Verslag Expertmeeting project Collectie jeugd in context Utrecht, 10 oktober 2013
Aanleiding De bibliotheek is een van de partijen die in staat is om allerlei soorten informatie met elkaar te verbinden en daarmee een rijk en verrijkt aanbod te creëren op allerlei gebied. De activiteiten die hiermee gemoeid zijn vallen onder de noemer ‘contextualiseren’: het in context plaatsen van informatie, dat wil zeggen het inbedden van informatie uit allerlei bronnen in een op de klant afgestemde dienst. In dit kader acht het Sectorinstituut Openbare Bibliotheken (SIOB) het wenselijk de verschillende jeugdliteraire bronnen bij elkaar te brengen en meer in samenhang aan te bieden. Het SIOB wil hier invulling aan geven middels het project Collectie Jeugd in Context. In het kader van dit project heeft het SIOB een omgevingsanalyse uitgevoerd met als doel te bekijken op welke manier websites over lezen of mediagebruik voor kinderen en jongeren van elkaar verschillen en overeenkomen.
Verslag Norma Verheijen van Siob opende de ochtend met een welkomstwoord. Ze zette uiteen hoe contextualisering vanuit het SIOB begrepen wordt. Daarnaast schetste zij de veranderingen in de bibliotheekwereld die van invloed zijn op de rol die bibliotheken in het veranderende informatielandschap spelen. Dit illustreerde zij aan de hand van de Informatieradar (model) van Jan Bierhoff. Deze lezing is terug te vinden op de USB-stick.
Julienne van den Heuvel presenteerde de concept-versie van haar onderzoek Gebundeld aanbieden
van content jeugd, Eerste rapportage: analyse van vijftien lees- en mediawijsheidbevorderende websites jeugd. (De concept-versie van dit rapport is te vinden op de USB-stick.) Zij schetste hoe zij haar onderzoek heeft opgezet en uitgevoerd. Zij plaatste de analyses van de afzonderlijke websites, die zij al met de betreffende redacties individueel had gedeeld, nu in het kader van een gezamenlijke analyse van de 15 onderzochte websites. Hierbij kwamen, aan de hand van de gehanteerde criteria, verschillende gemeenschappelijke kenmerken van de 15 websites naar voren. Tegelijkertijd, zo benadrukte zij, kwamen door deze analyse ook de onderscheidende factoren per website duidelijk aan het licht. Per website gaf zij de uniciteit aan. Discussie Naar aanleiding van beide presentaties werd uitgenodigd tot onderlinge gedachtewisseling over het begrip contextualisering. Er bleken nog wat vragen te leven over het begrip contextualisering: over welke collectie hebben we het bijvoorbeeld als we het over de NBC hebben? En voor wie is dat bedoeld en hoe moet dat eruit zien? Voor- en nadelen
Eerst werden de voor- en nadelen op een rijtje gezet. Een voordeel zou kunnen zijn dat wanneer aanbieders samenwerken voor contextualisering er voor gebruikers overzicht geboden wordt. Tegelijk ligt hier als bedreiging dat de specificiteit van de aanbieders, die maatwerk bieden voor hun doelgroep, verloren gaat. Voorwaarde voor het bieden van overzicht aan de gebruiker is daarom dat de gegevens op maat gesneden voor elke doelgroep gepresenteerd worden. Een essentieel middel daartoe is het aanbrengen van een zinvolle schifting in het aanbod voor de gebruiker door middel van meta-datering. Andere voordelen die ter sprake kwamen waren het vergroten van de vindbaarheid voor de gebruiker en ondervangen van overlap tussen verschillende aanbieders door samen te werken en, waar nodig te integreren. Sommigen gingen zelfs zo ver te stellen dat hun doelstelling is zichzelf te integreren in de doelstellingen van andere websites en zichzelf op die manier overbodig te maken. Hiermee zou ook de efficiëntie kunnen worden vergroot. Een ander voordeel dat genoemd werd was onderlinge kennisdeling tussen aanbieders, het uitwisselen van best practices en kennis. Wat ook ter sprake kwam als voordeel is dat door samenwerking de kennis gevalideerd kan worden, al werd ook gesuggereerd dat het per doelgroep verschilt of die waarde hecht aan het gebruiken van gevalideerde kennis. Daarnaast werd genoemd dat inspelen op de actualiteit makkelijker kan worden als verschillende aanbieders hun krachten bundelen. Ook op gebied van co-creatie kan dit gelden. Welke rol zien aanbieders voor zichzelf? Verschillende groepen jeugdige gebruikers nemen informatie vooral tot zich via de rol van intermediairs. Voor die intermediairs moet de informatie goed zichtbaar zijn. Voor leerlingen spelen docenten een belangrijke rol: zij moeten de informatie goed kunnen vinden en kunnen die vervolgens doorgeven aan hun leerlingen. Niet iedereen deelde deze mening, immers niet alle jeugd valt onder schoolgaand publiek: ook de opvoeders moeten uit het grote aanbod dat er voor jeugdigen bestaat een goede keuze kunnen maken. Verder is het belangrijk dat al het aanbod voor iedereen toegankelijk is, dus ook degenen die moeite hebben met lezen of een leeshandicap hebben. Daarbij moet worden opgemerkt dat er onder jeugdigen een aanzienlijke groep bestaat die ook zelf informatie benadert via internet. Dit wordt geïllustreerd door de hoge bezoekersaantallen van scholieren.com waar de informatie door co-creatie tot stand komt. Zij staan dicht bij hun gebruikers die zij goed kennen, doordat hun redactie uit 20 scholieren bestaat, zij een testpanel hebben en onderzoek kunnen laten uitvoeren naar hun gebruikers. Voor de intermediairs zou één doorgeefluik dat bij hen bekendheid geniet wenselijk zijn, maar onder de voorwaarde dat zij bij deze portal informatie op maat kunnen ophalen. Ook is het belangrijk dat zij snel kunnen zien waar die informatie –in boek-vorm- op korte termijn beschikbaar is. Wat is er voor nodig? De enorme brei van informatie moet toegespitst worden op basis van scherpe keuzes: op basis van thema en/of doelgroep. Afstemmen met het onderwijs is belangrijk. Ook moet de zichtbaarheid gegarandeerd zijn. Verder is het cruciaal om duidelijk de behoefte van de gebruikers te identificeren. Kennisuitwisseling tussen aanbieders is bovendien belangrijk: waar zit de behoefte voor de gebruikers, waar valt terrein te winnen? De hoge bezoekersaantallen van scholieren.com suggereren dat het met de jeugd in het voortgezet onderwijs wel goed zit. Het zijn met name de intermediairs die bediend zouden moeten worden als gebruikers: opvoeders en docenten. Zij zouden onder één paraplu uit het grote aanbod een goed op hun situatie toegespitst advies moeten kunnen vinden.
Samenwerken Om een goede samenwerking te garanderen moet er aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Zo zijn kwaliteit en toegankelijkheid van de informatie belangrijk. De informatie moet consequent ontsloten worden door middel van meta-datering op basis van uniforme afspraken. Wat essentieel is om te komen tot een goede zinvolle samenwerking op gebied van contextualisering is focus wat betreft: -doelgroep -thema -doelen -klantbehoefte Dit zijn voorwaarden om te komen tot een initiatief dat het niveau van een startpagina of vergaarbak ontstijgt en werkelijk meerwaarde heeft voor de gebruiker die we door middel van contextualisatie immers willen helpen om duiding aan te brengen in de veelheid informatie en door de bomen het bos nog te zien. Ook zouden bibliotheek en onderwijs meer op elkaar af moeten stemmen en gebruik moeten maken van elkaars expertise.
Conclusie Voor verschillende aanbieders kan contextualiseren bepaalde voordelen bieden, zoals vergroten van efficiëntie, vindbaarheid, publieksbereik en validatie van kennis. Om tot een goede samenwerking te kunnen komen moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan, zoals kwaliteit, toegankelijkheid en ontsluiting van informatie op basis van uniforme afspraken. Verder is het essentieel om focus aan te brengen wat betreft doelgroep, thema, doelen en klantbehoeften. Gewezen werd op de grote diversiteit onder doelgroepen van de jeugd. Een manier om dit te ondervangen zou kunnen zijn het aanbrengen van clustering onder de aanwezige aanbieders om op die manier te onderzoeken of dit tot vruchtbare samenwerking kan leiden.
Vervolgstappen en afspraken -terugkoppeling door SIOB inclusief uitwisseling contactgegevens -voorstel tot clustering van aanbieders door SIOB -inventariserend onderzoek naar vraagkant vanuit gebruikersgroepen door SIOB -reacties op het rapport van Julienne
Betrokkenen Leeskr8! Makkelijk Lezen Plein Makkelijk Lezen Plein SIOB Jeugdbieb Jeugdbieb Scholieren.com Scholieren.com Entoen.nu Aangepast Lezen Aangepast Lezen
Leesfeest Lezen voor de lijst SIOB SIOB
Saskia Kuus Nanda Geuzebroek Ellie van der Meer Rianne Brouwers Hennie Borstlap Martijn Coolen Roos Smetsers Jon Geerars Hubert Slings Vera Schoneveld Patricia van der Flier
NBD Biblion
Carlijn van Ravensteijn Theo Witte Norma Verheijen Kirsten Hulsker Julienne van den Heuvel Rikkert Boonstra Mireille Boetje
Mediasmarties
Ilona Jens
SIOB
Remco Pijpers Mijn Kind Online Martine Borgdorff Fictiedossier Carola Oldemaat Boek1boek Marjan Swelsen Leesplein/Jongerenliteratuurplein Myrna Vossen BNL Willemijn Jongens Boekenzoeker Rune Buerman
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] i.p.v. Mirjam Pörtzgen-vander Zeeuw
[email protected],
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Vragen, opmerkingen of suggesties? Bel of mail: Kirsten Hulsker Adviseur|Advisor
[email protected] |+31 (0)654660264 Koninginnegracht 14 2514 AA Den Haag | Postbus 16160 2500 BD Den Haag T +31 (0)70 3090 222 | F +31 (0)70 3090 299 | www.siob.nl Netherlands Institute for Public Libraries
Verslag clusterbijeenkomst 29 november 2013 Utrecht Aanwezig: Nanda Geuzenbroek (Makkelijk Lezen Plein), Ellie van der Meer (bieb4you!), Roos Smetsers (Scholieren.com), Jon Geerars (Scholieren.com), Hubert Slings (Entoen.nu), Moniek van der Putte (Aangepast Lezen), Theo Witte (Lezen voor de lijst), Ingrid Bon (Fictiedossier/Vakberaad), Kirsten Hulsker (SIOB), Norma Verheijen (SIOB) Afwezig: Saskia Kuus (Leeskr8!)
Verslag 1. Introductie Kirsten en Norma presenteren de doelen van SIOB (missie, visie) en belangrijke thema’s in het SIOB Activiteitenplan 2013-2014, waaronder de geïntegreerde bibliotheek en Collectie Nederland in Context (zie bijlage powerpoint). Doelstelling van het project Collectie Jeugd in Context is te onderzoeken waar voor leveranciers en eindgebruikers de meerwaarde kan liggen bij samenwerken aan en bundelen van content in context in een op de eindgebruiker afgestemde dienst. Het doel van deze bijeenkomst is om met leveranciers die zich voornamelijk, maar niet exclusief, richten op de doelgroep jeugd boven de 12, te onderzoeken welke gemeenschappelijke doelstellingen kunnen worden geformuleerd bij het samenwerken aan content in context afgestemd op de jeugdige eindgebruiker. Verder is het doel om een gezamenlijke set afspraken te formuleren.
2. Nadere kennismaking Gevraagd wordt naar het aantal deelnemers van de clusterbijeenkomst en of er al partijen zijn afgevallen. Door de deelnemers wordt aangegeven dat als gevolg van de gemaakte clusterindeling op doelgroepen nu partijen ontbreken waarmee men graag contact wil. Aangegeven wordt dat er op 23 januari 2014 een nieuwe plenaire bijeenkomst staat gepland waar alle deelnemende partijen voor uitgenodigd zullen worden. Via een speeddatingsessie maken de deelnemende organisaties nader kennis met elkaar.
3. Van individuele meerwaarde naar gezamenlijke doelstellingen Meerwaarde kan worden ingedeeld in twee categorieën: meerwaarde voor de leveranciers en meerwaarde voor de eindgebruikers. Bij eindgebruikers betreft het een gelaagde groep, omdat het hier de jongeren zelf betreft maar ook hun intermediairs (onderwijzers en opvoeders). Samenvattend voor de eindgebruiker: één centrale plek vermindert verwarring, vergroot snelheid en zoekgemak (want betere vindbaarheid), helpt bij leggen van verbanden en vergroot kans op betrouwbaar goed aanbod dat bovendien op alle soorten eindgebruikers en hun intermediairs afgestemd kan worden qua onderwijsniveau en leesachterstand of –handicap, zoals dyslexie en slechtziendheid. Jeugdige eindgebruikers en hun intermediairs zien zichzelf niet graag als “speciaal geval” en bedienen zich 1
doorgaans van een concrete zoekopdracht, waarbij zij de resultaten, waar nodig aangepast aan hun beperkingen, tot zich moeten kunnen nemen. Samenvattend voor de leveranciers: samenwerken is goed voor efficiency, waardoor ook weer tijd en middelen vrijkomen om te versterken op gebied van afstemming op de eindgebruiker, validatie (logo als keurmerk), expertise en ondersteunen van leveranciers in het bereiken van alle doelgroepen. Resultaat: aanvullende vragen beleggen advies bij MKO: Alle leveranciers hebben aanvullende vragen wat betreft het advies dat MKO gevraagd zal worden uit te brengen rondom de vraag: hoe zoekt de jeugd 12+ zelfstandig via internet naar informatie over lezen, plezier en voor werkstukken? De discussie spitst zich toe op het verband tussen het motief om te zoeken (lezen, plezier of informatie voor een werkstuk), het zoekgedrag en het vinden van de (gewenste) informatie. Belangrijk daarbij is dat het zoekresultaat geconsumeerd kan worden door alle soorten eindgebruikers, ook diegenen die kampen met bijvoorbeeld een leesachterstand of slechtziendheid. Bezien vanuit de context van het onderwijs zijn er twee motieven voor wat betreft lezen: vrij (voor het plezier) enerzijds en anderzijds vanuit het onderwijs verplicht lezen en informatie zoeken over boeken en schrijvers. Het aanbod voor de eindgebruiker kan daarom qua context uitgesplitst worden naar de motieven waarmee de jeugdige eindgebruiker of intermediair zoekt. Meerwaarde van contextualiseren kan echter ook juist leggen in het leren zien en zelf leren leggen van verbanden door de jeugdige eindgebruiker. Een andere mogelijkheid is in het aanbod voor de eindgebruiker overlap te laten bestaan tussen zoek-motieven als lezen, informeren en plezier. Het is niet geheel duidelijk of er wat dit betreft onderscheid bestaat in onder- en bovenbouw en wanneer de jeugd afhaakt. Conclusies 1. opdracht advies MKO Vragen uit de discussie worden meegenomen in de advies-vraag aan MKO. 2. gezamenlijke ingang Consensus: de jeugdige eindgebruiker en hun intermediairs zoeken vanuit een concrete invalshoek naar informatie en willen niet als “speciaal geval” (dyslexie, slechtziend etc.) moeten zoeken naar informatie, zodat integreren van speciale doelstellingen, zoals aangepast en makkelijk lezen, in het aanbod daarom wenselijk is. 3. gemeenschappelijk referentiesysteem Consensus: er moet een gemeenschappelijk referentiesysteem komen dat door zowel onderwijs als bibliotheek wordt gehanteerd qua indelingen in niveaus en leeftijd, zodat voor de eindgebruiker én zeker ook de intermediairs duidelijk schiftingen kunnen worden aangebracht in zoekresultaten (meta-data NBC) en context.
2
4. Voorwaarden en gezamenlijke afspraken Opvallend in de discussie is dat veel voorwaarden en afspraken door meerdere partijen genoemd worden. Het “delen’’ kan aangemerkt worden als centrale voorwaarde en is onder te verdelen in verschillende elementen. Het gaat daarbij om: De gebruiker Die moet gratis, betrouwbare kennis vinden die goed bij de doelgroep aansluit. Vindbaarheid –op 1 plek-is daarbij belangrijk. Infrastructuur Elementen die worden aangedragen worden zijn het belang van toewerken naar complete digitalisering, de noodzaak om van titels verschillende verschijningsvormen aan te bieden die bovendien geschikt zijn voor alle devices, het belang van een betrouwbare infrastructuur, uniforme meta-datering en participatie van iedereen uit de sector openbare bibliotheken, zoals NBD Biblion en BNL. Kwaliteit Bij de eindgebruiker moet ten minste de indruk bestaan dat het gaat om betrouwbare en valide informatie. Een middel dat daartoe kan worden ingezet zijn logo’s als keurmerk. Kwaliteit betekent ook aansluiten op het onderwijs-curriculum en belangstelling van de eindgebruiker Kennis Kennisdeling is essentieel, daarbij hoort ook de uitruil van diensten. Gedacht kan worden aan continuïteit in de functie van een kenniscentrum database.-Kennis over de eindgebruiker is cruciaal. Scholieren.com licht toe wat zij daarover aan kennis in huis hebben en halen via gebruikerspanels, enquêtes uit onder gebruikers, een forum, twitter, facebook en nieuwsbrief, waarbij er verschuivingen tussen deze middelen optreden richting social media. Organisatie Bij een goede organisatie komen een aantal elementen kijken, zoals een goede balans tussen halen en brengen, opbrengst die gericht is op de doelgroep (meten=weten), landelijke afspraken (PSO’s, SIOB, VOB) of ten minste een landelijke geldvoorziening, betrouwbare partners en een duidelijke eigenaar. Geld Hier wordt financiering als randvoorwaarde voor het kenniscentrum genoemd. Ook komt de verhouding tussen commerciële en non-profit financiering ter sprake. Delen De centrale voorwaarde is zoals gezegd gaan delen. Delen van infrastructuur, kennis, organisatorische vraagstukken, geld (of uitruil gesloten beurzen) en samen een proces daartoe inrichten. Essentieel is dat er een brede, uniforme en bestendige verbinding wordt gelegd tussen ten minste infrastructuur en geld, op zichzelf allebei belangrijke voorwaarden voor delen. Ook tussen geld en kennis ligt een belangrijke relatie. Het proces van samenwerking kan op verschillende manieren gestart worden. Dat kan door het identificeren van raakvlakken tussen aanbieders. Ook het bevragen en betrekken van de 3
eindgebruikers is essentieel. Een optie die brede weerklank vindt is het opstarten van een gezamenlijke pilot, waarbij door een concreet stappenplan geïnventariseerd wordt wat er vervolgens bij komt kijken qua zaken als infrastructuur, kennis, organisatie en geld. Over de invulling van zo’n pilot ontstaat een brede discussie waarin verschillende thema’s worden verkend. Duidelijk wordt dat de voorkeur uitgaat naar een thema of event dat in 2014 actueel is. Genoemde voorbeelden daarvan zijn: ● ●
het jaar van het jongenslezen: het moet aansluiten bij de smaak van jongens, iets waarover uit onderzoek veel bekend is ( Ingrid Bon) diversiteit in de Nederlandse samenleving is een immer actueel thema, dat bovendien ook makkelijk te verbinden is met geschiedenis (Hubert Slings)
Conclusies: 1. starten pilot Aan het einde van de ochtend werd geconcludeerd dat er breed draagvlak is voor verdere samenwerking. Voorwaarde is dat concreet maken om écht te kunnen visualiseren wat er dan bij komt kijken aan concrete afspraken. Middel daartoe is een pilot, waarvoor dan een stappenplan gemaakt kan worden. In zo’n pilot kan ieder afzonderlijk zijn eigen meerwaarde brengen en zijn eigen voorwaarden halen.
5. Vervolgafspraken ●
● ● ●
Besloten wordt de deelnemers per mail te vragen een concrete invalshoek voor een gezamenlijke pilot te benoemen. Deelnemers ontvangen een mail met daarin verzoek een concreet onderwerp ten behoeve van een gezamenlijke pilot te benoemen. Daarbij lichten de deelnemers hun eigen vertrekpunt toe qua expertise, doelgroep en unique selling point. Kirsten Hulsker mailt uiterlijk 5 december het verslag van de clusterbijeenkomst inclusief powerpoint. Deelnemers worden uitgenodigd voor de expertmeeting op 23 januari 2014. Op biebtobieb creëert Kirsten een groep om contact te houden over het project Collectie Jeugd in Context en zij nodigt de deelnemers daarvoor uit. In de groep wordt in elk geval het verslag van deze bijeenkomst en de bijbehorende PowerPoint gedeeld.
4
Verslag clusterbijeenkomst 6 december 2013 Utrecht Aanwezig: Nanda Geuzenbroek (Makkelijk Lezen Plein), Hubert Slings (Entoen.nu), Vera Schoneveld (Aangepast Lezen), Martijn Nicolaas (Taalunie/de Boekenzoeker), Rikkert Boonstra (NBD Biblion), Willemijn Jongens (BNL), Myrna Vossen (BNL), Martijn Coolen (Jeugdbieb), Hennie Borstlap (Jeugdbieb), Mirjam Pörtzgen-Van der Zeeuw (Leesfeest), Kirsten Hulsker (SIOB), Norma Verheijen (SIOB) Afwezig: Ellie van der Meer (Makkelijk Lezen Plein), Marjan Swelsen (Boek1boek)
Verslag 1. Introductie Kirsten en Norma presenteren de doelen van SIOB (missie, visie) en belangrijke thema’s in het SIOB Activiteitenplan 2013-2014, waaronder de geïntegreerde bibliotheek en Collectie Nederland in Context (zie bijlage powerpoint). Doelstelling van het project Collectie Jeugd in Context is te onderzoeken waar voor leveranciers en eindgebruikers de meerwaarde kan liggen bij samenwerken aan en bundelen van content in context in een op de eindgebruiker afgestemde dienst. Het doel van deze bijeenkomst is om met leveranciers die zich voornamelijk, maar niet exclusief, richten op de doelgroep jeugd onder de 12, te onderzoeken welke gemeenschappelijke doelstellingen kunnen worden geformuleerd bij het samenwerken aan content in context afgestemd op de jeugdige eindgebruiker. Verder is het doel om een gezamenlijke set afspraken te formuleren.
2. Nadere kennismaking Door de deelnemers wordt aangegeven dat als gevolg van de gemaakte clusterindeling op doelgroepen enkelen van hen ook in het andere cluster willen participeren. Aangegeven wordt dat er op 23 januari 2014 een nieuwe plenaire bijeenkomst staat gepland waar alle deelnemende partijen voor uitgenodigd zullen worden. Via een speeddatingsessie maken de deelnemende organisaties nader kennis met elkaar.
3. Van individuele meerwaarde naar gezamenlijke doelstellingen Meerwaarde kan worden ingedeeld in twee categorieën: meerwaarde voor de leveranciers en meerwaarde voor de eindgebruikers. Samenvattend voor de eindgebruiker: Één centrale ingang zorgt voor overzicht bij de gebruiker, verbetert de vindbaarheid en ontsluiting van het materiaal dat bovendien verrijkt is door de gelegde verbindingen. Er ontspint zich discussie over maatwerk afgestemd op de doelgroep. Er bestaat consensus dat de content voor iederéén toegankelijk moet zijn, dus ook speciale doelgroepen zoals dyslexie. Het gaat daarbij niet alleen om de content zelf, maar ook om de manier waarop die wordt gepresenteerd. Deze groepen zoeken niet als “speciaal geval”, maar moeten wel maatwerk aangeleverd worden 1
door meta-datering. Op die manier moet het kind uit de resultaten zelf een keuze kunnen maken (MLP). Dit is strijdig met maatwerk, want bij schifting door meta-datering is vaak onvermijdelijk sprake van grove labeling (Entoen.nu). Een andere optie is om schifting via meta-datering heel persoonlijk te maken, wanneer je beschikt over gegevens van die persoon. Jeugdbieb haalt het voorbeeld van Schoolwise aan waar de lezer zich moet aanmelden en Norma vergelijkt dit in bredere zin met Netflix. Interactiviteit kan maatwerk opleveren, omdat onzichtbaar op de achtergrond kennis over de gebruiker wordt verzameld. De cruciale vraag blijft in hoeverre de jeugdige gebruiker verrast wil en moet worden bij het selecteren van de resultaten. Er lijken twee opties: kiezen uit een veelheid aan resultaten of uitkomen bij één specifiek resultaat. In beide gevallen is het voor kinderen van belang dat er een koppeling is tussen zoekresultaten en de concrete inhoud daarvan, zowel fysiek als digitaal, in het bijzonder voor groepen met een leesbeperking zodat zij het resultaat kunnen beoordelen en gebruiken. Rikkert refereert aan bestaand onderzoek (Bastiaan van Noord en Ewout Witte, Rapportage boekenbranche meting 24. Purchase journey kopen en lenen van boeken (mei Intomart Gfk 2013) over hoe mensen zoeken naar een titel in winkel of bieb: mensen laten zich vaak inspireren door het bestaande aanbod. Het is interessant om dit te vertalen naar het digitale domein en te kijken hoe zoekgedrag op internet is en wat daar de rol van maatwerk is. Ook is het interessant om te weten hoe daar een attractieve omgeving waarin het aanbod kan inspireren eruit zou zien. Dit raakt aan onderzoek dat NBD momenteel laat uitvoeren en dat ook ongeveer februari 2014 klaar moet zijn. Zij laten onderzoeken hoe jongeren aan informatie komen. Zij zetten daarvoor de actuele documentatiebank af tegen het onderwijs-begrippenkader. Zij kijken naar aansluiting van de AD-bank bij onderwerpen in het onderwijs en de tweeslag: jongeren zelf en leerkrachten. Het advies dat SIOB zal beleggen bij MKO zal daarop afgestemd worden. Ook worden daarin meegenomen de vragen uit de discussie over de motieven voor het zoekgedrag, namelijk vrij voor het plezier versus specifiek informatie voor school, fysiek versus digitaal zoekgedrag en specifieke zoekresultaten versus verrassing. De discussie spitst zich toe rondom de vraag wat gebruiksvriendelijk is. De meningen lopen uiteen tussen het vinden van een specifiek vooraf bepaald resultaat of het verrassen. De vraag is hoeveel schifting er noodzakelijk is voor de doelgroep en hoe de factor inspiratie/verrassing daarin kan worden verdisconteerd. Samenvattend voor de leveranciers: Er is breed gedragen consensus over het gemeenschappelijke doel: titels en meer specifiek informatie bij het kind brengen, hoezeer kinderen onderling ook verschillen. Match tussen kind en informatie is het doel dat allen nastreven. Of er nou ingezet wordt op lezen voor het plezier of luisteren voor de ontwikkeling, de basis is het verhaal bij het kind brengen. Dit biedt een brede basis voor samenwerking. Samenwerking kan vervolgens talloze voordelen bieden voor leveranciers door dat zij elkaar weten te vinden, zoals op gebied van efficiency: besparen van geld, tijd en ruimte , vergroten van synergie door elkaars kennis en meerwaarde te gebruiken, vergroten van vindbaarheid en hoeveelheid en rijkdom aan content die je als leverancier kunt aanbieden. Ten slotte kunnen de resultaten door goede meta-datering beter gefilterd aangeboden worden. Samenvattend voor leveranciers/eindgebruikers
2
Oorspronkelijke bron kunnen tonen (Jeugdbieb), vinden en refereren is zowel voordelig voor leveranciers als eindgebruikers. Beide groepen hebben baat bij zoveel mogelijk verschillende soorten bronnen. Resultaat: aanvullende vragen beleggen advies bij MKO: Leveranciers hebben aanvullende vragen wat betreft het advies dat MKO gevraagd zal worden uit te brengen rondom de vraag: hoe zoekt de jeugd 12- zelfstandig via internet naar informatie over lezen, plezier en voor werkstukken? De discussie spitst zich toe op het verband tussen het motief om te zoeken (vrij voor het plezier of specifiek voor school), het zoekgedrag en het vinden van de (gewenste) informatie. Belangrijk daarbij is dat het zoekresultaat geconsumeerd kan worden door alle soorten eindgebruikers, ook diegenen die kampen met bijvoorbeeld een leesachterstand of slechtziendheid. Verder leeft de vraag naar verschillen tussen fysiek en digitaal zoekgedrag. Ten slotte speelt de vraag of de zoekresultaten specifiek aangeboden moeten worden of ruimte moeten laten voor verrassing en inspiratie. Conclusies 1. opdracht advies MKO Vragen uit de discussie worden meegenomen in de advies-vraag aan MKO. 2. gezamenlijke ingang Consensus: de jeugdige eindgebruiker en hun intermediairs zoeken vanuit een concrete invalshoek naar informatie en willen niet als “speciaal geval” (dyslexie, slechtziend etc.) moeten zoeken naar informatie, zodat integreren van speciale doelstellingen, zoals aangepast en makkelijk lezen, in het aanbod daarom wenselijk is. 3. Afstemming onderzoek NBD Biblion en advies belegd bij MKO door SIOB Het advies dat SIOB zal beleggen bij Mijn Kind Online zal worden afgestemd op en met het onderzoek dat NBD Biblion laat uitvoeren.
4. Voorwaarden en gezamenlijke afspraken Opvallend in de discussie is dat veel voorwaarden en afspraken door meerdere partijen genoemd worden. Het “delen’’ kan aangemerkt worden als centrale voorwaarde en is onder te verdelen in verschillende elementen. Het gaat daarbij om: Taal Taalgebied is belangrijker dan landsgrenzen: Nederland en Vlaanderen moeten als taalgebied samenwerken. Infrastructuur De NBC+ maakt openbare bibliotheken interessant voor partijen van buiten de sector, vanwege de meerwaarde in koppeling van verschillende gegevens aan één titel. In het bijzonder voor de jeugd is een goede schifting van de zoekresultaten daarbij van belang. Dit vraagt uniforme meta-datering en standaardisering van techniek. De zoekresultaten moeten bovendien drempelloos toegankelijk zijn: een level playing field wat betreft toegang, wat samenhangt met gebruikersrechten. Hieronder valt ook single sign on, dat wil zeggen dat de gebruiker via één venster de resultaten kan selecteren en er geen drempels ontstaan omdat de gebruiker zich eerder in het zoekproces elders heeft aangemeld 3
of ingelogd en dan niet door kan klikken naar andere informatie (of vice versa). Gebruikersgegevens moeten gedurende het gehele zoek- en beoordelingsproces door de unieke gebruiker bijgehouden worden (meten=weten). Kennis Kennisdeling is essentieel, daarbij hoort ook de uitruil van ideeën en een stevige connectie met het onderwijs. Geld De verhouding tussen commerciële en non-profit financiering komt ter sprake: ook hier moet een level playing field gecreëerd worden. Er wordt geïnformeerd naar de verbanden tussen verschillende SIOB-projecten rondom de Bibliotheek op School, mediawijsheid en Collectie Jeugd in Context. Aangegeven wordt dat men intern binnen het SIOB zorgt voor goede afstemming. De focus van het project Collectie Jeugd in Context ligt op digitale nationale collectievorming en lezen voor zowel plezier als voor school. Er bestaat consensus dat er draagvlak is voor samenwerking om te komen tot een gezamenlijke visie. Eigenlijk hebben alle leveranciers hetzelfde doel. De samenwerking kan verschillende vormen aannemen, zoals integreren van doelstellingen onder de voorwaarde dat de expertise elders (als kenniscentrum) gehandhaafd blijft (Makkelijk Lezen Plein). Ten minste is het nodig om in goed overleg goede afspraken te maken en daarbij te denken in kansen, maar om te consolideren is meer nodig dan dat. Geopperd wordt om tot bestendige duurzaam ingebedde samenwerking te komen dat een gelegenheidsproject ontstijgt. Daarvoor is nodig dat er een strategisch plan komt waarin duurzame afspraken worden vastgelegd. Stap 1 is dat onderschrijven. Conclusies: 1. strategisch plan Aan het einde van de ochtend werd geconcludeerd dat er breed draagvlak is voor verdere samenwerking. Voorwaarde is dat concreet maken met een strategisch plan om samenwerking te organiseren die het incidentele kortere termijn denken overstijgt. Er is besloten om gezamenlijk aan een strategisch plan te werken. SIOB faciliteert en zal een eerste aanzet doen en verwacht dan aanvullingen van de deelnemende partijen.
5. Vervolgafspraken ● ● ● ●
Besloten is om gezamenlijk aan een strategisch plan te werken. SIOB zal eerste aanzet doen. Kirsten Hulsker heeft contact met NBD Biblion om het advies dat bij MKO belegd zal worden af te stemmen met het onderzoek dat NBD Biblion heeft uitgezet. Kirsten Hulsker mailt rond 16 december het verslag van de clusterbijeenkomst inclusief powerpoint. Deelnemers worden uitgenodigd voor de expertmeeting op 23 januari 2014.
4
Verslag expertmeeting Collectie Jeugd in Context 23 januari 2014 te Utrecht Aanwezigen Leden van het Landelijk Vakberaad Jeugdbibliotheken, diverse redacties van leesbevorderende websites gericht op de jeugd en vertegenwoordigers van Stichting Lezen Vlaanderen. Aanleiding Goede afstemming tussen aanbieders en eindgebruikers is een belangrijke voorwaarde voor content in context in een op de jeugdige eindgebruiker afgestemde dienst. Doel van de bijeenkomst is het bijeen brengen van de verschillende betrokken partijen om elkaar te informeren over de stand van zaken binnen het project en samen vooruit te kijken naar de toekomst. Tot nu toe stond binnen het project de aanbieder van content in context centraal. Vandaag bieden diverse sprekers vanuit hun expertise perspectieven die richting geven aan een goede afstemming op de eindgebruikers van content in context. Collectie Nederland in Context door Norma Verheijen (SIOB) Norma presenteert de doelen van SIOB (missie, visie) en belangrijke thema’s in het SIOB Activiteitenplan 2013-2014, waaronder de geïntegreerde bibliotheek: een twee-eenheid tussen de fysieke en digitale bibliotheek die SIOB in voorbereiding op de nieuwe bibliotheekwetgeving verder uitdiept. Ander belangrijk thema is de Collectie Nederland in Context. (zie bijlage powerpoint) De bibliotheek is één van de partijen die in staat is om verschillende soorten informatie met elkaar te verbinden, samenhang aan te brengen en daarmee een rijk en verrijkt aanbod te creëren. Onder de noemer ‘contextualiseren’ duiden we de activiteiten aan die hierbij komen kijken. Meta-datering, redactie en co-creatie zijn middelen om te komen tot het inbedden van informatie uit allerlei bronnen in een op de klant afgestemde dienst. Via de in ontwikkeling zijnde Nationale Bibliotheek Catalogus (NBC+) kunnen fysieke en digitale bronnen aan elkaar gekoppeld worden. Het gaat dan om informatie van partijen binnen maar ook buiten de sector van openbare bibliotheken, zoals collecties van de Koninklijke Bibliotheek, musea en archieven. De technische infrastructuur van Bibliotheek.nl maakt deze koppeling door middel van uniforme metadatering mogelijk. Van oudsher nemen bibliotheken een sterke positie in op gebied van contextualiseren op redactioneel niveau. Denk aan de Plusbibliotheken waar mensen bronnen samenbrengen en die in samenhang aanbieden aan de eindgebruikers. Voorbeelden daarvan zijn Literatuurplein en de zogenaamde Eregalerij. Co-creatie, het actief betrekken van de gebruiker, is een manier van contextualiseren die in de toekomst aan kracht zal winnen, zo bleek ook uit de visie op het toekomstperspectief van bibliotheken dat de door SIOB samengestelde commissie Cohen formuleerde. Collectie Jeugd in Context door Kirsten Hulsker (SIOB) Het Sectorinstituut Openbare Bibliotheken (SIOB) geeft invulling aan contextualiseren voor de jeugd door middel van het project Collectie Jeugd in Context. Deze doelgroep vertegenwoordigt ruim de helft van alle bibliotheekleden. Doelstelling van het project Collectie Jeugd in Context is te onderzoeken waar voor leveranciers en eindgebruikers de meerwaarde kan liggen bij samenwerken aan en bundelen van content in context in een op de eindgebruiker afgestemde dienst. (zie bijlage powerpoint) Voor zowel leveranciers als hun eindgebruikers impliceert dat een scala aan mogelijke voordelen. Kirsten schetst de stand van zaken binnen het project. Op basis van de vergelijkende
analyse door Julienne van den Heuvel zijn 18 lees- en mediawijsheidbevorderende websites geïdentificeerd en onderling vergeleken, waardoor overlap, hiaten en uniciteit zichtbaar werden. Deze rapportage is afgerond en vanaf heden beschikbaar (zie bijlage). Deze omgevingsanalyse vormde het startpunt voor diverse bijeenkomsten met leveranciers waarin gezamenlijk werd onderzocht welke meerwaarde, gezamenlijke doelen en afspraken daartoe konden worden geformuleerd. Gezamenlijk werd besloten tot het inrichten van een pilot rondom een concrete invalshoek om zo een stappenplan te formuleren om tot bestendige samenwerking te komen. Het thema geld werd daartoe uitgekozen, omdat dit voldoende concreet is en tegelijk voor diverse aanbieders voldoende aanknopingspunten biedt om hun unieke bijdrage aan de eindgebruiker te kunnen inbrengen en ook de toegankelijkheid van speciale doelgroepen (met een leesbeperking) te kunnen garanderen. Ook werd besloten tot het vastleggen van gezamenlijke uitgangspunten en doelstellingen in een strategisch plan als basis voor verdere samenwerking. Het bieden van laagdrempelige voor iedereen toegankelijke centrale ingang tot betrouwbare informatie en van daaruit het bieden van maatwerk voor alle soorten jeugdige eindgebruikers zijn uitgangspunten die door alle leveranciers onderschreven worden. Om deze uitgangspunten te realiseren zal een werkproces worden ingericht waarin hieraan verder uitvoering gegeven wordt. De leveranciers ontvangen hierop een toelichting. Om de samenwerkingsactiviteiten goed af te stemmen op de eindgebruiker is binnen dit project een advies belegd bij Ouders Online om op basis van deskresearch. Samen werken aan contextualiseren kan helpen om bibliotheken en haar samenwerkingspartners te positioneren in het informatielandschap. videoboodschap informatieradar voor de jeugd door Jan Bierhoff (Medialynx) Vanuit het perspectief van de jeugd presenteert Jan Bierhoff in zijn videoboodschap het concept van de leesradar, een navigatiesysteem in de vorm van een app om jongeren te helpen hun weg te vinden door het informatielandschap waarin allerlei soorten aanbieders actief zijn die verschillende soorten en dimensies informatie aanbieden qua breedte, diepgang en actualiteitsgehalte. Bierhoff presenteert de leesradar vanuit mediaperspectief, waar bibliotheken vanuit informatievoorziening redeneren. Dit concept prikkelt bibliotheken en haar samenwerkingspartners om na te denken welke positie zij innemen of willen innemen in het informatielandschap. Door samen te werken aan content in context kunnen aanbieders hun positie op gebied van actualiteit versterken, maar tegelijk hun expertise op gebied van diepgang inbrengen. Daarbij nemen de verschillende partners vanuit hun expertise verschillende posities in. Zo kan een lokale bibliotheek ontmoeting en debat organiseren over een actueel onderwerp en daarnaast verdieping bieden door te linken naar relevante titels. Uit het advies van Ouders Online in het kader van dit project zal blijken welke positie bibliotheken vanuit het perspectief van de jongeren zelf innemen in dit informatielandschap. Doel is om de eindgebruiker te ondersteunen de weg te vinden in het informatielandschap en in dat proces elkaars expertise te benutten, door techniek en inhoud hand in hand te laten gaan. (zie videoboodschap) de eindgebruikers van scholieren.com door Roos Smetser (scholieren.com) Roos Smetsers biedt een inkijk in het perspectief van Scholieren.com op hun eindgebruikers. Zij schetst de geschiedenis van scholieren.com van de afgelopen 15 jaar en omschrijft hun doelgroep, missie en visie. Vanuit het perspectief van een scholier en een docent wordt inzichtelijk gemaakt hoe deze partijen scholieren.com gebruiken en waarderen. Zij maakt inzichtelijke wat scholieren.com van
de eigen doelgroep meet en weet en hoe die kennis tot stand komt door de instrumenten te beschrijven die scholieren.com inzet om aansluiting met de doelgroep te hebben en te houden. Daarbij licht Roos toe hoe de interactie tussen informatievergaring over de behoeften van de eindgebruiker en concrete acties daartoe is ingericht: luisteren, meten en putten uit kennis en ervaring. In het proces van samen werken aan content in context brengt scholieren.com als unique selling point het goede contact met en kennis over de eindgebruiker in. Scholieren.com wil zelf graag input van docenten en bibliotheekpartijen om die partijen beter te bedienen en het imagoprobleem richting docenten (“knippen en plakken”) te verminderen, zonder de scholier in dat proces van zich te vervreemden. Bovendien zoekt scholieren.com naar manieren om content te verbeteren door gebruik te maken van expertise op gebied van validatie, verrijking en het betrouwbare imago van partners. Ze willen hun content uitbreiden en beter ontsluiten. Daarbij blijft het uitgangspunt beter bedienen van de scholier door gebruik te maken van expertise uit de onderwijs- en bibliotheekwereld. Omgekeerd maakt dit denken en snel handelen vanuit het perspectief van de eindgebruiker scholieren.com tot een interessante samenwerkingspartner voor bibliotheken en andere partijen. schets van mediagebruik door de jeugd en toelichting op advies voor Collectie Jeugd in Context door Henk Boeke (Ouders Online) en Louis Stiller SIOB heeft voor het project Collectie Jeugd in Context advies belegd bij Ouders Online om richting te geven aan afstemmen van content in context op de eindgebruiker (tot 18 jaar) die waar mogelijk zelfstandig naar informatie zoekt over lezen, zowel voor het plezier als verplicht voor school. In deze tussentijdse rapportage gaven beide sprekers een algemeen beeld van de jeugd en gaan in op de houdingen die jongeren aannemen bij het zoeken naar informatie. Ze gaan in op welke apparaten de jeugd gebruikt, waar ze die voor gebruiken, van welke software ze zich bedienen en hoe dit alles cijfermatig uit te drukken is. Daarnaast beschrijven ze het aandeel van online informatiegaring ten opzichte van andere kanalen die kinderen daarvoor benutten, zoals ouders, leeftijdsgenoten en vanaf papier. Ze beschrijven hoe kinderen zoeken en welke criteria daaruit volgen voor informatieleveranciers om hun informatie aan te bieden door 6 houdingen met bijbehorende criteria te beschrijven. Deze eerste bevindingen brengen het belang van rekening houden met speciale doelgroepen en de relevantie van leeftijdsgebonden omgevingen voor kinderen naar voren. (zie powerpoint) toelichting op het proefschrift Websites for children: search strategies and interface design – Three studies on children’s search performance and evaluation door Hanna Jochmann-Mannak (WizeNoze.com) Hanna beschrijft haar proefschriftonderzoek en geeft aan hoe zij de koppeling tussen wetenschappelijk onderzoek en de praktijk zoekt via technologische toepassingen die leveranciers helpen hun content beter af te stemmen op jeugdige eindgebruikers. Aan de basis van haar onderzoek ligt de constatering dat ook websites die gedeeltelijk bedoeld zijn voor kinderen nauwelijks aangepast zijn ten opzichte van de conventies die voor websites voor volwassenen bestaan. Zij heeft drie vormen conventies geïdentificeerd voor kinderen: klassiek, speels klassiek en de image map. Via experimenten heeft ze bepaalde kenmerken getoetst: door kinderen gerichte opdrachten te laten uitvoeren en te observeren onder andere met hulp van een eye-tracker. Op die manier maakt ze inzichtelijk welke problemen kinderen ervaren bij tekstueel zoeken. Gewenning aan
Google is daarbij van invloed op het zoekgedrag van kinderen. Ze heeft in haar onderzoek gekeken naar de relatie tussen gebruiksvriendelijkheid en plezierig om te zien. Gebruiksvriendelijkheid wordt bepaald door de navigatiemogelijkheden en aanwezigheid van een zoekmachine op de website. Er blijkt geen significant verschil in taakuitvoering tussen 3 typen conventie-interface voor taakuitvoering: de zoekmachine overstijgt de vorm. Gevoelsmatig maakt de vorm –het type conventie- voor kinderen wel uit: speels klassiek heeft de voorkeur. Gebruiksvriendelijkheid –en snelheid- vinden kinderen op een website het belangrijkst. (zie prezi en http://www.e-pubs.nl/?epub=hannajochmannmannak )
Verslag bijeenkomst “eindgebruiker centraal” Collectie Jeugd in Context 18 maart 2014 Nanda (Makkelijk Lezen Plein), Vera (Aangepast Lezen),Saskia ( Leeskr8!), Marlies (Lezen voor de Lijst), Norma (SIOB), Kirsten (SIOB), Iris (SIOB) Afwezig: Rikkert Boonstra (NBD Biblion), Martijn Nicolaas (Boekenzoeker.org)
Doel van de bijeenkomst Kirsten heet iedereen welkom. Het doel van de bijeenkomst is het concretiseren van besluiten uit eerdere bijeenkomsten door een stappenplan te formuleren voor het in context plaatsen van de verzamelde content rondom het thema geld. Vanuit een centrale ingang bieden van maatwerk aan de eindgebruiker zijn benoemde doelen. Tijdens deze werkbijeenkomst staat afstemmen op de eindgebruiker centraal. Hieronder verstaan we drempelloze kwalitatieve content die voor alle doelgroepen toegankelijk is en waarin schifting kan worden aangebracht door een gemeenschappelijk referentie-systeem te hanteren tussen onderwijs en bibliotheken qua niveaus en leeftijd. Inventarisatie content rondom thema geld De inventarisatie van content rondom het thema geld wordt besproken. Enkele partijen constateren, geïnspireerd door uiteenlopende bijdragen en interpretaties van het thema geld dat ze nog aanvullingen op deze content zullen aanleveren bij Kirsten. Verder wordt opgemerkt dat er partners denkbaar zijn die rondom dit thema interessante content zouden kunnen leveren, maar die niet in deze pilot participeren. Besloten wordt dat het binnen de projectduur van deze pilot niet opportuun is om hen erbij te betrekken of naar hen te verwijzen met externe links, omdat dode links een website devalueren en het zeer veel onderhoud vraagt om dit te voorkomen. Besloten wordt te werken met de content van de huidige groep leveranciers en bij te houden met welke partners men op langere termijn zou willen samenwerken, zoals NIBUD, Teleblik, geschiedenis24 etc. Het valt iedereen op dat de bijdragen heel divers zijn, dat er meer mogelijk is dan je vooraf zou denken en dat er onderlinge inspiratie plaatsvindt door verschillende invalshoeken rondom dit thema. Dit maakt een toegankelijke presentatie voor alle doelgroepen van het materiaal des te belangrijker. Ook de meerwaarde van samenwerking wordt er nogmaals uit duidelijk. Zo geeft Vera aan dat er voor de doelgroepen van aangepast lezen weinig informatieve content toegankelijk is: deze doelgroep is vaak aangewezen op internet om daar met hulp van softwareprogramma’s informatie om te zetten in braille of gesproken woord. Wat deze inventarisatie van content laat zien is een pluriform aanbod: het thema heeft raakvlakken met andere onderwerpen (zoals slavernij en immigratie), levert titels op uit de hele bandbreedte lage tot hoge literatuur, fictie en non-fictie, actueel en historisch en dat bovendien vanuit verschillende thematische invalshoeken en voor verschillende doelgroepen qua niveau en leeftijd. Dit maakt het belang van het kiezen voor een goede structuur waarin je deze content in context afstemt op de eindgebruikers des te groter. Advies Ouders Online: Dat zoeken we op! Het advies dat SIOB voor het project Collectie Jeugd in Context heeft belegd bij Henk Boeke en Louis Stiller van Ouders Online is in concept opgeleverd. SIOB laat hier nog een toegankelijke samenvatting van maken die zal worden uitgereikt tijdens de plenaire bijeenkomst van de leveranciersgroep op 19
juni. Op dat moment zal het volledige adviesrapport ook digitaal beschikbaar komen. Nu licht Iris de Graaf, die zich binnen SIOB bezig houdt met beleidsondersteunend onderzoek en jeugd en jongeren, alvast een tipje van de sluier op van de eerste bevindingen. De kernadviezen vinden zowel bijval als weerklank. Zo merken Marlies en Vera op dat een afgestemde omgeving wat betreft leeftijd vanuit het perspectief van jongeren en kinderen op bezwaren kan stuiten: sommigen zijn voorlijk en willen terecht komen bij bronnen die eigenlijk niet bij hun leeftijd horen. De omgeving waarin ze hun resultaten vinden moet echter wél op hun leeftijd afgestemd zijn (presentatie), de zoekresultaten moeten ruimte laten voor verrassing. Vera en Marlies benadrukken dat je met een afgestemde omgeving geen leeftijdssluis wilt creëren en geen doelgroepen wilt uitsluiten, het moet de eigen keuze van de zoeker blijven. Met name het kernadvies “Word de nieuwe betrouwbare Google” roept veel reacties op. Saskia geeft aan dat dit in het verleden al vaak is geprobeerd en onmogelijk is. Ze vindt dat bibliotheken er niet naar moeten streven zelf een betrouwbare zoekmachine te worden, maar wel dat bibliotheken en hun samenwerkingspartners er voor moeten zorgen dat ze goed via Google gevonden worden en daarbij te boek staan als betrouwbare en kundige bronnenleveranciers. Anderen stemmen daarmee in en bespreken op welke manieren dat bereikt kan worden: door goede meta-datering van bronnen, door tags die via het onderliggende CMS-systeem aan zichtbare content op de website gehangen kunnen worden en die goed aansluiten op zoekvragen die via Google worden ingetikt. Inzichten uit de onderzoeken van Jochmann-Mannak en Ouders Online, die beschrijven hoe kinderen hun zoekvragen formuleren, bieden informatie over hoe daar goed met tags op in te spelen. Vera en Nanda geven aan blij te zijn met het onderzoek van Hanna Jochmann-Mannak die bewezen heeft wat zij al jaren wisten: niet alleen speciale doelgroepen maar alle kinderen geven voorkeur aan goede zoekmogelijkheden en overzichtelijke navigatiemogelijkheden en vinden gebruiksvriendelijkheid belangrijker dan speelse vormgeving. Onderlinge verwijzingen tussen websites (links) en aansluiting op de infrastructuur van BNL dragen ook in hoge mate bij aan een hoge Google-ranking. Aanwezigen zijn unaniem dat Google als bestaande zoekmachine niet nagevolgd maar als een instrument gebruikt moet worden gebruikt om jezelf als leverancier van betrouwbare content te positioneren. Ook het kernadvies “Laat de doelgroep zelf informatie toevoegen” roept discussie op. Iedereen is het erover eens dat technische en menselijke redactie nodig blijft om hier het imago van leverancier van betrouwbare en goede content dat bibliotheken hebben te waarborgen. Dat kan door duidelijk onderscheid te maken in presentatie tussen de kerncollectie van bibliotheken en de reactie van de gebruikers daarop. Ook lopen de meningen uiteen in hoeverre eindgebruikers er zelf behoefte aan hebben om informatie toe te voegen. Het succes van Scholieren.com onder de doelgroep middelbare scholieren lijkt hier wel op te wijzen, de groep is nieuwsgierig hoe zij hiermee om gaan. Marlies geeft aan dat de zogenaamde boekenkast waar eindgebruikers van Lezen voor de Lijst zelf materiaal kunnen plaatsen bij hen een groot succes is. Als je de gebruiker wilt betrekken moet je dit dus goed organiseren, helder hebben waarom je dat doet en wat je van je eindgebruikers verwacht wat dit betreft. Stappenplan Om de doelstelling maatwerk te concretiseren formuleert de groep de uitgangspunten voor het stappenplan. Betrouwbaarheid, kwaliteit, toegankelijkheid en afstemmen op leeftijd zijn zaken waar je als bibliotheek voor staat. De groep benoemt 3 essentiële thema’s, de uitwerking ervan en wie dat
gaat doen [zie excel]. De groep dringt aan op een extra bijeenkomst om dit samen verder gezamenlijk uit te werken en te toetsen. Het einddoel is om de content in een digitale omgeving te plaatsen. Kaders die daarvoor vastliggen is aansluiting op de infrastructuur van BNL. Uitwerking zou kunnen gebeuren in zog. Schoolplein met “spin” aan informatie. Er is nu al koppeling tussen Lezen voor de Lijst, de nationale bibliotheekcatalogus (infrastructuur BNL) en Leesplein. Om de uitvoerbaarheid van de uit te werken thema’s te toetsen werkt Marlies aan scripts waarin ze vanuit het gezichtspunt van de eindgebruiker scenario’s formuleert. Daarbij checkt ze of alle relevante thema’s van afstemming op de eindgebruiker met deze uitwerking adequaat worden opgepakt. Ook toetst ze op die manier de praktische uitwerking. Vervolg afspraken
Degenen die aanvullingen willen aanleveren op het overzicht van content mailen dit naar Kirsten Kirsten stuurt binnen een week verslag via mailing en biebtobieb Extra werkbijeenkomst eindgebruiker: 28 april 13-15u SIOB Biebtobieb: meld je aan! Plenaire bijeenkomst 19 juni
Collectie Jeugd in Context, gezamenlijke pilot rondom het thema geld
Verslag werkbijeenkomst infrastructuur 8 april 2014 Aanwezig: Nanda (Makkelijk Lezen Plein), Roos en Jon (scholieren.com), Willemijn (BNL) en Hennie (Jeugdbieb) Afwezig: Hubert (entoen.nu), Myrna (BNL), Ellie (Bieb4you!) Welkom Kirsten heet iedereen welkom en licht het doel van de bijeenkomst toe. Dat is gezamenlijk uitwerken van de benoemde doelstelling “gemeenschappelijke ingang” door middel van een stappenplan voor infrastructuur. Tijdens eerdere bijeenkomsten is met elkaar benoemd wat daarbij belangrijk is:
uniforme metadatering standaardisering van techniek -verschillende verschijningsvormen titels -geschikt voor alle devices -betrouwbare infrastructuur drempelloos toegankelijk -level playing field -single sign on -speciale doelgroepen -koppeling zoekresultaat & inhoud
Content rondom het thema geld Roos licht toe hoe zij binnen scholieren.com heeft gezocht naar relevante content. “Geld” is een term die directer toepasbaar is voor primair onderwijs (PO), maar voor middelbare scholieren gelden andere toepassingen en zoektermen. Vanuit een user case standpunt heeft Roos hun eigen site doorzocht door de link te leggen met onderwijs en vervolgens de website te doorzoeken in de samenvattingen van hoofdstukken, boekverslagen en de vakkenpagina over economie. Niet alles wat raakt aan geld is dus op één plek te vinden. Daarbij krijgen niet alle boekverslagen als tag geld mee, dus dat was lastig zoeken. Roos heeft zich verplaatst in de scholier en vanuit dat perspectief is duidelijk dat die niet op het woord geld zal zoeken maar op een afgeleide zoals “monetaire unie”. Er leven vragen in de groep over de splitsing van de groep in twee werkbijeenkomsten. Verschillende deelnemers geven aan dat zij hun expertise over de eindgebruiker ook willen delen of dat zij expertise missen die onder leveranciers die participeren in de werkbijeenkomst eindgebruiker aanwezig is. Norma en Kirsten lichten toe dat deze splitsing tot stand is gebracht om de belasting niet te groot te maken. Tijdens de plenaire bijeenkomst op 19 juni komt de groep weer bij elkaar om de uitkomsten van beide groepen samen te voegen. Het zou scholieren.com helpen wanneer anderen een specifiek onderwerp benoemen en selecteren, dan kan scholieren.com daar eigen content bij zoeken. Nanda geeft aan dat zij werkt aan een overzichtelijke indeling van de content rondom het thema geld en daarbij zal kijken naar de verschillende onderwerpen, de aangeleverde titels en verschillende verschijningsvormen daarvan en welke zoekterm daarop toepasbaar is.
Collectie Jeugd in Context, gezamenlijke pilot rondom het thema geld
Willemijn licht toe hoe zij de content heeft aangeleverd: op basis van metadata. BNL koopt deels informatie bij andere partijen in en levert arrangementen, bijvoorbeeld op het gebied van spreekbeurten, waarvan er binnenkort één beschikbaar komt voor het thema geld, bedoeld voor drie niveaus en voorzien van verschillende materialen (titels, films etc). Daarnaast is er natuurlijk Leesplein met bijbehorende metadata voor boeken. Dit brengt de discussie op hoe je het beste kunt zoeken. Er ontspint een discussie over de verschillen en overeenkomsten en voor- en nadelen van zoeken met Google ten op zichte van bibliotheekcatalogi. Er blijkt behoefte te bestaan aan actuele kennis van de infrastructuur van BNL. Vragen zijn er over het verschil tussen de Aquabrowser en NBC, associatief zoeken, digitale etalages en achterliggende gedachten achter de NBC+. Wat betekent dit voor de infrastructuur? Er blijken in de groep nog veel vragen te leven over waaruit de infrastructuur van BNL bestaat en hoe die er op dit moment uitziet. Ook bestaat de behoefte om de content in context te plaatsen op een manier die op termijn aansluiting bij de infrastructuur van BNL mogelijk maakt. Willemijn licht toe wat de WaaS is en hoe de conversie gepland staat. Ook licht ze de stand van zaken rondom de NBC+ toe. Ze geeft aan dat er voor deze pilot geen mogelijkheden zijn vanuit BNL. Norma en Kirsten geven aan dat het doel van de pilot is om samen een zinvolle koppeling aan te brengen tussen de bestaande infrastructuren waarvan de participerende leveranciers zich op dit moment bedienen. Ook hier geldt: hoe kan de groep elkaar versterken? De bijeenkomst kan gebruikt worden om behoeften wat dit betreft te inventariseren. Uitgangspunt is de aangeleverde content rondom het thema geld, de techniek moet koppeling daarvan mogelijk maken. Roos geeft aan dat ze die koppeling op een manier tot stand wil brengen die koppeling met BNL mogelijk maakt. Norma geeft aan dat koppeling binnen de gehele groep van participerende leveranciers belangrijk is. Hennie geeft aan dat haar in de aangeleverde content opviel dat het veel was en vroeg zich af hoe dit samen te brengen. Het viel samen met de week van het geld, waaraan Jeugdbieb aandacht besteedde door alle content bij elkaar te tonen op de site. Momenteel staat die content rondom geld weer bij economie op de site. Jeugdbieb heeft eigenlijk al veel koppelingen op de site staan rondom dit thema met uiteenlopende materialen en naar andere leveranciers –waaronder entoen.nu Nanda geeft aan dat in de andere werkbijeenkomst werd geconcludeerd dat links naar andere sites veel onderhoud vragen. Hennie geeft aan dat ze hier bij Jeugdbieb veel tijd en aandacht aan besteden zodat de informatie steeds actueel is. Jeugdbieb biedt veel links naar sites, veel divers materiaal zoals films en apps en alles is bovendien goed gemetadateert. Ze geeft aan dat dit veel perspectief biedt. Binnen Jeudgbieb is al een clustering over geld, zijn al verwijzingen naar andere leveranciers aanwezig. Roos informeert of Jeugdbieb een proeftuin voor PO zou kunnen zijn? Nanda geeft aan dat dit voor het materiaal van Makkelijk Lezen Plein ook goede perspectieven zou bieden, al zou er dan wel aandacht besteed moeten worden aan de toegankelijkheid van de website voor de doelgroep.
Collectie Jeugd in Context, gezamenlijke pilot rondom het thema geld
Richtlijnen voor speciale doelgroepen Nanda licht toe hoe de richtlijnen tot stand zijn gekomen. Hoewel de richtlijnen opgesteld zijn voor speciale doelgroepen geeft Nanda aan dat die eigenlijk voor alle kinderen en jongeren gelden, zoals ook het onderzoek van Hanna Jochmann-Mannak heeft aangetoond. Hennie zal deze richtlijnen toetsen op de praktijk van Jeugdbieb. Roos geeft aan dat de richtlijnen in overleg met Nanda al zijn getoetst op scholieren.com. Hier en daar lopen ze tegen praktische bezwaren op, bijvoorbeeld ten aanzien van reclame door hun adverteerders. Stappenplan infrastructuur Tussen de verschillende partijen bestaan grote verschillen in manieren om hun content te ordenen: zo geeft Jon aan dat ze niet goed weten wat ze hebben en hoe ze daar achter komen. Roos vult aan dat het voor hen handig is om samen een basisset vast te stellen en op basis daarvan de informatie erbij te zoeken en te bepalen op basis van welke tags je gaat metadateren. Hennie beaamt dat dit voor primair onderwijs (po) anders is dan voortgezet onderwijs (vo). Daartussen bestaat een natuurlijke splitsing en elk van die gebieden kent zijn eigen experts. Per po en vo is het praktisch om deelonderwerpen uit te werken om op die manier de binnen de groep expertise bijeen te voegen. Daarbij zijn er enkele partijen die bij beide groepen mee kunnen doen, zoals entoen.nu en aangepast lezen. Metadatering lijkt de eerste stap te zijn. Daarvoor moet je eerst goed weten welke content je hebt en voor wie. Vervolgens kun je je richten op de presentatie daarvan. Een splitsing tussen PO en VO ligt voor de hand. Zo lopen de interpretaties van dit thema geld voor beide doelgroepen al sterk uiteen, zoals bleek uit de inventarisatie van content. Voor kinderen is zakgeld interessant, jongeren redeneren vanuit hun vakkenpakket op de middelbare school. Op basis van een inventarisatie van de content naar po en vo moet je dan kijken naar metadatering die daarbij past. Een volgende stap die daar uit volgt is kijken naar hoe je dat presenteert en hoe de user interface er idealiter uit moet komen te zien. Daarvoor is een programma van eisen benodigd, maar vaststellen daarvan begint bij de content en voor wie dat is (po of vo). Daarbij is het belangrijk om uit te gaan van de bestaande expertise binnen de groep. Wat hebben we al en wat ontbreekt er nog? Zo benoemt Hennie dat de situatie van Schoolwise wat haar betreft dicht bij de ideale situatie komt: als kinderen zoeken op ‘spaarvarken’ vinden ze eerst boeken in schoolbieb, dan in de eigen bieb, dan ook andere zoekresultaten zoals films en websites. Het zou zo georganiseerd moeten zijn dat kinderen in handen kunnen krijgen wat ze hebben gevonden. Belangrijk om te komen tot formuleren van een benoemen van een ideale situatie én het spelenderwijs organiseren van content in context rondom het thema geld zijn concrete stappen: eerst zichtbaar maken wat er is aan content en presentatiemogelijkheden, dan de ideale situatie benoemen en vervolgens kijken wat er nog ontbreekt aan de bestaande situatie ten opzichte van de ideale situatie. Dat iets er nog niet is wil niet zeggen dat je niet moet benoemen wat er zou moeten komen omdat de eindgebruikers dat graag willen. De aanbevelingen en adviezen die uit deze pilot komen zijn heel belangrijk: met deze pilot kan jeugd op de agenda gezet worden om in de toekomst de ideale situatie te kunnen realiseren. Essentieel is om dit vanuit een concrete situatie te doen: kijken met elkaar wat er is aan content, hoe je dat metadateert, benoemen hoe je dat in de ideale situatie aan je eindgebruikers wilt presenteren en in de praktijk onderzoeken hoe je dat gezamenlijk
Collectie Jeugd in Context, gezamenlijke pilot rondom het thema geld
organiseert daarbij gebruik makend van ieders expertise. Daaruit volgen ook bevindingen over wat werkt en wat niet. Als experts kunnen we gezamenlijk de urgentie benoemen, vraagstukken analyseren en duiden en benoemen waar de eindgebruikers op zitten te wachten, kortom: de (digitale) informatievoorziening aan de jeugd op de agenda zetten! Afspraken -Namens VO neemt Roos het voortouw om met andere leveranciers zoals entoen.nu en Lezen voor de Lijst uit te werken welke content geschikt is voor VO en welke metadatering moet worden toegepast -Namens PO neemt Hennie het voortouw in het uitwerken met andere leveranciers zoals Makkelijk Lezen Plein welke content geschikt is voor PO en welke metadatering kan worden toegepast -Hennie toetst de richtlijnen voor speciale doelgroepen aan de eigen praktijk van Jeugdbieb: zijn de richtlijnen geschikt voor alle doelgroepen? -Roos heeft de richtlijnen voor speciale doelgroepen al samen met Nanda getoetst aan de praktijk van scholieren.com en geeft praktische beperkingen aan bij de concrete toepassing ervan: een lijstje van dingen die niet haalbaar zijn -plenaire bijeenkomst 19 juni: uitreiking verkorte samenvatting advies Ouders Online & het volledige adviesrapport komt digitaal beschikbaar -Kirsten stuurt verslag van werkbijeenkomst 8 april -Kirsten is altijd beschikbaar voor vragen, opmerkingen, input, feedback, terugkoppeling en biedt ondersteuning en faciliteert waar mogelijk. Dus: bel of mail!
Verslag bijeenkomst Collectie Jeugd in Context, 26 juni 2014 Aanwezig: Rikkert Boonstra (NBD/Biblion,) Louis Stiller (namens Ouders Online), Nanda Geuzebroek (Makkelijk Lezen), Hennie Borstlap (Jeugdbieb), Martijn Coolen (Jeugdbieb), Hubert Slings (Entoen.nu), Vera Schoneveld (Aangepast lezen), Ingrid Bon (voorzitter Vakberaad Specialisten Bibliotheekwerk 0-‐18 jaar), Marleen Wijnen (namens SIOB), Norma Verheijen (SIOB) Afwezigen: Kirsten wordt als gevolg van ziekte vervangen door Norma. Adviesrapport Dat zoeken we op! In opdracht van het SIOB hebben Henk Boeke van Ouders Online en zijn samenwerkingspartner Louis Stiller onderzoek gedaan naar het zoekgedrag van kinderen en jongeren. Het adviesrapport Dat zoeken we op! is onderdeel van het project Collectie Jeugd in Context. Het eerste rapport in dit project, ook in opdracht van het SIOB, is een vergelijking van Achttien lees-‐ en mediawijsheidbevorderende websites jeugd (2014)door Jullienne van den Heuvel. Ingrid Bon, voorzitter van het Vakberaad Specialisten Bibliotheekwerk 0-‐18 jaar, prijst het SIOB dat de eerder door het Vakberaad geuite kritische noot zo goed is opgepakt . Dat laat het project Collectie Jeugd in Context zien. Het onderzoek werd zeer enthousiast ontvangen door het vakberaad. De aanbevelingen en adviezen worden meegenomen in de advisering en beleidvorming voor het het jeugdbibiotheekwerk in de praktijk, bijvoorbeeld in het advies Trendrapport Jeugd voor de samenwerkende Provinciale Samenwerkingsorganisaties (SPN). Het kernadvies dat face to face contact belangrijk is onderschrijft de noodzakelijke verbinding tussen fysieke en digitale bibliotheek.
Ingrid Bon, voorzitter van het Vakberaad Specialisten Bibliotheekwerk 0-‐18 jaar.
Louis Stiller geeft aan dat het onderzoek laat zien dat er een duidelijk verschil is in wat men in het algemeen denkt te weten en de werkelijkheid na gedegen onderzoek. Zo bleek bijvoorbeeld de veronderstelling dat kinderen goed zijn met computers en daarom ook gemakkelijk naar informatie kunnen zoeken niet waar te zijn. Louis geeft aan blij te zijn dat met dit resultaat een bijdrage is geleverd aan de veranderende bibliotheek. Hij hoopt dat de digitale bibliotheek, net als de fysieke bibliotheek, een veilige omgeving is en blijft voor kinderen. Om zo door te lezen de wereld te vergroten. Het rapport en de samenvatting komen via de site van het SIOB beschikbaar. Daarnaast worden andere projecten en programma’s, zoals de Bibliotheek op school en NBC+, in de branche geïnformeerd zodat ook zij hun voordeel daarmee kunnen doen.
1
Links: • Dat zoeken we op! Hoe kinderen en jongeren te werk gaan bij het zoeken van informatie (volledige rapport) • Samenvatting Dat zoeken we op! • Achttien lees-‐ en mediawijsheidbevorderende websites jeugd Stand van zaken / bibliotheekwet Presentatie door Norma Verheijen. Zie bijlage bij verslag. Naar Strategisch activiteitenplan Presentatie door Marleen Wijnen. Zie bijlage bij verslag Besluitvorming n.a.v. strategische activiteitenplan: 1. Ontwikkeling van een schets van een prototype Collectie Jeugd in context. Dit prototype geeft antwoord op de vraag “Hoe ziet de collectie Jeugd in Context eruit?”. Het is geen werkend systeem maar een beeld dat bedoeld is voor de beeldvorming van betrokkenen en a. houdt rekening met de ervaringen in de pilot geld; b. redeneert vanuit de eindgebruiker; c. laat zien waar de betrokkenen aan gaan werken (de stip op de horizon). 2. Betrokkenen vullen het activiteitenplan in paragraaf 2.3. aan, o.a. door het benoemen van de kernvragen die per onderdeel gesteld moeten worden. Die vragen spelen ook een rol bij de ontwikkeling van een prototype 3. Eind augustus/begin september wordt een extra overleg gepland, waarin het prototype wordt gepresenteerd en het activiteitenplan wordt vast gesteld. Norma laat Seher Hazinedar per mail een datum plannen. De doorgang van het overleg is afhankelijk van de beschikbaarheid van het prototype. Norma zet dit in gang. 4. Norma vraagt iedereen om na te denken over een mogelijke pilot in dit kader voor zowel Nederland als Vlaanderen n.a.v. het aanbod van de Taalunie. Graag reactie aan Norma:
[email protected] Bijlagen: Presentatie Norma Verheijen Presentatie Marleen Wijnen Strategisch activiteitenplan
2
VERSLAG BIJEENKOMST COLLECTIE JEUGD IN CONTEXT, 3 NOVEMBER 2014 Aanwezig vanuit het project: Ingrid Bon (voorzitter Vakberaad Specialisten Bibliotheekwerk 0-‐18 jaar), Rikkert Boonstra (NBD/Biblion), Hennie Borstlap (Jeugdbieb), Saskia Kuus (Leeskr8!), Vera Schoneveld (Aangepast lezen), Hubert Slings (Entoen.nu), Norma Verheijen (SIOB), Marleen Wijnen (namens SIOB en verslag). Aanwezig vanuit Sprigs: Bas Spoorenberg, Joan de Boer Afwezig vanuit het project: Martijn Coolen (Jeugdbieb), Nanda Geuzenbroek (Makkelijk Lezen), Jon Geerars (Scholieren.com), Elly van der Meer (4you!), Myrna Vossen (BNL), Martijn Nicolaas (Boekenzoeker.org), Carlijn Ravenstein (Stichting Lezen), Roos Smetsers (Scholieren.com), Marjan Swelsen, Theo Witte (Lezen voor de Lijst). 1. Inloop met koffie/thee Locatie: Mediaplaza Utrecht 2. Opening -‐ Wijziging van agenda: agendapunt 4 (presentatie prototype door Sprigs) wordt agendapunt 3. De terugblik op het congres Collectie Nederland in Context wordt agendapunt 4. 3. Presentatie en bespreking Prototype Collectie Jeugd in Context Naar aanleiding van het vorige overleg op 26 juni jl.en op verzoek van de deelnemers heeft het SIOB aan Sprigs de opdracht verleend om een prototype voor Collectie Jeugd in Context te maken. Dit prototype geeft antwoord op de vraag: hoe kan een Collectie Jeugd in Context aan de voorkant (de gebruiker) en de achterkant (techniek) eruit zien uitgaande van de door de projectgroep geformuleerde eisen, de ervaringen binnen de pilot geld en de aanbevelingen uit het onderzoek van Hanna Jochmann-‐Mannak e.a. naar het vormgeven van websites voor kinderen. Ter ondersteuning van Sprigs is uit de projectgroepleden een klankbordgroep gevormd, bestaande uit Rikkert Boonstra, Vera Schoneveld en Hubert Slings. Het prototype van een gesnipperd naar een gebundeld aanbod van content:
1
De gemaakte opmerkingen en gestelde vragen naar aanleiding van de presentatie worden meegenomen in de vervolgstappen. Hierbij gaat het om de volgende aspecten: -‐ genereren van zoekresultaten -‐ tonen van de zoekresultaten -‐ toegankelijkheid -‐ vormgeving -‐ techniek Genereren van zoekresultaten -‐ De landingspagina moet via google vind-‐ en zichtbaar zijn. -‐ Hoe worden zoekresultaten gegenereerd? Het (automatisch) genereren van zoekresultaten kan via robots op basis van vastgestelde algoritmen, indexering, metadatering, redactievoering of een combinatie van deze vormen. Het zoeken meenemen in de klassenbezoeken zorgt voor versnelde generatie van zoektermen en zoekresultaten. Organisch laten ontstaan van zoekresultaten kost veel tijd. Dit kan versneld worden door de hierboven genoemde mogelijkheden. -‐ Koppeling van content van verschillende contentleveranciers via robots via indexering en algoritmen of via de techniek van API. Dat geldt ook voor content van andere platforms. -‐ Is er een koppeling mogelijk met de eigen bibliotheekcatalogus? -‐ Geografische aanduiding is belangrijk. Veel kinderen zoeken naar informatie over landen. Tonen van zoekresultaten: -‐ Hoe worden de zoekresultaten getoond? Met name als hetzelfde resultaat bij meerdere contentleveranciers gevonden wordt of bij verschillende drukken van dezelfde titel? Een titel moet maar 1 keer getoond worden. Dit komt terug in een technisch ontwerp. -‐ Wat is bepalend voor de plaats op de zoekresultatenpagina?
2
-‐
-‐ -‐
-‐
-‐ -‐ -‐
Niet teveel zoekresultaten laten zien! Voor kinderen maximaal 10 resultaten. Naast filtering op aantal ook op vorm en type informatie. Het is nadrukkelijk de bedoeling om alle vormen – ook digitale informatie – via dit prototype toegankelijk te maken. Functionaliteit “dit wil ik zien” beter zichtbaar maken. Is filtering naar leeftijd mogelijk en wenselijk? Dit zit in dit prototype nog alleen in de functie “zo wil ik het zien” en in de lay-‐out, maar kan overal toegepast worden. Onder meer via nog vast te stellen algoritmen en middels het personaliseren van content. Het is van belang de gebruiker niet op voorhand te laten selecteren van de leeftijdscategorie. Dit is teveel betutteling van de doelgroep en levert niet altijd de wenselijke resultaten op. Als voorbeeld wordt genoemd dat het intikken van een eenvoudige zoekzin zoekresultaten op kan leveren voor jonge kinderen Differentiatie naar leeftijd komt terug in de metadatering en door toestemming te vragen voor het personaliseren van de content in combinatie met leeftijd maakt plaatsing van zoekresultaten in de juiste leeftijdscategorie (grid) mogelijk. Het getoonde zoekresultaat moet direct bruikbaar zijn voor kinderen. Het vaststellen van inhoudelijke criteria heeft een hoge prioriteit. Het onderscheid in gratis en betaalde content moet goed zichtbaar zijn. In sommige gevallen kan betaalde content een trigger zijn voor het gebruik van de site. Echter het aanbieden van betaalde content is nog een punt van discussie.
Vormgeving: -‐ Het prototype ziet er goed uit, is overzichtelijk, helder en goede vormgeving voor de doelgroep. -‐ Zijn de gebruikte pictogrammen met de doelgroep afgestemd? Sprigs adviseert te werken met focusgroepen, ook t.a.v. de andere aspecten. -‐ Passend bij de huisstijl van bibliotheken? Er zijn ook andere aanbieders mogelijk. -‐ Collectie Jeugd in Context is een werktitel. Dit is geen geschikte titel voor het uiteindelijke product. Toegankelijkheid: -‐ Kinderen onder 13 jaar mogen niet via Facebook inloggen. Geldt dat voor alle social media? -‐ Drempelvrije toegang en passend bij de richtlijnen voor kinderen en jongeren met een leesbeperking. -‐ Relatie leggen met het digitale portal van de Bibliotheek op school. Techniek -‐ De infrastructuur moet passend zijn bij Waas 2.0 (bibliotheekinfrastructuur). -‐ Co-‐creatie onder meer door relatie te leggen met andere sociale media als facebook en twitter. -‐ Is er een koppeling mogelijk met de eigen bibliotheekcatalogus? 4. Terugblik Deelsessie Collectie Jeugd in Context – 8 oktober 2014 Marleen geeft een toelichting op de tijdens de deelsessie geïnventariseerde opmerkingen en aanbevelingen. Naar aanleiding van e-‐content: -‐ De Bibliotheekwet stelt eisen aan de vorming van de digitale bibliotheek. -‐ Via het gemeentefonds komt hiervoor een substantieel bedrag beschikbaar. Op dit moment is de vorming van de digitale bibliotheek vooral gericht op volwassenen. -‐ Gezien het aantal jeugdleden (50% van de bibliotheekleden) is het van belang dat in de toekomst meer aandacht komt voor de aankoop en het beschikbaar stellen van e-‐content voor de jeugd.
3
-‐ -‐
-‐ -‐ -‐ -‐ -‐
-‐
-‐
Dit standpunt wordt ondersteund door de VOB-‐vergadering, mede n.a.v. het onderzoek naar de beschikbare websites voor jeugd binnen ons project. Het inspelen op de behoefte van lokale bibliotheken is een onderdeel van de wet. Bij de realisatie van e-‐content voor de jeugd moet het uitgangspunt de behoefte van de doelgroep zijn. Pas daarna komt de vraag of die behoefte al beschikbaar is en zo niet of dat dan beschikbaar moet komen. Tot nu toe is het vooral gewerkt vanuit het uitgangspunt wat is er beschikbaar in plaats van de behoefte. Betrek in het vaststellen van die behoefte het Vakberaad Specialisten Bibliotheekwerk 0-‐18 jaar en institutionele gebruikers als kinderopvang en scholen. Zorg voor een actueel aanbod. E-‐content, zowel fictie als non-‐fictie, gaat verder dan e-‐books. Het gebruik en betaling van e-‐ books koppelen aan lidmaatschapsnummer bibliotheek. Er komt een inventarisatie van betaald aanbod. Binnen de werkgroep Collectievorming moet ook aandacht komen voor collectie voor de jeugd. N.a.v. de motie Monasch komt er een pakket van e-‐content beschikbaar ter ondersteuning van het aanvankelijk lezen. Dit als tegenhanger voor het vervallen van de contributievrije leeftijd tot 18 jaar. Het is (nog) niet duidelijk of dit betaald wordt uit het beschikbaar gestelde bedrag. Ook de inhoud van het pakket is nog niet duidelijk. Belangrijk aandachtspunt is de rol van uitgever. Het beschikbaar stellen van e-‐content gaat verder dan de experimenten die op tot nu toe i.s.m. uitgevers zijn uitgevoerd. De schaalgrootte is veel groter. Vanaf januari 2015 wordt de aankoop van e-‐content de verantwoordelijkheid van de Koninklijke Bibliotheek (KB). De huidige inkoopcommissie krijgt een andere rol.
Ten aanzien van e-‐content geeft de projectgroep het volgende advies aan de KB: -‐ Stel de top 10 van zoekresultaten binnen Collectie Jeugd in Context digitaal beschikbaar. -‐ Werkstuktipper. Stel (delen van) boeken digitaal beschikbaar, eventueel als betaalde dienst. -‐ Lite-‐rom en uittrekselbank (zit nu in het landelijke aanbod) van NBD/Biblion. -‐ Actuele documentatiebank voor de jeugd (nu niet in landelijk aanbod); de grootste doelgroep voor dit product is het onderwijs -‐ Inhoud van Jeugdbieb. Dit vereist afspraken over het beschikbaar stellen tussen jeugdbieb en bibliotheeksysteem -‐ Alle boeken binnen de canon. -‐ Aanbod van DbNL en verder uitbreiden in overleg met uitgevers. -‐ Alles van de kinderjury en jongerenjury al e-‐book, beginnend bij de klassiekers en bekroningen -‐ Tijdschriften als Kijk en Quest, -‐ Aanbod van Beeld&Geluid, Teleblik en Schooltv (NTR). Echter gebruikers-‐ en makersrechten hebben hoge kostprijzen tot gevolg. Bovenstaand advies wordt doorgespeeld aan verantwoordelijken binnen KB. Stand van zaken kom terug in het voorjaarsoverleg 2015 van deze projectgroep. 5. Naar 2015 Kijkend naar de resultaten van 2014 en het strategisch activiteitenplan vragen de volgende aspecten extra aandacht in 2015: -‐ Metadatering: een goede verbinding tussen de content van verschillende leveranciers kan alleen door het maken van goede afspraken. Dit vraagt om een verdere uitwerking met o.a. aandacht voor bestaande systemen van metadatering zoals de open standaard voor onderwijs NL LOM (een samenvoeging van ‘Content zoekprofiel’ van Kennisnet en ‘LoreLOM van Surf foundation) en EduREP.
4
-‐
Redactievoering: het tonen van kwalitatief goede zoekresultaten vraagt om redactievoering die nader uitgewerkt moet worden. Centraal staat de vraag: hoe kan dit efficiënt en effectief opgezet worden, daarbij gebruik makend van wat er al is? -‐ Kennisdeling: Dit gebeurt op dit moment via BiebtoBieb, het Vakberaad, website van SIOB en congres Collectie Nederland in Context. Om ervoor te zorgen dat Collectie Jeugd in Context meer gaat leven bij de domeinspecialisten wordt voor deze doelgroep i.s.m. het Vakberaad een nascholingsactiviteit opgezet. -‐ Infrastructuur: De rapportage van Collectie Jeugd in Context wordt gedeeld met verantwoordelijken voor de digitale bibliotheek binnen KB en BNL. Daarnaast wordt ons advies getoetst aan de strategie van de digitale bibliotheek met het verzoek om een formele reactie. Die reactie is nodig voor verdere vervolgstappen. Deze activiteit dient in 2015 uitgevoerd te worden als onderdeel van het strategisch activiteitenplan van Collectie Jeugd in Context. -‐ Een gezamenlijke communicatie is nu nog te prematuur. Er wordt een kleine interne werkgroep gestart die middels e-‐mail, telefoon of een korte werksessie het strategisch activiteitenplan op basis van bovenstaande daar waar nodig aanpast. Rikkert, Hennie, Saskia en Hubert geven aan om hieraan mee te willen werken. Marleen neemt het initiatief. Scholieren.com heeft aangegeven niet meer deel te willen nemen aan de overleggen i.v.m. interne prioritering, maar wel een bijdrage te willen leveren daar waar nodig of mogelijk vanuit hun ervaring en expertise met de doelgroep. Volgend overleg: -‐ Maart 2015 -‐ Onderwerp: Up date van ontwikkelingen e-‐content en hierboven genoemde aandachtspunten. 6. Rondvraag -‐ Saskia Kuus: waar komt de gebruiker uit als je op een boektitel klikt? In dit prototype komt dat nog niet terug, vraagt om verdere uitwerking.
5
VERSLAG BIJEENKOMST INTERNE WERKGROEP COLLECTIE JEUGD IN CONTEXT, 8 DECEMBER 2014 Aanwezig vanuit het project: Rikkert Boonstra (NBD/Biblion), Hennie Borstlap (Jeugdbieb), Hubert Slings (Entoen.nu), Marleen Wijnen (namens SIOB en verslag). Afwezig m.k.: Saskia Kuus (Leeskr8!). Locatie: Seats2Meet, Utrecht Aanleiding Directe aanleiding van dit overleg is de afgesproken actie tijdens het overleg op 3 november jl.: Een kleine interne werkgroep bespreekt het strategisch activiteitenplan op de punten kennisdeling, metadatering, redactievoering en infrastructuur. Het strategisch activiteitenplan van juni jl. wordt op basis van onderstaande aangepast tot een definitieve versie. 1. Advies e-‐content • Het advies voor e-‐content voor de jeugd wordt aan het nieuwe plan gevoegd. Dit advies is geformuleerd door de projectgroep op 3 november jl. • Hieraan worden toegevoegd de besproken boektitels op de website www.lezenvoordelijst.nl. • Het advies is ook besproken met de Bibliotheek op school – vo. 2. Kennisdeling • Website van SIOB met alle formele documenten: http://www.siob.nl/thema/collectie-‐jeugd-‐in-‐ context/item2126 • Biebtobieb: berichtgeving over voortgang in groep Collectie Nederland in Context: https://www.biebtobieb.nl/groepen/collectie-‐nederland-‐in-‐context . Eventueel starten van eigen Biebtobieb-‐groep voor de Collectie Jeugd in Context (CJiC). Een open groep is bedoeld voor kennisdeling met de branche. • Deskundigheidsbevordering voor domeinspecialisten Jeugd in de lokale Bibliotheek. Programma wordt in januari 2015 in overleg met Vakberaad 0-‐18 jaar bepaald. Studiedag/-‐middag vindt in voorjaar 2015 plaats. Doel is domeinspecialisten te informeren over stand van zaken CJiC. • Voortzetting van deze projectgroep en minimaal 3x per jaar elkaar ontmoeten: voorjaar, zomer, najaar. Kennisdeling eventueel via een eigen gesloten biebtobieb-‐groep. 3. Metadatering • Hennie stuurt de eerder opstelde aandachtspunten en opmerkingen over metadatering door aan Marleen. • De geformuleerde eisen voor de metadatering voor de NBC zijn ook van toepassing voor CJiC. In hoeverre zijn deze eisen gerealiseerd? Aansluiten op NL LOM en EduRep lijkt voor de hand liggend. Binnen Kennnisnet is hiermee veel ervaring opgedaan: Manon Haartsen
[email protected] en via 06-‐4732 6516. • Inzet van een informatiearchitect via BNL, vanaf 1 januari 2015 via de KB, is nodig om precies te weten welke impact een keuze voor een systeem van metadatering heeft en hoe de vertaling van de eigen dat a.g.v. die keuze moet plaats vinden. Dat geldt ook voor infrastructuur. • De eigen data van de verschillende contentleveranciers wordt vertaald naar het gekozen systeem van metadatering. NBC/Biblion heeft ervaring met een metadata-‐hub die zorgt voor een vertaling van de eigen data in o.a. de actuele documentatiebank en elektronische dossiers naar Edurep en is zo geschikt gemaakt voor NL Lom. Door deze vertaling sluit deze content aan bij de eisen voor doorlopende leerlijnen en andere mogelijkheden • Het wenselijke zoekresultaat aan de voorkant bepaalt mede eisen voor het systeem van metadatering. Een aantal is eisen is de mate van fijnmazigheid van het zoekresultaat en een profiel van de doelgroepen. Het gepresenteerde prototype geeft hierop antwoord.
1
De omschreven activiteiten in het strategisch activiteitenplan zijn van toepassing met als aanvulling dat het wenselijke zoekresultaat aan de voorkant (prototype) bepalend is voor eisen van de metadatering. • Wizenoze -‐ www.wizenoze.com -‐ in Amsterdam biedt een platform voor kinderen met: o een content-‐editor die bestaande content omzet in begrijpelijke taal voor kinderen op verschillende leeftijden en o een zoekmachine die kinderen op verschillende leeftijden ondersteunt bij het zoeken naar en tonen van informatie. Die zoekmachine kan mogelijk een alternatief zijn voor de metadatering. Hanna Jochmann, bekend van haar proefschrift over eisen voor websites voor kinderen, werkt bij deze organisatie en gaf onlangs een presentatie bij NBD/Biblion. Jochmann gaf over haar proefschrift een presentatie aan betrokkenen bij CJiC. 4. Redactievoering • Het handhaven van de eigenheid van ieders product is zo belangrijk dat het vormen van 1 redactie op korte termijn niet haalbaar is. • Interne werkgroep adviseert om de beschikbare middelen primair te richten op: o het realiseren van een centrale ingang: de voordeur voor raadplegen en beschikbaar stellen van de verschillende bestanden voor jeugd en jongeren o het maken van gezamenlijke afspraken o het goed van elkaar weten wat en hoe men de eigen activiteiten doet o elkaar regelmatig ontmoeten is daarin essentieel o Zo nodig faciliteren van een eenmalige redactieslag om content goed op elkaar te laten aansluiten. 5. Infrastructuur • Het prototype geeft inzicht in de eisen die gesteld worden aan de infrastructuur. • Het is van belang dat BNL hierin een actieve rol speelt, onder meer door het inzetten van een informatiearchitect en het realiseren van de benodigde infrastructuur passend bij Waas 2.0 en andere eisen a.g.v. de bibliotheekinfrastructuur. • Houd rekening met de eisen en bestaande normeringen voor lezers met een visuele beperking en dyslexie, bijvoorbeeld mogelijkheid om voor te laten lezen of braillebalk. Normering via Stichting Aangepast Lezen nagaan. 6. Organisatie en planning • Start voor de uitvoering van bovenstaande in 2015 met een kleine vaste projectorganisatie bestaande uit vertegenwoordigers van SIOB, BNL en contentleveranciers. Maximaal 4 personen. • Die projectorganisatie volgt het voorgestelde traject in het strategische activiteitenplan van activiteiten – advies – bespreking en besluit – uitvoering. • In de begroting de projectorganisatie en de inzet van een informatiearchitect meenemen. • Planning realisatie van metadatering, redactievoering en infrastructuur: december 2015. E.e.a. is afhankelijk van de medewerking van derden. 7. Voortgang • Bovenstaande wordt verwerkt in een nieuw strategisch activiteitenplan voor CJiC dat wordt aangeboden aan het SIOB, vanaf 1 januari de Koninklijke Bibliotheek. Na besluitvorming door SIOB/KB vindt de uitvoering plaats. • Volgend overleg: maart 2015 • Dit verslag is op 19 december 2014 per e-‐mail verstuurd aan alle betrokkenen van CJiC. •
2