Vertrouwen in financiële zelfredzaamheid naar vermogen Beleidsvisie schulddienstverlening (1) 2013-2015 Gemeente Enschede
Versie: 17 april 2012 Programma Economie & Werk (1) in deze beleidsvisie wordt bewust gekozen voor het begrip: schulddienstverlening in plaats van schuldhulpverlening. Dit vanwege het feit dat het woord hulp impliceert dat we burgers afhankelijk maken van de Stadsbank / overheid. (2) Verhalen van burgers: bron Nibud Nieuwsbrief consumenten maart 2012.
1
Inhoud
Pagina
1.1. Samenvatting 1.2 Inleiding
2 4
2.1. Waarom een beleidsvisie schulddienstverlening ? 2.2. De kaders van pijler 5 uit de notitie: Vertrouwen op solidariteit beleidsnotitie armoede 2012-2014 2.3. Het recidive beleid 2.4. De financiële kaders
5 7 7 8
3.1 Uitgangspunten voor een nieuw stelsel: financiële zelfredzaamheid naar vermogen 3.2. De financiële zelfredzaamheidsladder naar vermogen, doelen en ambities 3.3. Uitgangspunten en ambitie 3.4. Monitoren doelen 3.5. Signaleringsfunctie, preventie en nazorg
9 10 12 12 13
4.1. Tijdpad (indicatief) 4.2. Communicatie
16 16
Bijlagen: • De kaders van pijler 5 van de notitie: Vertrouwen op solidariteit beleidsnotitie armoede 2012-2014 (bijlage 1) • Jaarrekening Stadsbank Oost Nederland 2011 (bijlage 2) • Meerjarenbegroting Stadsbank Oost Nederland 2013-2016 (bijlage 3)
2
…
1.1. Samenvatting De schulddienstverlening ziet zich de komende jaren voor een grote uitdaging gesteld: het aantal mensen dat een beroep doet op de schulddienstverlening zal de komende jaren naar verwachting verder stijgen, terwijl gemeenten zich tegelijkertijd geconfronteerd zien met forse bezuinigingen. Met andere woorden: er moet meer gedaan gaan worden met minder middelen. In Enschede is op de begroting 2012 van de Stadsbank Oost Nederland voor circa 0,5 miljoen omgebogen. Klantprofielen en het werken met een zogenaamde “financiële zelfredzaamheidsladder naar vermogen” zouden ertoe moeten leiden dat de schulddienstverlening door onze gemeente (Stadsbank Oost Nederland) efficiënter en effectiever kan worden vormgegeven. In deze beleidsvisie willen wij uw Raad hier voorstellen voor doen. Het is ons doel uw Raad bij dit belangrijke maar complexe onderwerp van de vormgeving van de schulddienstverlening zo optimaal te informeren over de stappen die worden genomen. Zie paragraaf 4 van deze beleidsvisie. Uw Raad wordt daarmee in staat gesteld initiatief te nemen en kaders te stellen op dit beleidsterrein. Kernboodschap: Deze beleidsvisie gaat uit van de eigen kracht van de burger naar vermogen en de overtuiging dat de schulddienstverlening in Nederland anders moet worden georganiseerd. Door te werken met klantprofielen en de zogenaamde financiële zelfredzaamheidsladder naar vermogen kan de schulddienstverlening efficiënter en effectiever worden vormgegeven. Dit is noodzakelijk omdat er meer gedaan moet worden met minder geld.
Het verhaal van Dennis (24) "Toen ik na mijn studie mijn eerste baan kreeg, wilde ik op mezelf wonen. Ik dacht dan ook niet lang na toen dit appartement vrijkwam: lekker doen waar ik zelf zin in heb. Ik heb het meteen goed aangepakt: alles nieuw ingericht. Spaargeld had ik bijna niet, dus heb ik een doorlopend krediet afgesloten..." “In 14 maanden mijn achterstand weggewerkt en nu houd ik zelfs geld over!” Toen ik na mijn studie mijn eerste baan kreeg, wilde ik ook graag op mezelf gaan wonen. Omdat een vriend van mij ging samenwonen, kwam zijn appartement vrij, daar hoefde ik dus niet lang over na te denken! Ik heb het meteen goed aangepakt en heb alles nieuw ingericht. Spaargeld had ik bijna niet, dus heb ik daarvoor een doorlopend krediet afgesloten. Lekker makkelijk: als ik iets had afgelost, kon ik gewoon weer geld opnemen. Ik genoot van mijn vrijheid: na het werk gingen we regelmatig uit eten en in het weekend lekker stappen met vrienden. Totdat… mijn mobiele telefoon werd afgesloten. Ik bleek een betalingsachterstand te hebben. Ik dacht eerst dat er een fout was gemaakt, want het abonnement wordt automatisch van mijn rekening afgeschreven. Bleek de bank mijn rekeningen niet meer te betalen, omdat ik te diep in het rood stond! Ik kan niet zonder telefoon, dus toen ik mijn salaris kreeg, heb ik die rekening meteen betaald. Met een boete... Daarna begon de ellende. De huur is een maand niet overgemaakt, ik kon niets meer opnemen van mijn doorlopend krediet, ik leende wat van een vriend en toen werd mijn telefoon opnieuw afgesloten... (2)
3
1.2 Inleiding Het grootste deel van de Enschedeërs kan zich redden zonder extra financiële dienstverlening van de – lokale - overheid. Ze hebben niet of nauwelijks schulden en hebben de financiële huishouding op orde. Een deel van hen is echter niet in staat zich zelfstandig in onze samenleving – in financiële zin - staande te houden. De schulden zijn zo problematisch geworden dat een ontruiming van de woning dreigt te ontstaan. Zij hebben voor het op orde brengen van hun huishoudboekje – in balans brengen van inkomsten en uitgaven - lichte tot zware ondersteuning nodig van hun sociale netwerk, familie, vrienden, buren, kerkelijke- of particuliere organisaties, als ze ook dat ontberen, van de Stadsbank Oost Nederland. De opzet van deze beleidsvisie is als volgt: Na de inleiding wordt in hoofdstuk 2 ingegaan op een drietal ontwikkelingen waardoor het nodig is om anders te kijken naar de wijze waarop de schulddienstverlening in Nederland is georganiseerd. Tevens worden de financiële kaders geschetst. Vervolgens wordt tevens in hoofdstuk 2 ingegaan op het beleid van de schulddienstverlening dat door uw Raad, pijler 5 uit de notitie: “Vertrouwen op solidariteit, beleidsnotitie armoede 2012-2014” reeds voor 2012 is vastgesteld. In paragraaf 3 worden de uitgangspunten van het nieuwe stelsel voor de financiële zelfredzaamheid naar vermogen vastgesteld, de werking van de financiële zelfredzaamheidsladder met de daaraan gekoppelde dienstverlening door de Stadsbank Oost Nederland. Ook in deze paragraaf komt aan de orde de doelen, de ambities en het monitoren hiervan. Tot slot wordt in paragraaf 4 uitgelegd hoe we de nieuwe schulddienstverlening gaan organiseren, en hoe we gaan communiceren met de burgers en de intermediaire organisaties hierover in onze stad. In deze beleidsvisie is ter illustratie een drietal verhalen van burgers opgenomen. In deze persoonlijke verhalen geven deze drie klanten aan hoe ze in de schulden terecht zijn gekomen en wat ze er aan gedaan hebben om uit de schulden te komen.
2.1. Waarom een beleidsvisie schulddienstverlening ? Een drietal ontwikkelingen vormt de aanleiding voor het opstellen van deze beleidsvisie: “Financiële zelfredzaamheid naar vermogen 2013-2015 ”. Een eerste ontwikkeling is om de maatschappelijke participatie en de “Eigen kracht” van mensen te vergroten. Wat kunnen mensen binnen hun eigen vermogen zelf oplossen en waar hebben ze ondersteuning van de gemeente / Stadsbank Oost Nederland voor nodig. De vraag is wat mensen wel kunnen om zelf hun schulden op te lossen. Deze vraag is leidend voor de vraag wat ze niet kunnen en hoe het maatwerk van de schulddienstverlening wordt ingezet. Bij de schulddienstverlening zal meer dan voorheen goed moeten worden gekeken welke mogelijkheden mensen zelf hebben of wat in hun sociale netwerk aanwezig is om hen te laten participeren in de samenleving. Vanuit het Coalitieakkoord en de visies en nota’s zijn drie doelstellingen van maatschappelijke activering en ondersteuning te herkennen, te weten: • werk staat voorop: iedereen doet mee naar vermogen; • talentontwikkeling: versterking van zelfredzaamheid en eigen kracht, en • ondersteuning: als 1 en 2 ontoereikend zijn dan (langdurige) ondersteuning gericht op maximale zelfstandigheid. Een tweede ontwikkeling is dat, mede als gevolg van de economische crisis, steeds meer mensen te maken hebben met problematische schulden. Eerder waren het vooral mensen met een uitkering of een laag inkomen die een beroep deden op de schulddienstverlening. De laatste twee jaar gaat het ook steeds meer om mensen uit de hogere inkomensgroepen. Dit is
4
voornamelijk het geval door baanverlies in combinatie met onder andere (hoge) hypotheken en/of verbreking van relaties. Binnen deze relatief nieuwe groep burgers zitten burgers met andere competenties. Deze competenties vragen om een ander soort schulddienstverlening. Kortom: schulddienstverlening naar vermogen voor een andere klantgroep van de Stadsbank Oost Nederland. Een derde ontwikkeling is dat de Tweede Kamer het wetsvoorstel gemeentelijke schuldhulpverlening heeft aangenomen. Deze wet geeft de gemeenten de wettelijke verantwoordelijkheid voor schulddienstverlening. De gemeenten krijgen de regierol om deze integrale schulddienstverlening tot stand te brengen. Integraal betekent dat de situatie van de burger met schulden niet enkel bekeken wordt vanuit de schuldensituatie, maar dat bekeken wordt wat de oorzaak is van het probleem en op welke wijze dit probleem met een al dan niet lichte of zware vorm van ondersteuning dit zelf kunnen oplossen. Dit om de situatie waar mogelijk in combinatie met andere hulp effectiever en duurzamer op te lossen. Op deze wijze kan de effectiviteit van de gemeentelijke schulddienstverlening worden verhoogd. De nieuwe wet treedt op 1 juli 2012 in werking en verplicht de gemeenten een beleidsplan door uw Raad vast te laten te stellen. Daarin moet worden ingegaan op: • • • • • •
• •
de beoogde resultaten, het borgen van de kwaliteit en de schuldhulp aan gezinnen met minderjarige kinderen; ingezetenschap is vereist voor een eventueel recht op schulddienstverlening; gemeenten mogen schulddienstverlening weigeren aan personen die fraude hebben gepleegd of al eerder gebruik hebben gemaakt van schulddienstverlening; het eerste gesprek waarin de hulpvraag wordt vastgesteld, moet binnen vier weken plaatsvinden. De gemeente moet de klant goed informeren over de verwachte doorlooptijden. Voor bedreigende schulden geldt een maximum van drie werkdagen; gemeenten kunnen de rechtbank verzoeken een moratorium in te stellen. Voor een periode van maximaal zes maanden mogen schuldeisers dan geen incassomaatregelen nemen; zodra de wet in werking treedt valt de schulddienstverlening binnen het kader van de Algemene wet bestuursrecht. Gemeenten moeten dan aangeven hoe het schulddienstverleningsaanbod eruit ziet en aan welke voorwaarden burgers moeten voldoen om ervoor in aanmerking te komen. Ook is bezwaar en beroep mogelijk op genomen besluiten (bijvoorbeeld over toekenning of uitsluiting) en de Wet Dwangsom is van toepassing; gemeenten moeten plannen maken die gericht zijn op preventie en nazorg; de plannen voor een integrale aanpak van de schulddienstverlening worden per gemeente voor een periode van maximaal vier jaar opgesteld.
5
Aisha "Rust voor mijn dochter is voor mij het belangrijkst". Aisha (31) is gescheiden en heeft een dochter van 6 jaar. Ze werkt parttime, zodat ze ook nog tijd voor haar dochter heeft. Daardoor heeft ze natuurlijk ook minder inkomsten. Geen spaargeld meer... "Mijn ex was altijd in voor nieuwe dingen. Hij verraste mij ook regelmatig met cadeautjes of een onverwacht avondje uit. We waren samen echte levensgenieters. Toen onze dochter was geboren, wilde hij met een vriend een eigen zaak beginnen. Ze leenden geld bij de bank, maar omdat ze onderling geen duidelijke afspraken hadden gemaakt, kregen ze al snel knallende ruzie. Mijn ex ging alleen door... Omdat die vriend het financiële deel altijd deed, moest hij dat nu ook zelf doen. Na een paar tegenslagen kreeg ik steeds sterker het gevoel dat hij het overzicht helemaal kwijt was. Hij kwam zijn beloftes niet na en ging steeds vaker naar de kroeg. Als hij dan thuis was, wilde hij niet praten en werd hij boos als ik ernaar vroeg… Op een geven moment heb ik voor mezelf en mijn dochter gekozen en ben ik naar mijn ouders gegaan. Ik kwam er toen pas achter dat mijn spaargeld ook in rook was opgegaan en ik kreeg allemaal rekeningen voor de auto die op mijn naam stond… Omdat ik zelf ook niet meer goed wist hoe ik er nu financieel voor stond, heb ik samen met mijn vader alles op een rijtje gezet. Dat betekende ook eerlijk zijn en dat was best confronterend. Toen ik zag wat ik altijd uitgaf aan de kapper en aan speelgoed en kleding voor mijn dochter, schrok ik er zelf van… (2)
6
2.2. De kaders van peiler 5 uit de notitie: Vertrouwen op solidariteit beleidsnotitie armoede 2012-2014 Vooruitlopend op het inwerking treden van de nieuwe wet gemeentelijke schuldhulpverlening en deze beleidsvisie heeft uw Raad bij het vaststellen van de beleidsnotitie armoede: “ Vertrouwen op solidariteit 2012-2014 ” het volgende kader voor de schulddienstverlening vastgesteld. Samenvattend houdt dit in: De schulddienstverlening blijft breed toegankelijk voor alle burgers in Enschede. Hierbij wordt een beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van de burger. Vanuit de individuele maatwerkgedachte worden geen groepen/categorieën burgers met voorrang geholpen. Bij de schulddienstverlening wordt een onderscheid gemaakt tussen de “niet willer” en de “niet kunner”. De mate van financiële zelfredzaamheid van de klant is de maatstaf voor de inzet van de dienstverlening. In principe is het de eigen verantwoordelijkheid van de klant om geen gebruik te maken van de dienstverlening van de Stadsbank. Echter dit kan niet zonder gevolgen blijven. Voor de burger die een beroep doet op de dienstverlening van de Stadsbank en “niet wil” meewerken, zal binnen bepaalde waarborgen de dienstverlening (tijdelijk) worden beëindigd. Het primaire doel van schulddienstverlening is het borgen van de betaling van de vaste lasten (energie, water, huur, ziektekostenverzekering) van de klant opdat gegarandeerd wordt dat de lasten van de elementaire levensbehoeften tijdig worden voldaan. Dat doet de Stadsbank door met voorrang de primaire lasten te betalen ten laste van het maandelijkse inkomen. Voor de volledige tekst van peiler 5 van de notitie: “Vertrouwen op solidariteit 2012-2014 “ verwijzen wij u naar bijlage 1. Deze uitgangspunten zijn inmiddels in door de Stadsbank in 2012 ingevoerd.
2.3. Het recidive beleid Met ingang van 1 januari 2012 heeft de Stadsbank Oost Nederland, als uitwerking van de door uw Raad vastgestelde beleidsnotitie armoede: “Vertrouwen op solidariteit 2012-2014”, in opdracht van de gemeente een nieuw recidivebeleid ingevoerd. Dit beleid biedt de burgers van Enschede in principe één kans per jaar voor schuldbemiddeling. Een Enschedese burger met problematische schulden kan één keer per jaar een verzoek doen tot het regelen van zijn schulden. Indien de klant zelf tot beëindiging van de dienstverlening overgaat, dan mag hij binnen 1 jaar geen nieuw verzoek tot het regelen van schulden of het openen van een beheerrekening doen op kosten van de gemeente Enschede. Het resultaat van deze maatregel is dat de schulddienstverlening alleen toegankelijk wordt voor mensen die écht willen. Indien de beëindiging door eigen toedoen zich voor de tweede keer voordoet binnen 36 maanden, dan kan de klant voor een periode van 5 jaar worden uitgesloten van schulddienstverlening bij de Stadsbank Oost Nederland op kosten van de gemeente Enschede. Hiermee appelleert de gemeente Enschede op de eigen verantwoordelijkheid van de klant, zoals die wordt vastgelegd in de nieuwe Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening.
2.4. De financiële kaders Om de begroting van de Stadsbank Oost Nederland voor 2012 sluitend te maken, is in 2011 een aantal ombuigingsmaatregelen door de bank en de gemeente genomen. De noodzaak voor deze ombuigingen was gelegen in het feit dat de tijdelijke middelen van het Rijk voor de schuldhulpverlening ophielden en een korting op het gemeentefonds plaatsvond. De verwachting is dat in 2013 deze ombuigingen door de Stadsbank Oost Nederland volledig zijn gerealiseerd. Om de extra toeloop op de schulddienstverlening vanaf 2012 te kunnen opvangen en de transitie van “schuldhulpverlener” naar “schulddienstverlener” in gang te zetten bij de Stadsbank Oost Nederland is met het vaststellen van de beleidsnotitie armoede:
7
“Vertrouwen op solidariteit 2012-2014” door uw Raad een bedrag van € 400.000 aan extra middelen gereserveerd. De afspraak met uw Raad is gemaakt dat deze middelen binnen het programma Economie en Werk beschikbaar blijven voor armoedebestrijding. Voorgesteld wordt een deel van deze extra middelen als volgt in te zetten: • € 20.000 voor de transitie bij de Stadsbank Oost Nederland van schuldulpverlener naar schulddienstverlener, en • ongeveer € 100.000 voor de Geldwinkels en de cursus: “Omgaan met minder geld” voor huishouders die te maken krijgen met de toets op het huishoudinkomen (voor de uitwerking van dit initiatief zie paragraaf 3.5) • maximaal € 80.000 voor nazorg (zie paragraaf 3.5) Tabel 1: prognose netto bijdrage gemeente Enschede aan de Stadsbank Oost Nederland 20122015 en andere initiatieven. Het jaar 2012 is opgenomen in deze tabel als referentie jaar. Kosten en dekking Kosten Prognose bruto uitgaven SON
2012
2013 (3)
2014
2015
2.464.027
2.024.813
2.089.667
2.154.576
-499.255
n.v.t. (3)
(Cf begroting aandeel Enschede)
Ombuigingen (inclusief recidive beleid 2012) Nieuwe voorstellen: Transitiekosten bij de SON incl. monitor en rapportage fin. zelfredzaamheidsladder
n.v.t.
n.v.t.
15.000
20.000
20.000
20.000 (5)
(vanaf 2013 zal een deel van de kosten worden gebruikt voor bezwaar en beroep)
Geldwinkels en de cursus: Omgaan met minder geld Nazorg Reservering extra toeloop (1) Prognose netto uitgaven SON
50.000
100.000
100.000
100.000 (5)
80.000 200.000 2.309.772
80.000 0 2.224.813
80.000 0 2.289.667
80.000 0 2.354.576
Dekking uit: Budget (2) Participatiebudget Totale dekking
1.392.925 895.000 2.287.925
1.392.925 895.000 (4) 2.287.925
1.392.925 895.000 2.287.925
1.392.925 895.000 2.287.925
-21.847
63.112 (4)
-1.742
-66.651 (5)
Saldo
(1)
verwachting is een extra toeloop naar de Stadsbank (extra dienstverlening als gevolg van invoering toets op het huishoudinkomen en autonome economische ontwikkelingen ) (2) inclusief € 398.000 extra middelen als gevolg van de beleidsvisie armoede: “Vertrouwen op solidariteit”, maar met een korting van € 311.000 (€ 111.000 en € 200.000) op het gemeentefonds voor schulddienstverlening. (3) vanaf 2013 zijn de ombuigingsvoorstellen structureel verwerkt in de begroting van de Stadsbank Oost Nederland. (4) het geprognosticeerde overschot van 63.000 euro wordt in mindering gebracht op het participatiebudget 2013. (5) het geprognosticeerde tekort van 66.000 in 2015 wordt in mindering bebracht op de posten: tansitiekosten SON en Geldwinkels en cursus omgaan met minder geld.
8
3.1 Uitgangspunten voor een nieuw stelsel: financiële zelfredzaamheid naar vermogen Financiële zelfredzaamheid naar vermogen en “eigen kracht en participatie” verlegt het accent van de schulddienstverlening van het ‘schuldenvrij maken van de schuldenaar’ naar de schuldenaar zelf. De kern is hoe we burgers met financiële problemen sterker kunnen maken, waardoor ze ook op andere beleidsterreinen succesvoller zijn: participatie, afmaken van de opleiding, het verkrijgen van of behouden van werk. Belangrijk is dat de burger zich richt op dat wat haalbaar is. De lat ligt niet standaard op ‘schuldenvrij’. Het voorkomen van een huisuitzetting of stabilisatie van de financiële problemen (betaling van de belangrijkste vaste lasten) kan – voor dat moment – het maximaal haalbare zijn. Het werken aan realistische doelen is van belang om frustraties bij burgers die schulden hebben en bij schuldeisers te voorkomen. Het werken aan realistische doelen levert een kostenbesparing op. Van belang is dat burger vooraf weet hoe de schulddienstverlening wordt ingezet en met welk doel: schuldenvrij of het voorkomen van een huisuitzetting. Vaak zijn schulden een gevolg van onderliggende problemen. Het oplossen van onderliggende problemen is niet de (kern-) taak van de schulddienstverlening, maar de competentie van andere instanties in onze stad. Kern van de schulddienstverlening bestaat uit de volgende stappen, die de cliënt gaat zetten om het volgende te bereiken: • • •
een zekere mate van financiële stabiliteit om de eerste bedreigingen (o.a. huisuitzetting, afsluiten van gas, water, elektriciteit en leefgeld te hebben ) weg te nemen; vervolgens de probleem aan te pakken (inzetten op vermindering uitgaven en vergroten inkomsten); financieel “rust” te scheppen teneinde weer maatschappelijk te kunnen participeren.
Financiële zelfredzaamheid naar vermogen gaat uit van een dienstverleningsmodel dat het begrip zelfredzaamheid centraal stelt voor de inzet van de schulddienstverlening. Bij de indicatiestelling wordt - vooraf - het vermogen vastgesteld om stappen te zetten richting volledige duurzame financiële zelfredzaamheid. Dit met als doel een effectieve en efficiënte inzet van de schulddienstverlening.
3.2. De financiële zelfredzaamheidsladder naar vermogen, doelen en ambities Met de financiële zelfredzaamheidsladder kan eenvoudig het niveau van zelfredzaamheid van de klanten van de Stadsbank Oost Nederland in kaart worden gebracht. Van volledig zelfredzaam tot aan (nooit) zelfredzaam. Op deze wijze wordt inzicht gekregen op welke wijze de schulddienstverlening op een efficiënte en effectieve wijze kan worden ingezet. De Stadsbank Oost Nederland hanteert een financiële “zelfredzaamheidsladder” waarbij een verandering van positie op de ladder afhankelijk is van de toegevoegde competenties van de klant. De door de Stadsbank Oost Nederland geleverde dienstverlening is gekoppeld aan de geïndiceerde mate van financiële zelfredzaamheid van de klant. Zelfredzaamheidsbevordering vraagt regie op de klant door de Stadsbank Oost Nederland. Periodieke contactmomenten door een medewerker van de Stadsbank dragen bij aan het bevorderen van zelfredzaamheid en is voorwaardelijk voor het kunnen beoordelen van de (zelfredzaamheids-) ontwikkeling van de klant daarin. De klant kent bij de treden 4 en 5 een eigen vaste contactpersoon bij de Stadsbank Oost Nederland.
9
Schematisch (schema 1) zien de vijf treden van de financiële zelfredzaamheidsladder naar vermogen van de schulddienstverlening van de Stadsbank Oost Nederland er als volgt uit:
1* De financiële zelfredzaamheidsladder naar vermogen is ontwikkeld in overleg met Nadja Jungmann (lector rechten, schulden en incasso van de Hogeschool Utrecht)
10
Tabel 2: treden op de financiële zelfredzaamheidsladder / producten / monitoren resultaten 2013, 2014 en 2015 gemeente Enschede Trede op de financiële zelfredzaamheidsladder en klantprofiel.
Producten Stadsbank Oost Nederland
Prognose duur inzet dienstverlening
2012 indicatieve 0-meting: maart 2012 (1*
2013 monitoren aantal huishoudens
2014 monitoren aantal huishoudens
2015 monitoren aantal huishoudens
1*: aandeel gemeente is 32% )
1 Volledig zelfredzaam
2 Bijna zelfredzaam
3 Met dienstverlening van de Stadsbank zelfredzaam
4 Met hulp van externe instantie en dienstverlening van de Stadsbank zelfredzaam
5 (nooit) zelfredzaam
Eenmalig advies of sociaal krediet zelf problemen oplossen (eventueel verwijzing naar FB, Geldwinkel, Thuisadministratie etc.) Budgetbeheer basis, geen externe begeleiding en dienstverlening in een digitale vorm Budgetbeheer totaal, (maandelijks) persoonlijk contact doornemen inkomsten en uitgaven. Doel: onbalans inkomsten en uitgaven voorkomen Budgetbeheer totaal, (maandelijks) persoonlijk contact doornemen inkomsten en uitgaven. Doel onbalans inkomsten en uitgaven voorkomen er vindt externe begeleiding plaats (o.a. Frontlijnteams) in verband met geestelijke beperking, inwoners die als herhaald recidivist kunnen worden geduid en inwoners met een ( zeer) ernstige psychische stoornis. Dienstverlening bestaat uit beschermingsbewind of BBR totaal. Contacten (vaste / permanente begeleider vanuit de ) verlopen vanuit de Stadsbank met bewindvoerders of gemachtigden.
korter dan 1 maand of incidenteel contact
900 Enschede: 288
nog niet bekend onderdeel van rapportage aan de Raad
nog niet bekend onderdeel van rapportage aan de Raad
nog niet bekend onderdeel van rapportage aan de Raad
6 maanden
1700 Enschede: 544
idem
idem
idem
6 tot 18 maanden
1000 Enschede: 320
idem
idem
idem
24 tot 60 maanden
2700 Enschede: 864
idem
idem
idem
langer dan 60 maanden
600 Enschede: 192
idem
idem
idem
11
Indicatiestelling (klantprofielen) en trede op de zelfredzaamheidsladder inclusief crisisinterventie (binnen 3 werkdagen)
3.3. Uitgangspunten en ambitie
Een belangrijke meerwaarde van het werken met klantprofielen en de financiële zelfredzaamheidsladder is het voeren van regie over de klant waarbij maandelijks een inschattingsmoment is aangaande de ontwikkeling (stijging van een aantal treden op de ladder) van de zelfredzaamheid waarmee het onnodig (te) lang doorlopen van schulddienstverlening voorkomen wordt. De uitgangspunten van de financiële zelfredzaamheidsladder naar vermogen zijn: • • • • • •
de trede op de ladder bepaalt het type schulddienstverlening; de trede op de ladder bepaalt ook of de klant een vaste medewerker van de Stadsbank Oost Nederland krijgt of voldoende heeft aan algemene schulddienstverlening; met de nieuwe klant worden afspraken gemaakt over de standaard contactmomenten waarbij de regie over de contactmomenten bij de medewerker van de Stadsbank Oost Nederland ligt; de mate van zelfredzaamheid bepaalt de persoonlijke en/of digitale contactmomenten; tussen de vaste contactmomenten door is er geen contact, tenzij er sprake is van een crisissituatie die contact noodzakelijk maakt, en de basisdienstverlening wordt voor de klant betaald uit de gemeentelijke bijdrage aan de Stadsbank Oost Nederland.
Ambitie De Stadbank Oost Nederland streeft, door het toevoegen van – financiële- - competenties, naar een zo hoog mogelijke trede van de klant op de financiële zelfredzaanheidsladder met als uiteindelijke doel om de klant (weer) volledig financieel zelfredzaam te maken.
3.4. Monitoren doelen Landelijk Momenteel wordt door het ministerie van SZW gewerkt aan een landelijke monitor voor de Wet gemeentelijke schulddienstverlening. De landelijke definities zijn nog niet eenduidig door het ministerie van SZW vastgesteld Voorgesteld wordt om vooralsnog met de volgende definities en criteria vanaf 2013 te werken: • •
het aantal deelnemers aan preventieve activiteiten zoals een adviesgesprek (trede 1 van de financiële zelfredzaamheidsladder) neemt in 2013, 2014 en 2015 respectievelijk met 5, 10 en 15 procent toe ten opzichte van 2012 (1*); wanneer een minnelijke regeling tot stand is gekomen streeft de Stadsbank Oost Nederland naar een slagingspercentage van minimaal 70 procent. Dit houdt in dat in 70 procent van de gevallen de klant zich gedurende de looptijd van de regeling aan de afspraken houdt en het traject succesvol afrondt (1*) ;
12
•
•
•
door de betere afstemming en samenwerking tussen de betrokken partners neemt het aantal gezamenlijk bekende klanten voor 2013 en 2014 en 2015 met respectievelijk 10, 20 en 30 procent toe. Onder gezamenlijk bekende klanten wordt verstaan dat deze bij meerdere organisaties ‘klant’ of ‘bekend’ (voornamelijk treden 4 en 5 van de financiële zelfredzaamheidsladder) zijn en dat afstemming heeft plaatsgevonden tussen deze organisaties (1*) ; de wachttijden voor de schulddienstverlening is maximaal 4 weken, en bij crisissituaties (huisuitzettingen) wordt binnen maximaal 3 werkdagen dienstverlening door de Stadsbank Oost Nederland aangeboden.
(1*) adviesgesprekken zijn sterk afhankelijk van economische autonome ontwikkelingen en voor wat betreft de afstemming met de ketenpartners voort de gemeente de klantregie
Lokaal Naast het volgen en monitoren van de landelijke doelen en hier boven genoemde doelen is het van belang om ook de lokale ambitie periodiek te meten en hierover aan uw Raad te rapporteren. In het 4e kwartaal 2012 zal een monitor worden ontwikkeld om de stijging(en) van de klanten, die schulddienstverlening van de Stadsbank Oost Nederland krijgen, op de treden op de financiële zelfredzaamheidsladder naar vermogen te kunnen meten. Deze monitor vormt de basis voor de rapportage aan uw Raad.
3.5. Signaleringfunctie, preventie en nazorg Inleiding Een integrale aanpak begint bij, nog meer dan nu het geval is, nauwe afstemming tussen relevante beleidsterreinen zoals armoedebeleid, re-integratie en zorg (Wmo).De keten van werk (waaronder scholing en re-integratie), inkomen (uitkeringsverstrekking en armoede), bouwen en wonen (wijk,buurt, huisvesting) en welzijn en zorg (Wmo), moet zodanig in elkaar grijpen dat dit bijdraagt aan het behalen van de doelstellingen van schulddienstverlening. De uitwerking van het integrale beleid vindt plaats op de werkvloer en met ruimte voor professionals. Daar trekken betrokken organisaties en de professionals nauw met elkaar op om een passend aanbod en maatwerk voor de klant te creëren. De partners in de Frontlijnsturing werken in de meest vergaande manier van integraal werken samen op basis van het concept ‘één klant – één plan’. Signaleringsfunctie Het vroegtijdig signaleren van problematische schulden biedt de beste garantie voor het oplossen hiervan. In Enschede is in de afgelopen jaren sterk ingezet op het versterken van het de formele en informele netwerken van onder andere het Solidariteitspact. In dit samenwerkingsverband van maatschappelijke- particuliere- en kerkelijke organisaties wordt ook intensief samengewerkt op het terrein van de vroeg signalering van schulden. Juist deze informele organisaties komen relatief gemakkelijk achter de voordeur van de burger in onze stad. Ten aanzien van klanten die bij de Frontlijnteams in beeld zijn, bepaalt de medewerker van het Frontlijnteam het nut en de noodzaak van het inzetten van de schulddienstverlening bij de Stadsbank Oost Nederland. Alleen op deze wijze kan het Frontlijnteam de regiefunctie goed uitoefenen. Dit zijn voornamelijk klanten zich bevinden op de treden 4 en 5 van de financiële zelfredzaamheidsladder naar vermogen.
13
Preventie Voorkomen is beter dan genezen. De Formulierenbrigade helpt burgers bij het aanvragen van inkomensondersteunende voorzieningen in onze stad. Door te kijken waar burgers recht op hebben en ze daarbij te ondersteunen kunnen schulden worden voorkomen. Ook met de drie woningcorporaties wordt in Enschede nauw samengewerkt. Het doel hiervan is om een gedwongen huisuitzetting te voorkomen. Het vroegtijdig signaleren van een huurschuld kan immers een indicatie dat er meer aan de hand is. Het project Thuisadministratie Humantitas levert een zeer waardevolle bijdrage om het overzicht te behouden op de inkomsten en uitgaven van de burger in onze stad. Het houden van overzicht is een voorwaarde om schulden te voorkomen. De SMD – project budgetcoaching – werkt samen met de klant aan het “uitgavengedrag”. Dit kan voorkomen dat de burger in onze stad in de toekomst weer in de schulden komt.
Nieuw initiatief: de toets op het huishoudinkomen en de cursus “Omgaan met minder geld” Als gevolg van de nieuwe wet- en regelgeving van de WWB per 1-1-2012 krijgen ongeveer 800 huishoudens die momenteel een WWB uitkering hebben te maken met de toets op het huishoudinkomen. Ook nieuwe aanvragers krijgen te maken met de toets op het huishoudinkomen. Deze aanvragers van een uitkering zal het in de nabije toekomst met minder inkomen moeten doen. Om deze huishoudens te laten wennen aan minder inkomen wordt door de Stadsbank Oost Nederland gratis de cursus: “Omgaan met minder geld” aangeboden. Doel van de cursus is het voorkómen van betalingsachterstanden door inkomensterugval. Nieuw initiatief: Geldwinkels Veel mensen hebben moeite om hun weg te vinden in de hoeveelheid financiële informatie en tools op internet. De informatie is bovendien vaak niet op maat gesneden. Wijzer in geldzaken van het Ministerie van Financiën heeft daarom in 2011 geïnventariseerd welke mogelijkheden er zijn voor een aantal pilots met fysieke Geldloketten waarbij de bezoeker wordt geholpen met vragen over geldzaken. Medewerkers van het Geldloket geven gratis praktische hulp en voorlichting met behulp van checklists, brochures en online tools. Als de vraag specialistische kennis vereist en de medewerker de bezoeker aan de Geldwinkel niet verder kan helpen, verwijst hij door naar plaatselijke instanties, zoals de maatschappelijke dienstverlening of een financieel adviseur. Het Geldloket vraagt geen vergoeding voor haar diensten. Alle informatie en voorlichting zijn gratis. Het Geldloket geeft een financieel advies en verkoopt geen producten of diensten. De burger kan er terecht voor voorlichting, praktische assistentie en doorverwijzing. Het Geldloket neemt geen taken over van plaatselijke instanties zoals bijvoorbeeld de maatschappelijke dienstverlening, schulddienstverlening en kredietbanken. Waar nodig verwijst het Geldloket wel door. Enschede wil graag in het derde kwartaal van 2012 deelnemen aan de proef van het Ministerie van Financiën. Voor de kosten van dit experiment verwijzen wij uw Raad naar tabel 1 van deze beleidsvisie. Nieuw initiatief: nazorg en begeleiding naar financiële zelfstandigheid door de Stadsbank Oost Nederland Doelstelling is om klanten van de Stadsbank in de treden 3 en 4 extra te begeleiden en waardoor ze sneller financieel zelfstandig worden. Door deze “versnelling” wordt geen gebruik meer gemaakt van de schulddienstverlening van de Stadsbank Oost Nederland. Voorgesteld wordt om het standaardproduct budgetbeheer uit te breiden met meer intensieve begeleiding tijdens budgetbeheer. Als experiment binnen het dienstverleningsmodel van de
14
Stadsbank Oost Nederland een begeleide overdracht naar een reguliere bank als standaard voor een geselecteerde groep te organiseren.
Mariska (37) en Remco (35) Mariska en Remco hebben 2 kinderen en ze wonen in een gezellig rijtjeshuis dat ze 10 jaar geleden hebben gekocht. In die tijd ging het met het bedrijf waar Remco werkte zo goed dat hij regelmatig salarisverhogingen en bonussen kreeg. Verlies van werk Mariska: "Remco en ik hebben het goed samen. We verdienen genoeg om te doen wat we willen doen. Niet dat we in luxe leven, maar we houden ervan om dagjes uit te gaan met de kinderen, en zo nu en dan naar de film of uit eten met vrienden. 's Zomers gaan we het liefst op vliegvakantie naar de zon. Remco houdt van gadgets en heeft een IPad gekocht. Onze zoon voetbalt en onze dochter heeft paardrijles. Elke zomer gaat ze met haar vriendinnen op ponykamp. Ook kleding wordt steeds belangrijker voor haar en wij hebben het erover gehad om haar kleedgeld te geven als ze naar de middelbare school gaat. Vrij plotseling ging het echter een stuk slechter bij het bedrijf van Remco. De hoofdorganisatie besloot om de locatie waar Remco werkte te sluiten en het was voor ons geen optie om mee te verhuizen naar de andere kant van het land. We hadden echter niet verwacht dat het zo lastig zou zijn om een nieuwe baan te vinden... WW-uitkering Nu de regeling met zijn oude werkgever is afgelopen, wordt het steeds moeilijker om de eindjes aan elkaar te knopen. De eerste maanden kreeg hij nog salaris mee, daarna werd het een WW-uitkering. We bleven hoop houden dat Remco snel bij een nieuwe werkgever aan de slag kon en hebben ons uitgavenpatroon daarom niet gelijk aangepast. Onze vaste lasten zijn hoog en komen iedere maand terug. Totdat ik met een volle winkelwagen bij de kassa in de supermarkt stond en onze pinpas weigerde. Ik kon wel door de grond zakken... We moesten onder ogen zien dat de nieuwe banen niet voor het oprapen lagen. We hebben ons spaargeld aangesproken en probeerden een stuk zuiniger te gaan leven. We hebben er alles voor over om ons huis niet te hoeven verkopen. Alle creditcards zijn opgezegd en Remco bracht alle openstaande rekeningen in beeld. Bleken we ook nog een deel van de kinderopvangtoeslag terug te moeten betalen. Bij het aanvragen zijn we uitgegaan van de loonstrook, en hadden geen rekening gehouden met de extra's. Juist nu we het financieel minder hebben, moeten we dit teveel ontvangen terug betalen! Ook de uitgaven namen ze kritisch onder de loep. We bleken jarenlang een dubbele reisverzekering te hebben gehad! De kinderen reageerden eerst boos. Maar toen ze hoorden dat iedereen een steentje bij moest dragen als we in ons huis wilden blijven wonen, schrokken ze. Ze maakten een plan om met Koninginnedag al hun oude speelgoed en sportspullen te verkopen. Minder uitgeven Ik pin nu iedere week 100 euro, alleen voor de boodschappen. Onze abonnementen zijn opgezegd. Sport voor de kinderen niet. We geven een stuk minder uit aan uitjes en etentjes. De telefoonkosten hebben we verlaagd door een goedkoper abonnement te nemen en alle loterijen zijn stopgezet. Zodra de WW-uitkering stopt, ga ik meer uren werken om voldoende inkomen te hebben om onze lasten te blijven betalen. Natuurlijk hangt deze deadline boven ons hoofd en dat brengt ook spanningen met zich mee. Maar we weten nu in ieder geval precies hoe we ervoor staan en hoeveel tijd we hebben om ons inkomen op peil te brengen zonder dat we in grote financiële problemen raken. En dat motiveert Remco en mij des te meer om nu alles op alles te zetten... (2)
15
4.1.
Tijdpad (indicatief)
De transitie van de Stadsbank Oost Nederland van “schuldhulpverlener” naar “schulddienstverlener”, de invoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en de invoering van de financiële zelfredzaamheidsladder naar vermogen vergt tijd. De invoering en deze transitie en Wet gemeentelijk schuldhulpverlening zal op de volgende wijze plaatsvinden: Onderwerp
2012
2013
2014
Invoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening
2e kwartaal: definitief vaststellen beleidsregels recidive en fraude. 2e kwartaal: regelen bezwaar en beroep Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. 4e kwartaal: definitieve nulmeting financiële zelfredzaamheidsladder.
4e kwartaal: evalueren van de effecten van de wet: recidive en fraude op de maatschappelijke neveneffecten.
1e kwartaal: aan de hand van de effecten eventueel bijstellen van de beleidsregels
2e en 4e kwartaal managementsrapportage
2e en 4e kwartaal managementsrapport age
Interne opleidingsprogramma binnen de Stadsbank Oost Nederland.
Vaststellen nadere opleiding en training bij de Stadsbank. Deelname aan symposium 4e kwartaal rapporten aan het college en de raad over het eerste jaar werken met de financiële zelfredzaamheidsladder naar vermogen en de andere indicatoren
idem
Invoering van de financiële zelfredzaamheidsladder naar vermogen Transitie van “schuldhulpverlener” naar “schulddienstverlener” Rapporteren aan het College en de Raad.
4e kwartaal 2012 vaststellen van de nul-meting van de financiële zelfredzaamheidsladder naar vermogen
4e kwartaal rapporten aan het college en de raad over het eerste jaar werken met de financiële zelfredzaamheidsladd er naar vermogen en de andere indicatoren
4.2. Communicatie Communicatie is weliswaar de slotparagraaf van deze beleidsnotitie, maar zeker niet de minst belangrijke paragraaf. Juist op het terrein van de sociale zekerheid is communicatie naar de burgers en naar de intermediaire organisaties van essentieel belang. Wijzigingen op het terrein van de sociale zekerheid raakt de burger immers rechtstreeks in de portemonnee. Volgens de volgende communicatiematrix worden de burgers, intermediaire organisaties en deelnemers aan het Solidariteitspact in onze stad in vanaf het derde kwartaal 2012 op de hoogte gebracht van de gewijzigde schulddienstverlening bij de Stadsbank Oost Nederland. Communicatie middels de kernboodschap (zie paragraaf 1.1 van deze beleidsvisie) Wie
Wat
Hoe
Wanneer
Burgers Enschede
Kernboodschap Werken met klantprofielen en zelfredzaamheidsladder. Recidivebeleid. Introductie: Geldwinkels en extra begeleiding naar financiële zelfredzaamheid / nazorg Publiceren van de
EW-Journaal Dagnieuws Klantenkrant Huis-aan-Huis Website Geldkompas TV Enschede FM Website Stadsbank
Binnen 4 weken nadat de beleidsvisie door de Raad is vastgesteld. Planning: Raad is 4 juni. (herhaling om de 6 weken)
16
beleidsregels. Klanten Stadsbank
Intermediaire organisaties deelnemers solidariteitspact inclusief adviesraden
Werken met klantprofielen en zelfredzaamheidsladder. Recidivebeleid. Introductie: Geldwinkels en extra begeleiding naar financiële zelfredzaamheid / nazorg Werken met klantprofielen en zelfredzaamheidsladder. Recidivebeleid. Introductie: Geldwinkels en extra begeleiding naar financiële zelfredzaamheid / nazorg
Persoonlijke brief, e-mail / brochure
Binnen 4 weken nadat de beleidsvisie door de Raad is vastgesteld. Planning: Raad is 4 juni. (herhaling om de 6 weken
Website Geldkompas en thematisch via de zogenaamde bijeenkomsten van het solidariteitspact
Tijdens bijeenkomsten van het solidariteitspact
17