Verslag Startbijeenkomst 1 december 2009
GroeiKracht-wijken Samen werken aan voedselproductie en buurtmoestuinen in de gemeente Utrecht
Inleiding Vanaf september 2009 is hard gewerkt aan het project GroeiKracht-wijken. Belangrijkste doel van het project was het organiseren van een bijeenkomst op 1 december, waar 30-50 mensen op af zouden komen en waar een nieuw buurtmoestuin-initiatief en een samenwerkingsverband uit voort zou komen. Het adressenbestand dat we opbouwden bestond uit ongeveer 175 adressen. Een deel daarvan is nagebeld om de aandacht op de uitnodiging te vestigen en om te vragen die door te sturen. Veel mensen hebben toegezegd dat te doen. Het samenstellen van de adressenlijst heeft veel tijd gekost, omdat allerlei doelgroepen benaderd moesten worden waar we nog weinig of geen contact mee hadden. Na de aanmeldingen vergde de juiste mix in de werkgroepen extra aandacht om zo de kans op nieuwe initiatieven zo groot mogelijk te maken. Terugkijkend kunnen de we zeggen dat de doelstellingen ruim gehaald zijn. We zijn trots op het programma (sprekers, voorzitter Chris Zijdeveld, de inhoud en de deelnemers), er waren ongeveer 70 mensen (we hebben zelfs een aantal mensen moeten weigeren) en het lijkt erop dat er meerdere initiatieven/werkgroepjes uit voortkomen. Wethouder Den Besten steunt het initiatief, we kregen veel complimenten, er was veel enthousiasme en alles was strak georganiseerd. We waren blij dat een tiental bewoners aanwezig waren, vertegenwoordigers van de gemeente, GG&GD, woningcorporaties, volkstuinwereld, adviesbureaus, InnovatieNetwerk, LEI en mensen van buiten Utrecht die inspiratie kwamen opdoen om ook elders buurtmoestuinen op te zetten. Helaas was er niemand uit het welzijnswerk/opbouwwerk aanwezig. De organisatie heeft extra moeite gedaan om deze belangrijke doelgroep erbij te krijgen. Personeelstekorten en bezuinigingen bleken de oorzaak te zijn om niet te komen, niet een gebrek aan belangstelling. De meeste mensen maakten gebruik van de ‘Utregse lunch’ die werd verzorgd door Mildred Denneboom (zij doet ook de catering van de kantine van volkstuinvereniging De Hoge Weide). Een groot deel van de ingrediënten kwam uit de regio Utrecht. De locatie van het NIVON centrum was ideaal voor deze bijeenkomst. De bezoekers konden een rondleiding krijgen van de bestuursleden van Volkstuinvereniging Briljant en Nieuw Rotsoord, waar veel groenten, fruit en kruiden worden verbouwd. De zaal was in stijl aangekleed met groenten en bewerkte producten uit de moestuin van Louis de Jel, producten van Nieuw Rotsoord en foto’s van tuinierende mensen. Na afloop kregen de wethouder, voorzitter en sprekers een mooi opgemaakte mand met producten van Nieuw Rotsoord: honing, pesto, kruidenolie en degelijke. De afsluitende borrel werd druk bezocht. Men kon verschillende De Leckere speciaalbieren uit De Meern proeven, sapjes met Lekker Utregs keurmerk, Utrechtse kazen e.d. Stichting Aarde, Milieucentrum Utrecht en Milieupunt Overvecht waren al met al meer dan tevreden. Na de Startbijeenkomst maakten we het verslag en het financieel overzicht. Ook verstuurden wij een uitnodiging voor een vervolgbijeenkomst op 19 januari en werd een eerste afspraak gemaakt voor een mogelijk moestuinproject in Kanaleneiland. Louis de Jel Utrecht, december 2009 (aangevuld februari 2010)
1
Verslag Startbijeenkomst Welkom Chris Zijdeveld vertelt over zijn ervaringen als oud-wethouder van Schiedam met het vrijgeven van gemeentelijk groen aan bewoners en de beleving van eigen en seizoensproducten. Aanleiding en doel van de bijeenkomst Louis de Jel legt uit dat deze startbijeenkomst voortkomt uit twee succesvolle projecten: Lekker Utregs en de buurtmoestuinen in de krachtwijk Crabbehof in Dordrecht. Lekker Utregs gaat om het bereikbaar maken van voedselproducten van boeren in de regio Utrecht. In Dordrecht is Stichting Aarde betrokken bij twee buurtmoestuinen midden tussen de flats. Het opbouwwerk speelt hier een centrale rol. In de stad Utrecht zou veel meer voedsel geproduceerd kunnen worden en daarvoor is het project GroeiKracht-wijken van start gegaan. Het doel van de bijeenkomst: 1. activeren: afspraken maken om samen buurtmoestuinen te gaan realiseren 2. informeren: wat is stadslandbouw? Wat gebeurt er op dit gebied in en om Utrecht en hoe kunnen we deze initiatieven versterken? Opening door wethouder Den Besten Rinda den Besten opent officieel. Zij is als wethouder op vele terreinen actief maar benadrukt met name het belang van goede volksgezondheid, natuur en educatie. Zij vindt dit een belangrijke bijeenkomst. Stadslandbouw is tegenwoordig op veel plekken in Nederland aan de orde. Daarnaast heeft met name Utrecht een lange tuindersgeschiedenis. Kinderen moeten weten waar voedsel vandaan komt. Bovendien is gezond voedsel zeer nodig in met name de krachtwijken, waar na verhouding obesitas veel voorkomt. Het sluit ook aan bij de Olympische doelstelling om over 5 jaar de gezondste jeugd van Europa te hebben. Met alle initiatieven die vanmiddag besproken gaan worden, wordt hopelijk hetzelfde doel bereikt: kinderen laten opgroeien in een buurt waar gezond voedsel zichtbaar is. Voorzitter Chris Zijdeveld: “U ziet hier een wethouder die haar nek uitsteekt". Presentatie buurtmoestuinen Dordrecht Mevrouw Güzel vertelt over haar ervaringen met de buurtmoestuinen in de wijk Crabbehof. Voorheen kwam zij weinig buiten, zat de hele dag voor de TV, at ongezond (veel) en sprak weinig mensen. Sinds zij bij het buurtmoestuinproject is betrokken is zij er bijna elke dag te vinden. Volgens haar werkt het therapeutisch: iets te doen hebben (dagbesteding), elkaar (buren) ontmoeten, praten, beweging en gezond voedsel. Iedereen is er blij mee. Opbouwwerkster Aliek van den Berg vertelt over het ontstaan. Zij heeft een groepje mensen gestimuleerd om een tuintje te beginnen en fungeerde daarbij als smeerolie. Kansen aangrijpen om contact met elkaar te leggen is stap 1. Als een paar mensen enthousiast zijn geworden, komen daar nieuwe ideeën uit voort en volgen er meer. Deze mensen leefden nog geïsoleerder dan de eerste groep maar worden via via dus ook bereikt. Het geheel schept verbinding en werkt dus therapeutisch. Het project verliep met vallen en opstaan: er werden in het begin wel plantjes uit de grond getrokken maar nu er een hek staat is dat minder. Hoe zijn de buurtmoestuinen ‘verkregen’? Een deel is in bezit van de woningcorporatie en een deel van de gemeente. Deze wilden het wel proberen en hadden dus vertrouwen. Het hek komt ook van de woningcorporatie al heeft Aliek wat geschoven met geld (het geld was officieel niet bedoeld voor een hek). Er worden op de tuintjes geen chemische middelen gebruikt. Een composthoop maken is geprobeerd maar dat werd een rommeltje. Belangrijk bij dit project: leg de lat niet te hoog: dit resultaat (de tuintjes) is al zo mooi. Is een gezamenlijk bewerkte tuin mogelijk? Wel mogelijk, maar zeker niet vanzelfsprekend!
2
Presentatie buurtmoestuinen Delft Tilly vertelt hoe het gaat in De Poptahof. Deze wijk wordt geherstructureerd. Er wonen veel allochtonen en Tilly zag dat dit tot veel verwarring en angst zou leiden bij de veelal allochtone bewoners die de taal slecht spreken en niet bekend zijn met dit soort ingrijpende projecten. Tilly heeft de woningcorporaties en de gemeente gevraagd om grond te krijgen voor buurtmoestuinen om de mensen naar buiten te krijgen. Op deze manier zou er vanzelf contact ontstaan en wordt de taal levend. Na 2 jaar praten lukte het, in 2005. Vervolgens werden er deelnemers gezocht. Er moesten volgens haar ook Nederlandse families bij om te kunnen integreren. Het krijgen van een tuintje is laagdrempelig: taal en cultuur zijn onbelangrijk, kom naar buiten en maak contact. 32 families hebben een tuintje en er was meteen een wachtlijst. Komt er ruimte voor tuintjes na de sloop? Nee, de sloop was bij aanvang bekend en de tuintjes waren communicatiemiddel. Tip van Chris Zijdeveld: wanneer er gesloopt gaat worden in de wijk, zoek naar het stedenbouwkundig plan: er wordt vaak meer aandacht besteed aan groene middenbermen dan aan tuintjes. Hoe worden de tuintjes schoongehouden? Er is sociale controle, de mensen houden het zelf schoon. Er is ook geen hek nodig. Pauze Na een korte pauze starten drie werkgroepen buurtmoestuinen (Overvecht, Zuid en Zuidwest/Leidsche Rijn) en een bijeenkomst met presentaties van Utrechtse stadslandbouwinitiatieven.
Werkgroepen buurtmoestuinen 1. Werkgroep Overvecht Elma Roelvink, actieve bewoonster Ursula Heerma, medewerkster NMC Utrecht Hans Kraaijkamp, medewerker NMC Hera Borst, gezondheidsvoorlichting GG&GD René Röell, coöperatie voor permacultuur Monique Wijn, de Godin, eetbaar landschap Wim Goedvolk, assistent wijkmanager Overvecht Taco Blom, permacultuur Fort de Gagel Saskia Bantjes, tuinierster Elleke Steenbergen, medewerkster Forum Berny van de Donk, woningcorporatie Mitros Ellen Alzer, milieupunt Overvecht (verslag) (bewoonster Yvonne Leeuwrik was ziek) Na een voorstelrondje waarin iedereen kort vertelde wie hij/zij was en waarom hij/zij hier aanwezig was kwamen al meteen de eerste standpunten op tafel. Alle aanwezigen zijn groen- en natuurliefhebbers en vinden het erg belangrijk dat de wijk kansen biedt voor activiteiten in het groen. Berny van de Donk vindt dat het zeker gecombineerd moet worden met scholen. Hans Kraaijkamp weet te vertellen dat in Utrecht 2000 kinderen meedoen met tuinieren op de locaties van NMC (Natuur en MilieuCommunicatie, groep van de dienst Stadswerken). Hij weet ook dat scholen het liefst tuinieren bij school en liever niet te ver van school af zitten. Wim Goedvolk vindt dat we rekening moeten houden met een omslag. Vroeger was groen in de wijk vooral bedoeld om naar te kijken. Nu willen we het graag een functie geven.
3
Meerdere mensen kennen een succesvol project uit Den Haag waar bewoners tuinieren op hun balkon. Met heel weinig middelen zijn mooie resultaten te halen. Lekker dichtbij huis. Ellen denkt dat het sociale aspect dan minder tot zijn recht komt omdat ieder op zijn/haar eigen balkon blijft. Verschillende sporen en verschillende aanknooppunten gebruiken lijkt de meeste kansen te bieden. Gezonde voeding is iets dat sterk leeft en waar de GG&GD veel aandacht aan besteedt. In de buurtflats (flatwoning die de corporatie vrijmaakt als ontmoetingsruimte voor bewoners) zou hier aandacht aan gegeven kunnen worden. Liefst in combinatie met de kookgroepen die in sommige buurtflats al draaien. Belangen botsen soms. Basisschool de Schakel krijgt als eerste school in Overvecht een nieuwe school met plein. De school wil het liefst het plein inrichten voor de buurt, eventueel met tuintjes. Maar het schoolbestuur wil vanwege de veiligheid en inbraakkans een zo hoog mogelijk hek rond het plein. Dat gaat niet goed samen. Iemand vertelt over het groene spelen. Groen op een schoolplein zou de concentratie van de kinderen doen verbeteren en hun meer uitdagen tot bewegen en fantasierijk spel. Eigenlijk zou op een nieuw aan te leggen schoolplein een vast percentage groen verwerkt moeten worden. Ook wordt er gezegd dat de boeren in Westbroek en aan de Kooidijk betrokken kunnen worden bij de nieuwe initiatieven. Zij hebben de expertise en vinden het misschien prettig als ze die kunnen inzetten. Per 1 januari zou de permacultuurtuin bij Fort de Gagel van start gaan, volgens planning. Er liggen in Overvecht een aantal stukken die geschikt zouden zijn voor (moes)tuinieren. Wim Goedvolk van het Wijkbureau benadrukt dat er veel mogelijk is. Elma Roelvink zou graag een Transition Town ( www.transitiontowns.nl) groep in Overvecht starten. Hiervoor zoekt ze enthousiastelingen. Voorlopige afspraak: We maken drie groepen met ieder een eigen thema en plannen dan een nieuwe bijeenkomst. Groep schooltuinen: Berny van de Donk, Wim Goedvolk en Sybille Hille (of Hera Borst). Carolien Verhoef (directeur openbare basisscholen Overvecht) wordt hierbij gevraagd. Groep balkontuinen: Elma Roelvink, Elleke Steenbergen, Taco Blom, Saskia Bantjes, Hera Borst en Ursula Heerma. Groep buurtmoestuinen: Saskia Bantjes, Yvonne Leeuwrik?, Ellen Alzer, Wim Goedvolk (denkt mee) 2. Werkgroep Utrecht Zuid Verslag: Dymph Kanne Samen met een vijftiental actieve deelnemers is intensief besproken welke voorwaarden bepalend zijn voor het opstarten van een buurtmoestuin. De belangrijkste voorwaarden zijn: Er moet een persoon zijn die zich verantwoordelijk voelt voor en de trekker is van. Dit kan een bewoner zijn (dit heeft de voorkeur) of een betrokken welzijnswerker. Deze persoon moet een lange adem hebben en bereid zijn om veel tijd te steken in de voorbereiding. Hiernaast is het noodzakelijk om de medewerking te hebben van de gemeente en woningbouwcorporaties. Zij moeten een stuk grond beschikbaar stellen en bereid zijn hierin te investeren. De tuinen hoeven niet groot te zijn, zes tot acht vierkante meter levert vaak al een goed resultaat op, deze tuinen zijn er namelijk meestal niet primair voor de opbrengst maar vooral voor het bevorderen van sociale contacten in de wijk. Om sommige tuinen staat een heg en om andere een hek. Dit is vooral om de honden en voetballende kinderen uit de tuin te houden. Natuurlijk verdwijnt er wel eens een tomaatje,
4
maar dat gebeurt op alle volkstuinen en de aanwezigheid van een hek kan dit niet tegenhouden. De bewoners die uitkijken op de tuin of wiens huis eraan grenst moeten ook de voordelen inzien, als zij dit niet allemaal doen is het een goed idee om als de oogst klaar is een feest te houden waarbij ook zij zijn uitgenodigd, zodat ze kunnen meegenieten van de opbrengsten uit de tuin en de voordelen ervan in gaan zien. Een van de werkgroepdeelnemers, een bewoner van Hoograven, voelt zich geroepen om te kijken of er mogelijkheden zijn voor een tuin in haar wijk. Milieupunt Zuid zal (in de tijd die haar nog gegeven wordt door de gemeente) kijken hoe zij ondersteund kan worden. De mensen van Nieuw Rotsoord zullen contact opnemen met Marokkaanse dames en peilen of er animo is bij hen voor een tuin in de wijk. 3. Werkgroep Zuidwest en Leidsche Rijn Er waren een paar deelnemers uit Leidsche Rijn. Deze zijn toegevoegd aan de werkgroep Zuidwest (Kanaleneiland). Ad van der Linden (gemeente, secretaris OVU) Rianne van der Veen (Transition Towns Leidsche Rijn) Marjan Schuring (Resto VanHarte) George Korendijk (Resto Van Harte) Marije van Lier (woningcorporatie Bo-ex) Sander Coumou (woningcorporatie Bo-ex) Mildred Denneboom (cateringbedrijf) Yvonne Bruijning (Groenontwerp) Donna Kromwijk (woningcorporatie Mitros) Lo van Bommel (bewoner Leidsche Rijn) Aliek van den Berg (Dordtse WelzijnsOrganisatie) Mevrouw Güzel (tuinster buurtmoestuinen Crabbehof) Arie Bosma (Milieucentrum Utrecht) (verslag) Aliek zit voor. Wat we vanmiddag graag willen dat we op basis van het hetgeen we gehoord hebben en wat jullie meebrengen aan mogelijkheden en enthousiasme we uit elkaar gaan met concrete afspraken. Sander Coumou geeft aan dat de woningbouwcoöperaties geprobeerd hebben de mensen te interesseren hun tuinen goed te onderhouden. Omdat ze geen centraal aanspreekpersoon hadden, hebben ze ervoor gekozen om deur aan deur mensen uit te nodigen voor een bijeenkomst (met kleurplaten, cadeautjes, etc.). Hoewel de respons aan de deur goed was, kwamen er uiteindelijk toch maar weinig bewoners op af. Dit beeld wordt bevestigd door Donna Kromwijk van Mitros. Aliek reageert dat we te ongeduldig zijn. Het heeft haar 3 jaar gekost om mensen over de streep te trekken. Het opbouwwerk in Crabbehof zet regelmatig op een pleintje een uitnodigend ‘buurtterras’ neer: tafels en stoelen met koffie, limonade en lekkere hapjes. Dit is een prachtige, laagdrempelige manier om buurtbewoners uit alle landen van de wereld te bereiken. Van het een komt het ander, want zeker voor allochtonen is het participeren in zoiets als een buurtmoestuin een hele stap. Centraal moet vooral de vraag staan: wanneer vinden mensen het leuk? Verder is het van cruciaal belang sleutelfiguren te vinden die je de ingang geven tot een netwerk. Lo van Bommel wil vanuit Transition Towns, dat de rol van zelfvoorziening erg hoog prioriteert, een moestuinproject in Leidsche Rijn beginnen, samen met Rianne van der Veen. Liefst volgens de principes van de permacultuur.
5
Ad van der Linden geeft aan dat de gemeente open staat voor dergelijke intitatieven. Met name in Leidsche Rijn. Als er concrete voorstellen zijn wil hij ze bespreken en helpen van de grond te tillen. George Korendijk zou het fijn vinden als er een initiatief komt waarbij hij in zijn restaurant zoveel mogelijk ingrediënten uit de buurtmoestuinen kan gebruiken. Mildred Denneboom (uit Almere) komt vaak op de moestuin van haar zoon op De Hoge Weide. Wat haar bijzonder aanspreekt is de sociale interactie. Ook het feit dat men elkaar aanspreekt op rommel e.d. is volgens haar winst. Mw. Güzel bevestigt dit en benadrukt hierbij ook het activeringsaspect, dat zeker in haar moestuin belangrijk is. Aliek wijst er op dat, wil een project voor nieuwe buurtmoestuinen succes hebben, dat er bottom-up gewerkt moet worden. Na de bijeenkomst zijn er afspraken gemaakt tussen: - Donna Kromwijk en George Korendijk - Lo van Bommel, Rianne van der Veen en Sander Coumou
6
Presentaties stadslandbouw Roland Pereboom (Milieucentrum Utrecht) is voorzitter van deze bijeenkomst waar ongeveer 30 mensen op af zijn gekomen. Mariken Heitman maakte verslag. Pergola-associatie De Aardvlo Michel Smits vertelt dat hij eerst niet wist of hij wel bij ‘stadslandbouw’ hoorde. Bij nader inzien hoort zijn bedrijf er inderdaad wel bij: de afstand tot de stad is gering en hij heeft klanten, vrijwilligers en bezoekers uit de stad. De Aardvlo is ooit begonnen als coöperatie. In 1985 verhuist de coöperatie naar de oude moestuinen van Amelisweerd en in 1995 wordt de coöperatie een stichting en een bedrijf. In 1998 wordt er begonnen met een pergola groente abonnementensysteem. Dit houdt in dat de betrokkenheid tussen tuinder en klant veel groter is: er is een gelijke oogstdeling, klanten mogen meewerken, er zijn activiteiten zoals een pompoenoogstfeest, er wordt vooruit betaald door de klanten, etc. Vooralsnog wordt er nauwelijks reclame gemaakt en groeit de Aardvlo gestaag. Gat in de markt? Wordt er intensief geteeld? Nee, er wordt een vruchtwisseling van 1 op 6 aangehouden waarbij dus op 1/6 deel van het land jaarrond een groenbemester wordt geteeld. In de winter staat overigens op alle percelen groenbemester. Verder wordt er enkel bemest met biologische mest en eigen compost. Worden er workshops gegeven door de Aardvlo? Michel is bereid mee te werken. Zo geeft hij binnenkort weer een praatje op een pergola bijeenkomst. Is het haalbaar dat Utrecht groen gaat eten? Ja, wel meer in ieder geval. Regioproducten zijn in opkomst. Ook de Aardvlo is de laatste jaren meer erkend. Kantine Schapenstal/stichting A12NU Stefan Bendiks is stedenbouwkundige en betrokken bij dit project dat is geboren uit het idee dat er rond de A12 veel onbenutte gebieden liggen. Centrale vraag: wat kunnen we met dit gebied? Samen met overheden en bewoners is er naar deze vraag gekeken. Kantine Schapenstal is een van de projecten die hieruit voortgevloeid is. Men gaat uit van de al bestaande faciliteiten in het gebied. Zo bevindt zich op Papendorp een bedrijventerrein en volkstuinencomplex De Hoge Weide. Hier is Mildred Denneboom actief met de verkoop van lunches aan de zakenmensen. Dit is een mooi initiatief, maar hoe kun je dit op een hoger plan tillen? Mensen moeten elkaar kunnen ontmoeten, stimuleren, er moet naar synergie gezocht worden. Mildred’s initiatief werd uiteindelijk vergroot. De groene zones rond de A12 kunnen begraasd worden door schapen. Bewoners en kantoormensen ontmoeten elkaar in dit stalcomplex, waar ook moestuinen zijn en waar geluncht kan worden: een plek van ontmoeting. Zoiets zou uitgebreid kunnen worden naar meerdere gebieden rond de A12, er is veel ruimte onbenut. Wat is nu eigenlijk de missie? Eerst was er weinig aandacht voor de zone, nu al veel meer. Verder willen ze bereiken dat er vanuit een andere aanpak naar een gebied gekeken wordt: niet van bovenaf kijken maar kijken naar wat er al is. Is het niet beter om vooraf te plannen, dan is de kans dat je later weg moet kleiner? Stadslandbouw moet een bestemming worden binnen bestemmingsplannen, dat is nu nog niet het geval. Verder is het noodzakelijk het belang van een dergelijk plan te onderstrepen: mensen kunnen elkaar alleen daar ontmoeten. Het is belangrijk dat de kantoormensen de filosofie mee naar huis nemen, ze komen er alleen tijdens de lunch? Vooralsnog is het ook al mooi dat er mensen zijn (Mildred) die er geld aan verdienen. Komt de stal er? Niet op korte termijn; de gemeente Utrecht houdt het tegen. Zo zijn er andere horecaondernemers die rechten hebben op het betreffende gebied: Mildred wordt slechts gedoogd.
7
Permacultuurtuin Utrecht Noord Bas den Boer heeft het niet zozeer over stadslandbouw als wel over een lokale voedseleconomie. Hun project streeft dan ook het volgende na: naar een lokale voedseleconomie als medicijn voor een gezondere samenleving in Overvecht. Vooralsnog gaat het hier om een plan en is men verder nog niet actief. Bij het bevorderen van belangrijke zaken zoals sociale samenhang en gezondheid, is voedsel (geproduceerd door bewoners) belangrijk. De focus ligt op de wijk Overvecht en met name het Noorderpark en fort de Gagel. Er is momenteel een herbestemming gaande voor fort de Gagel, bovendien is er veel groen in de wijk, wat doe je daarmee? Het plan is ontstaan om al het in aanmerking komende groen om te toveren tot eetbaar permacultuurlandschap, met behulp van de bewoners. Dit is een leuk idee, maar er zijn veel aspecten die een rol spelen in de besluitvorming: er moet sociale samenhang komen, betrokken organisaties moeten mee willen werken, gezondheid en voedselbereiding, beheer van de groene ruimtes, economie en organisatie (er moet geld voor zijn), politieke wil. Al deze zaken zijn geïsoleerde eilandjes, de vraag is hoe dit een systeem wordt. Dit vormt de uitdaging. De oogst zal zijn dat er met geringere kosten een toename van welzijn en welvaart bewerkstelligd zal worden. Is het echt mogelijk om al het groen eetbaar te maken? Ja, al weet den Boer niet hoe. Het moet geen vraag zijn of het lukt. Maar toch, hoe? Praktisch gezien schat den Boer dat het 2 jaar zou kosten. Is er al een voorbeeld van een permacultuurtuin in Overvecht? Ja, er zijn al tuintjes bij fort de Gagel, kom vooral kijken (er gaat een map met foto’s rond). Den Boer deelt dvd’s uit van een documentaire van de BBC over permacultuur. Van Voedselbank naar Voedseltuin Bas Janssens (onderzoeker van het LEI, lid bestuur stichting moestuinprojecten Maarschalkerweerd) vertelt over de geschiedenis van moestuin Maarschalkerweerd en dat men een nieuw project bedacht heeft voor een doelgroep die nu niet werkzaam is op die moestuin: er moet vers voedsel komen voor mensen met een laag inkomen die nu afhankelijk zijn van voedselbanken. Deze mensen zouden, door twee dagdelen te werken op een nieuwe moestuin, aan het eind van de week een eigen geteeld voedselpakket mee naar huis kunnen nemen. Door het LEI wordt nu een haalbaarheidsonderzoek gedaan: is de moestuin een concept voor de voedseltuin? Zijn er verschillen in exploitatie/investeringen? Zijn de condities voor een voedseltuin aanwezig? Verschil: de voedseltuin balanceert tussen sociale zaken/arbeid en landbouw, de moestuin balanceert tussen zorg en landbouw. De volgende randvoorwaarden moeten aanwezig zijn: het moet geen volkstuincomplex worden, het moet gaan om een specifieke doelgroep, de tuin moet open toegankelijk zijn, er moet professionele begeleiding aanwezig zijn, food for work, bereikbaarheid is van belang, de tuin moet dus in of nabij de stad liggen, local for local, gesloten kringloop, voedselveiligheid moet gegarandeerd zijn, de exploitatie moet net als de moestuin budgetneutraal zijn (dit betekent dat er waarde aan toegevoegd moet worden, zoals een café of winkel, er moeten winteractiviteiten zijn zoals plantsoenonderhoud, kerststukjes maken, etc., sociale aspecten zijn van belang (de tuin moet beleefbaar zijn, er moet draagvlak voor zijn), funding en organisatie (er moet geld komen en het moet geregeld worden). Wat doen jullie nu? Er wordt geïnventariseerd welke ideeën er nu zijn in Nederland, dat is een inspiratiebron. Verder is men nu bezig met het haalbaarheidsonderzoek. Wordt de voedseltuin een groene sociale werkplaats? Het project moet budgetneutraal zijn en van groen alleen lukt dat niet. Alles bij mekaar lukt het de moestuin Maarschalkerweerd bijvoorbeeld net. De tuin dreigt teveel een zorginstelling te worden. Is er niet teveel betutteling? Niemand wordt gedwongen om mee te werken op de voedseltuin. Is het haalbaar, de voedseltuin? Het is te vroeg om daar nu wat over te kunnen zeggen. Dit hangt van teveel zaken af. Er is wel potentie. Tot slot: het zou mooi zijn als al deze initiatieven op een bepaalde manier aan elkaar gekoppeld zouden kunnen worden.
8
Plenair: vragen, discussie en conclusies Chris Zijdeveld doet een oproep aan de aanwezigen: laat je niet ‘slachten’ door de gemeente, denk mee. Buurtmoestuinen kosten niet veel geld, worden door de bewoners ondersteund dus de kans bestaat dat de gemeente zich wel laat overtuigen. Vandaag is ook duidelijk geworden dat er in Utrecht al binnengebieden zijn die door de gemeente zijn vrijgegeven! Vraag aan de groepsvoorzitters: wat gaat er gebeuren? Dymph Kanne (werkgroep Utrecht Zuid): zij gaat met een paar buurtbewoners naar het wijkbureau om te vragen van wie bepaalde stukken grond zijn. Vervolgens gaan ze kijken wie er op een volkstuin wachtlijst staat, deze mensen willen misschien wel aan een buurtmoestuin beginnen. Rotsoord gaat ook bewoners zoeken die meer naar buiten willen. Ellen Alzer (werkgroep Overvecht): tijdens de workshop kwam naar voren dat men het belangrijk vindt om niet op 1 project te focussen. Er is een groepje dat zich vooral op tuinen voor kinderen wil richten: ze zullen contact zoeken met basisscholen, het wijkbureau en Mitros. Er is een groepje dat zich wil gaan inzetten voor balkontuinieren en er is een groepje dat moestuinen wil bij flats en gaat uitzoeken of er plannen zijn met de nu bestaande groenstroken rond flats. Aliek van den Berg (werkgroep Zuidwest/Leidsche Rijn): een oproep aan de aanwezigen: doe wat met de contacten die gelegd zijn, bundel je energie. Er zijn telefoonnummers uitgewisseld tussen een restaurant dat moestuinproducten wil gaan verwerken en Mitros. Roland Pereboom (Stadslandbouw): de 4 presentaties gingen over oude en nieuwe initiatieven, misschien kunnen deze gebundeld worden. Er wordt naar nieuwe kansen gekeken, onderzoek gedaan. Er kan meer. Bij de nieuwe verkiezingen moet stadslandbouw een grote campagne worden. Er zijn geen conclusies getrokken, wel kan er gezocht worden naar een manier om de verschillende projecten aan elkaar te koppelen. Louis de Jel geeft de deelnemers mee dat Stichting Aarde de nieuwe projecten wil versterken. Het doel is om komend jaar de eerste buurtmoestuin te realiseren. Het vervolg van GroeiKracht-wijken zal op 19 januari plaatsvinden, er zal dan hopelijk een samenwerkingsverband gesmeed worden. Auke Bakker voegt hieraan toe dat mensen hun buurtmoestuinen kunnen aanmelden bij www.buurtmoestuin.nl. Verslag plenaire gedeeltes: Mariken Heitman en Arie Bosma Eindredactie: Louis de Jel
Bijlage: Fotoverslag
9