dat de betalingen van scheepvaartrechten, nachtvaartbonnen en vignetten voor de pleziervaart in de ontvangstkantoren te Genk en Wijnegem vanaf heden kunnen gebeuren met Proton-kaarten. Volgende elektronische betalingen zijn aldus beschikbaar in deze ontvangstkantoren: -
Bancontact/Mister Cash
-
Visa
-
Visa-Electron
-
Eurocard-Mastercard
-
Edc-Maestro
-
Proton
Ze worden gratis ter beschikking gesteld van de schipperij.
- Bericht nr 107/2001 d.d. 2 oktober 2001 Stilliggen van vaartuigen in het Straatsburgdok te Antwerpen en tussen de Noorderlaanbrug en het sluizencomplex te Wijnegem Gelet op artikel 37 van het koninklijk besluit van 15 oktober 1935 houdende de voorschriften betreffende de Politie en de Scheepvaart op de bevaarbare waterwegen van het Rijk en gelet op de artikelen 4 en 25 van het koninklijk besluit van 7 september 1950 houdende het bijzonder Reglement van de kanalen van de lijn Luik-Antwerpen en vertakkingen en de latere wijzigingen. Overwegende dat het noodzakelijk is de regeling voor het stilliggen van de vaartuigen in het Straatsburgdok en op het Albertkanaal tussen de Noorderlaanbrug en het sluizencomplex in Wijnegem te herzien; B E S L U I T: Artikel 1 Het stilliggen van vaartuigen in het Straatsburgdok wordt als volgt geregeld: 1. Drinkwaterbevoorrading a. Plaatsen: - oostkaai: de volledige oostkaai beginnend vanaf 30 meter vóór de fendering b. Bepalingen: - Deze zone is alleen bestemd voor het afmeren van vaartuigen voor drinkwaterbevoorrading. - De vaartuigen moeten langs aanmeren en mogen de 23,00 m breedte uit de kaaimuur niet overschrijden. - De ligtijd is beperkt voor de duur van de drinkwaterbevoorrading. 2.
Schepen bestemd voor het vervoer van ontplofbare stoffen (1) en gevaarlijke stoffen (2)
De schepen bestemd voor het vervoer van ontplofbare stoffen (1) en gevaarlijke stoffen (2) mogen niet aanmeren in het Straatsburgdok, uitgezonderd voor de duur van de drinkwaterbevoorrading (zie 1a en 1b).
(1) deze van klasse Ia, Ib en Ic, zoals bepaald in het reglement voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Rijn (ADNR). (2) deze van klasse Id, Ie, II, IIIa (uitgezonderd groep k3), IIIb, IIIc, IVa, IVb, V, VI,VII, zoals bepaald in het reglement voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Rijn (ADNR).
82
3.
Vaartuigen en duwbakken en/of vaartuigen met een gelijkaardige voorsteven a. Plaatsen: - noordkaai - westkaai: •tot het einde van de fendering - zuidkaai: •vanaf 100 m opwaarts de Straatsburgbrug tot de keermuur van de vroegere Luikbrug. b. Bepalingen: - Deze kaaimuurlengten met fendering zijn bestemd voor alle vaartuigen, uitgezonderd deze vermeld onder punt 2. - Het is verplicht kops (loodrecht t.o.v. de kaaimuur) aan te meren aan de noordkaai en aan de westkaai. Aan de zuidkaai dient langs gemeerd te worden waarbij een breedte van maximum 12,50 meter niet mag overschreden worden. - Het meren aan de kaaimuren met fendering mag enkel gebeuren, gebruikmakend van wrijfhout en stootblokken in hout die de fenderschotten en aanhorigheden beschermen tegen elk contact met voorsteven, ankers of elk ander uitstekend deel dat schade kan aanbrengen. Deze beschermhouten moeten gedurende de ganse duur van het aanmeren aangebracht blijven. - De ligtijd is beperkt tot 14 dagen.
4. Verboden stil te liggen en aan te meren a. Plaatsen: - westkaai: vanaf de keermuur van de Straatsburgbrug tot het begin van de fendering; - oostkaai: 30 m opwaarts de fendering tot aan de Noorderlaanbrug; - zuidoostkaai: tussen de Noorderlaanbrug en de vroegere Luikbrug. b. Bepalingen: Aan deze kaaimuurlengten is het verboden stil te liggen of aan te meren. Artikel 2 De verbindingsgeul tussen het Straatsburgdok en de haven van Antwerpen. a. Plaatsen: - zuidkaai - noordkaai b. Bepalingen: Aan deze kaaimuren mag uitsluitend gemeerd worden na voorafgaande vergunning of toelating. Artikel 3 De toegangsgeul tot het Asiadok. In de toegangsgeul tot het Asiadok mogen geen vaartuigen stilliggen of aanmeren. Artikel 4 Het stilliggen van vaartuigen op het Albertkanaal tussen de Noorderlaanbrug en het sluizencomplex te Wijnegem wordt als volgt geregeld. 1. Rechteroever a. In de zone tussen 50 meter en 500 meter afwaarts het sluizencomplex te Wijnegem mogen uitsluitend vaartuigen stilliggen of aanmeren, die wachten op toestemming om een sluis binnen te varen, met uitzondering van de vaartuigen bestemd voor het vervoer van ontplofbare (1) en gevaarlijke stoffen (2). De ligtijd in deze zone is beperkt tot de wachttijd voor de eerstvolgende schutting.
83
b. In de zone tussen 500 meter en 1.000 meter afwaarts het sluizencomplex te Wijnegem mogen uitsluitend vaartuigen geladen met of leeg van ontplofbare (1) of gevaarlijke stoffen (2) aanmeren of stilliggen, die wachten op toestemming om een sluis binnen te varen. De ligtijd in deze zone is beperkt tot de wachttijd voor de eerstvolgende schutting. c. In de zone tussen 50 meter en 550 meter afwaarts brug Wijnegem II mogen vaartuigen geladen met of leeg van ontplofbare (1) en gevaarlijke stoffen (2) aanmeren. Deze vaartuigen mogen een breedte van 12,50 meter niet overschrijden. De ligtijd in deze zone is beperkt tot 48 uren. d. De zone tussen 600 meter en 1.000 meter (begin rechte kaai) afwaarts de brug Schoten is bestemd als koppelplaats voor duwkonvooien zonder vergunning voor het traject Schoten-Antwerpen. De ligtijd in deze zone is beperkt tot 4 uren. e. De zone tussen de brug Deurne-Bal en de ingang van de dokken van Merksem is bestemd voor het aanmeren van vaartuigen voor drinkwaterbevoorrading. Bepalingen - In de zones beschreven onder a, b, c, d, en e moeten de vaartuigen langs aanmeren en mogen ze de 12,50 meter breedte uit de kaaimuur niet overschrijden, uitgezonderd in de zone d waar eveneens samenstellen tot 23,00 meter breedte kunnen aanmeren. - In de zone tussen het sluizencomplex te Wijnegem en de Noorderlaanbrug mag geen enkel vaartuig stilliggen, uitgezonderd in de zones beschreven onder a, b, c, d en e. Voor het uitvoeren van de los- en laadverrichtingen mag het stilliggen niet langer duren dan strikt noodzakelijk en volgens de voorwaarden van de desbetreffende vergunning. 2. Linkeroever a. In de zone 50 meter afwaarts en 500 meter afwaarts het sluizencomplex mogen vaartuigen, aanmeren of stilliggen die daarvoor de toestemming van het sluispersoneel hebben verkregen en die wachten op toestemming om bij een eerstvolgende schutting de duwvaartsluis binnen te varen. Deze regeling geldt ook voor de kaaimuur aan de middensluis over een lengte van 200 meter. Deze regeling geldt niet voor de vaartuigen bestemd voor het vervoer van ontplofbare (1) of gevaarlijke stoffen (2). b. In de zone 500 meter afwaarts het sluizencomplex tot aan de brug Wijnegem II mogen wachtende vaartuigen aanmeren of stilliggen en is het langdurig ligplaats nemen toegelaten met uitzondering van de vaartuigen bestemd voor het vervoer van ontplofbare (1) of gevaarlijke stoffen (2). De ligtijd in deze zone is beperkt tot 7 dagen. c. De zone tussen 600 meter en 1.000 meter (begin rechte kaai) afwaarts de brug Schoten is bestemd als koppelplaats voor duwkonvooien zonder vergunning voor het traject Schoten-Antwerpen. De ligtijd in deze zone is beperkt tot 4 uren. d. In de verbrede zone, juist afwaarts de zwaaikom t.h.v. de dokken van Merksem, mogen vaartuigen aanmeren die wachten op toelating om de dokken van Merksem binnen te varen. Deze zone mag tevens gebruikt worden door vaartuigen die geladen of gelost dienen te worden bij de bedrijven gelegen op grondgebied van de stad Antwerpen en de gemeente Schoten. Bepalingen - Al de aanmerende of stilliggende vaartuigen in de zones a, b, c en d moeten langs aanmeren en mogen een breedte van de 12,50 meter uit de kaaimuur niet overschrijden, uitgezonderd in zone a waar eveneens samenstellen tot 23,00 meter breedte kunnen aanmeren tot de eerstvolgende schutting en zone die voorbehouden is als koppelplaats voor duwkonvooien tot 23,00 breedte.
84
- De zones niet beschreven in a, b, c en d dienen beschouwd als vergunde kaaimuur. Het stilliggen aan deze vergunde kaaimuren mag niet langer duren dan strikt noodzakelijk en volgens de voorwaarden van desbetreffende vergunning. Artikel 5 De Dokken van Merksem De toegang tot en het stilliggen in de Dokken van Merksem is enkel toegestaan voor het lossen of het laden van vaartuigen volgens de voorwaarden van de desbetreffende vergunning. Na het beëindigen van de los- en laadverrichtingen, mag de ligtijd de 7 dagen niet overschrijden. Artikel 6 Algemene bepalingen: 1. Het is verboden met wrakken en woonschepen aan te meren. In afwijking op dit bericht kan de administrateur-generaal van nv De Scheepvaart het langdurig ligplaats nemen met andere vaartuigen regelen. 2. De aandacht van de schippers wordt er op gevestigd dat zij de toegestane ligduur stipt dienen te eerbiedigen, en zich verder onmiddellijk dienen te schikken naar de aanwijzingen van het bevoegd personeel van nv De Scheepvaart. 3. Indien de in het bericht bepaalde ligduur wordt overschreden, en bij elke andere inbreuk op de voormelde artikelen, zal in toepassing van artikel 102 van het Algemeen Scheepvaartreglement, het in overtreding liggend vaartuig van ambtswege en op kosten van de scheepseigenaar worden verhaald en zonodig verwijderd uit de kanalen beheerd door nv De Scheepvaart. 4. Plaatselijke seining kan tijdelijk bepalingen van onderhavig bericht opheffen of afwijkingen op deze bepalingen regelen. 5. In voorkomend geval dienen de schippers de reglementering, van toepassing op het vervoer van gevaarlijke (1) en ontplofbare stoffen (2), strikt na te leven. 6. Als overgangsregeling wordt aan de eigenaars van de vaartuigen die bij het van kracht worden van dit bericht in overtreding zijn met de bepalingen ervan, een termijn van 30 kalenderdagen toegestaan, ingaand na de betekening van dit bericht, om hun vaartuig reglementair te meren.
Na deze periode zullen de bepalingen van punt 3 voormeld worden toegepast.
Artikel 7 Onderhavig bericht treedt in werking op 3 oktober 2001. De berichten nrs. 22/1984 en 22bis/1984 en 6/1999 en 27/2000 zijn vanaf 3 oktober 2001 ingetrokken, evenals alle vroegere besluiten die strijdig zijn met de bepalingen van onderhavig bericht.
- Bericht nr 76/2004 dd. 23 augustus 2004 en nr 76bis/2004 dd.
5 oktober 2004 Controle vaarvergunning en kwitantie ontvangstkantoor sluis Genk Ledig afvarende vrachtschepen De schipperij wordt ervan in kennis gesteld dat met ingang van 1 september 2004 aan de sluizen van Genk volgende schikkingen voor de ledig afvarende vrachtschepen zullen gelden : De schippers die in het bezit zijn van een geldige vaarvergunning, afgeleverd door het Waalse Gewest M.E.T. (Sofico) moeten niet meer van boord om een nieuwe vaarvergunning te bekomen.
85
Deze schippers dienen zich via de marifoon (kanaal 80) te melden aan het sluispersoneel om hun reisgegevens mee te delen. Aan de sluis van Wijnegem moeten de schippers zich afmelden in het ontvangstkantoor waar de vaarvergunning en eventuele kwijting zal opgemaakt worden. Indien een reis eindigt op het Albertkanaal, alsook voor schepen die ons net verlaten via Viersel, dient de schipper de nodige formaliteiten te vervullen in de controlepost aan de sluizen van Ham of Olen.
3) Kanaal naar Beverlo - Bericht nr. 11/1984 d.d. 17 april 1984 - Toegelaten afmetingen op het kanaal naar Beverlo - Afschaffing éénrichtingsverkeer - Aanpassing van de scheepvaarturen Op het kanaal naar Beverlo, tussen de kom “Blauwe Kei” en het uiteinde van de haven van de Werkhuizen van de N.V. Umicore te Balen, zal vanaf 1 mei 1984 de scheepvaart als volgt worden geregeld:
de geladen vaartuigen die ten hoogste 5m05 breed zijn en alle ledige vaartuigen mogen in beide richtingen varen;
de geladen schepen, die meer dan 5m05 breed zijn, varen in een enkele richting, op de hiernavermelde wijze:
bij het vertrek uit de werkhuizen vertrekt het eerste konvooi, op het reglementair uur van de opening der scheepvaart, de volgende konvooien om de vier uur;
bij het vertrek uit de kom vertrekt het eerste konvooi, twee uur na het reglementair uur van de opening der scheepvaart, de volgende konvooien om de vier uur;
geen enkel geladen schip dat meer dan 5m05 breed is mag het vak nog binnenvaren na het officiële vertrekuur.
De tabellen, met opgave van de vertrekuren in beide richtingen, zijn aangeplakt op de werkhuizen van de “Umicore” en in de inlichtingsbureau’s, opgericht langs de door nv De Scheepvaart geëxploiteerde waterwegen. De scheepvaarturen worden, in afwijking van bericht nr. 7/1983, op het kanaal naar Beverlo als volgt aangepast:
van 16 maart tot 30 september: van 4.00 uur tot 24 uur;
van 1 oktober tot 15 maart: van 5.00 uur tot 23 uur.
De toegelaten afmetingen op het kanaal naar Beverlo zijn: tot Vieille Montagne
57,50 m x 6,60 m x 2,30 m
tot Beverlo
57,50 m x 6,60 m x 1,90 m
4) Kanaal van Dessel naar Kwaadmechelen - Bericht nr. 69/1997 dd. 14 oktober 1997 Toegelaten snelheid. De schipperij wordt ervan in kennis gesteld dat, onverminderd de bepalingen van artikel 9 van het Algemeen Scheepvaartreglement, vanaf heden bij wijze van proef, op het kanaal
86
Dessel-Kwaadmechelen de toegelaten snelheden gelden zoals bepaald in artikel 18 § 1 - 2 van het bijzonder scheepvaartreglement van de kanalen beheerd door nv De Scheepvaart.
5) Kanaal van Dessel over Turnhout naar Schoten - Bericht nr 74/1997 dd. 02 december 1997 Meren van vaartuigen in Schoten De schipperij wordt ervan in kennis gesteld dat, overeenkomstig artikel 37 van het Algemeen Reglement der Scheepvaartwegen het meren (langdurig ligplaats nemen) op de linkeroever van het kanaal DesselTurnhout-Schoten te Schoten kan toegelaten worden mits de vereiste vergunning te bekomen in de volgende zones : -
opwaarts sluis 10 hetzij tussen kmp. 61.988 en kmp. 62.823
-
in de kom aan brug 14 en een zone aansluitend opwaarts deze kom, hetzij tussen kmp. 61.254 en kmp. 61.581
-
opwaarts brug 13 (t.h.v. de Hermelijnlaan), hetzij tussen kmp. 60.062 en kmp. 60.272
-
in de kom aan brug 12, tussen kmp. 58.527 en kmp. 58.728.
Het meren zoals bedoeld in dit bericht is niet toegelaten buiten de voormelde zones.
- Bericht nr. 41/1998 dd. 6 augustus 1998 Meerverbod aan brug 2 te Retie De schipperij wordt ervan in kennis gesteld dat, in afwijking van Afdeling II, Art. 24 § 2 en § 3 van het K.B. van 15 oktober 1935, houdende algemeen reglement der scheepvaartwegen van het koninkrijk, en in navolging van Art. 13 van het K.B. van 7 september 1950, houdende bijzondere reglementen der kanalen van de lijn Luik-Antwerpen en vertakkingen, het vanaf heden verboden is te meren aan de linker- en rechteroever van het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, in de zone tussen brug 2 te Retie en 500 m opwaarts deze brug. Dit verbod geldt niet voor bijzondere vergunningen, voor passagiersvaartuigen en pleziervaart met een maximale diepgang van 1,20 m en voor vaartuigen voor onmiddellijke doorvaart aan brug 2 te Retie.
6) Kanaal van Bocholt naar Herentals
- Bericht nr. 95/1999 dd. 7 december 1999 Doorvaart aan sluizen 1, 2 en 3 te Lommel – Blauwe Kei Met het bericht nr. 90/1999 van 3 november 1999 werd uit veiligheidsoverwegingen voor de geladen schepen een meerverbod ingesteld tussen de sluizen 1 en 3 van het kanaal Bocholt-Herentals. Dit meerverbod blijft onverminderd van toepassing maar, om de effectieve bedieningstijd voor de scheepvaart te behouden, zal met ingang van 13 december 1999 elk schip dat zich vóór het sluitingsuur (21 uur in de periode van 1 oktober tot 15 maart en 22 uur in de periode van 16 maart tot 30 september) aan sluis 1 (afvaart) of sluis 3 (opvaart) voor bediening aanbiedt, nog geschut worden op de sluizen 2 en 3 (afvaart) of op de sluizen 2 en 1 (opvaart).
87
Het schip komt nog voor bediening in aanmerking indien aan alle hierna vermelde voorwaarden wordt voldaan: 1. het schip bevindt zich op minder dan 500 m van het kunstwerk; 2. het schip bevindt zich aan de kant van het kunstwerk waar de schutting kan aangevat worden; 3. er is nog plaats voor het schip in de schutkolk.
7) Zuid-Willemsvaart - Bericht nr. 75/1997 dd. 3 december 1997 Vrije hoogte. De schipperij wordt ervan in kennis gesteld dat de vrije hoogte op de Zuid-Willemsvaart, tussen de samenloop met het kanaal Bocholt-Herentals en de Nederlandse grens in Bocholt, beperkt is tot 7 m.
88
DEEL 3: Berichten geldig op de maritieme waterwegen.
De vermelde berichten worden enkel ter informatie gegeven. Ten aanzien van deze berichten
kunnen Waterwegen en Zeekanaal nv en nv De Scheepvaart geen verantwoordelijkheid nemen.
Hoofdstuk 1: Algemene berichten 1. Vessel Traffic Services-gebied 1/35 ANKEREN VAN SCHEPEN MET SCHADE NA EEN INCIDENT (BaZ 1/35 - 2006 vervalt) Gehoord hebbende het advies van de Commissie Nautische Veiligheid Scheldemonden; Gelet op art. 51 en 54 van het Scheepvaartreglement Westerschelde 1990; art. 43 en 53 van het Scheepvaartreglement voor het Kanaal van Gent naar Terneuzen; Gelet op art. 44 par. 1 en 47 par. 1 van het KB houdende Scheepvaartreglement voor de Beneden Zeeschelde; Gelet op art. 8 van de Gemeentelijke Havenpolitie-verordening van Antwerpen, wetende dat hierin vermeld is dat schepen die na een incident schade of vermoedelijk schade opgelopen hebben pas dan tot de haven worden toegelaten na een door de Rechtbank van Koophandel erkende scheepvaartdeskundige afgelegde verklaring, maken de Rijkshavenmeester Westerschelde en de Leidend Ambtenaar AWZ hierbij het volgende bekend. Schepen die na een incident schade of vermoedelijk schade hebben opgelopen mogen hun reis naar hun eindbestemming slechts dan voortzetten na toestemming van de Gemeenschappelijk Nautische Autoriteit (GNA), in casu de Hoofdverkeersleider van het Waterdistrict Westerschelde en de Nautisch Dienstchef van de afdeling Scheepvaartbegeleiding AWZ. Deze schepen dienen in principe eerst ten anker te komen op een door de GNA, in casu de in de vorige volzin genoemde personen aangewezen plaats alwaar een eerste onderzoek naar de aard van de schade wordt uitgevoerd. Deze gezamenlijke bekendmaking treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Nederlandse Staatscourant en het Belgisch Staatsblad waarin zij wordt geplaatst. (Bron: Gemeenschappelijke Vlaamse en Nederlandse Nautische Autoriteit. Kennisgeving 03-2005. dd. 27/09/2005)
Hoofdstuk 2: Specifieke berichten 1. Kanaal van Gent naar Terneuzen afwaarts de Meulestedebrug (Belgisch gedeelte) - Bericht nr. 112 d.d. 24 november 1971 Met het oog op de scheepvaartregeling op het kanaal moeten vanaf 1 december 1971 om 0.00 uur de zeeschepen en de duweenheden volgende meldingen gegeven aan de brug in Zelzate via V.H.F. kanaal 11:
89
1. vertrek van de aankomst aan een ligplaats op het Belgische gedeelte van het kanaal of in de Haven van Gent; 2. het passeren van volgende punten: - Sidmar (portaal kranen); - Texaco (dok). De door de aangestelden van de brug in Zelzate gegeven bevelen moeten stipt worden opgevolgd.
- Bericht nr. 16/48 d.d. 4 maart 1981 In verband met de navigatie en de manoeuvres van zeeschepen op het kanaal van Gent naar Terneuzen worden de schippers van varende binnenvaartuigen verzocht te luisteren op VHF kanaal 11. Kanaal 11 wordt immers gebruikt ten behoeve van de navigatie op bedoelde waterweg.
- Bericht nr. 71/466 d.d. 15 december 1988 De vrije hoogte onder de zijoverspanningen van de brug in Zelzate wordt vastgesteld op 6,50 m boven het normaal waterpeil van het kanaal.
- Bericht nr. 22/129 d.d. 27 april 1990 Tot nader bericht wordt het meren van duwbakken als volgt geregeld: 1. gemeerde duwbakken moeten steeds met twee rondomschijnende lichten (één vóór en één achter) worden verlicht; 2. gemeerde duwbakken moeten vastgemaakt worden met ten minste vier meerdraden (voorlijn, voorspring, achterspring en achterlijn); 3. duwbakken die ter anker liggen mogen over niet meer dan één breedte liggen. Nochtans, ter hoogte van de firma Rhône-Poulenc mogen de schepen op meerdere rijen liggen op voorwaarde dat hierbij rekening gehouden wordt met het feit dat grote schepen komende van Sidmar aldaar moeten kunnen zwaaien; 4. bij het afmeren in en rond het Rodenhuizedok of langs de oever van het kanaal ter hoogte van Rodenhuize dienen de schippers voldoende ruimte te laten om sleepboten samen met schepen met een lengte van 25 meter en met een diepgang van 12,25 meter te laten manoeuvreren.
- Bericht nr. 49/1 d.d. 9 december 1998 De bediening van de brug in Zelzate wordt bij beperkt zicht, met ingang van 1 december 1998, als volgt geregeld: A) Zicht minder dan 250 meter.
Bij een zicht minder dan 250 meter wordt de brug niet bediend.
B) Varen bij een zicht tussen 250 meter en 100 meter.
In afwijking van punt 1 hierboven is het toegestaan onder de volgende voorwaarden de bovengenoemde brug te passeren bij een zicht tussen 250 meter en 100 meter.
I. ZEEVAART 1. Voorwaarden: 1.1. Maximale afmetingen: lengte over alles kleiner of gelijk aan 200 meter, breedte kleiner of gelijk aan 28 meter en een diepgang van maximaal 8 meter; 1.2. De maximale waterverplaatsing: kleiner of gelijk aan 16.000 ton van 1.000 kg; 1.3. Een goed werkende boegschroef of boegschroeven van voldoende vermogen;
90
1.4. a) Het schip is uitgerust met 2 radarsets die geschikt zijn voor het gebruik op het kanaal en een minimaal bereik hebben van 0,25 mijl zonder afwijkingen of vervaging rond het centrum; b) Bochtaanwijzer (“Rate of Turn indicator”); c) Snelheidsmeters, waarvan één gekoppeld is aan een radar; d) 2 marifoonsets (VHF); e) De uitrusting wordt door de loods gecontroleerd. Bij het ontbreken of het niet goed werken van de uitrusting wordt geen toestemming gegeven voor het varen bij een zicht minder dan 250 meter. 2. Varen: Het schip moet voorzien zijn van een Vlaamse loods of Neder-landse registerloods. 2.1. Het varen met een verklaringhouder is niet toegestaan; 2.2. De roerganger van het schip dient binnen de marge van een halve graad naar bakboord of naar stuurboord te kunnen sturen; 2.3. De windkracht mag maximaal 3 Beaufort zijn; 2.4. Het oplopen of voorbijlopen van een zeeschip dat vaart loopt of stil ligt is zonder toestemming van de opgelopene niet toegestaan; 2.5. Het schip moet zonder sleepboothulp de brug passeren; 2.6. Er mag geen gecombineerde (tegengestelde) doorvaart plaatsvinden bij de brug; 2.7. Bij het naderen van de brug doet men zowel in op- als in af-vaart een extra melding aan de brug vanaf 2.000 meter, 1.500 meter en 1.000 meter. II. BINNENVAART 3. Voorwaarden: 3.1. Alleen brugpassages als aantoonbaar is dat men na strijken van masten, radarscanners enz. niet onder de gesloten brug kan varen; 3.2. Het schip moet zijn uitgerust met een goed werkende radar en voldoen aan het gestelde in art. 19, §6 en §7 van het Scheepvaartreglement van het Kanaal van Gent naar Terneuzen (KB 23 september 1992, gewijzigd bij KB 9 februari 1996 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad d.d. 23.03.1996); 3.3 . Geen gevaarlijke stoffen vervoeren (kegelschepen); 3.4. Bij het naderen van de brug doet de schipper zowel in op- als in afvaart een extra melding aan de brug van op 2.000 meter, 1.500 meter en 1.000 meter.
C) Varen bij een zicht van meer dan 250 meter doch minder dan 500 meter. Bij een zicht van meer dan 250 meter doch minder dan 500 meter is de doorvaart verboden voor vaartuigen indien ze niet zijn uitgerust met een goed werkende marifoon en radar.
Zeeschepen moeten bovendien gebruik maken van de diensten van een Vlaamse loods of Nederlandse registerloods.
D) Zicht meer dan 500 meter. Bij een zicht van meer dan 500 meter geldt geen beperking.
2. Beneden-Zeeschelde - Bericht nr. 32/4 d.d. 12 augustus 1998 Ingevolge de indienststelling van de nieuwe Zeesluis in Wintam en ter verbetering van de veiligheid van de scheepvaart wordt gestart met de eerste fase van scheepvaartbegeleiding tussen het opwaartse
91
uiteinde van de “Rede van Antwerpen” en de Zeesluis in Wintam. Deze eerste fase houdt in dat vanaf heden alle zeeschepen, alle schepen met een gevaarlijke lading en alle binnenschepen (inbegrepen duwvaart) zich dienen aan te melden aan de Centrale Zandvliet via V.H.F. kanaal 12 wanneer zij, opvarend, het opwaartse uiteinde van de “Rede van Antwerpen” voorbij varen. Volgende gegevens worden daarbij gemeld: 1) De naam van het schip; 2) De afmetingen van het schip; 3) Het ledig of geladen zijn; 4) Eventueel de aard van de vervoerde goederen.
- Bericht nr. 32/5 d.d. 12 augustus 1998 Informatieverstrekking Ingevolge de indienststelling van de nieuwe Zeesluis in Wintam en ter verbetering van de veiligheid van de scheepvaart wordt gestart met de eerste fase van scheepvaartbegeleiding tussen het opwaartse uiteinde van de “Rede van Antwerpen” en de Zeesluis in Wintam. Deze eerste fase houdt in dat vanaf heden de Centrale Zandvliet bij middel van een “Schelde Scheepvaart Bericht”, uitgezonden via V.H.F. kanaal 10, zal aankondigen wanneer schepen uit de sluis in Wintam vertrekken. Hetzelfde zal gebeuren voor opvarende zeeschepen, schepen met een gevaarlijke lading en binnenschepen wanneer zij het opwaartse uiteinde van de “Rede van Antwerpen” voorbij varen.
- Bericht nr. 45/2 d.d. 10 november 1998 Bij wijze van proef zal de vaart voorbij de Rede van Antwerpen met een schip dat geladen is of geladen was, doch niet gasvrij werd verklaard, met stoffen bedoeld in artikel 34 van het koninklijk besluit van 23 september 1992 houdende politiereglement van de Beneden-Zeeschelde (gewijzigd bij K.B. 9 februari 1996, Belgisch Staatsblad d.d. 23.03.1996) gebeuren op volgende basis: Bij een zicht van 2.000 meter of minder, ‘s nachts of bij duisternis zal het schip slechts doorvaren voor zover:
Het schip uitgerust is met een degelijk werkende radar en deze radar ook gedurende het gehele traject aanstaat en in werking is; en bestendig contact mogelijk is via de marifoon - wat inhoudt dat het schip met een tweede marifoontoestel moet uitgerust zijn;
De persoon die effectief de navigatieverantwoordelijke is, de persoon die de radarwaarnemingen doet en/of de bediening van het toestel verzekert in het bezit is van een radarbrevet of van een gelijkwaardig document.
- Bericht nr. 2/5 d.d. 10 januari 2001 Om bij het spuien van de sluizen de scheepvaart in de geul van de Zandvliet- en de Berendrechtsluis te verwittigen werden er seinen geplaatst. Het sein bestaat uit een schijnwerper met blauwe lens en is geplaatst in de geul op de seinmast 2 voor de Zandvlietsluis en één op seinmast 3 voor de Berendrechtsluis, telkens ter hoogte van het nummersein 1. Deze seinen zullen branden telkens er gespuid wordt via de spuikanalen van de betreffende sluis. Het blijft gelden dat in de mate van het mogelijke vermeden wordt te spuien tijdens doorvaart van de geul. De scheepvaart is door het blauwe licht verwittigd dat het risico bestaat van een dwarsstroom in de geul en kan te allen tijde de sluisleiding oproepen met de vraag het spuien te onderbreken, deze zal hierop ingaan in de mate van het mogelijke. Deze seinen zijn nu operationeel en staan afgeregeld op het midden van de geul.
92
Aanvulling: De seinmasten 2 en 3 zijn in feite grote borden welke staan op de hiernavolgende posities en welke diverse rode, groene en witte lichten vertonen om het inkomende verkeer te regelen, overeenkomstig de “Algemene Politieverordening van de Haven van Antwerpen”:
51° 20’,89 NB
4° 16’,90 OL
5689439 N-UTM
589267 O-UTM
51° 20’,68 NB
4° 16’,92 OL
5689050 N-UTM
589296 O-UTM
of of
Deze (licht)seinen zijn gekarteerd met de vermelding “SS-verkeer”.
- Bericht nr. 18/1 d.d. 2 mei 2001 De Schipperij wordt ervan in kennis gesteld dat, voor alle binnenvaart en voor kegelschepen, de verplichting geldt tot het aanmelden aan de verkeerscentrale Zandvliet op kanaal 12 bij :
een vertrekplaats gelegen aan de Beneden-Zeeschelde;
passage van de grens van de Beneden-Zeeschelde en de Boven-Schelde t.h.v. de Petroleumpier en bij passage boei 100 indien afvarend;
het op stroom komen bij vertrek uit één van de sluizen gelegen aan de Beneden-Zeeschelde;
boei 55 indien opvarend. Bij deze melding dient te worden vermeld: • Naam van het schip; • Bestemming; • Tonnenmaat; • Diepgang, ongeacht geladen of ongeladen; • Aantal kegels indien van toepassing.
Deze verplichting is opgenomen in de Gezamenlijke Bekendmaking uitgegeven door de Permanente Commissie van Toezicht op de Scheldevaart en van toepassing sedert 1 november 1994.
- Bericht nr. 21/3 d.d. 26 mei 2004 Het rode en groene licht, (nr.1038), aan weerszijde van het gemeenschappelijke laag licht Draaiende Sluis/Pijp Tabak werden vernieuwd door het vervangen van de neon buizen door een buislicht van 4 m lengte bestaande uit LED’s. De lichten staan respectievelijk in de posities (aan te vullen in de kolom 3 van de lichtenlijst): F.G (LED) 51° 14,29 N (WGS-84)
- 51° 14,34 NB (ED-50)
4° 20,84 O (WGS-84) - 4° 20,92 OL (ED-50) en: F.R (LED) 51° 14,27 N (WGS-84)-
51° 14,32 NB (ED-50)
4° 16,88 O (WGS-84) - 4° 20,96 OL (ED-50) In de lichtenlijst dienen de woorden “neon” vervangen door de term “LED” voor wat betreft de nrs. 1038 en 1036. De verdere gegevens in kolom 8 van het licht nr.1036 dient gewijzigd als volgt: “113-W-194. Het merk van deze lichten 140,8° ineen geeft leiding over de Drempel van Draaiende Sluis. Aan weerszijde een hulplichtenlijn : 138,4° met het groen en 143,5° met het rood LED-licht.” De omschrijving in kolom 8 van de lichtenlijst nr.1038 dient aangevuld als volgt: vertikale, 4 m lange buis met F.R LED licht. vertikale, 4 m lange buis met F.G LED licht. De omschrijving … “ vertikale, 4 m lange neonbuis met resp. FR en FG”…, zoals vermeld in kolom 8 van het licht 1040 mag geschrapt worden. (Belgische kaarten nrs. 103, 104/04 en 106-INT1478, lichtenlijst nr.1036,1038,1040). 93
Rede Antwerpen a) Aan te brengen op de kaart: Een bodembescherming van ongeveer een 500 m lengte en 35 m breedte ter hoogte van de Scheldekaaien nr.19,20 en 21, omschreven door de volgende coördinaten: 51° 13,30 N (WGS-84) 51° 13,35 NB (ED-50) 4° 23,76 O (WGS-84)
4° 23,84 OL
(ED-50)
51° 13,31 N (WGS-84) 51° 13,36 NB (ED-50) 4° 23,73 O (WGS-84)
4° 23,81 OL
(ED-50)
51° 13,06 N (WGS-84) 51° 13,11 NB (ED-50) 4° 23,59 O (WGS-84)
4° 23,67 OL
(ED-50)
51° 13,07 N (WGS-84) 51° 13,12 NB (ED-50) 4° 23,57 O (WGS-84)
4° 23,65 OL (ED-50)
Hierdoor is het verboden in deze zone te ankeren, met krabbend anker de kaai te naderen of de ankerketting over de bodem te slepen op een afstand van minder dan 60 m van de kaai. Het verbod op gebruik van boeg- of hekschroeven voor zeecruiseschepen die meren aan Scheldekaaien 20-21 vervalt bij deze. Het verbod op gebruik van boeg- en hekschroeven voor zeecruiseschepen die meren aan de andere Scheldekaaien dan Scheldekaaien 20-21 blijft echter van kracht, dus wel een verbod van boeg- en hekschroef aan Scheldekaai 19. (persbericht/dienstnota 03/157 Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen). b) De twee overblijvende staketsels van de voormalige vlotpont Vlaams Hoofd, met hun reglementaire verlichting, onder de linker oever van de rivier, in de benaderende posities: 51° 13,30 N (WGS-84) 51° 13,35 NB (ED-50) 4° 23,46 O (WGS-84)
4° 23,54 OL (ED-50)
51° 13,25 N (WGS-84) 51° 13,30 NB (ED-50) 4° 23,42 O (WGS-84)
4° 23,50 OL (ED-50)
werden afgebroken en mogen geschrapt van de kaarten. c) Het sectorlicht nr 1064 – B0397, dat was geplaatst op één van de staketsels van deze vlotpont en buiten dienst was sinds augustus 2003 zal niet meer worden teruggeplaatst en mag definitief worden geschrapt, (zie ook BAZ 18/153, dd.28.8.2003) 51° 13,30 N (WGS-84) 51° 13,35 NB (ED-50) 4° 23,47 O (WGS-84)
4° 23,55 OL (ED-50)
d) Twee onbenoemde gele private meerboeien welke opwaarts van deze voormelde staketsels lagen in de posities: 51° 13,22 N (WGS-84) 4° 23,41 O (WGS-84)
51° 13,27 NB (ED-50)
4° 23,49 OL (ED-50)
51° 13,21 N (WGS-84)
51° 13,26 NB (ED-50)
4° 23,41 O (WGS-84)
4° 23,49 OL (ED-50)
werden eveneens definitief opgenomen. (Belgische kaarten nrs. 103, 104/04 en 106-INT1478, Belgische lichtenlijst nr. 1064 – B0397) Nieuwe berichten na 1 januari 2005 werden op basis van BaZ en BASS opgenomen.
94
- BASS-bericht nr. 049/05 d.d. 5 juli 2005 De Rijkshavenmeester Westerschelde maakt bekend dat op 5 juli 2005 het Deurganckdok te Antwerpen in gebruik zal worden genomen. Voorlopig zal marifoonkanaal 61 worden gebruikt voor het marifoonverkeer dat afgewikkeld moet worden tussen sleepboten en schepen bestemd voor het Deurganckdok. Binnenkort zal deze BASS opgevolgd worden door een Gezamenlijke Bekendmaking aan de Scheepvaart van de Gemeenschappelijke Nautische Autoriteit.
- BASS-bericht nr. 088/05 d.d. 26 oktober 2005 De Rijkshavenmeester Westerschelde maakt de in bijlage gevoegde Gezamenlijke Bekendmaking van de Vlaamse en Nederlandse Nautische Autoriteit, kennisgeving nr. 04-2005 bekend. Deze bekendmaking zal in de staatscourant worden gepubliceerd. Gezamenlijke Bekendmaking van de Gemeenschappelijke Vlaamse en Nederlandse Nautische Autoriteit Kennisgeving nr. 04-2005. De Gezamenlijke Bekendmaking van de Permanente Commissie van Toezicht op de Scheldevaart dd. 1 november 1994 legt, in het kader van de vigerende marifonie- procedures binnen het VTS Scheldemonden, de meldplicht op aan alle beroepsvaart met uitzondering van de binnenvaart kleiner dan 1.150 ton. De Gemeenschappelijke Nautische Autoriteit (GNA) maakt bekend dat vooruitlopend op het opvolgen (via informatie verwerkende systemen) en/of volgen (via radar) van de totale beroepsvaart in het werkingsgebied van het VTS Scheldemonden het volgende wijzigt; Met ingang van 1 (één) december 2005 tijd 00.00 uur wordt alle binnenvaart opgenomen in de meldplicht. Hierdoor valt de totale beroepsvaart in het werkings- en aandachtsgebied VTS Scheldemonden onder de meldplicht marifonie. Te zijner tijd zal een vernieuwde folder VHF- KANALEN VESSEL TRAFFIC SERVICE SCHELDEMOND worden uitgegeven door de Gemeenschappelijke Nautische Autoriteit. Deze gezamenlijke bekendmaking zal in de Nederlandse Staatscourant en het Belgisch Staatsblad worden geplaatst. BaZ 1/15 – 2007 BENEDEN EN BOVEN ZEESCHELDE — TOELATING TOT AANMEREN (BaZ 1/15 – 2006 vervalt) De aandacht wordt erop gevestigd dat de meeste steigers/kaaien op de Beneden-/Boven Zeeschelde private constructies zijn waaraan alleen mag gemeerd worden mits toelating van de eigenaar/ vergunninghouder. Zonder volledig te zijn betreft het alleszins de hiernavolgende constructies:
95
linker oever
rechter oever
Phenolchemie
51°17,85N-4°16,87E
Haltermann
51°17,68N-4°17,52E
Bayer
51°16,35N-4°18,25E
Kallo Industries
51°16,30N-4°18,17E
BP Chemicals
51°14,67N-4°20,12E
Polysar afwaarts
51°14,43N-4°20,52E
Polysar opwaarts
51°14,40N-4°20,67E
kaai Hye
51°12,15N-4°21,22E
kaai Burcht
51°12,10N-4°20,97E
51°11,90N-4°20,82E
Stad Antwerpen (Rogier)
51°11,83N-4°20,67E
Castrol
51°11,80N-4°20,52E
Stad Antwerpen (Albatros)
kaai Ytong
51°11,65N-4°19,97E
steiger Ytong
51°11,72N-4°20,05E
kaai Argex
51°11,12N-4°19,62E
steigers Roegiers
51°10,88N-4°19,55E
51°10,00N-4°19,87E
kaai Metallurgie
51°09,02N-4°19,87E
Paktank
Hierbij wordt er ook de aandacht op gevestigd dat gemeerde schepen slechts één binnenschip langszij mogen laten liggen, op voorwaarde dat de Centrale Zandvliet daarvan onverwijld in kennis wordt gesteld. (Bron: Afd. VNA en MDK - Afd. Scheepvaartbegeleiding ref.H/baz/12950 dd. 16/10/97) 02/47 NIEUW REGLEMENT – ALGEMEEN POLITIEREGLEMENT VOOR DE SCHEEPVAART OP DE BINNENWATEREN Op 1 januari zal een nieuw reglement in voege komen op de Belgische Binnenwateren. In het “Algemeen Reglement der Scheepvaartwegen van het Koninkrijk” (1935) zullen o.a. een aantal artikels weggelaten worden en er zal een nieuw reglement in de plaats komen: het “Algemeen Politiereglement voor de Scheepvaart op de Binnenwateren” (KB van 24 september 2006) Op de Boven Zeeschelde wordt dus een nieuw reglement van kracht gebaseerd op het Europese CEVNI ( Code Européén des Voies de Navigation Intérieur). De reglementen zijn op het internet beschikbaar op de website van de federale overheid en kunnen aldaar gedownload worden: http://www.mobilit.fgov.be/nl/aqua/general/REGL.htm (Bron: DAB Loodswezen – Kennisgeving 06/093 dd. 08/11/2007) BaZ 05/70 - 2007 SECTORLICHTEN MEESTOOF EN BOERENSCHANS Vanaf donderdag 22 februari 2007 zullen de neon-driehoeken van de sectorlichten Meestoof en Boerenschans alsook het hooglicht van Boerenschans buitendienst gesteld worden en dit voor onbepaalde duur. (Bron : DAB Loodswezen - Kennisgeving E Antwerpen 07/013 dd. 19/02/2007) BaZ 07/80 – 2007 HAVEN VAN ANTWERPEN - MEREN AAN GETIJ ONDERHEVIGE KAAIEN OF STEIGERS In navolging van art.48 van de Gemeentelijke Havenpolitieverordening wordt de verplichting opgelegd aan alle schepen die aan getij onderhevige kaaien meren en andere plaatsen in de haven waar invloed 96
van voorbijvarende schepen en stormwind gevaar kan opleveren: om minstens zoveel meerlijnen te bevestigen voor en achter op niet automatische lieren of bolders als nodig om het schip veilig en degelijk ter plaatse gemeerd te houden. De regels van goed zeemanschap, zoals het regelmatig inhalen van de loos en toezien op gelijke spanning op alle trossen, blijven uiteraard steeds van toepassing. Deze wijze van afmeren wordt aanbevolen in verschillende internationale maritieme publicaties. (Bron : DAB Loodswezen- Kennisgeving I Antwerpen 07/003 dd.14/03/07 - Informatienota 56 voor havengebruikers dd. 06/03/2007)
3. Boven-Zeeschelde afwaarts de toegangsgeul
tot de sluis van Wintam
- Bericht nr. 12/2 d.d. 31 maart 1993 Als proef worden de maximum toegelaten afmetingen der schepen voor de onderscheiden riviergedeelten als volgt vastgesteld: A. Vanaf het begin van de Antwerpse Rede tot de monding Durme 1. Voor de zeevaart:
lengte: onbeperkt
breedte: beperkt tot de maximum doorvaartbreedte van
de brug in Temse.
2. Voor de duwvaart: (binnenvaart) duwvaart beperkt tot maximaal 2 naast- en achterelkaar gekoppelde duwbakken + duwboot. 3. Voor de overige binnenvaart: geen beperkingen B. Vanaf de monding van de Durme tot de steiger in Baasrode: lengte: 95,- meter breedte: 12,- meter C. Vanaf de steiger in Baasrode tot monding van de Gekanaliseerde Dender: lengte: 85, - meter breedte: 12, - meter D. Vanaf de monding van de Gekanaliseerde Dender tot de samenvloeiing met de Ringvaart in Melle:
lengte: 85,- meter breedte: 9,50 meter
Eventueel kan mits aanvraag een vergunning bekomen worden, voor de twee laatste riviergedeelten, tot het varen met schepen met een grotere lengte en/of breedte, met evenwel als absolute begrenzing: lengte: 95,- meter en breedte: 10,50 meter.
- Bericht nr. 13/3 d.d. 7 april 1993 Schepen die de Boven-Zeeschelde bevaren dienen aan volgende voorwaarden te voldoen: 1) De schepen, langer dan 20 meter, dienen uitgerust te zijn met een door het Belgisch Instituut van Postdiensten en Telecommunicatie goedgekeurd en functionerend marifoontoestel; terwijl steeds minimum één bemanningslid Nederlands, Frans of Duits machtig dient te zijn;
97
2) Alle schepen moeten beschikken over de vereiste geschikte stuur- en voortstuwingsmiddelen om een goede koersvastheid en bestuurbaarheid van het schip te verzekeren.
De aandacht van de schippers wordt nogmaals gevestigd op de bijzondere reglementsbepalingen betreffende de maximum toegelaten diepgang met name: de diepgang kan niet worden vastgesteld daar de vaardiepte verandert volgens het te bevaren gedeelte der rivier, het regime der vaargeulen en banken, de stand van het tij en de omstandigheden die op het tij een invloed uitoefenen. De schippers dienen het varen te ondernemen in functie van onder andere volgende elementen: de diepgang van hun schip; de stand van het getij, waarover gegevens in de tijboekjes beschikbaar zijn, en de afmetingen van hun schip.
- Bericht nr. 50/1 d.d. 14 december 1994 Het varen met duwstellen bestaande uit een motorvrachtschip dat een schip, een duwbak of een motorvrachtschip duwt is toegelaten voor zover de totale afmetingen niet meer bedragen dan: breedte 6,60 meter en lengte 95 meter.
- Bericht nr. 51/1 d.d. 21 december 1994 De schippers dienen tijdens hun vaart op de Boven-Zeeschelde uit te luisteren en contact te houden met de andere schepen via marifoonkanaal 10.
- Bericht nr. 32/4 d.d. 12 augustus 1998 Meldingsplicht Ingevolge de indienststelling van de nieuwe Zeesluis in Wintam en ter verbetering van de veiligheid van de scheepvaart wordt gestart met de eerste fase van scheepvaartbegeleiding tussen het opwaartse uiteinde van de “Rede van Antwerpen” en de Zeesluis in Wintam. Deze eerste fase houdt in dat vanaf heden alle zeeschepen, alle schepen met een gevaarlijke lading en alle binnenschepen (inbegrepen duwvaart) zich dienen aan te melden aan de Centrale Zandvliet via V.H.F. kanaal 12 wanneer zij, opvarend, het opwaartse uiteinde van de “Rede van Antwerpen” voorbij varen. Volgende gegevens worden daarbij gemeld: 1) De naam van het schip; 2) De afmetingen van het schip; 3) Het ledig of geladen zijn; 4) Eventueel de aard van de vervoerde goederen.
- Bericht nr. 32/5 d.d. 12 augustus 1998 Informatieverstrekking Ingevolge de indienststelling van de nieuwe Zeesluis in Wintam en ter verbetering van de veiligheid van de scheepvaart wordt gestart met de eerste fase van scheepvaartbegeleiding tussen het opwaartse uiteinde van de “Rede van Antwerpen” en de Zeesluis in Wintam. Deze eerste fase houdt in dat vanaf heden de Centrale Zandvliet bij middel van een “Schelde Scheepvaart Bericht”, uitgezonden via V.H.F. kanaal 10, zal aankondigen wanneer schepen uit de sluis in Wintam vertrekken. Hetzelfde zal gebeuren voor opvarende zeeschepen, schepen met een gevaarlijke lading en binnenschepen wanneer zij het opwaartse uiteinde van de “Rede van Antwerpen” voorbij varen.
98
- Bericht nr. 46/3 d.d. 18 november 1998 Gelet op de verkeerssituaties, de situatie van het vaarwater en de stromingen die zich kunnen voordoen ter hoogte van de Rupelmonding en de sluis in Wintam, wordt de aandacht van de schippers er op gevestigd dat het in- of uitvaren van de Rupel, of de sluis in Wintam dient te gebeuren in functie van het getij, de afmetingen en de belading van hun schip. Tevens wordt verwezen naar het bericht aan de schipperij nr. 13/3 van 7 april 1993 dat, onder meer, bepaalt: “Schepen die de Boven-Zeeschelde bevaren (...) moeten beschikken over de vereiste geschikte stuur- en voortstuwingsmiddelen om een goede koersvastheid en bestuurbaarheid van het schip te verzekeren.”
- Bericht nr. 48/3 d.d. 2 december 1998 Een nieuwe lichtenlijn “Groenendijk” werd opgericht in de hierna volgende posities: Hoog Licht:
51° 07’ 21”,3 NB hoogte: 8,5 meter
04° 17’ 53”,3 OL
Laag Licht:
51° 07’ 23”,0 NB hoogte: 9 meter
04° 17’ 56”,7 OL
De lichten zijn geplaatst op rode palen, voorzien van een witte schijf als dagmerk. Zij vertonen allebei het karakter Oc W 5s en hebben een reikwijdte van 4 zeemijlen. Beide lichten geven met een richting van 243° leiding over het diepste vaarwater voor de elektriciteitscentrale van Schelle en voor de aanloop van de sluis van Wintam. Op voormeld laag licht bevindt er zich tevens een sectorlicht (Oc GRW 5s, met een reikwijdte van 4 mijl), met volgende sectoren: -
rood van 93°,1 tot 97°,9 (over de Plaat van Groenendijk en boei 126);
-
groen over de linkeroever tot 239°,9 (over boei 121);
-
wit over het vaarwater afwaarts tot 246°,4;
-
verder rood tot 261° (over de wal naar afwaarts en het groene havenvuur);
-
overigens verduisterd.
4. Haven van Nieuwpoort BaZ 1/21A – 2007 HAVEN NIEUWPOORT - SNELHEIDSBEPERKING (BaZ 1/21A - 2006 vervalt) In de haven van Nieuwpoort is, voor werktuiglijk voortbewogen vaartuigen, de maximum toegelaten vaart door het water als volgt bepaald: 1. Havengeul Van de haveningang tot de sluizen van de achterhaven; inbegrepen het Jachtdok “Novus Portus”: 5 km per uur. 2. In de toegang tot en in de voormalige vlotkom In de toegang tot en in de voormalige vlotkom: 3 km per uur Deze snelheidsbeperkingen worden aangeduid door middel van borden opgesteld op volgende plaatsen: • Op de koppen van het Ooster- en Westerstaketsel • Aan weerszijden van de havengeul aan volgende dukdalven: - Westkant: nrs. 44 en 80
99
- Oostkant: nrs 7, 26 en 62 • Nabij de ingang van de oude vlotkom aan weerszijden van de havengeul en aan dukdalf nr. 74. (Bron: MDK - Afd. Scheepvaartbegeleiding)
De meest recente berichten zijn na te lezen op http://www.vts-scheldt.net voor de Berichten aan de Schelde Scheepvaart en http://www.vlaamsehydrografie.be voor de Berichten aan Zeevarenden.
Samenstelling Waterwegen en Zeekanaal NV Afdeling coördinatie Verantwoordelijke uitgever Waterwegen en Zeekanaal NV Afdeling Coördinatie Graaf de Ferraris-gebouw Koning Albert II-laan 20 bus 14 1000 BRUSSEL Tel: 02-553 77 66 Fax: 02-553 76 75 e-mail:
[email protected] Lay-out en druk Agentschap voor Facilitair Management Digitale Drukkerij - Nadia De Braekeler Depotnummer: D/2007/3241/073 Uitgave juni 2007
100