Verslag vergadering Beheerscommissie Couwenburg 25 augustus 2011 Aanwezigen: De heer F. Brouwers / Nico Adriaansstichting (NAS) De heer J. van Deventer / Stadstoezicht, De heer B. Dirkse / Directie Veiligheid De heer A. de Groen / ROC Zadkine en Grafisch Lyceum Rotterdam Mevrouw E. Lammerding / GGD De heer C. Lecker / Bewonersvereniging Delftse Poort De heer P. Hensen (echtgenoot mevrouw H. Smits, bewoner Noord) De heer J. van Lieshout / Politie Rotterdam Rijnmond De heer S. Montazeri / Nico Adriaansstichting (NAS) (incidenteel) De heer M. Sarucco / Directie Veiligheid, voorzitter De heer R. van der Steenoven / stadsmarinier De heer J. Stegeman / Deelgemeente Noord De heer J. Trueman / Heliport III De heer R. van Heiningen / Directie Veiligheid De heer J. Weltevrede / GGD Afwezigen: De heer A.J. Bannink / Bewonersvereniging Goudsesingel Mevrouw T. Schnitzler / Woonstad Rotterdam (agendalid) De heer H. Bouchtaoui / Deelgemeente Centrum De heer T. Gunther / CityRent Mevrouw H. Smits / bewoner Noord 1. Opening De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. 2. Mededelingen van / aan de voorzitter Er zijn geen mededelingen. 3. Notulen van de vergadering van 23 juni 2011 Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. Actielijst 2010/004 Æ Zie agendapunt 4. 2010/014 Æ ???? 2011/015 Æ Dit punt is afgehandeld en kan van de actielijst af. 2011/016 Æ ???? 2011/017 Æ ???? 4. Korte toelichting op het Rotterdamse MOE‐landersbeleid (in relatie tot opvang dak‐ en thuislozen) De heer Visser zet kort uiteen dat er een kernteam is bij dS+V, onder verantwoordelijkheid van wethouder Karakus. Het kernteam zorgt voor een integrale aanpak van arbeidsmigranten: wonen arbeid, registratie en handhaving en onderwijs. Vanuit de G4 wordt het rijk gevraagd om zich hier mee te bemoeien. De heer Kamp is coördinerend minister. Hij heeft contact met IND, gemeenten enzovoort. De ondersteuning richt zich voornamelijk op leefgebieden: werk, huisvesting, handhaving, voorkomen ongewenste aanspraak op sociale voorzieningen.
1
Henk is lid van de werkgroep die aanspraak op voorzieningen moet voorkomen. De aanpak is effectief hetgeen kan resulteren in meer overlast op straat omdat mensen zich naar de straat verplaatsen. Er wordt ingezet op terugkeer naar het land van herkomst. Men is echter afhankelijk van de medewerking van de persoon in kwestie. Een nieuwe methodiek is om te starten vanuit handhaving. Nieuwe methodiek: insteken vanuit handhaving. Dit leidt tot een effectieve terugkeer naar het land van herkomst. Er zijn ook meer mogelijkheden voor dwang. Het gaat er om dat kennis over de mogelijkheden moeten worden gedeeld en dat afspraken gemaakt moeten worden tussen partners, zodat ieder zijn rol kan invullen. Dit moet ook in Rotterdam geïmplementeerd worden. Vaak zorgt een relatief kleine groep voor overlast. Minister Kamp is zeer voortvarend en de maatregelen die Nederland, evenals een aantal andere landen, neemt, zijn op het randje van wat binnen het Europese recht kan. De heer Visser zegt dat dit randje ook echt wordt opgezocht. De heer Stegeman heeft in Noord regelmatig met dit probleem te maken en de coördinator van het interventieteam werkt hierin samen met een Poolse medewerker. Hij wil weten wie het algemene aanspreekpunt is. De heer Visser zegt dat deze nieuwe methodiek goed binnen de gemeente moet worden belegd. Hij heeft dit bij de voorzitter van het kernteam MOE‐landers geagendeerd en dit zal op korte termijn met wethouder Karakus moeten worden besproken. Daarna moet duidelijk worden wie het aanspreekpunt zal zijn. Deze methodiek is nieuw en de mensen in het veld kennen deze nog niet. Het is vers van de pers. De heer Stegeman acht het van belang om hen wel op de hoogte te brengen en vraagt of het mogelijk is om dit in een overleg te laten toelichten. De heer Dirkse is van mening dat het goed is om de contacten via het kernteam te laten verlopen. De aanpak moet in samenhang met rijksbeleid worden gecoördineerd. De heer Weltevrede merkt op dat het verhaal met name gericht is op de professionals, maar wil weten wat de bewoners, die ook deel uitmaken van deze commissie, met deze kennis kunnen voor het geval ze iemand aantreffen die binnen deze categorie valt. De heer Visser zegt dat ze daar nu nog niets mee kunnen. De meldingen moeten via de bekende weg bij de politie terecht komen. Momenteel wordt er een structuur opgezet om deze personen onder de bijzondere aanpak te laten vallen. Het lijkt de heer Dirkse goed om de vertaalslag te maken. Er zijn veel vragen gesteld over de ontwikkelingen rondom de voorzieningen en wat een straat hiervan terug kan verwachten. Wat zijn de effecten hiervan en is met die effecten rekening gehouden? De kern is dat er steeds meer op dit fenomeen wordt ingezoomd. Op de vraag of dit specifiek gaat over mensen uit de Oostbloklanden antwoordt de heer Visser dat de maatregelen voor alle burgers vanuit de EU gelden en dat er geen onderscheid wordt gemaakt. De heer Dirkse concludeert dat in ieder geval wordt ingezoomd op speciale groepen om zo te komen tot een steeds effectievere aanpak om overlast aan te pakken. De voorzitter dankt de heer Visser voor zijn aanwezigheid en bijdrage. 5. Korte toelichting landelijk handelingskader voor opvangvoorzieningen De heer Sarucco heet de heer Lex Mellink welkom. De heer Mellink dankt de aanwezigen voor de gelegenheid om kennis te nemen van hetgeen de beheerscommissie Couwenburg doet. Hij kent de heer Sarucco nog vanuit zijn politieachtergrond. Vanuit zijn functies als politiechef en directeur van de politieacademie heeft hij zich geruime tijd bezig gehouden met het creëren van veiligheid. In zijn eigen bedrijf is hij werkzaam als sociaal architect, waarbij hij zich met name bezig houdt met lokale veiligheid en lokale veiligheidsvraagstukken. Hij vergelijkt veiligheid met gezondheidszorg. De buurt ziet hij als een organisme dat, net als een menselijk organisme, te maken heeft met beschermings‐ en
2
risicofactoren. Het is belangrijk om de beschermings‐ en risicobeschermingsfactoren in balans te brengen en gebruik te maken van de kracht van de wijk (inzet van bewoners). Hij denkt dat deze insteek synchroniseert met de beheerscommissie. Wat willen de bewoners en wat kan de overheid en dan met name gericht op een bepaald gebied, omdat ieder gebied eigen risico‐ en beschermingsfactoren kent? Samen met het NICIS creëert hij een diagnostisch model om de lokale veiligheid te kunnen diagnosticeren. Bij een diagnose hoort een behandelplan, een plan van aanpak. Zijn opdracht voor het ministerie van Veiligheid is om, naar aanleiding van een pilot BIJ (bestuurlijke informatie justitiabelen), een handelingskader voor bestuurders te maken. Twee jaar geleden hebben de burgemeesters van Eindhoven en Utrecht problemen gekregen toen pedofielen na detentie terugkeerden naar hun wijken. Omdat zij verantwoordelijk zijn voor de openbare orde hebben zij dit probleem opgepakt. Rondom het thema maatschappelijke onrust is er een dialoog ontstaan tussen het ministerie en gemeenten. In eerste instantie waren er 16 pilot gemeenten, waarbij de toenmalige minister van justitie, Hirsch Ballin, heeft besloten om het oude systeem van informatiescheiding te doorbreken en bestuurders te informeren over terugkerende ex‐ gedetineerden. Dit proces heeft zich in eerste instantie op het verschaffen van de juiste informatie gericht zonder dat dit justitiële complicaties zou opleveren. De volgende stap is in te vullen wat dit voor een omgeving betekent en hoe een burgemeester zijn nieuwe rol in moeten vullen. Dat handelingskader is heel systematisch opgebouwd op basis van een beslisboom. Belangrijk hierin is hoe burgers kunnen worden betrokken bij re‐integrerende ex‐gedetineerden en hoe moet worden omgegaan met het ontstaan van maatschappelijke onrust. Hij is ervan overtuigd dat alles waarbij een gevoel van ongemak bij bewoners zou kunnen ontstaan aanleiding kan zijn om een handelingskader te maken (bijvoorbeeld Tbs’ers). Het handelingskader moet in maart 2012 klaar zijn. Eind september 2011 organiseert hij, samen met de Hogeschool Leiden, een expertmeeting waarbij vanuit verschillende invalshoeken naar de invulling hiervan wordt gekeken. Begin oktober 2011 moet het prototype klaar zijn dat gedurende ruim een maand met allerlei gemandateerden wordt besproken. Deze gemandateerde personen ontvangen informatie en informeren de burgemeester wanneer er direct bestuurlijke betrokkenheid nodig is. Het prototype wordt in oktober door de gemandateerden getest, maar er lopen tegelijkertijd drie pilots. De kans dat één van deze pilots zich gaat richten op de superkubus in Rotterdam, die door Woonbron is aangekocht, is zeer aanzienlijk. Hier wordt een traject, van Woonbron en Exodus, gestart om gedetineerden op het goede spoor in de maatschappij te krijgen. Het ontstaan van maatschappelijke onrust is evident en reeds het geval. Ondanks een procedure bij de Raad van State gaat het traject toch van start. Dit is zowel voor de bestuurders in Rotterdam, als voor alle bestuurders in Nederland een interessante situatie om te kijken hoe dit soort concentraties van problemen moet worden aangepakt. In Rotterdam heeft men er voor gekozen om met behulp van een beheercommissie vanuit meerdere perspectieven naar de mogelijkheden te kijken. Dit is één van de puzzels die hij heeft en daarom zal hij af en toe een vergadering bijwonen om gevoel te krijgen bij wat er speelt. Hij is een geïnteresseerd toehoorder en wellicht vraagt hij eens op een bepaald onderwerp dieper in te zoomen of vraagt hij een deelnemer naar zijn praktijkverhalen. Hij wil graag vanuit bewoners en hun omgeving kijken hoe de overheid zich organiseert en of dit zo effectief mogelijk gebeurt. Niet vanuit het perspectief van de overheid, maar vanuit de burgers. Het valt de heer Stegeman op dat dit niet helemaal nieuw is. De Keilewegsituatie is ook met een commissie opgevangen. Hij is op dit moment betrokken bij de opvang van problematische crisisopvang op de Schiekade. De omgeving wordt bij dit soort modellen nauw betrokken. De heer Mellink is het met hem eens en jat liever goed, dan iets slecht te bedenken. Er zijn 400 gemeenten en een Schieweg‐ of Keilewegaanpak kan niet zomaar worden getransformeerd naar iets als Hoogezand Sappemeer. Een aantal zaken waar Rotterdam ervaring mee heeft, zullen worden getransformeerd. Hij vermoedt dat er gemeenten zijn die gaan starten met iets waar Rotterdam nog niet aan heeft gedacht.
3
De heer Stegeman heeft ook in een kleinere gemeente gewerkt waar asielzoekers tijdelijk werden gehuisvest. Het model moet al landelijk bekend zijn. Het is de vraag of een bestuur bereid is om de omgeving er voldoende bij te betrekken. Dit is volgens de heer Mellink inderdaad één van de kernthema’s. De heer Dirkse denkt dat het complexer wordt wanneer het om bijvoorbeeld zedendelinquenten gaat. De heer Mellink zegt dat ook hiervoor trajecten voor zijn. De reclassering werkt bijvoorbeeld met COSA. De ervaring in Nederland is dat burgers heel veel willen en kunnen als ze maar op een fatsoenlijke manier betrokken worden. Hij zoekt de kernthema’s waar het gaat om het betrekken van burgers bij de re‐integratie van personen, waarbij het ontstaan van maatschappelijke onrust in een buurt onvermijdelijk is. Er zijn talloze voorbeelden te noemen, maar de keuze van de buurt is ook vaak bepalend. De vragen ‘hoe maak je de match tussen de ex‐gedetineerden en de buurt?’, ‘wie bepaalt hoe de buurt eruit ziet?’en ‘welke professionals kunnen bij deze match een rol spelen?’, moeten terugkomen in het handelingskader. In Nederland ontbreekt het aan een kennissysteem, want wat Rotterdam doet, is niet bekend in bijvoorbeeld Amersfoort. De heer Stegeman vindt dat men niet bang moet zijn voor weerstand, maar moet erkennen dat deze angst er is, dat deze niet geheel ongegrond is, maar dat de veiligheid wordt gewaarborgd en dat er voldoende aandacht voor is. De heer Sarucco stelt de heer Mellink voor om eerst te spreken met een aantal sleutelfiguren in de beheerscommissie. De vergadering zal dan beter te volgen zijn. 6. Stand van zaken 2e woonvoorziening aan de Westerstraat in deelgemeente Centrum De heer Weltevrede meldt dat het dagelijks bestuur van deelgemeente Centrum heeft besloten om te komen tot een voorziening aan de Westerstraat 52‐54. Hierover heeft de deelraad tweemaal vergaderd, wat heeft geleid tot een vijftal moties. Hiervan zijn er drie verworpen en twee aangenomen. De voorzitter heeft de twee moties aan het college voorgelegd. Recentelijk heeft het college aangegeven de motie, om de woonvoorziening op deze locatie tot maximaal 5 jaar te beperken, onacceptabel te vinden. Wonen doe je niet voor 5 jaar. Deze groep moet in een stabiele mix van wonen, zorg en activering komen. Dit is vanuit de klant geredeneerd, maar er zijn nog tal van argumenten qua bedrijfsvoering te noemen. Zowel de instelling als de verhuurder hebben investeringen gedaan die over een langere periode moeten worden terugverdiend. De andere motie betrof de inhoud. Het was oorspronkelijk de bedoeling dat de woonvoorziening er voor 16 mensen zou komen. Ook zou er een huiskamerfunctie en een gebruiksruimte komen. De tweede motie wilde de huiskamer en de gebruiksfunctie schrappen, dit mede op grond van het debat en ingegeven door de reacties vanuit de vier bewonersavonden. Mensen krijgen binding met de straat en wijk wanneer ze er wonen. Personen die ergens anders wonen, maar ’s ochtends de huiskamer binnengaan en aan het eind van de dag weer vertrekken, krijgen weinig of geen binding met omgeving en zullen minder zorgvuldig met de regels omgaan. Voor deze, vanuit de bewoners aangegeven, argumenten was het college gevoelig. Daarom is besloten om de huiskamer‐ en gebruiksruimtefunctie te schrappen, zodat het pand uitsluitend een woonfunctie zal krijgen. De GGD heeft toen aangegeven dat moet worden onderzocht of het aantal van 16 woonplekken kan worden verhoogd. Er komt immers ruimte vrij. Het lijkt erop dat het aantal naar 20 woonplekken wordt verhoogd. Inmiddels heeft de voorzitter van de deelgemeente de deelraad over het standpunt van het college geïnformeerd en het is waarschijnlijk dat hier een debat op zal volgen. De NAS heeft in goed overleg met de eigenaar en de ingeschakelde architect tekeningen gefabriceerd om een aanvraag bij de dienst Stedenbouw en Volkshuisvesting in te dienen en zo te komen tot de vereiste vergunningen en te voldoen aan de juridische voorschriften. Deze aanvraag wordt nu door dS+V bestudeerd. Eventueel worden in overleg met de architect,
4
aanpassingen gedaan. Zodra dS+V goedkeuring heeft gegeven, wordt het voorstel aan de commissie Welstand en Monumenten voorgelegd. Dit kan een extra obstakel vormen, maar omdat de aanpassingen uitsluitend inpandig zijn, hoeft dit niet het geval te zijn. Wel kan het vertraging opleveren in de afhandeling van de aanvraag. De heer Sarucco weet dat de brief van de wethouder inmiddels in het bezit is van de deelraadsleden. De voorzitter van de deelgemeente heeft besloten deze brief, met gewijzigde standpunten, aan te bieden aan twee verzoekers van de wet Openbaarheid van Bestuur. Er zijn twee of drie verzoeken binnengekomen en inmiddels is het een heel pak documenten geworden. Een advocatenkantoor en een andere aanvrager hebben alle geselecteerde correspondentie over het pand in bezit. De deelraad zal zich in de vergadering van 12 september 2011 buigen over het gewijzigde standpunt. Wanneer de deelraad hier problemen mee heeft, kan het mandaat aan de wethouder worden teruggeven. In dat geval wordt het een gemeentelijke aangelegenheid. De heer Weltevrede zegt dat wanneer er op deze locatie geen huiskamerfunctie en gebruikersruimte komt, de toezegging die wethouder Kriens destijds heeft gedaan niet volledig wordt nagekomen. Dit is een teleurstelling voor de NAS. De wethouder heeft in week 34 een bezoek aan de Couwenburg gebracht. Het discussiepunt is nu of de huiskamerfunctie en de gebruikersruimte, wanneer dit niet aan de Westerstraat kan, op een andere locatie moet komen. Ook de gemeentelijke financiën spelen hierbij een rol. Deze functies zijn voor de groep thuislozen noodzakelijk en het is voor de NAS van belang om hier zo snel mogelijkheid duidelijk over te krijgen. 7. Stand van zaken sluiting dagopvang Couwenburg De heer Weltevrede meldt dat de focusdatum voor de sluiting nog steeds, zoals in het convenant aangegeven, 30 april 2012 is. Inhoudelijk wordt de doelgroep al gescreend en wordt gekeken wat er allemaal moet gebeuren. De heer Sarucco zegt dat de planning vooralsnog wordt gevolgd. De heer Lecker merkt op dat de politiek zich er ineens mee bemoeit. Hij vindt de situatie erg goed beheersbaar geweest, het is meegevallen en er is weinig overlast geweest. Vorige week heeft hij bewust iemand uit het bestuur meegenomen om te laten zien wat voor mensen het zijn. Het betreft, volgens hem, het vergaarputje van Rotterdam en hij vindt dat deze groep niet uit elkaar moet worden gehaald. Deze moet bij elkaar blijven en er moet alles aan worden gedaan om de grootte van de groep te laten afnemen en niet te laten toenemen. Het lijkt hem geen slecht idee om de NAS de huidige locatie aan te laten houden, totdat er definitief een goede locatie is. Er komt nog meer ellende op straat wanneer deze mensen nergens kunnen gebruiken. Daar komt ook de problematiek van de MOE‐landers bij. De bewoners moeten dan de politie wel gaan bellen, maar wanneer dit tussen 22:00 uur en 23:00 uur gebeurt, komen ze niet in verband met de wisseling van diensten. De buurt wordt dan met steeds meer problemen geconfronteerd, terwijl duidelijk is dat de nieuwe locatie niet voldoende soelaas biedt. Hij wordt wat boos om de situatie. De heer Weltevrede begrijpt zijn boosheid, maar de rechter heeft vijf jaar geleden, tot aan de Raad van State toe, bepaald dat 30 april 2012 de uiterste datum is. De rechter heeft hiervoor tal van randvoorwaarden geformuleerd. Wanneer een buurtbewoner op 1 mei 2012 merkt dat de dagopvang nog open is en dit bij het ministerie van Justitie neerlegt, heeft de gemeente een zeer groot probleem. 30 april 2012 is absoluut de laatste dag van opening. De heer Van der Steenoven merkt op dat het, in het kader van het leerproces, niet gepast zou zijn om langer open te blijven. Het is belangrijk om als gemeente gemaakte afspraken na te komen. Dit geeft steun bij een volgende gelijksoortige situatie. De situatie Couwenburg kan dan als referentie worden gebruikt. Wanneer aan de afspraken wordt getornd, verliest de gemeente het, toch al kwetsbare, vertrouwen.
5
De heer Lecker vindt dat de heer Van Steenoven hierin gelijk heeft, maar wil zich bij de bewoners, indien nodig, toch proberen hard te maken om een langere opening toch mogelijk te maken. De wijze waarop met deze groep mensen wordt omgegaan, vindt hij asociaal. De heer Brouwers sluit zich aan bij hetgeen de heren Weltevrede en Van der Steenoven aan en onderstreept het belang van een betrouwbare overheid. Hij zegt dat de heer Lecker het belang van het bij elkaar houden van de groep kent. De NAS stelt alles in het werk om deze groep, onder begeleiding van de NAS, op een andere locatie bij elkaar te houden. Wanneer er geen andere locatie komt, zal hij dit niet loslaten. Overigens wordt een groep bij het scheiden van wonen en dagopvang, niet gescheiden. De heer Weltevrede denkt dat de heer Van der Steenoven de spijker niet helemaal op zijn kop slaat. De GGD realiseert zich dat dit traject vergelijkbaar is met de huisvesting van de dames van de Keileweg, misschien nog zwaarder. Geconstateerd is dat de combinatie van wonen en gebruiken, ook gezien de aanloopfunctie, voor omwonenden bijzonder en heel nieuw is. De komst van een dergelijke voorziening zal in verschillende wijken voor dezelfde reacties zorgen. De teneur blijft hetzelfde, alleen de wijze waarop de reacties worden geuit, is anders. De bewoners vinden het altijd goed dat de gemeente dit organiseert, maar wel graag in een andere wijk. De heer Lecker vindt dat de situatie goed beheersbaar is geweest. Dit ook dankzij de beheerscommissie, er is goed geluisterd. De heer Weltevrede waardeert de woorden van de heer Lecker. 8. W.v.t.t.k. Dit punt is niet besproken. 9. Rondvraag Mevrouw Lammerding wil weten hoe het werkbezoek van wethouder Florijn is ervaren. De heer Lecker vindt dat dit goed is geweest. De heer Groen gaat met vervroegd pensioen en zal niet langer deelnemen aan dit overleg. Binnen zijn college is een vervanger gevonden. De contactgegevens zal hij aan de heer Van Heiningen doorgeven. Hij bedankt de beheerscommissie voor de prettige samenwerking. De heer Weltevrede meldt dat de vergaderingen niet zijn door gepland. De heer Van Heiningen stuurt een vergadervoorstel rond tot 30 april 2012. De vergaderingen zullen eens per 6 weken op donderdag plaatsvinden. Actie: R. van Heiningen (015). De heer Van Steenoven neemt aan de heren Weltevrede en Brouwers hebben bevestigd dat er goed overleg over de afbouw van Smirnoffweg en de restgroep is. Hij is er zelf in ieder geval zeer tevreden over. De heer Van Lieshout vraagt of bij het sluiten van de nachtopvang ook de bussen weg zijn. De heer Brouwers zegt dat de bus er per 31 augustus 2011 niet meer is. Hij vraagt de deelgemeente wat er met de, speciaal hiervoor gecreëerde, parkeerplaatsen gebeurt. Deelgemeente Centrum is niet aanwezig tijdens dit overleg, maar de heer Sarucco meldt dat de deelgemeente hierover contact zal opnemen. Actie: Deelgemeente Centrum (016). De heer Lecker meldt dat een aantal bewoners over de sluiting van de nachtopvang hebben gehoord en zij zien dit graag bevestigd in een brief van de gemeente. De heer Van Heiningen zal een tekst voor een korte, kernachtige brief maken om de bewoners te informeren over de sluiting van de nachtopvang. De heer Lecker hangt deze in de informatiebakken bij de ingang van de twee dichtstbijzijnde flatgebouwen. De brief zal een aantal passages bevatten die voorkomen in de brief die aan de ondernemers van het Waalhavengebied is gestuurd en refereren aan het algemene
6
politienummer (0800‐8844) en het nummer in geval van nood (112). Op deze wijze worden de bewoners goed geïnformeerd. Actie: R. van Heiningen, C. Lecker (017). Dit lijkt de heer Brouwers een goed idee. 10. Sluiting De heer Sarucco dankt iedereen voor zijn aanwezigheid en sluit de vergadering. Actielijst vergadering Beheerscommissie Couwenburg 12 mei 2011 Nr. Actie Wie 2011/013 Tijden waarop overlast het grootst is in kaart brengen. C. Lecker, evt. J. Trueman 2011/014 Navragen bij voorman waarom rapportages van Jan van Deventer StadsToezicht niet langer worden verspreid 2011/016 Contact opnemen met politie om aanpak te bespreken na Deelgemeente sluiting Couwenburg (bijv. met betrekking tot de, speciaal Centrum, Politie gecreëerde, parkeerplaatsen). 2011/017 Brief maken voor bewoners. Ophangen in R. van Heiningen, C. informatiebakken van de twee dichtstbijzijnde Lecker flatgebouwen.
Status
7