gastouderWijs maart 2014
Jaargang 1
nr. 1
Tijdschrift voor ouders/verzorgers en gastouders
n Taalontwikkeling n Samen sterk tegen kindermishandeling n Meer doen met natuur n Inspecteur op bezoek? Gewoon doen wat je anders doet n Pedagogisch kader gastouderopvang n In het land…Uit het land n Kwart 1-jarigen gebruikt iPad n Ik plas al op de wc! n Maak je eigen lammetje
Entree Met trots presenteert Kinderopvang Humanitas de eerste uitgave van gastouderWijs. gastouderWijs is het zusje van eigenWijs en samenWijs, onze eigen tijdschriften voor respectievelijk pedagogisch medewerkers en ouders die gebruik maken van kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en/of buitenschoolse opvang. De eigenWijs bestaat al enkele jaren. In 2013 hebben we de samenWijs voor ouders van de kindercentra geïntroduceerd. Door de positieve reacties, hebben wij besloten om voor de ouders en gastouders van Gastouderopvang Humanitas, de gastouderWijs te maken. We delen graag met u onze kennis over de ontwikkeling van kinderen. Want daar staan wij voor. Wij willen kinderen stimuleren in hun ontwikkeling, op alle gebieden. Daarmee lijken we tegen de tijdgeest in te gaan. De overheid ziet de kinderopvang de afgelopen jaren vooral als arbeidsmarktinstrument, om ouders te faciliteren om te kunnen werken of studeren. Door diverse maatregelen zien we dat ouders minder gaan werken of werkdagen anders gaan indelen.
Het resultaat is dat meer ouders gebruikmaken van informele opvang, bijvoorbeeld met grootouders of de buren afspreken om op de kinderen te passen We betreuren deze ontwikkeling. Niet alleen zien wij net als andere kinderopvangaanbieders daardoor de vraag afnemen en een terugloop van kinderen in onze locaties en bij gastouders, ook veel kennis en ervaring gaan verloren. Professionele kinderopvang biedt ouders de mogelijkheid om een gezin te combineren met een baan of studie en tegelijkertijd biedt het kinderen ontwikkelingskansen, een tweede opvoedingsmilieu waarin ze zich prettig voelen, waar vaak ook andere kinderen zijn, herkenbare rituelen en stimulans om spelend te leren, een tweede thuis met een vast gezicht; de gastouder. Gastouderopvang Humanitas is er zowel voor ouders, gastouders als voor kinderen. We hechten veel waarde aan onze pedagogische rol. Dat zal ook duidelijk zijn als u ons nieuwe blad gastouderWijs leest.
Anja Hol voorzitter Raad van Bestuur Kinderopvang Humanitas
Colofon: 2
gastouderWijs Het tijdschrift voor ouders en gastouders van Gastouderopvang Humanitas, over de opvoeding en ontwikkeling van kinderen. Ontmoetingsplaats voor ideeën, theorie en praktijk. Jaargang 1, nr. 1 maart 2014 Foto voorpagina: BSO Waterval
Redactie Inge Blondel. Redactieadres Kinderopvang Humanitas t.a.v. Inge Blondel Postbus 591, 6400 AN Heerlen Tel: 045 – 561 53 53
[email protected] Lay-out en vormgeving: MarkDesign, Hoofddorp Foto’s: Kinderopvang Humanitas
Gastouders volgen, samen met de ouders, de ontwikkeling van kinderen. Daarbij kijken ze naar de verschillende ontwikkelingsgebieden. Taal is er daar één van. Hoe kun je de taalontwikkeling van kinderen stimuleren?
Taalontwikkeling (bron; samenWijs nr. 1/Malou Brauers, pedagoog)
Taal is belangrijk voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van een kind, omdat taal ervoor zorgt dat kinderen hun gevoelens kunnen verwoorden. Daarnaast is taal belangrijk voor de ontwikkeling van de cognitieve vaardigheden. Kinderen leren de wereld om zich heen benoemen en kunnen verbanden leggen. De taalontwikkeling in de voorschoolse periode vormt een belangrijke basis voor de latere woordenschat van een kind. Bewust taalgebruik Op welke manier kunnen opvoeders, zowel gastouders als ouders, zorgen voor een goede taalinteractie? De onderstaande drie technieken zijn daarbij belangrijk. Je kunt ze eigenlijk meteen toepassen. • Non-Present Talk Non-Present Talk is een term voor het praten over dingen buiten het ‘hier en nu’. Het gaat dus niet om wat nu gebeurt, zoals een tekening maken, samen eten, je aankleden, maar over bijvoorbeeld wat kinderen op vakantie hebben meegemaakt, over wat je zou kopen als je heel rijk was of hoe je je voelde toen je lievelingsknuffel kwijt was. Dit is erg stimulerend voor de taalontwikkeling. Kinderen worden namelijk geprikkeld om zich te verplaatsen in een andere omgeving of tijd. Uit onderzoek komt naar voren dat er nog veel meer Non-Present Talk gebruikt kan worden. Dit levert vaak erg leuke gesprekken op en je komt als opvoeder spelenderwijs meer van de kinderen te weten! • Inspirerende gespreksonderwerpen Bepaalde gespreksonderwerpen wekken bij vrijwel alle kinderen enthousiasme op. Dit zijn onderwerpen
die voor iedereen herkenbaar zijn, zoals huisdieren, broertjes en zusjes, of huishoudelijke taken van mama en papa. Deze onderwerpen lenen zich uitstekend voor het voeren van een gesprek met meerdere kinderen tegelijk waarbij kinderen de aandacht langer vast kunnen houden. • Vaste rituelen Kinderen hebben behoefte aan voorspelbaarheid. Thuis hebben ouders vaste gewoonten, grapjes en reacties die op vaste momenten terugkeren in de interactie met hun kinderen. Uit observaties werd duidelijk dat in situaties waar sprake was van een terugkerend ritueel of gewoonte een kind duidelijk wist wat het kon verwachten en er vaak een leuk gesprek ontstond. Ook bij de gastouder zijn er vaste gewoonten, bijvoorbeeld in de vorm van liedjes zingen op vaste momenten, zoals voor het eten en opruimen. Vooral kinderen die meerdere dagen bij de gastouder aanwezig zijn, hebben een bepaald verwachtingspatroon. De opvoeder en de kinderen moeten op elkaar ingespeeld zijn om goed te kunnen communiceren.
Non-Present Talk zelf uitproberen?
Ga met een peuter eens praten over de drie onderwerpen die in dit artikel staan: • dingen die je tijdens je vakantie hebt meegemaakt • wat je zou kopen als je heel rijk was • hoe jij je voelt als jij je knuffel kwijt raakt. Of verzin zelf iets! Neem het eventueel op om terug te luisteren. Wat valt je op? Wat vindt het kind ervan?
3
Waar kinderen worden opgevangen kunnen situaties van huiselijk geweld of kindermishandeling gesignaleerd worden. Bij signalen handelen medewerkers en gastouders van Gastouderopvang Humanitas volgens de stappen van de verplichte meldcode.
Samen sterk tegen kindermishandeling Meldcode Kindermishandeling een feit! Op 1 juli 2013 is de ‘Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling’ in werking getreden. Deze meldcode bevat een overzichtelijk vijfstappenplan om te volgen bij een vermoeden van kindermishandeling of huiselijk geweld voor alle organisaties en alle professionals, die met kinderen werken. Het doel van een verplichte meldcode is dat sneller en adequater wordt ingegrepen. Deze verplichting geldt dus ook voor medewerkers van kinderopvangorganisaties. Het is belangrijk het stappenplan te kennen. Maar eigenlijk nog veel belangrijker; durf jouw vermoeden van kindermishandeling bespreekbaar te maken.
Feiten en cijfers • In ons land sterft iedere week een kind als gevolg van mishandeling. • In Nederland worden ieder jaar 350.000 kinderen mishandeld; dat zijn 2 á 3 kinderen per klas. • Een derde van de mishandelingen betreft geweld, bij ruim de helft gaat het om fysieke en/of emotionele verwaarlozing. • Kindermishandeling leidt op latere leeftijd onder andere tot mentale problemen, drugs- en alcoholmisbruik, risicovol seksueel gedrag, zwaarlijvigheid en crimineel gedrag.
STAP 1
STAP 2
STAP 3
STAP 4
STAP 5
In kaart brengen signalen
Collegiale consultatie en zo nodig raadplegen AMK
Gesprek met ouder
Wegen van het huiselijk geweld of van de kindermishandeling
Beslissen: hulp organiseren of melden.
De meldcode in vijf stappen
Belangrijke adressen
4
AMK Advies en meldpunt kindermishandeling 0900-1231230 www.amk-nederland.nl STEUNPUNT HUISELIJK GEWELD 0900-1262626 http://www.s-hg.nl
Achtergrond informatie www.kindermishandeling.nl www.kindermishandeling.info www.kindertelefoon.nl www.watkanikdoen.nl
Meldcode App De gratis Meldcode-app helpt professionals om in te grijpen bij vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling. Het doorloopt de 5 stappen van de meldcode en kan je direct verbinden met de juiste instanties. De app is te downloaden via de app-stores.
Meer doen met natuur (Bron EigenWijs 31, Saskia van der Wijk, regiopedagoog Zuid-Holland-Oost) Het bewust beleven van de natuur daagt kinderen uit tot zelfstandigheid, ontdekken en communicatie en daarnaast geeft natuur ook ontspanning en rust. Uit onderzoek blijkt dat kinderen (en met name hele jonge kinderen) die veel in de natuur zijn, zich beter kunnen concentreren, minder stress hebben en minder vaak ziek zijn. Omgaan met de natuur doet daarnaast een beroep op de morele ontwikkeling: kinderen leren respect te hebben voor de omgeving, planten en dieren. Kortom: natuurbeleving is onmisbaar voor een evenwichtige ontwikkeling van kinderen en dus ook onmisbaar in de kinderopvang. Ongeacht de eigen tuin kan er in de praktijk eigenlijk heel erg veel. Bijvoorbeeld door uitstapjes naar een park, het aanleggen van eigen tuintjes of het kweken van plantjes. Naar het bos gaan, betekent met je handen in de aarde wroeten, kastanjes zoeken en lekker klimmen of rennen. Torretjes, wormen en slakken op je handen voelen. De eerste sneeuw met dreumesen is een ervaring apart. Maar ook voor baby’s kun je de sneeuw naar binnen halen in een grote bak en laten ervaren … het is koud en het wordt … water. Natuur kun je op allerlei manieren beleven. Bijvoorbeeld met een knutselopdracht als ‘Verven met geuren’. Daarbij maak je zelf verf door behangerslijm te mengen met kruiden, bruine kaneelverf of groene muntverf en hiermee op katoen te gaan verven. Maar ook: het aanleggen van een ‘blote-voetenpad’. Hoe doe je dat? Het maken van een geurenspel, waarbij je zakjes met kruiden maakt en het juiste voorwerp erbij zoekt. Zoals een zakje met lavendel en een tube zalf die naar lavendel ruikt of een zakje met muntblaadjes en een pepermuntje. Ontdekopdrachten zoals het kijken door een bril met facetglazen en zien hoe een vlieg kan zien. Maar ook opdrachten met levend materiaal: met krekels en slakken. Hoe maak je bijvoorbeeld een slaquarium, een kruidentuin of een krekelbak?
De wereld van de kriebelbeestjes Overal kom je ze tegen. Onder een bloempot, achter een grasspriet, altijd weer een verrassing: enge, spannende beestjes met kriebelpootjes en het leeft! Kinderen kijken er gefascineerd naar. Verwondering en nieuwsgierigheid zijn kenmerkend voor de manier waarop kinderen in het leven staan. Dit boekje is geschreven voor begeleiders van jonge kinderen (2 – 8 jaar) om samen ervaringen op te doen met de natuur dicht bij huis. Het is te bestellen via www. veldwerkwinkel.nl Leuke websites: www.springzaad.nl / www.nationaalpark.nl www.staatsbosbeheer.nl/speelbossen
5
Inspecteur op bezoek? Gewoon doen wat je anders doet (bron; kiddo jaargang 14 nr.5) Voorheen lette een GGD-inspecteur vooral op veiligheid, gezondheid, documenten en beleid. Nu wordt ook de pedagogisch kwaliteit van een gastouder getoetst. Daarbij wordt gekeken of de gastouder de inhoud van het pedagogisch beleidsplan kent en vooral hoe zij het beleid in praktijk brengt. De omgang met de kinderen en het welbevinden van de kinderen. Waar let een inspecteur dan op en hoe meet je het welbevinden? Op het moment dat een gastouder haar “gewone” gang gaat, kan de inspecteur de professionele houding van de gastouder en het welbevinden van de kinderen observeren. Hoe beweegt een kind zich in de ruimte, speelt het en heeft het contact met de gastouder? Doet de gastouder haar werk met aandacht, hoe reageert ze naar de kinderen en biedt zij hen iets aan dat hun ontwikkeling stimuleert ? Het gaat om de wisselwerking tussen kind en gastouder. Naast observeren zal de inspecteur in een gesprek met de gastouder de pedagogische doelen bespreken en haar vragen de pedagogische praktijk te benoemen aan de hand van voorbeelden uit haar werk.
6
Op het moment dat er geen kinderen zijn, bijvoorbeeld bij de inspectie voor opname in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP), is het gesprek extra belangrijk. Een inspecteur zal de gastouder vragen wat zij belangrijk vindt in de omgang met de kinderen, op welke wijze zij een relatie met het kind en de ouders wil gaan opbouwen? Hoe een dagindeling eruit gaat zien en welke activiteiten zij denkt aan te gaan bieden en waarom?
Zo is een gastouder voorbereid ! Een gastouder die haar zaakjes op orde heeft en professioneel werkt, hoeft zich geen zorgen te maken over een (onverwachts) bezoek van een GGD-inspecteur. Met deze tips is een gastouder goed voorbereid. • Zorg dat de documenten compleet zijn, berg ze op in de klapper zodat ze meteen terug te vinden zijn. • Oefen om dingen bewuster te doen door telkens de vraag te stellen: “Waarom doe ik het zoals ik het doe?” • Denk na over de vier pedagogische doelen, (bieden van emotionele veiligheid, bevorderen van persoonlijke competentie, bevorderen van sociale competentie en overdracht van waarden en normen) en bedenk bij elk doel concrete praktische voorbeelden. Dit kan men samen doen met een andere gastouder of de consulent. • Bedenk bij leeftijdsverschillen tussen de opvangkinderen hoe elk kind aan zijn trekken kan komen. • Check het modelrapport gastouder (januari 2014) waarmee elke inspecteur werkt, dan weet je precies waarop wordt gelet. Het modelrapport is ook terug te vinden op het extranet van Gastouderopvang Humanitas onder “informatie-algemeen”.
Pedagogisch kader gastouderopvang In 2013 verscheen het Pedagogisch kader gastouderopvang. Het is het vierde boek in de reeks Pedagogisch kaders voor de kinderopvang. Voor de dagopvang en de buitenschoolse opvang verscheen eerder al een Pedagogisch kader. Het boek levert een belangrijke bijdrage aan de groeiende kwaliteit van gastouderopvang. Het beschrijft het vak van een gastouder vanuit pedagogisch oogpunt en zet allerlei onmisbare informatie voor gastouders op een rij. De auteurs van het boek hebben vooraf uitvoerige gesprekken gevoerd met gastouders, onder andere met gastouders van Gastouderopvang Humanitas. Dit leidde tot de hoofdstukindeling zoals die er nu ligt, met daarin veel aandacht voor wat er leeft in de gastouderopvang. Hoe bouw je goede contacten op met ouders, waarin zowel de persoonlijke als de zakelijke relatie plezierig en werkbaar blijft? Hoe richt je de ruimte in, zodat zowel de gastkinderen als je eigen gezin zich thuis voelen? Op deze en andere vragen geeft het Pedagogisch kader antwoord. De ervaringen van veel verschillende gastouders en de oplossingen die in de praktijk goed blijken te werken, werden meegenomen in het Pedagogisch kader gastouderopvang. Zo is het boek niet alleen vóór de gastouderopvang, maar vooral ook ván de gastouderopvang. Van naslagwerk tot scholing Gastouders kunnen het boek gebruiken als naslagwerk of als vraagbaak voor de dagelijkse opvangpraktijk. Voor zowel gastouders als gastouderbureaus vormt het boek een handige basis voor het maken van een pedagogisch beleidsplan. Gastouders kunnen het boek en zo hun professionele kennis en werkwijze ook delen met ouders.
7
In het land…Uit het land
Regio West-Gelderl
and en Oost- Gelde
rland
KKKRRRR... OKODIL In het kader van de Nationale Voorleesdagen werd er op dinsdagmorgen 28 januari voorgelezen voor de kinderen en (gast)ouders van Gastouderbureau Midden-Gelderland en Gastouderopvang Humanitas. Alle kinderen, gastouders en vraagouders waren uitgenodigd om te komen luisteren naar het voorlezen uit het prentenboek van het jaar 2014; KRRRR..OKODIL. Er stond een heerlijk ontbijtbuffet klaar, een mooie voorleesstoel en een activiteitentafel waar men een echte krokodillenkop kon knutselen. De kinderen hebben genoten van alle activiteiten en hebben heerlijk samen gespeeld. De gastouders hebben met elkaar ervaringen uitgewisseld. In een ongedwongen, gezellige sfeer was het voor iedereen genieten. We kijken terug op een zeer geslaagde ochtend!
Regio Zuid- Holland
Creatieve gastouders en kinderen
8
In regio Zuid-Holland is er voor de gastouders een DecoPatch workshop georganiseerd. DecoPatch is een eenvoudige techniek die prachtige resultaten geeft. Door een willekeurige ondergrond te beplakken met speciale lijm en speciaal papier wordt zelfs de niet-creatieveling onder ons een echte kunstenaar! De deelnemende gastouders waren erg enthousiast en gaven aan er thuis mee aan de slag te gaan. Tijdens de huisbezoeken hoorde de consulente de enthousiaste verhalen over het knutselen en werden met trots de geknutselde resultaten getoond. Kinderen vanaf 3 jaar waren er, al dan niet met een beetje hulp, mee bezig geweest. Dat het een leuke activiteit is voor eigenlijk iedereen, blijkt wel uit de foto hiernaast, die een gastouder uit Moordrecht naar de consulent stuurde. Tijdens een verjaardagsfeestje heeft zij met de kinderen dieren van papier-maché ge-DecoPatcht. En kijk, zelfs jongens van tien en elf jaar vonden het geweldig om te doen.
In het land…Uit het land
Regio Peel en Maas
Een “kijkje in de keuken” van een kinderdagverblijf Gastouders uit de regio Peel en Maas (Eindhoven, Weert en Venlo) zijn op een avond op bezoek geweest bij Kinderdagverblijf Waterwereld in Weert. Het doel van de avond was om gastouders een “kijkje in de keuken” van een kinderdagverblijf te geven. De gastouders kregen een rondleiding in een babygroep, peutergroep en een ruimte voor buitenschoolse opvang. Een pedagogisch medewerkster gaf uitleg over de werkwijze en de inrichting van de ruimtes. In de babygroep draait het vooral om de methode Pikler. In de peutergroep werd uitleg gegeven over activiteiten gericht werken. Daarna spraken de gastouders over hun werkzaamheden, en werden de raakvlakken en verschillen benoemd. Aan het einde van de avond konden de gastouders zich inschrijven voor het boek “Pedagogisch kader voor gastouderopvang” en/of WISKIDS klapper met logeertasje. Het boek en de klapper rouleren onder de ingeschreven gastouders. Een leerzame avond!
Regio Zuid- Holland
Open huis bij gastouders Gastouders in Gouda e.o. hebben afgelopen jaar voor de eerste keer hun deuren open gezet. Dit deden zij voor ouders die op zoek zijn naar erkende kinderopvang en niet bekend zijn met gastouderopvang. Die ouders werden in de gelegenheid gesteld om tijdens deze week vrijblijvend een kijkje te nemen hoe het gaat bij een gastouder. Er was gekozen voor een hele week omdat niet alle gastouders op iedere dag van de week werkzaam zijn. Belangstellenden kregen via de consulent de gegevens van de deelnemende gastouders en namen vervolgens zelf contact op om te bespreken wanneer een bezoekje het beste uit kwam. Aan de hand van persberichten en posters werd het open huis onder de aandacht gebracht. De gastouders die deelnamen hadden ook posters voor het raam hangen. Ondanks de geringe opkomst hebben de deelnemende gastouders het concept als zeer positief ervaren en daarom wordt het in maart 2014 herhaald!
9
Een peuter op een iPad is geen bezienswaardigheid meer en ook op de iPhone weten ze hun favoriete app snel te vinden. Maar hoe lang en hoe vaak mogen kinderen op internet? En wat mogen ze daar doen? Iene Miene Media zocht uit hoe mediawijs ouders en kinderen zijn.
Iene Miene Media
Kwart 1-jarigen gebruikt iPad (bron; samenWijs nr. 2) Mijn dochter van twee weet de code van mijn iPad en kan haar eigen apps vinden’, ‘Mijn zoon van zes kan niet uit zichzelf stoppen. Hij hoort niets meer als hij bezig is en gaat enorm met zijn ogen knipperen’. Kinderen komen steeds jonger in aanraking met digitale media. De ouderwetse voorleesboekjes zijn nog wel steeds het populairst, maar ook de allerjongsten spelen al met iPads en smartphones of kijken filmpjes op de laptop. Dit blijkt uit het onderzoek dat stichting Mijn Kind Online deed voor Mediawijzer.net naar het mediagebruik van kinderen van nul tot zeven jaar. Ouders zien de voordelen van digitale media. Ze zien dat kinderen nieuwsgierig en geïnteresseerd zijn en er van alles van opsteken. Bovendien houden digitale media de kinderen ook even bezig op momenten dat er anders niet veel te doen is, bijvoorbeeld in de auto of in de wachtkamer van de dokter.
10
De gevolgen van het gebruik van digitale media worden door ouders verschillend ingeschat, maar zijn ook per kind verschillend. Voor sommige kinderen leidt het gebruik tot meer rust en concentratie. Andere kinderen geeft het juist spanning en ze kunnen slechter in slaap komen. De stichting Mijn Kind Online heeft ook aanbevelingen voor zowel producenten als de overheid. Zo pleit zij voor een verkiezing voor de beste kinderapp. Dat zou de discussie over kwaliteit stimuleren. Want aan welke criteria voldoet een goede kinderapp? Daarnaast neemt het aantal apps snel toe, maar de informatie over passende apps is dun gezaaid. Ouders willen graag goede informatie over kwalitatief goede apps. Mijn Kind Online vindt dat de overheid mediaopvoeding moet faciliteren. Daarnaast zouden ouders, kinderopvang en scholen
met elkaar in gesprek moeten gaan over hun visie op mediaopvoeding. Wat is het pedagogisch beleid achter mediaopvoeding? Binnen Kinderopvang Humanitas zijn er ideeën over en regels voor het gebruik van internet. Beeldschermen moeten in het zicht van de opvoeder staan. Met oudere kinderen maak je afspraken. Het doel hiervan is kinderen bewust te maken van de gevaren van internet en hoe hiermee om te gaan. Door het onderwerp internet bespreekbaar te maken, leg je de basis voor een vanzelfsprekende mediaopvoeding van kinderen. Media hebben veel leuks te bieden, maar stel wel grenzen aan het gebruik. Meer lezen over dit onderwerp? Kijk op www.mijnkindonline.nl Hier vindt u ook het complete onderzoek Iene Miene Media 2013.
Enkele in het oog springende bevindingen van Iene Miene Media 1. 2. 3. 4.
Van de 0- tot 1-jarigen heeft een kwart al eens een iPad of andere tablet gebruikt. Een derde van alle kinderen speelt er regelmatig of vaak mee. Als er een iPad in het gezin is, gebruiken kinderen die regelmatig. Van de 0- tot 3-jarigen 54 procent, van de 4- tot 7-jarigen 78 procent. Spelcomputers worden vooral gebruikt door kinderen tussen de vier en zeven. 72 procent gebruikt hem als hij thuis aanwezig is. Gemiddeld dertien tot veertien minuten per dag. De meeste tijd besteden 0- tot 7-jarige kinderen aan: - tv kijken (40 tot 50 minuten) - boekjes lezen (27 tot 23 minuten) - dvd’s kijken (19 tot 16 minuten) - iPad-spelletjes (15 tot 19 minuten).
Zindelijkheidstraining
Ik plas al op de wc! (bron; samenWijs nr.1/Wilmie Peeters, pedagoog) Ieder kind wordt zindelijk in zijn eigen tempo. Een kind geeft zelf aan of het er aan toe is. Rond het tweede jaar zijn kinderen in staat om op tijd te constateren dat ze moeten plassen of poepen. Ze kunnen rond die leeftijd ook hun ontlasting ophouden. Gemiddeld wordt een kind tussen zijn derde en vierde jaar overdag zindelijk. ’s Nachts blijven kinderen over het algemeen pas droog tussen het vijfde en zevende jaar. Maar ook na het zesde jaar is bedplassen niet ongebruikelijk. Tien procent van de kinderen boven de zes plast nog regelmatig in zijn bed. Gastouders beginnen nooit op eigen initiatief aan een zindelijkheidstraining. Dat gaat altijd in overleg met de ouders. Denken de ouders dat een kind er al aan toe is? Zijn ze zelf al begonnen? Wat vinden zij een goed moment om te beginnen? Begin er liever niet mee als het kind ziek is of als er een grote verandering op komst is, zoals een verhuizing of gezinsuitbreiding. Waaraan kun je zien of een kind al toe is aan zindelijkheidstraining? • Het kind heeft steeds vaker een droge luier. • Het kind merkt duidelijk dat hij plast of poept. • Het kind toont interesse voor wat er uit zijn lichaam komt. • Het kind begint zelf aan de luier te trekken om hem af te doen. Terugval Een kind is al weken droog, overdag en ’s nachts, en opeens krijgt hij een terugval. Wanneer ongelukjes structureel worden, lijkt het alsof een kind weer helemaal onzindelijk is geworden. Dit komt bij veel kinderen voor. Een terugval kan verschillende oorzaken hebben: ziekte, een uitgesproken temperament, te veel dwang om zindelijk te worden, nog niet handig genoeg
om de kleren snel uit te trekken, vervelende ervaringen (wc onvindbaar, per ongeluk opgesloten, angst bij vreemden) of stressvolle gebeurtenissen, zoals echtscheiding, nieuw broertje of zusje, voor het eerst naar school. Wat kun je doen? Het is in ieder geval belangrijk om rustig te blijven en geen extra druk op het kind te leggen. Het beste is om zo’n tijdelijke terugval gewoon te accepteren. Meestal gaat het vanzelf weer over. Structuur en regelmaat helpen om terugval te voorkomen en te verhelpen. Ook simpele beloningen zijn effectief. Veel gastouders hebben ervaring met zindelijkheidstraining. Zij staan u graag met tips en goede raad bij.
Tips voor het potje • • • • • • • •
Trek het kind makkelijke kleren aan, dan kan hij zelf zijn kleren uittrekken en op het potje gaan zitten. Maak het kind vertrouwd met het potje of de wc. Ga er bijvoorbeeld samen kijken en praat erover. Zet het kind in het begin regelmatig op het potje. Laat hem niet te lang zitten. Zo’n 5 minuten per keer is genoeg. Voor of na het eten zijn goede momenten om te beginnen. Daarna voer je de frequentie op. Maak van iedere geslaagde plas of poep een succes (beloon bijvoorbeeld met een sticker). Dat kan motiverend werken. Prijs het kind als hij zelf aangeeft op het potje te willen. Maak de wc gezellig, bijvoorbeeld door leuke dingen op te hangen. Maak de wc comfortabel, bijvoorbeeld met een wcbrilverkleiner en een voetenbankje.
11
Lammetje Wat heb je nodig: > Rolletje wc-papier; > Stukje karton/stevig papier; > Watten of crêpepapier/kraaltjes/kleurpotloden; > Wit en bruin A4-papier (of een andere kleur naar keuze); > Zwarte stift; > Schaar; > Lijm. Voorbeeld op gewenste grootte natekenen. Werkwijze: • Teken op gewenste grootte het lammetje na vanaf het voorbeeld (lijf/poten/hoofd). (Houd rekening met de grote van het wc-rolletje). • Knip de afbeeldingen die je hebt getekend uit. • Plak de poten en het lijfje op een stukje karton of stevig papier (dit maakt het lammetje steviger zodat het beter blijft staan). • Plak de pootjes vervolgens achter het lijfje zodat deze nog een stukje uit steken. • Knip kleine rondjes uit wit papier voor de ogen en plak deze op het gezicht van het lammetje. • Teken met een zwarte stift bolletjes in de ogen en maak een neusje en mond (zie afbeelding). • Je kunt het lijfje kleuren of beplakken met watten, kraaltjes of propjes papier. • Plak daarna het hoofdje op een van de twee lijfjes die je hebt gemaakt. • Doe lijm op het wc-rolletje en wikkel er vervolgens wit papier omheen. • Plak daarna de twee lijfjes aan beide zijden van het wc-rolletje. Let wel op dat de pootjes op gelijke hoogte zijn.