visIe Woudrichemse Waterkant
A
19 APRIL 2016
Deel A – Visie Woudrichemse Waterkant
Inhoudsopgave
1. Introductie
4.
2. Ontwikkelkoersen 6. 3. De Visie 7. 3.1. Groesplaat 8.
3.2. Vestingvoet west
10.
3.3. Vestingvoet oost
12.
3.4. Buitendijks bedrijventerrein
14.
4. Woord van dank
16.
3
1. Introductie Voor u ligt deel A met de beknopte versie van de Visie Woudrichemse Waterkant. Een visie die met input van partijen in het gebied tot stand is gekomen. De gemeente Woudrichem beschrijft in deze visie de mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkelingen in het buitendijks gebied langs de Boven-Merwede en Afgedamde Maas. Het motto van de visie is: verbonden variatie. Dit motto weerspiegelt de wens om de diversiteit van de waterkant te koesteren. De situatie anno 2015 omvat al veel afwisseling en veel kwaliteiten, die worden behouden en waar mogelijk versterkt. Binnen de diversiteit staan activiteiten niet op zichzelf maar hebben een relatie met elkaar. Het projectgebied spreidt zich uit vanaf de Groesplaat aan de kant van Sleeuwijk tot en met het buitendijks bedrijventerrein aan de oostzijde van de vesting Woudrichem. Het gebied van de Woudrichemse waterkant hebben wij op basis van ruimtelijke en functionele eigenschappen voor de visie opgesplitst in vier deelgebieden: - Groesplaat - Vestingvoet West - Vestingvoet Oost - Buitendijks bedrijventerrein Deze gebieden hebben elk hun eigen karakter. De verschillende kwaliteiten en functies in het gebied zullen niet sterk veranderen. De grootste verandering is mogelijk op het buitendijks bedrijventerrein, waar de gemeente kansen ziet voor een zone met functiemenging en hoogwaardige inrichting langs het toeleidingskanaal van de inundatiesluis. De visie biedt duidelijkheid over de ambities binnen het gebied en geeft toetsingskaders voor ruimtelijke ontwikkelingen en het beheer van de openbare ruimte in dit gebied. Bij de totstandkoming van de visie is ernaar gestreefd een handzaam boekwerk te maken van de ontwikkelprincipes die in beginsel los kunnen worden gelezen van de diepgaande achtergrondinformatie. De kaartbeelden met ontwikkelprincipes in dit deel A vormen een kort overzicht van de visie, hierdoor ontbreekt, in het kader van de beknoptheid en de daarmee samenhangende leesbaarheid, soms de nuance van Deel en B en C. Deel B en C vormen daarom het basisdocument van de visie. Belangrijk aandachtspunt is de aard van de visie. De visie schetst ambities en ontwikkelingskaders voor initiatieven van bewoners en ondernemers. De visie is echter niet gericht op uitvoering van initiatieven van bewoners en ondernemers met een actieve rol voor de gemeente. De gemeente richt zich op haar toetsende rol en haar taak om het openbaar gebied te beheren. De visie fungeert dus niet als uitvoeringsprogramma, maar als een toetsingskader met een bepaalde bandbreedte voor initiatieven. Afwijken kan, mits gemotiveerd met inachtneming van het gedachtegoed dat ten grondslag ligt aan de visie. Na deze korte introductie komt u direct terecht bij het concept waaraan de visie is op gehangen en vervolgens de ontwikkelprincipes. Daarna wordt Deel A afgesloten met een nawoord.
4
Deelgebieden De Groesplaat
VesƟngvoet west
VesƟngvoet oost
Buitendijksbedrijventerrein
5
2. Ontwikkelkoersen Het planologisch concept dat ten grondslag ligt aan de visie is ingegeven vanuit twee dragende gebiedskenmerken. Ten eerste is een onderscheid te maken in een ruwe en een luwe kant, ingegeven door de rivierdynamiek. De grillen van de Boven-Merwede maken het gebied ten westen van de Vesting dynamisch met daaraan verbonden een afwisselend landschap. De afgedamde Maas is een luwe rivier en schetst daardoor een ander, rustiger, beeld aan de oever. Ten tweede liggen rondom de vesting schootsvelden die vanuit historisch perspectief vrij moeten blijven van bebouwing. Door de schootsvelden `kleur’ te geven, gerelateerd aan de huidige en/of toekomstige functies, wordt nieuwe betekenis geven aan dit historisch gegeven. De schootsvelden spelen ook op een andere manier een rol. Vanuit de historie gold: hoe dichter bij de vesting hoe minder bebouwing. Naar analogie hiervan wordt een ander aspect van de schootsvelden voortgezet in de visie: dichter bij de vesting is de kleur (functie) van het gebied vager of gemengd. Er vindt nog functiemenging plaats en de bouwstenen van de pure kleur zijn kleinschaliger. Verder van de vesting af wordt de kleur intensiever: minder functiemenging en grotere bouwstenen van de bedoelde kleur. De kleur gaat als het ware van licht bij de vesting naar donker aan de randen. De kleuren noemen we ook (ontwikkel)koersen. We komen tot de volgende vier ontwikkelkoersen, die in elkaar overlopen: Geel: Wonen Groen: Natuur Paars: Economie Blauw: Water De gele koers behoort weliswaar tot het kleurenpalet rondom de vesting, maar maakt geen onderdeel uit van de Visie Woudrichemse Waterkant.
Ruw
In bovenstaande Koersenkaart is het concept weergegeven. Dit concept geeft richting aan de manier hoe naar de invulling van het gebied wordt gekeken en is daarmee de kapstok voor de visie (de ontwikkelprincipes).
6
3. de visie De Visie is beschreven aan de hand van de vier deelgebieden. Bij de visie is rekening gehouden met de in Deel B gesignaleerde randvoorwaarden, aandachtspunten, knelpunten en kwaliteiten. De Visie schetst een koers en geeft ontwikkelprincipes vanuit de gemeente mee. Een belangrijke kanttekening is dat een initiatief dat past binnen de visie niet automatisch uitvoerbaar is. Te zijner tijd zal gewoon getoetst moeten worden aan alle dan geldende wet-, regelgeving en beleid.
Koersenkaart
Luw
7
3.1 Groesplaat De Groesplaat valt in koers groen. Die is primair bedoeld voor het ontwikkelen en versterken van de diversiteit aan riviernatuur in een dynamisch landschap. Secundair is er ruimte voor extensieve recreatie. Centraal staan kernkwaliteiten als rust en ruimte. Recreanten, agrarische en toeristische ondernemers zijn te gast in de natuur. De gebruiksintensiteit neemt af vanaf de vesting richting Sleeuwijk. Randvoorwaarden –– Primair belang in het gebied is de waterveiligheid. Ten behoeve daarvan wordt het rivierbed beschermd. De nevengeul en de dijkversterkingsopgave worden gezien als een gegeven. –– De beleidslijn grote rivieren is leidend. Ontwikkelingen met een negatieve invloed op het stromingsregime van de rivier zijn in beginsel onhaalbaar. –– De Groesplaat is onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur; ontwikkelingen mogen de natuur niet schaden. –– Met de volgende cultuurhistorische onderdelen moet rekening worden gehouden: * waardevolle lijnelementen in de Groesplaat, * beschermd stadsgezicht en * een middelhoge tot hoge verwachtingswaarde op het gebied van archeologie. –– Door het gebied loopt het tracé van een hogedrukgasleiding. –– Alle gebieden moeten voor hulpdiensten voldoende bereikbaar zijn. –– Er mogen geen negatieve effecten optreden voor de Natura 2000-gebieden.
8
Ontwikkelprincipes ruimtelijk –– De afwisseling in soorten landschap en natuur, onder meer ingegeven door verschil in ondergrond, resulterend in verschillen in open en gesloten ruimten, moet worden behouden. –– De vrij liggende dijk en de onbebouwde en goed onderhouden dijkvoet moeten vrij worden gehouden van bebouwing en beplanting. –– Bebouwing in natuurgebied: zeer terughoudend en enkel ten dienste van de natuur. –– Bebouwing in verwevingsgebied met historische haven: geen toevoeging aan de huidige situatie. –– Integrale ontwerpopgave voor een zachte grens tussen natuurgebied en de historische haven. –– Architectuur aan oostzijde is aangepast aan het historische karakter van de haven. –– Er moeten altijd zichtpunten blijven op Gorinchem en de rivier. –– Recreatieve verblijfsfunctie voegen naar het karakter van de Groesplaat. Ontwikkelprincipes functioneel –– Bij de vesting is functiemenging mogelijk, maar meer naar het westen ligt steeds meer de concentratie op de natuur. –– Extensieve (natuur)recreatie zoals wandelen, struinen en zwemmen bij de rivierstranden mag blijven bestaan en eventueel een andere vorm krijgen, mits de natuur- en landschappelijke waarden niet worden aangetast. –– Tegengaan van verrommeling en zwerfvuil bij recreatief gebruik (o.a. van de rivierstranden). –– De recreatieve verblijfsfunctie is gericht op een natuurlijk en extensief concept. –– Andere toeristisch-recreatieve functies aan de oostzijde mogelijk, mits integraal goed ontworpen conform uitgangspunten verwevingsgebied. –– De parkeerdruk mag niet toenemen en zal idealiter afnemen.
Legenda Nieuw te ontwikkelen Nevengeul.
Kleiige bodem met bijbehorend landschap en natuur.
Verwevingsgebied van natuur, bebouwing en functies.
Zandige bodem met bijbehorend landschap en natuur.
Seizoensgebonden verblijfsrecreatie. Rivierstranden. Parkeerplaats. Bouwwerk ten behoeve van natuurbeleving. Uitzichtpunt met zichtlijnen. Extensieve recreatie. Fietsroute Groenendijk. Bos. (Groot) vee.
9
3.2 Vestingvoet West De Vestingvoet west valt in de koers groen (natuur) en loopt over in de koers blauw (water). In dit deelgebied ontmoeten rivier, vesting en natuurgebied elkaar. Die drie belangen maken dit een bijzonder gebied met een gevoelige balans van mogelijkheden en beperkingen. In dit deelgebied wordt ontwikkelingsruimte geboden voor kleinschalige, watergebonden, toeristisch-recreatieve activiteiten zolang deze het functioneren van de rivier niet belemmeren. De samenhang van dit gebied met enerzijds het natuurgebied en anderzijds de vesting kan worden versterkt. Randvoorwaarden –– De beleidslijn grote rivieren is leidend. Ontwikkelingen met een negatieve invloed op het stromingsregime van de rivier zijn in beginsel onhaalbaar. –– Met de volgende cultuurhistorische onderdelen moet rekening worden gehouden: * de vesting is onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie; * beschermd stadsgezicht; * de vestingwal is een rijksmonument en * een middelhoge tot hoge verwachtingswaarde op het gebied van archeologie. –– Bij hoogwater liggen de woonschepen aan de steiger in de kom van de haven. –– Alle gebieden moeten voor hulpdiensten voldoende bereikbaar zijn. –– Er mogen geen negatieve effecten optreden voor Natura 2000-gebieden.
10
Ontwikkelprincipes ruimtelijk –– Verwevingsgebied met Groesplaat. –– Terughoudend omgaan met nieuwe bebouwing. –– Integrale ontwerpopgave voor een zachte grens tussen natuurgebied en de historische haven. –– Een ontwerp voegt zich qua maat en schaal, materialisatie en ritme naar de bestaande situatie. Geen opdringende bebouwing, noch harde grens. –– Functies mogen geen hinder opleveren voor de woonschepen. –– Open monding historische haven. –– Verbeteren beleefbaarheid van de beer in relatie tot de huidige verbindingen met de vesting. –– De vestingvoet blijft strak en vrij van bebouwing op straatmeubilair na. –– Bebouwing op D’n Bol is multifunctioneel, ingetogen en vormt een ontwerpopgave. –– Versterken pleinachtige sfeer D’n Bol. Ontwikkelprincipes functioneel –– Versterken en verbreden van de toeristisch-recreatieve functie van de historische werf en de historische woonschepen. –– Verbindingen tussen de Groenendijk en de vesting. –– Behoud Maassteiger.
Legenda Dynamische Boven-Merwede.
Luwere Afgedamde Maas.
Verwevingsgebied van natuur, bebouwing en functies. Beer.
Open monding historische haven. D’n Bol: kruispunt van routes en waterportaal van de Vesting. Historische woonschepen. Horeca. Toeristische, recreatieve functies. Parkeerplaats. Passantensteiger. Verbinding/ routes met vesting. Passantensteiger geschikt voor grotere vaartuigen. Uitzichtpunt met zichtlijnen.
11
3.3 Vestingvoet oost De Vestingvoet oost valt in een overlap van de blauwe koers (water) en de paarse koers (economie). Primaat in dit gebied hebben kleinschalige economische activiteiten gerelateerd aan water, zoals toerisme en watergebonden recreatie. De activiteiten moeten passen binnen het beschermde stadsgezicht en het belang van de waterveiligheid. Het gebied kenmerkt zich door een bijzondere afwisseling van open zichtrelaties met het water en boomgroepen die het een besloten beleving geven. Randvoorwaarden –– De beleidslijn grote rivieren is leidend. Ontwikkelingen met een negatieve invloed op het stromingsregime van de rivier zijn in beginsel onhaalbaar. –– Met de volgende cultuurhistorische onderdelen moet rekening worden gehouden: * De vesting is onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie * Beschermd stadsgezicht * De vestingwal is een rijksmonument * Een middelhoge tot hoge verwachtingswaarde op het gebied van archeologie. * Waardevol groen in de Kattengracht en op de stadswallen * Inundatiesluis inclusief beer en de batterij Postweide –– Alle gebieden moeten voor hulpdiensten voldoende bereikbaar zijn. –– Er mogen geen negatieve effecten optreden voor Natura 2000-gebieden.
12
Ontwikkelprincipes ruimtelijk –– Behouden en versterken vensterlandschap (afwisseling beslotenheid, boomgroepen, en openheid, zichtassen). –– Verwijderen rommelige onderbeplanting. –– De functies en bebouwing liggen aan de oostzijde van de Schapendam; de westzijde blijft groen. –– De terreinen kennen geen achterkanten door de bijzondere stedenbouwkundige structuur, dit vergt veel van de terreininrichting. –– Duidelijke onderhouden rand van het toeleidingskanaal van de inundatiesluis met daarlangs straatmeubilair. –– Het ensemble van de inundatiesluis vrijhouden van bebouwing en begroeiing. –– Hoge beeldkwaliteit van oever, steigers, boten en ligplaatsen. –– Vaste ligplaatsen indien mogelijk zo veel mogelijk in de havenkommen; indien nodig passantenplekken meer aan de rand van de rivier. –– De ingangen van de havens moeten vanaf de rivier zichtbaar en beleefbaar zijn. –– Opgave om de rivier op diepte te houden langs de oevers. –– Toevoegen bebouwing is precair. –– Indien gebouwen worden toegevoegd, is er ruimte voor unieke architectonische ontwerpen van hoge kwaliteit met een modern karakter. –– Gebouwen worden geplaatst tegen de achtergrond van een boomgroep en zijn hieraan ondergeschikt. Ontwikkelprincipes functioneel –– Behoud bestaande niveau van de watersportvoorzieningen. –– Het ensemble van de inundatiesluis als geheel beleefbaar maken. –– Bij verdwijnen parkeerplaatsen moeten deze (elders) gecompenseerd worden.
Legenda Vensterlandschap. Verbinding Slot Loevestein. Jachthaven. Uitzichtpunt met zichtlijnen. Beer. Inundatiesluis. Ensemble inundatiesluis Nieuwe Hollandse Waterlinie. Rivierstranden Verbinding/ routes met vesting.
13
3.4 buitendijks bedrijventerrein Het buitendijks bedrijventerrein is gelegen in de paarse koers. De paarse koers is bedoeld voor het herbergen van economische watergebonden activiteiten in brede zin; waaronder begrepen toeristisch-recreatieve functies. De (ruimtelijke) kwaliteit van het gebied kan worden verbeterd door de relatie met het water te versterken. Er kan bovendien meer samenhang worden gebracht in de verschillende ruimtelijke identiteiten ten oosten van de vesting. Randvoorwaarden –– Primair belang in het gebied is de waterveiligheid. Ten behoeve daarvan wordt het rivierbed beschermd en is een dijkversterkingsopgave in voorbereiding. –– Met de volgende cultuurhistorische onderdelen moet rekening worden gehouden: * De naastgelegen toeleidingskanaal voor het inundatiegebied en sluis zijn onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. De Nieuwe Hollandse Waterlinie is een landschap van nationaal belang. Ontwikkelingen moeten passen binnen de kernkwaliteiten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. * Een middelhoge tot hoge verwachtingswaarde op het gebied van archeologie. * Molenbiotoop. –– Alle gebieden moeten voor hulpdiensten voldoende bereikbaar zijn. –– Het gebied grenst aan de Ecologische Hoofdstructuur; ontwikkelingen mogen de natuur niet schaden. –– Er mogen geen negatieve effecten optreden voor de Natura 2000-gebieden. Ontwikkelprincipes ruimtelijk –– Integrale herontwikkeling (noordelijke) kop buitendijks bedrijventerrein. –– Zichtlijnen tussen dijk en rivier moet de beleving van het water versterken. –– Zichtlijnen vanaf het buitendijks bedrijventerrein op enerzijds de vesting, anderzijds het water en Slot Loevestein
14
hebben een grote meerwaarde. –– Functies worden naar buiten georiënteerd, onder andere op het toeleidingskanaal en de inundatiesluis. –– De afstand van bebouwing tot de Hoge Maasdijk blijft behouden. –– De bestaande bouwhoogte van 8 meter is het uitgangspunt. Verhogingen zijn onder strikte voorwaarden en beperkt toegestaan. –– De massa mag in het zuiden grover zijn en neemt af tot een kleine korrelgrootte langs de noordrand. –– De noordoostelijke kop van het terrein leent zich als landmark voor een verbijzondering in architectuur. –– De verkeersafwikkeling in relatie tot de beperkte (resterende) capaciteit van de wegen in de kern Woudrichem moet goed worden onderzocht. –– Parkeeroplossing op een kwalitatieve manier binnen het gebied. –– Een nieuwe (al dan niet bedrijfsmatige) haven mag het functioneren van de dijk niet negatief beïnvloeden. Ontwikkelprincipes functioneel –– Bedrijvigheid is watergebonden en /of gericht op toerisme en recreatie. –– Menging van (lichtere) bedrijven, kantoren en publieke functies zoals horeca, themagebonden detailhandel in niet-dagelijkse goederen, maatschappelijk, cultuur, recreatie en (water)sport op de kop langs het toeleidingskanaal. –– Een beperkt aantal woningen binnen het beoogde stedelijke milieu op de kop langs het toeleidingskanaal is niet uitgesloten, maar er gelden strenge voorwaarden. –– Bezien moet worden of een overloopparkeerplaats voor toeristische hoogtijdagen binnen de ontwerpopgave opgenomen moet en kan worden. –– De bestaande bedrijvigheid mag door nieuwe functies niet worden beperkt. –– De zuidzijde blijft voorbehouden voor de zwaardere bedrijfscategorie, richting de gemengde zone kan de bedrijfscategorie verlicht worden.
Legenda Gemengde zone bedrijvigheid. Watergebonden bedrijven. Korrelgrootte Vrij liggende dijkvoet. (Groot) vee. Architectonische verbijzondering. Jachthaven. Zoekgebied insteekhaven. Uitzichtpunt met zichtlijnen. Ensemble inundatiesluis Nieuwe Hollandse Waterlinie.
15
4. woord van dank Bijzondere aandacht verdienen alle partijen die hebben meegewerkt aan de totstandkoming van de visie. Deels gaat dat over financiële bijdragen en deels over inhoudelijk input. Bewoners en ondernemers met initiatieven hebben in verschillende workshops op een creatieve manier samengewerkt door kennis en belangen samen te voegen om te komen tot overkoepelende denkbeelden. Deze input is voor de gemeente belangrijk geweest. Op basis van die informatie heeft de gemeente de kwaliteiten en uitdagingen in het gebied kunnen inventariseren. De rode draad die daarin is aangebracht, is de kapstok van de visie. Zonder deze input was het tijdens de totstandkoming van de visie moeilijker geweest om het gebied te benaderen vanuit verschillende invalshoeken en belangen. Daarom:
En dâgge bedânkt zait, dâ witte!
16
17
Jansen gebiedsinno
Gebieds- en productontw
Thomas Jansen
Landschapsarchitectuur 06 150 644 35 info@gebiedsinnovaƟ Thomas Jansen Landschap en milieuarchitect 18
www.gebiedsinnovaƟ Harselaarseweg 32
VISIE WOUDRICHEMSE WATERKANT Datum: 19 april 2016 In opdracht van de gemeente Woudrichem. In samenwerking met: Thomas Jansen Landschapsarchitectuur E-mail:
[email protected]
20