Verslag over de werking in het jaar 2012
Benaming en doel De vzw West-Vlaamse Brandweerschool werd in de Algemene Vergadering van 23 juni 1999 omgevormd in de vzw “West-Vlaams Opleidingscentrum voor Brandweer-, Reddings- en Ambulancediensten" (afgekort vzw WOBRA). De vzw WOBRA heeft tot doel zich in te zetten voor de problematiek van de civiele hulpverlening en in het bijzonder voor opleiding, advies en organisatie in dat verband. Daartoe behoren in het bijzonder het onderricht in verband met het voorkomen en bestrijden van brand en aanverwante gevaren, het onderricht in verband met het toedienen van eerste hulp bij ongevallen en dringende medische hulpverlening, het onderricht bij het redden van personen en het onderricht inzake rampenbestrijding. Deze opsomming is niet limitatief. Personeel Er zijn drie voltijdse betrekkingen voor het secretariaat van het WOBRA. Een secretaris, en twee administratief medewerkers. Daarnaast is er een opleidingscoördinator voor de brandweeropleiding. Er werd in 2011 ook een fulltime technisch medewerker aangeworven. Er is ook een deeltijds (3/5e) coördinator voor de opleidingen en bijscholingen van de Hulpverleners-Ambulancier. Deze functie werd ingevuld door de detachering van een verpleegkundige uit het Jan Ypermanziekenhuis.
De opleidingen: De brandweeropleidingen Reguliere opleidingen: De brandweeropleiding is gereglementeerd door het Koninklijk Besluit van 8 april 2003 betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten. Voor haar opleiding beschikt het WOBRA over 6 lescentra gevestigd in brandweerkazernes van Brugge, Roeselare, Kortrijk, Oostende, Poperinge en Veurne.
de
In de centra Brugge, Roeselare en Kortrijk zijn er ook oefenkelders ter beschikking. Sedert begin 2009 gebruikt de vzw Wobra ook de infrastructuur van het Provinciaal Opleidingscentrum te Zedelgem voor specifieke brandweeropleidingen. In 2012 werden volgende opleidingen ofwel gestart ofwel afgewerkt, ofwel beide: Het brevet Brandweerman wordt jaarlijks georganiseerd en neemt 130 lesuren in beslag.
In 2012 waren er; 170 ingeschreven kandidaten; 4 annulaties voor de cursus en 12 cursisten gestopt tijdens de cursus Er werd opleiding gegeven in 7 lesgroepen; 133 geslaagden voor de volledige opleiding en bekwamen het brevet; Kandidaten bekwamen een slaagattest voor een bepaalde module; 6 slaagattesten voor Brandbestrijding, 13 slaagattesten voor Persoonlijke Bescherming, 5 slaagattesten voor Levensreddende Handelingen. Deze slaagattesten geven hen een vrijstelling voor desbetreffende modules. Grafiek resultaten Brandweerman 2012: Cijfers houden rekening met het aantal cursisten die hebben geannuleerd of gestopt zijn tijdens de cursus.
BM 2012: resultaten Inschrijvingen
147
132
BBHV
142 137
142
PEBE
LERE
127
Geslaagd
135 133
GIPO
154
133
Brevet
De opleiding Korporaal 2011/2012 werd aangevat in september 2011. De examens werden afgesloten met een 2° zittijd in februari 2012. Het brevet Korporaal wordt tweejaarlijks georganiseerd en neemt 80 lesuren in beslag; in 2011 waren er; 195 ingeschreven kandidaten, waarvan 8 annuleerden of zijn gestopt tijdens de opleiding; 7 groepen voor de verplichte modules Brandbestrijding en Hulpverlening en Pompen en Bedienen van Tuigen; 3 groepen voor de keuzemodule Pompbediening en Besturen van Voertuigen; 4 groepen voor de keuzemodule Reddingen; De examens 1° zittijd waren reeds afgelegd. De examens 2° zittijd werden gepland in februari 2012. 119 geslaagden voor de volledige opleiding en bekwamen het brevet; Kandidaten bekwamen een slaagattest voor een bepaalde module;
4 slaagattesten voor Brandbestrijding en Hulpverlening, 22 slaagattesten voor Pompen en Bedienen van Tuigen, 15 slaagattesten voor Pompbediening en Besturen van Voertuigen, 15 slaagattesten voor Reddingen Grafiek resultaten Korporaal 2012: Cijfers houden rekening met het aantal cursisten die hebben geannuleerd of gestopt zijn tijdens de cursus.
KPL 2011: resultaten Inschrijvingen 173
171 127
BBHV
143
POBT
Geslaagd 173
109
84
REDD
119 78 68
PBBV
Brevet
De opleiding Adjudant 2012 werd aangevat in maart 2012. Het brevet Adjudant wordt vierjaarlijks georganiseerd en neemt 100 lesuren in beslag; in 2012 waren er; 106 ingeschreven kandidaten, waarvan 3 annuleerden of zijn gestopt tijdens de opleiding; 3 groepen werden voorzien voor alle verplichte modules; Verbranding en Blussing, Gevaarlijke Stoffen, Brandbestrijding en Hulpverlening en Human Resources Manegement. 45 geslaagden voor de volledige opleiding en bekwamen het brevet; Kandidaten bekwamen een slaagattest voor een bepaalde module; 4 slaagattesten voor Verbranding en Blussing, 14 slaagattesten voor Gevaarlijke Stoffen, 20 slaagattesten voor Brandbestrijding en Hulpverlening, 29 slaagattesten voor Human Resources Management, Deze slaagattesten geven hen een vrijstelling voor desbetreffende modules.
Grafiek resultaten Adjudant 2012:
ADJ 2012: resultaten Inschrijvingen
101
101
99 44
VEBL
Geslaagd
58
GVST
96 64
BBHV
106 73 45
HURM
Brevet
De opleiding Technicus Brandvoorkoming 2012 werd aangevat in september 2012. Het brevet Technicus Brandvoorkoming wordt vierjaarlijks georganiseerd en neemt 90 lesuren in beslag en indien de kandidaten slagen moeten ze nog 50 uur stage lopen; in 2012 waren er; 27 ingeschreven kandidaten, waarvan 1 annuleerde is gestopt tijdens de opleiding; 1 groep werd voorzien voor alle verplichte modules. De examens gaan door, 1ste zittijd in januari 2013 en 2de zittijd in maart, april 2013. De resultaten zullen worden meegenomen in het verslag van 2013.
Specialisatieopleiding brandweerduiker: In 2012 werd opnieuw de opleiding brandweerduiker georganiseerd. Tot deze opleiding worden toegelaten: de duikers, lid van het brandweerkorps die bovendien voldoen aan de volgende voorwaarden; -
-
de kandidaat moet een medisch getuigschrift kunnen voorleggen bij inschrijving, de kandidaat moet houder zijn van een tweesterren sportduikbrevet van de wereldconfederatie van onderwateractiviteiten, CMAS, of gelijkwaardig, bij afleggen ingangsproeven, de kandidaat moet bij het afleggen van zijn ingangsproeven een afschrift van zijn sportduikbrevet kunnen afgeven, de kandidaat moet slagen voor de ingangsproeven die zowel in het zwembad als in open water worden afgenomen.
De opleiding omvat 48 lesuren, aangevuld met een stage van 10 duiken, zonder de examentijd. De opleiding 2012 werd gestart met 17 inschrijvingen. 2 annuleerden de cursus voor aanvang, 2 kandidaten slaagden niet voor de ingangsproeven en 1 kandidaat stopte de cursus. De kandidaat moet slagen in ingangsproeven, dit zowel in het zwembad als ook in open water. Op het einde van de cursus moet de cursist slagen voor een schriftelijke proef en praktijkproeven in open water. Uiteindelijk slaagden 12 kandidaten voor de examens en moeten nu nog hun stageduiken afwerken vooraleer ze hun getuigschrift brandweerduiker kunnen krijgen.
Provinciaal Opleidingscentrum voor Veiligheidsdiensten te Zedelgem: In de loop van 2009 werd te Zedelgem een Provinciaal Opleidingscentrum voor Veiligheidsdiensten opgestart. Intussen worden reeds heel wat opleidingen daar georganiseerd. 1° Technische Hulpverlening bij Verkeersongevallen voor korpsen Er werden in 2012, 16 dagopleidingen gegeven, telkens voor 8 deelnemers per sessie. Er werden in 2012, 128 deelnemers opgeleid. In het najaar werd een van onze instructeurs naar Duitsland gestuurd om daar een Internationale opleidingsweek mee te maken (de Rescue Days). Hierdoor wordt kennis en competentie bijgeschoold en kan dit worden doorgegeven naar onze instructeurs om zo onze opleidingen naar een hoger niveau te tillen. Een van onze instructeurs werd ook gevraagd van het KCCE om daar als piloot te fungeren, zijn kennis en know how te gebruiken, bij het opmaken van een opleiding Hybride voertuigen.
2° CFBT (Compartiment Fire Behaviour Training), houtgestookte container Er werden 26 instructeurs aangesteld voor deze trainingen. Deze instructeurs kregen 8 dagen opleiding. In 2009 hebben ze de theoretische opleiding van 3 dagen gekregen. In het voorjaar 2010 kregen ze allemaal nog eens 5 dagen praktijkopleiding, dit in 3 subgroepen. In 2012 hebben we 14 extra instructeurs bij opgeleid. Dit om te anticiperen op het aantal komende opleidingen en de werkdruk van de eerste poule instructeurs wat te verminderen. Deze training en opleiding ging ook door te Zedelgem waar de houtgestookte containers werden geïnstalleerd. AANTAL OPLEIDINGEN CFBT (houtgestookte container) In 2012 werden volgende opleidingen gegeven in de houtgestookte containers te Zedelgem: In tegenstelling tot voorgaande jaren werden vanuit het KCCE geen rechtstreeks gesubsidieerde opleidingen verdeeld aan de korpsen. Korpsen konden wel op eigen initiatief bij WOBRA opleiding komen volgen. WOBRA kan dan op haar beurt een subsidie aanvragen bij het KCCE. -
Voor de cursisten Brandweerman 2012 werden 25 dagopleidingen voorzien telkens voor 6 deelnemers, is 150 deelnemers; Vanuit onze brandweerkorpsen werden ook nog opleidingen geboekt. Er werden 26 dagopleidingen gegeven voor een totaal van 156 deelnemers. Er werd ook nog een sessie SAH voor bevelvoerders ingericht. Binnen de module Binnenbrandbestrijding werden voor deze sessie 4 dagopleidingen voor telkens 6 deelnemers ingericht en dit voor een totaal van 24 deelnemers
Er werden in 2012, 55 opleidingen CFBT gegeven aan 330 deelnemers. Internationale opleidingen CFBT: Van 10/09/12 tem 14/09/12 hebben 12 van onze instructeurs CFBT deelgenomen aan een internationale instructeursopleiding T-cell. WOBRA heeft op vandaag op twee attackcontainers waar CFBT trainingen worden gegeven. PIVO ( school Vlaams Brabant) heeft een multi-container opstelling gecreëerd, de T-cell, dit mede met een aantal instructeurs van WOBRA, die ook reeds een aantal buitenlandse opleidingen hebben gevolgd en zo heel wat expertise hebben opgebouwd. In dit opleidingsobject kan men een stap verder gaan en dit vooral om bevelvoerders te trainen in een realistische omgeving om vooral techniek en tactische vaardigheden aan te leren en te trainen. Het concept van een T-cell werd in Australië ontwikkeld door John Mcdonough.
Het is dan ook John, die samen met onze instructeur Karel Lambert, deze opleiding heeft verzorgd. Het is de bedoeling in de loop van 2013 bij WOBRA ook een T-cell te construeren, zodat wij ook aan de brandweerlieden van onze provincie dergelijke opleidingen kunnen aanbieden. In 2013 zal opnieuw een groep van 12 instructeurs van WOBRA een weekopleiding volgen. Dit om voldoende voorbereid te zijn om zelf bij WOBRA deze opleidingen te kunnen geven.
3° Oefeninstructeur: In het kader van de brandweerhervorming, vorming van de prezones, is een van de doelstellingen het uitwerken en opstellen van een vormingsplan, dit door de zonale Vormingscoördinator. Er werd van daaruit de vraag gesteld aan het WOBRA, om bijkomende oefeninstructeurs op te leiden, om daar de kennis en vaardigheden op te doen betreffende alle bruikbare tools in het kader van het oefenbeleid. In 2012 werden nog eens 3 sessies oefeninstructeur ingericht waarbij 75 instructeurs werden opgeleid gedurende 3 dagen. Dit om in het nieuwe format opleiding
brandweerman naar behoren te kunnen werken met de oefenkaarten en het oefenbeleid in de prezones verder te kunnen uitbouwen en ondersteunen. Hierbij krijgen deze lesgevers ook een pedagogische ondersteuning in het motiverend lesgeven. Deze opleidingen gingen door te Zedelgem. 4° 7° jaar integrale veiligheid: In het Technisch secundair onderwijs geeft men een nieuwe richting, 7° jaar integrale veiligheid. 2 scholen in West-Vlaanderen hebben zich geëngageerd om deze richting aan te bieden. KA Roeselare en SiVi Torhout. START VAN schooljaar 2011-2012: Voor het schooljaar 2011-2012 werd voor het 7de jaar veiligheid niet meer de volledige 130 uur opleiding van brandweerman gegeven, maar een light versie. Een verlicht programma, gericht op de voorbereiding en het vertrouwd worden met de sector. Dit werd beslist door de kabinetten van de BiZa en Onderwijs. De voorgaande jaren werd dit wel gedaan. De reden van een light versie is de enorme opleidingskost voor deze opleiding en waarbij de aanwerving van leerlingen in de brandweersector nog geen 10% bedraagt. Dit programma bestaat uit 3 delen. Het kan recht geven op een slaagattest van module 3 van de opleiding “brandweerman“ (blijft 5 jaar geldig), alsook op 3 andere certificaten: - Brandwacht - Ploeglid eerste interventie - Nijverheidshelper
Inhoud: Deel 1: Initiatie brandweerman; brandbestrijding en ontzetting; zijnde 30 uren theoretische en praktische opleiding in de brandweerschool. Het onderdeel kleine blusmiddelen word waar nodig aangevuld om aan het certificaat „Ploeglid eerste interventie‟ te voldoen. Dit deel 1 wordt gegeven in de brandweerscholen, door instructeurs van de brandweerscholen, vaak in kleinere groepen en met meerdere instructeurs of praktijkbegeleiders aanwezig. Deel 2: Werkplekleren; zijnde 17 uren kennismaking met het terrein en lessen op locatie. Dit kan een brandweerkazerne zijn of een andere locatie zoals bvb een ziekenhuis, een rusthuis, een groot bedrijf, … Dit deel 2 wordt dus gegeven buiten de brandweerscholen, met andere begeleiders die de school aantrekt, zoals leden van het brandweerkorps waar men bvb te gast is of de veiligheidsverantwoordelijke van bvb. het bezoekende rusthuis. Deel 3: Levensreddende handelingen; zijnde 20 uren theoretische en praktische opleiding. Dit is de volledige derde module zoals die in de reguliere brandweeropleiding zit. Dit deel kan ofwel in de brandweerschool worden gegeven, met instructeurs van de brandweerschool, maar kan evengoed worden gegeven in de secundaire school, door een verpleegkundige of door het rode kruis.
Aan deel 3 wordt nog een bijkomend hoofdstuk toegevoegd voor het gebruik van de automatische defibrillator, zijnde 8 uren theoretische en praktische opleiding. Dit hoofdstuk kan worden gegeven door de brandweerschool of door ieder ander competent lesgever (verpleegkundige, rode kruis) Voor het schooljaar 2011-2012 zijn 106 leerlingen gestart. De opleiding liep uiteraard tot einde schooljaar, eind juni 2012. De leerlingen kregen de nodige attesten van de gevolgde pakketten. Voor het schooljaar 2012-2013 zijn 126 leerlingen gestart. 7° SAH (Bijscholing voor bevelvoerders in het kader van de SAH): Bijscholing voor bevelvoerders was een van de actiepunten opgenomen in de overeenkomst betreffende de brandweerhervorming, met name de snelste adequate hulp. Elke bevelvoerder die in het kader van de snelste adequate hulp op de eerste autopomp effectief fungeert als bevelvoerder, moet een bijscholing krijgen. Dit bijscholingstraject omvat 3 modules voor een totaal van 54 uur. Elke bevelvoerder kan dit traject over 3 jaar spreiden en per jaar 1 module volgen bij de brandweerschool. Het WOBRA engageert zich om dit traject aan te bieden in de loop van 2012. Hiervoor werden reeds vanuit de groep instructeurs CFBT en de groep instructeurs THV, telkens twee instructeurs door het KCCE opgeleid in een train the trainer cursus, die op hun beurt de andere instructeurs hebben voorbereid tot het geven van deze opleidingen Inhoud: Module 1: Binnenbrandbestrijding Theorie 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Inleiding Realistisch brandverloop Gevaarlijke brandfenomenen G-RSTV Straalpijptechnieken Tactische ventilatie
Praktijk 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Vernieuwde kijk op aflegsysteem (O-bundel) Directe en indirecte blussing Gecombineerde straalpijptechnieken 3 D rookgaskoeling Straalpijptechnieken grote en brede ruimten Blustechnieken FO – H-container Vorderingstechnieken
Module 2: Technische Hulpverlening Theorie 1. Inleiding 2. Wat is een ongeval 3. Patiëntgericht redden 4. De brandweertaak 5. Inzetprocedure ongeval 6. Hydraulische gereedschappen 7. Bevelvoering 8. Inzetstrategieën 9. Speciale gevallen 10. Tips en trucs Praktijk 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Basistechnieken – Voertuig op vier wielen Voertuig op zijde tegen voorwerp Voertuig op dak in gracht Voertuig onder trailer (tot tegen dashboard) Voertuig waar bovenop een vrachtwagen staat Voertuig op zijn dak op vangrail Voertuig onder trein Kettingbotsing op autosnelweg
Module 3: Gevaarlijke stoffen Theorie en Praktijk 1. Inleiding en herhaling basisprincipes 2. Herkennen van de gevaarlijke stoffen 3. Pijpleidingen (herhaling HD en introductie MD en LD) 4. Zuurstof- en explosiemeting 5. Andere meettoestellen 6. Radioactiviteit 7. Kaartlezen – gecombineerde kaarten 8. Procedure gevaarlijke stoffen 9. Zonaal meetplan en meetploegen 10. Eric-cards en andere hulpmiddelen 11. Blusmiddelen in de praktijk 12. Cases Eindtermen: Module 1: Binnenbrandbestrijding Kennen: 1) de verschillende soorten blustactiek bij binnenbranden 2) de verschillende soorten brandfenomen . Kunnen: 1) het kunnen lezen van een brand door toepassing van G-RSTV 2) leiding geven en aansturen van een ploeg bij binnenbrandbestrijding 3) gevaren van brand kunnen inschatten
Module 2: Technische hulpverlening Kennen: de laatste technieken en strategieën met betrekking tot de technische hulpverlening bij ongevallen met geknelden. Kunnen: Op een gestructureerde manier leiding geven bij interventies technische hulpverlening bij ongevallen met geknelden Module 3: Gevaarlijke stoffen Kennen: 1) de verschillende natuurkundige basisprincipes 2) Begrippen rond brand- en explosiegevaar, vergiftigingsgevaar en radio-activiteit 3) de verschillende meettoestellen en procedures die gebruikt kunnen worden bij interventies met gevaarlijke stoffen Kunnen: 1) organiseren van metingen 2) werkzaamheden uitvoeren in situaties met gevaarlijke stoffen Iedere instructeur CFBT en THV heeft een dag bijscholing gekregen in het najaar 2012, dit om optimaal de opleidingen te kunnen voorbereiden en aan de cursisten een kwaliteitsvolle opleiding te kunnen aanbieden. In 2012 werd reeds gestart met het geven van een sessie module Binnenbrandbestrijding en een sessie module Technische Hulpverlening, dit telkens voor 24 deelnemers.
8° Beveiliging interventies openbare weg: Op 4 MAART 2008 verscheen een Ministeriële omzendbrief inzake de bevoegdheid van de brandweer tot het regelen van het wegverkeer bij een interventie op de openbare weg. In de loop van 2011 werd een SOP (standaard operatieprocedure) uitgetest en goedgekeurd. De in de omzendbrief bedoelde opleiding werd ontwikkeld en in het najaar 2011 werden voor onze provincie 4 trainers opgeleid door het KCCE. Er werd in de Hoge Raad opleiding een opleidingsfiche voor het basisniveau en een opleidingsfiche voor het bevelvoerders niveau goedgekeurd. Basisniveau: Inhoud opleiding: 1°. 2°. 3°. 4°. 5°. 6°. 7°.
Het belang van beveiliging Het te gebruiken materiaal De afbakening De verkeersregeling De opstelling van voertuigen De standaard procedures op sec. wegen De standaard procedures op snelwegen
Eindtermen: De kandidaat moet: - kennis hebben van de uitrukprocedure voor het beveiligingsvoertuig; - kennis hebben van de diverse types van wegen en hun mogelijke gevaren; - kennis hebben van het belang van de aangewezen signalisatiekledij; - kennis hebben van de beschikbare uitrusting van het beveiligingsvoertuig en moet deze kunnen gebruiken; - de procedure voor het afbakenen van de interventiezone kennen en kunnen toepassen; - in staat zijn de veiligheid van de interventiezone en het personeel te waarborgen door de wettige verkeersbevelen te geven in afwachting van de politie; - de te hanteren gedragsregels bij interventies op de openbare weg kennen en kunnen toepassen.
Bevelvoerdersniveau: Inhoud opleiding: 1°. 2°. 3°. 4°. 5°.
Samenvatting van de opleiding op het niveau ‘Brandweerman’ ; De wetgeving; De opstelling van commandovoertuigen en de rol van de bevelvoerder; Het multidisciplinair overleg i.f.v. de beveiliging; De variatie op de standaard procedures.
Eindtermen: De kandidaat moet: - kennis hebben van het wettelijke kader van de beveiliging van interventies op de openbare weg; - kennis hebben van de inzetbaarheid en de uitrukprocedure voor het beveiligingsvoertuig; - kennis hebben van de diverse types van wegen en hun mogelijke gevaren; - moet kennis hebben van het belang van de aangewezen signalisatiekledij; - kennis hebben van de beschikbare uitrusting van het beveiligingsvoertuig en het toepassingsveld ervan; - de verschillende signalisatiemiddelen kennen en het gebruik ervan kunnen bevelen; - de procedure voor het afbakenen van de interventiezone kennen en moet het toezicht hierop kunnen uitvoeren; - de te hanteren gedragsregels bij interventies op de openbare weg kennen en kunnen doen naleven; - inzicht hebben in de verkeerssituatie; - op een adequate manier kunnen communiceren met andere disciplines op het terrein. WOBRA heeft in juni 2012 een train the trainer cursus georganiseerd, dit om te kunnen beschikken over extra instructeurs. Er werden per zone 12 instructeurs opgeleid. Vanaf het najaar konden de zones deze opleidingen beginnen organiseren. Alle lestools werden ter beschikking gesteld van de opgeleide instructeurs. In het najaar 2012 werden reeds een 9-tal sessies gegeven, telkens aan 24
deelnemers per sessie. Er werden in 2012, 216 deelnemers opgeleid. 9° Bijlage 6- niveau 2: In het kader van de brandpreventie werden in 2009 3 sessies BIJLAGE 6, niveau 1, voor deelnemers uit brandweerdiensten ingericht te Zedelgem. 150 deelnemers hebben deze opleiding gevolgd. Daarnaast werden ook 2 sessies ingericht voor architecten. In 2011 werden de trainers teruggeroepen naar het KCCE voor een terugkomdag betreffende inhoud en organisatie niveau 2. Dit nadat de syllabus niveau 2 werd gefinaliseerd. De voorwaarde tot het volgen van niveau 2, is niveau 1 hebben gevolgd. In het voorjaar 2013 zal WOBRA deze opleiding aanbieden. Deze bestaat uit twee opleidingsdagen van 6 uur, waar een deel theorie wordt gegeven. De klemtoon ligt vooral op cases met toepassing van de bijlage 6, die zullen worden uitgewerkt. 10° Projecten: De vzw West-Vlaams Opleidingscentrum voor Brandweer-, reddings- en ambulancediensten (WOBRA) is toegetreden tot de koepelorganisatie vzw WestVlaams Facilitair Instituut voor de Veiligheidsdiensten (WFIV). Deze vereniging heeft tot doel, met uitsluiting van elk winstoogmerk: -
-
-
Deze
zich in te zetten voor de problematiek van de door de overheid gereglementeerde openbare veiligheid en hulpverlening, zowel de politionele als de civiele veiligheid, vanuit een multidisciplinaire en geïntegreerde visie; in het bijzonder door het ter beschikking stellen van mensen en middelen om de diverse opleidingsinstituten en opleidingsinitiatieven te ondersteunen in hun activiteiten en dit op het vlak van ondermeer de administratieve, juridische, financiële en logistieke werking; het uitbouwen van een multidisciplinaire oefen- en trainingsinfrastructuur die ter beschikking wordt gesteld van de diverse opleidingsinstituten en opleidingsinitiatieven; haar kennis en infrastructuur ter beschikking te stellen van de private en publieke sector voor zover deze activiteiten verenigbaar zijn met het doel van de vereniging en ten gunste komen aan de exploitatie. opsomming is niet limitatief.
De vzw WFIV beschikt thans al over de nodige infrastructuur in het Provinciaal Opleidingscentrum voor de Veiligheidsdiensten (POV) te Zedelgem, waarbinnen de vzw WOBRA zal overgaan tot het inrichten van een vuurhal en oefenplaat voor het plaatsen van houtgestookte containers.
Volgende motivering schraagt de uitbouw van een vuurhal: 1. België en Vlaanderen profileren zich als een distributieland en -regio. Ook de provincie West-Vlaanderen zet zich daar ten volle voor in. West-Vlaanderen beoogt:
o
o
een Europese topregio te zijn op het gebied van industriële logistiek zodat de concurrentiële positie van de West-Vlaamse productiebedrijven continu verbetert; de West-Vlaamse gateways uit te bouwen tot efficiënte draaischijven in de logistieke ketens van verladers. (Logistieke Poort West-Vlaanderen, WES, Facetten van West-Vlaanderen nr. 56, blz 54)
Opslag, overslag en distributiebedrijven zijn een specifiek industrieel risico dat voor de brandweer specifieke risico’s oplevert (hoogte, opslag in rekken met snelle brandvoortplanting…). Deze bedrijven zijn in de meeste gevallen uitgerust met actieve brandbeveiligingsinstallaties. Deze actieve brandbeveiligingsinstallaties zijn een wezenlijk onderdeel van de nieuwe voorschriften voor industriële gebouwen (van toepassing op alle industriegebouwen, dus ook op gebouwen voor processen en opslag). Deze nieuwe voorschriften zijn opgenomen in bijlage 6 van de basisnormen. De brandweer wordt in de toekomst zeker geconfronteerd met brandbestrijding, die beïnvloed wordt door deze actieve brandbeveiligingsinstallaties (Rook- en Warmte Afvoer – RWA, gestuurd door detectie, sprinkler,…). De brandweer dient zich hierop voor te bereiden gedurende de ganse cyclus van de veiligheidsketen (proactie, preventie, preparatie, bestrijding en nazorg). Een realistische training-, oefen- en testsite is dan ook noodzakelijk om de brandweerdiensten voor te bereiden op deze nieuwe ontwikkelingen. Het POV – West-Vlaanderen en de vzw WOBRA hebben de ambitie om op dit vlak uit te groeien tot een kenniscentrum dat ten dienste staat van alle brandweerkorpsen. 2. Een tweede belangrijke pijler van de nieuwe oefeninfrastructuur is de invloed van de recente ontwikkeling inzake berekeningsmethodes (CFD – Computational Fluid Dynamics) die meer en meer zuivere prescriptieve benadering van preventie aanvullen of vervangen. Om de brandweer (en andere belangrijke actoren) hierin voldoende achtergrondinformatie te geven en de brandweer voldoende bekend te maken met Fire Safety Engineering is een vuurhal met realistische afmetingen waarin berekeningsmethoden worden getoetst met de realiteit zeer zinvol. De wetenschappelijke meerwaarde van deze mogelijkheid is niet te onderschatten. Ook de samenwerking met Universiteiten en andere onderzoeksinstituten kan hier leiden tot een dynamiek in het onderzoek naar brand en gedrag van rookgassen. Gedurende het jaar 2012 zijn heel wat voorbereidende vergaderingen geweest, waar stilaan het masterplan voor de uitbouw van een oefensite, vorm kreeg. Dit zou moeten de aanzet geven om in 2013 te kunnen overgaan tot het verwerven van een bouwvergunning, de plannen te concretiseren en te kunnen overgaan tot het starten van de bouwwerken. In de nieuwe vuurhal zullen opleidingen kunnen worden gegeven aan bedrijven en korpsen en zou uiteraard het oefengebouw in Roeselare vervangen.
Opleidingen Oefencentrum Roeselare 2012. 1° Binnenbrandbestrijding: Gedurende het jaar 2012 werden 8 opleidingen Binnenbrand gegeven aan diverse korpsen. Per opleiding binnenbrand worden 6 deelnemers opgeleid gedurende 6 uur. Dit maakt dat 48 mensen werden opgeleid van diverse korpsen. Daarenboven werden nog eens 90 deelnemers (15 opleidingen) van het korps Roeselare praktisch opgeleid. Tijdens de reguliere cursus brandweerman werden ook 156 kandidaten (13 opleidingen) voor drie uur opgeleid in het oefencentrum, dit op vuurgewenning en tactiek Binnenbrandbestrijding. Totaal hebben we 36 opleidingen binnenbrand gegeven en dit aan 294 deelnemers.
300
264 264 228
250 200
144
156
150 78
100 48
44 44 50
90 90 19 12 13
13 15 15
8
0 Opleiding Korpsen
Deelnemers Korpsen
Opleiding Roeselare 2010
Deelnemers Roeselare 2011
Opleiding Deelnemers Brandweerman Brandweerman
2012
2° De opleiding bedrijfsbrandweer In het oefencentrum Roeselare werden volgende opleidingen gegeven; Bedrijfsopleiding: Basisopleiding Brandbestrijding voor Bedrijven: Er werden 49 basisopleidingen gegeven aan gemiddeld 12 deelnemers per opleiding. Dit maakt een totaal van 588 deelnemers. Opleiding Brandbestrijding en Adembescherming voor het STCW brevet: Er werden 43 tweedaagse opleidingen gegeven voor deelnemers STCW. Dit maakt een totaal van 516 deelnemers.
Opleiding Brandbestrijding voor HORECA: Er werden 6 dagopleidingen Brandbestrijding voor HORECA-personeel gegeven. 72 deelnemers werden opgeleid. Opleiding Brandbestrijding voor IPV: Er werden 5 dagopleidingen Brandbestrijding voor personeel voedingsnijverheid gegeven. 60 deelnemers werden opgeleid.
uit
de
Opleiding brandbestrijding gevorderden: Er werden 4 opleidingen gegeven.48 deelnemers werden opgeleid. Opleiding Adembescherming voor Bedrijven: Er werden 13 opleidingen Adembescherming gegeven aan deelnemers van bedrijven. In totaal werden 78 deelnemers opgeleid. Er werd 1 opleiding , twee dagen, aflegsysteem (bundels en cassettes) gegeven door WOBRA aan brandweer Brussel. Samengevat betekent dit opleidingen voor bedrijven.
dat
1362
mensen
deelnamen
aan
121
In totaal werden in 2012 in het oefencentrum Roeselare 157 opleidingen gegeven aan 1656 deelnemers.
Bedrijfsopleidingen 2012, Roeselare 2010
2011
2012
49 37
40
40
5
BRBE basis
1
43 43
6 7 6
4
BRBE gevorderd
STCW
3° Bedrijfsopleidingen andere Lescentra:
Horeca
10 12
13
5 2 3 IPV
Ademb
3° Bedrijfsopleidingen andere Lescentra: Lescentrum Brugge: Basisopleiding Brandbestrijding voor Bedrijven: Er werden 11 basisopleidingen Brandbestrijding voor bedrijven gegeven in het lescentrum Brugge aan 12 deelnemers per opleiding.Dit maakt een totaal van 132 deelnemers. Er werd ook 1 waarschuwings-alarm –en ontruimingsoefening gegeven.Dit maakt een totaal van 12 deelnemers. Er werden 2 opleidingen Adembescherming gegeven aan deelnemers van bedrijven. In totaal werden 12 deelnemers opgeleid. Lescentrum Kortrijk: Basisopleiding Brandbestrijding voor Bedrijven: Er werden 4 basisopleidingen Brandbestrijding voor bedrijven gegeven in het lescentrum Kortrijk aan 12 deelnemers per opleiding.Dit maakt een totaal van 48 deelnemers. Lescentrum Oostende: Basisopleiding Brandbestrijding voor Bedrijven: Er werden 5 basisopleidingen Brandbestrijding voor bedrijven gegeven in het lescentrum Oostende aan 12 deelnemers per opleiding. Dit maakt een totaal van 60 deelnemers. Er werd ook 1 waarschuwings-alarm –en ontruimingsoefening gegeven. Dit maakt een totaal van 12 deelnemers. Lescentrum Veurne: Basisopleiding Brandbestrijding voor Bedrijven: Er werden geen opleidingen gegeven.
Totaal bedrijfsopleidingen Oefencentrum en andere lescentra: Basisopleiding Brandbestrijding: 69 opleidingen aan 828 deelnemers Opleiding voor het STCW brevet: 43 opleidingen aan 516 deelnemers Opleiding Brandbestrijding voor HORECA: 6 opleidingen aan 72 deelnemers Opleiding Brandbestrijding voor IPV: 5 opleidingen aan 60 deelnemers Opleiding Adembescherming voor Bedrijven: 15 opleidingen aan 90 deelnemers Opleiding brandbestrijding gevorderden:4 opleidingen aan 48 deelnemers Waarschuwings-alarm –en ontruimingsoefening: 2 oefeningen aan 24 deelnemers Totaal opleidingen Bedrijven: 144 opleidingen Totaal deelnemers Bedrijven: 1638 deelnemers
Grafiek totaal opleidingen bedrijven en Binnenbrand 2012:
Opleidingen BDBW en BIBR 2012, Roeselare 2010
2011
2012
1638 1554 1404
570 594 294
137 123 144 Bedrijfsopl.
76 79 36 Deeln. Bedrijfsopl.
BIBR opl.
Deeln. BIBR opl.
Opleiding Redder aan Zee In september 2012 startte de vzw voor de zestiende keer met haar opleiding “Redder aan Zee”. Er zijn 504 rechtmatig ingeschreven kandidaten. De toelatingsproef werd vanaf de opleiding 2009-2010 afgeschaft. Van de 504 rechtmatig ingeschreven kandidaten zijn er 455 zonder vrijstelling theorie en 49 met vrijstelling theorie.
Evolutie aantal inschrijvingen 600 504 500 485 400
420
436
406
421
300
Aantal rechtmatig ingeschreven kandidaten
200 100 0 2007
2008
2009
2010
2011
2012
Rechtmatig ingeschreven kandidaten zijn kandidaten leeftijdsvoorwaarde en het inschrijvingsgeld hebben betaald.
die
voldoen
aan
de
Het inschrijvingsgeld bedraagt € 150 voor de kandidaten zonder vrijstelling en € 135 voor de kandidaten met vrijstelling. Aan de kandidaten die betalen na de voorgeschreven datum wordt een administratieve boete aangerekend van 10€.
De Basisopleiding De basisopleiding verloopt over twee kalenderjaren. De opleiding start begin september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgend jaar. Deze basisopleiding omvat een theoretisch gedeelte, een praktisch gedeelte zwemmen - reanimatie en een zeezwemproef. Aan de kandidaten die slagen voor het theoretisch gedeelte wordt een blijvende vrijstelling toegekend. Aan de kandidaten die slagen voor het theoretisch en het praktisch deel wordt een attest verleend. Het attest draagt als naam het jaar van het praktisch examen. Voor de opleiding 20112012 werd aan de geslaagden het “attest 2012” toegekend.
Met dit attest konden de kandidaten aan het strand worden aangesteld voor het seizoen 2012. Aan de kandidaten die dan ook nog slaagden voor de zeezwemproeven, die omwille van de strandwatertemperatuur, pas in de zomer 2012 konden worden ingericht werd het brevet “Redder aan Zee” toegekend. Met dit brevet kunnen de redders aan het strand worden aangesteld tot en met 30 juni 2015. Vanaf 1 juli 2015 dient dit brevet te worden aangevuld met een geldig bekwaamheidsgetuigschrift. Het bekwaamheidsgetuigschrift wordt toegekend aan de redders die slagen voor de bekwaamheidsproeven. Deze bekwaamheidsproeven zorgen er voor dat onze redders zowel hun fysieke als reanimatievaardigheden onderhouden. (Zie ook hieronder bekwaamheidsproeven) De Praktijkcentra De opleiding kan worden gevolgd in één van onderstaand vernoemde centra: Brugge – Olympiabad Adres: Doornstraat 110, 8200 Sint- Andries( Brugge) Koksijde – Gemeentelijk zwembad Adres: Pylyserlaan 32, 8670 Koksijde Kortrijk – Magdalenazwembad Adres: Sint-Martens-Latemlaan 1, 8500 Kortrijk Oostende – Stedelijk zwembad Adres: Koninginnelaan 1, 8400 Oostende De Theoriecentra De theorielessen grijpen voor de groep Oostende plaats in het Vesaliusinstituut te Oostende, In de Provincieraadszaal “ Boeverbos” te Brugge voor de groep Brugge, Het Olympiabad voor de groep Kortrijk en de Hotelschool ter Duinen voor de groep Koksijde.
Overzicht huidige opleiding 2012-2013 Aantal rechtmatig ingeschreven kandidaten per centrum Aantal kandidaten Praktijkcentrum Brugge
2011 2012
-
2012 2013
134
141
Koksijde
76
120
Kortrijk
53
72
158
171
421
504
Oostende Totaal
-
180
Aantal kandidaten per centrum
160
171 158
140 134
120
141 120
100 80
2011 - 2012
72
76
60
2012 - 2013
53
40 20 0 Brugge
Koksijde
Kortrijk
Oostende
Overzicht voorgaande opleidingen 2010 – 2011 + 2011-2012 Aantal kandidaten toegelaten tot het praktijkexamen na theoriegedeelte, Cursus 2010 – 2011 Aantal rechtmatige kandidaten: 436-3= Aantal kandidaten die het attest “2011” behaalden: Aantal kandidaten niet-geslaagd voor het geheel van de opleiding:
433 237 (55%) 196 (45%)
Cursus 2011 -2012 Aantal rechtmatige kandidaten : Aantal kandidaten die het attest “2012” behaalden: Aantal kandidaten niet-geslaagd voor het geheel van de opleiding:
421 226 (54%) 195 (46%)
Vergelijking per centrum geslaagden/niet-geslaagden na het praktijkexamen 2010-2011 en 2011-2012 (= houders van het attest 2011 en 2012)
Centru m
Niet geslaagd 201020112011 2012
20102011
% 20112012
Geslaagd 2010- 20112011 2012
20102011
% 20112012
TOTAAL 2010- 20112011 2012
Brugge
59
67
49%
50%
61
67
51%
50%
120
Koksijde
30
37
45%
49%
37
39
55%
51%
67
134 76
Kortrijk
44
30
53%
57%
39
23
47%
43%
83
53
Oostend e
63
68
39%
43%
100
90
61%
57%
163
158
Totaal
196
202
45%
48%
237
219
55%
52%
433
421
Eindresultaat na de zeezwemproef 2011 en 2012 (Brevethouders) Aantal kandidaten die slaagden na de zeezwemproef in 2011: 224 Aantal kandidaten die slaagden na de zeezwemproef in 2012: 214 (behaalden het brevet “Redder aan Zee)
De bekwaamheidsproeven De geldigheidsduur van het brevet “Redder aan Zee” is vanaf 2003 vastgelegd op 3 jaar. Na drie jaar moeten de kandidaten terug een bekwaamheidsproef afleggen. De bekwaamheidsproef omvat alle zwemproeven uit de basisopleiding + praktijk reanimatie. Deze bekwaamheidsproeven moeten erover waken dat redders te allen tijde over de nodige fysieke conditie beschikken evenals over de nodige reanimatievaardigheden. Kandidaten die slagen voor deze bekwaamheidsproef bekomen een bekwaamheidsgetuigschrift voor 3 jaar. De bekwaamheidsproeven zijn modulair ingedeeld. Module I bestaat uit drie zwemproeven. Module II bestaat een praktisch examen reanimatie en EHBO. Ook is er een bijscholingsgedeelte voor de onderdelen vervoer- en transporttechnieken (zonder evaluatie).
Aan kandidaten die een totaal behalen voor het zwemgedeelte van minstens 50% en voor reanimatie 60%, maar niet de helft halen voor één of meerdere zwemproeven wordt een attest toegekend met een beperkte geldigheidsduur (één jaar). Kandidaten die voor het geheel van de bekwaamheidsproeven geen 50% halen bekomen geen enkel getuigschrift. Alle kandidaten hebben recht op één examen en één herexamen. Ook kan er geen bekwaamheidsgetuigschrift aan een kandidaat worden toegekend wanneer hij of zij geen 60% haalt voor het onderdeel praktijk reanimatie en EHBO. Het inschrijvingsrecht voor deze aanvullende opleiding bedraagt €30. Het inschrijvingsrecht voor een herexamen bedraagt €10 Hierbij de resultaten voor het jaar 2012: De bekwaamheidsgetuigschriften met een geldigheidsduur van 3 jaar vervallen op 30/06/2016. De bekwaamheidsgetuigschriften met een geldigheidsduur van één jaar vervallen op 30/06/2014. Tot onze spijt stelden we de vast dat vele kandidaten onvoldoende de nieuwe Europese reanimatierichtlijnen kennen en nog minder kunnen toepassen. Dit gaf aanleiding tot een groot aantal herexamens. Na analyse van de uitslagen stelde de opleidingscoördinator voor om voorafgaand aan iedere bekwaamheidsproef een oefensessie te organiseren. De kandidaten kregen hierdoor de kans om voorafgaand aan de examens de reanimatievaardigheden te oefenen en eventueel vragen te stellen. In de hieronder geplaatste tabel staan de resultaten van de bekwaamheidsproeven die in 2012-2013 (januari) werden gehouden. Ieder jaar wordt er ook nog een bijkomende organisatie van de bekwaamheidsproef voorzien voor kandidaten, die kunnen aantonen dat zij in de onmogelijkheid waren deel te nemen aan één van de reguliere organisaties. Deze kandidaten worden toegevoegd aan de organisatie van de praktijkexamens van de normale opleiding.(Uitzonderingsgroep) Getuigschrift geldig tot 30/06/16
262
Getuigschrift geldig tot 30/06/14
15
Niet aangeboden
44
Niet geslaagd
20
Uitzonderingsgevallen (voorlopig aantal)
28*
Totaal aantal kandidaten
369
De bijkomende opleiding tot postoverste Om aan deze opleiding te kunnen deelnemen dient een kandidaat aan volgende voorwaarden te voldoen: -
een dienstanciënniteit hebben van twee opeenvolgende aanstellingsjaren als “Redder aan Zee”. Met een aanstellingsperiode van minstens één maand per jaar;
-
door de hoofdredder een gunstige evaluatie bekomen als toekomstig postoverste;
-
een inschrijvingsbijdrage betalen van €20. De evaluatie van de kandidaten is modulair opgemaakt. Tijdens de zomer wordt de kandidaat eerst getest op zijn bootvaardigheid en zijn pedagogische bekwaamheid om het varen bij andere redders aan te leren (= module I). De proeven worden afgenomen op de badplaats waar de kandidaat als redder is aangesteld. Bij voldoende aantal kandidaten wordt een door het WOBRA erkend jurylid aangeduid, die de proeven organiseert en de deliberatie leidt.
Kandidaten die slagen voor de vaarmodule (=module I) worden toegelaten tot module II. Module II is een theoretisch module waarin volgende aspecten aan bod komen: -
Kennis van wetgeving en reglementering op en aan het strand;
-
Kennis en toepassing van de laatste reanimatierichtlijnen.
Module II moet worden georganiseerd binnen hetzelfde kalenderjaar als module I. De evaluatie van module II gebeurt aansluitend op de les. Kandidaten die slaagden voor module I maar zich niet aanboden of niet slaagden voor module II verliezen bij een volgende deelname hun resultaat voor module I. Postoverste 2012 Totaal aantal personen in het bezit van het getuigschrift van Postoverste op 31/12/11
962
Aantal nieuwe postoversten in 2012
70
Totaal aantal personen in het bezit van het getuigschrift van Postoverste op 1032 31/12/12
De Wobra-site “Redder aan Zee” (www.redderaanzee.wobra.be)
De opleiding “Redder aan Zee” ligt aan de basis van het ontstaan en de ontwikkeling van de verschillende WOBRA-sites. Op jaarbasis telt de site van de opleiding RAZ ongeveer 100.000 bezoekers waarvan 2% uit Nederland. Door het invoeren van dit communicatiesysteem zijn we er in geslaagd de algemene werkingskosten aanzienlijk te verlagen. De cursussen kunnen gratis van de site geplukt worden en hoeven niet meer door het Wobra te worden aangemaakt. Daarnaast worden de kandidaten praktisch dagelijks ingelicht over alles wat met de opleiding te maken heeft. Kort na de examens kunnen zij hun scores via onze site raadplegen. Dit spaart heel wat werk- en verzendingskosten uit. Samenwerkingsovereenkomst tussen het Vlaams Gewest, de IKWV en de Gouverneur van de provincie West-Vlaanderen In het kader van deze samenwerkingsovereenkomst werden conform art. 2, 2° voor de opleiding “Redder aan zee” volgende aspecten uitgewerkt: 1. In de basiscursus van onze opleiding werd de afsprakenregeling mbt het redden van drenkelingen aan de Vlaamse Kust opgenomen en gedoceerd. 2. In de gespecialiseerde opleiding tot postoverste, werd de afsprakenregeling mbt het redden van drenkelingen aan de Vlaamse Kust opgenomen en gedoceerd, en werd tevens de rol van het MRCC hierin toegelicht. 3. In alle cursussen werden de belangrijkste artikels van het politiescheepvaartgreglement voor de Belgische territoriale zee, de havens en stranden van de Belgische kust (KB van 4 augustus 1981), evenals belangrijkste artikels en definities uit het KB van 4 juni 1999, opgenomen gedoceerd.
en de de en
4. In alle cursussen werd de gecoördinerende reglementering mbt kustveiligheid onderricht. In het bijzonder de reglementering mbt het plankzeilen, plankvliegeren en andere vormen van surfen, evenals de reglementering over tuigen voor strandvermaak, vaartuigen zonder zeil of motor (kano’s, kajakken, enz…). 5. Voor alle cursussen wordt onderricht gegeven door gekwalificeerd personeel. Hierbij wordt steeds getracht gebruik te maken van aangepast en actueel didactisch materieel. Bovengenoemde aspecten werden in 2012 uitgewerkt. Het spreekt voor zich dat naast een éénmalige opname van bovengenoemde zaken en aanpassing van onze cursussen dit jaarlijks moet geactualiseerd en indien nodig bijgestuurd worden. Enkel op die manier kunnen wij garanderen dat onze cursussen aangepast zijn aan de meest recente afspraken, richtlijnen en wetgeving.
Een goed inzicht in en interpretatie van de meteorologische gegevens is voor de werking van een strandreddingsdienst en dus ook de strandredder van zeer groot belang. Daarom werden aanvullend op deze overeenkomst in onze cursussen de nodige aanpassingen gedaan mbt doceren van kustspecifieke meteorologische gegevens en werden hierbij de nodige toelichtingen gegeven bij de verschillende websites van de Vlaamse Overheid. Zo werden volgende websites opgenomen en gedoceerd in onze lessen : - www.kustweerbericht.be -
www.meetnetvlaamsebanken.be
-
www.safekiting.be
Ook bij de organisatie van onze zeezwemproeven is het kennen van de juiste meteorologische gegevens van cruciaal belang. Dit is ook gebleken op 4 augustus 2010 toen een 15-jarige jongen op dezelfde plaats en tijdstip, waar normaal de zeezwemproeven zouden doorgaan, werd neergebliksemd. Op basis van de zeer nauwe samenwerking en accurate voorspellingen van het OMS werd door de opleidingsverantwoordelijke toen beslist om de zeezwemproef af te gelasten. Sedertdien is er een zeer nauwe samenwerking met het OMS (Dhr. ir. David Dehenauw) opgezet om tijdens de zomermaanden de zeezwemproeven te laten doorgaan in optimale en veilige meteorologische omstandigheden. Ook toegang tot en het verkrijgen van kustspecifieke wind- en stromingsgegevens stelt ons in staat onze lessen verder uit te bouwen tot goed uitgebouwde en gedocumenteerde cursussen.
De opleidingen hulpverlener-ambulancier De dagelijkse werking van het opleidingscentrum is in handen van de opleidingscoördinator. Hij wordt hiervoor bijgestaan door de opleidingsraad ( directie ). De samenstelling van de opleidingsraad is vastgelegd via het KB van 13 februari 1998, bijlage 1 en bestaat uit drie cellen: o o o
de administratieve cel; de wetenschappelijke cel; de pedagogische cel.
De administratieve cel is belast met de organisatie van de opleiding hulpverlenerambulancier, onder meer met : o o o o o o o
de naleving van de reglementaire bepalingen betreffende de erkenning en het behoud ervan ; de materiële organisatie van de lessen basisopleiding en permanente opleiding ; de inschrijvingsformaliteiten ; de voorbereiding en de afgifte van de reglementaire stukken ; de controle op de aanwezigheid en de stiptheid van de referenten en de kandidaten hulpverlener-ambulancier ; de discipline ; de procedures met betrekking tot de rekeningen en de subsidies.
Samenstelling:
directeur WOBRA lescentrum Brugge lescentrum Kortrijk lescentrum Oostende lescentrum Poperinge lescentrum Veurne lescentrum Roeselare opleidingscoördinator Lescentrum RKWVl secretaris WOBRA
De wetenschappelijke cel is ermee belast de inhoudelijke kwaliteit van de opleiding te garanderen. Daartoe dient ze onder meer : toe te zien op de wetenschappelijke inhoud van de leerstof en de bijwerking ervan overeenkomstig de reglementaire bepalingen inzake dringende geneeskundige hulpverlening en geneeskundepraktijk alsook op de evolutie van de wetenschappelijke kennis ; o de toewijzing van de leeropdrachten te regelen ; o de activiteit van de leden van het referentenkorps te regelen en te coördineren. Samenstelling: o
directeur WOBRA urgentie arts hulpverlener-ambulancier urgentieverpleegkundige aangestelde HC 100 opleidingscoördinator
De pedagogische cel is ermee belast te zorgen voor de samenhang van de opleiding en de kwaliteit van de kennisoverdracht. Daartoe dient ze onder meer : o o
de behoeften inzake permanente opleiding te analyseren, rekening houdend met de specifieke situatie ter plaatse ; de onderwijsmethoden te controleren en bij te sturen en een evaluatierooster voor de leerkrachten op te stellen ;
o o o o o
het lesrooster en de chronologie van de vakken op te stellen ; de didactische middelen te beheren en uit te breiden (oefenpop, materieel voor hulp- en zorgverlening, projectoren, vakdocumentatie) ; de opleiding en de resultaten ervan te evalueren ; te zorgen voor de begeleiding van het referentenkorps ; de stages te organiseren en te controleren.
Samenstelling: directeur WOBRA urgentie arts prov. Commissaris Rode Kruis pedagoog hulpverlener-ambulancier urgentieverpleegkundige opleidingscoördinator
De opleidingsraad komt tweemaandelijks samen om het beleid van het opleidingscentrum te bepalen en de dagelijkse werking van de opleidingscoördinator te valideren.
De opleidingen Inleidend: De opleiding hulpverlener-ambulancier is gereglementeerd door het Koninklijk Besluit van 13 februari 1998 betreffende de opleidings- en vervolmakingscentra voor hulpverlenerambulancier. De vzw WOBRA werd als provinciaal opleidingscentrum voor hulpverlenerambulancier in West-Vlaanderen erkend bij KB van 16 mei 2001 (BS van 18/7/2001).
De Basisopleidingen hulpverlener-ambulancier: De basisopleiding hulpverlener-ambulancier wordt jaarlijks minstens twee maal georganiseerd. Afhankelijk van het aantal ingeschreven kandidaten en de lokale noden ( opstartende diensten en personeelsuitbreidingen ) worden meerdere opleidingen voorzien. 1° Het programma omvat minstens 120 uur theoretisch en praktisch onderricht dat de kandidaat in staat moet stellen om voldoende kennis en praktische vaardigheden op te doen in voorbereiding van de examens en de stageperiode. Hiervoor kunnen we rekenen op een grote groep verpleegkundigen en ervaren Hulpverlener-Ambulanciers die hun kennis en praktische ervaring gebruiken om de lessen zo boeiend en leerrijk mogelijk te maken.
2° De docenten: Voor de 3 basiscursussen hulpverlener-ambulancier van 2012 werden 33 docenten ingezet. Daarvoor wordt jaarlijks beroep gedaan op een enthousiaste groep van verpleegkundigen en ervaren Hulpverlener-Ambulanciers. De docenten en referenten komen uit alle West-Vlaamse ziekenhuizen en veel DGH ambulancediensten 112.
3° opleidingsdag Medisch Interventie Plan ( MIP ): Het KB van 13 februari 1998 bepaalt in art. N2: bijlage 2, hoofdstuk 1, punt 2b de omschrijving van de inhoud van de praktijklessen. Volgende onderwerpen moeten aan bod komen: o o
een geleid bezoek aan een éénvormig oproepcentrum het ontplooien van de logistieke uitrusting bij rampen
Jaarlijks wordt op het einde van de opleiding een dergelijke opleidingsdag noodplannen voorzien. Dit jaar ging dit voor de derde maal door in het POV in Zedelgem. Een dergelijke opleidingsdag noodplannen werd georganiseerd op zaterdag 26 mei 2012. Deze opleidingsdag werd ook opengesteld voor ambulanciers uit de diverse korpsen om hun kennis van het rampenplan te onderhouden. In het totaal namen 68 ambulanciers deel aan deze opleiding. Ook dit jaar kregen we ook bezoek van een delegatie van defensie.
4° De eindproeven: De opleiding wordt afgesloten met een schriftelijk examen over de theoretische kennis en een mondeling examen over zowel de theoretische kennis en de praktische vaardigheden. Alle cursisten die minstens 80% van de lessen gevolgd hebben, kunnen zich inschrijven voor de eindproeven. De eindproeven werden in 2012 tweemaal georganiseerd in januari en juni 2012. In het totaal namen 141 cursisten deel aan deze proeven. Er werd telkens ook een tweede zittijd georganiseerd. 5° De stage: Kandidaten die geslaagd zijn in de eindproeven en bovendien minstens 50% behaalden op elk examen afzonderlijk en 60% voor beide examens samen, kunnen zich inschrijven voor de stageperiode van minstens 40 uur. De kandidaat beschikt over zes maanden stageperiode om voldoende uren en interventies te bekomen en het stageschrift af te werken. Sinds het jaar 2005 werd de stage volledig herwerkt met bijkomende stageplaatsen en een verdeling van de stageduur deels in een ambulancedienst en deels bij een erkende MUG dienst. Om te voldoen als ambulance stageplaats werden een aantal eisen gesteld. De ambulancedienst moet minstens 1000 oproepen op jaarbasis kunnen aantonen en bovendien kunnen beschikken over voldoende stagebegeleiders, een stagemeester en een stagecoördinator. Om de kandidaat voldoende kans te geven om een aantal technieken beter te oefenen en om een totaal overzicht te kunnen geven van de dringende hulpverlening, werd de stage aangevuld met een periode van maximum 16 uur MUG stage. Alle erkende MUG diensten werden bereid gevonden om onze kandidaat hulpverlenerambulancier op te leiden, gedurende een korte periode, om hen inzicht te geven in de totale zorg van een patiënt vanaf de prehospitaal fase tot de einddiagnose en
behandeling in het ziekenhuis. Dit is voor de kandidaat een unieke kans om de patiënt te volgen vanaf de plaats van de oproep tot in de spoedopname en kan de verdere behandeling gevolgd worden. Bovendien kunnen heel wat technieken die bij ambulancediensten onvoldoende aan bod komen, extra geoefend worden onder het waakzame oog van de verpleegkundigen en artsen. Daarnaast leert de kandidaat omgaan met het MUG team en leren de personeelsleden van het ziekenhuis hun toekomstige ambulanciers beter kennen. Stageplaatsen ambulancediensten: Brugge, Oostende, Knokke-Heist, Blankenberge, Roeselare, Ieper, Kortrijk Harelbeke ( sinds 2012 ) Waregem ( sinds 2012 ) Niet limitatieve lijst.
6° de basiscursussen HVA: Tijdens het jaar 2012 werden drie basisopleidingen voorzien en de opleiding van 2011 afgewerkt. 1) Basiscursus 2011 voorjaar, sessies A en B: Op zaterdag 17 maart 2011 startte een nieuwe ontdubbelde opleiding in het lescentrum van Zedelgem met 68 kandidaten. De lessen werden telkens gegeven op zaterdag. Voor het eerst werd een opleiding opgestart in maand maart met telkens een onderbreking tijdens de schoolvakanties. De onderbreking met twee maanden zomervakantie werd niet als positief ervaren. De cursus werd op regelmatige basis gevolgd door 58 cursisten. ( minstens 80% aanwezigheid ) De eindproeven waren voorzien op 22 en 29 oktober 2011 ( 1 ste zit ) en 19 november 2011 ( 2de zit ) Voor de 1ste zittijd schreven zich 58 kandidaten in voor het schriftelijk theoretisch examen waarvan 42 cursisten slaagden in het examen. Voor het mondeling praktische examen schreven zich 55 kandidaten in waarvan 36 cursisten geslaagd waren.
Voor de 2de zittijd schreven zich 33 kandidaten in waarvan 23 slaagden in alle proeven. De stageperiode kon aanvatten op 1 november 2011 met 42 kandidaten om te eindigen op 29 februari 2012. Uiteindelijk hebben 37 kandidaten hun stage volledig afgewerkt of een gunstige eindbeoordeling gekregen. Hun brevet Hulpverlener-Ambulancier werd uitgereikt op 12 maart 2012. Het algemeen slaagpercentage voor deze opleiding bedroeg een historisch lage 64%. ( gemiddeld slaag% van 2007/2011= 84% ) 2) Basiscursus 2012 voorjaar, sessies A en B: Tijdens het voorjaar 2012 werd een dubbele basisopleiding HVA voorzien om aan de noden van het werkveld te voldoen en om een eventuele wachtlijst te vermijden. Enkele cursisten van Oost-Vlaanderen sloten aan bij deze opleidingen. Op 14 januari 2012 startte een weekend opleiding met 45 cursisten met les telkens op zaterdag van 08u30 tot 15u30 en vanaf de paasvakantie tot 17u30. Op 16 januari 2012 startte de tweede opleiding met 32 cursisten met telkens les op maandag en donderdag avond van 18u30 tot 21u30 en vanaf de paasvakantie van 18u00 tot 22u00. Basisopleiding A ( zaterdag ) De cursus werd op regelmatige basis gevolgd door 41 cursisten. ( minstens 80% aanwezigheid ) De eindproeven waren voorzien op 9 juni 2012 en 16 juni 2012 ( 1 ste zit ) en 30 juni 2012 ( 2de zit ) Voor de 1ste zittijd schreven zich 41 kandidaten in voor het schriftelijk theoretisch examen waarvan 40 cursisten slaagden in het examen. Voor het mondeling praktische examen schreven zich 41 kandidaten in waarvan 32 cursisten geslaagd waren. Voor de 2de zittijd schreven zich 8 kandidaten in waarvan 7 slaagden in alle proeven. ( 1 kandidaat nam niet meer deel aan de 2de zittijd ) De stageperiode kon aanvatten op 1 juli 2012 met 39 kandidaten om te eindigen op 30 oktober 2012. Uiteindelijk hebben 38 kandidaten hun stage volledig afgewerkt of een gunstige eindbeoordeling gekregen. Hun brevet Hulpverlener-Ambulancier werd uitgereikt op 5 november 2012. Het algemeen slaagpercentage voor deze opleiding bedroeg een 95%. ( gemiddeld slaag% van 2007/2012= 84.7% ) Basisopleiding B ( weekdag avond ) De cursus werd op regelmatige basis gevolgd door 32 cursisten. ( minstens 80% aanwezigheid )
De eindproeven waren voorzien op 9 juni 2012 en 16 juni 2012 ( 1 ste zit ) en 30 juni 2012 ( 2de zit ) Voor de 1ste zittijd schreven zich 32 kandidaten in voor het schriftelijk theoretisch examen waarvan 31 cursisten slaagden in het examen. Voor het mondeling praktische examen schreven zich 32 kandidaten in waarvan 24 cursisten geslaagd waren. Voor de 2de zittijd schreven zich 7 kandidaten in waarvan 4 slaagden in alle proeven. ( 1 kandidaat nam niet meer deel aan de 2de zittijd ) De stageperiode kon aanvatten op 1 juli 2012 met 28 kandidaten om te eindigen op 30 oktober 2012. Uiteindelijk hebben 28 kandidaten hun stage volledig afgewerkt of een gunstige eindbeoordeling gekregen. Hun brevet Hulpverlener-Ambulancier werd uitgereikt op 5 november 2012. Het algemeen slaagpercentage voor deze opleiding bedroeg een 87.5%. ( gemiddeld slaag% van 2007/2012= 84.7% )
3) Basiscursus 2012 najaar: Via de Provinciale commissie DGH kreeg WOBRA de opdracht om de opstart van een nieuwe ambulancedienst 112 bij de Civiele Bescherming van Jabbeke, te ondersteunen. Zeer snel werd contact opgenomen met de dienstverantwoordelijken van de Civiele Bescherming Jabbeke om een zicht te krijgen op hun behoeften en mogelijkheden. Al snel werd een bijkomende basisopleiding HVA open gesteld om ook de andere diensten de mogelijkheid te geven om deel te nemen aan deze sessie. Op 1 oktober 2012 kon deze opleiding van start gaan met 34 cursisten. Voor het eerst werd een weekdagopleiding georganiseerd, telkens op maandag en donderdag van 08u30 tot 15u30. Deze groep mocht meteen ook kennismaken met twee nieuwe leslokalen specifiek voor de medische opleidingen binnen het P.O.V. De cursus werd op regelmatige basis gevolgd door 33 cursisten. ( minstens 80% aanwezigheid ) De eindproeven waren voorzien op 14 en 17 januari 2013 ( 1 ste zit ) en 28 januari 2013 ( 2de zit ) Deze opleiding zal verder afgewerkt worden in 2013.
De permanente vormingen: Het voornoemde KB van 13 februari 1998 voorziet tevens dat elke hulpverlenerambulancier jaarlijks een verplichte bijscholing dient te volgen van 24 uren. Daarnaast dient elke ambulancier om de 5 jaar een gunstige beoordeling te bekomen bij een evaluatieproef om zijn/haar brevet (en badge) geldig te houden.
De permanente opleiding omvat de bijwerkingen en herhalingen van alle leerstof uit de basiscursus dit in overeenstemming met een programma opgesteld door de pedagogisch verantwoordelijken van de lescentra en goedgekeurd door de medische directie van de school ( wetenschappelijke en pedagogische cellen ) Over de volledige bijscholingsperiode van vijf jaar dienen alle onderwerpen van het handboek aan bod te komen. Het programma bestaat uit maximaal zes uur theoretisch onderricht en 12 uur praktijk. Daarnaast zijn er twee uur voorzien om de ambulanciers jaarlijkse te evalueren binnen de eigen dienst dit als voorbereiding op hun vijfjaarlijkse proef. De overige 4 uren zijn bedoeld om de diensten voldoende vrijheid te geven om in hun programma onderwerpen te voorzien die rekening houden met recente of actuele gebeurtenissen of probleemstellingen die zich in hun dienst voordeden. De permanente vormingen moeten gevolgd worden in groepen van maximaal 12 cursisten per groep om iedereen de kans te geven om voldoende aan bod te komen bij de praktijkoefeningen. De theoretische onderwerpen kunnen gevolgd worden met drie groepen samen. Om een ruim aanbod te garanderen voor de diensten met een grote diversiteit aan docenten, kennis en inzicht en tevens om de groepsvorming te vergemakkelijken werd in 2005 overgegaan tot het centraliseren van deze vormingen binnen het lescentrum. Ieder lescentrum beschikt nu over een werkgroep, met vertegenwoordigers uit alle deelnemende diensten, die de permanente vorming organiseren en een programma opstellen dat voldoet aan de eisen en verwachtingen van hun hulpverlener-ambulanciers. Deze meer gecentraliseerde werking biedt een aantal voordelen aan de HVA zonder te moeten afstappen van het doel van deze vorming, namelijk het aanbieden van een scholing dicht bij het werkveld. Daarnaast worden de beschikbare didactische middelen beter benut en worden de veelvuldige administratieve taken gecentraliseerd en gedigitaliseerd. De doorstroming van informatie gebeurt op een snellere en efficiënte manier. Deze centralisatie van vorming met een permanente inbreng vanuit het werkveld heeft uiteindelijk geleid tot een kwalitatief onderwijs met een grotere betrokkenheid van de hulpverlener-ambulancier. Sinds 2011 wordt de theoriemodule van zes uur, centraal georganiseerd in het P.O.V. te Zedelgem. In 2012 kwamen volgende onderwerpen aan bod: PSH werking, defusing en debriefing van hulpverleners veiligheid op de interventieplaats veiligheid op de interventieplaats veiligheid op de interventieplaats Ziekteleer: stuipen , bewusteloosheid en koorts bij kinderen Trauma: opvang van een polytrauma patient ( ATLS )
Er werden daarvoor 12 specifieke opleidingsdagen voorzien. In het totaal namen 919 Hulpverlener-Ambulancier deel aan deze theoriemodules. In 2012 werd aan 84 groepen (van 12 deelnemers) de verplichte bijscholing van 24 uren gegeven verdeeld over zes lescentra. In totaal werd voor 1008 ambulanciers een opleidingsprogramma voorzien. Verdeling per lescentrum: Lescentrum
Aantal lesgroepen
Brugge
20
Kortrijk
14
Oostende
10
Poperinge
8
Roeselare
11
RKWVl
12
Veurne
8
WOBRA P.O.V.
1
In 2008 werd besloten om in te stappen in het federaal programma voor permanente vormingen met een vijfjarenplan. Rekening houdende met de omzendbrief van 1 maart 2001 aan alle ambulancediensten betreffende de bijscholingen voor de HulpverlenerAmbulancier werd afgesproken dat 2 uur moeten voorzien worden voor een praktische ( gecombineerde ) oefening ter voorbereiding van de vijfjaarlijkse evaluatieproef. Deze proef had als doel een jaarlijks opbouwende indicatieve en ondersteunde beoordeling te vormen om de kandidaat te leiden naar een positieve beoordeling na vijf jaar. ( bijlage 5 van het KB 13/02/1998 )
Als gevolg werden de vrije uren beperkt worden tot 4 uur per jaar. Aan de diensten ( lescentra ) werd zo de vrijheid gegeven om in hun programma enkele uren te voorzien om recente of actuele gebeurtenissen of probleemstellingen die zich binnen de dienst voordeden, te behandelen.
Per groep van 12 cursisten werd steeds 1 docent voorzien. Om dit te realiseren werd beroep gedaan op 91 docenten en praktijkdocenten. Deze grote groep medewerkers, afkomstig van de ziekenhuizen en de ambulancediensten 100, zorgden voor de praktische invulling en een grote verscheidenheid aan opleiding. Deze aanpak verzekert een grote inbreng van het werkveld.
Vijfjaarlijkse evaluatieproeven: Na een periode van vijf jaar opleiding moet de hulpverlener-ambulancier zich aanbieden voor een vijfjaarlijkse evaluatieproef. De beoordeling van de bekwaamheid van de hulpverlener-ambulancier is gebaseerd op de algemene componenten van een interventie betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening, welke berusten op vaardigheid en attitude. Het opleidingscentrum organiseerde 11 evaluatieproeven in 2012.
In 2012 waren er 170 inschrijvingen voor deze proeven. In totaal slaagden 126 kandidaten in 1ste zittijd en 19 kandidaten na een 2de zittijd. Het aantal niet geslaagde kandidaten bedroeg 25 waarvan 22 met een eerste ongunstige beoordeling, 2 met een tweede ongunstige beoordeling gevolgd door een bijscholingstraject van minstens 9 uur en 1 met een derde ongunstige beoordeling. Het slaagpercentage van de deelgenomen kandidaten ligt op ongeveer 74.11% na de eerste zittijd en 85.29% na een tweede zittijd. Het algemeen slaag% voor de 5 jaarlijkse beoordelingsproeven van 2001 tot en met 2012, bedraagt 85.69% Om deze proeven te realiseren konden we rekenen op de inzet van 17 evaluatoren die samen 176,5 uren presteerden.
Het WOBRA wil voor de vijfjaarlijkse evaluaties een zo objectief en eerlijk mogelijke werkwijze hanteren. Daarom werden 20 evaluatoren aangesteld door het WOBRA die de evaluaties opstellen en voorleggen aan de medische raad die de inhoud en werkwijze moet goedkeuren. De evaluatoren komen op geregelde tijdstippen samen om de wijze van evalueren te bespreken alsook de resultaten. Zo blijft dit een dynamisch proces dat tijdig kan bijgestuurd worden.
De evaluatoren volgen steeds een gestandaardiseerde werkwijze om de evaluatie af te nemen. Daarvoor maken ze gebruik van vooraf opgemaakte casussen en een uniform evaluatieformulier. Dit beoordelingsformulier werd volledig aangepast aan de nieuwe richtlijnen ERC 2010, is in gebruik in alle opleidingscentra DGH en werd gevalideerd door de F.O.D. Volksgezondheid.
WEBSITE: http://www.ambulancier.wobra.be
Sinds september 2006 is de website voor de hulpverlener-ambulancier WestVlaanderen, in gebruik. De vzw. WOBRA kiest duidelijk voor een open communicatie. Waar vroeger enkel de dienstverantwoordelijken de interne communicatie kregen, wordt deze nu voor iedereen toegankelijk gemaakt.
In de toekomst zal de website nog meer uitgebouwd worden om de communicatie te optimaliseren. Facebook profiel Sinds oktober 2012 beschikt WOBRA ook over een facebookprofiel pagina. Naast enkele officiële mededelingen is er ook plaats voor ervaringen, gebeurtenissen en allerhande nieuwtjes. Via deze weg willen we een goed zicht geven op de algemene werking van WOBRA.
Opleidingen eerste hulp Tijdens het laatste werkjaar werden EHBO opleidingen voorzien voor 8 andere organisaties. In totaal werden 48 uren les voorzien. Daarnaast verleenden we onze didactische bijstand aan de opleiding voor verpleegkundigen van het HBOV. Een dertigtal kandidaat verpleegkundigen kwamen in het opleidingscentrum te Zedelgem oefenen met het reanimatiemateriaal en immobilisatie middelen tijdens deze opleidingsdag.
In opdracht van P.I.VO. ( opleidingscentrum DGH Vlaams-Brabant ) werden 6 opleidingsdagen georganiseerd voor bedrijf eerste hulpverleners in WestVlaanderen. In totaal werden daarvoor 27,5 uren les gegeven door docenten van WOBRA vzw. Samen met SBR en WPS werden de opleidingen voor de gemeenschapswachten georganiseerd. WOBRA stond in voor de EHBO opleidingen. In totaal werden twee basisopleidingen voorzien voor een 34 tal cursisten. Er werden 6 dagen EHBO opleidingen voorzien voor een totaal van 30 lesuren.
Opleidingen gemeentelijke ambtenaren noodplanning:
Volgens het KB van 16 februari 2006 op de nood- en interventieplannen moet elke gemeente een ambtenaar verantwoordelijk voor de noodplannen hebben. Deze ambtenaar zit in de gemeentelijke veiligheidscel en staat in voor de opmaak en de actualisatie van het gemeentelijke noodplan. Deze taken vereisen een grondige kennis betreffende de organisatie en structuur van de noodplanning zowel op federaal, provinciaal als gemeentelijk vlak. De federale dienst openbare hulpverlening en de vzw. WOBRA organiseerden samen een specifieke opleiding om tegemoet te komen aan deze behoefte. Op 20 november 2012 werd een terugkomdag georganiseerd voor de 45 tal ingeschreven ambtenaren noodplannen.
B. Overleg met de Vlaamse opleidingscentra. Sinds enige jaren is er een overleg ontstaan tussen de verschillende erkende opleidingscentra voor de hulpverlener-ambulancier. Ook de F.O.D. Volksgezondheid hecht meer een meer belang aan overleg met de opleidingcentra DGH. Tijdens het jaar 2012 kwamen de scholen een 10 keer samen. Onze voornaamste doelstelling is het komen tot uniforme afspraken en werkwijzen zodat de opleidingen HVA op elkaar zijn afgestemd.
C. Extra bijscholingen en symposia De Hulpverlener-Ambulancier heeft de mogelijkheid om de jaarlijkse permanente vorming aan te vullen met extra bijscholingen. Deze bijkomende bijscholingen mogen aanzien worden als aanvulling van een tekort aan opleidingsuren of als bijkomende informatie ter verrijking van de kennis van de Hulpverlener-Ambulancier. Het aantal uren extra bijscholingen, buiten lescentrum, is beperkt tot 6 uur per jaar.
het
jaarprogramma
van
het
Provincie overschrijdende opleidingen, congressen en symposia krijgen een erkenning van het opleidingscentrum waartoe de organisator behoort. Deze erkenning is automatisch ook geldig voor de vzw. WOBRA. De aanvraag voor deze bijscholingen kan komen van een lescentrum of van een externe organisator. De medische raad beslist welke onderwerpen in aanmerking komen en hoeveel uren bijscholing een erkenning krijgen. De organisator krijgt het erkenningsnummer schriftelijk meegedeeld.
De vzw. WOBRA is heeft in 2012 een erkenning gegeven aan 29 aanvragen voor extra bijscholingen. Al deze bijscholingen kregen een erkenning voor een totaal van 70,5 uur bijscholing. In het totaal namen 900 cursisten deel aan één of meerdere bijscholingen.
Evacuatie module voor verzorgingsinstellingen Wat in 2009 begon als een idee en vorm kreeg dankzij de materiële ondersteuning van vooral het Jan Yperman ziekenhuis te Ieper maar ook het Heilig hart ziekenhuis van Roeselare en het ziekenhuis van Waregem, werd in 2010 verder uit gewerkt. Een stuurgroep kwam samen, een handboek werd geschreven, een presentatie werd gemaakt. Enkele belangrijke infrastructuurwerken lieten nog even op zich wachten. In 2011 werd de afdeling afgewerkt, kreeg een splinternieuwe trap, compartimentdeuren, veel didactische middelen om een realistisch scenario klaar te zetten voor de diverse doelgroepen. De ziekenhuizen werden aangesproken en het draaiboek werd verfijnd. In 2012 werd een mailing verzonden naar alle ziekenhuizen andere zorginstellingen. Er werden nog vijf opleidingen voorzien in 2012 vooral voor de woon- en zorgcentra. Enkele sfeerbeelden: