Het studiegebied is ook tamelijk goed ontsloten met de trein. Vanuit het station Aalst is er aansluiting op eerdergenoemde buslijnen. Het station van Erembodegem ligt nabij Osbroek-Gerstjens, op amper 1 km (dus op wandelafstand) van zowel Gerstjens, Osbroek als Schotte-DuParc. Het station van Erembodegem dient dan ook de rol te vervullen van toegangspoort tot Osbroek-Gerstjens voor de treinreizigers. In het hoogseizoen moet de busverbinding tussen Erembodegem-station en Aalst (via de centrale bushalte ter hoogte van Schotte-DuParc) een voldoende hoge frequentie hebben. Tevens moet via een korte bewegwijzering de weg naar Osbroek-Gerstjens worden aangegeven .
Via de nieuwe voetgangers- en fietserstunnel onder de spoorweg en de Kappelekensbaan komt men Osbroek-Gerstjens binnen
Kaart 25: Deelgebieden Osbroek-Gerstjens
Kaart 26: Bestaande feitelijke toestand centrale industriezone
Binnen de centrale industriezone hebben de leegstaande fabrieksgebouwen van DuParc en voornamelijk Schotte reeds veel stof doen opwaaien. Wat er nu exact zal gebeuren met deze gronden en gebouwen weet men tot op heden nog steeds niet, al zijn er recentelijk belangrijke stappen ondernomen aangaande de eigendommen van DuParc, en is OVAM reeds volop bezig met de sanering van Schotte. Eén van de grote vraagtekens is welke delen nog kunnen behouden blijven, en of dit ook is gewenst rekening houdende met de staat en de ligging van de afzonderlijke gebouwen. Toch kan de huidige toestand niet behouden blijven en zullen de industriegronden en/of gebouwen zo snel mogelijk een andere invulling moeten krijgen, in navolging van de voorziene bestemmingswijziging.
!
! "
Kaart 27: Deelconcepten centrale industriezone
Voor Osbroek-Gerstjens werden een aantal ruimtelijke concepten vooropgesteld (zie 10., “ruimtelijke concepten”). Deze geven aanleiding tot een aantal specifieke deelconcepten voor de centrale industriezone die de basis vormen voor meer concrete voorstellen.
Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij
kaart 27
DDeelconcepten centrale industriezone
#
!
Kaart 28: Gebouwenstructuur en bedrijfsoppervlakte DuParc
De bedrijfsgebouwen van de gewezen textiel- en kousenfabrikant DuParc – Bonneterie Bosteels – De Smeth beslaan een relatief grote oppervlakte (25.700 m², ca. de helft van Schotte), en bestaan uit twee gescheiden delen; een ruime loods langsheen de Dender en aan de overzijde van de Erembodegemstraat het grootste gedeelte van het bedrijf (waar de productie plaatsvond) omringd door het Stadspark. Langsheen de Erembodegemstraat hebben we verder nog twee woonhuizen, met tussenin een gebouw dat dienst deed als fietsenstalling, en daarnaast een aantal stallingen !. Het complex vormt een compact geheel, doch de interne structuur is sterk gecompartimenteerd (vooral aan de noordelijke en oostelijke zijde). Het gebouw bezit overwegend twee bouwlagen. Er werd in opdracht van ILVA een studie uitgevoerd met betrekking tot de bouwfysische staat van de gebouwen van DuParc . Deze technische performantiestudie stond in functie van een toekomstige verwerving van het terrein door de intercommunale en de ontwikkeling van de industriesite binnen het kader van de voorziene herbestemming (Gewestelijk RUP). Uit deze studie blijkt dat het aanwenden van het gebouw voor een andere bestemming dan de huidige tal van problemen impliceert. Het betreft hier ondermeer: Het niet brandwerend zijn van de stalen structuurgedeeltes Tekort aan daglichttoetreding wegens grote lokaaldieptes Verbrandingsgevaar bij aanraking van de verwarmingslichamen Niet reglementaire compartimentering en evacuatie Afwezigheid van een adequaat ventilatiesysteem Gevelschrijnwerk, dakdichtingslaag en beglazing zijn aan vervanging toe Enz… Om het gebouw überhaupt exploiteerbaar te maken zijn er bij gevolg een aantal ingrijpende werkzaamheden nodig. Tenslotte wordt in de studie geconcludeerd dat het wijzigen van de bestemming van het gebouw een zeer dure investering zal vergen en derhalve niet aan te raden is. Het slopen van het gebouw creëert dus de meeste oppurtuniteiten naar een toekomstige realisatie. Uit plaatsbezoeken bleken toch een aantal delen van het complex perspectieven te bieden voor nieuwe recreatieve invullingen. Dit zowel vanuit functioneel als architectonisch standpunt. Het betrof meerbepaald de vrije hal met grote oppervlakte (ca. 2.000 m²) centraal in het gebouw (1 op kaart 28) en de ruimte met prachtige stalen dakconstructie op de eerste verdieping (2 op kaart 28). De technische performantiestudie roept wel vraagtekens op. Indien blijkt dat het behoud van delen van DuParc qua investeringskost niet opweegt tegen nieuwbouw, dan kan er weinig op tegen zijn voor de laatste keuze te opteren. Wat de loods van DuParc (3 op kaart 28) (foto p.72/73) betreft wordt verwezen naar het tekstgedeelte 12.1.5, “Gebied Dender en nieuwe stuwsluis”, en dit gezien de ligging van het gebouw vlak langsheen het water.
3257 m² Ca. 13300 m² terreinoppervlakte; 23620 m² vloeroppervlakte !Eén
verdieping tellend laag gebouw van 380 m²
Intercommunale Vereniging Land van Aalst Deze studie werd gedaan door Immo Industry Group in mei 2002
Ook de woonhuizen langsheen de Erembodegemstraat (nr. 4 op kaart 28) (foto) zouden behouden kunnen blijven mits hier een passende bestemming voor kan worden voorzien. Gezien het voorstel tot afbraak van de loods (zie 12.1.5, “Gebied Dender en nieuwe stuwsluis”) ontstaat van hieruit een zicht op het water en omgeving.
Woningen van DuParc langsheen Erembodegemstraat
Inzake de toekomstmogelijkheden van de site DuParc dienen we niet enkel de bestaande structuur en toestand van de gebouwen, maar vooral de “ruimtelijke” elementen in beschouwing te nemen: De centrale ligging tussen Osbroek en Gerstjens voor wat betreft de te realiseren groenverbinding tussen beide natuurgebieden. De aanwezigheid van het Stadspark en het creëren van een duidelijke toegang tot het park. De behoefte aan voldoende parkeergelegenheid voor de nieuwe activiteiten op de sites DuParc en Schotte, alsook voor parkbezoekers. De nabijheid van de Dender als sterke troef die maximaal dient te worden aangewend en ontwikkeld. Het zoeken naar een tracé voor de te realiseren wandellus en oost-west-fietsroute. En meer algemeen de beperkte ruimtelijke draagkracht van de omgeving. Een eerste belangrijke basis bij de toekomstige inrichting van de site is de te realiseren groenlink tussen Osbroek en Gerstjens. Deze groenlink dient ten zuiden van het huidige bedrijf en bestaande verhardingen te worden gerealiseerd . Volgende elementen motiveren het waarom: Het Osbroek en de Gerstjens liggen ten opzichte van DuParc zuidelijk gesitueerd. Ten zuiden van de gebouwen van DuParc is een groenverbinding dan ook het gemakkelijkst te realiseren. Het terrein tussen de loods van DuParc en Schotte is reeds overwegend bebost. Ten noorden zou de groenverbinding lopen doorheen het Stadspark , en langsheen de geplande stuwsluis en jachthaven . Dit kan de sterkte en kwaliteit van de ecologische verbinding hypothekeren.
Zie ook 12.1.3, “Schotte” een gedeelte hiervan zou samenvallen met de mogelijke uitbreiding op huidige terreinen van Electrabel zie 12.1.5, “Gebied Dender en nieuwe stuwsluis”
Tevens vormt in het noorden de spoorweg op talud een bijkomende barrière voor migrerende organismen. In het zuiden is dit minder het geval, gezien de Dender hier onder de spoorwegbrug doorstroomt. De groenverbinding zou kunnen ontwikkeld worden als een meer “natte ecologische verbinding” met aandacht voor aan het water gebonden fauna en flora . Vanuit ecologisch standpunt is het aangewezen de bestaande weilanden langsheen de Roomshofstraat open te houden (foto). Uitgaande van het feit dat dus slechts een smalle strook van de weilanden deel kan uitmaken van de bosverbinding en er een voldoende brede en dus volwaardige boslink moet worden gerealiseerd, dienen niet alleen de bestaande omheiningsmuur en de losstaande gebouwen (stallingen) te verdwijnen, maar tevens de zuidelijke delen van het grote gebouwencomplex (foto).
Zone voor een ecologische groenverbinding langsheen DuParc
Naast ruimte voor groen is er ook voldoende ruimte voor parkeren vereist. Gezien de bestaande kws-verharding rondom de bedrijfsgebouwen zou een groot deel van de site (behalve op plaats van groenlink) de parkeerfunctie op zich kunnen nemen. Gezien de slechte staat is deze hier en daar wel aan vernieuwing toe. Beter is echter een vervanging door andere materialen zoals betonstraatstenen of grindverharding, wat nauwer aansluit bij de natuurlijke omgeving. Ter hoogte van DuParc dient er ook een duidelijke wandeltoegang tot het Stadspark te worden voorzien als onderdeel van de wandellus. Vroeger kende het park een toegang op de hoek van DuParc met de Erembodegemstraat (kaart 29). Er moet overwogen worden deze toegang terug open te maken en de vroegere toestand in ere te herstellen. Dit gezien de parkingang ook het best op die plaats kan worden verwezenlijkt, omwille van de nabijheid van parkeervoorzieningen en de realisatie van de wandellus aldaar. De toegang zelf kan, net als voorheen, bestaan uit een pad dat aansluit op het bestaande cirkelvormige pad, dat er momenteel een beetje verloren bij ligt, en op die manier terug geaccentueerd wordt. Daarbij dient onderzocht te worden of het rododendronmassief (binnen de cirkel) tot de originele inrichting van het park behoorde. Vooraleer hier enige ingreep gebeurt, dient verder historisch en tuinarchitectonisch onderzoek te gebeuren. Het rododendronmassief zou net als vroeger voor een visueel verassingseffect kunnen zorgen .
zie 12.1.3, “Schotte” Het rooien van delen van het parkbos kan uiteraard pas na goedkeuring van de dienst monumenten & landschappen, gezien het Stadspark als een beschermd landschap is geklasseerd
$
!%
Kaart 30: Gebouwen fabriek Schotte Kaart 31: Structuurvisie Schotte en Denderomgeving
Momenteel worden de terreinen van Schotte gesaneerd door OVAM . De eerste fase van de bovengrondse sanering is hierbij reeds afgelopen. Op een aantal gebouwen na werden de vrije asbestvezels afgevoerd en voorkomen dat nieuwe vezels zouden ontstaan (omwikkeling met plastiek folie) . Samen met de asbestverwijdering werd tevens de veiligheid om en rond Schotte verbeterd en verzekerd. Inzake de bodemsanering is het oriënterend onderzoek reeds achter de rug. Het beschrijvend bodemonderzoek is momenteel lopende. De terreinen en te behouden gebouwen van Schotte zullen pas herbestemd kunnen worden nadat de bovengrondse en ondergrondse sanering is beëindigd. Hierdoor kan er op korte termijn niets concreets worden gerealiseerd. Voor de terreinen van Schotte loopt momenteel een erkend proefproject voor brownfieldontwikkeling. ILVA is trekker van dit proefproject. In het kader hiervan wordt een haalbaarheidsstudie opgemaakt met als doelstelling het afwegen van een aantal scenario’s zowel voor de sanering als voor de herontwikkeling. Deze scenario’s zullen op hun haalbaarheid worden geëvalueerd !. De gebouwen van Schotte verkeren duidelijk in een slechtere staat dan die van DuParc. Dit wil echter niet zeggen dat alle delen van het grote fabriekscomplex enkel nog rijp zijn voor afbraak. Als er binnen een redelijke termijn de nodige acties met betrekking tot de site worden ondernomen, kunnen zeker en vast nog een aantal gebouwen bewaard blijven. Op basis van de huidige toestand waarin de industriële gebouwen zich bevinden kan er reeds een vrij concreet voorstel worden gedaan over de gebouwen en terreinen van Schotte. Bepaalde delen blijken zeker nog over een waarde te beschikken en dit zowel op het vlak van architectuur, historiek, en mogelijkheid tot herbestemming. Andere delen hebben deze waarden niet meer, of hebben ze nooit gehad. Uiteraard speelt in het kader van deze visie ook de ruimtelijke situering een belangrijke rol. Toch moeten uitspraken over het feit of deze gebouwen dan ook effectief kunnen behouden blijven met het nodige voorbehoud gebeuren, zolang deze niet gestaafd worden door bijkomende studie en onderzoek. De losstaande gebouwen 1, 2, 3 (foto) zijn in dit opzicht niet interessant om te behouden, omwille van volgende redenen: De geringe grootte, wat een multifunctionele herbestemming in de weg kan staan. De slechte bouwfysische toestand waarin de gebouwen verkeren . De sterke vervuiling met vrije asbest . De ligging van de gebouwen, op een plaats waar de noordelijke groenverbinding verder kan worden versterkt.
Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij Dit is een tijdelijke maatregel tot de gebouwen gerenoveerd of afgebroken worden door derden, die zullen instaan voor de definitieve aanpak van het asbestprobleem. De resterende gebouwen zullen begin 2003 worden aangepakt door de OVAM. !De resultaten van deze haalbaarheidsstudie worden in het eerste deel van 2003 verwacht De nummers verwijzen steeds naar de nummering op kaart 30 Dit bleek uit verscheidene recente plaatsbezoeken door de dienst monumenten & landschappen van AROHM en de dienst ruimtelijke ordening en leefmilieu van de stad Dit bleek na de bovengrondse sanering van de terreinen door OVAM
Losstaande gebouwen 1,2 en 3 van Schotte
Door eveneens gebouw 10 niet langer te behouden (het betreft hier een eenvoudige loods) wordt er vanaf de wandellus en oost-west-fietsroute, en dit vertrekkend vanaf de spiegelvijver, een mooi zicht gecreëerd op de geelkleurige gevels en typerende industriële sheddaken van het te behouden deel van Schotte (gebouw 8). Ook omgekeerd krijgt men hierdoor vanuit de te behouden delen een wijds zicht op het Osbroek en de uitlopers van het Stadspark. Nu wordt dit zicht grotendeels verhinderd door het gebouw langsheen de Erembodegemstraat. Een aantal gebouwen van Schotte zijn wel interessant en waardevol om te behouden. Op de eerste plaats de zojuist vernoemde noordelijk gelegen delen van het aaneengesloten complex (gebouwen 7,8 en 9) met geelkleurige gevel en typische dakstructuur (foto) en de hoge schoorsteen (4) die hier nauw bij aansluit. Ook de gebouwen langsheen de Kapellekensbaan (gebouwen 11 en 14) met herkenbare en goed bewaarde gevel kunnen als een soort toegangsgebouwen behouden te blijven (foto). De motivering waarom deze delen van de vroegere leerlooierij niet zomaar te slopen maar deze indien mogelijk te restaureren en nadien te herbestemmen is de volgende: De gebouwen verkeren wat de volledig site betreft bouwfysisch nog in de beste staat (behalve in vele gevallen de dakstructuur). Ondanks het feit dat de gebouwen architectonisch geen uitzonderlijke meerwaarde bezitten , hebben ze wel hun esthetische kwaliteiten. De vroegere leerlooierij vormt een belangrijke brok industriëel erfgoed binnen de stad Aalst. Daarom dient ernaar gestreefd te worden om dit stukje historiek niet volledig uit te wissen, zodoende dat er steeds kan worden gerefereerd naar het vroeg-industriële karakter van deze site. Specifiek voor wat de fabrieksschouw betreft mag gesteld worden dat deze een duidelijk baken vormt in het landschap en tevens een belangrijke architecturale waarde bezit. De mogelijkheid dient te worden onderzocht of aan de schouw geen uitkijkpost kan worden bevestigd op grote hoogte. Gezien de centrale ligging zou dit dé uitkijktoren bij uitstek zijn voor de stad. Vanop die hoogte ontstaat een prachtig panorama op gans OsbroekGerstjens, maar ongetwijfeld ook een wijds uitzicht op de volledige centrumstad.
Deze gebouwen hadden vroeger een administratieve- en onthaalfunctie Deze gebouwen hadden vroeger een administratieve- en onthaalfunctie Dit bleek uit plaatsbezoeken door de dienst monumenten & landschappen van AROHM.
Noordelijk deel van Schotte (links) en administratieve gebouwen langsheen Kapellekensbaan
De zuidelijke delen van het Schotte-complex hebben niet de kwaliteiten als de eerder genoemde gebouwen. Delen zijn door een brand vernield en in andere gebouwen staan daken op instorten (foto). Om die redenen is met het zuidelijke deel van Schotte niet veel meer aan te vangen dan afbraak. Alleen de karakteristieke rode baksteenmuur (13) (foto) langsheen de Kapellekensbaan van “Louis Paul Boon” dient behouden te blijven, omdat ook die een sterke herinnering oproept aan de vroegere fabriek. En dit over de volledige lengte vanaf de kleine schoorsteen (12), gezien dit juist zo typerend is voor deze lange muur (foto). De kleinere schoorsteen (foto) is daarbij ook waardevol om te behouden, als een vorm van visueel eindpunt van de rode baksteenmuur. De losstaande gebouwen (5) (foto) langsheen de spoorweg tenslotte dienen, gezien hun huidige toestand en beperkte vloeroppervlakte, niet behouden te blijven.
Gedeelte van Schotte langsheen de spoorweg
Na afbraak ontstaat er ruimte voor mogelijke nieuwbouw langsheen de Kappelekensbaan (één groot complex). De baksteenmuur dient daarbij dus behouden te blijven (integratie van oud in nieuw). Parkeervoorziening dient er te komen langsheen de zijde van de spoorweg. Op die manier ligt de parking visueel afgescheiden. De toegang kan bijvoorbeeld gebeuren via de bestaande doorgang (langsheen gebouw 9). Het gelijkvloers van gebouw 8 vervulde vroeger de functie van overdekte parkeerplaats. Ook hier zou nog steeds geparkeerd kunnen worden, samen met het in kasseien verharde terrein ervoor.
Hier kunnen maximaal 200 plaatsen worden voorzien
Karakteristieke muur uit rode baksteen en bijhorende schoorsteen langsheen Kappelekensbaan
Langsheen de schoorsteen (4) kan een toegang ontstaan van parking naar wandellus, jachthaven en Stadspark. Langsheen het spoor kan de bestaande bosvlek wigvormig worden doorgetrokken , om zo de noordelijke groenverbinding verder gestalte te geven (foto p.65 onderaan). Ten zuiden van het nieuwe complex resteert er nog een oppervlakte waar het terrein – na afbraak van de gebouwen – kan ontwikkeld worden in functie van de zuidelijke groenverbinding tussen Osbroek en Gerstjens. Deze tweede groenverbinding valt richting Osbroek samen met de reeds bestaande zones met struweelbegroeiing tussen Roomshofstraat en Kappelekensbaan (foto). Tussen het Osbroek en deze zone liggen open weidegronden (foto). De groencorridor wordt daar gevormd door de bomenrijen gekoppeld aan het bekenstelsel van het Osbroek.
Weiland en struweelbegroeiing ten oosten (links) en ten westen van de Roomshofstraat (rechts)
Dit op de plaats van gebouw 5
Gezien de grotere oppervlakte aan vrije terreinen kan de zuidelijke groenas veel sterker (breder) worden ontwikkeld dan dat het geval is voor de noordelijke verbinding . Een gedeelte kan hierdoor ook mede fungeren als kampeerterrein (foto) van beperkte omvang in een groene omgeving !. Het terrein dient in deze zuidelijke groenas te worden geïntegreerd tussen de Kappelekensbaan en het spoor, zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de ecologische verbindingsfunctie van de groenas. Op die manier ontstaat een oppervlakte van maximaal 1 ha aan “groen” kampeerterrein. Het is namelijk niet de bedoeling om hier een grootschalig kampeerterrein te voorzien gezien de taak van een stad als Aalst hierin eerder beperkt is. Op deze locatie kan zodoende de link worden gemaakt met sportkampen, en de inrichting dient hier dan ook op te worden afgestemd. Om zowel kampeerterrein als ecologische groenverbinding te versterken dient de muur uit betonplaten langsheen de Kapellekensbaan (aansluitend op rode baksteenmuur) te worden gesloopd. Dit is overigens ook het geval voor de muur langsheen de Erembodegemstraat ter hoogte van de gewenste noordelijke groenlink. De betonmuur heeft overigens niet de landschappelijke beeldkwaliteit, dan dit het geval is voor de rode bakstenen muur. De toegang tot de kampeerterreinen kan eenvoudigweg geschieden via de Kerkhofbaan en een deel van de Kappelekensbaan (huidige ontsluitingsweg woningen). Naast de ontwikkeling als kampeerterrein vormt de site, afhankelijk van de noden, ook een potentiële locatie voor een kinderboerderij. Dit gezien de ligging in het groen en de nabijheid van scholen in het stedelijk gebied. Beide invullingen kunnen ook met elkaar gecombineerd worden. Ook aan de site van de kapel dient bij de ontwikkeling van deze zone aandacht te worden besteed, temeer deze op de scheidingslijn ligt tussen wonen en parkomgeving. Dit kan in het kader van bijvoorbeeld monumentenzorg. De Schotte-site wordt dus omringd door twee groenverbindingen tussen Osbroek en Gerstjens. De zuidelijke groenas kan, gezien de hogere ligging (> 8m), als een eerder “droge” ecologische verbinding gaan fungeren. De noordelijke groencorridor kan meer een functie hebben voor de aan het water gebonden fauna en flora (de verbindingsfunctie kan bijvoorbeeld versterkt worden via kunstmatig aan te leggen poelen en grachten). Zodoende worden het bekenstelsel van het Osbroek en de Gerstjens via een “vochtige” ecologische verbinding en de Dender met elkaar gelinkt. Voor vele organismen vormt de Dender echter een moeilijker te overbruggen barrière. Dit geldt uiteraard ook voor de spoorweg en de Erembodegemstraat-Roomshofstraat. Om het barrière-effect voor migrerende organismen sterk te verminderen kunnen een aantal maatregelen genomen worden. Denken we hierbij aan “ecologische” tunnels zowel onder het spoor als de Roomshofstraat (pluspunt hierbij is de ligging van beiden op talud) of het extra aandacht besteden aan de oevervegetatie voor wat betreft de Dender. Bij de concrete inrichting zal steeds een afweging moeten worden gemaakt wat de natuurwinst zal zijn van dergelijke ingrepen.
&
!
'
(' )
)
"
*
Kaart 32: Ontwikkelingsvisie industriezone Electrabel
Voor de site Electrabel is het moeilijk in te schatten wat de mogelijkheden naar de toekomst zullen zijn, gezien Electrabel deze site momenteel nog naar haar activiteiten toe wenst te vrijwaren. Gezien de ligging van de zone is het echter van belang dat hierrond een duidelijke visie wordt geformuleerd rond een mogelijke ontwikkeling op lange termijn. De voormalige industriesite Schotte-DuParc ten zuiden is reeds herbestemd. Over de site Amylum ten noorden wordt ook al aan een nieuwe bestemming gedacht in functie van o.a. wonen.
Zie ook 12.1.2, “DuParc” !Dit
voor mensen die op doorreis zijn en/of voor scouts en andere jongerengroeperingen
Van de zuidelijke centrale van het stoombedrijf wordt enkel het voorgebouw gebruikt als opleidingscentrum (zie kaart 26). Het lege casco van het vroegere productiegebouw zou best verdwijnen omdat het een grote landschappelijke impact heeft, doch architecturaal weinig voorstelt. Daarnaast laat het gebouw door zijn specifieke structuur weinig andere invullingen toe. De noordelijke centrale daarentegen is nog steeds in gebruik. Gezien de ligging heeft de plaats de potentie als toekomstig stedelijk natuurelement. Op de plaats van de huidige zuidelijke centrale biedt zich de mogelijkheid aan om het Stadspark door te trekken tot aan de Dender. De bestaande onverharde terreinen van Electrabel hebben trouwens reeds een parkachtige inrichting. In de strook tussen spoor en Dender kan hoge beplanting het park visueel afscheiden van het spoor en de Brusselsesteenweg. Het huidige opleidingscentrum kan daarbij zonder probleem behouden blijven als een soort paviljoen binnen het park, met een toegang vanuit het noorden. Het Stadspark kan verder uitgebouwd worden met bijbehorende speel- en ontspanningsmogelijkheden en een multifunctioneel gebruik moet mogelijk zijn. Eventueel kan een gedeelte als bloemenpark worden aangelegd. Het noordelijk deel van de huidige industriezone zou een geschikte plaats zijn om de bestaande bebouwing tussen de N9 en Electrabel verder te versterken tot aan het water, waardoor een kleinschalig waterfront ontstaat. Aan de overzijde (de wig tussen N9, spoor en water) zou het jaagpad ingebed kunnen worden in groenvoorzieningen, waardoor er enerzijds een aantrekkelijke woonlocatie ontstaat (zonder zicht op drukke N9 en spoorweg), en er anderzijds vanaf Osbroek-Gerstjens een “groene vinger” wordt gevormd die van zuid naar noord doorloopt doorheen de stad . Daarbij kan ook gedacht worden aan het voorzien van een hengelsite en dit door het jaagpad deels te laten inspringen. Ten zuiden zou de nieuwe bebouwing een aantrekkelijke begrenzing kennen in de vorm van het uit te breiden park, te vergelijken met de huidige Parklaan. De begrenzing tussen woongebied en park moet niet alleen duidelijk zijn in de vorm van een strakke stedelijke wand, maar ook op het vlak van de ontsluiting. De D. De Wolfstraat dient door te lopen langsheen de nieuwe bebouwingswand , en de Erembodegemstraat moet vanaf dat punt een nieuwe weginrichting kennen waardoor het duidelijk is dat men op die plaats het parkgebied Osbroek-Gerstjens binnenrijdt. Op die manier wordt er een soort poorteffect gecreëerd. Signalisatie wijst daarbij ook op plaatselijk verkeer (parkeerzone DuParc). Voor de heraanleg van de Erembodegemstraat dient een specifiek materiaal te worden gebruikt dat kadert binnen de gehele parksfeer . De huidige straat moet ingericht worden als een dreef die een onderdeel vormt van het uit te breiden Stadspark. Via zijdelingse obstakels moet traag rijden (< 30 km/u) worden afgedwongen mits behoud van tweerichtingsverkeer en zonder dat er een belemmering ontstaat voor busverkeer. De weg kan echter ingesloten blijven tussen een bomenwand zoals dit nu reeds het geval is. De plaats van de huidige parktoegang langsheen de Erembodegemstraat is één van de plaatsen waar nieuwe paden in het park met de bestaande kunnen worden verbonden. Er kunnen meerdere doorgangen de Erembodegemstraat dwarsen, waardoor de straat nog sterker deel wordt van het park.
Meerbepaald via de “groene” Gheeraerdtslaan en de Pierre Corneliskaai Zie 12.1.5, “Gebied Dender en nieuwe stuwsluis” Er bestaat op die plaats reeds een private weg op de terreinen van Electrabel Denken we hierbij aan betonstraatstenen of kasseien Daarbij kan gedacht worden aan bomen
Erembodegemstraat gezien vanaf kruispunt met D. De Wolfstraat
Om de visie rond de site Electrabel later te kunnen concretiseren dient voor de huidige bestemming als industriezone een nabestemming te worden voorzien, waarbij de huidige bestemming van de site Electrabel als industriezone behouden blijft, maar wijzigt vanaf het ogenblik dat Electrabel zijn activiteiten niet langer op deze gronden uitoefent (zgn. nabestemming). Het zuidelijke deel zal als nabestemming “parkgebied met mogelijkheid tot invulling met bouwwerken voor openbare diensten en gemeenschapsvoorzieningen” krijgen, het deel aansluitend bij het bestaande woonweefsel krijgt “woongebied” als nabestemming. Meer specifieke vereisten inzake inrichting, beheer en bestemming zullen pas voortvloeien uit de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan waarmee de bestemmingswijziging kan worden gerealiseerd.
+
'
,
,
Kaart 31: Structuurvisie Schotte en Denderomgeving Kaart 32: Ontwikkelingsvisie industriezone Electrabel
Tot op heden is de Dender op toeristisch-recreatief gebied sterk ondergewaardeerd gebleven, en dan voornamelijk tussen Aalst en Geraardsbergen. Temeer daar de rivier in Osbroek-Gerstjens door een prachtig en quasi ongerept gebied stroomt. OsbroekGerstjens is één van die gebieden waar een sterke opwaardering van de Dender dan ook gewenst is. Er dienen dringend faciliteiten te worden gecreëerd voor de verdere ontwikkeling van recreatieve mogelijkheden, zowel op het water als langsheen de oevers. Een passende groene omkadering mag hierbij zeker niet uit het oog worden verloren. “De Dender als ecologische en recreatieve schakel tussen Aalst en Erembodegem” is trouwens een belangrijk concept in de ontwikkeling van Osbroek-Gerstjens. Zoals reeds werd aangegeven zijn er vanuit AWZ plannen om in de toekomst een nieuwe stuwsluis te bouwen stroomopwaarts van de huidige stuwsluis te Aalst, en dit ter hoogte van de loods van DuParc (foto). Hierbij wordt een rechttrekking van de Dender voorzien zodoende dat een gedeelte van de oude Denderarm vrij zal komen te liggen. Volgens één van de mogelijke plannen van AWZ (kaart 33) zou de oude Denderarm Zie 7., “overzicht projecten” Administratie Waterwegen en Zeewezen
daarbij behouden kunnen blijven en omgevormd worden tot vistrap . Vanuit ecologisch standpunt is dit uiteraard een goed voorstel. Ook daar waar de Zomergembeek uitmondt in de Dender dient een vistrap te worden voorzien. Vertrekkende van de idee om het Stadspark uit te breiden tot aan de Denderoevers, zou de vistrap op de grens van het park komen te liggen, en zo ook een feitelijk onderdeel vormen van het park. Tussen vistrap en stuwsluis zou een moeraszone kunnen ontstaan met het accent op natuurontwikkeling. Vanuit het Stadspark zou men via speelse bruggetjes (evenwichtsbalk of vlonderpad) het moerasgebied kunnen verkennen. De zone rondom de vistrap kan zodoende een educatieve rol vervullen in combinatie met het avontuurlijke. Verenigingen, scholen, enzomeer kunnen hier meer te weten komen over natuurontwikkeling, moerasbiotopen, de werking van een stuwsluis en het nut van een vistrap. Via de bruggetjes kan de wandelaar zelfs nauw in contact komen met het water en de migrerende vissen . Ook educatieve informatiepanelen moeten hier het één en ander verduidelijken. Zoals gesteld dient ook de geplande wandellus over de vistrap en sluis te worden voorzien. Om de wandellus voor alle doelgroepen toegankelijk te houden (ook mindervaliden en ouderen) moet er naast avontuurlijke bruggetjes ook een vaste brug worden voorzien over de vistrap.
Zone voor nieuwe stuwsluis en rechtrekking Dender
Het visbestand op de Dender is trouwens opmerkelijk aan het verbeteren !. Jaar na jaar duiken dan ook steeds meer hengelaars op langsheen de oevers van de rivier. De Dender is dus opnieuw een belangrijke aantrekkingspool voor vele sportvissers die naar de Denderregio komen afgezakt. Het wordt dus de hoogste tijd dat er ook in Aalst bijkomende faciliteiten ontstaan voor de hengelsport. Langsheen het jaagpad kan de sportvisser wel terecht, toch is dit verre van aangewezen. Als we het Denderpad verder willen profileren als belangrijke recreatieve fietsas, dan moeten we alternatieven voorzien voor de hengelaar. Het smalle jaagpad laat dit medegebruik niet toe. De hengelstokken van de vissers liggen soms op het jaagpad, waardoor de fietsers moeten uitwijken om niet over het hengelmaterieel te rijden. Vooral tijdens de zomerperioden levert dit problemen op. Volgens de huidige wetgeving hebben hengelaars het recht om over het gehele bevaarbare deel van de Dender te vissen. Het gevolg hiervan zou kunnen zijn dat de vissers hun voertuigen in het wild gaan parkeren en natuurgevoelige plaatsen zouden kunnen gaan uitkiezen om een visplaats te bereiken. Aldus ontstaat het risico op beschadiging van belangrijke flora- en faunawaarden. Er dringt zich dan ook de noodzaak op om langs de Dender “pleisterplaatsen” te gaan zoeken waar er t.a.v. de vissers gebundelde uitgeruste viszones zouden kunnen worden afgebakend. Dit heeft als voordeel dat er in de natuurgevoelige gebieden dan een verbod op hengelen kan gelden, aangezien er een volwaardig alternatief wordt aangeboden. In Erembodegem zijn er enkel nabij de dorpskern potentiële locaties om hengelsites te voorzien, meerbepaald aan de rand van Via een vistrap blijft vismigratie mogelijk ondanks de realisatie van een stuwsluis en wordt de visstand verder gestimuleerd Desnoods moet de educatieve wandelaar de kans hebben de vissen hier zelfs met de hand te voelen !Gezien
de huidige prioriteiten die worden gesteld aan de verbetering van de waterkwaliteit van onze Vlaamse rivieren, mag verwacht worden dat dit visbestand in de nabije toekomst enkel zal toenemen
Osbroek-Gerstjens (in de buurt van de brug over de Dender). In Aalst zijn er minder mogelijkheden. De sportvisser stelt niet alleen eisen naar een vlotte bereikbaarheid van de site, maar prefereert ook een locatie in een natuurlijke omgeving. Enkel hengelmogelijkheden aanbieden nabij stad of dorp, zal er dus toe leiden dat hengelaars nog steeds de meer natuurlijke en rustigere zones zullen opzoeken om hun sport te beoefenen. Om in voldoende mate met die behoeften rekening te houden dient in de natuurlijk-recreatieve omgeving van Osbroek-Gerstjens minimaal één hengellocatie te worden voorzien. Aangezien de meeste vissoorten stroomafwaarts van de stuwen verblijven en aan de monding van enkele zijbeken met een betere waterkwaliteit zou er ten eerste stroomafwaarts van de stuw een hengelsite kunnen worden voorzien. Meerbepaald in de driehoek tussen N9, spoor en Dender (omgeving zwaaikom). Samen met de doortrekking van het jaagpad onder de nieuwe Zeebergbrug zou een deel van het jaagpad kunnen worden opgeschoven waardoor een hengelplaats kan worden voorzien langsheen het water. Anderzijds is er ook een uitstekende mogelijkheid meer centraal binnen OsbroekGerstjens en stroomopwaarts van de nieuwe stuw, meerbepaald ten noorden van het industrieterrein Termurenlaan. Het groene karakter van de oever dicht bij het waterpeil, de ligging aan de monding van de Zomergembeek (betere waterkwaliteit) en aan de linkeroever (dus niet langsheen het jaagpad) maakt de site geschikt voor de hengelaar. Hier kan de natuurlijke oeverbegroeiing dan ook verder worden gestimuleerd, wat de diversiteit van de aanwezige visfauna ten goede zal komen. Wat betreft toegankelijkheid en parkeren kan de toegang gebeuren via de Termurenlaan met een beperkt aantal parkeerplaatsen aansluitend bij de bestaande industrieterreinen. Momenteel worden ook de spiegelvijver en grote ballonvijver in het Stadspark bevist. Na de bouw van een nieuwe hengellocatie kan men tegemoet komen aan de vraag tot het gebruik van één van de vijvers voor andere recreatieve doeleinden, zoals het gebruik door modelbouwverenigingen . Het stadspark biedt namelijk een mooi kader voor dergelijke vrijetijdsbeoefenaars.
Potentiële hengelsite nabij industrie Termuren
Zoals gezegd dienen ook de recreatieve mogelijkheden op het water zelf verder te worden ontwikkeld. Inzake watersport zijn de voorzieningen langsheen de Dender tamelijk beperkt en moet een verdere uitbouw in overweging worden genomen. Momenteel bestaan er vlottende aanlegsteigers in Geraardsbergen, Ninove, Pollare en Aalst , en kent alleen Onkerzele een jachthaven . De mogelijkheden dienen verder te worden onderzocht of er Dit is een gevolg van het hogere zuurstofgehalte stroomafwaarts van stuwen Dit dient steeds te worden voorafgegaan door een gunstig advies van de dienst Monumenten & Landschappen De Aalsterse aanlegsteiger werd gebouwd in ’98 door de VZW Watersport en bevindt zich langsheen de Bilzen (achterzijde station) Deze heeft een lengte van 65m
in combinatie met de nieuwe stuwsluis een jachthaven (weliswaar van beperkte omvang) kan worden gerealiseerd stroomopwaarts van de sluis. Dit door op die plaats de huidige Dender maximaal te verbreden langsheen de spoorwegberm, rekening houdend met de nodige ruimte voor het te verplaatsen jaagpad. Een aanlegsteiger langs linkeroever kan als centrale stopplaats voor Osbroek-Gerstjens fungeren. Langsheen linkeroever dient tevens de wandellus en oost-west fietsroute te lopen. Op die plaats kan er voor de recreanten ook een picknickplaats worden voorzien met zicht op het water en de jachthaven of steiger. Het bestaande prieeltje kan hier een bijkomend element in te vormen. Langsheen de jachthaven en aanlegsteiger kan een interne verbinding ontstaan binnen de wandellus. Probleem hierbij is de aanwezigheid van de loods van DuParc vlak langsheen het water (foto). Voor deze loods werd ondertussen reeds een andere invulling voorzien waardoor het gebouw – althans op korte termijn – lijkt behouden te blijven. Deze voorziene invulling strookt echter noch met de voorziene bestemming opgelegd vanuit het Gewestelijk RUP , noch met de visie van ruimtelijke ontwikkeling die hier wordt vooropgesteld. De bestaande loods, en zeker het huidige gebruik ervan zonder natuureducatieve of recreatieve functie past dan ook niet in het globale concept. De loods kent een uiterst centrale ligging, palend aan Stadspark en de gebouwen van DuParc en Schotte. Daarenboven grenst de loods zowel aan Erembodegemstraat, Dender (jachthaven), wandellus en fietsroute. Vooral de aanwezigheid van het water is een sterke troef voor deze site en dient dan ook maximaal aangewend en ontwikkeld te worden. De loods vormt ook een obstakel als we vanaf de Erembodegemstraat een zicht op de Dender willen creëren, wat als streefdoel wordt gesteld. De loods vormt dus momenteel een sterk storend element in het geheel.
De loods van DuParc langsheen de Dender gezien vanaf spoorbrug (links) en jaagpad (rechts)
Gezien de ligging pal tegen het water vormt de site van de loods een ideale plaats voor een ligweide aan het water, eventueel vergezeld van een beperkte strandzone (wat moet bekeken worden in relatie tot een eventuele jachthaven). De zone mag daarbij niet los staan van het Stadspark. Door deze site op die manier open te houden ontstaat een zichtas op het water vanaf de Erembodegemstraat, alsook vanaf de nieuwe voetgangersen fietsersbrug tot in het huidige Stadspark (foto).
Dit behoorde destijds tot de tuin van Schotte Het betreft hier een archiefruimte voor dossiers Dit zal vergunningsplichtige zaken zoals uitbreidingen van het gebouw verhinderen
De loods van DuParc langsheen de Erembodegemstraat
Om de nieuwe Dender en sluis te realiseren zal een grote massa aan bodemmateriaal dienen te worden uitgegraven en verplaatst. Met deze hoeveelheid kan enerzijds een gedeelte van de oude Denderarm worden opgevuld, en anderzijds een (natuurlijke) helling naar de voetgangers- en fietsersbrug worden gerealiseerd. Een bijhorende aanplanting van vegetatie kan deze helling stabiliseren en het pad kan op een onverharde wijze worden aangelegd. In de smalle strook tussen de rechtgetrokken Dender en het spoor dient dus een nieuw verhard fietspad langsheen het water te komen, waardoor het jaagpad uiteraard terug zijn vervolg kent. Verder kan er in die strook een groenscherm komen, dat het spoor visueel verbergt. Dit is uiteraard van belang gezien de zichtlocatie die vanaf de overzijde ontstaat langsheen het water. Wat het noordelijke deel van de wandellus betreft kan de verbinding met rechteroever worden gerealiseerd via de geplande stuwsluis en via een voetgangerstunnel onder het spoor. Dit moet hier mogelijk zijn aangezien het spoor zich op die plaats ca. 3m boven het maaiveld bevindt. Het is van belang dat in de omgeving van de jachthaven en de wandellus snel rijdende wielertoeristen moeten worden geweerd, gezien het accent hier dient te liggen op de veiligheid voor de wandelaar en de gezinsfietser. Eigenlijk moet het uitgesloten zijn dat het jaagpad wordt “gedomineerd” door trainende wielrenners. Er dienen dan ook snelheidsremmers te worden voorzien om de veiligheid optimaal te garanderen, voornamelijk ter hoogte van de toegangen tot de Gerstjens (wandellus en fietsas). Denken we hierbij aan poorten of wegmarkeringen in reliëf. De smalle passage onder de spoorwegbrug is momenteel een punt waar gevaarlijke situaties ontstaan tussen fietsers en voetgangers, en dit omwille van de zeer beperkte zichtbaarheid (knik in jaagpad). Hier dient een duurzame oplossing te komen. Fietsers moeten net voor de passage sterk worden afgeremd of desnoods via een constructie gedwongen worden af te stappen .
-
.
!
/
) !%
0
#
!
Wat de invulling van de industriesites Schotte en DuParc betreft, en dan specifiek de delen van het huidige bedrijfsgebouw of op te richten nieuwbouw, dient uiteraard rekening te worden gehouden met de bestemmingswijziging van industriegebied volgens het gewestplan (kaart 4) naar “randstedelijk groengebied met dagrecreatieve infrastructuur” volgens het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (kaart 7). Deze zone is bestemd voor de aanleg van dagrecreatieve en natuureducatieve infrastructuur op het schaalniveau van het stedelijk gebied in een nog in te richten groene omgeving. Kleinschalige Dit kan men afdwingen via een poort- of trapconstructie
verblijfsaccomodatie voor groepen is mogelijk en wordt geïntegreerd in de natuureducatieve infrastructuur. Buitendeurse hoogdynamische en/of luidruchtige dagrecreatieve activiteiten zijn verboden. Binnendeurse hoogdynamische en/of luidruchtige dagrecreatieve activiteiten moeten zodanig georganiseerd worden zodat zij geen geluidshinder of andere hinder veroorzaken voor de omliggende gebieden. De mogelijke activiteiten die binnendeurs kunnen plaatsvinden dienen zich dus te situeren in de recreatieve en natuur-educatieve sfeer, en de buitenactiviteiten te versterken en/of aan te vullen. Vaak is er in de regio of de stad een duidelijk gebrek aan deze functies of vinden ze geen geschikt onderkomen op een andere plaats, terwijl ze hier zeker een geschikte inplantingsplaats vinden. Gezien de bestemmingswijziging zijn vele nieuwe invullingen mogelijk: Binnenspeelpark. o
Het betreft hier een grote ruimte of loods die wordt ingericht met aparte speelzones voor kinderen.
o
Gezien de ligging tegen het Stadspark is de site DuParc hiervoor de beste locatie.
Indoor-sportvoorzieningen. o
Zaalsporten, turnen, krijgskunsten, tumbling, inline skating, muurklimmen, gehandicaptensporten, enz…
o
Ook bijbehorende voorzieningen (kleedkamers, cafetaria,…) moeten kunnen worden voorzien.
o
Belangrijk voordeel is hier de complementariteit met de bestaande sportinfrastructuur in het projectgebied en de (te versterken) verbindingen met de sporthal in Erembodegem en het Stedelijk Zwembad (Bergemeersen).
o
De te behouden gebouwen van Schotte bieden hiervoor een mogelijke plaats. Een cafetaria op de bovenverdieping biedt uitzicht op het Osbroek.
Natuureducatief centrum. Activiteitencentrum of vrijetijdscomplex kaderend binnen parkomgeving. Specifieke voorzieningen bij het kampeerterrein. o
Dit dient gerealiseerd op de zuidelijke terreinen van Schotte.
Plaats voor botenverhuur. o
Dit in functie van de ontwikkeling van de waterrecreatie op de Dender.
Kleinschalige verblijfsaccomodatie voor groepen, rekening houdend met de toeristisch-recreatieve potenties van het gebied. o
Denken we hierbij in de eerste plaats aan een jeugdherberg.
Complementair met bestaande en nieuwe functies moeten ook volgende invullingen hier mogelijk zijn: Conciërgewoning. Toeristisch infolokaal. o
Gezien de meer centrale ligging lijkt de site DuParc hiervoor het best geschikt te zijn.
Cafetaria en terras.
o
De woonhuizen op de site DuParc vormen een geschikte locatie omwille van het zicht op het water en ligweide.
Onderkomen voor de stedelijke groendienst. o
Dit gezien de huidige behoefte aan een herlokalisatie.
o
Hiervoor is de site DuParc zeer geschikt, gezien de ligging tegen het Stadspark.
Industrieel ambachtenmuseum. o
De site Schotte biedt hiervoor mogelijkheden mits behoud van een deel van het industrieel-archeologisch erfgoed.
Rekening houdend met zowel de bestemming, de wijzigende stedelijke noden, als de ruimtelijke randvoorwaarden kunnen uiteraard nog meerdere functies op deze sites een geschikt onderkomen vinden. Het betreft hier dus een niet-limitatieve opsomming van mogelijke functies.
"
*(
"
!
1 2 '
*
Kaart 34: Gewenst beeld randzone Stadspark – Sportcentrum
Het recreatiegebied Osbroek en het Stadspark mogen dan wel aan elkaar grenzen, momenteel worden ze duidelijk van elkaar gescheiden door een strook parkbos, een kleine steilrand en een afsluiting met betonpalen en draad. Op een tweetal plaatsen is de omheining reeds stukgebroken en kan men tussen de bomen door van Stadspark naar Sportcentrum Osbroek en vice versa. Dit als “vlugger” alternatief voor de bestaande doorgang langsheen het gebouw aan de atletiekpiste. Daar beiden belangrijke publieke aantrekkingspolen vormen zou het zeker interessant zijn om tussen beiden een brede link te creëren door middel van een doorbraak doorheen de bosstrook van het Stadspark. Een link tussen beide is ook interessant met het oog op de te realiseren wandellus en oost-west-fietsroute. Ook het visueel aspect speelt een belangrijke rol (zie verder). Eén van de ontbrekende schakels van de te creëren wandellus ligt precies op de grens tussen het Stadspark en het Sportcentrum Osbroek. Tussen de reeds bestaande wandelpaden kan een doorgang voor voetgangers worden gecreëerd. Het bestaande tracé van de wandelroute doorheen het park kan behouden worden. Daardoor behoudt het pad enerzijds een natuurlijk ogend, licht kronkelend tracé en ligt de doorgang op de best mogelijke plaats, namelijk het smalste deel van de bosstrook. Zo creeërt men komende van de Blanckaertdreef en langsheen het pad een doorzicht op het centrale parkgedeelte (in verlengde van de vijver). Vanuit het park zelf zullen – gezien de hogere ligging – de sportterreinen en activiteiten niet zichtbaar zijn (eerder positief) maar zal in de verte het bos van het Osbroek de horizont afbakenen.
Het hoogteverschil bedraagt ca. 2m
Zicht op het Sportcentrum Osbroek vanaf de Parklaan
Voor het verwezenlijken van de doorsteek dient in eerste instantie de bestaande afsluiting ! over de ganse lengte te verdwijnen en de bosstrook op de plaats van de doorgang te worden doorbroken . Langs beide randen van het toekomstige pad zou bijvoorbeeld een perk kunnen aangelegd worden om de doorgang extra te accentueren. Verder dient rekening te worden gehouden met de twee verharde basketbalpleinen (foto). De eigenlijke herinrichting dient voorafgegaan door een landschapsontwerp. Hierbij dient er voldoende aandacht te zijn voor het visuele aspect en de aanwezige sportterreinen, maar mag geen afbreuk worden gedaan aan het concept van het creëren van een duidelijke link tussen Sportcentrum en stadspark.
Plaats voor toegang tot Stadspark ter hoogte van basketplein
Tussen de nieuwe toegang met bijhorend plein en de Frans Blanckaertdreef heeft de wandelaar momenteel duidelijk het gevoel in een andere omgeving terecht te komen (open !Deze
is momenteel reeds voor een deel vernield
Het uitvoeren van dergelijke vegetatiewijzigingen in het beschermde Stadspark kan uiteraard pas na de goedkeuring van de bevoegde instanties, zijnde de dienst Monumenten & landschappen en de parkcommissie
sportterrein). Ook al is het de bedoeling de wandellus doorheen het Sportcentrum te trekken (om zo ondermeer aan te sluiten op het Osbroek), toch mag de wandelaar niet het idee hebben dat de wandellus – die voor de rest een groene en sterk natuurlijke omgeving doorkruist – hier als het ware ten einde loopt. Tussen Stadspark en de “groene” Frans Blanckaertdreef moet de wandellus dan ook als het ware ingekapseld worden in het groen. Het wandeltracé wordt op die manier ook duidelijk afgebakend en zichtbaar voor de wandelaar. Bij de uitwerking in een concreet landschapsontwerp dient bij het ingroenen van de sportterreinen rekening te worden gehouden met de huidige sportactiviteiten (vb. vermijden dat de sportterreinen zouden beschadigd worden door boomwortels; zorgen dat er geen belemmering ontstaat voor belangrijke sportevenementen). De fietsroute en wandellus kunnen best samenvallen met het bestaande pad tussen piste en voetbalveld en de bestaande doorgang tot het park! . Langsheen de atletiekpiste valt de wandellus dus samen met de oost-west-fietsroute. Het bestaande verharde voetgangerspad kan daarbij dienst doen als fietspad. Daarnaast kan een onverhard wandelpad komen (foto p.49). Fiets- en wandelpad moeten langs beide zijden afgelijnd worden door een bomenrij, die reeds langs één zijde bestaat. Op die manier blijft de recreant ook hier het gevoel hebben nog steeds in het groen te wandelen, zodat de overgang tussen Osbroek en Stadspark geleidelijk tot stand komt. De reeds bestaande doorgang tussen Sportcentrum en Stadspark langsheen de kleedhokjes blijft als toegang behouden. Om de overgang aantrekkelijker en natuurlijker te doen ogen dient het stalen poortje te verdwijnen en dient een oplossing geboden aan de betonverharding die verticaal uitsteekt! (foto). Langsheen deze doorgang kan de rand van het bestaande Stadspark verbreed worden. Ter hoogte van de toegang van de oostwest-fietsroute tot het recreatieterrein! en de wandeltoegang tot het natuurgebied Osbroek dient er een fietsenstalling en informatiepaneel over Osbroek-Gerstjens te komen. Deze plaats dient dus te worden ingericht als één van de toegangspoorten tot OsbroekGerstjens, en dit op uniforme wijze als bij de overige hoofdtoegangen.
Te behouden toegang tussen Sportcentrum en Stadspark
Het noordelijke terrein met de gebouwen en de serre van de stedelijke groendienst (foto) kan pas een andere bestemming krijgen nadat er een nieuw onderkomen is voor deze laatste! . In dit voorstel wordt een deel van het DuParc-gebouw hierbij als mogelijkheid aanzien! . Wat de gebouwen betreft kunnen de huidige woning! en de serre bijvoorbeeld Ten zuiden van de atletiekpiste is er ook de mogelijkheid om door te steken richting spiegelvijver. Van een pad is hier echter amper sprake, gezien de smalle doorgang en het hellende karakter van de strook ! Dit geldt ook voor de betonverharding aan de achterzijde van het gebouw langsheen de atletiekpiste !
!
Meerbepaald tussen het gebouw met kleedkamers/cafetaria enerzijds en de atletiekpiste anderzijds
!
De herlokalisatie van de stedelijke groendienst houdt verband met de onverenigbaarheid ervan met de huidige plannen van aanleg
!
Zie ook 12.1.2 “DuParc”
behouden blijven! . Gezien de locatie lijkt het uiteraard het meest voor de hand liggend om de terreinen van de groendienst ofwel een recreatieve, ofwel een groene bestemming te geven. Wat dit eerste betreft is er bijvoorbeeld voor het plaatsen van een voetbalveld met minimale afmetingen te weinig ruimte! . Andere buitensporten waarvoor een kleinere oppervlakte vereist is behoren wel tot de mogelijkheden. Gezien het verdwijnen van een gedeelte van het parkbos voor de realisatie van de doorsteek, is het misschien meer opportuun om de terreinen voor te behouden voor uitbreiding van het parkbos, waarbij het bestaande volleybalpleintje kan worden behouden.
Gebouwen en serre van de stedelijke groendienst
De bestaande conciërgewoning en (eventueel) de kleinere loods kunnen behouden blijven als voorziening bij de vroegere kruidentuin!!, die terug kan worden beplant en opengesteld. In de toekomst heeft deze kruidentuin de mogelijkheid uit te breiden op de terreinen van de groendienst (in plaats van parkbos). Het is van belang dat er zowel voor de kruidentuin, als voor de serre wordt rekening gehouden met de behoefte aan zonlicht (doorkijkplekken). Wat de toegangen vanuit het stadscentrum tot Sportcentrum Osbroek en Stadspark betreft dient men het langzaam verkeer over de drukke N9 te concentreren op twee veilig in te richten punten. Enerzijds over het Burgemeestersplein, en anderzijds langsheen de Blanckaertdreef! . De overige kleinere toegangen tot het Osbroek mogen behouden blijven, maar een doorsteek over de Parklaan wordt veiligheidshalve niet voorzien. Enkel in het verlengde van de Osbroekstraat kan nog een doorsteek voor voetgangers komen, zodat ook daar een toegang ontstaat tot het recreatiegebied en park (wandellus). Op de plaats waar men het Osbroek binnenkomt kunnen gezien het mooie zicht een aantal zitbankjes worden geplaatst (foto p.76 bovenaan). Wat de doorsteek Eikstraat – Blanckaertdreef betreft wordt verwezen naar het tekstgedeelte 11.2.2, “toegangen vanuit de stad”.
$
*
3
(
) 1
Het betreft hier een vrij groot en laag gelegen weidelandschap in de vallei van de Eénholbeek. Het open karakter wordt doorbroken door de beek die wordt afgelijnd door een continue bomenrij (foto). Verder wordt het weiland tussen Gerstjens en Eénholbeek
!
Deze doet momenteel dienst als conciërgewoning
Een herlokalisatie van de groendienst schept geen problemen voor wat betreft het behoud van deze serre, temeer gezien de goede inplanting tot het zonlicht. Omwille van verwarming tijdens de winter is het behoud van de hovenierswoning wel een voorwaarde ! Dit ondermeer gezien de huidige behoefte hiernaar !
!!Het
betreft hier het minder dan een halve ha grote terrein gelegen naast de groendienst. De dienst leefmilieu van de stad heeft reeds plannen om de vroegere kruidentuin opnieuw vorm te geven en open te stellen voor het publiek. ! Het betreft hier de bestaande hoofdtoegangen tot enerzijds Stadspark en anderzijds Osbroek
gekenmerkt door het voorkomen van vele verspreide bomen wat voor een parkachtig landschap zorgt.
Weidelandschap langsheen Eénholbeek
Om de Bergemeersen aan Osbroek-Gerstjens te linken moet op de eerste plaats gedacht worden aan een nieuwe verbinding voor het langzaam verkeer samenvallend met de openruimteverbinding tussen de Gerstjens en de Bergemeersen. Deze verbinding kan tevens als een toegang fungeren tot Osbroek-Gerstjens vanuit de stad (rechteroever), en dient zodoende vorm te krijgen op dezelfde uniforme wijze als dit voor de andere hoofdtoegangen het geval is. Momenteel liggen de Bergemeersen duidelijk geïsoleerd, en op die manier zou de parkomgeving rondom het basketgebeuren en het zwembad op een aantrekkelijke wijze aan Osbroek en Gerstjens gelinkt kunnen worden. De huidige moeilijkheid zit hem in het feit dat de beboste gronden en weidegronden tussen Zwembadlaan en Beukendreef allemaal in private handen zijn . Kaart 35 geeft aan waar de verbinding het best kan worden gerealiseerd, met beperkte of grotere onteigeningen als gevolg. Het overschrijden van de N9 lijkt door het aanzienlijke hoogteverschil tussen de Brusselsesteenweg en de graslanden erlangs het best te gebeuren via een ondertunneling onder de weg. Hier zou een tunnel voor voetgangers kunnen worden gerealiseerd langsheen de Eénholbeek, die momenteel onder de Brusselsesteenweg doorstroomt (foto). Dit zou een verbreding van de bestaande ondertunneling kunnen zijn. Het wandelpad kan de Eénholbeek volgen en aansluiten op de wandellus . Eventueel zou het pad kunnen doorlopen naar de Gerstjens toe (foto), waardoor er hier een interne verbinding binnen de wandellus ontstaat en dit in een parkachtige omgeving (grasland met verspreide bomen). Het realiseren van de verbinding langsheen de beek moet verenigbaar zijn met de natuurlijke ontwikkeling van het valleigebied. De omgeving van ’t Muiske en dan meer specifiek de strook langsheen de beek is namelijk een zone die in aanmerking komt voor vernatting via opstuwing van de Beek van Eénhol ter hoogte van de Brusselsesteenweg, waardoor ondermeer gebiedjes kunnen ontstaan met open water, rietland en zeggevegetatie . Een ander alternatief is het opschuiven van het pad in oostelijke richting, waar een aantal percelen overigens in eigendom zijn van het Vlaams Gewest. Het pad kan dan aansluiting vinden op de Beukendreef. Hierbij is wel een bovengrondse herinrichting van de overgang over de Brusselsesteenweg nodig (vb. voetgangerslichten), samen met een eventuele doorknipping van de Beukendreef voor het autoverkeer (de Beukendreef heeft geen functie voor doorgaand verkeer). Hoe en waar de verbinding concreet zal worden gerealiseerd zal Het betreft hier familie-eigendommen van de kasteelheren (Pyck, Moyersoen) Zie 11.1.5, “wandellus” Dit bleek uit de ecohydrologische studie uitgevoerd in het kader van het natuurinrichtingsproject Osbroek-Gerstjens
dus pas in de eigenlijke ontwerpfase kunnen worden bepaald. In dit opzicht dienen verdere alternatieven nog nader te worden onderzocht. Omdat het valleigebied van de Eénholbeek samen met de graasweiden ten zuidoosten van het Osbroek binnen Osbroek-Gerstjens de enige open-ruimte gebieden zijn die noch bebouwd, verbouwd of bebost zijn, dienen ze best open gehouden te worden. Wel zou het winkelcomplex Colruyt (tussen spoor en N9) en het bijhorende winkelverkeer visueel beter afgeschermd kunnen worden via een uit te breiden groenscherm. Op die manier worden N9 en winkelcomplex visueel afgeschermd van de wandellus en de verbindingsas met de Bergemeersen.
De Bergemeersen gezien vanaf toegang Kasteel Ten Berge
Wandellus: ondertunneling onder N9 via Eénholbeek en aansluiting op de Gerstjens
& 4
*
Het Gewestelijk RUP duidt de strook langsheen het bestaande wandelpad aan als stedelijk natuurelement. Deze strook kan “fungeren” als een soort buffer tussen de woonzone Molenkouterstraat (+ de bijkomende stedelijke woongebieden) en het Osbroek. Hierdoor kan tevens een tweede “arm” van de zuidelijke groenverbinding ontstaan, via bijvoorbeeld een sterkere bebossing van de kale plek (steilrand) langsheen het kerkhof van Erembodegem. Om dit te realiseren is een mogelijke verwerving van de gronden door het Vlaams Gewest gewenst aansluitend op de delen van het Osbroek die zij reeds in eigendom hebben. Het begrazingsproject kan daarbij worden uitgebreid over deze gronden. Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan