BIGGELS EN TUITEN LESBRIEF Binnenkort gaan jullie met jullie groep naar de voorstelling Biggels en Tuiten Hieronder een aantal tips over hoe je de groep goed kan voorbereiden op de voorstelling.
VOOR DE VOORSTELLING Vertel de kinderen, of praat met hen over het verschil tussen film, tv kijken of naar het theater gaan. Het bezoek aan het theater We gaan naar in het theater kijken naar de voorstelling ‘Biggels & Tuiten’. Het theater is een bijzondere plek en daar heb je dan ook andere regels dan in de bioscoop of wanneer je thuis naar een film kijkt. In het theater maken de acteurs op dat moment voor jou de voorstelling. In de bioscoop: • kun je je jas aanhouden; • mag je soms eten en drinken tijdens de film; • is er een pauze waarin je kan opstaan om naar het toilet te gaan; • kunnen de acteurs in de film jou niet horen en zien. Als je thuis een film kijkt: • mag je altijd eten en drinken; • kun je altijd naar het toilet; • mag je praten of vragen stellen als je iets niet snapt. In het theater: Jij hoort de acteurs praten en je kan de acteurs zien. Dat betekent dat de acteurs jou ook kunnen horen en zien. Daarom kun je in het theater: • tijdens de voorstelling niet naar de wc gaan; • niet zomaar iets zeggen tegen de acteurs; • niet met je buurman of buurvrouw kletsen; • niet snoepen, drinken of eten. • je kan natuurlijk wel reageren op wat je ziet. Mochten er ouders meegaan met de kinderen? De kinderen zitten voorin de zaal, de ouders gaan achterin de zaal zitten. Dit om de kinderen vrij te laten kijken zonder dat hun ouders hun kijkervaring beïnvloeden.
BIGGELS EN TUITEN lesbrief
HANDLEIDING LESMATERIAAL Tijdsduur inleiding in de klas: +/- 30 minuten U vindt het digitale lesmateriaal op www.tryater.nl/educatie
Bespreek de Prezi voorafgaand aan de voorstelling. De Prezi is een inleiding op de voorstelling. De laatste twee dia’s kunt u na de voorstelling inzetten. Laat eerst de trailer zien, voordat u met de Prezi start. De lesbrief is gemaakt in Prezi en kan via elke laptop, computer of tablet op het digibord worden afgespeeld. Wel graag met geluid! Er kan doorgeklikt worden met de spatiebalk of de toetsenpijlen. Je geeft zo zelf het tempo aan.
INLEIDING OP DE VOORSTELLING Speciaal voor Biggels en Tuiten hebben we een digitale lesbrief gemaakt in de vorm van een Prezi met muziek. Er is een versie voor groep 1-2 en een versie voor groep 3-4. U vindt het digitale lesmateriaal op www.tryater.nl/educatie GROEP 1-2 De Prezi begint met een inleiding op de voorstelling. De doelstelling is om kinderen te laten experimenteren, fantaseren en filosoferen rond het thema. Lees bij dia 2 het verhaal van het meisje dat tranen spaart voor (zie bijlage op laatste pagina). Bij dia 5 wordt gevraagd een woordweb te maken met de leerlingen. Wat weten de leerlingen over tranen? Schrijf alle ideeën op. Bij dia 8 ontstaat een kringgesprek met de klas over verschillende soorten tranen. Vragen die hierbij aan bod komen zijn: Kunnen dieren huilen? Kan een pop huilen? Waarom huilen mensen? Is huilen goed? Dia's 9 t/m 12 laten microscopische beelden van tranen zien. Wat zien de leerlingen? Alle antwoorden zijn goed, de fantasie mag op de loop gelaten worden. Sluit af met het lied uit de voorstelling die aan dia 13 gekoppeld zit.
BIGGELS EN TUITEN lesbrief
GROEP 3-4 De Prezi begint met een inleiding op de voorstelling. Doelstelling is om kinderen te laten experimenteren, fantaseren en filosoferen rond het thema. Lees bij dia 2 het verhaal van het meisje dat tranen spaart voor. Bij dia 5 wordt u gevraagd een woordweb te maken met de leerlingen. Wat weten de leerlingen over tranen? Schrijf alle ideeën op. Bij dia 8 ontstaat een kringgesprek met de klas over emoties en non-verbale communicatie. Vragen die hierbij aan bod komen zijn: Kan je zien hoe iemand zich voelt? Kan je zien wat iemand denkt? Kan je praten zonder woorden? Stimuleer de leerlingen hierbij verder te denken dan enkel gezichtsuitdrukkingen. Wat doet bijvoorbeeld een bepaalde blik in combinatie met een gebaar? Dia's 9 t/m 12 laten microscopische beelden van tranen zien. Hierbij is de vraag steeds wat de leerlingen zien in de tranen. Alle antwoorden zijn goed, de fantasie mag op de loop gelaten worden. Sluit af met het lied uit de voorstelling die aan dia 13 gekoppeld zit.
KERNDOELEN Kerndoel 54: Huilen, verdrietig zijn, oud en jong ontmoeten elkaar en leren van elkaar. Kerndoel 56: Kinderen maken kennis met theater met poppen.
NA DE VOORSTELLING Reflecteren Enkele dagen nadat de leerlingen de voorstelling bezocht hebben samen met de kinderen reflecteren. Door middel van een kring gesprek • Wat hebben ze gezien • Wat hebben ze waargenomen • Wat hebben ze beleefd tijdens de voorstelling • Wat nemen ze mee uit de voorstelling Reflecteren door middel van de Prezi en de reflectievraag: Kan je aan iemand zien wat hij of zij voelt of denkt?
BIGGELS EN TUITEN lesbrief
Bijlage het voorlees verhaal
EEN MEISJE DAT TRANEN SPAART Een meisje dat tranen spaart
In het tuintje voor zijn huis, staat een oude man. Hij kijkt de straat in. 't Is een rustige dag en daar houdt hij van. Er komt een meisje aangehuppeld. Ze heeft een grote zakdoek in haar hand, die als een vlag met haar mee wappert. Soms staat ze even stil en veegt met de zakdoek haar wangen af. De man kijkt wat bezorgd: er zal toch niets aan de hand zijn met dit meisje? "U huilt nooit hè?" vraagt het meisje, "om niets zeker?" "Inderdaad, zo is het" antwoordt de man. "Jammer. Ik huil ontzettend graag. En ik kan het ook heel goed, kijk maar." Haar gezicht ziet er opeens heel anders uit, ze snift en schokt zachtjes met haar schouders. "Ik zie het, ja" zegt de man en hij schuifelt een stukje bij het meisje vandaan. "Biggels en tuiten. Echte en nep, zomaar over mijn wangen, goed hè?" zegt ze trots. "Euh, ja, knap." De man wil naar binnen. Hij wordt wat onrustig van dit meisje met haar tranen. Maar achter hem ratelt het meisje verder: "Een poos geleden, was ik gevallen met mijn fiets. Dat deed pijn. Natuurlijk deed dat pijn, dus ik moest huilen. Op straat, voor de school, daar viel ik. "Niet huilen," zei mijn moeder, "iedereen kijkt naar je!" Ja, dat had ik ook al gezien. Maar ik kon niet stoppen. Door de pijn en van dat kijken. "Stel je niet aan, weg met die tranen. Hoe oud ben je, zeg!" fluisterde mijn moeder snel en ze lachte wat verlegen naar een andere mevrouw en schudde met haar hoofd. Ik stopte met huilen, omdat mijn moeder dat zei. Dat lukte! Later die middag, thuis, moest ik er weer aan denken. Als je zomaar kunt stoppen met huilen, dan kun je ook zomaar beginnen en ik probeerde het. Ik dacht aan mijn zere knieën. Er zouden vast dikke tranen komen. Maar niks. Geen drup. Op dát moment begon ik mijn Grote Onderzoek.
BIGGELS EN TUITEN lesbrief
Ik tekende poppetjes met hele grote ogen waar zeeën vol tranen uitstroomden. Dikke, lange, kleine, gekleurde tranen, wat ik maar kon bedenken. En ik lette op wanneer ik mensen en andere kinderen zag huilen in het echt: op straat, in de speeltuin, op het schoolplein. Laatst bij de dierenarts, toen onze kat heel ziek was: daar zat een meisje met een konijn op schoot. Het konijn was ziek en het meisje huilde zachtjes. En in de supermarkt: een jongetje liet twee potten appelmoes vallen. Hij schrok en huilde een beetje bang, terwijl de man van de winkel juist heel aardig bleef, het was helemaal niet nodig om te huilen, maar die jongen deed het toch. Ik heb ook een keer mijn vader zien huilen. Dat had ik nog nooit gezien: een vader die huilt. Heel gek vond ik het: hij zag er treurig en gelukkig uit tegelijkertijd. Allebei, met dezelfde tranen! Dat is denk ik wel de meest fantastische ontdekking in mijn Grote Onderzoek: je kunt twee dingen tegelijkertijd huilen. Wist u dat?" vraagt het meisje aan de man. Nee, schudt de man: "Je wilt wel erg veel tegelijk vertellen, hè?" "Ja," grinnikt ze, "maar er zijn ook zoveel soorten tranen. En ik kan ze al bijna allemaal huilen: ik oefen soms wel de hele dag!" De man draait zich om en loopt naar zijn voordeur: " Tjongejonge, wat een kleine druktemaker" mompelt hij. "Ik kom wel terug als ik weer nieuwe tranen heb geleerd," roept het meisje hem toe, "dan leer ik het u ook en kunnen we lekker samen hard huilen. Of we snikken eerst heel zachtjes. Daag, tot snel!" Ojee, denkt de man, daar houd ik eigenlijk niet zo van. Ik hoop maar dat ze het vergeet.
Tamara Schoppert, februari 2015
BIGGELS EN TUITEN lesbrief