VERSLAG van VFG minisymposium “De toekomst van het Friese bibliotheekwerk” Datum:
6 februari 2014
Aanwezig:
± 50 personen: bestuurlijke en ambtelijke vertegenwoordigers van gemeenten, provincie en het bibliotheekwezen en VNG
Bestuurlijk afwezig:
Ameland, Het Bildt, Opsterland en Kollumerland c.a.
1. Opening De heer Van Klaveren, burgemeester van Weststellingwerf en VFG portefeuillehouder Cultuur, heet alle aanwezigen namens de VFG welkom in de bibliotheek van Leeuwarden, met een bijzonder welkom voor alle sprekers en de twee nieuwe wethouders van Leeuwarden en Heerenveen. Er is veel gaande in de wereld van het lezen. Er is zorg over de spreiding van het bibliotheeknetwerk in de provincie: het aantal bibliotheekorganisaties is de afgelopen tien jaar drastisch verminderd en het aantal vestigingen is ook verlaagd. Daarbij is het aantal volwassen leden van de bibliotheek sterk dalende. Gelukkig weet de jeugd de bibliotheek de laatste tijd juist weer beter te vinden. Uit de commerciële wereld van het boek komen eveneens veelal negatieve berichten. De bedoeling van dit minisymposium is om met elkaar van gedachten te wisselen over welke functies de bibliotheek van de toekomst zou moeten/kunnen hebben. Voor de pauze staat een aantal inspirerende inleidingen op het programma. De PowerPoints van deze presentaties zullen bij het verslag worden gevoegd. Mevrouw De Vries (Gedeputeerde provincie Fryslân) gaat in op de rol van de verschillende overheden met betrekking tot de bibliotheek. Deze rolverdeling staat beschreven in de bibliotheekcharter. In Friesland werken de verschillende overheden goed samen. Gebiedsgericht werken - over de gemeentegrenzen heen - is van groot belang voor een toekomstbestendig bibliotheeknetwerk. Mevrouw De Vries hoopt vanochtend nieuwe perspectieven te zien en een antwoord te krijgen op de vraag hoe de overheid kan faciliteren bij het toegankelijk houden van de bibliotheek voor iedereen. 2. Inleiding door bijzonder hoogleraar bibliotheekwetenschappen de heer Huysmans, tevens directeur bureau WareKennis: Wat gebeurt er in de nabije omgeving van de bibliotheek? Trends en maatschappelijke ontwikkelingen. De heer Huysmans begint zijn verhaal met de ontwikkeling van de bibliotheek: van volksbibliotheek (eenzijdig samengesteld en afhankelijk van filantropie) naar openbaar leesmuseum (voor iedereen, brede collectie en gefinancierd uit algemene middelen). Vervolgens gaat hij in op het doel van de bibliotheek: het faciliteren van de persoonlijke ontwikkeling (‘verlichting’) en het middel om dat te bereiken: de informatievoorziening d.m.v. boeken, kranten, websites, dienstverlening, cursussen et cetera. Er is veel onderzoek gedaan om de maatschappelijke waarde van bibliotheken zichtbaar te maken. Zo hebben studies uitgewezen dat iedere euro die in een bibliotheek geïnvesteerd wordt 4 tot 6 euro oplevert. Maatschappelijke doelen zijn moelijker in cijfers uit te drukken. Het gaat dan bijvoorbeeld om de vraag wat de openbare bibliotheek bereikt in de hoofden van mensen en in hun gedrag. Allerlei maatschappelijke trends in ogenschouw nemend komt de heer Huysmans tot de conclusie dat er in Nederland voor de bibliotheek van de toekomst drie denkrichtingen mogelijk zijn: de retailbibliotheek - gericht op het maximaliseren van de boekenuitleen, het huis van de gemeenschap –
vooral gericht op de maatschappelijke meerwaarde van de bibliotheek en de bibliotheek als digitaal knooppunt – via een landelijk web alle informatie beschikbaar stellen. Voor de heer Huysmans is de ideale bibliotheek van de toekomst de bibliotheek die structurele samenwerking met diverse partners zoekt, op het gebied van onderwijs, cultuur, zorg & welzijn, media en erfgoed. Dit vraagt om een herpositionering van de openbare bibliotheek in het publieke domein. De laatste jaren is er een groeiende vraag naar de bibliotheek als studie- en verblijfsplek: een plaats waar het rustig is en waar je niet gestoord wordt door sociale media. Daarnaast zou de rol van de openbare bibliotheek in de participatiesamenleving goed doordacht moeten worden en kan de bibliotheek fungeren als maatschappelijk platform. Vragen - Hoe kan de bibliotheek betrokken worden bij de uitvoering van de nieuwe taken van de gemeente? Antwoord: Een voorbeeld daarvan zou kunnen zijn een loket voor de jeugdzorg in de bibliotheek. - De bibliotheek als centraal punt voor informatie verzamelen via het web. Is het personeel van de bibliotheek daar wel voor opgeleid? Antwoord: Nee, over het algemeen niet. Op landelijk niveau echter kan een klein specialistisch team daar ver mee komen. 3. Inleiding door de heer Bethlehem, directeur bibliotheek NO-Friesland: Bibliotheken in Friesland: lokale oplossingen, verbonden in een netwerk. De bezuinigingen die van drie kanten op het bibliotheekwerk afkwamen (op gemeentelijk, provinciaal en landelijk (gemeentefonds) niveau) waren aanleiding voor het ontwikkelen van een nieuwe visie op de toekomst. Het rapport Meijer uit 2002 geeft al aan dat de oplossing voor de toekomst gezocht moet worden in opschaling. Omdat iedere gemeente vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid plannen gaat maken en daardoor een wildgroei in de organisatie van het bibliotheekwerk ontstaat, is een regionale aanpak opgezet die het mogelijk maakt gemeentegrenzen overstijgend spreidingsbeleid te maken rond bibliotheekvestigingen. Dit heeft in Noordoost Friesland geresulteerd in een fusie tot 30 gemeentelijke bibliotheekorganisaties en 6 regionale organisaties en een beleidsvisie die 3 lijnen onderscheidt: de fysieke bibliotheek (spreidingsplan, winkelformule), de educatieve bibliotheek (bijvoorbeeld Kunst van lezen) en de digitale bibliotheek/ communicatie. Deze reorganisatie heeft veel van de organisatie gevraagd. Gestreefd is naar de beste prijs/kwaliteitsverhouding - rekening houdend met de wensen van gemeenten en inwoners - en naar een platte organisatie met zoveel mogelijk klantcontacten. Bij de spreiding van het bibliotheeknetwerk moet rekening gehouden met de effecten op de klanten, de toekomst van de jeugd en de bediening van de verschillende leeftijdsgroepen. Per saldo is een besparing mogelijk met behoud van leden als kwaliteit geboden wordt op een locatie die bereikbaar is. 6 regionale organisaties hebben in 2004 het convenant Fries Bibliotheken Netwerk gesloten. De directeuren van deze 6 organisaties vormen samen het bestuur van de stichting Bibliotheekservice Fryslân. Het Netwerk probeert antwoorden te geven op vragen als: Vormen de bibliotheken een branche? Hoe homogeen of divers zijn gemeenten, inwoners/klanten en bibliotheken? Moet er gestuurd worden op hoofdlijnen of op uitzonderingen, lokaal of centraal? De heer Bethlehem sluit af met de woorden: If it is important to you, you will find a way. If it is not, you will find an excuse. 4. Sociale cohesie in de praktijk: de bibliotheek is meer dan een boekenkast Mevrouw Atsma, directeur van Bibliotheken Mar en Fean begint met de visie van Súdwest Fryslân: ‘Lezen is de basis; de bibliotheek is de stimulerende omgeving, de toegang tot informatie, een dynamische ontmoetingsplek én, heel belangrijk, onderdeel van de lokale gemeenschap’. De bibliotheek beweegt mee met de omgeving en reageert flexibel op veranderingen zoals minder middelen, krimp, vergrijzing, veranderende behoeften en digitalisering. Mevrouw Atsma noemt drie gemeenschappen waar op verschillende manieren met de veranderende omstandigheden is omgegaan. Zo is in IJlst uiteindelijk een oplossing gevonden met een bibliotheekfunctie/grand café in
het woonzorgcentrum Nij Ylostins, waarbij de gezamenlijke doelstelling van reuring en integratie van doelgroepen gehaald is. Ook in Witmarsum is gekozen voor een bibliotheekfunctie in een woonzorgcentrum. Deze is minder breed opgezet maar de nabij gelegen bibliotheek in Bolsward heeft haar openingstijden verruimd en in 2017 zal deze ondergebracht worden in het cultuurhuis ter plaatse. In Koudum tenslotte, een plaats die erg veel moeite gehad heeft met de herindeling, is besloten de bibliotheek in het MFC te behouden. In samenwerking met Dorpsbelang zal daar met vrijwilligers gewerkt worden. In alle drie de voorbeelden hebben de oplossingen geleid tot aanzienlijke bezuinigingen t.o.v. de oorspronkelijk situatie. Alle tot tevredenheid van de lokale bevolking, omdat de alternatieven ook in samenwerking met de gemeenten en plaatselijke bevolking tot stand gekomen zijn. De heer Malschaert, directeur Bibliotheek Service Friesland vertelt over het dorpsportaal Burum waarin ook een boekenfunctie is ondergebracht. Het dorpsportaal is een interactief digitaal dorpsplatform met een aantal diensten op het gebied van zorg en welzijn en een virtueel loket. Het is ontwikkeld om de sociale cohesie van Burum te versterken. Het project bestaat sinds 2013, is met provinciaal geld mogelijk gemaakt en wordt mogelijk over de hele provincie uitgerold. Burgers konden middels een enquête aangeven waar zij behoefte aan hadden. Hier kwam onder meer uit dat er een klussenbank op moest staan en ‘iets met boeken’. Dit laatste heeft geleid tot een mogelijkheid van boekenruil tussen burgers onderling, een boekenkast in het dorpshuis, en een koppeling met de bibliotheek. Voor meer informatie: www.burum.openportaal.nl of www.vitalruralarea.eu. Mevrouw Lieuwens, directeur van de OB De Pols in Tijnje vertelt over haar ervaring met het leesbevorderingsproject in Opsterland: een samenwerking van bibliotheek, gemeente en de scholen. Het project heet De Kunst van het Lezen en bestaat uit een schoolmediatheek, een boekenkast die halfjaarlijks tussen de scholen rouleert en de ondersteuning van een bibliotheekmedewerkster. Het doel is om de aandacht te vestigen op lezen, het lezen te bevorderen, ouders te stimuleren om samen met hun kinderen te lezen en om plezier in lezen over te brengen. Op OB De Pols is in de 5 jaar dat de school meedraait in dit project echt een leescultuur ontstaan en zowel in onder- als bovenbouw laten de leestoetsen een stijgende lijn zien. Vragen - Zie je kansen voor de bibliotheek in de toekomst? Antwoord: 1. Aandacht besteden aan het voorschoolse traject, voorkomen dat kinderen met achterstand binnenkomen 2. Aandacht besteden aan de zomerdip: dingen bedenken waardoor kinderen ook in de zomervakantie blijven lezen. Na de pauze is er gelegenheid voor discussie. In het forum nemen plaats: mevrouw Meyerman (directeur Smallingerland), de heer Malschaert, de heer Bethlehem en de heer Huysmans. Voorschoolse begeleiding Mevrouw Meijerman noemt als voorbeeld Boekstart, het koffertje met voorlichting over (het belang van) voorlezen en lezen. Onder andere in het consultatiebureau wordt daar aandacht aan besteed, en bij de kinderopvang en peuterspeelzalen. Het is een belangrijk project en loopt goed. De heer Huysmans merkt op dat het gevaar van zo’n koffertje is dat de mogelijkheid bestaat dat de kloof tussen lezers en niet-lezers groter wordt: dat de kinderen die het niet erg nodig hebben er het meest van profiteren. Ouders die niets met lezen hebben halen zo’n koffertje vaak niet op. Wat je nog meer zou kunnen doen is via de school de ouders benaderen. De consultatiebureaus kunnen het niet alleen. Voor de gemeenten ziet hij hier geen rol, het moet niet te verplichtend worden.
Sociale cohesie – de combinatie met instellingen, scholen en dorpshuizen Wat zijn de mogelijkheden voor het bestuur? Wat zijn de moeilijkheden? De heer Bethlehem: Tijd is een probleem, en de gebouwen. Het duurt een tijd voor er een visie ontwikkeld is en alle kikkers in de kruiwagen zitten. Kleinere projecten zouden sneller kunnen, tijdsdruk versnelt een proces ook. Interactie met sociale met maatschappelijke voorzieningen. Mevrouw Vasbinder vraagt naar voorbeelden van samenwerking met private partijen. De heer Huysmans antwoordt dat de presentatie van mevrouw Atsma al enkele mooie voorbeelden gaf. Daarnaast zijn er voorbeelden van een bibliotheek in een bankgebouw, in schoolgebouwen, zorgcentra. Er zijn ook bibliotheekbussen met een mediatheek erin. De heer Malschaert vertelt over de Rabobank die in Zeeuws Vlaanderen een interesse gericht lezen project gesponsord heeft. Ook noemt hij de samenwerking met woningbouwverenigingen, Mevrouw Meijerman zegt dat in Drachten instellingen ruimtes kunnen huren voor lezingen en dat er activiteitenprogramma’s worden opgezet. Er is ook een goede horecafunctie. Mevrouw De Vries noemt de stadsdeelraad van Rotterdam die flexwerkplekken in de bibliotheek heeft. Mevrouw Atsma noemt Bolsward en Workum waar in de stadhuizen die hun functie kwijt zijn cultuurhuizen worden gevestigd. Op de vraag wie gebruik zouden kunnen/willen maken van commerciële ruimten wordt het muziekonderwijs genoemd, en meer in het algemeen: zzp-ers. De bibliotheek in Schiedam die contacten heeft met veel partijen, onder andere met een begrafenisonderneming. Ook Ameland wordt genoemd waar de functies van kruidenier, VVV en bibliotheek in één gebouw elkaar versterken. Medewerkers van de VVV zijn tevens geschoold als bibliotheekmedewerker. De bibliotheek van Eindhoven wordt genoemd, waar lokale ondernemers een plek hebben in het gebouw van de bibliotheek. De bibliotheek van Leeuwarden kent het initiatief BiebWERK(t) activiteiten, waarbij lokale ondernemers ruimte in de bibliotheek gebruiken voor coachingsgesprekken, juridisch advies, loopbaanadvies etc. Dit loopt goed. Het stadsstudiecentrum dat niet lang geleden op de begane grond geopend is was een gat in de markt: al om half negen komen de eerste mensen binnen. De heer Looper van Tresoar wijst erop dat er te weinig uitwisseling van doelgroepen plaatsvindt. Tresoar zou podia van bibliotheken kunnen gebruiken om gezamenlijk te programmeren. Mevrouw Meijerman antwoordt dat Drachten dat programmeren juist samen met andere partners wil doen en nodigt Tresoar uit om daarbij te helpen. De bibliotheek als culturele broedplaats Is er een rol voor de bibliotheek bij de ontwikkeling van Culturele Hoofdstad? Mevrouw De Vries antwoordt dat dat zeker het geval is. Bibliotheken kunnen daar een rol spelen. Er wordt een evenementenplanning gemaakt, de programmering moet goed op elkaar afgestemd worden. Bibliotheken kunnen daar volop in meedoen. Ook in het experimenteren, daar passen de bibliotheken met hun technologieën goed in, zoals met het dorpsportaal. De heer Feitsma ziet vooral ook een rol bij het ontsluiten van informatie in de provincie en het hele land. Culturele Hoofdstad kan gebruik maken van de kennis van de medewerkers op digitaal terrein. De heer Malschaert merkt op dat de digitale overheid vorm moet gaan krijgen. Deze ontstaat niet zomaar. Mensen kunnen nog steeds niet alles digitaal organiseren. Mediacoaches van de bibliotheek kunnen burgers helpen met die digitale overheid. De heer Huysmans ziet een taak voor de bibliotheek bij het ontwikkelen van applicaties voor burgers. De heer Tiemersma noemt tot slot de kennisontwikkeling en de uitdaging om nieuwe mogelijkheden steeds verder vorm te geven.
Afsluiting De heer Van Klaveren sluit de bijeenkomst af. Er is vooral over de inhoud gesproken vandaag: de bibliotheek van de toekomst is een bibliotheek van de mienskip en heeft een belangrijke rol in de sociale cohesie. Dat lijkt een van de belangrijke trends voor de bibliotheek van de toekomst. De komende tijd zal de bibliotheek zich noodgedwongen versneld ontwikkelen. Van Klaveren bedankt alle deelnemers voor hun aanwezigheid en spreekt de verwachting uit dat met deze bijeenkomst tussen een aantal deelnemers contacten zijn gelegd.