Verslag Vergadering Certificering Koeltechnici, 9 augustus 2005 Aanwezig: Mark Raus (BASF), Greet Putseys (Tessenderlo Chemie), Mark Van Den Bosch (Voka), Wilfried De Smet (UBF-ACA), Linda Buddaert (UBF-ACA), John Wagendorp (VDAB), Nadia Lapage (Fevia), Hilde Dhont (DAIKIN), Luc De Smet (DAIKIN), Nico Willems (Delhaize), Christophe Daenens (Syntra West), Jan Hostyn (Syntra-west), Frans Callens (Syntra-west), Stefaan Dejonghe (dept. Onderwijs, DBO), Geert Gallet (Climapac), Hendrik Brits (Innomec), Frank Van Audenaerde (Agoria), Dirk Rutten (NELECTRA), Bob Nieuwejaers (Aminal, cel Lucht), Sven Claeys (Aminal, cel Lucht) Verslag Toelichting Na de verwelkoming en een voorstellingsronde licht SC het beleidskader en de historiek van dit dossier toe. Daarna wordt ook nog kort het huidige voorstel van de administratie toegelicht en zoals was weergegeven in de discussietekst voor deze vergadering (Certificering koeltechnici/ Koeltechnische bedrijven, zie bijlage bij dit verslag). 1
SC geeft nog aan dat ook gedurende de sessie ‘bedrijven’ van de Klimaatconferentie van 6 juni 2005 de noodzaak van het invoeren van een certificering van koeltechnici door deelnemers aan deze sessie werd benadrukt. De doelstelling van dit overleg is dan ook om tegen 15 september ten minste een princiepsovereenkomst over de certiticering van koeltechnici te bereiken. Discussie: •
Algemeen principe:
SC vraagt naar de standpunt van de leden van de vergadering over de grote lijnen van het voorliggende voorstel (zonder in detail te treden over de verschillende, later te bespreken deelsapecten). De leden van de vergadering kunnen zich terugvinden in het voorstel. Over het volgende punt kan echter geen consensus worden bereikt: Voor bedrijven die het eigen personeel aan de eigen koelinstallaties werkzaamheden wil laten uitvoeren is in het huidige voorstel voorzien dat dit personeel wordt vrijgesteld van de examenverplichting (in tegenstelling tot het personeel van koeltechnische bedrijven die werkzaamheden bij derden uitvoeren en die hun vakbekwaamheid moeten bewijzen door te slagen in een examen (praktijk en theorie)). Deze versoepeling is voorzien om tegemoet te komen aan het advies van de Serv. Niettemin zullen deze bedrijven wel, in kader van hun systeemcertificatie, moeten kunnen bewijzen dat dit onderhoudspersoneel de nodige opleiding heeft gekregen om de werkzaamheden aan een koelinstallatie te kunnen uitvoeren. Omtrent deze versoepeling worden verschillende argumenten pro en contra gegeven: Pro: - Bij procesgeïntegreerde koelinstallaties is de koelinstallatie vaak een wezenlijk onderdeel van het proces. De onderhoudstechnici voeren ook andere taken uit dan louter werkzaamheden aan het koelsysteem. Bovendien voeren ze niet alle koeltechnische taken uit die een ‘doorsnee’1
In de aanloop naar een nieuw Vlaams klimaatbeleidsplan voor de periode 2006-2012, organiseert de Vlaamse Minister van Leefmilieu een uitgebreid consultatieproces over het Vlaamse klimaatbeleid. Het startmoment van dit proces, de Klimaatconferentie, vond plaats op maandag 6 juni 2005 in het Vlaams parlement. De bedoeling is dat in verschillende werkgroepen - rond centrale thema’s en knelpunten in het klimaatbeleid - alle partners samen op zoek gaan naar creatieve oplossingen die tegelijk resultaat opleveren op korte termijn, en passen in die strategie voor de lange termijn. De resultaten van deze dialoog zullen in september 2005 samengebracht worden om zo een belangrijke bijdrage te kunnen leveren aan het nieuwe Vlaams klimaatbeleidsplan 2006-2012 van de Vlaamse regering. De problematiek van de gefluoreerde broeikasgassen werd op de klimaatconferentie besproken in de sessie bedrijven.. (Veel meer info over de klimaatconferentie vindt u op de website : http://www.vlaanderen.be/lucht)
1
-
-
koeltechnicus doorgaans wel uitvoert. Deze personen verplichten deel te nemen aan een algemeen examen voor alle koeltechnische aspecten biedt weinig of geen meerwaarde Er zijn voldoende controlewaarboren die moeten garanderen dat het koelsysteem lekdicht en kwaliteitsvol wordt onderhouden: 1) interne controle van het systeem 2) controle van het systeem door de certificatie-instelling waarbij ook zal worden nagegaan of ook de Vlaremuitbatingsvoorwaarden voor koelinstallaties (art. 5.16.3.3. van het Vlarem II) 3) controle door de Vlaamse Milieu-inspectie 4) de certificatie-instelling zelf wordt gecontroleerd door BELAC Niet enkel grote bedrijven behoren tot deze uitzonderingscategorie en voor kleinere bedrijven is het niet evident om én het systeem te laten certificeren én het eigen onderhoudspersoneel naar een examen te sturen. Vaak bestaan reeds op maat georganiseerde opleidingen voor dergelijk personeel zodat een extra algemeen examen weinig meerwaarde biedt. deze piste biedt aan dergelijke bedrijven een zekere flexibiliteit, voor andere beroepen worden ook vaak andere eisen gesteld aan extern en intern personeel (bvb. een externe ‘erkende’ milieucoördinator en een interne ‘aanvaarde’ milieucoördinator) standpunt: van Voka, Tessenderlo Chemie, Agoria, Fevia, Delhaize,
Contra: - De inhoud van het voorziene examen is elementaire kennis wil men koelinstallaties op een verantwoorde manier onderhouden. Voor goede koeltechnici is dit examen dan ook niet te veel gevraagd en is het zeker niet te zwaar - Men stelt zich vragen bij het nut om voor grotere bedrijven een uitzondering te voorzien. Het kan toch niet zo moeilijk zijn om enkele technici te laten deelnemen aan dit examen (extra werklast is beperkt) - Opleiding zonder examenverplichting biedt minder garanties dat iemand werkelijk vakbekwaam is. De enige manier om die vakbekwaamheid te testen is door deze te meten aan de hand van een examen. Deze vakbekwaamheid moet na een bepaalde periode opnieuw worden bewezen. - Te weinig controlemogelijkheden op de kennis van de individuele koeltechnicus (een te late vaststelling van een onbekwaamheid kan leiden tot te vermijden emissies van koelmiddelen) - standpunt: van UBF-ACA, Innomec, Syntra West, dept. Onderwijs HD merkt op dat de inhoud van het examen mogelijk te zwaar is en dat er meer van een koeltechnicus wordt gevraagd dan wat er op Europees niveau wordt gevraagd. Nu wordt reeds te veel in detail gevraagd zodat dit niet voor iedereen past en daarom het bereiken van een consensus bemoeilijkt. BN antwoordt dat dit nog zal worden bekeken. LDS stelt dat Daikin niet tegen een examen is maar dat het examen moet aangepast worden naargelang de situatie: - het examen is nodig voor al de personen die in aanraking komen met het koelmiddel (toevoegen, aftappen, recycleren) - voor braseerders zou een aparte test moeten worden voorzien (een goede braseerder moet niet alle koeltechnische aspecten kennen.) modulaire aanpak zou aangewezen zijn (deelexamens) Door JW wordt nog aangehaald dat praktisch bekeken de examenvrijstelling voor het personeel van dergelijke bedrijven geen slechte zaak is. Men moet immers er mee rekening houden dat vele koeltechnici een examen zullen moeten afleggen en dat er een beperkte examen-infrastruktuur is. DR meldt dat er door NELECTRA een proefproject is opgezet inzake de opleiding van koeltechnici (2 niveau’s). In het najaar wordt een evaluatie van dit nu lopende proefproject voorzien. Samenwerkingen met bedrijven/instellingen omtrent de opleiding en examinering van koeltechnici zijn dan ook altijd mogelijk. •
Terminologie:
JW raadt aan om de teksten goed te screenen voor wat betreft verantwoordelijkheden die worden toegewezen aan ‘de eigenaar’ of de ‘beheerder’ of ‘de exploitant’ zodat hier geen verwarring over bestaat. BN verzekert dat dit aandachtspunt is genoteerd en dat hier zeker zal worden gestreefd naar consistentie. •
Wederzijdse erkenning:
2
SC licht toe dat er kan voor worden geopteerd om in de reglementering voorzieningen te treffen die moeten vermijden dat personen en/of bedrijven die in een ander gewest of andere EU-lidstaat een diploma of certificaat hebben behaald opnieuw de volledige aanvraagprocedure moeten doorlopen. Er wordt naar het standpt. van de leden van de vergadering gevraagd. Er wordt opgemerkt dat zulks misschien wel aangewezen is maar dat het ook omgekeerd moet werken. Indien bvb. in Nederland erkende technici worden toegelaten om aan koelinstallaties in het Vlaams Gewest te sleutelen, dan moeten de door het Vlaamse Gewest erkende koeltechnici eveneens worden toegelaten tot de Nederlandse markt. Hier wordt op geantwoord dat dit niet door het Vlaamse Gewest kan worden geregeld. Er wordt ook nog opgemerkt dat dit principe van wederzijdse erkenning enkel maar kan worden gehanteerd voor zover het in het andere gewest of andere lidstaat behaalde certificaat of diploma minstens dezelfde kwaliteitsgaranties kan bieden dan de in het Vlaamse Gewest afgeleverde certificatie. Er wordt hier ook gesteld dat men zal moeten rekening houden met wat de Europese Commissie als minimumopleidingseisen beschouwt. HD merkt nog op dat vele technici over de gewestgrenzen heen installaties, onderhoud en reparaties uitvoeren en dat niet kan worden geëist dat bvb. een Franstalige koeltechnicus de Vlaamse taal meester is (of omgekeerd). De koeltechnicus komt vaak niet eens met de klant in contact. In de praktijk wordt trouwens vaak gewerkt met internationale contracten. Er zijn zelfs installaties die zelf ‘verhuizen’ (chillers, ijspistes, labotoepassingen). Voor de werfleider zouden er wel eisen met betrekking tot kennis van de Nederlandse terminologie kunnen gelden. HB stelt dat er wel argumenten voor te vinden zijn om een zekere kennis van de Nederlands taal te eisen (voor het correct te kunnen interpreteren van logboek, handleiding, kenplaten). (HD merkt hier in een schriftelijke reactie op het optwerpverslag na de vergadering nog op dat logboeken, net als handleidingen, in meerdere talen kan opgesteld worden). LB kan zich terugvinden in de oplossing zoals deze was voorzien in de tekst die door de Vl. regering principieel is goedgekeurd (en zoals door de administratie ook nu wordt voorgesteld) •
Nacontroles:
SC licht toe dat het huidige voorstel van certificeringssysteem voorziet dat bedrijven niet enkel worden gecertificeerd, maar dat gedurende de certificatieperiode de certificerende instelling op het terrein zal nagaan of de gecertificeerde koeltechnische firma nog altijd aan de eisen voldoet die hebben geleidt tot haar certificatie. Betreft deze nacontroles zijn er verschillende opties denkbaar: Een nacontrole kan zich beperken tot een controle op de bedrijfszetel van de gecertificeerde koeltechnische firma. Gedurende de nacontroles kunnen echter ook koelinstallaties worden gecontroleerd die door het koeltechnisch personeel van de koeltechnische firma is getest op lekkage, hersteld of opgeleverd. Indien hiervoor wordt geopteerd, dan moet worden bepaald wat de inhoud van deze nacontroles zijn en wanneer deze nacontroles moeten plaats vinden. LB stelt dat een effectieve controle van de lekdichtheid van koelinstallaties in de praktijk moeilijk te realiseren is en in een eerste fase misschien te vergaand is. DR stelt dat een steekproefsgewijze controle mogelijk toch aangewezen is WDS vraagt wat de trigger zou zijn om een nacontrole te houden. BN antwoordt dat een nacontrole kan worden georganiseerd op basis van bvb. een klacht maar dat steekproefgewijze controles in feite geen trigger behoeven HB antwoordt dat controles zich best focussen op de koelmiddelstromen: de hoeveelheden toegevoegd, afgetapt, aangekocht en afgevoerd geven een idee van de hoeveelheden die effectief werden verbruikt (en dus zijn geëmitteerd). De uitvoering van effectieve lekdichtheidscontroles lijkt praktisch gezien nogal complex en moeilijk uitvoerbaar (hoewel in theorie wel akkoord met de idee). Hij wordt hierin bijgetreden door WDS. Er worden ook vragen gesteld wanneer deze controle dan moet gebeuren (bvb. Wie is verantwoordelijk indien een certificatie bij een exploitant een lekkende koelinstallatie wordt gedetecteerd die 2 maanden ervoor door een koeltechnicus lekdicht werd
3
verklaard. In 2 maanden kan veel gebeurd zijn). De algemene teneur op de vergadering is dat eerder moet worden gefocust op het koelmiddelverbruik (controle van de koelmiddelboekhouding). •
Energieprestatieregelgeving 2
De energieprestatierichtlijn verplicht een regelmatige keuring van aircosystemen met een nominaal koelvermogen van 12 KW of meer. Meer bepaald stelt artikel 9 het volgende: ‘Artikel 9: Keuring van airconditioningsystemen Met het oog op de vermindering van het energieverbruik en de beperking van kooldioxide-emissies nemen de lidstaten de nodige maatregelen voor het instellen van een regelmatige keuring van airconditioningsystemen met een nominaal koelvermogen van meer dan 12 kW. De keuring omvat een beoordeling van het rendement van de airconditioning en van de dimensionering ervan gelet op de koelingsbehoefte van het gebouw. De gebruikers wordt nuttig advies verstrekt over mogelijke verbetering of vervanging van het airconditioningsysteem en over alternatieve oplossingen.’ Betreft de personen die deze keuring mag uitvoeren stelt de energieprestatierichtlijn het volgende: ‘Artikel 10 Onafhankelijke deskundigen De lidstaten zorgen ervoor dat de certificering van gebouwen en de daarbij behorende aanbevelingen, alsmede de keuring van c.v.-ketels en airconditioningsystemen, op onafhankelijke wijze worden uitgevoerd door gekwalificeerde en/of erkende deskundigen die hetzij zelfstandig hetzij in dienst van een openbaar of particulier orgaan optreden.’
Om deze Europese verplichting naar behoren te kunnen implementeren moeten er een aantal vragen worden opgelost: - Kunnen of moeten koeltechnici deze controles uitvoeren? Zoja, moet dan een extra luik aan het vakbekwaamheidsexamen worden voorzien? - Wat omvat de keuring? - Wat bedoelt men met ‘regelmatig’? Door HD wordt geantwoord dat er Europese standaardisatie in de maak is die duidelijk beschrijft wat de keuring moet omvatten (en een voorstel inzake frequentie bevat). Daarnaast wordt gesteld dat het niet noodzakelijk een bevoegd koeltechnicus moet zijn die deze keuringen uitvoert (de keuring moet ook kunnen gebeuren door personen die de volledige energieprestatie van een gebouw nagaan). Omgekeerd is het ook niet zo dat iedere bevoegde koeltechnicus in staat is om deze keuringen correct uit te voeren. Door de vergadering wordt gesteld dat deze problematiek niet onmiddellijk binnen deze werkgroep moet worden geregeld, de energieprestatierichtlijn viseert trouwens alle aircosystemen (met een koelvermogen van 12 kW of meer), ongeacht het type koelmiddel, terwijl dit certificeringsbesluit enkel geldt voor personen die werkzaamheden uitvoeren aan koelinstallaties die ozonafbrekende stoffen en/of gefluoreerde broeikasgassen bevat. Scope: NL stelt dat de interpretatie van een bevoegd koeltechnicus volgens het Vlarem veel ruimer is dan wat in dit besluit van de vlaamse regering met een bevoegd koeltechnicus zal bedoeld worden; In het eerste geval gaat het om technici die bepaalde werkzaamheden uitvoeren aan alle koelinstallaties met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5KW en alle koelinstallaties met meer dan 3 kg koelmiddelinhoud en die gebruik maken van ozonafbrekende stoffen en/of gefluoreerde broeikasgassen terwijl in het tweede geval het enkel gaat om koeltechnici die werkzaamheden uitvoeren aan met meer dan 3 kg koelmiddelinhoud en die gebruik maken van ozonafbrekende stoffen en/of gefluoreerde broeikasgassen en die een mogelijk risico op emissies van dergelijke koelmiddelen inhouden. SC antwoordt dat het de bedoeling is om in het Vlarem een definitie van bevoegd koeltechnicus op te nemen die algemeen van toepassing zal zijn. Tegelijkertijd zal deze definitie stellen dat er voor personen die werkzaamheden uitvoeren aan koelinstallaties met meer dan 3 kg 2
Richtlijn 2002/91/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende de energieprestatie van gebouwen 4
koelmiddelinhoud en die gebruik maken van ozonafbrekende stoffen en/of gefluoreerde broeikasgassen en die een mogelijk risico op emissies van dergelijke koelmiddelen inhouden, bijkomende eisen worden gesteld die zullen worden geregeld door het besluit van de vlaamse regering inzake de certificering van koeltechnici. Vervolgtraject SC meldt dat er 2 werkgroepen zullen worden opgericht: Werkgroep certificering koeltechnische bedrijven: - bespreken van geactualiseerd ontwerp-besluit - bespreken van checklists die zullen worden gebruikt bij behandeling aanvraagdossiers voor certificatie en bij nacontroles - bespreken van inhoud en verloop van de nacontroles Werkgroep examencentra: - pistes van erkenning of certificering: verschillende variaties op thema moeten nog worden besproken; - bespreken van checklist voor controle aanvraagdossier // nacontroles - bespreken van exameninhoud: - procedure verloop van examen - opstellen van mogelijke vragenlijst: procedure voor opstellen - open vragen of multiple choice, duur examen, beoordeling,…. Voor wat de kwestie van de energieprestatierichtlijn betreft zal de administratie onderzoeken wat de aangewezen piste is om de verplichtingen van de Energiepresatierichtlijn mbt. airco’s om te zetten in Vlaamse regelgeving. Hierover zal later verslag worden uitgebracht. Op basis van overleg met het kabinet waarbij de bevindingen van deze vergadering en de gehoorde standpunten zullen worden besproken, zal een nieuw ontwerp van besluit van de Vlaamse regering worden voorbereid. In een latere fase zullen de leden van de werkgroep worden uitgenodigd om de implementatie van de certificeringsregeling voor koeltechnici verder te bespreken. BN bedankt alle aanwezigen voor hun constructieve bijdrages aan deze vergadering.
5
Bijlage: Discussietekst voor de vergadering van 9/8/2005: Certificatie koeltechnici / Koeltechnische bedrijven Beleidskader: Europese regelgeving verplicht EU-lidstaten tot het invoeren van een certificering voor onderhoudspersoneel (zgn. koeltechnici) van koel- en luchtbehandelingsinstallaties die drie kg of meer aan ozonafbrekende stoffen en/of gefluoreerde broeikasgassen bevatten Het is de ambitie van de Vlaamse overheid om in de certificatieverplichting eisen op te nemen met betrekking tot de volgende onderwerpen: - vakbekwaamheid van koeltechnici (dit is een Europese verplichting) - technische uitrusting voor koeltechnici (recuperatiemateriaal voor koelmiddelen, lekdetectieapparatuur, …) - bijhouden van documentatie (koelmiddelboekhouding, registratie uitgevoerde werkzaamheden,…) Geschiedenis dossier: Een eerste mogelijkheid was om, in overleg met de verschillende gewesten, een erkenningsprocedure op te starten voor bedrijven (waarbij koeltechnici verplicht werden om een examen af te leggen) waarbij de coördinatie van de erkenningsregeling volledig gebeurde vanuit de overheid. Deze piste werd uiteindelijk niet gevolgd omdat certificeringsactiviteiten niet als een kerntaak van de overheid werden beschouwd en omdat het uitbesteden van de certificering aan professionele certificeringsinstellingen meer kwaliteitsgaranties biedt. Door de Vlaamse overheid is een ontwerpbesluit van de Vlaamse regering opgesteld dat voorzag in een certificatie van personen door certificatie-instellingen die door Belcert hiervoor geaccrediteerd werden. Dit ontwerpbesluit werd op 14 mei 2004 een eerste maal principieel goedgekeurd door de Vlaamse regering. Inmiddels zijn adviezen van de MINA-Raad en de SERV ontvangen en voornamelijk het advies van de SERV heeft er toe geleidt de certificatieprocedures opnieuw te bestuderen. Met name de verplichting van personencertificatie voor bedrijven van type 2 (zie onder) is voor de SERV onaanvaardbaar. Bij het uitwerken van een oplossing moet eveneens (in het beste geval) worden rekening gehouden met een aantal andere gevoeligheden om een zo breed mogelijke consensus te kunnen verkrijgen. Types betrokken bedrijven: 1. Koeltechnische firma' s wiens kerntaken er in bestaan om installatie-, onderhouds-, herstel- en controlewerkzaamheden aan koelinstallaties uit te voeren. Het betreft het uitvoeren van werkzaamheden door koeltechnisch personeel bij derden. Onder dit type vallen de meeste betrokken firma' s. 2. Firma' s die beschikken over eigen koelinstallaties en werkzaamheden aan deze eigen installaties laten uitvoeren door het eigen onderhoudspersoneel. 3. Opleidingscentra die beschikken over proefopstellingen van koelinstallaties en die opleidingen en examens inzake koeltechniek organiseren. Voorgestelde piste (zie ook figuur laatste pagina): Na overleg naar aanleiding van deze adviezen en bestudering van haalbaarheid van mogelijke pistes wordt door de administratie voorgesteld om te opteren voor systeemcertificatie ipv. personencertificatie en deze zou er als volgt uitzien : -
Type-1 bedrijven zullen er toe worden verplicht om hun beheersysteem voor werkzaamheden aan koelinstallaties te laten certificeren. Naast eisen met betrekking tot de technische uitrusting die moet aanwezig zijn voor het personeel die werkzaamheden aan koelinstallaties uitvoeren, zullen er ook verplichtingen worden opgelegd met betrekking tot het het documenteren van bepaalde 6
handelingen (koelmiddelbijvullingen, koelmiddelaftappingen, afvoer en aankoop van koelmiddel, resultaten en beschrijving van uitgevoerde herstellingen en lekdichtheidscontroles) Daarnaast moet het koeltechnisch personeel een zekere vakbekwaamheid bezitten. Zij zullen hun vakbekwaamheid moeten bewijzen aan de hand van een diploma dat wordt uitgereikt door gecertificeerde examencentra. Dit diploma wordt pas afgeleverd aan een persoon nadat deze persoon is geslaagd in een specifiek vakexamen. -
Voor type-2 bedrijven zal eveneens gelden dat zij over een systeemcertificaat beschikken. Voor wat de vakbekwaamheid van het personeel betreft kunnen deze bedrijven echter zelf het betrokken personeel opleiden. In kader van het behalen en behouden van het verplichte systeemcertificaat zullen deze bedrijven wel moeten bewijzen dat zij beschikken over een degelijk opleidingssysteem (dat is afgestemd op maat van de werking van het bedrijf maar dat niettemin alle noodzakelijke elementen bevat die in de wetgeving worden voorzien). In kader van de certificatie van het systeem zal het bedrijf bovendien moeten aangeven welke personen verantwoordelijk zijn voor welke taken en dat deze personen de correcte opleiding hebben gekregen om deze taken naar behoren te kunnen uitvoeren. Net als type-1 bedrijven moeten deze bedrijven beschikken over de nodige apparatuur voor het correct uitvoeren van werkzaamheden aan koelinstallaties en moeten ze ook de nodige documentatie bijhouden.
-
De centra (type 3) die examens organiseren voor het afleveren van diploma’s inzake koeltechniek zullen eveneens aan bepaalde kwaliteitseisen moeten voldoen. Voor deze centra zou dan ook een certificatieverplichting voor hun ‘examensysteem’ worden voorzien. Hierbij worden specifieke eisen gesteld met betrekking tot: - de exameninfrastructuur, - inhoud van het examen - procedures voor het verloop van de examens - samenstelling en expertise van de examenjury.
De certificatie van koelinstallatiebheersystemen en examensystemen door de certificatie-instelling houdt in dat gedurende de volledige certificatieduur moet worden voldaan aan de kwaliteitseisen die hebben geleid tot de systeemcertificatie. Dit impliceert dat de gecertificeerde systemen periodiek zullen worden gecontroleerd en dat door de certificatie-instelling zal worden nagegaan of de systemen nog steeds aan de gestelde voorwaarden voldoen. In de praktijk zal dit betekenen dat niet enkel de bedrijfszetel zal worden bezocht, maar dat ook controles op het terrein (controles van koelinstallaties) zullen worden uitgevoerd. Voor examencentra betekent dit dat de certificatie-instelling controles zal uitvoeren op het moment van plaats vinden van het examen. Vervolg van de werkzaamheden: Nadat de grote pricipes zijn doorbesproken (en hierover een akkoord wordt bereikt) dienen een aantal meer praktische elementen te worden uitgewerkt. Deze werkzaamheden zullen worden aangevat in de loop van de komende maanden. Tegen 15 september moet een compromis over de grote lijnen van het certificatieproces bereikt worden zodat het wetgevend kader dan kan worden gefinaliseerd en op de Vlaamse regering kan worden gebracht en dat dan ook verder kan worden gewerkt aan de praktische invulling van het certificatieproces. -
Opstellen van het wettelijk kader. In de loop van de maanden juli/augusus zal het ontwerp-besluit inzake de certificering worden aangepast. Deze tekst zal naar de betrokkenen worden rondgestuurd en verder worden besproken begin september.
-
Opstellen van een checklist voor beoordeling van de te certificeren systemen. In de praktijk zal een koeltechnisch bedrijf een aanvraag tot certificering van het koelinstallatiebeheersysteem indienen bij de certificatie-instelling. Na onderzoek van het
7
schriftelijk dossier zal een afspraak met de firma worden gemaakt om de firma en enkele werven (koelinstallaties) te bezoeken. Gedurende dit bezoek zal aan de hand van een checklist worden nagegaan of het koelinstallatiebeheersysteem van de firma aan de nodige kwaliteitseisen voldoet. De duur die een certificatie-instelling besteedt aan de evaluatie van het systeem (het aantal koelinstallaties die zullen worden bezocht) zal afhankelijk zijn van de grootte van het bedrijf en van het aantal koeltechnici die werkzaamheden aan koelinstallaties uitvoeren. Twee verschillende checklists zullen moeten worden uitgewerkt (voor type 1 en type 2 bedrijven). De administratie zal in de loop van augustus een voorstel voor checklist voorleggen aan de betrokkenen voor commentaar. Commentaren worden verwacht en verzameld tegen begin sept en zal in de eerste helft van september worden besproken op een nieuwe vergadering. (Voor de examencentra zal de checklist in een andere werkgroep worden uitgewerkt.) -
Opstellen procedures voor verloop examens Hoewel in het besluit van de Vlaamse regering inzake de certificering van koeltechnici reeds enkele elementen met betrekking tot de inhoud van de examens zijn opgenomen en er eveneens reeds een beschrijving van de vereiste exameninfrastruktuur is opgenomen, moeten deze elementen en deze beschrijving verder en meer gedetailleerd worden uitgewerkt. De administratie stelt voor om met kandidaat-examencentra te komen tot praktische afspraken. Anderen zijn welkom voor actieve participatie en zullen sowieso op de hoogte worden gehouden.
8
Belac
accrediteert gelijkwaardige buitenlandse /internationale certificatieinstelling
Op basis van
Certificatie-instelling
Europese Norm EN45012 ten behoeve van instellingen die overgaan tot certificatie van kwaliteitssystemen Besluit Vlaamse regering certificering koeltechnici
Certificeert systemen van
Type I Koeltechnische firma’s S Y S T E E M V E R E I S T E N
Type 2: Firma’s met eigen koelinstallaties en eigen onderhoudspersoneel
Type 3: Examencentra
Exameninfrastructuur Technische uitrusting
Examenprocedure + inhoud examens
Documentatie Vakbekwaamheid personeel: firma voorziet zelf gepaste opleiding.
Samenstelling, expertise examenjury
Vakbekwaamheid personeel: Examen
9