Bedieningshandleiding
VIESMANN
voor de gebruiker van de installatie
CV-installatie met regeling voor constante of weersafhankelijke werking
VITODENS 111-W
5618 672 NL
4/2012
Bewaren a.u.b.!
Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij veiligheidsvoorschriften Gevaar Dit teken waarschuwt voor persoonlijk letsel.
!
Opgelet Dit teken waarschuwt voor materiële schade en schade aan het milieu.
Opmerking Gegevens met het woord "Opmerking" bevatten aanvullende informatie. Doelgroep Deze bedieningshandleiding is bedoeld voor de eigenaar van de verwarmingsinstallatie. Dit toestel is niet bestemd voor gebruik door personen (inclusief kinderen) met beperkte lichamelijke, sensorische of geestelijke mogelijkheden of met een gebrek aan ervaring en/of kennis, tenzij ze onder toezicht staan van een persoon die voor hun veiligheid verantwoordelijk is en instructies hebben gekregen over het gebruik van het toestel. Opgelet Kinderen moeten onder toezicht staan. Garanderen dat kinderen niet met het toestel spelen.
Wat te doen bij een gasgeur Gevaar Ontsnappend gas kan explosies veroorzaken met zeer ernstige verwondingen als gevolg. ■ Niet roken! Vermijd open vuur en vonkvorming. Nooit schakelaars van verlichting en elektrische toestellen bedienen. ■ Gasafsluitkraan sluiten. ■ Ramen en deuren open zetten. ■ Personen verwijderen uit de gevarenzone. ■ Energiebedrijf en/of installateur waarschuwen ■ Stroom naar het gebouw vanaf een veilige plaats (buiten het gebouw) laten onderbreken.
5618 672 NL
!
Gevaar Ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden aan de verwarmingsinstallatie kunnen leiden tot levensgevaarlijke ongevallen. ■ Werkzaamheden aan gasinstallaties mogen alleen door installateurs worden uitgevoerd. ■ Elektrische werkzaamheden mogen alleen door elektromonteurs worden uitgevoerd.
2
Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid (vervolg) Wat te doen bij een rookgasgeur Gevaar Rookgassen kunnen levensbedreigende vergiftiging veroorzaken. ■ Verwarmingsinstallatie uitschakelen. ■ Plaats van installatie ventileren. ■ Deuren van woonverblijven sluiten.
Eisen aan de verwarmingsruimte
!
Wat te doen bij brand Gevaar Bij brand bestaat gevaar voor verbranding en explosie. ■ Verwarmingsinstallatie uitschakelen. ■ Afsluitkleppen in de brandstofleidingen sluiten. ■ Gebruik een gekeurde brandblusser (brandklasse ABC).
Opgelet Ontoelaatbare omgevingsvoorwaarden kunnen schade aan de verwarmingsinstallatie veroorzaken en een veilige werking belemmeren. ■ Zorg voor een omgevingstemperatuur tussen 0 ºC en 35 ºC. ■ Luchtverontreiniging door halogeen-koolwaterstoffen (bijv. uit verf, oplos- en schoonmaakmiddelen) en overdreven stofvorming (bijv. door slijpwerkzaamheden) dient te worden voorkomen. ■ Permanent hoge luchtvochtigheid (bijv. door het permanent laten drogen van de was) voorkomen. ■ Aanwezige luchttoevoeropeningen niet afsluiten.
Bijkomende componenten, reserveonderdelen en slijtende onderdelen Opgelet Componenten die niet met de verwarmingsinstallatie zijn gekeurd, kunnen leiden tot schade aan de verwarmingsinstallatie of de goede werking belemmeren. Montage resp. vervanging uitsluitend door het installatiebedrijf laten uitvoeren.
5618 672 NL
!
3
Inhoudsopgave Inhoudsopgave Eerst informeren Eerste inbedrijfstelling.......................................................................................... Vaktermen............................................................................................................ Uw systeem is reeds ingesteld............................................................................. Tips om energie te besparen................................................................................
5 5 5 5
Bediening Overzicht van de bedienings- en weergave-elementen....................................... ■ Bedieningselementen en indicaties.................................................................. ■ Indicaties op de display..................................................................................... Werking van de CV-installatie.............................................................................. ■ Werking zonder kamerthermostaat................................................................... ■ Werking met kamerthermostaat........................................................................ ■ Weersafhankelijke werking...............................................................................
7 7 7 8 8 8 8
In- en uitschakelen Verwarmingsinstallatie inschakelen..................................................................... 9 Verwarmingsinstallatie uitschakelen.................................................................... 9 ■ Vitodens uitschakelen met vorstbewaking........................................................ 9 ■ Verwarmingsinstallatie buiten bedrijf stellen..................................................... 10 Instellingen Verwarmen........................................................................................................... 11 Warmwater........................................................................................................... 11 Indicaties Verwarmingswatertemperatuur............................................................................ 12 Wat doen? Gedrag van de installatie...................................................................................... 13 Storingsindicatie op het scherm........................................................................... 14 Branderstoring ontgrendelen (Reset)................................................................... 15
16 16 16 16
Bijlage Begripsverklaringen.............................................................................................. 17 Index.................................................................................................................... 19 4
5618 672 NL
Instandhouding Reiniging.............................................................................................................. Inspectie en onderhoud........................................................................................ ■ CV-ketel............................................................................................................ ■ Tapwaterfilter (indien aanwezig).......................................................................
Eerst informeren Eerste inbedrijfstelling De eerste inbedrijfstelling en aanpassing van de regeling aan de plaatselijke en bouwkundige situatie moeten worden uitgevoerd door uw CV-installateur.
Vaktermen Om de functies van uw Viessmann regeling beter te begrijpen, worden enkele vakbegrippen nader verklaard. Deze vakbegrippen zijn op de volgende manier gekenmerkt.
Meer informatie vindt u in het hoofdstuk ”Begripsverklaringen” in de bijlage.
Uw systeem is reeds ingesteld De regeling is reeds in de fabriek ingesteld op standaardwerking. Uw verwarmingsinstallatie is hierdoor klaar voor gebruik. De fabrieksmatige basisinstelling kunt u individueel naar wens wijzigen.
Werking met propaan Wanneer de CV-ketel op propaan werkt, is het Gaskeur/CW-etiket niet gegarandeerd.
Tips om energie te besparen Ruimteverwarming ■ Ruimtetemperatuur: Maak de ruimtes niet te warm. Iedere graad ruimtetemperatuur minder spaart tot en met 6% aan stookkosten. Zet de ruimtetemperatuur niet hoger dan 20 °C. ■ Modi:
5618 672 NL
Gebruik alleen de instelmogelijkheden van de regeling en van de afstandsbediening (indien aanwezig).
5
Eerst informeren Tips om energie te besparen (vervolg)
■
■
■ ■
Wanneer u geen ruimteverwarming nodig hebt, kiest u één van de volgende modi: – Als u in de zomer de ruimtes niet wilt verwarmen, maar toch warm water nodig heeft, stelt u de draaiknop ”tw” in (zie pagina 11) en de draaiknop ”tr” op ”0”. – Als u voor lange tijd de ruimtes niet wilt verwarmen, maar toch warm water nodig heeft, stelt u de draaiknoppen ”tr” en ”tw”op ”0” (zie pagina's 11 en 11). Ventileren: Voor het ventileren zet u de ramen kortstondig helemaal open en sluit u daarbij de thermostaatkranen (indien er geen woningventilatiesysteem aanwezig is). Rolluiken: Laat de rolluiken (indien aanwezig) van de ramen neer zodra het donker wordt. Thermostaatkleppen: Stel de thermostaatkranen goed in. Radiatoren: Dek de radiatoren en thermostaatkranen niet af.
Warmwaterbereiding
5618 672 NL
■ warmwatertemperatuur: Stel de temperatuur in de warmwaterboiler niet te hoog in (zie pagina 11). ■ Warmwaterverbruik: Douche liever in plaats van een bad te nemen. Een douchebeurt vereist doorgaans minder energie dan een vol bad.
6
Bediening Overzicht van de bedienings- en weergave-elementen Bedieningselementen en indicaties A
B
2 1
r
3
0
C
D
E
°C
60
4
A
bar
r
A Drukmeter B Display C tw Draaiknop ”Warmwatertemperatuur ”
D tr Draaiknop ”CV-watertemperatuur” en ”Reset” E Aan/uit-schakelaar
Indicaties op de display AB
r
C
°C
8:8:8
°F
A HG
SERV
F
E
Stookbedrijf Warmwaterbereiding Meterwaarde of storingscodes Temperatuur in °C of °F (in combinatie met indicatie)
E Servicestand actief (alleen voor de vakman) F Actuele brandercapaciteit G Brander in bedrijf H Storing
5618 672 NL
A B C D
D
7
Bediening Werking van de CV-installatie Werking zonder kamerthermostaat Meer informatie vindt u in het hoofdstuk ”Begripsverklaringen” in de bijlage.
De gewenste verwarmingswatertemperatuur stelt u in met de draaiknop ”tr” (zie pagina 11).
Werking met kamerthermostaat Meer informatie vindt u in het hoofdstuk ”Begripsverklaringen” in de bijlage. Instellingen op de aangesloten kamerthermostaat ingeven volgens de bijhorende bedieningshandleiding.
Opmerking De CV-watertemperatuur moet met de draaiknop ”tr” voldoende hoog zijn ingesteld, zodat de gewenste ruimtetemperatuur wordt bereikt.
Weersafhankelijke werking Meer informatie vindt u in het hoofdstuk ”Begripsverklaringen” in de bijlage.
5618 672 NL
Bij weersafhankelijke werking wordt de ketelwatertemperatuur afhankelijk van de buitentemperatuur geregeld. Met de draaiknop ”tr” kunt u de ruimtetemperatuur verhogen of verlagen.
8
In- en uitschakelen Verwarmingsinstallatie inschakelen Nadat een verwarmingsinstallatie gedurende lange tijd uit bedrijf is geweest, adviseren wij voor de ingebruikname contact op te nemen met uw verwarmingsfirma.
2 1
3
0
4 bar
1. Controleer de druk van de verwarmingsinstallatie op de manometer. Minimuminstallatiedruk 0,8 bar. Als de druk van de installatie te laag is, neem dan contact op met uw CVinstallateur. 2. Bij open werking (de verbrandingslucht wordt bij open werking uit de installatieruimte gehaald): Controleer of de be- en ontluchtingsopeningen van de installatieruimte openstaan en niet geblokkeerd zijn. 3. Open de gaskraan. 4. Aan/uit-schakelaar inschakelen. Uw CV-installatie en, indien aangesloten, ook de kamerthermostaat zijn nu bedrijfsklaar.
Verwarmingsinstallatie uitschakelen Vitodens uitschakelen met vorstbewaking Wanneer u uw CV-ketel slechts een paar dagen niet wilt gebruiken, kunt u het toestel uitschakelen.
5618 672 NL
Meer informatie vindt u in het hoofdstuk ”Begripsverklaringen” in de bijlage.
9
In- en uitschakelen Verwarmingsinstallatie uitschakelen (vervolg) Beide draaiknoppen op ”0” draaien. Voor de CV-ketel is de vorstbescherming actief.
r
Opmerking Vorstbescherming voor de volledige verwarmingsinstallatie zie bedieningshandleiding van de kamerthermostaat.
Verwarmingsinstallatie buiten bedrijf stellen Als u uw CV-installatie gedurende een langere periode (meerdere maanden) niet wilt gebruiken, moet u het systeem buiten bedrijf stellen. We raden aan dat u contact opneemt met uw verwarmingsfirma als u uw installatie gedurende een langere tijd buiten werking wilt stellen. Uw CV-installateur zal dan, voor zover nodig, de geschikte maatregelen treffen om bijvoorbeeld uw installatie te beschermen tegen vorst of de stookvlakken te behandelen tegen corrosie. 1. De gasafsluitkraan sluiten en beveiligen tegen ongewenst openen.
5618 672 NL
2. Aan/uit-schakelaar uitschakelen. De installatie wordt nu spanningsloos geschakeld. Er is geen vorstbescherming.
10
Instellingen Verwarmen Meer informatie vindt u in het hoofdstuk ”Begripsverklaringen” in de bijlage. Inschakelen: Draaiknop ”tr” op de gewenste verwarmingswatertemperatuur instellen. Opmerking Als een kamerthermostaat is aangesloten, stelt u de gewenste kamertemperatuur op de kamerthermostaat in (zie pagina 8).
r
Als cv-verwarming plaatsvindt, verschijnt de indicatie ”r” op het scherm. Uitschakelen: Draaiknop ”rt” op ”0” draaien.
Warmwater Meer informatie vindt u in het hoofdstuk ”Begripsverklaringen” in de bijlage.
Kies de warmwatertemperatuur al naargelang uw persoonlijke behoeften (bijvoorbeeld voor het douchen). Inschakelen: Draaiknop ”tw” op de gewenste CVwatertemperatuur instellen. Als warmwaterbereiding plaatsvindt, verschijnt de indicatie ”w” op het scherm.
5618 672 NL
Uitschakelen: Draaiknop ”tw” op ”0” draaien.
11
Indicaties Verwarmingswatertemperatuur Meer informatie vindt u in het hoofdstuk ”Begripsverklaringen” in de bijlage.
°C
60
De ketelwatertemperatuur wordt tijdens de werking voortdurend op de display getoond. De stookwatertemperatuur komt ongeveer overeen met de ketelwatertemperatuur.
5618 672 NL
A
12
Wat doen? Gedrag van de installatie Wat te doen, als... Oorzaak ... de verwarmingsinstallatie Geen spanning niet in bedrijf komt Draaiknop ”tr” staat op ”0”
Oplossing Aan/uit-schakelaar inschakelen Gewenste verwarmingswatertemperatuur instellen (zie pagina 11) Verwarmingsfirma waarschuwen
5618 672 NL
Zekering in de stroomkringverdeling (hoofdzekering van het huis) of in de regeling is geactiveerd ... de brander niet of onre- Er is geen gas Gaskraan openen of evengelmatig wordt ingeschatueel informeren bij het keld energiebedrijf. Storing in de regeling Storingscode op het scherm aflezen. Verwarmingsfirma informeren en storingscode doorgeven. ... de brander niet start; sto- Mislukte start Branderstoring opheffen ringsindicatie ”U” verschijnt (zie pagina 15) – is deze startpoging ook zonder sucop het scherm ces, CV-installateur waarschuwen Watergebrek Informeer de CV-installateur. … de brander uitgeschaStoring in de luchttoeVerwarmingsfirma waarkeld wordt als de kamer(s) voer of in het rookgaska- schuwen nog niet de gewenste tem- naal peratuur hebben bereikt CV-watertemperatuur of CV-watertemperatur met de gewenste kamertempe- draaiknop ”tr” verhogen ratuur te laag ingesteld (zie pagina 11) resp. gewenste kamertemperatuur verhogen (zie bedieningshandleiding kamerthermostaat) Lucht in de verwarmings- Radiatoren ontluchten installatie
13
Wat doen? Gedrag van de installatie (vervolg) Wat te doen, als... ... de ruimten niet de gewenste temperatuur hebben, hoewel de brander in werking is. … de warmwatertemperatuur te laag is
Oorzaak Voorrang van de warmwaterbereiding Circulatiepomp defect
Oplossing Wacht tot de warmwaterboiler is opgewarmd. Verwarmingsfirma waarschuwen Warmwatertemperatuur Gewenste warmwatertemte laag ingesteld of draai- peratuur instellen knop ”tw” staat op ”0”
Storingsindicatie op het scherm Als er zich een in uw verwarming voordoet, wordt deze op het scherm aangegeven. U kunt de storingscode zelf aflezen in de display en de verwarmingsfirma laten weten welke code wordt getoond. Zo zorgt u ervoor dat de CV-monteur beter is voorbereid en bespaart u op eventuele extra voorrijkosten.
5618 672 NL
f2
14
Wat doen? Branderstoring ontgrendelen (Reset) 1. Draaiknop ”rt” minder dan 2 s op de stand ”U RESET” draaien en dan opnieuw terug naar het regelbereik. 2. Wanneer de startpoging niet slaagt, moet u de CV-installateur informeren en de storingscode meedelen.
5618 672 NL
r
15
Instandhouding Reiniging De toestellen kunnen met een gebruikelijk huishoudelijk reinigingsproduct (geen schuurmiddelen) worden schoongemaakt.
Inspectie en onderhoud Regelmatig onderhoud garandeert storingsvrij, energiebesparend en milieuvriendelijk stoken. U kunt hiervoor het beste een inspectie- en onderhoudscontract met uw CV-installateur afsluiten.
CV-ketel Naarmate de verontreiniging van de ketel toeneemt, stijgt de rookgastemperatuur en wordt daardoor ook het energieverlies groter. Daarom adviseren wij de CV-ketel eens in de twee jaar te laten reinigen.
Tapwaterfilter (indien aanwezig) Meer informatie vindt u in het hoofdstuk ”Begripsverklaringen” in de bijlage.
5618 672 NL
Om hygiënische redenen ■ bij filters die niet kunnen worden teruggespoeld, elke 6 maanden het filterelement vernieuwen (visuele controle elke 2 maanden), ■ Bij filters die kunnen worden teruggespoeld, elke 2 maanden terugspoelen.
16
Bijlage Begripsverklaringen Verhoogde werking
Open werking
Bij verhoogde werking wordt het CVwater constant (permanent) op de ingestelde ketelwatertemperatuur verwarmd.
De verbrandingslucht wordt aangezogen uit de ruimte waarin de CV-ketel staat. Gesloten werking
Modi U kunt kiezen uit de volgende modi: ■ r en w ingesteld: De ruimtes worden verwarmd. Het tapwater wordt opgewarmd (winterwerking). ■ w ingesteld: Het tapwater wordt opgewarmd, geen ruimteverwarming (zomerwerking). ■ r ingesteld: De ruimtes worden verwarmd, geen warmwaterbereiding. ■ r en w op ”0” ingesteld: Vorstbescherming van de verwarmingsketel en de warmwaterboiler is actief, geen ruimteverwarming, geen warmwaterbereiding (uitschakelwerking).
De verbrandingslucht wordt van buiten het gebouw aangezogen. Werking, afhankelijk van de ruimtetemperatuur Een kamtertemperatuur-regeltoestel meet de kamertemperatuur en vergelijkt deze met de ingestelde gewenste kamertemperatuur. Wanneer de kamertemperatuur lager is dan de gewenste waarde, wordt de CV-ketel ingeschakeld. Wanneer de kamertemperatuur hoger is dan de gewenste waarde, wordt de CV-ketel uitgeschakeld. Instellingen op de aangesloten kamerthermostaat ingeven volgens de bijhorende bedieningshandleiding.
De temperatuur van het CV-water, dat naar de radiatoren stroomt (ongeveer de ketelwatertemperatuur).
Opmerking De CV-watertemperatuur moet met de draaiknop ”tr” voldoende hoog zijn ingesteld, zodat de gewenste ruimtetemperatuur wordt bereikt.
Ketelwatertemperatuur
Veiligheidsklep
Het CV_water in de CV-ketel (ketelwater) wordt tot de op de regeling ingestelde temperatuur verwarmd. Deze temperatuur wordt ketelwatertemperatuur genoemd.
Veiligheidsinrichting die door uw CVinstallateur in de koudwaterleiding moet worden gemonteerd. De veiligheidsklep opent automatisch, opdat de druk in de warmwaterboiler niet te hoog wordt.
5618 672 NL
CV-watertemperatuur
17
Bijlage Begripsverklaringen (vervolg) Tapwaterfilter Toestel dat de vaste stoffen aan het tapwater onttrekt. Het tapwaterfilter is in de koudwaterleiding gemonteerd voor de ingang naar de warmwaterboiler of het doorstroomelement. Aanvoertemperatuur De temperatuur van het CV-water, dat naar de radiatoren stroomt (in de toevoerleiding). De temperatuur van het CV-water, dat van de radiatoren naar de CV-ketel stroomt (in de toevoerleiding) noemt men overeenkomstig retourtemperatuur. Weersafhankelijke werking
5618 672 NL
Bij een weersafhankelijke werking wordt de aanvoertemperatuur afhankelijk van de buitentemperatuur geregeld. Daardoor wordt niet meer warmte geproduceerd dan nodig is om de ruimtes met de door u ingestelde gewenste ruimtetemperatuur te verwarmen. De buitentemperatuur wordt door een sensor die buiten het gebouw is aangebracht, geregistreerd en aan de regeling doorgegeven.
18
Index Index B Bedieningselementen..........................7 Begripsverklaringen...........................17
R Reinigingstips.....................................16 Reset..................................................15
D Display.................................................7
S Storing................................................13
E Eerste inbedrijfstelling..........................5 Eerste of Bijzondere inspectie.............5
T Tapwaterfilter.....................................16 Temperatuurindicatie.........................12 Temperatuur wijzigen.....................8, 11
F fout (storing).......................................14 I Indicaties..............................................7 Inschakelen..........................................9 Inspectie.............................................16 K Kamertemperatuur...............................8
U Uitschakelen........................................9 V Verwarmingswatertemperatuur..........11 Vorstbescherming................................9 W Warmwatertemperatuur.....................11 Weersafhankelijke werking............8, 18
O Onderhoud.........................................16 Onderhoudscontract..........................16
5618 672 NL
P Propaan...............................................5
19
Viessmann Nederland B.V. Postbus 322 2900 AH Capelle a/d IJssel Tel. : 010-458 44 44 Fax : 010-458 70 72 e-mail :
[email protected] www.viessmann.com 20
Technische wijzigingen voorbehouden.
Voor vragen over uw installatie of onderhouds- en reparatiewerkzaamheden kunt u contact opnemen met uw installateur.
5618 672 NL
Uw contactpersoon