Verkoopprijs € 2,50
amersfoort magazine
open monumentendag jaargang 9, nummer 1 - september 2006
Feest der herkenning! Ornamenten, een lust voor het oog
OPEN MONUMENTENDAG 2006 ZATERDAG 9 SEPTEMBER 2006, 10.00 TOT 17.00 UUR
steeg
n uiz e uu rh
l
M
ing e
A m er sf o S po or lij n
ij c ks an W hv
He re ns tr .
. tr ss rie
st ra at
nd
eg ew s t
14 .A St
hem sew eg
of 29
A rn
h ec
16
g aa H
aan
t aa st r
21 K or te gr ac 20 h
n Muurhuize
p m Ka
mp Ka
en
17
e ng La
ie uw
19 18
12
13
30, Opstandingskerk Euterpeplein 1
15
S
d ta
in sr
g
eh nn Zo
tr
23
r
el ng
ert l
*
rk Ke
N
9
11
at stra Poth i ss
L.V. Kerkhof 24
Hof
t
22
ne Klei
cka
aa tr es m
el i ng
28
10
We ve
Mu ur hu iz
kt ar m en
m
t straa 25
sts We
n Mole
Gr o
o Kr
26 Stadhuis plein
at tra es Bre
traat
27
1 Ø Museum Flehite, Westsingel 50 2 Mannenzaal, Westsingel 47 Levende geschiedenis vanaf 13.00 uur 3 Brouwerij de Drie Ringen, Kleine Spui 18 Koppelpoort, Kleine Spui/Grote Spui 4 5 Ø Armandomuseum, Elleboogkerk, Langegracht 36 6 Ø Sint-Franciscus Xaverius, ‘t Zand 29 7 Ø Oud-Katholieke Kerk van de Heilige Georgius, ‘t Zand 13 8 ! Joodse Begraafplaats, Bloemendalsestraat (vanaf 13.00 uur) 9 Hof 39, Logement de Gaaper 10 Sint-Joriskerk, Hof 1 Ø Groenmarkt, Muziektent 11 Ø Hofje Armen de Poth, Sint-Rochuskapel, ingang Pothstraat 12 Ø Coninckstraat 15, Logies de Tabaksplant 13 Winkelpand, Kamp 82 Ø De Instee, Zuidsingel 45 14 Dieventoren, Muurhuizen 97 15 Monnikendam, Plantsoen-Oost 2 16 Burgerweeshuis, Regentenkamer, Zuidsingel 25 17 Museum Jacobs van den Hof, Zuidsingel 14
Havik
aat str Varkens tse markt ech r t U
U
LIJST VAN OPEN MONUMENTEN
't Zand
Teut
1
sc
Sn ou
7
5
ta d
g in sr
VVV
i pu
ui Sp
2
on/
ati
St
V VV
nA va
6
S
3
e in
S
te ro
Kl e
Zu ids
or
4
G
distributiepunten
Flint
Brede
t-
ornamenten 27
Z w
Eem
open monumenten
Coninickstraat
10
8
str.
extra route
da ls estraat
31, Activiteiten Siesta
Bloe me n
doorgaande route
ol le /A pe ld oo rn
De routebeschrijving door de binnenstad vindt u vanaf pagina xx
18 Ø Muziekschool, ingang via brug Zuidsingel, uitgang via Muurhuizen 19 ! Synagoge, Drieringensteeg 2 (vanaf 13.00 uur) 20 Mondriaanhuis, Kortegracht 11 21 Ø Evangelisch-Lutherse Kerk, Langestraat 61 Fortman & Hehenkamp, Langestraat 63 25 Ø Theaterthuis, Nieuwstraat 17 ´ Opstapplaats de Waterlijn, Krommestraat 22 Archeologisch Centrum, Langegracht 11 23 Kapelhuis, Krankeledenstraat 11 24 Onze-Lieve-Vrouwetoren, Lieve Vrouwekerkhof kaartreservering in torenportaal 26 Oude Stadhuis, Westsingel 43 27 Ø Observant, Stadhuisplein 7 28 Logegebouw Jacob van Campen, Van Persijnstraat 9 29 De Zonnehof, Zonnehof 8
Ø
Zie muziekprogramma op pagina 8 en 9 Tijdens Open Monumentendag voor publiek toegankelijk ! Primeur 2006
Vervolg LIJST VAN OPEN MONUMENTEN
aa t nh uiz
ers tr
Randenbroek ! Opstandingskerk, Euterpeplein 1 30
ve
Eemkwartier 31 Ø ! Activiteiten SIESTA zie pag. 7
Z e
34
aat
g rwe rste ho l e Co
terstr scho B un
g We de Ou
35
33
Hoogland West/Hoogland (zie pag. 37 en 38) 32 ! Boerderij, De Bik 29 ! Boerderij Bosserdijk, Zevenhuizerstraat 56 Hoogland 33 ! Boerderij, Coelhorsterweg 6 Hoogland 34 35 Kapel Coelhorst, Coelhorsterweg 35 Hoogland
H
am s
32
g ewe
t Ma a
Ee m
Kattenbroek 36 Boerderij de Geer, De Stelp 37
g we
Vathorst ! Vathorst 37 Activiteiten zie pag. 7
doorgaande route
Hoogland-West; Hoogland
extra route 10
open monumenten
De beschrijving van de panden in Hoogland-West en Kattenbroek vindt u op pagina 37-38
ornamenten 27
distributiepunten
2ESTAURATIE RENOVATIE EN ONDERHOUD
3INT 0IETERS EN "LOKLANDS 'ASTHUIS !MERSFOORT
+ANTONGERECHT (ARDERWIJK
"ERGHUIS -AARN
6EELZIJDIG IN BEHOUD VAN BOUWKUNST
6AN (OOGEVEST 2ESTAURATIE IS ONDERDEEL VAN 6AN (OOGEVEST "OUW
6AKGROEP
%RKEND
2ESTAURATIE
"OUWBEDRIJF
2ESTAURATIE
!MSTERDAMSEWEG !MERSFOORT 4ELEFOON E MAIL RESTAURATIE HOOGEVESTNL
6ESTIGINGEN !LMERE !MERSFOORT !MSTERDAM $EN (AAG EN 5TRECHT 7EBSITE WWWHOOGEVESTNL
INHOUD 2 R outekaart binnenstad en lijst van open monumenten
COLOFON Amersfoort Magazine is een city-marketing magazine dat bericht over de (economische) ontwikkeling van de stad Amersfoort. Jaargang 9 Nummer 1 – september 2006 Special Open Monumentendag 2006
3 Routekaart Hoogland-West 4 Inhoud / Colofon 5 O pen Monumentendag 2006: Feest der herkenning! Ornamenten een lust voor het oog Voorwoord Ruud Luchtenveld
6 Activiteiten Open Monumentendag 2006 8 Muziekprogramma (door Jos Heukelom) 10 Ornamenten herkennen, de winkelpui van Krommestraat 14 (door Cor van den Braber)
11 Feest der herkenning! Ornamenten een lust voor het oog Decoraties aan gebouwen (door Cor van den Braber)
20 Bouwkundige termen (door Cor van den Braber en Max Cramer)
24 Routebeschrijving binnenstad en overige wijken (door Max Cramer) 38 Open boerderijen (door Albert van Engelenhoven)
40 Monumentenwacht Utrecht 43 Extra bijlage: 35 jaar Stadsherstel Amersfoort
Deze special rondom de Open Monumentendag 2006 is een initiatief van Uitgeverij Educom BV en kwam tot stand in samenwerking met de gemeente Amersfoort en het comité Open Monumentendag Amersfoort. Het comité Open Monumentendag is een samen werkingsverband tussen de VVV Amersfoort, Museum Flehite, ‘t Gilde Eemland, de NV Amersfoortse Maatschappij tot Stadsherstel, Uitgeverij Educom, Bureau Kunsteducatie en de gemeente Amersfoort (archief Eemland, bureau monumentenzorg, bureau archeologie, bureau communicatie SOB en bureau toerisme, recreatie en sport). In het comité hadden in 2005 zitting: wethouder monumentenzorg en archeologie P. Jonkman, voorzitter, A.M.E. de Backer (Stadsherstel), H. Beckers (‘t Gilde), C. van den Braber (restauratiearchitect), J. van Brussel (sponsoring), M.A. Cramer (Monumentenzorg), R.P.H. Diederiks (Educom), L. Edelkoort (Flehite), H.M. Groenland (Toerisme), A. Groot (Kunsteducatie), J. Heukelom (Kunsteducatie), S. de Jong (Communicatie), F. van Kan (archief Eemland), S. Vrielink (VVV) en G. IJzereef (Flehite). Het Comité Open Monumentendag Amersfoort werd inhoudelijk en organisatorisch ondersteund door de medewerkers van het gemeentelijk bureau monumentenzorg: A. van Engelenhoven, A.L.M. Hovens en J.B. Vernhout. Productie Uitgeverij Educom BV R.P.H. Diederiks, uitgever Postbus 25296 3001 HG Rotterdam Mathenesserlaan 347 3023 GB Rotterdam T: 010 425 65 44 F: 010 425 72 25 E:
[email protected] I: www.uitgeverijeducom.nl Hoofd- en eindredactie Robert Diederiks en Max Cramer Redactie Dit nummer werd samengesteld door het gemeentelijk bureau Monumentenzorg. Het thema-artikel werd geschreven door Cor van den Braber, die hiervoor niet
alleen een groot aantal ornamenten heeft getekend, maar voor de routebeschrijving ook veel details in de stad heeft gefotografeerd. Daarnaast werden bijdragen ontvangen van: Janneke van Brussel, Lydia Edelkoort, Albert van Engelenhoven, Sandra Hovens, Hetty van Oordt, Joke Sickmann,Henk Veltman, Jos van der Burg en Roelien Gorter. Afbeeldingen De foto’s werden, tenzij anders vermeld, gemaakt door Cor van den Braber, Amersfoort Afbeelding omslag voorzijde Detail zuidportaal Sint-Joriskerk Foto: Cor van den Braber Distributie van deze special Één week voor de Open Monumentendag: VVV Amersfoort, Stationsplein 9-11 en Museum Flehite, Westsingel 50, Tijdens de Open Monumentendag: VVV-Amersfoort, Stationsplein 9-11; Museum Flehite Westsingel 50; De Observant, Stadhuisplein 7; OLV-toren, Krankeledenstraat 30 en het Archeologisch Centrum, Langegracht 11 en het Armando-museum, Langegracht 36. Adreswijzigingen kunnen worden doorgeven aan: Bureau Monumentenzorg, Sector Stedelijke Ontwikkeling en Beheer, Postbus 4000, 3800 EA Amersfoort. Telefoon: 033 469 4816, Max Cramer of
[email protected] Met dank aan: Het Comité Open Monumentendag is de onderstaande personen zeer erkentelijk voor hun bijdrage: • Alex de Jonge, afdeling Geo-informatie, die de routekaart heeft vervaardigd; • Trudy de Mooy • Joke Sickmann Sponsors Deze speciale uitgave werd mogelijk door een financiële bijdrage van de Hoofdafdeling Stedelijk Beheer van de gemeente Amersfoort. Daarnaast werden bijdragen ontvangen van: Uitgeverij Educom BV NV Amersfoorse Maatschappij tot Stadsherstel De Tabaksplant Van de Burgt & Strooij Van Hoogevest Restauratie Monumentenwacht Utrecht Molenbeek en Partners Notariskantoor Van der Deijl Logement de Gaaper Portaal Ludenhoff Groep Netnation © Copyright september 2006 Uitgeverij Educom BV ISSN 1387-5701
amersfoort magazine
ornamenten
VOORWOORD
Feest: 20 jaar Open Monumentendag Op zaterdag 9 september vieren wij al weer de twintigste aflevering van de Open Monumentendag, een evenement dat zich nog steeds in een groeiende belangstelling van een breed publiek mag verheugen. Ieder jaar worden de bezoekers bij een vast aantal monumenten geteld en het is tekenend voor het draagvlak van deze dag dat het aantal deelnemers nog steeds toeneemt. Een jubileum nodigt uit tot een korte terugblik. De eerste jaren werden de routebeschrijvingen op tamelijk eenvoudige wijze uitgebracht als aparte aflevering van het Nieuwsblad Monumentenzorg en Archeologie. Het eerste jaar kregen de bezoekers aan een monument, als namen zij deel aan een elfstedentocht, een monumentaal stempel op een speciale kaart. Het bleek voor sommige bezoekers een uitdaging de route zo snel mogelijk, in een enkel geval zelfs per bromfiets, af te leggen. Binnen een half uur werd de eerste volle stempelkaart aan het organisatiecomité overhandigd. Vanaf 1998 werd in een speciale aflevering van het Amersfoort Magazine aandacht besteed aan de Open Monumentendag. In nauwe samenwerking met het gemeentelijk bureau Monumentenzorg zag Uitgeverij Educom kans inmiddels al weer negen bijzonder aantrekkelijk vormgegeven afleveringen samen te stellen. Veel onderwerpen passeerden in de afgelopen twintig jaren de revue, zoals blijkt uit onderstaand overzicht. 1987 Binnenstadsroute met stempelkaart 1988 Archeologie 1989 Jonge monumenten 1990 Binnenstadsroute in combinatie met kunstevenement ‘Beeld in omloop’
Tekst door Ruud Luchtenveld Wethouder Monumentenzorg en Archeologie / Voorzitter Comité Open Monumentendag Amersfoort
1991 Monumenten op steiger 1992 Monumenten en muziek 1993 Monumenten en groen 1994 Monumenten op niveau 1995 Vestingstad 1996 Torens en klokken 1997 Monumenten en muziek 1998 Natuursteen 1999 Jonge monumenten en monumentaal groen 2000 Monumentaal water 2001 Stadsherstel 2002 Amersfoort Orgelstad 2003 Boerderijen 2004 Amersfoort vestingstad 2005 Kerken en kloosters Ik vind het bijzonder dat in de afgelopen jaren de aandacht steeds op een ander thema kon worden gericht. Soms volgde Amersfoort hierbij het landelijke thema, maar soms ging het plaatselijke Comité haar eigen weg. Van begin af aan speelde muziek een belangrijke rol op deze dag; de eerste jaren vaak in de vorm van orgelmuziek, maar de zeer gelukkige combinatie met de Dag voor de Amateurkunst bood alle mogelijkheid ook dit onderdeel te verbreden en te verdiepen.
Feest van de herkenning: ornamenten Het Landelijke Comité Open Monumentendag heeft dit jaar, met het oog op het twintigjarig
bestaan gekozen voor het thema ‘Feest’. In veel plaatsen zal dan ook aandacht worden besteed aan theaters, bioscopen, uitgaansgelegenheden en feestelijke activiteiten zoals kermis en jaarmarkten. Omdat Amersfoort in 2009 haar 750-jarig bestaan viert, komt dit thema voor onze stad eigenlijk te vroeg. Het gemeentebestuur heeft zich daarop tot het landelijk Comité gericht met het verzoek om in dat jaar de opening van de landelijke dag te mogen organiseren. Inmiddels heeft het college hierop een positief antwoord ontvangen. Vandaar dat het plaatselijke comité dit jaar het kruit nog droog heeft gehouden en heeft gezocht naar een andere passende invulling. Onder het motto ‘Feest der herkenning! Ornamenten, een lust voor het oog’ wordt de aandacht dit jaar gericht op het ornament, dat het stadsbeeld door de eeuwen heen zo’n feestelijk aanzien heeft gegeven. Dit thema is Amersfoort op het lijf geschreven. Veel inwoners van onze stad herinneren zich ongetwijfeld nog de spraakmakende serie ‘Stad in Detail’. Tussen 1988 en 1993 besteedde journalist Dirk-Jan Stip in de Amersfoortse Courant regelmatig aandacht aan een opmerkelijk detail. De lezer werd daarbij uitgedaagd de plaats van het detail thuis te brengen. In een volgende aflevering werd de oplossing gegeven. Soms werd de lezer zelfs om hulp gevraagd, zodat met zijn kennis nog openstaande vragen konden worden beantwoord. In vijf jaar zijn
amersfoort magazine
tenminste 160 afleveringen verschenen. Het is jammer dat deze veel gelezen en hoog gewaarde serie nooit in boekvorm is gebundeld. De Amersfoorter moest tot 2005 wachten op de door uitgeverij Bekking & Blitz uitgebrachte publicatie ‘Geveltekens Amersfoort ’ van de hand van Cor van den Braber. Dit handzame boekje geeft alle aanleiding om aan de hand van een plattegrond een wandeling door de binnenstad te maken. Bondige teksten geven de nodige informatie. Het plaatselijke Comité Open Monumentendag was dan ook zeer verheugd dat Cor van den Braber ook bereid was voor deze speciale uitgave van het Amersfoort Magazine een inhoudelijk artikel te schrijven. Aan de hand van door hem zelf vervaardigde tekeningen krijgt de bezoeker van de Open Monumentendag alle gegevens aangereikt om ook op een later tijdstip en geheel op eigen kracht de afkomst van een ornament te herleiden. Naar mijn
ornamenten
stellige overtuiging zullen veel deelnemers aan deze dag deze fraaie uitgave zorgvuldig als naslagwerk bewaren.
Feestelijke opening Graag wil ik u uitnodigen om de feestelijke opening bij te wonen van de boerderij aan de Coelhorsterweg 6. Deze oude en vervallen boerderij is de afgelopen jaren geheel in authentieke staat gerestaureerd. Ook het erf met moestuin, boomgaard, waterpoel, stallen, schuren en te zijner tijd ook nog een hooiberg, is op oude wijze heringericht. De opening vindt plaatst om 10.00.
Extra activiteiten Evenals voorgaande jaren vindt ook in 2006 buiten de binnenstad een aantal extra-activiteiten plaats. Met name wil ik uw aandacht vragen voor de wandelingen door Vathorst, het door Stichting
Industrieel Erfgoed in de Stad Amersfoort georganiseerde evenement FIESTA met SIESTA langs de Eem en de boerderijenroute in Hoogland-West. Vorig jaar was voor het eerste de synagoge voor het publiek geopend. Er was zoveel belangstelling dat een groot aantal bezoekers moest worden teleurgesteld. Ik ben het bestuur van de Joodse gemeente in Amersfoort zeer erkentelijk dat dit jaar een nieuwe mogelijkheid wordt geboden. Voor een compleet overzicht verwijs ik u graag naar de pagina’s 8-9.
Dank Tot slot: bijzonder is dat ieder jaar weer een groot aantal eigenaren en vrijwilligers bereid is aan dit evenement mee te werken. Daarvoor wil ik iedereen oprecht heel hartelijk danken. Dat geldt zeker ook voor mijn voorganger, wethouder Piet Jonkman, die de afgelopen jaren met hart en ziel aan de totstandkoming van deze dag heeft meegewerkt en de leden van het Comité Open Monumentendag Amersfoort heeft geïnspireerd tot een goede uitwerking van het thema. Op zijn verzoek heeft een aantal leden van hen de stad grondig verkend. Een lijst met in hun ogen opmerkelijke details was het resultaat. Deze groslijst ligt aan de basis van de in de routebeschrijving opgenomen ornamenten. Op deze plaats wil ik ook Siska Vrielink bedanken, die vanuit de VVV een aantal jaren met groot enthousiasme en zorgvuldigheid aan de organisatie heeft meegewerkt. Na haar vertrek uit Amersfoort is deze positie ingenomen door Rianne Griede, die zeer nauwgezet en eveneens met veel plezier de open monumentendag van dit jaar heeft voorbereid. De komende jaren zal ook ik graag betrokken zijn bij de organisatie van dit evenement, dat in 2009 moet leiden tot een feestelijke, landelijke opening ter gelegenheid van het al eerder door mij genoemde 750-jarig bestaan van de stad.
Extra activiteiten op zaterdag 9 september 2006, 10 – 17 uur
Foto: I-Centrum Vathorst
Wandeling langs ornamenten in Amersfoort
Speurtocht voor kinderen Bij de distributiepunten van het Amersfoort Magazine (o.a. Museum Flehite, de Observant en de VVV) is tijdens de open monumentendag een speurtocht voor kinderen verkrijgbaar, waarbij het zoeken en herkennen van details in de stad voorop staat. Bij inlevering van het formulier met de juiste oplossing is bij Museum Flehite een kleine attentie verkrijgbaar.
Gidsen: Cor van den Braber, Albert van Engelenhoven en Sandra Hovens. Tijdens de open monumentendag kunt u onder leiding van een gespecialiseerde gids een wandeling maken. 10.30 uur Cor van den Braber; 12.30 Albert van Engelenhoven en 14.30 Sandra Hovens. U kunt zich opgeven bij de VVV Amersfoort: 0900 - 1122364 (50 cent per minuut);
[email protected]. Maximaal 15 deelnemers per wandeling.
Zevenhuizerstraat 56, is op dit moment de restauratie in volle gang, hetgeen ook geldt voor de boerderij aan De Bik 29. De 17de-eeuwse boerderij De Geer in Kattenbroek verkeert na een brand nog steeds in een erbarmelijke staat. Wel is ter bescherming een constructie over de boerderij aangebracht, zodat weer en wind minder invloed kunnen uitoefenen. (zie ook pag. 37 en 38) Natuurlijk is ook de kapel van Coelhorst voor het publiek toegankelijk.
Open-Boerderijen
Feest van het detail in Vathorst:
Op de Open Monumentendag zijn ook vier boerderijen te bezichten. De dag begint al feestelijk met de opening van de boerderij aan de Coelhorsterweg 6, die het afgelopen jaar met grote zorg is gerestaureerd. U bent om 10.00 van harte welkom bij de openingshandeling. Bij boerderij Bosserdijk,
2 rondleidingen + kleine tentoonstelling Rondleiding 1: Route per fiets langs de trafohuisjes in Vathorst. Aandacht voor talloze architectonische details op deze route. De route en inhoud wordt mede door samen-
amersfoort magazine
ornamenten
Foto: A. van Wageningen
Extra activiteiten op zaterdag 9 september 2006, 10 – 17 uur
Op dit moment zijn plannen in voorbereiding om het benzinestationnetje aan de Kwekersweg weer in zijn oorspronkelijke staat te herstellen.
Zetel in De Zonnehof
werking met de Stichting Vario Mundo bepaald. Aanvang 11.00 uur – 12.30 uur Start bij het I-centrum Vathorst, Duisterweg 6A te Hooglanderveen
rijen van Marc Mulders en Ronald Zuurmond bekende vertegenwoordigers van de Tilburgse school - gaan een inspirerende dialoog aan met werken van Armando. Sint-Joriskerk, pag. 28 Relaties met God, Expositie van Anneke Kaai Museum Jacobs van den Hof, pag. 32 Vaste collectie: Museum Jacobs van den Hof is een klein, particulier museum voor beeldhouwkunst uit de eerste helft van de twintigste eeuw. Het exposeert voornamelijk werk van Jacobs van den Hof (1889-1965).
Uitgebreid muziekprogramma
Kleine tentoonstelling: Gedurende de maand september zal er in het Icentrum een kleine tentoonstelling zijn ingericht met prehistorische vondsten uit het gebied Vathorst. Voor de rondleidingen dient men zich aan te melden: T 033-4511012,
[email protected]. Voor meer informatie over Vathorst: www.vathorst.com
Op veel plaatsen is ook dit jaar weer muziek in de monumenten te beluisteren; met name koormuziek, soms in combinatie met de in de kerk aanwezige orgels. De organisatie hiervan is verzorgd door Jos Heukelom van het bureau Kunsteducatie. Op pag. 8-9 treft u het muziekprogramma aan, zoals dat bij het ter perse gaan bekend was. Tijdens de Open Monumentendag worden aanvullingen c.q. wijzigingen per affiche kenbaar gemaakt.
Route langs industrieel erfgoed
Tentoonstellingen
De Stichting voor Industrieel Erfgoed in de Stad Amersfoort (Siesta) heeft ter gelegenheid van Open Monumentendag een route langs het Spui en de Eem uitgestippeld. Aan het Grote Spui is de Beiaardschool te bezichtigen. Buiten de Koppelpoort wordt aandacht gevraagd voor het Amersfoortse havengezicht dat in de afgelopen jaren zo’n belangrijke metamorfose heeft ondergaan. In plaats van de graansilo’s van de Cova zien we daar nu de krachtige gebouwen van het nieuwe Gildekwartier. In de komende jaren zal er nog meer veranderen. Siesta beijvert zich voor het behoud van het indus triële erfgoed aan de Eem. Het gaat daarbij niet alleen om schoorstenen en fabrieksgebouwen. Het is ook belangrijk dat er een goede visie op herontwikkeling komt. Welke nieuwbouw zal er hier gaan
Museum Flehite, pag. 24 Expositie CookingArt: kunstenaars met een verstandelijke beperking hebben zih vol overgave gestort op het afbeelden van de edele kookkunst. Zij lieten zich bij het inspireren door tal van ‘culinaire hoogtepunten ui de kunstgeschiedenis en de mooiste kookboeken. Jukeboxen & zo: een tentoonstelling vol glimmend chroom en neonlichten. Hier komt de wereld van jukebox en speelautomaat écht tot leven. Metaalmorfose, zilverkunst, Jan van Nouhuys: het is dertig geleden dat Jan van Nouhuys zich als zelfstandig zilversmid vestigde; dit was een goede aanleiding om aandacht te besteden aan met name zijn recente werk.
De Zonnehof, pag. 36 Zetel in De Zonnehof: stichting Zetel toont circa vijftig eigentijdse, bijzondere en unieke stoelen die de bezoeker kan bekijken én kan uitproberen. Er staan zeven stoelen, ontworpen door Gerrit Rietveld, de ontwerper van De Zonnehof.
Keistadfeesten In het weekend van 8, 9 en 10 september vinden in Amersfoort ook de Keistadfeesten plaats. ‘Theater op straat’ zal tijdens de open monumentendag de straten in het kernwinkelgebied een bijzonder aanzien geven. Voor meer informatie kunt u de website raadplegen: www.keistadfeesten.nl.
Foto: Bob Kossen
Rondleiding 2: Route per fiets door het dorp Hooglanderveen. Aandacht voor dit jonge dorp met architectonische details uit de jaren 60-70 Wordt afgesloten met een bezoek aan de St. Josephkerk te Hooglanderveen. Aldaar de beklimming van de toren. (onder voorbehoud.) Aanvang 13.00 uur – 15.00 uur Start bij het I-centrum Vathorst, Duisterweg 6A te Hooglanderveen
verrijzen en is het mogelijk om de nog resterende elementen van het oude Amersfoortse havengezicht daarin op te nemen. Voorlopig zijn de meeste voormalige fabrieks- en bedrijfsruimten in gebruik als atelier. In 2007 zal poppodium ‘de Kelder’ verhuizen naar een van de loodsen van de Rohm and Haas. De route is gelardeerd met kunst en enkele feestelijke intermezzo’s. Op de plaats van het Spijkertje zal een beiaard geregeld feestelijke klanken ten gehore brengen. De kunstenaars aan de Eem heten u van harte welkom op Open Monumentendag. De uitgebreide routebeschrijving is te verkrijgen bij Museum Flehite.
Armandomuseum, pag. 25-26 Scheppen omdat het moet, Marc Mulders, Ronald Zuurmond en Armando: oudere en nieuwe schilde-
amersfoort magazine
ornamenten
| Tekst en organisatie: Jos Heukelom, medewerkster Bureau Kunsteducatie Amersfoort
Traditiegetrouw openen de Amersfoortse amateurkunstverenigingen het nieuwe seizoen met een openbare presentatie de “Dag van de Amateurkunst”. Deze dag wordt in samenwerking met het Comité Open Monumentendag Amersfoort georganiseerd. Op zaterdag 9 september is het woord aan de amateurs. In diverse panden die voor de “Open Monumentendag” zijn opengesteld worden kleine optredens verzorgd. Amersfoort is een actieve stad op amateurkunstgebied en herbergt ruim 60 koren, 14 korpsen, 5 orkesten, 5 volksdansverenigingen, 20 toneelverenigingen, 3 fotoclubs en 1 literaire club binnen haar stadsmuren.
Tangogroep Cheek2Cheek
De dag van de amateurs biedt dit jaar ruimte aan de koren, korpsen, muziekverenigingen, dans, fotoclubs en toneel om zich te presenteren. In een optreden van ca. 25 minuten geven zij een impressie van hun nieuwe programma. Het publiek krijgt uitgebreid de gelegenheid om met de diverse groepen kennis te maken en kan zich laten informeren over de diverse mogelijkheden die er in Amersfoort zijn om zich bij een vereniging aan te sluiten. Daarnaast biedt het programma alle ruimte aan de bezoekers van de “Open Monumentendag” om de panden te bezichtigen. Meer dan twintig koren presenteren zich met een middagvullend programma in de diverse kerken die zich in de binnenstand bevindenl. Tussen 12.00 en 17.00 uur brengen zij een afwisselend programma. De diverse koren brengen religieuze en wereldlijke liederen, film-, musical- en popmuziek, en staan zo samen garant voor een gevarieerde en verrassende dag. Het programma wordt afgewisseld met optredens van twee orkesten en twee muzikale duo’s. Drie volksdansverenigingen en een tangogroep geven een demonstratie van de mogelijkheden die
Amersfoort op dansgebied geeft. Vier toneelverenigingen geven een korte impressie van hun repertoire. De foyer van de Johannes is ingeruimd als informatieruimte. Tevens is hier gelegenheid om een consumptie te gebruiken. Diverse zangverenigingen geven uitleg over het reilen en zeilen van hun koor, maar ook andere verenigingen hebben informatiemateriaal neergelegd. Het publiek kan zich laten informeren over de diverse mogelijkheden die er in Amersfoort zijn om een leuke hobby te gaan uitoefenen. De Amersfoortse muziekkorpsen formeren zich in de muziektent op de Groenmarkt. Tussen 14.00 en 16.00 uur treden de Politie Big Band PROMotion, de Mallet en Percussion band van K. A.M.V. en Veluwe Brass Amersfoort afzonderlijk op en sluiten af met een gezamenlijke finale. Ook andere korpsen en orkesten zijn tijdens de Keistadfeesten te beluisteren. In het sfeervolle pand Nieuwstraat 17 zal de toneelvereniging Tejaterthuis driemaal gelegenheid bieden om een korte voorstelling bij te wonen. Tijdens deze voorstelling wordt het publiek verzocht om niet in- en uit te lopen. In het oude pand van Scholen in de Kunst in de Muurhuizen kunt u diverse optredens horen, maar ook informatie vinden over de cursussen die hier georganiseerd worden. Dit zelfde geld ook voor de cursussen die in het pand de Instee, Zuidsingel 45, worden gegeven.
amersfoort magazine
ornamenten
Popkoor Basic Full Colour Logies De Tabaksplant, Coninckstraat 15
14.30 – 14.55 Popstones
wordt gespeeld door Pieter Jongsma.
14.00 - 14.30 Collegium Vocale Constantinianum
15.00 – 15.15 Folkloregroep Eemlanddansers
Muziekschool, Muurhuizen 1-3
14.30 – 14.40 Tangogroep Cheek2Cheek
15.15 – 15.35 Toneelgroep Thalia
14.00 – 14.25 Dennis Claasen (fagot) en Marlies Sprenger (piano) 14.25 – 14.50 Amersfoorts Vocaal Ensemble
14.50 – 16.00 Folklor Dansemble Amersfoort Armandomuseum, Elleboogkerk, Lange Gracht 36
14.50 – 15.15 Aleid Pluvier (zang) met pianobegeleiding
St. Rochuskapel, Armen de Poth, Pothstraat 16
14.00 – 14.25 Kamerkoor Chantatouille
15.15 – 15.40 Kamerkoor BRAVO
12.30 - 12.50 Theater Op Tilt
14.30 – 15.00 Amersfoorts Mannenkoor
15.40 – 16.05 Amersfoorts Mannenkoor
13.00 – 13.30 voorheen, Draadloos
16.10 – 16.35 Klein Amersfoorts Koor
Het programma wordt nog aangevuld met optredens van cursisten van Scholen in de Kunst.
13.30 – 13.55 Collegium Amisfurtense 14.00 – 14.25 VGA Swing Close
Johanneskerk, Westsingel 30
14.45 – 15.00 Volksdansvereniging Terpsichoré
12.00 – 12.30 VGA Swing Close
De Instee, Zuidsingel 45
15.00 – 15.15 Tangogroep Cheek2Cheek
12.30 – 12.45 Gereformeerd Gemengd Koor Martyria
10.30 – 17.00 De Instee opent haar deuren en laat zien wat voor
15.30 – 15.50 Balkangroep Horus
12.45 – 13.10 Popstones
creatieve en kunstzinnige activiteiten zij te bieden heeft.
15.50 – 16.10 Toneelgroep Thalia
13.20 – 13.45 Teatro Obstinato
Voorstellingen, workshops voor kinderen en volwassenen. U kunt
13.45 – 14.10 Balkankoor Horus
hier zelf koken, dansen, zingen. Ook voor kinderen vanaf 8 jaar zijn
Oud Katholieke St. Georgiuskerk, ’t Zand 13
14.10 – 14.35 Amersfoortse Muziektheatergroep Totaal
er activiteiten. Om 14.00 uur, 15.00 uur en 16.00 uur geven twee
14.30 – 15.00 Collegium Amisfurtense
14.35 – 15.00 voorheen, Draadloos
docenten van de tangoschool Fuego Lento een demonstratie.
15.00 – 15.25 Klein Amersfoorts Koor
De activiteiten die in de Instee plaatsvinden sluiten aan bij de Dag
St. Franciscus Xaveriuskerk, ’t Zand 29
15.25 – 15.50 Kamerkoor Chantatouille
van de Amateurkunst maar vallen niet onder de verantwoordelijkheid
12.30 – 12.55 Vereniging van Huismuziek
15.50 – 16.15 TDK Eigen Wijs
van Bureau Kunsteducatie die de overige activiteiten van locatie 1
12.55 – 13.25 Dennis Claasen( fagot) en Marlies Prenger (piano)
16.15 – 16.35 Kamerkoor BRAVO
t/m 12 heeft georganiseerd.
13.25 – 13.50 Cantiamo
16.35 – 17.00 Het Hallenhuiskoor
14.30 – 14.55 Amersfoortse Orkest Vereniging
Presentator: Guido de Wijs
Voor de argeloze voorbijganger die zich in het kader van de Open
14.55 – 15.20 Oecumenisch koor Spirit 16.10 – 16.35 Aleid Pluvier (zang) met pianobegeleiding
Muziektent Groenmarkt
Monumentendag en de Keistadfeesten naar Amersfoort heeft
16.35 – 17.00 Popkoor Basic & Full Color
14.00 – 16.00 optreden van de Politie Big Band Pro-Motion,
begeven moet het een aangename verrassing zijn om zoveel
Mallet & Percussion Ensemble van de Koninklijke Amersfoortse
bedrijvigheid bij de monumenten aan te treffen. De monumenten
Muziek Vereniging en de Veluwe Brassband Amersfoort afzonderlijk
kunnen rustig bezichtigd worden en de mooie muziek die in
en afgesloten met een gezamenlijke finale.
verschillende panden te beluisteren valt zorgt voor een sfeervolle
Presentator: de heer Weultjes
Museum Flehite, Van Buiningenzaal, Westsingel 50 14.10 – 14.25 Folklor Dansemble Amersfoort
combinatie.
14.30 – 14.45 Folkloregroep Eemlanddansers
Evangelisch Lutherse Kerk, Langestraat 61
15.00 – 15.30 Theater Op Tilt
12.30 – 13.00 Collegium Vocale Constantinianum
15.40 – 16.05 Teatro Obstinato
Amersfoort een stad vol monumenten, maar ook vol mensen die amateurkunst beoefenen.
15.30 – 15.40 Cheek2Cheek Tejaterthuis, Nieuwstraat 17 Het succesvolle theatertje van Amersfoort “Tejaterthuis” opent haar
Op de dag zelf is er bij het VVV, maar ook op de diverse locaties
De Observant, Stadhuisplein 7, binnenplaats
deuren voor het publiek om gratis een voorstelling bij te wonen.
gratis een plattegrond met alle locatieplaatsen af te halen, waarbij
13.10 – 13.30 Theater Op Tilt
Tussen de schuifdeuren wordt 3 maal een korte voorstelling
het totale programma is opgenomen.
13.30 – 13.45 Folklor Dansemble Amersfoort
gegeven:
14.00 – 14.25 Vereniging van Huismuziek
13.30 – 14.00, 14.30 – 15.00, 15.30 – 16.00
Zie ook www.scholenindekunst.nl-> amateurkunst
De voorstelling “Hoe komt het dat ik jou zo aardig vind?
amersfoort magazine
ornamenten
Herkennen van ornamenten, de winkelpui van Krommestraat 14
| Tekst en afbeeldingen: Cor van den Braber
Het winkelpand Krommestraat 14 heeft nog een fraaie onderpui met links en rechts deuren, één voor de winkel en de andere voor de bovenwoning. De indeling in drieën komt door een viertal pilasters op hardstenen basementen. Onder het etalagevenster zit een borstwering van hetzelfde materiaal. Aan de bovenkant wordt de pui afgedekt met een kroonlijst. De ontwerper is met het aanbrengen van versieringen niet karig geweest. Hij heeft destijds, rond 1900, geen mogelijkheid onbenut gelaten te strooien met bouwkunstige ornamenten. Zo wordt de kroonlijst ondersteund door consoles, geplaatst op zuiltjes, die wederom op consoles steunen. In de pilasters zijn gleufjes geschaafd. De bovenlichten hebben gedraaide spijlen die door boogjes met elkaar zijn verbonden. Ook de bovenkant van de etalageruit werd niet overgeslagen. Getoogde consoles met doorhangende knoppen moesten de voorbijganger duidelijk maken dat hier niet werd gekeken op een decoratie meer of minder. Het moest er ‘rijk’ uit zien. De klanten passeerden een deur die de indruk moest geven dat je een
10
burgerlijk-deftige bediening mocht verwachten! Heeft de maker van de pui, die na meer dan honderd jaar nog altijd de aandacht trekt, al die details zelf bij elkaar verzonnen? Nee, dat is niet het geval. In zijn tijd had hij mogelijkheden te over. Andere winkels in de Krommestraat, of in de nabijgelegen Langestraat, hadden namelijk dezelfde uitstraling en dezelfde uitmonstering. Met voor het merendeel een overeenkomstig scala van vormen. En zo men niet van de buren wilde afkijken, was altijd nog het verleden beschikbaar om een keur van voor-
beelden aan te reiken. Het is boeiend te ontdekken dat aan de winkelpui niet alleen de Grieken en de Romeinen in de details zijn vertegenwoordigd. Ook Hollandse, Vlaamse (zie foto links) en Portugese (zie foto rechts) renaissancisten geven blijk van hun aanwezigheid. Zonder enige voorkennis van de karakteristieke elementen van een bepaalde periode, is herkennen en thuisbrengen onbegonnen werk. Het hiernavolgende artikel heeft de bedoeling een overzicht te geven van de ontwikkelingen op het gebied van decoreren
kan hier een regel tekst geschrapt worden, krijgt het niet passend
amersfoort magazine
ornamenten
Feest der herkenning! ornamenten een lust voor het oog. Decoraties aan gebouwen | Tekst en afbeeldingen: Cor van den Braber
De in de tekst opgenomen termen* verwijzen naar de Bouwkundige Termen op pag. 20-23.
Het aanbrengen van versieringen aan gebruiksvoorwerpen en
waren nog wel bereid de decoraties niet geheel en al terzijde te schuiven. Maar het architecturale ornament had het pleit, als hét onmisbare element aan gebouwen, zo goed als verloren. Is dat erg? Dat hoeft niet direct. De nieuwe richtingen behoren hun architectonische waarden te ontlenen aan kwalificaties als logica en doelmatigheid, spanning en oorspronkelijkheid. En daar zijn gelukkig nogal wat voorbeelden van.
gebouwen is zo oud als de mensheid zelf. Het meest simpele huisraad, zoals bekers, schalen en potten, werd voorzien van ornamenten. Deze konden bijvoorbeeld worden aangebracht door kantige stokjes in de nog weke klei te drukken, voordat het vaatwerk in de oven werd geplaatst. Soms was de duim van de pottenbakker het meest voor de hand liggende gereedschap. Tot ruim in de vorige eeuw was het ook gebruikelijk architectuur te decoreren. Soms vloeiden deze versieringen rechtstreeks voort uit de aard van de voor handen zijnde materialen en de technieken die werden toegepast. Bakstenen gevels kregen vlechtwerkdecoraties in het metselverband. Houten balklagen ontvingen ondersteuningen waaraan de timmerlieden een profilering* hadden gestoken. De schieters* van muurankers waren voor de smid dankbare objecten waaraan hij zijn vakmanschap kon demonstreren. De nokken van de met stro gedekte daken van boerderijen veranderden door toedoen van een handige strodekker in kunstig in elkaar gevlochten strengen van hetzelfde materiaal. De spijkers van de opgeklampte* deuren vormden een patroon dat, met de ingekraste lijnen, als een netwerk over het getimmerte werd gespreid. In andere gevallen bestonden decoraties uit duidelijke toegevoegde, soms niet echt noodzakelijke, maar wel esthetische elementen. Zo werden dakkapellen voorzien van klauwstukken* die, door hun vorm en de aangebrachte versieringen, nu aan de voorbijganger duidelijk maken in welke tijd zij ontstonden. Balustraden op de gootlijsten van deftige huizen demonstreerden de welstand en de goede smaak van de bouwheer. Decoraties aan bouwwerken tonen de sporen van gereedschap dat in de handen van vaklieden vorm gaf aan de meest uiteenlopende onderdelen. Zoals gesneden bovenlichten*, ijzeren hekken, zandstenen geveltekens, betimmeringen en ingangspartijen. Vakmanschap werd doorgegeven, van generatie
naar generatie, van meester tot leerling. Dat daarbij de techniek van het omgaan met beitels en gutsen, het smeden, het beeldhouwen en het schaven van profielen een steeds hoger peil bereikte, is een voor de hand liggende en ook juiste gedachte. Dat, in weerwil van de veranderende opvattingen over vormgeving, het ware ambacht gedurende eeuwen nauwelijks veranderde is eveneens een feit. Zagen en schaven, kwasten en penselen, het aambeeld, troffels en pleisterspanen, zij zien er alle in grote lijnen nog net zo uit als vijfhonderd jaar geleden. Natuurlijk kwamen er andere bouwmaterialen op de markt, zelfs in een steeds hoger tempo. Ook de hulpwerktuigen veranderden. Kaapstanders en tredmolens maakten plaats voor bouwliften en torenkranen. Tot het moment waarop bijvoorbeeld de ‘Nieuwe Zakelijkheid’ haar intrede deed bleef de traditie van het bouwen nochtans de toon aangeven. Echter, vanaf dat moment zouden beton, glas en getrokken staal, vooral in hun samenhang, het beeld gaan bepalen. Door de aard van die materialen, met hun abstracte en kantige karakter, wendden de bouwers zich af van toegevoegde versieringen en de in hun ogen bovendien nutteloze decoraties. Deze hadden altijd wél sterk bijgedragen tot de heersende architectuurbeelden. Met het inslaan van de nieuwe richting was echter voor het aanbrengen van ornamenten geen plaats meer, of werd het bestaan daarvan zelfs ontkend. Traditioneel ingestelde groeperingen en scholen
De toegepaste ornamenten waren vaak op vroegere voorgangers geïnspireerd. Dit resulteerde veelal in een nieuwe vorm, waarin het oorspronkelijke ornament nog herkenbaar is. Hieronder wordt de ontwikkeling van de ornamenten op een rij gezet.
Grieken Binnen de lijnen van deze publicatie is in Europa pas de Griekse cultuur van betekenis. Vanaf ongeveer 2500 jaar voor het begin van onze jaartelling zijn door opgravingen de eerste beeldjes en gebruiksvoorwerpen bekend geworden. Aan graven toegevoegde kostbaarheden laten zien dat de techniek in die tijd al een hoog peil stond had bereikt. Zo toont aardewerk de eerste vormen van geometrische en aan planten ontleende versieringen, zoals de bekende meander* en spiralen, palmetten* en bloemmotieven. De monumenten behoren echter tot de meest tot de verbeelding sprekende voortbrengselen. Het zijn vooral de Griekse tempels die imponeren door hun afmetingen, de kostbare materialen, de vormen met hun details, ook door hun ornamenten. Deze bouwwerken kenden verschillende typen, van het eenvoudige antentempeltje, dat tussen de 01
11
amersfoort magazine
doorstekende zijmuren slechts twee zuilen kende, tot het indrukwekkende Parthenon op de Acropolis in Athene* | 01 |. Het beeld van de grote Griekse tempel is bij elke Europeaan bekend: rijen zuilen die zware balken dragen, bekroond door lijstwerk en een driehoekig gevel02 element waarachter een flauw hellend zadeldak schuilgaat. De Griekse wereld strekte zich in de 8ste eeuw voor Christus niet alleen uit over het tegenwoordige Griekenland. In oostelijke richting, het tegenwoordige Turkije, en westwaarts op Sicilië, hadden de Grieken belangrijke koloniën. De tempelbouwers onderscheidden drie typen die, vooral wat betreft hun detaillering, van elkaar verschilden. Het moederland en de westelijke koloniën bedienden zich van 03
ornamenten
lijst* is gehakt. Van de Corinthische orde verschilt alleen het kapiteel van de Ionische orde. Vooral het gebruik van het acanthus*motief is karakteristiek. Een krans van deze bladeren is rond het Corinthische kapiteel gegroepeerd* | 04 |. Niet vergeten dient te worden dat de verschijningsvorm van de nog overgebleven monumenten door de tijd, inmiddels meer dan twee en een half millennium, niet alleen in fysiek opzicht te lijden heeft gehad. De tempels die we nu kennen zijn nagenoeg van één tint, die van het verweerde blanke natuursteen. In hun glorietijd waren zij bepleisterd en geschilderd in sprekende kleuren, rood, wit blauw en groen. Zij moeten als stralende heiligdommen hun omgeving hebben beheerst. Het is opmerkelijk dat deze Griekse orden, vanaf het tijdstip waarop deze ontstonden, steeds maar weer opnieuw latere ontwerpers en vormgevers hebben weten te inspireren. De Grieken, als erflaters, lieten hun opvolgers niet alleen het monumentale tempelfront na, als bijna 05
hét beeldmerk van de klassieke wereld. Ook een keur van ornamentele ingrediënten behoorde daartoe, zoals het al ter sprake gekomen acanthusblad de Dorische* orde*02. De oostelijke gebieden hadden een voorkeur voor de Ionische* orde* | 03 |. De Corinthische* orde is de jongste van het drietal. De orden laten zich gemakkelijk onderscheiden. De Dorische zuil staat zonder basement op het grondvlak. De cannelures* raken elkaar langs een scherpe rug. Het kapiteel* aan de bovenzijde bestaat, na enkele insnoeringen, uit een ronde plaat die het profiel heeft van een ingedrukt kussen, de echinus. Daarover is een forse vierkante plaat gelegd, de abacus, die de hoofdbalk, de architraaf*, draagt. De Ionische orde heeft zuilen die wel een basement hebben, rond van vorm en voorzien van holle- en bolle profielen. De cannelures hebben een bijna halfrond verloop. Tussen deze verticale groeven is een smalle strook blijven staan. Het kapiteel heeft de kenmerkende spiralen, ofwel voluten. De abacus is in afmeting teruggebracht tot een smal tussenelement 04 waarin meestal een eier-
12
06
en de meander* | 05 |, de cannelures en de voluten*. Evenzeer moeten in dit verband de eierlijst* | 06 |, de bladlijst* | 07a |, de onderdelen van het fries* en 07a
07b
het fronton*, en de guirlande* worden genoemd. Aan het zogenoemde monument van Lesicrates zijn ornamenten te zien, afgeleid van wederom acanthus die later een belangrijke rol speelde bij het ontwerpen van verschillende bouwelementen* | 07b |.
Romeinen Het waren de Romeinen die vanaf ongeveer 200 v. Chr. voldoende overwicht kregen om gaandeweg niet alleen Italië maar ook de langs de Middellandse Zee gelegen gebieden en de eilanden aan hun rijk toe te voegen. De Griekse koloniën op het schiereiland, de laars, en Sicilië waren al belangrijke nederzettingen. De hoogontwikkelde cultuur van die steden moet op de omgeving indruk hebben gemaakt. Na de overname en de invoering van de nieuwe bestuursvorm van de Romeinen traden deze als vanzelfsprekend in de voetsporen van hun voorgangers. Nieuwe tempels en marktcolonnades gingen een Griekse signatuur dragen. Later voegden de Romeinen ‘eigen’ bestanddelen toe aan het bouwkunstige en technische idioom. Zij introduceerden onder meer een vorm van ongewapend beton, 08 als vulling voor opgaande muren van natuursteen en baksteen. Ook pasten zij voor het rondgaande fries van de Dorische orde, met de trigliefen* en metopen*, een andere hoekoplossing toe* | 08 |. Bogen als constructie-elementen kregen een toepassing met meer logica en meer decoratieve effecten. De stap van de gemetselde boog naar het stenen gewelf, dat de Grieken niet kenden, was voor de hand liggend. Zij combineerden verschillende orden aan één bouwwerk, zoals aan het Colosseum in Rome, waarvan vanaf de begane grond achtereenvolgens de Dorische-, de Ionischeen de Corinthische 09 orde de geledingen markeren. De Romeinse bouwers verrijkten het drietal orden met een vierde: de Composiete* orde* | 09 |. Welke een samensmelting van het Ionische- en het Corinthische kapiteel inhield. Ook werden vensters beurtelings met een driehoekigen een gebogen fronton afgedekt. Tempels werden geplaatst op
amersfoort magazine
een hoog podium en de zuilen langs de zijkanten werden, wanneer hun constructieve functie dat toeliet, gereduceerd tot halfzuilen. Ook werden er onderdelen, ornamenten en emblemen toegevoegd aan het al bestaande arsenaal, het attiek* als bekroning van de kroonlijst*, piëdestals* onder zuilen en halfzuilen, verdiepte gedeelten, casementen*, in pilasters*, de bundel roeden waarin een bijl was opgenomen, de fasces* enz. Uit de Romeinse tijd zijn niet alleen in Italië, maar ook uit de landen die ooit deel uitmaakten van dat kolossale rijk, tal van bouwwerken overgebleven. Het zijn de tempels, maar meer nog de theaters, arena’s, poortgebouwen, triomfbogen en aquaducten die door hun afmetingen en technische vernuft nog steeds bewondering afdwingen.
Vroeg-Christelijk In de 9de eeuw raakt het Romeinse Rijk over zijn hoogtepunt heen en in de periode die daarop volgt taant haar macht nog verder. Al eerder, in 410 wordt Rome door de Visigoten geplunderd en in 455 gebeurt dat nog eens door de Vandalen. De laatste Romeinse keizer wordt in 476 afgezet en het land wordt vanuit Ravenna bestuurd. De klassieke bouwprincipes moeten plaatsmaken voor de Byzantijnse architectuur. Centraalbouw op een vierkant met koepelgewelven wordt voor de Christelijke kerken het ideaal. De Aya Sofia in Istanboel en de San Vitale in Ravenna zijn daar voorbeelden van.
ornamenten
De architraven spelen een minder belangrijke rol en de zuilen dragen in het vervolg een bogenreeks. Ook de kapitelen veranderen, krijgen de vorm van een dobbelsteen (teerling) en worden voorzien van abstracte distelvormen. Kruisen en Christusmonogrammen doen hun intrede en vlechtwerkmotieven worden veelvuldig toegepast. Naast geometrische versieringen behoudt men de meander. De ook al bij de Grieken en Romeinen bekende techniek van mozaïek beleeft in deze periode, vooral aan wanden en gewelven, evenzeer hoogtepunten.
Karolingen*, Romaanse* bouwstijl Gebouwen uit de tijd van de Karolingen, de periode 800 - 950, en genoemd naar Karel de Grote en zijn opvolgers, zijn in ons land nauwelijks nog overgebleven. De kapel op het Valkhof in Nijmegen behoort hiertoe. Ook aan dit monument is de eerdergenoemde centraalbouw te onderkennen. Daarmee toont zij in directe zin haar verwantschap met het oosten van Europa. Zij is bovendien een afstammeling van de paleiskapel van Karel de Grote in Aken. Voor dit bouwwerk liet men van afbraak afkomstige antieke zuilen als ‘spolia’ uit Ravenna komen. De San Vitale zelf diende, met enige verschillen in opzet, als voorbeeld voor de Akense kapel. Op het Valkhof * | 10 | zijn verder kapitelen aangetroffen waarvan de vorm is afgeleid van de, eveneens, Corinthische orde. De Romaanse bouwstijl zal in de tijd die daar op
10
volgt eigen kenmerken laten zien. Naast de centraalbouw komt vooral bij de kerken het langgerekte type in zwang, met een voorruimte, een front met liefst twee torens en natuurlijk de kerkruimte zelf, met transepten die de plattegrond de vorm geven van een Latijns kruis. Vervolgens is er een apsis* met een halfrond koor boven een ondergrondse crypte*, en een kooromgang. De architectuur doet, door de kleine vensters die rondbogen hebben, enigszins gedrongen en gesloten aan. In Nederland zijn weliswaar geen ongerepte, maar niettemin interessante voorbeelden te zien, waaronder de vroegere abdijkerk in Susteren en de Pieterskerk in Utrecht. Amersfoort neemt in deze categorie een bescheiden plaats in. Alleen het onderste gedeelte van de toren van de St.-Joriskerk, waarvan enkele rondbogen nog juist boven het leiendak zichtbaar zijn, maakt aanspraak op de benaming ‘Romaans’.
Logement
de Gaaper´´´ Slapen in Logement de
Sleeping in Logement de
Gaaper, het oudste stenen
Gaaper, the oldest house of
woonhuis van Amersfoort
Amersfoort
Hotel de Gaaper is sinds 2003 gevestigd in de voormalige stadsapotheek aan het marktplein, Hof 39, midden in het centrum. Dit fraaie rijksmonument heeft 18 kamers en biedt onderdak aan maximaal 30 gasten. Er zijn één-, twee- of driepersoonskamers. Het comfort is goed en modern, boxspring bedden, badkamer met toilet, ligbad of douche, tv, minibar, telefoon, ADSL, bureau met stoel. De kamers geven uitzicht op de Langestraat (winkelstraat) of de Hof. In alle kamers geldt een rookverbod. Er is geen lift in het pand aanwezig. Er heerst een vriendelijke en informele sfeer. In de zomermaanden heeft de Gaaper een ruim terras tot zonsondergang.
Hotel the Gaaper is housed in a former pharmacy on the largest square,Primeurs de Hof, in the heart of the center. At this marketOpen square (Friday & Saturday) there are a large number of restaurants, pubs, shops and old houses. The restoration of this building was based on historical records and many of the original architectural details have been retained. The hotel offers a variety of rooms (singles doubles and triples). All rooms have a workstation and data entry port and are nonsmoking. There is no elevator. The rooms offer views of the Langestraat, the main shopping street, or the Hof. During Reserveren Monumentendag 2005 ! (Reservations): summer guests can enjoy the terrace till Logement de Gaaper sundown. Hof 39, CK Amersfoort Architectenbureau Ag 3811 nova in Sint (+31) 033-4531795 Prices, photos, reservation? Henricuskerk,tel: Mathhias Withoosstraat 34 fax: (+31) 033-4531796 Visit our website: www.degaaper.nl info: www.degaaper.nl e-mail:
[email protected]
Voor prijzen, arrangementen, foto’s, reserveren? Bezoek de website: www.degaaper.nl
13
amersfoort magazine
De versieringen op de verschillende bouwdelen zijn veelsoortig en, vergeleken met de klassieke voortbrengselen, primair en, zo men wil, primitief. De kapitelen hebben de vorm van een afgeknotte kegel of piramide* | 11 |, of van een dobbelsteen met fors afgeronde hoeken. En vaak nog met een zware abacus of dekplaat. Beeldhouwwerk aan deze onderdelen komt eveneens voor, dikwijls met nog nauwelijks te herkennen acanthus. Vensters krijgen deelzuiltjes* | 12 |. Lisenen* als muurverzwaringen worden door boogfriezen* gekoppeld, een gegeven dat, als klimmende boogfriezen, ook wordt toegepast langs de schuin oplopende 12 daklijnen. Façaden worden wel voorzien van radvensters* | 13 |. Het komt voor dat in de schachten* van zuilen spiralen, vlechtwerk of visgraatmotieven worden gehakt. De term ‘Romaans’ komt pas in het begin van de 19de eeuw in gebruik. 11
Gotiek* Rond het midden van de 12de eeuw ontstaat in Noord-Frankrijk een nieuwe stroming in de architectuur. Aan de kathedralen van o.a. Sens en Noyon wordt een andere bouwwijze zichtbaar. Er ontstaan verticale geledingen die zich geleidelijk van de Romaanse bouwprincipes afwenden. Het tot die tijd gangbare 13 tongewelf, de naam is veelzeggend, oefende op de buitenmuren een grote zijdelingse druk uit. Alleen zware massieve muren met vensters van niet te grote omvang waren in staat deze spatkrachten* te weerstaan. Het streven* | 14 | méér licht te brengen in het gebouw, liefst ook in het bovenste gedeelte, de later zogenoemde lichtbeuk, bracht de noodzaak om te zien naar nieuwe bouwwijzen. Deze werden uiteindelijk gevonden in een logisch en sluitend samenstel van actieve- en minder actieve elementen. Zo kregen de buitenmuren plaatselijke muurverzwaringen in de vorm van steunberen*, die bij de grote kerken door luchtbogen* werden verbonden met de aanzethoogte van de gewelven. Hierdoor kon de spatkracht van het gewelf worden weerstaan. De dakvoet werd hoger aangebracht en de vensters werden groter. Ribben* gingen de gewelfvelden dragen en alle krachten kwamen door schalken* en bogen samen op de plaats van de pijlers.
14
ornamenten
14
16
17
Het resultaat is de rijzige bouwwijze geworden die als ‘de Gotiek’ bekend is geworden, met grote spitsboogvensters, met de rechthoekige, in plaats van de Romaanse vierkante gewelftraveeën*. En met ribgewelven die over het middenschip, de transepten* en de zijbeuken* worden geslagen. Later metselt men ook waaier- en trompetgewelven. Al blijft een geheel in steen overwelfde kerk het ideaal, de houten gewelven vormen vanzelfsprekend het bruikbare en ook veel toegepaste alternatief. Overigens, de term ‘gotisch’ is bedacht door Vasari, een architect uit de tijd van de Italiaanse renaissance. Deze bouwwijze van de ‘Goten’ was in zijn beleving die van de barbaren uit het noorden! De gotische ornamentiek is rijk aan voor het merendeel, en voor die tijd, nieuwe vormen. Zij zijn voor het merendeel afgeleid van plantaardige motieven. Natuurlijk overleeft het acanthusblad, zij het gestileerd, opnieuw alle ontwikkelingen. Zij wordt aangevuld met alle mogelijke andere uitingen van vegetatie, zoals koolblad* | 15 |, druivenranken en eikenloof. Deze ornamenten zijn terug te vinden aan de pinakels* | 16 | met hun hogels*17 en kruisbloemen* | 18 |, in de holle profielen van lijstwerk, aan balustraden, kapitelen en consoles*. Zelfs aan de uiterst gedetailleerde gehengen* van belangrijke deuren. De bovenste gedeelten van de vensters zijn voorzien van traceringen*, óf met vorkachtige belijningen, óf door een speels in elkaar gewerkt geheel van klaverbladen, visbla15 zen* | 19 | en vormen die aan vlammen doen denken. Het aanbrengen van gebrandschilderde glas-in-lood-panelen gaat behoren tot de gewenste decoraties.
18
Boven de vensters komen bij de wat rijkere kerkgebouwen wimbergen*. Kolossale roosvensters*, voornamelijk in de westgevels, sieren de kathedralen. Tot het arsenaal van decoraties behoren ook knoestige stokken en warrige plantenmotieven. Waterspuwers hebben in de regel mensfiguren, dieren, fabelwezens of gedrochten als uitgangspunt. De portalen van belangrijke kerken krijgen een overvloed aan veelkleurige beelden van heiligen, op een voetstuk en onder een baldakijn* geplaatst. Ook in Nederland zijn prachtige voorbeelden van gotische bouwwerken te zien. De Utrechtse Domkerk- en toren, de St.-Jan in ’s-Hertogenbosch en de Amersfoortse OnzeLieve-Vrouwetoren, om maar enkele te noemen.
Renaissance*
Ook in het Italië van de 15de eeuw werd gotisch gebouwd, al droegen de voortbrengselen een eigen stempel. Tegenover die stijl van over de Alpen ontstond toch meer sympathie en voorliefde voor de klassieke naturalistische vormen die in de eigen omgeving zo nadrukkelijk aanwezig waren. Het teruggrijpen naar de antieke 19 voorbeelden hing dan ook in de lucht. Nog voor het tijdstip waarop in Amersfoort ook nog maar werd gedácht aan het bouwen van de Onze-LieveVrouwetoren -dit monument zou een staaltje hooggotiek worden- werd in 1421 in Florence begonnen aan het Vondelingenhospitaal. Het gevelbeeld laat een reeks kolommen zien van klassieke snit, met bogen aan elkaar verbonden. Antieke pilasters met cannelures, een kroonlijst, medaillons* en vensters met frontons geven aan dat de gotiek nauwelijks meer inspiratie wist te bieden. Weldra ontstaan er meer bouwwerken die dezelfde geest ademen, in het bijzonder in Florence. De stadspaleizen voor de aanzienlijke families imponeren door hun verhoudingen. Verdiepingen worden door horizontale geledingen benadrukt en deze gebouwen krijgen formidabele, ver overstekende kroonlijsten. Vanaf de begane grond ontvangen de gevels de bijna obligate opvolging van de klassieke bouworden: Dorisch, Ionisch en Corinthisch.
amersfoort magazine
Het is ook de tijd waarin de architectuurtraktaten verschijnen, met hun principes voor het bouwen* | 20 |. Inmiddels, in 1415, waren ook de ‘Tien boeken van Vitruvius’ opgedoken in het klooster van Sankt Gallen. Vitruvius was een Romeins bouwmeester uit de tijd van keizer Augustus. Omstreeks 25 v. Chr. publiceerde hij zijn geschriften over de architectuur en de stedenbouw van zijn tijd. In 1450 ontwierp Alberti, niet alleen een schilder en een bouwmeester, maar ook een publicist, een verbouwplan voor de St.-Franciscuskerk te Rimini. Op Romeinse wijze werd het gebouw op een voetstuk geplaatst. Er kwamen klassieke halfzuilen aan te pas, een hoofdgestel*, arcaden met halfronde bogen en ingang die met een fronton werd afgedekt. 20
In de tweede helft van de 15de eeuw verspreidde de ‘nieuwe’ vormen zich over het Italië van die tijd. Architecten zoals Michelozzo en Bramante bouwden tal van gebouwen geïnspireerd op de stijl van de klassieken, in techniek, vorm, detail, ook door gebruik te maken van de vroegere ornamenten. Na Florence was het Rome dat als het glanzende middelpunt van kunst en cultuur de hoofdrol voor zich opeiste. De meest bloeiende periode viel samen met de eerste helft van de16de eeuw, met klinkende namen, Raffaël en Michelangelo. De invloeden van de renaissance vonden hun weg naar de overige delen van Europa. Het Franse Hof trok kunstenaars aan in de personen van Da Vinci en Serlio, waarvan de laatste ook theorieboeken met voorbeelden naliet. Over het algemeen kan men niet spreken van een classicisme* als dogmatische erfenis van hoofdlijnen, eerder van het onbekommerd en overdadig toepassen van alles wat het klassieke instrumentarium te bieden had: 21 zuilen, pilasters, lijsten, frontons enz* | 21 |. Grotesken* en arabesken* doen hun intrede, ornamenten die bij uitstek geschikt zijn om de terugliggende panelen van pilasters te decoreren. Grotesken
ornamenten
bestaan uit symmetrisch aangebrachte ranken en acanthusmotieven, samen met dierfiguren en de afbeeldingen van mensen te halverlijve. Deze Romeinse versieringen werden in 1490 in de catacomben ontdekt. Arabesken zijn vegetatieve ranken en vinden hun toepassing eveneens aan betimmeringen, friezen enz. Toen paus Leo X zijn door Raffael ontworpen tapijten in 1519 in Brussel wilde laten weven kreeg Thomas Vincidor uit Bologna de opdracht toezicht te houden op de vorderingen van het werk. Deze maakte zich nuttig in de Lage Landen en ontwierp een plan voor het verbouwen van het paleis van Hendrik III van Nassau. Het gebouw in Breda staat tegenwoordig bekend als dat van de Koninklijke Militaire Academie. Met de verbouwing werd in 1536 begonnen. Ook in IJsselstein en Buren zijn de resultaten van de activiteiten van een andere Italiaanse architect zichtbaar. In die steden was Alexander Pasqualini werkzaam en bouwde daar kerktorens en een kasteel. In Breda komen de omlopende zuilengalerij met de 22 medaillons en het fries met de trigliefen ons intussen bekend voor. In IJsselstein zijn dat de pilasterorden, geheel naar het schema en de gangbare volgorde van de Italiaanse Renaissance. Een afzonderlijke vermelding verdient de uit Portugal overgewaaide Manuelinostijl* | 22 |. Deze geeft een, in ons land voornamelijk aan balusters* zichtbare, opeenstapeling van kleinschalige renaissancistische vormen te zien, zoals gecanneleerde cilinders, kubussen en medaillons. De pilaren ter weerzijden van de ingangspartij van het huis van Maarten van Rossum in Zaltbommel zijn daarvan een voorbeeld. Naast de in Italië verschenen uitgaven, eigenlijk meer boeken met architectuurvoorbeelden, van Vignola, Palladio en Scamozzi, laten ook de graveurs en drukkers in onze streken zich niet onbetuigd. Het zijn onder meer Pieter Coecke van Aelst en Cornelis Floris die zorgen voor een vertaling van Vitruvius. Zij brengen ook eigen publicaties naar buiten. In dit gezelschap treedt Hans Vredeman de Vries in 1560 op de voorgrond met zijn prentwerken. Hierin brengt hij tal van mogelijkheden onder de aandacht van iedereen die zich bezighoudt met vormgeven. Zijn ontwerpen van ornamenten, in het bijzonder van het bekende rolwerk* | 23 |, 23 de cartouches*, geveltoppen* | 24 |, fonteinen en gebruiksvoorwerpen vinden gretig aftrek. Niet alleen in Noorden Zuid-Nederland, ook in de rest van Noord-Europa zijn
de afbeeldingen welkome inspiratiebronnen voor bouwmeesters. Soms lijkt het of zij de gravures van Vredeman de Vries zelfs letterlijk hebben overgenomen. Het rolwerk, bijna 24 het beeldmerk ven deze graveur, doet denken aan omkrullende banden die met kopspijkers zijn vastgenageld. Tot zijn vocabulaire behoren verder hermen*, guirlandes van vruchten en bloemen, obelisken* | 25 |, 25 siervazen en bollen*. De in natuursteen uitgevoerde S-vormige en C-vormige belijningen van topgevels komen eveneens uit de koker van De Vries. De voorgevel van het Leidse stadhuis en de Haarlemse vleeshal, beide van Lieven de Key (…. - 1627), zijn in dit verband illustratief te noemen. Met deze bouwwerken is men gaandeweg de 17de eeuw binnengetreden. Hendrick de Keyser (1565 – 1621), beeldhouwer en stadsbouwmeester van Amsterdam, brengt in zijn ontwerpen een ordening van volumen die meer aansluit bij de klassieke geest. Zijn Delftse stadhuis toont evenwichtige pilasterstellingen met de opeenvolging van de orden die inmiddels vertrouwd is. Boven de vensters zijn als boogvullingen schelpmotieven aangebracht, zowel Romeins van oorsprong als afkomstig van het palet van Vredeman de Vries. Verder is het beeld opgevrolijkt met obelisken, vazen en balustraden. Aan de bouwwerken van beide architecten wordt wel de benaming ‘Hollandse Renaissance’ gegeven. Een voorbeeld in amersfoort is de hoofdtoegang van het bekende Secretarishuisje aan de Muurhuizen 109. Rond het midden van de 17de eeuw ontstaat er een decoratie die voor het eerst in de ateliers van de edelsmeden wordt toegepast. Het is het zogenoemde kwabornament*, dat doet denken aan kraakbeen. Vaak worden er de natuurstenen ellipsvormige vensters, de oeil-de-boeufs*, mee toegerust.
Barok* Opnieuw in Italië had het afgewogen en intellectuele karakter van de renaissance geleidelijk aan een verandering ondergaan. Toen eenmaal alle mogelijkheden van de klassieke orden waren verkend, bewerkt en aangevuld door de architecten van die tijd tot ‘eigen orden’, denk aan de vijf orden van Vignola, zocht men een nieuwe manier van uitdrukken. Die werd gevonden door te streven naar meer en andere effecten. Wat door de klassieke thema’s
amersfoort magazine
al aangereikt was, bleek niet meer voldoende te zijn om te kunnen inspireren. De nieuwe architectuurideeën vinden hun oorsprong in de neiging tot het willen imponeren. En deze opvatting heeft per definitie ‘monumentaal’ bouwen tot gevolg. De Contrareformatie, als tegenhanger van de Hervorming van de 16de eeuw, moedigde deze geestesgesteldheid aan. Triomf, uitbundigheid en machtsvertoon zijn vanaf dat moment van de gebouwen af te lezen. Plastische verschijningen ontstaan door massa, schaduwwerking en pathetiek. Zware kroonlijsten*26 zwenken in en uit, forse consoles ondersteunen balkons en erkers, vrijstaande kolommen op piëdestals dragen vooruitspringende bouwdelen. Deze bouwstijl wordt ‘barok’ genoemd, naar het Portugese woord baroc26 co, de naam van een onregelmatig gevormde parel. In het bijzonder in het zuidelijke deel van Europa komen deze uitgangspunten tot volle wasdom. Wat noordelijker ontstaat in diezelfde 17de eeuw een voorkeur voor het meer afstandelijke classicisme. Wat niet wil zeggen dat de barok aan Noord-Duitlsland, Engeland en NoordNederland voorbijgaat. Het exterieur van gebouwen gebruikt het imponerende karakter van de barok om zich te uiten in een statige deftigheid. Hoewel, voor de ingangspartijen, rond en boven de voordeur, maakt men graag een uitzondering en trekt men alle registers open. Ook het interieur toont die andere wereld, door het aanbrengen van marmeren vloeren, kostbare en gedetailleerde betimmeringen, trappen en deurpartijen, en stucwerkdecoraties aan wanden en plafonds. Het is de tijd waarin de rijke kooplieden zich omgeven met schilderijen tegen goudleerbehang, met tapijten op de vloer, met kussenkasten en bolpoottafels. De ornamenten van de barok zijn veelsoortig. In het bijzonder binnenshuis en met betrekking tot het meubilair wordt de stijl genoemd naar de Franse koning Lodewijk XIV*. Zijn hof was in Europa toonaangevend geworden waar het ging om smaak, kunst, omgangsvormen en decoratie. Met bewondering werd naar zijn Versailles gekeken. Tot de gangbare ornamenten behoren de platte banden waarbij de middenbaan een weinig is verdiept, opnieuw het acanthusblad, deze keer met lobbige uiteinden, het schelpmotief, afhangende kleden* | 27 |, knorren* en blaasknorren* en reeksen afhangende en steeds kleiner wordende bloempjes. Schubmotieven en ruit27 patronen, losanges*,
16
ornamenten
dienden om vlakken op te vullen. Met architraven, voorzien van forse beuling*profielen, werden deurkozijnen afgetimmerd. De stijl van Lodewijk XIV heeft bovendien een voorkeur voor vormen waarbij gebogen lijnen op een rechte lijn aansluiten. De toegepaste kleuren zijn, net als het karakter van de betimmeringen, zwaar en deftig. Er is een voorliefde voor bijvoorbeeld donkergroen of het verzadigde rood-bruin. In 1685 wordt in Frankrijk het Edict van Nantes opgeheven. Wat betekent dat er in dat land een einde komt aan de vrijheid van godsdienst. Veel Hugenoten wijken naar het buitenland uit. NoordNederland ontvangt de decorateur-architect Daniel Marot*28. Deze is al spoedig werkzaam voor stadhouder Willem III en ontwerpt onder meer het interieur van het Paleis het Loo. De invloed van Marot op de ‘Hollandse Lodewijk XIV-stijl’ is groot. Verschillende belangrijke huizen waaronder het 28
Paleis Kneuterdijk en het Huis ten Bosch worden door hem gebouwd, dan wel voorzien van een nieuw interieur. Hij ontwerpt ook een serie plaatwerken met schoorsteenmantels en betimmeringen. De deurbekroning van het monument Kamp 24, de Keerskorf, behoort tot de goede Amersfoortse voorbeelden.
Rococo* Lodewijk XIV regeerde van 1643 tot 1715 en werd opgevolgd door Lodewijk XV, waarbij in het begin Philippe van Orléans als regent optrad. De symmetrie die eigen was aan de stijl Lodewijk XIV wordt in de jaren twintig van de 18de eeuw aarzelend losgelaten. Men gaat zich ten aanzien van de motieven meer vrijheden veroorloven. Ook wordt afstand genomen van de zware en dikwijls pompeuze uitmonstering van de interieurs van vroeger in de eeuw. De 29 ornamenten van betimmeringen en lijsten gaan zich oplossen in lichte en abstracte vormen waarbij elkaar rakende S-vormen en C-vormen rug-aan-rug het credo vormen* | 29 |. Het legt een wispelturige grilligheid aan de dag en voor enige vorm van symmetrie is geen
plaats meer. Schelpvormen, roosjes, en nog verder gestileerd acanthusblad groeien, krioelen en woekeren over lijstwerk heen en alles wordt uit de vrije hand gemodelleerd. Natuurlijk zijn er ook provinciaal aandoende uitwassen, waarbij de als sierlijk bedoelde rocailles zijn verworden tot grove uitstulpingen. De stijl van Lodewijk XV* heet rococo, waarschijnlijk afgeleid van het Franse ‘rocaille’. In de gevelarchitectuur doet het rococo zich nauwelijks gelden. Alleen ter opluistering van de hoofdtoegang, balustraden, of de consoles aan de kroonlijst is voor het onberekenbare ornament belangrijk werk te doen. Ook stoepen en smeedwerk aan hekken delen in de voortbrengselen van deze stijl. Rococo blijft in hoofdzaak voorbehouden aan het interieur. Het zijn betimmeringen, trappenhuizen, stucplafonds en, vanzelfsprekend, meubilair en siervoorwerpen die de aandacht opeisen. De kleuren zijn lichter geworden, wit, roze en andere pasteltinten.
Classicisme Rond het midden van de 18de eeuw, toen het rococo haar hoogtepunt beleefde, kreeg de belangstelling voor de klassieke wereld opnieuw een impuls. De archeologische opgravingen van Pompeï en Herculanum, en de herontdekking van tempels van Paestum vroegen de aandacht van de culturele elite in Europa. Niet in het minst door de plaatwerken die de resultaten van de onderzoekingen in beeld brachten. De schrifturen van de hand van de Duitse geleerde Winckelmann belichtten in diezelfde tijd de geschiedenis van de kunst van de Oudheid. Degenen die meenden toe te zijn aan vernieuwingen lieten de krullen en rocailles van het rococo ijlings vallen. Zij wendden zich, geïnspireerd door de bodemvondsten, opnieuw tot de antieken en al die vormen die het in het verleden keer op keer zo goed deden. De opvatting over de architectuur van die tijd, en voornamelijk van het exterieur, onderging daarbij geen ingrijpende veranderingen. Statigheid was nog steeds troef en kostbare materialen, zoals natuursteen voor de façade, hadden nog steeds de voorkeur. Dan is het opnieuw het interieur waar de gedaanteverwisseling het meest zichtbaar wordt* | 30 |. Zoals gezegd is aan 30 de nieuwe ontwerpen geen plaats meer voor rococofrutsels, zoals deze in die tijd stellig werden gezien. Er is zelfs sprake van een complete omslag, vooral in de kring van vooruitstrevende mensen. Daarbij wordt, in plaats van de vroegere asymmetrie, de voorkeur gegeven aan gave ellipsen, strakke rechthoeken en ononderbroken cirkels. De Griekse meander, of delen daarvan, doet weer
amersfoort magazine
zijn intrede, net als het acanthusblad, dat deze keer maar eens scherp gestoken wordt, en de guirlandes, opgehangen aan strikken en knisterende linten. Een andere groep ornamenten wordt gevormd door de siervazen* | 31 |, de zuilen met cannelures, consoles, banden waarin een golfbeweging is opgenomen en trapbalusters met een amandelvormige doorsnede. Rozetten en medaillons, parelranden* en palmetten, laurier en eikenblad, al deze snuisterijen behoren tot het gangbare instrumentarium van 31
de ontwerper. Deurpanelen krijgen in de hoeken gesneden vierkante versieringen. Slank uitlopende stoelpoten worden bovendien voorzien van cannelures. Deze door de klassieken geïnspireerde opvatting werd later, net zoals de stijlen onder zijn voorgangers, naar de naam van de toen heersende Franse koning genoemd: Lodewijk XVI*. De term ‘classicisme’ is eveneens gebruikelijk. Als verwijzing naar deze tot het verre verleden behorende architectuur zou de term nog een lang leven tegemoet gaan. Vanaf het moment waarop Pompeï haar invloed deed gelden, tot in het laatst van de 19de eeuw zou de Oudheid de bouwwereld weten te beïnvloeden. In Amersfoort zijn het Huis met de paarse ruiten en het Oude Stadhuis voorbeelden van deze stijl.
Empire* en nog meer classicisme De Franse Revolutie bracht grote beroeringen, en niet alleen staatkundig en maatschappelijk. Ook de opvattingen over vormgeving ondergingen veranderingen. Ten opzicht van de stijl van Lodewijk XVI is er een versobering te zien. Kroonlijsten worden eenvoudiger, balustrades worden vaak weggelaten, om plaats te maken voor frontons, ondersteund door indrukwekkende zuilen. Voor het beëindigen van deurpartijen past men bij voorkeur de halve cirkel toe. Er worden naar Romeins voorbeeld ook weer triomfbogen gebouwd, ter bevestiging van geslaagde veldtochten. Als herinnering aan het optreden van Napoleon in Egypte doen in de wereld van het ornament de sfinxen hun intrede, samen met palmen en deze keer aan veren verwante palmetten. Verder blijft het bijna onuitputtelijke klassieke magazijn, met zijn Griekse meanders, parelsnoeren, eier- en bladlijsten, gestileerde kran-
ornamenten
32
sen van eiken en laurierblad, rozetten, medaillons, elkaar kruisende fakkels, pijlenbundels en nog veel meer, beschikbaar* | 32 |. Van die tijd zijn ook de vormen die doen denken vleermuisvleugels*, aan deurpanelen, deurknoppen en gesmede hekken. Ook de amandelvorm krijgt voor dit doel een toepassing. Het is ook de tijd geworden voor de boven de voordeuren aangebrachte vensters met de gebogen roeden, in vele variaties. Daarnaast komen in deze bovenlichten de bekende levensbomen*. Zij worden in hout uitgevoerd, met snijwerk waaraan de maker met zichtbaar plezier heeft gewerkt. Als industrieel product worden ze ook in gietijzer gemaakt. Uit de talrijke mogelijkheden, grootten en uitvoeringen kunnen uit de catalogi keuzen worden gemaakt. De glasindustrie was inmiddels in staat grotere afmetingen te maken, zodat gaandeweg de veelheid van kleine ruitjes plaats kon maken voor andere formaten. De mogelijkheid zogenoemde empireramen te maken zijn daarvan het gevolg geweest. Dit schuifraamtype heeft een brede middenstijl die opnieuw gelegenheid geeft tot het aanbrengen van ornament. Het interieur bouwt voort op Lodewijk XVI, aangevuld echter met uitingen die door hun forse en gladde vlakken aansluiten bij de samenleving die, op haar beurt, sterk werd beïnvloed door militaire operaties. Schijnbaar losse en toegevoegde ornamenten tegen betimmeringen en meubilair hebben de vorm van Pompeïaanse ranken. Kolomkachels in hun hoge nissen krijgen de vorm van klassieke Toscaanse* zuilen, vanzelfsprekend op een piëdestal. De stijl van het Franse Keizerrijk, die in het interieur het meest duidelijk is, zal wat betreft de buitenkant van de gebouwen niet opzienbarend veranderen. De traditionele stroom, die sterk is georiënteerd op de klassieken, volgt nog steeds haar vertrouwde bedding. De ontwerpen voor belangrijke gebouwen voeren een stringente symmetrie door en empirevensters zijn bijna standaard geworden. Forse zuilenportieken, bekroond door een fronton, verlenen deze categorie een absolute monumentaliteit. De ingenieurs van ‘Waterstaat’, die voor het merendeel in Parijs een gedegen opleiding hebben genoten, fungeren wanneer het om kerken ging als ‘welstandstoezicht’. Afgezien van de gangbare basementen en kapitelen, en de schijnbare natuursteenblokken, blijven versieringen nagenoeg achterwege.
Volledig gepleisterde gevels worden rond het midden van de 19de eeuw algemeen. Ook aan deze façaden zijn lagen en blokverbanden te onderkennen. Geprofileerde lijsten rond de vensters en ‘wenkbrauwen’*, verdiepte pilasters, kordonbogen* en gedecoreerde consoles aan de kroonlijsten vormen de karakteristieke versieringen. Deze consoles zijn doorgaans van hout en ook wel van terracotta* gemaakt. Acanthusblad is opnieuw troef. De opengewerkte gietijzeren roosters in de buitendeuren kwamen in het begin van de eeuw ook al voor. De gevel van het Gerechtshof in Leeuwarden is een 33
voorbeeld van Late-Empire-stijl. In Amersfoort behoren de voorgevels van het Observantenklooster langs de Westsingel en die van het Logement De Gaaper aan de Hof tot de sprekende voorbeelden* | 33 |.
Neogotiek* In de tweede helft van de 19de eeuw gaat belangstelling ontstaan voor de bouwkunst van de Middeleeuwen. In Europa was Engeland daarin voorgegaan. Omstreeks 1750 waren daar de eerste symptomen al te zien, die uiteindelijk in 1836 uitmondden in de bekende Houses of Parliament. Met de voormalige Koninklijke Manege in Den Haag is de Neogotiek ook in ons land een feit. Het herstel van de kerkelijke hiërarchie van 1853 bevorderde de Rooms-katholieke identiteit. De Neogotiek, die een duidelijke verwijzing inhield naar de Middeleeuwen, toen er nog sprake was van slechts één Christelijke religie, werd de belangrijkste mogelijkheid deze bewustwording uit te drukken. Een groot aantal neogotische kerken was daarvan het gevolg. De architecten moesten, nu vanuit een andere hoek, een grondige 34 studie van dit speciale metier maken, voordat zij konden putten uit de vormenrijkdom van deze nieuwe gotiek* | 34 |. Het werden weer, alsof er geen driehonderd jaren waren voorbijgegaan, spitsboogvensters, steunberen, zuilen met koolbladkapitelen* en gewelven. De versieringen komen bekend voor, al doen de lijnen van deze nieuwe gotische uitingen soms scherp en spichtig aan. De kleurige en harde baksteen, in profiel gebakken, is daar niet vreemd aan.
Andere Neo-stijlen* Hierboven was al te lezen dat, in het bijzonder onder invloed van het herstel van de kerkelijke hiërarchie, men zich wendde tot een vroegere bouwstijl, de gotiek. Daar zou het niet bij blijven.
17
amersfoort magazine
Alsof de eigen tijd onvoldoende inspiratie wist op te leveren, en wellicht ook of in het bouwbedrijf de Romantiek zich wilde laten gelden, werd opnieuw achterom gekeken. In Nederland bleef de blik rusten op de periode waarin ons land iets betekende: de Gouden Eeuw. Het was de tijd van 35 de trapgevels, rode baksteen en licht gekleurde zandsteen, met luiken voor de vensters en glas-in-lood. De complete staalkaart van alle bruikbare versieringen hadden de architecten van deze richting tot hun beschikking. Zij werden daarin terzijde gestaan door de in druk verschenen opmetingen en plaatwerken. Net zoals de neogotiek, kon de renaissance, op haar beurt, ook putten uit de bron van overal zichtbare voorbeelden: klauwstukken, obelisken, speklagen* en spekblokken*, schelpmotieven in de boogvelden* | 35 | enz. En alsof men zich verplicht voelde het rijtje fatsoenlijk af te werken, kwam na de neogotiek, en de neorenaissance, de neobarok. Deze laatste richting bediende zich, net als vroeger, van forse gebaren, plasticiteit, gebogen frontons en schaduwpartijen. Amersfoortse voorbeelden zijn: Museum Flehite, Sint Pieters- en Bloklandgasthuis en Stadsring 248-250.
Eclecticisme* Een bijzondere vorm van dit zich laten leiden door architectuur van destijds, is het zogenoemde eclecticisme. Daarin worden lukraak elementen van bouwstijlen uit het verleden toegepast. Alsof men, staande voor de kast, geen keus kan maken en vervolgens kledingstukken gaat combineren die niet echt bij elkaar horen. Dan gaan Romaanse lisenen over in gotische steunberen, en wordt een eveneens Romaans klimmend boogfries bekroond door een gotische pinakel. Dat weerhoudt een architect er niet van om in dezelfde gevel, bijvoorbeeld, een empire-ingang te maken, met een pseudo-fronton daarboven. Aan de gevels van het voormalige Remonstrantse kerkje aan de Herenstraat zijn in Amersfoort stijlkenmerken van het Eclecticisme herkenbaar.
Chaletstijl Georiënteerd op de Alpenlanden, die door het voor die tijd moderne vervoer gemakkelijker konden worden bezocht, komen er nieuwe vormen. Karakteristiek zijn de overstekende daken die op regelmatige afstanden door schoren worden ondersteund. De geveltoppen laten ajour uitgezaagde panelen zien, waaraan voluten en rolwerk zijn te herkennen* | 36 |. Er worden bekledingen van houten planken aangebracht en geveltoppen worden beëindigd met een doorstekende makelaar*, een
18
ornamenten
36
composities en symmetrie, in deze periode tussen de beide wereldoorlogen, opnieuw door het publiek worden gewaardeerd. Ook de elementen die zijn ontleend aan flora en fauna zijn daarbij nog steeds de geijkte middelen 38
om zich uit te drukken. Voor het merendeel zijn ze terug te vinden aan sierraden. Gebruiksvoorwerpen, zoals glas- en vaatwerk en klokken, betimmeringen en meubilair behoren eveneens tot de doelgroep van de Art Déco* | 38 |. Door de industriële manier van vervaardigen en de grotere productie komen de voortbrengselen binnen het bereik van het publiek.
Amsterdamse School
versiering die eveneens is uitgezaagd, dan wel is gedraaid. In Amersfoort is de chaletstijl herkenbaar aan de panden Utrechtseweg 106 en de villa op de hoek van de Snouckaertlaan en de Utrechtseweg.
Jugendstil en Art Déco Tegen het einde van de 19de eeuw ontstaat eindelijk een gloednieuwe richting in de architectuur en de ornamentiek. Belangrijke centra zijn onder andere Brussel en Nancy. De beweging zal maar enkele tientallen jaren bestaan. In Frankrijk 37 spreekt men van Art Nouveau, in Engeland heeft men het over Modern Style en in Duits sprekende landen wordt het Jugendstil genoemd. Vooral het ornament is goed herkenbaar. Zij bestaat vaak uit krullende lijnen die eindigen in een ‘zweepslag’* | 37 |. Tegeltableaus hebben dikwijls bloemmotieven en illustratief uitgewerkte afbeeldingen. Constructieve elementen, zoals stalen balken en kolommen, hoeven niet te worden weggewerkt maar mogen juist worden gezien, al dan niet afgewerkt met rozetten. Nauw verwant aan de Jugendstil, vaak in één adem daarmee genoemd, is de Art Deco. Al in 1899 duikt de naam op in een artikel over decoratieve kunst. Tijdens de Wereldtentoonstelling van 1925 in Parijs is de doorbraak definitief. De curvilineaire uitbundigheid heeft dan al plaatsgemaakt voor de nieuwe richting. Deze onderscheidt zich door de toepassing van meer ingehouden vormen, waarbij geometrische
In de architectuur, na de invloeden van Berlage, is het lastig, in het bijzonder aan het exterieur, met enige stelligheid Art Déco te herkennen. De opkomst van de Amsterdamse School, met namen als die van Van der Mey, De Klerk en Kramer, toont gaandeweg een eigen manier van decoreren. Connecties met de Art Déco zijn met stelligheid aan te wijzen* | 39 |. Echter, het ontwapenende karakter van de versieringen, dat op de gebruiksvoorwerpen wél wordt aangetroffen, is aan de gebouwen van de Amsterdamse School van een andere orde. Kenmerkend vooral is de karakteristiek dat de ornamenten deel uitmaken van, en ook voortvloeien uit, de verwerkte materialen en de toegepaste constructies. Smeedstalen hekken en brugleuningen worden voorzien van grillige decoraties. Zich daartoe lenende onderdelen van baksteen worden als siermetselwerk uigevoerd, met voluten, meanders en verticale hoekvertandingen. Er ontstaat een voorliefde voor parabolen, trapeziums, horizontale en verticale geledingen, die worden afgedekt met muurvorsten. In glas-in-lood-vensters verschijnen naast de bloemmotieven eveneens geometrische ornamenten. Toegangsdeuren delen op verschillende manieren in de voorkeur van de architecten van de Amsterdamse School. Houten ramen krijgen door diagonaal geplaatste roeden een verdeling waardoor andreaskruisen en ook ‘wybertjes’ ontstaan. Boeken over bouwkunde, met architectuurvoorbeelden uit de jaren twintig, geven voorbeelden van winkelpuien en woningcomplexen waarin dit gegeven een belangrijke rol speelt, ondermeer in Amsterdam en Zutphen. In maar enkele gevallen is er sprake van toegevoegde, of later min of meer ‘gemonteerde’ versieringselementen. Niettemin kan de Amsterdamse School in de architectuurgeschiedenis aangemerkt worden als laatste stijl die serieus werk maakt van het toepassen van decoraties. De architectuur van de Delftse School van de jaren
amersfoort magazine
ornamenten
toegangen indrukwekkende natuurstenen deuromlijstingen. Kroonlijsten worden ook weer toegepast. De traditioneel-ambachtelijke uitgangspunten van de Delftse School maakten dat de stijl als vanzelf werd toegepast bij de herbouw van steden die in de Tweede Wereldoorlog waren beschadigd, zoals Middelburg en Rhenen.
39
Zoals eerder werd opgemerkt, zien het Nieuwe Bouwen, de Nieuwe Zakelijkheid, de Stijlgroep en het Functionalisme bij voorkeur helemaal af van ornamenten en dingen die, vanuit de standpunten van hun richting, er niet toe doen. Aan het tentoonstellingsgebouw ‘de Zonnehof’ in Amersfoort is dan ook geen enkele decoratie te vinden.
Nawoord dertig beperkt in sterke mate het verluchtigen van hun bouwwerken. Aan deze op de traditie gerichte bouwstijl zijn nog wel enkele decoratieve elementen te onderkennen. Zo krijgen Neo-Romaanse muuropeningen de bekende deelzuiltjes en hoofd-
Bij het doorlopen van de ontwikkelingen van het ornament is gebleken dat vanuit een ver verleden bepaalde versieringen een taai leven hebben. Romeinen namen veel van de Grieken over, waarvan gelukkig veel bewaard bleef. De gotische details waren in hun tijd volstrekt nieuw, maar de renais-
sancisten haalden juist de klassieke voorbeelden weer van de plank. En vanaf dat moment zouden kroonlijsten en pilasters niet meer uit het architectuurbeeld zijn weg te denken. Daar tussendoor ontstonden allerlei vormen die dankbaar werden afgeleid van deze belangrijke en immer vloeiende inspiratiebron. Rolwerk, kwabornament en de achttiende-eeuwse rocailles bleven originele incidenten en Jugendstil bleek, hoe belangwekkend ook, een strovuur. Zoals gezegd, hanteerden de generaties van de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw, en van daarna, nieuwe criteria. Gebouwen dienden doelmatig te zijn, goed te kunnen functioneren, authentiek zijn en iets te zeggen hebben. Wanneer de ornamenten aan historische gebouwen nauwlettend worden bekeken is het vaak mogelijk ‘de weg terug’ te herleiden. Het is boeiend kennis te nemen van de vindingrijkheid waarmee niet alleen architecten, maar ook de handwerkslieden aan de schaafbank of het aambeeld, aan elementen van dikwijls honderden jaren oud, steeds maar weer opnieuw een eigen draai en een eigen identiteit gaven.
“Wij weten
historie op waarde de
te schatten.”
Wie zoekt kent Educom niet. Wie Educom kent zoekt niet.
GOED UITGEVEN IS ONS VAK www.molenbeek.nl
Molenbeek en Partners Bedrijfsmakelaar
033 247 31 73
Voor het uitgeven van uw brochures, nieuwsbrieven en bedrijfsmagazine EDUCOM COMMUNICATIE T 010 - 425 65 44 E
[email protected]
www.uitgeverijeducom.nl
amersfoort magazine
ornamenten
Bouwkundige Termen | Tekst en afbeeldingen: Cor van den Braber
Namen van decoratieve uitingen en onderdelen van gebouwen die zich lenen te worden voorzien van versieringen. Abacus,
te zijn voortgekomen uit de Renaissance. Kenmerkend zijn
van balken, lijsten en diverse andere voorwerpen.
dekplaat van kapiteel*, draagt de architraaf*.
de volumineuze vormen, de sterke plasticiteit en schaduw-
Corinthische orde,
Acanthus, zie tekening 01,
werking. De oorsprong ligt in Italië XVI, vandaar uitwaaierend
één van de drie Griekse vormprincipes van waaruit bouw-
zuidelijke plant, verwant aan de berenklauw, met decoratieve
over de rest van Europa. De stijl Lodewijk XIV vindt zijn oor-
werken tot stand kwamen en die regels inhielden voor de
bladeren, als vorm toegepast in de Griekse bouwkunst o.m.
sprong in de barok en wordt zelfs als zodanig aangeduid.
schikking en verhoudingen van de samenstellende delen. De
aan het kapiteel van de Corinthische orde. De Grieken kozen
Beuling,
Corinthische orde geldt als de meest decoratieve orde, ook door
de Acanthus spinosus met het scherp eindigende blad als
profiel, rondstaaf, eigenlijk ‘worst’.
het toepassen van het acanthusblad in het kapiteel*.
voorbeeld. De Romeinen lieten zich inspireren door het ron-
Biedermeier,
Crypte, krocht,
dere blad van de A. mollis. Het acanthusblad als ornament
samenvoeging van de namen Biedermann en Bummelmeyer
onderaardse ruimte onder het koor.
zou nooit meer verloren gaan en steeds weer opnieuw worden
uit de Duitse Romantiek (Fliegende Blätter), XIXA.
Deelzuiltje,
toegepast.
Aanduiding voor de stijl die verwantschap heeft met het empi-
kolommetje dat een venster in tweeën deelt, met twee rondbo-
Akroterie,
re*, maar de sfeer heeft van burgerlijke bezadigdheid.
gen, gevat in één rondboog.
versiering op de hoeken en de top van een fronton*, Grieks.
Bladlijst,
Directoire (F.),
Amandel,
oorspronkelijk Grieks, ornamentrand met vormen die zijn
benaming voor stijlperiode ca. 1800, genoemd naar de staatsin-
vorm die ontstaat wanneer twee segmentbogen met de holle kan-
afgeleid van blad, ook genoemd: lesbisch kymation.
richting in Frankrijk in die periode, nauwelijks te onderschei-
ten elkaar snijden, XIX toegepast als kussens op deurpanelen en
Bol,
den overgang tussen LodewijkXVI* en Empire*. Toepassing
verwerkt in bovenlichten.
versiering met die vorm, dikwijls in samenhang met rolwerk*,
van Romeinse en Egyptische motieven, vleermuisvleugels*.
Apsis,
voorzien van basement.
Dorische orde,
nisvormige beëindiging van het koor van een veelal Romaanse
Boogfries,
één van de drie Griekse vormprincipes van waaruit bouw-
kerk.
een uitgemetselde aaneensluitende reeks bogen die een hoger
werken tot stand kwamen en die regels inhielden voor de
Arabesk, zie tekening 02,
opgaand architectuurelement draagt. Ook als afsluiting van
schikking en verhoudingen van de samenstellende delen. De
ornament dat bestaat uit gestileerde vormen van planten,
een rechthoekig muurveld tussen lisenen*.
Dorische orde geldt als robuust en evenwichtig.
toegepast als versiering van o.m. pilasters*, Romeins van oor-
Boogveld,
Driegloop,
sprong.
de ‘vulling’ van een gemetselde boog.
zie driepas enz.
Architraaf,
Bovenlicht, raam boven de voordeur van een huis.
Drie-, vier- en veelpassen,
horizontale draagbalk, latei, onderdeel van klassieke kroon-
Briefpaneel,
gotisch motief dat bestaat uit drie-, vier- of meer elkaar rakende
lijst*. Ook binnenbetimmering langs raam- en deurkozijnen.
manier van afwerken van b.v. deur- of kastpaneel, die doet den-
cirkels, omschreven door één cirkel, ook driegloop enz.
Archivolt,
ken aan verticaal geplooid textiel.
Eclecticisme,
profiellijsten rond een boog.
Cannelure,
gebruikt als benaming voor de bouwwijze XIXc, waarbij ver-
Astragaal,
verticale groef in zuil of pilaster.
schillende voorgaande bouwstijlen aan één gebouw werden
kraallijst, parelsnoer, ook met tussenvoegingen van ringen en
Cartouche,
gecombineerd.
staafjes, Grieks van oorsprong.
natuurstenen schild in gevel voor het aanbrengen van een
Eierlijst,
Atlant,
opschrift, een jaarcijfer o.d. Veelal met een rijk gedecoreerde
oorspronkelijk Grieks, ornamentrand met vormen die zijn
zuil in de vorm van een mannenfiguur, zie ook kariatide.
omlijsting.
afgeleid van eieren, onderbroken door pijlmotieven, ook
Attiek,
Casement,
genoemd: ionisch kymation.
verhoging boven de kroonlijst van een gevel.
verdiept veld van b.v. een pilaster* of een pinakel*.
Empire (F.), zie tekening 04,
Baldakijn,
Chimaera, gefantaseerde dierenfiguur, niet overeenkomende
stijl van het keizerrijk van Napoleon I, XIXa, geïnspireerd door
gebeeldhouwde natuurstenen overhuiving boven een beeld,
met griffioenen*, sfinxen* enz.
vormen en details uit het Romeinse Keizerrijk, zoals guir-
dikwijls in architectonische vorm.
Classicisme,
landes, lauwerkransen*, acanthus*, palmetten*, obelisken*,
Balusters,
op de Klassieken, Antieken, geïnspireerde bouwstijl, aanpas-
sfinxen en chimaera’s*.
onderdelen van balustrade*, de verticale, meestal bewerkte
singen door b.v. Palladio It.(1505-1580), Van Campen (1595-
Entasis,
(gedraaid, gestoken enz.) kandelaarvormige elementen die de
1657), Wren Eng.(1632-1723), zie ook Neo-klassicisme.
kromming of verjonging van de zuilschacht*.
handlijst dragen.
Composiete orde,
Fasces,
Basement,
door de Romeinen ontwikkelde orde, ontstaan door assembla-
of lictorenbundel, Romeins, een door staven omgeven bijl,
voetstuk van een zuil* of een pilaster*.
ge van de Corinthische*- en Ionische* vormen: het kapiteel*
motief aangewend als b.v. hekpijler, ook onderdeel van een
Barok (Port.: barocco, scheef rond),
heeft zowel acanthusblad* als voluten*.
trofee*.
in het algemeen aanduiding voor uitbundigheid en gemaakt
Console, zie tekening 03,
Festoen,
om te imponeren. In de architectuur wordt de term gezien als
kraagsteen, uit de wand naar voren tredende ondersteuning
guirlande van bloemen, vruchten en bladeren, dikwijls omwon-
20
amersfoort magazine
ornamenten
den met linten en voorzien van strikken.
Herme,
Fries,
borstbeeld of kop, geplaatst op een naar beneden smaller wor-
vlak horizontaal onderdeel van de klassieke kroonlijst*, dik-
dend voetstuk.
wijls onderverdeeld in blokvormige trigliefen* en metopen*.
Hogel,
Fronton,
gebeeldhouwd gotische versiering in de vorm van een blad, in
gebogen-, gebroken-, van oorsprong Grieks, driehoekige bekro-
reeksen aangebracht langs b.v. de opgaande lijnen van pina-
ning van tempelfront, overgenomen door de Romeinen, deze
kels* en wimbergen*.
voegden het gebogen fronton aan het assortiment toe, nog
Hoofdgestel,
weer later tijdens de barok*, ontstond het gebroken fronton.
ook wel entablement genoemd, klassieke horizontale afdek-
Gargouille (F.),
king van een rij zuilen of een gevel, bestaande uit een archi-
middeleeuws, spuwer waardoor het regenwater rechtstreeks
traaf*, een fries* en een kroonlijst*. Ook het geheel van deze
vanuit een goot of omloop van een toren naar buiten wordt
drie onderdelen wordt wel ‘kroonlijst’ genoemd.
‘gespuwd’, dikwijls afgewerkt met demonische koppen van
Hoorn des overvloeds (cornucopia),
fabeldieren en monsters.
voorwerp uit de Griekse mythologie, zinnebeeld voor overdaad,
Geheng,
‘een land van melk en honing’, hoorn waaruit een stroom aan
gesmeed ijzeren scharnier, bestaande uit een langwerpig
vruchten tevoorschijn komt.
blad en een smaller tegenblad. Het scharnieren kan ook tot
Huisteken,
stand worden gebracht door het smallere blad als ‘duim’
kenmerkende versiering op boerderijen en woonhuizen, met
uit te voeren. De uiteinden van het lange blad zijn vaak als
symbolische betekenis, zoals een zonnerad*, een levensboom*
siersmeedwerk uitgevoerd, als b.v. een heraldische lelie*.
enz.
Gehengen worden toegepast voor het draaibaar maken van
Ionische orde,
deuren en luiken.
één van de drie Griekse vormprincipes van waaruit bouw-
Gevelsteen,
werken tot stand kwamen en die regels inhielden voor de
stenen plaat, aangebracht in de gevel van een gebouw met een
schikking en verhoudingen van de samenstellende delen. De
opschrift, een wapenschild, een gebeeldhouwde voorstelling of
Ionische orde, met de voluten* in het kapiteel*, geldt als sier-
een jaarcijfer.
lijk en, zo men wil, vrouwelijk.
Gotiek,
Jugendstil (D.), zie tekening 06,
middeleeuwse bouwstijl, voortgekomen uit de Romaanse
oorspronkelijke decoratieve uiting, ca.1890-ca.1915, ‘zweep-
bouwstijl*. Het Romaans bediende zich van zware massieve
slagornament’.
muren, waarin vensters met rondbogen van geringe grootte
Kalf,
werden opgenomen. De hoogteontwikkeling bleef doorgaans
tussendorpel in een deurkozijn, boven de deuropening en
beperkt in verband met de zijdelingse druk van de stenen
onder het bovenlicht.
tongewelven*. In de gotiek ontstaat een constructieschema
Kandelaberzuil,
waarbij steunberen op regelmatige plaatsen zorgen voor muur-
kandelaar, zuil die is opgebouwd uit balustervormen, knoppen,
verzwaringen, waardoor de tussen geplaatste vensters groter
medaillons* enz. Zie ook mudejar en plateresko.
kunnen worden, de spatkracht* van de gewelven wordt opge-
Kapiteel,
vangen en de hoogte zich verder kan ontwikkelen.
overgangselement tussen zuil* of pilaster* en hoofdgestel*. De
De vensters krijgen de karakteristieke spitse bogen*. De gotiek
betreffende orde* bepaalt in belangrijke mate de vorm van het
bedient zich verder van kenmerkende details: traceringen*,
kapiteel. In de gotiek appelleren de hoofdvorm en het beeld-
pinakels*, wimbergen*, hogels*, kruisbloemen) enz. In de
houwwerk aan de gewestelijke smaak.
periode XIIIm–XVIB verrezen ook openbare gebouwen en
Kariatide,
woonhuizen in deze stijl. Zie ook Neo-Gotiek.
zuil in de vorm van een vrouwenfiguur, zie ook atlant.
Grotesken,
Karolingische bouwstijl,
sierlijke ranken met daartussen menselijke figuren te halver
onder de hofkring van Karel de Grote, zijn directe voorgangers
lijve, dieren, vruchten, trofeeën enz. Ca 1490 ontdekt in de
en zijn nazaten, ontwikkelde bouwwijze. Ook door gebruik te
onderaardse ruimten (grotten) van het oude Rome, opnieuw
maken van Laatromeinse, Keltische en Germaanse vormen en
toegepast in de Renaissance.
details, zelfs bouwfragmenten (spolia).
Guirlande, zie tekening 05,
Klauwstuk,
ook festoen en praaltros, hanger van bloemen of vruchten.
gebeeldhouwde opvulling van inwendige hoek langs b.v. het
Gulden snede,
hoger opgaande middendeel van een halsgevel.
verdeling van een lijnstuk, zodanig dat het langste stuk middel-
Knor, blaasknor, zie tekening 07,
evenredig is tussen het kortste stuk en de som van beide,
met de vorm van een ‘komma’, gevulde knor, versiering aan
a : b = b : (a + b), of wel 0,618 : 1 = 1 : 1,618.
lijstwerk in de vorm van een reeks afgeronde motieven, soms
Guttae,
hol, soms blaasvormig, ook wel met een bol oppervlak, verwant
druppels, versiering onder de trigliefen*.
aan de eierlijst*.
01
02
03
04
05
06
07
21
amersfoort magazine
ornamenten
Koolblad,
sancistische decoratiestijl, met wapenschilden, scheepswerk-
uit ook in het classicisme en neoclassicisme.
min of meer naturalistisch hiervan uitgewerkt detail aan goti-
tuigen, kabels, pinakels met cannelures enz.
Parelrand,
sche kapitelen en lijsten.
Maskaron,
zie astragaal.
Kolossale orde,
gestoken of gebeeldhouwde grillige kop van b.v. sater, faun of
Peerkraal,
gevelschema waarbij pilasters, dan wel halfzuilen, over de volle
fabeldier, sinds XVI.
afwerking van, in het bijzonder, een console in de vorm van
hoogte zijn opgetrokken, ook Palladiostijl genoemd.
Meander,
kraal van peervormige doorsnede, gotisch, sinds XIIIm.
Kordonboog,
van oorsprong Griekse versiering, bestaande uit een veelvuldig
Piëdestal,
rechthoekige uitstekende band in een gevel die de ronde vorm
gebroken en haaks omgezette band.
voetstuk van een zuil of onderbouw.
van een venster volgt.
Genoemd naar een rivier van die naam in Klein-Azië met een
Pijler,
Kroonlijst,
grillig verloop.
pilaar, vrijstaande ondersteuning van een hoofdgestel, een
bovenste uitspringende lijst van een hoofdgestel*. Men geeft
Medaillon,
boog enz.
de naam kroonlijst ook aan het totale lijstwerk waarmee een
cirkelvormige omlijsting van een kop en-profiel, oorspronkelijk
Pilaster,
lijstgevel* wordt afgedekt.
Romeins, ook tondo.
slanke rechthoekige uit de wand naar voren tredende muur-
Kruisbloem,
Metopen,
verzwaring, voorzien van basement* en kapiteel*, de klassieke
gotisch, kruisvormig samenstel van vier hogel-achtige* blad-
in het fries* de vlakke platen tussen de trigliefen*, in de
orden* volgend. Drager van hoofdgestel*.
motieven, bekroning van gevels, torenspitsen, pinakels* en
Griekse architectuur vaak voorzien van beeldhouwwerk.
Pinakel,
wimbergen*.
Mudejar (uit Arabisch):
gotische spitsvormige bekroning van steunberen, geveltoppen,
Kruiskozijn,
‘onderworpenen, zij die mogen blijven’, benaming voor Moren
balustraden* enz.
venster waarin een kruis dat is ontstaan door een elkaar krui-
in het door de Christenen heroverde Spanje, hun stijlelemen-
Plateresko (Sp.), XV,
sende stijl met een middendorpel. De bovenvakken hebben als
ten zijn van invloed geweest op het plateresko*.
komend vanuit de edelsmeedkunst, eveneens toegepast in de
regel ‘vast’ glas-in-lood, de benedenvakken naar buiten draai-
Muuranker, zie tekening 10,
architectuur, beïnvloed door de mudejar. Ook de kandelaber-
ende luiken en, later, ook naar binnen draaiende ramen.
ijzeren constructie, bestaande uit twee stukken die haaks aan
zuilen* behoren hiertoe.
Kwabornament, zie tekening 08,
elkaar zijn verbonden. Het door de muur stekende onderdeel is
Profiel,
oorspronkelijk ornament vanaf XVIId, gebaseerd op kraak-
aan de binnenzijde van het gebouw tegen de verdiepingsbalk-
geheel van samenstellende vormen, zoals ojief*, hol en bol,
beenvormen zoals van een steur, vanuit metaalkunstnijverheid
laag gespijkerd. Het andere, aan de buitenkant zichtbare, deel
rondstaaf enz. die bepalend zijn voor het aanzicht van een
ook in de architectuur, ook wel oorschelpornament genoemd.
kan bestaan uit een eenvoudige staaf. In veel gevallen worden
architraaf*, een kroonlijst* en diverse andere betimmeringen.
Lambrequin (F.),
juist deze onderdelen als siersmeedwerk uitgevoerd.
Radvenster,
naam afkomstig van het Vlaamse lamberkijn, oorspronkelijk
Neo-Gotiek,
groot raam, b.v. in de westgevel van een kerk, waarbij als de
helmkleed, vanaf XVIIB toegepast als nabootsing van textiel-
in Nederland XIXB, wederopleving van deze middeleeuwse
spaken van een wiel vanuit het midden een aantal kolommen
rand langs betimmeringen en beeldhouwwerk.
bouwstijl.
radiaal naar buiten is gericht, zie ook roosvenster.
Lelie,
Neoclassicisme,
Régence,
gestileerde bloem in de heraldiek, gebaseerd echter op de vorm
wederopleving van het classicisme* XVIIIB, bepaalt de grond-
stijluiting genoemd naar het regentschap van Philippe van
van de iris of lis.
toon voor Lodewijk XVI*. Sterk beïnvloed door de opgravingre-
Orléans (1715-1723), zie ook Lodewijkstijlen, beperkt waar te
Levensboom,
sultaten, die vanaf 1748 in Pompeï en Herculanum werden
nemen overgang tussen Lodewijk XIV en Lodewijk XV.
zinnebeeldige versiering betreffende de loop van het mense-
uitgevoerd.
Renaissance (Fr.: wedergeboorte),
lijke leven, vanouds ook symbool van onsterfelijkheid, vanaf
Neorenaissance,
aanduiding van de cultuurstroom die, beïnvloed door de klas-
XVIIIm toegepast in bovenlichten.
in Nederland XIXd, bouwkunst die opnieuw gebruik maakt
sieke* denkbeelden en kunstuitingen, vanuit Italië de rest van
Lisenen,
van ontwerpschema’s, vormen en details van de renaissance.
Europa (XV, XVI en XVII) in esthetisch opzicht een andere
weinig naar voren springende verticale muurverzwaringen
Obelisk,
kleur heeft gegeven.
tegen de buitenmuren van, veelal, Romaanse bouwwerken.
geleidelijk opwaarts verjongende zuil van natuursteen, uit
Rib,
Aan de bovenkanten van de ontstane spaarvelden* worden lise-
één stuk, met een vierkante doorsnede en bekroond door een
doorstekende overgang tussen gewelfvelden.
nen vaak gekoppeld door boogfriezen*.
piramide. Egyptisch, in de Romeinse keizertijd naar Europa
Rococo (Fr.: rocaille), zie tekening 12,
Lodewijkstijlen, zie tekening 09,
gebracht en sindsdien als voorbeeld opgenomen in het
in Frankrijk: Lodewijk XV, ornamentstijl die overvloedig
benaming voor, in het bijzonder, de reeks ornamentstij-
decoratieve arsenaal van de westerse wereld. Ook wel naald
gebruik maakt van C-vormen en S-vormen die ‘rug-aan-rug’
len waarvan de aanduidingen zijn ontleend aan de Franse
genoemd.
zijn geplaatst, licht, sierlijk en geraffineerd. Rechte begren-
Koningen Lodewijk XIV (1643-1715), Regent Philippe van
Oeil de boeuf (F.: ossenoog),
zingen en geometrische figuren worden zoveel mogelijk
Orléans (1715-1723, Régence), Lodewijk XV (1715-1774) en
kleine ronde of ellipsvormige lichtopening, dikwijls rondom
vermeden.
Lodewijk XVI (1774-1792).
voorzien van kwabornament*.
Rolwerk,
Losanges(F.),
Opgeklampt,
als gedeeltelijk ‘uitgerolde’ en uit leer of perkament gemaakte,
ruitvorm, in de stijlen Lodewijk XIV*, Régence* en Lodewijk
constructiewijze bij deuren en luiken waarbij staande planken
natuurstenen omlijstingen en begrenzingen van cartouches*en
XV* toegepast als vlakvulling, netwerken opgevuld met bloem-
door middel van doorspijkeren worden verbonden aan achter-
geveltoppen. Hans Vredeman de Vries (1527-1606) geeft in
motieven.
liggende dwarse klampen.
1555 een boek met architectuurvoorbeelden uit.
Luchtboog,
Orde,
Romaanse bouwstijl, zie tekening 13,
in het gotische bouwstelsel een boogvormige steunende ver-
bouwkunstig vormprincipe. Met betrekking tot de Griekse
middeleeuwse bouwstijl (X – XII), voortgekomen uit de
binding tussen de steunberen* en de plaatsen waar de gewelf-
bouwkunst onderscheid men de Dorische*-, de Ionische*-
Karolingische* bouwstijl. Het Romaans bedient zich van
druk het opgaande werk van de buitenmuur ontmoet.
en de Korinthische* orde. De Romeinen voegden daar de
zware massieve muren, waarin vensters met rondbogen van
Makelaar,
Toskaanse*- en de Composiete* orde aan toe.
geringe grootte worden opgenomen. De hoogteontwikkeling
middenstijl van een kapspant. Ook verticaal geplaatste, dikwijls
De Italiaanse Renaissance nam deze op zijn beurt weer over en
blijft doorgaans beperkt in verband met de zijdelingse druk
versierde, houten stijl waartegen het schuine verloop van de
verschillende architecten stelden, door voorbeeldenboeken te
van de stenen tongewelven*. Kenmerkende vormen zijn o.m.
betimmering van het dak wordt beëindigd.
maken, orde op zaken (o.a. Palladio, Scamozzi, en Serlio).
teerlingkapitelen*, deelzuiltjes*, vlechtwerk, geometrische
Manuelino,
Palmet, zie tekening 11,
ornamenten enz.
XVIA, naar Manuel I van Portugal, laat-gotische, vroeg-renais-
palmbladvormig versieringselement in de Oudheid en van daar-
22
amersfoort magazine
ornamenten
Roosvenster,
Trofee,
groot raam, b.v. in de westgevel van een kerk, waarbij als
Grieks, zegeteken bestaande uit de krijgswerktuigen van over-
bloembladen de grillige vormen van een gotische tracering*
wonnen vijanden, later ook een ruimtelijke compositie van arti-
naar buiten zijn gericht, zie ook radvenster.
kelen die te maken hebben met een bepaald ambacht, één van
Rozet,
de muzen enz, zie tekening 33B uit hoofdstuk Feest, etc.
cirkelvormige versiering met gestoken of gebeeldhouwd blad-
Vlaams wortelmotief, zie tekening 15,
motief.
renaissance-motief dat lijkt op een hangende wortel.
Schacht,
Vleermuisvleugel,
het gedeelte van een zuil of een pilaster tussen het basement*
op deze vorm gebaseerde versiering, uitgaande van een mid-
en het kapiteel*.
delpunt, uitwaaierende holle driehoeken, toegepast aan pane-
Schalk,
len van deuren en betimmeringen.
halfzuiltje of colonnet, geplaatst op een console* en steun
Voluut,
gevend aan de aanzet van een gewelfrib.
spiraalvormige versiering aan b.v. Ionische* kapitelen en
Schelp,
klauwstukken* (XVII en XVIII).
gestoken of gebeeldhouwd motief, toegepast vanaf de
Wenkbrauw,
Romeinse tijd tot laat in de 19de eeuw, ook attribuut van
gedeeltelijk omlopende lijst langs de bovenkant van een ven-
Jacobus de Meerdere.
ster.
Schieter,
Wimberg,
onderdeel van een muuranker, dikwijls als decoratief element
driehoekige bekroning van een travee* van een gotisch
afgewerkt.
gebouw, geplaatst boven vensterkoppen, portalen enz. De
Sleutelstuk, zie tekening 14 en 10b,
opgaande schuine gevel wordt voorzien van hogels* en
langwerpig plat stuk hout ter ondersteuning van een balkeinde,
bekroond door een kruisbloem*, ook frontaal.
dit ter vergroting van het draagvlak . Modegevoelig onderdeel
Zijbeuken,
met diverse stijlgebonden profielen en afwerkingsvormen.
evenwijdig aan het schip van een kerk gesitueerde ruimte-ele-
Spatkracht,
menten van geringere breedte en hoogte als het middenschip,
zijdelingse druk van een stenen gewelf, zie ook steunbeer.
ook wel zijschepen genoemd.
Spekband,
Zonnerad,
licht gekleurde natuurstenen band als onderbreking van bak-
zinnebeeld van levenskracht, als geneden ornament.
steenlagen.
Zuil,
Spekblok,
slanke ronde drager van een arcade* of een hoofdgestel*,
natuurstenen blok ter onderbreking van de baksteenlagen van
bestaande uit een basement (behalve bij de Grieks Dorische
een gemetselde boog.
orde), een schacht* en een kapiteel*. Zie ook orde.
Steunbeer,
Zweepslag,
rechthoekige muurverzwaring aan de buitenzijde van een
zie Jugendstil.
08 10a
09
10b
11 12
13 14
gebouw, één van de constructieprincipes van de gotiek.
15
Steunberen verlenen stabiliteit en geven tegendruk aan de buitenwaarts gerichte krachten van stenen gewelven. Teerlingkapiteel, dobbelsteenvormig kapiteel*, één van de kenmerkende vormen in de Romaanse bouwstijl. Terracotta, gebakken aardewerk. Timpaan, driehoekig of segmentvormig binnenveld van een fronton*, ook wel boogtrommel genoemd. Toscaanse orde, Romeinse variant op de Griekse Dorische orde, echter: zónder cannelures* en mét een basement. Tracering, maaswerk, geheel van opengewerkte geometrische, ook van organische vormen in koppen van gotische vensters en balustraden. Transept, dwars op het schip geplaatst bouwdeel dat de kruisvorm van een kerkplattegrond realiseert. Travee, hart-op-hart afstand van steunpuntassen in de lengterichting van een gebouw, aan de buitenzijde aangegeven door b.v. de steunberen. Trigliefen, onderdeel van een klassiek fries*, kenbaar aan de verticale gleuven.
Literatuur Berden, J.W.H., Fr.S.Meyer’s handboek der ornamentiek, Leiden z.j. Berendsen, A., Antiek in Nederland, Zeist 1962. Borngässer, B. e.a., Gotiek, Groningen 1999. Boekhoudt, J. e.a., Hoe klassiek is Amsterdam, Amsterdam 1982. Brongers, J.A., Historische Encyclopedie van Amersfoort, Amersfoort 1998. Cramer, M. en Groot, A., Architectuur in Amersfoort, een overzicht van de bouwkunst na 1800, Amersfoort-Bussum 1995. Capoa, C. de, Het Oude Testament, Gent-Amsterdam 2005. Godefroy, J., Handboek voor kunstgeschiedenis, stijl- en ornamentleer, Amsterdam 1932. Godefroy, J., Handboek voor stijl- en ornamentleer, drie deeltjes, Amsterdam z.j. Janse, H., Bouwkundige termen, Leiden 1997. Kuile, E.H. ter, De bouwkunst van Hellas tot heden, Zeist 1965. Kuile, E.H. ter e.a., Kunstreisboek voor Nederland, Amsterdam 1960. Leidelmeijer, f. en Van der Cingel, D., Art Nouveau en Art Déco in Nederland, Epe 1983. Loosjes, A., Sprokkelingen in Nederland, drie delen, Amsterdam z.j. Lunsingh Scheurleer, Th.H., Van haardvuur tot beeldscherm, Leiden 1961. Reader’s Digest, Grote geïllustreerde encyclopedie, Amsterdam 1974. Speltz, A., bewerkt door Berden, J.W.H., Ornamentstijlen, Leiden z.j Vermeulen, F.A.J., ABC van de bouwstijlen in de Nederlanden, Amsterdam z.j. Zantkuijl, H.J., Bouwen in Amsterdam, Amsterdam 1993. Naast de aangegeven datering met jaarcijfers is ook gebruik gemaakt van de eveneens gangbare aanduiding met Romeinse cijfers, al of niet aangevuld met letters. Voorbeelden: XVII betekent 17de-eeuws; XVIIIA betekent eerste helft 18de eeuw: XIXm betekent midden 19de eeuw: XVI c betekent derde kwart 16de eeuw. Bij de opsomming van termen wordt met een * verwezen naar een plaats waar het begrip wordt verklaard. ‘Zie ook’, duidt op verdere uitleg op de aangegeven plek.
23
amersfoort magazine
ornamenten
BESCHRIJVING ROUTE BINNENSTAD EN OVERIGE WIJKEN
Het vertrekpunt van de Open Monumentendag is traditiegetrouw
1
Museum Flehite, Westsingel 50
Museum Flehite, ingang via het poortje
2
en het bruggetje over de Westsingel. Hier is het open monumentendagnummer van het Amersfoort Magazine voor slechts € 2,50 verkrijgbaar. Aan de hand van de routekaart op de binnenzijde van de omslag (pagina 2) kunt u gemakkelijk uw weg door het beschermde stadsgezicht van Amersfoort bepalen. Vanuit museum Flehite start ook de door de ‘Stichting Industrieel Erfgoed in de Stad Amersfoort’ georganiseerde route langs het industrieel erfgoed in de directe omgeving van de Eem. Een aparte routebeschrijving is in het museum verkrijgbaar. De activiteiten buiten de binnenstad kunt u het best per fiets bereiken. Ook bij de Observant, de VVV, de OLV-toren, het Archeologisch Centrum zijn exemplaren van het tijdschrift verkrijgbaar.
Museum Flehite is gevestigd in drie muurhuizen, die gezien kunnen worden als het topstuk van de museumcollectie. Muurhuizen danken hun naam aan het feit dat zij omstreeks 1540 met hun voorgevels werden gebouwd op de plek van de eerste stadsmuur. Oorspronkelijk waren het woonhuizen: een haard, verschillende kaarsennissen en een wandschildering in de huidige Buiningzaal getuigen daarvan. Interessante verhalen over het museumgebouw zijn te lezen in het gratis vouwblad Sporen in huis. Het museum is sinds 1889 op deze plaats gevestigd. Het begon in het huidige middelste pand, wat toen nog Breestraat 78 was. Tien jaar na aankoop was het pand zo verzakt, dat het rigoureus verbouwd moest worden. Architect Herman Kroes restaureerde het pand in Neo-renaissancestijl. Tot de geëigende Renaissancemotieven behoren spekblokken, klauwstukken en een – aan de nok verankerde- obelisk. Kroes sloot de voordeur aan de Breestraat en creëerde een ingang aan Westsingelzijde, toegankelijk via het nu zo karakteristieke bruggetje. Vanaf 1958 maakte ook Breestraat 80 deel uit van het museum en in 1974 werd Breestraat 76 aangekocht. Tentoonstellingen: Expositie CookingArt, Jukeboxen & zo en Metaalmorfose, zilverkunst, Jan van Nouhuys
Tijdens uw wandeling wordt u tussen de ‘open monumenten’ gewezen op een aantal bijzondere ornamenten. Deze worden in de routebeschrijving met het bovenstaande ikoon aangeduid. Op de plattegrond zijn deze details met gemarkeerd.
24
Tijdens de dag is in dit monument regelmatig muziek te beluisteren. Zie hiervoor het programma op pagina's 8 en 9.
Vanuit museum Flehite start ook de door de ‘Stichting Industrieel Erfgoed in de Stad Amersfoort’ georganiseerde route langs het industrieel erfgoed in de directe omgeving van de Eem. Een aparte routebeschrijving is in het museum verkrijgbaar.
Mannenzaal en kapel, Westsingel 47
De Mannenzaal en de bijbehorende kapel van het St. Pieters- en Bloklands gasthuis dateren oorspronkelijk uit de late middeleeuwen. , toen zij afzonderlijk - werden gesticht door vrome en welvarende burgers van Amersfoort. Hier werden armen, ouderen en zieken verzorgd. Het Amersfoortse St. Pieters- en Bloklands gasthuis, gefuseerd in het begin van de 19de eeuw, verzorgde gastelingen in een aparte Vrouwenzaal en in een Mannenzaal. Daarnaast omvatte het gasthuiscompex ook verschillende huishoudelijke ruimtes en een regentenkamer, zoals te zien op de maquette in de huidige hal van de Mannenzaal. In 1907 werden de bewoners ondergebracht in een nieuwgebouwd bejaardenhuis en dreigde het gehele oude complex gesloopt te worden. Dit werd voorkomen door ingrijpen van enkele Amersfoortse notabelen, tezamen met de grondlegger van de monumentenzorg jhr. mr. Victor de Stuers en rijksbouwmeester dr. P.J.H. Cuypers. Hierbij bleef een aantal details behouden, zoals de Renaissance-trap met de fraai gesneden trappaal. De welgestelde Amersfoorter Tromp van Holst, die een aanzienlijk deel van de restauratiekosten voor zijn rekening nam, liet in de vorm van een slotplaat, voorzien van zijn initialen, een bescheiden visitekaartje achter (zie foto op pag. 25).
amersfoort magazine
ornamenten
Levende Geschiedenis in de Mannenzaal 1907: 13 – 17 uur In de Mannenzaal herleeft (vanaf 13.00 uur) tijdens Open Monumentendag het dagelijks leven van gastelingen in de Mannenzaal in 1907. Dit project Levende Geschiedenis speelt ook in de zomermaanden juli en augustus. Drie gastelingen, een binnenvader en ondermoeder vertellen over hun dagelijkse bezigheden, beslommeringen en ergernissen, niet wetend hoe de wereld er na 1907 uit gaat zien. kant, en ook het gedeelte aan de overzijde van het Spui, zijn latere toevoegingen. De Koppelpoort werd reeds in 1886 gerestaureerd en in 1997 nog eens. In navolging van een vroegere techniek werden opnieuw zogenoemde trotseerloodjes op het loodwerk van de kap aangebracht. Deze werden gesoldeerd over de koppen van spijkers om het inwateren tegen te gaan.
’t Zand 31, voordeur met amandelvormige kussens op de panelen, waartegen vleermuisvleugelachtige hoekversieringen en overeenkomstige knoppen. De middennaald heeft de vorm van een bos rietstengels die door een lint bijeen gehouden wordt.
St.-Pieters- en Bloklandsgasthuis, Achter Davidshof 2 Ionisch kapiteel op een van de gecanneleerde pilasters van de hoofdingang.
3
De Drie Ringen, Kleine Spui 18
Grote Spui 29, de gevelsteen met het zeilend schip is afkomstig van het afgebroken huis op het Grote Spui 25. Het binnenschip zeilt voor de wind, rechtstreeks in de richting van de Eemhaven en de vroegere Zuiderzee.
Beiaardschool, Grote Spui 9-11 Tijdens de activiteiten van Siesta is de Beiaardschool gedeeltelijk te bezichtigen. Zie hiervoor de routebeschrijving van Siesta, verkrijgbaar bij Museum Flehite.
5
Armandomuseum, Elleboogkerk,
Waarschijnlijk was dit monumentje vroeger één van de vele stadsboerderijen binnen de muren. Na de restauratie van 1990 is het pand als brouwerij in gebruik genomen. Een gevelsteen met de ‘drie ringen’, waarnaar de brouwerij en het bier zijn genoemd, is na de restauratie in de voorgevel aangebracht.
4
De Koppelpoort, Kleine Spui
Deze gecombineerde water- en landpoort die onderdeel uitmaakte van de tweede ommuring, dateert uit 1425. De waterpoort heeft nog het oorspronkelijke takelmechaniek waarmee het balkenschot, nodig voor het afsluiten van de opening boven het water, op en neer kan worden bewogen. De landpoort met het stadswapen aan de buiten-
‘t Zand 33, op de plaats waar vroeger een raam zat hebben de huidige eigenaren een ornament aangebracht waarvan de betekenis van de voorstelling onbekend is. Mocht u het tafereel herkennen, dan hoort het Comité dit graag van u.
’t Zand 31, hek rond de voortuin, met gietijzeren versieringen waarin klassieke voluten en eikelmotieven (hoewel de laatste zijn voorzien van groeven) zijn op te merken.
Langegracht 36
In de monumentale sfeer van de Neo-classicistische Elleboogkerk bevindt zich een bijzonder museum, het Armando Museum. Armando (1929) wordt gerekend tot een van de belangrijkste naoorlogse Nederlandse kunstenaars. Hij is bekend als schilder, beeldhouwer, tekenaar, schrijver, film- en theatermaker en als violist. De serene en sacrale sfeer van de Elleboogkerk biedt een prachtige omgeving voor deze kunst. Deze vroeg negentiende-eeuwse neoclassicistische hallenkerk werd gerestaureerd tot museum waarbij de hoofdstructuur van de kerk respectvol intact werd gelaten. De monumentale kwaliteiten komen nog volledig tot hun recht. De officiële naam luidt overigens Onze-Lieve-Vrouw-ten-Hemelopneming. Hoog boven in de absis verwijst het bijzondere glas-in-loodraam naar deze naamgeving. De basis voor de elleboogkerk werd gelegd door capucijnerpater Gabriël. In 1638 richtte hij in het huis van zijn zuster aan de Kromme Elleboogsteeg op de hoek van de Langegracht een kapelletje in. Door de grote groei van de gemeente moest er aan het eind
25
amersfoort magazine
ornamenten
bestemming en werd het Armandomuseum in 1998 door koningin Beatrix geopend.
´ Sint-Aegtenkapel, ‘t Zand 37 [niet open] Tentoonstelling: In het Armando Museum is t/m 12 november 2006 een tentoonstelling te zien van drie generaties gedreven Nederlandse kunstenaars, die ‘scheppen omdat het moet’. Oudere en nieuwe schilderijen van Marc Mulders en Ronald Zuurmond - bekende vertegenwoordigers van de Tilburgse school - gaan een inspirerende dialoog aan met werken van Armando. Een werk van Mulders werd dit voorjaar verkozen tot mooiste Nederlandse kunstwerk van de afgelopen 50 jaar.
Foto: Bob Kossen
Tijdens de dag is in dit monument regelmatig muziek te beluisteren. Zie hiervoor het programma op pagina's 8 en 9. van de 18e eeuw een nieuwe kerk moest komen. In 1783 werd met de bouw begonnen. Het gebouw kreeg de vorm van een driebeukige hallenkerk: een middenschip afgedekt met een tongewelf en smallere zijbeuken met een vlak plafond. De beuken zijn van elkaar gescheiden door Ionische zuilen en een kroonlijst. De nieuwe kerk had de helft van de lengte van het huidige gebouw en markeerde tevens het einde van de schuilkerkperiode: de kerkmeesters mochten hun kerk voor de eredienst gereed maken. De kosten daarvan waren voor rekening van de stad. In 1820 kreeg de voorgevel zijn huidige aanblik compleet met de hoge vooruitspringende toren, de middenpartij bekroond met een driehoekig fronton en een ingangspartij met classicistische omlijsting. Tegelijkertijd werd het interieur met barok- en rococo-elementen verfraaid, een vleug
Muurhuizen 251, zandstenen vrouwenkopje als ondersteunende console, afkomstig uit Rotterdam en aangebracht tijdens de restauratie in 1947.
Foto: Bob Kossen
Havik 1, een anker waarin de vorm van een lelie is te herkennen.
herinnering aan de interieurs van de schuilkerkjes. Na het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853 werd de Elleboogkerk tot parochiekerk verheven. In de loop der jaren volgden er nog diverse verbouwingen aan in- en exterieur, waaronder een kruisvormige verlenging en weer rijkere decoraties in de periode 1843-1846. In 1920 werd de kerk drastisch versoberd en voorzien van gebrandschilderde ramen. Drieënveertig jaar hield de kerk daarna nog stand totdat de algemene ontkerkelijking in de jaren zestig het einde betekende voor de Elleboog als rooms-katholiek bolwerk. Diverse wereldlijke instanties, waaronder een architectenbureau en een wooninformatiecentrum namen daarna hun intrek in de kerk. Vervolgens gebruikten Museum Flehite en het FotoForum de kerk enkele jaren als expositieruimte. Uiteindelijk kreeg het gebouw haar huidige culturele
26
’t Oude Wevershuis, Muurhuizen 227, 17deeeuws gestoken bovenlicht met een variant op de bekende ‘hoorn des overvloeds’, ondersteund door een acanthusrank en geflankeerd door twee lauwerkransen.
Op de route passeert u de Aegtenkapel, het enige restant van het vroegere kloostercomplex dat al vanaf 1399 bestond. Het klooster is ontstaan door een afsplitsing van het St. Agnieten convent aan de Herenstraat. Tussen 1408 en 1410 werd een nieuwe kapel gebouwd. Oorspronkelijk bezat de kapel een voorlopige verdiepingsvloer die over de volle lengte doorliep, vanaf de topgevel in het westen tot aan de koorsluiting in het oosten. In 1463 werd de kapel dot dubbelkapel verbouwd. Alleen de westzijde werd toen voorzien van een tussenverdieping, waardoor kloosterlingen (boven) en leken (beneden) gescheiden van elkaar de dienst konden bijwonen. In het oostelijke gedeelte, bij de veelhoekige koorsluiting, was de volledige hoogte zichtbaar. Aan de buitenzijde is deze tweedeling nog goed zichtbaar. De drie vensters met de hoge borstwering geven de plaats van de verdieping aan, terwijl de vensters aan de oostzijde lager zijn aangebracht. Na de Reformatie in Amersfoort, in 1579, kwam de kapel in handen van de overheid en werd onzorgvuldig verbouwd. Op dat moment verloor de kapel de dakruiter. Het pand werd sindsdien voor allerlei doeleinden gebruikt. Tussen 1969 en 1972 werd de kapel gerestaureerd en werd het torentje herbouwd. Om praktische redenen werd de dubbelkapel niet teruggebracht en bleef de verdiepingsvloer doorgetrokken tot over de gehele lengte van de kapel. Afgelopen jaar werd de kapel opnieuw gerestaureerd. De Romeinse jaarcijfers van zowel de eerste als de tweede restauratie werden daarbij opnieuw tegen het basement van de dakruiter bevestigd.
6
Sint-Franciscus Xaverius, ‘t Zand 29
Aan het eind van de 17de eeuw stond achter de St. Aegtenkapel een schuilkerk. Na een brand in 1715 verrees een nieuw gebouw op de huidige plek. In 1816 werd het huidige kerkgebouw ontworpen door architect F. Wittenberg uit Zuthpen. Het is één van de eerste Neoclassicistische kerken in Nederland. In feite is dit kerkgebouw een ‘waterstaatskerk avant la lettre’. Want pas acht jaar na de gereedkoming van de kerk besloot koning Willem I in 1824 dat kerken voortaan alleen nog maar met goedkeuring van de ingenieurs van Waterstaat mochten worden gebouwd. Vandaar dat dit type kerken vaak
amersfoort magazine
ornamenten
architect W. van Gent. De ingangspartij met de parabool-vormige boog is kenmerkend voor de architectuur van de Amsterdamse School. Links staat een asymmetrisch geplaatste toren, die is uitgevoerd in metselwerk met decoratieve vlakken, banden en inspringingen. Naast deze kenmerken van de Amsterdamse School zijn de kleurige wijzerplaten een goed voorbeeld van de Art-Decostijl.
met de term ‘waterstaatskerk’ wordt aangeduid. Deze stijl komt in de geveldetaillering prachtig tot uiting in de geblokte pilasters met Ionische kapitelen, de bloemguirlandes en het driehoekige fronton boven de kroonlijst. De hoofdingang met de Toscaanse halfzuilen en triglyphen in het fries draagt daarentegen alle kenmerken van de Neobarok met de krachtige profileringen en diepe schaduwpartijen (zie foto). Op de kroonlijst staat in goud de tekst ‘Soli Deo Gloria’, een door de Jezuïeten veel gebruikte spreuk. In 1851 werd de kerk vergroot door architect Th. Molkenboer uit Leiden. Het interieur wordt bepaald door de zuilen met Ionische kapitelen, die het bepleisterde tongewelf van het middenschip en de vlakke plafonds van de beide zijbeuken dragen. De zware kroonlijst heeft een randversiering, waarin een zogenoemde eierlijst is opgenomen. Tijdens de Open Monumentendag is in dit monument regelmatig muziek te beluisteren. Zie hiervoor het programma op pagina's 8 en 9.
Ook het nog geheel authentieke kerkinterieur is een bezoek meer dan waard. De maten van de huidige kerk werden gedeeltelijk bepaald door de meegenomen inventaris van het oude gebouw. Zo is de afmeting van de triomfboog, die schip en priesterkoor scheidt, bepaald door de lengte van de fraai gesneden communiebank. In het schip hangen de 17deeeuwse schilderijen uit de zogenoemde ‘Utrechtse school, onder andere van Hendrick Bloemaert. In de kerk bevindt zich ook het 16de-eeuwse schilderij met de vondst van het miraculeuze beeldje in 1444. In de voormalige doopkapel bevindt zich een laat 17de -eeuwse reliekschrijn met de resten van het beroemde Mariabeeldje.
kelijk tolerante houding in, hetgeen zelfs door een raadsbesluit in 1655 officieel werd bekrachtigd. Sinds 1700 is het voormalige bolwerk aan de Bloemendalsestraat als begraafplaats in gebruik. In 1990 werd het kerkhof in kaart gebracht. De opschriften van ongeveer 150 grafmonumenten zijn toen uit het Hebreeuws vertaald. Het oudste grafmonument dateert uit 1749.
Bloemendalse straat 45, gietijzeren brievenbus, XIX d, met gebogen kroonlijst, meanders links en rechts en een overstek met ‘knorren’.
Tijdens de Open Monumentendag is in dit monument regelmatig muziek te beluisteren. Zie hiervoor het programma op pagina's 8 en 9.
´ Leger de Heils, Havik 25 [niet open] ’t Zand 15, neogotiek, trapgevel met overhoeks geplaatste pinakels, bekroond door gesmede elementen die doen denken aan kruisbloemen.
7
Oud-Katholieke Kerk van de Heilige
Georgius, ‘t Zand 13
Aanvankelijk stond op deze plek een gebouw dat behoorde bij het St. Aegtenconvent, later was daar een weeshuis gevestigd. Omstreeks 1630-40 werd daarin een kleine schuilkerk ingericht voor de katholieken. Dit pand werd in 1692-93 door een grotere kerk vervangen. In 1927 was dit pand zo bouwvallig, dat het moest worden afgebroken. Het huidige kerkgebouw is in 1927 ontworpen door de Amersfoortse
Bloemendalse straat 8, hardstenen latei met een rococo-ornament in het midden.
8
Joodse Begraafplaats,
Bloemendalsestraat , vanaf 13.00 open!
Het is voor de tweede keer dat de Joodse Begraafplaats tijdens een Open Monumentendag voor het publiek is geopend. Eerder was dat in september 1999. De ommuurde begraafplaats vormt een rustpunt in de historische binnenstad. In het begin van de 17de eeuw nam het stadsbestuur ten opzichte van de joodse gemeenschap een opmer-
In 1939 kreeg dit pand door een ingrijpende restauratie weer zijn oorspronkelijke, laat 17de-eeuwse aanzien terug. De monumentale gevel wordt in de vakliteratuur wel aangemerkt als ‘Vingboonstype’. De gevel van Havik 25 bezit vier hoogopgaande pilasters op basementen en bekroond met kapitelen. De middelste twee, waartussen ook een monumentale entree met een driehoekig fronton is gesitueerd, zijn aanzienlijk hoger en dragen een klassiek hoofdgestel met daarboven een segmentvormig fronton. De kap gaat schuil achter de forse natuurstenen klauwstukken, die boven de hoekpilasters in kleinere vorm worden herhaald. De gevelindeling wordt bepaald door kruiskozijnen met luiken, ovale schijnvensters, guirlandes en een cartouche met zogenoemd kwabornament en een jaarcijfer.
27
amersfoort magazine
ornamenten
Havik 11, het huis Deshima, 17de-eeuws, met bovenlicht uit de restauratieperiode in de vorm van een half zonnerad. De raamroeden hebben als versiering een klassieke parelrand.
Hof 19, neo-renaissance. In de voorgevel is een staalkaart van vormen en ornamenten uit de renaissance samengebracht: een fronton, gecanneleerde pilasters en een cartouche, met klauwstukken links en rechts.
Havik 37, tegeltableau in portiek, met boekenplan-
Hof 39, Logement de Gaaper
9
Langestraat 76, Jugendstil. De grote etalagevensters op de verdieping hebben hardstenen elementen waarin versieringen zijn aangebracht. Deze stijl maakte graag gebruik van plantenmotieven.
10
Sint-Joriskerk, Hof 1
ken aan een rekje, randversieringen in Jugendstil, rond 1900.
Lavendelstraat 2, attribuut van een slager, aan zijn
Dit pand is vermoedelijk het oudste stenen woonhuis van Amersfoort en dateert in oorsprong uit de 13de eeuw. De zijmuren zijn opgetrokken uit grote kloostermoppen. Mogelijk maakte dit pand deel uit van de bisschoppelijke hof. Na de stadsbrand van 1340 werd het pand vergroot en voorzien van een trapgevel. In 1822 volgde opnieuw een verbouwing: het pand kreeg een Empire-lijstgevel, de enige in
winkelpui een varkenskop met de geëigende werktuigen.
Foto: Janneke van Brussel
´ Hof 11-12 [niet open]
Tegen de winkelpui van deze vroegere slagerij zijn koppen van runderen bevestigd, wellicht van terracotta. Met wat goede wil kan men deze versieringen beschouwen als een echo van de schedels van offerdieren uit de tijd van de klassieken.
28
Amersfoort. De gaper aan de gevel toont dat hier vroeger een apotheek was gevestigd. Het bovenlicht daarnaast is een reconstructie van het vroegere venster. Hier behoren de pijlen en de fragmenten van zogenoemde vleermuisvleugels, die overigens ook aan de toegangsdeur zijn te zien, tot de kenmerkende detaillering. In het interieur zijn nog middeleeuwse sleutelstukken aanwezig.
De ontstaansgeschiedenis van Amersfoort is nauw verbonden met die van de Sint Joriskerk. Op deze plek werd in de 12de eeuw een bisschoppelijke hof gesticht, waaromheen een nederzetting ontstond. Het kapelletje bij de hof groeide van Romaans zaalkerkje, via een gotische kruisbasiliek, uit tot de imposante hallenkerk die we nu kennen. De toren raakte gedurende dit proces ingebouwd. Het zuidportaal vormt de monumentale toegang tot de Sint-Joriskerk vanaf de Hof. De gevels zijn rijk uitgevoerd en tonen een staalkaart aan gotische vormen. Spitsboogvensters met driepassen, visblaasmotieven en rijk geprofileerde natuurstenen omlijstingen bepalen het beeld. Het portaal wordt geflankeerd door steunberen en aan de
amersfoort magazine
ornamenten
bovenzijde afgedekt met een gebeeldhouwde balustrade en bekroond door pinakels. Ook binnen is veel te zien, waaronder het grafteken van Jacob van Campen en het Naber-orgel uit 1845. Maar vooral het oxaal van rond 1500 met de toegangsdeuren naar het koor, waarin balusterzuilen zijn opgenomen, verdient alle aandacht.
voedsel. In de 15de eeuw werd de Poth-hof ingericht voor het verplegen van pestlijders. Rond 1500 verrees het kapelletje gewijd aan Sint Rochus, de beschermheilige van de pestlijders. In 1547 kwamen de Celzusteren er wonen. Langzamerhand is het een echt hofje geworden, waar tot 1975 wekelijks nog brood werd uitgedeeld. Het pesthuis is 100 jaar geleden afgebroken. Het complex bezit 49 woninkjes. Op de Open Monumentendag zijn de Rochuskapel en de Celzusterenkamer voor publiek geopend. De toegang naar deze laatste ruimte heeft in de deuropening een natuurstenen console met zogenoemde peerkralen.
Gebouw van de ROB, 1988, een voorbeeld van Structuralisme. De betonnen zuilen zijn aan de bovenkant gekoppeld door een abacus, een onderdeel dat de Grieken al toepasten.
Tijdens de Open Monumentendag is in dit monument regelmatig muziek te beluisteren. Zie hiervoor het programma op pagina's 8 en 9. De beide lezenaars, van kansel en dooptuin, zijn kleinoden van geelgieterskunst. Hierbij is gebruik gemaakt van het kwabornament dat in het midden van de 17de eeuw in de mode was.
12
Coninckstraat 15, Muurhuizen 165, trijs, dakuitbouw waarin een windas is ondergebracht, gangbaar mechaniek om lasten naar boven te hijsen.
Logies de Tabaksplant
Foto: Theo Miltenburg
Tentoonstelling: Anneke Kaai, relaties met God
Boterbeurs op de Hof, renaissance. De console die de gootlijst draagt is aan de zijkanten voorzien van rolwerk. Muurhuizen 165, bovenlicht uit de restauratieperiode, eclecticistisch vormgegeven, met een Grieks astragaal (parelrand), laurierblad, voluten en eierlijsten. De Empirestijl draagt de vier pijlen nog aan. In het centrum het monogram van het vroegere bedrijf: de ABM.
11
Hofje Armen de Poth/ Rochuskapel,
Muurhuizen 112. Ook in onze tijd komt het voor dat bewoners iets persoonlijks aan hun huis willen toevoegen.
Pothstraat 16
Even buiten de eerste ommuring bezaten de Heilige Geest- of Pothbroeders een stuk grond, voor het eerst vermeld in 1388. Deze geestelijken brachten geld bijeen om de armen te voorzien van
Het huis is gebouwd in het begin van de 17de eeuw. Kenmerkend voor die periode zijn de ‘hanekammen’ in een lichtrode baksteen boven de deuren en ramen. Midden in de kap bevindt zich een ‘hijskap’, ofwel ‘trijs’. In de achtergevel kunt u een gevelsteen met de afbeelding van een tabaksplant bezichtigen. Deze zat oorspronkelijk in de gevel van een pakhuis tegenover de St. Aegtenkapel vlakbij de hoek van ‘t Zand/Nieuwe Weg. Het pakhuis werd gebruikt voor de opslag van tabak. Het pakhuis is afgebrand, de steen is daarna in de collectie van museum Flehite terechtgekomen. De gevelsteen is vervolgens door het museum geschonken aan Logies de Tabaksplant. Beeldhouwer Ton Mooyheeft de steen op verzoek van Logies de Tabaksplant, gerestaureerd. Gelukkig waren de oorspronkelijke kleuren nog te achterhalen.
29
amersfoort magazine
Tijdens de Open Monumentendag is in dit monument regelmatig muziek te beluisteren. Zie hiervoor het programma op pagina's 8 en 9.
13
Kamp 82, Thuiszorgwinkel Bij archeologisch onderzoek onder het pand aan de Kamp 82 is een 15de-eeuwse stookplaats aangetroffen, zoals er bij de archeologen al acht bekend waren elders in de stad. Deze stookplaats echter, met in het midden een vuurgang bedekt met bakstenen rooster, is buitengewoon goed bewaard gebleven. Nauwkeurig onderzoek aan de verkoolde granen die erbij zijn aangetroffen maken het zeer aannemelijk dat het hier een bierbrouwersoven betreft.
Kamp 73, gevelsteen DE WITTE EN SWARTE HONT, 19de-eeuws, voorbeeld van een huisteken dat de bedoeling had het huis te markeren. Een uiting van zelfbewustzijn en, toen het aanbrengen van huisnummers nog niet in gebruik was, vooral zinvol.
ornamenten
korf, voorzien van een grafelijke kroon. Gedragen door twee putti, die twee guirlandes vasthouden.
Muurhuizen 78, XVII c, oeil de boeuf met kwabornament.
´ Kamperbinnenpoort [niet open] De Kamperbinnenpoort, in het verleden Viepoort genoemd, is één van de weinige resterende verdedigingswerken aan de eerste stadsmuur, die rond 1300 werd gebouwd. De poort werd voor het eerst in 1381 genoemd. Pas na de stadsuitleg en de bouw van de Kamppoort of Kamperbuitenpoort werd de naam van de Viepoort gewijzigd in Kamperbinnenpoort. De poort bestaat uit twee achtkantige torens die door een boog en weergang met elkaar zijn verbonden. In 1827 is dit tussenlid zelfs gesloopt. Tussen 1931 en 1933 werd de poort echter weer in ere hersteld.
Kamperbinnenpoort 1-3, van oorsprong middeleeuwse spuwers in een vertaling van de Amsterdamse School.
Muurhuizen 109, zwikvulling van de 17de-eeuwse hoofdtoegang. Wapen met rolwerkmotief.
Muurhuizen 109, rococo deurknop ca. 1750 met de karakteristieke C-vormen rug-aan-rug.
14
Dieventoren, Muurhuizen 97
Kamp 24, XVIII, Huis DE KEERSKORF met een fraaie opvulling van het timpaan. De naam zegt iets over het beroep van de vroegere bewoner. De stijl is Lodewijk XIV ten voeten uit, met gestileerde acanthusmotieven en een afhangend lambrequin. Langestraat 104 gevel met Jugendstil-ornament, verdiept in het pleisterwerk. Aan de bovenzijde is de kenmerkende zweepslag te herkennen.
Kamp 10, pilastergevel 1687, gevelsteen met bijen-
30
Het betreft hier waarschijnlijk een in de 14de eeuw aangebrachte woontoren. Lange tijd deed de toren dienst als stedelijk cachot. De zware, met ijzer beslagen deuren herinneren hier nog aan. Het daktorentje in de vorm van een klassiek aedicula (tempeltje) is afkomstig van de in 1860 afgebroken Latijnse School. Daar komt ook het gerestaureerde zeer bijzondere uurwerk vandaan. Dit behoort tot de oudste van Nederland en is vermoedelijk 15deeeuws. De tijd wordt aangegeven door één wijzer voor de hele uren. Deze worden tevens door het
amersfoort magazine
ornamenten
slagwerk bekrachtigd. Pas na voltooiing van de restauratie van 1942 werd de toren een poortgebouw, met een bruggetje over de singel.
15
Monnikendam, Plantsoen Oost 2
Muurhuizen 47, een mozaïek aan een eigentijds muurhuis met de voorstelling van een ‘wijze’ uil als herinnering aan het vroegere schoolgebouw op deze plek.
Muurhuizen 34, eigentijdse versiering en persoonlijke noot in de voorgevel van het eigen huis.
Muurhuizen 35, gevelsteen met het beroepsteken van een apotheker. Afkomstig van het pand Langestraat 31, Nu al weer jarenlang, en pas opnieuw geschilderd, in de Muurhuizen.
16
Burgerweeshuis, Zuidsingel 25 U betreedt het Burgerweeshuis via het hardstenen, classicistische toegangspoortje aan de Zuidsingel. Na een kloosterbestemming kreeg dit complex in 1611 de functie van weeshuis. In de loop van de tijd werden verschillende gebouwen ingericht tot linten bombazijn-weverij. Voor de weeskinderen gaf dat gelegenheid tot het leren van een ambacht. Tot in het begin van de jaren dertig van deze eeuw voorzag het Burgerweeshuis in de opvang van kinderen. Daarna kreeg het gebouwencomplex verschillende bestemmingen. De regentenkamer behield haar oorspronkelijke karakter. Hier hangt o.a. het gevelbord van het Stadskinderhuis, dat in de omgeving van de Paternosterstraat heeft gestaan.
Baluster met ionisch kapiteel, onderdeel van de 19de-eeuwse smeedijzeren brug in het verlengde van de Herenstraat.
Zuidsingel 40, briefpaneel in de buitendeuren van het klooster. De neogotiek maakte gebruik van ‘echt gotische’ ornamenten, waaronder dit briefpaneel, hoewel dat eigenlijk alléén in het interieur werd toegepast. Muurhuizen 45A, schampsteen, al honderden jaren een afdoende maatregel tegen beschadigingen door langsrijdend verkeer.
Muurhuizen 39, gietijzeren deurrooster XIX d, eclecticistische combinatie van vroegere stijlen: het rooster dat doet denken aan de Lodewijk XIV-losanges, rocailles van de stijl die daarop volgde en het cartouche met het 17de-eeuwse rolwerk.
Zuidsingel 38, ca 1780, attribuut van de jacht als deurklopper: een jachthond, een hertengewei en een jachthoorn. Omlijst door een met lint omwikkelde staaf, astragalen en bladlijsten: Lodewijk XVI.
Foto: Burgerweeshuis
Door de waterpoort Monnikendam stroom het water, verzameld uit diverse beken, de stad binnen. Monnikendam werd rond 1425 gebouwd ter verdediging van deze watertoegang. De poort bestaat uit twee ronde muurtorens, die door een boog met elkaar zijn verbonden. De mogelijkheid om, net als bij de Koppelpoort, de opening onder de boog af te sluiten, is aanwezig geweest. Thans is in Monnikendam een restaurant gehuisvest, waarvoor deze waterpoort onlangs van een nieuwe uitbreiding is voorzien.
Stadsring 244, console met een maskeron, voluten, met lint omwikkelde eikentakken en een reeks schijven (geld?). Zuidsingel 39, neogotiek: 1847, vierpassen mogen niet ontbreken.
31
amersfoort
Foto: Brand Overeem/Amersfoortse Courant
magazine
Stadsring 248, een weelderig Jugendstilornament als vulling van een boog uit de renaissance.
17
Museum Jacobs van den Hof,
Zuidsingel 14
Museum Jacobs van den Hof is een particulier museum met een eigen collectie van circa 80 werken van Gijs Jacobs van den Hof. Het museum verzorgt ook andere tentoonstellingen.
18
Muziekschool,
ingang Muurhuizen 1-3
Deze twee muurhuizen zijn beide middeleeuws van signatuur. Dit is onder meer te zien aan de dikke muren met groot formaat baksteen en aan de zware balken. Beide huizen zijn in de 18de eeuw ingrijpend verbouwd. De toegangshal vanuit de tuin, met de rode Öland-vloer en de betimmeringen dateren uit die periode. Op de verdieping, in een van de leskamers, verdient de middeleeuwse muurafwerking, gepleisterde namaakbakstenen tegen écht metselwerk, uw aandacht! In de kantoorvertrekken bevinden zich bovendien houten consoles met middeleeuwse peerkralen, Renaissance voluten en een Renaissance draagbalk (latei) met het jaarcijfer 1561. Tijdens de dag is in dit monument regelmatig muziek te beluisteren. Zie hiervoor het programma op pagina's 8 en 9.
Muurhuizen 23, geglazuurde baksteen en tegels met Jugendstilmotieven. De gekoppelde boogjes vonden hun inspiratie in de Romaanse bouwwijze, hier steunend op een neogotische waterlijst. Vergelijk Langestraat 36.
32
ornamenten
In de kademuren van de Korte- en Langegracht is in de afgelopen jaren een dertiental waterspuwers aangebracht met voorstellingen die naar de historie van een nabij gelegen plek verwijzen, zoals een zingende Rabbi in de directe omgeving van de synagoge.
19
Synagoge, Drieringensteeg 2, vanaf
13.00 open!
Vanaf 1655 werden ook de joden in Amersfoort toegelaten. Zij hielden hun bijeenkomsten bij mensen thuis. In 1725 verwierf men een stuk grond op de hoek van de Kortegracht en de Drieringensteeg. In 1726 werd de synagoge gebouwd, georiënteerd op het zuidoosten, d.w.z. gericht op Jeruzalem. Al in 1734 werd het gebouw als te klein ervaren, maar het duurde tot 1842 tot een uitbreiding kon worden gerealiseerd naar ontwerp van stadsarchitect B. Ruitenberg. Op verzoek van het bestuur van de joodse gemeente nam hij de synagoge in Kleef als voorbeeld. Het bestaande gebouw werd aan de kant van de Muurhuizen verlengd, de gevel werd als het ware dóór de tuinmuur heen geschoven. In de architectuur werden klassieke elementen afgewisseld met spitsboogvensters. In 1927 ontwierp architect H. Elte een nieuw interieur, dat in de oorlog met uitzondering van de Heilige Arke geheel verloren is gegaan. In september 1945 vond de heropening plaats en twee jaar later werd het gebouw met het interieur gerestaureerd. Ook in 1973 en 1981 vonden ingrijpende herstellingen plaats.
Kortegracht 24, composiet kapiteel met ‘eigen’ uigangspunten.
Kortegracht 10, snijwerk boven het paneel van de voordeur, stijl Lodewijk XVI met bloemen en ranken, acanthusblad met een vaas en ringen waardoor een windsel is getrokken.
Kortegracht 10, scherp gestoken levensboom in het bovenlicht, Lodewijk XVI met acanthus, palmtakken en rozetten. Het middenelement wordt bekroond door een sparappel.
20
Mondriaanhuis,
Kortegracht 11
In 1869 werd het woonhuis 9a verbouwd tot school. Op 7 maart 1872 werd de befaamde schilder Pieter Cornelis Mondriaan, zoon van de hoofdonderwijzer, geboren op Kortegracht 11. In 1890 werd het woonhuis nummer 11 ook verbouwd tot school, die toen bestond uit zes lokalen en een bewaarschool.
21
Evangelisch Lutherse Kerk,
Langestraat 61
Op de plaats van de tegenwoordige Lutherse Kerk stond in de Middeleeuwen de Heilige Geestkapel. Het gebouw werd in 1686 door het stadsbestuur ter beschikking gesteld aan de Lutherse gemeente, toen ‘de gemeente, toegedaan de onveranderde Augsburgse Confessie’ geheten. Al spoedig waren uitgebreide herstellingen noodzakelijk. In 1825 helde de toren bedenkelijk over en waren ingrijpende voorzieningen nodig. In 1837 werd het pand door waarnemend-stadsarchitect B. Ruitenberg nagenoeg geheel vernieuwd. In de Langestraat manifesteert de voorgevel zich vooral in klassieke vormen. Het basement met de diepe voegen draagt een hoofdgestel met vier, nauwelijks uit het muurvlak naar voren komende pilasters, Ionische kapitelen, opnieuw een hoofdgestel en een fronton.
amersfoort magazine
ornamenten
uw dwaaltocht door de binnenstad. De schipper vertelt u onderweg bijzonderheden.
Foto: Evangelisch Lutherse Gemeente Amersfoort
Langestraat 62-66, fries dat is opgebouwd uit tegeltjes van verschillende kleur, en met holle- en bolle zijkanten. Hierdoor kon de gewenste levendige compositie ontstaan.
De gevel is voorzien van een pleisterlaag. Banden en kamwerk hierin suggereren echter dat bewerkte natuursteen werd toegepast. Tussen de pilasters zijn drie ‘gotische’ spitsboogvensters aangebracht, waarmee de kerkelijke functie wordt geaccentueerd. Het achthoekige klokkentorentje op het dak wordt bekroond door een windvaan in de vorm van een zwaan, het symbool van de Lutherse Kerk. Ook de gevelsteen is voorzien van een zwaan. Het Bätz-orgel in de kerk, daterend uit 1766, is het oudste van de stad. De orgelkas heeft alle kenmerken van de classicistische periode met in begrip van de console, waarop het borstbeeld van Luther is geplaatst. Tijdens de dag is in dit monument regelmatig muziek te beluisteren. Zie hiervoor het programma op pagina's 8 en 9.
Fortman en Hehenkamp, Langestraat 63 De Amersfoortse architect Herman Kroes ontwierp in 1895, waarin Neo-renaissance elementen, zoals spekbanden, consoles met mannenkoppen, obelisken en een attiek met fronton overheersen. Met name het grote winkelraam op de verdieping is opvallend.
Langestraat 92, een gevelsteen van gewapend beton uit het bouwjaar van het dubbelpand: 1940. De staart van de pauw heeft de kenmerken van de toen nog voorkomende Art Déco.
Krommestraat 15, de zijmuur draagt een, steeds zeldzamer wordende, muurreclame, eigenlijk meerdere over elkaar heen.
22
Archeologisch Centrum,
Tejaterthuis, Nieuwstraat 17 Op korte afstand van de Langestraat ligt het Tejaterthuis aan de Nieuwstraat 17. Het bovenlicht van de entree is een gaaf voorbeeld van Lodewijk XVI snijwerk. Tijdens de dag is in dit monument regelmatig muziek te beluisteren. Zie hiervoor het programma op pagina's 8 en 9.
´ Opstapplaats Waterlijn, Krommestraat 15: Vaar door de geschiedenis van Amersfoort Tijdens een rondvaart van drie kwartier krijgt u een aardig compleet beeld van de historische binnenstad. U ziet de stad vanaf de waterlijn ook anders dan wanneer u wandelt. Een mooie aanvulling op
Langegracht 11
Zoals versiering hoort bij feest, zo hoort detail bij archeologie. Het vak van de archeoloog bestaat uit het bestuderen van details die, als je er maar genoeg verzameld hebt, net als bij het leggen van een puzzel, tezamen een beeld van het verleden vormen. Het gemeentelijk archeologisch centrum aan de Langegracht staat vol met details. De vondsten, in de afgelopen jaren in Amersfoort gedaan, zijn daar uitgestald: van spaarpot tot dobbelsteen, van mondharp tot luizenkam. Om het kleinste detail goed te kunnen zien, kunnen bezoekers speciaal op deze Open Monumentendag door een binoculair kijken. Minuscule kraaltjes uit een beerput, glazen figuurtjes als onderdeel van een 17de - eeuwse bruidstooi, Romeinse kralen uit een crematie-grafurn van een Germaan of verkoolde granen van meer dan 2000 jaar geleden, met het blote oog nauwelijks te onderscheiden, kunnen alleen op deze dag uitvergroot bewonderd worden. Archeologisch onderzoek in Vathorst, voorafgaand aan de nieuwbouw, heeft uitgewezen dat dit gebied in de Midden-Steentijd bevolkt werd door mensen, die hier leefden van jacht op klein wild en visvangst. In het informatiecentrum van het ontwikkelingsbedrijf Vathorst aan de Duisterweg hebben de gemeentelijk archeologen, speciaal ter gelegenheid van deze Open Monumentendag, een vitrine ingericht met vondsten uit Vathorst. Het zijn zeer kleine, nauwelijks hanteerbare, stukjes gereedschap,
33
amersfoort
Foto: Bureau Archeologie
magazine
zoals mesjes en schrabbertjes, gemaakt van vuursteen, waarmee de Vathorster uit de MiddenSteentijd zijn maaltijd bereidde.
ornamenten
waarbij veel details zijn gereconstrueerd. Opvallende details in de bakstenen gevels zijn: de vier ronde blindvensters, de blindnissen in de vorm van een driekwart kruisvenster, de zandstenen kruisbloemen op de overhoeks geplaatste pinakels, de deurgehengen en de in 1998 geplaatste windvaan in de vorm van een haan. In het smeedijzeren ‘kijk-uit’-venstertje in de voordeur is het gotische vierpas-motief goed te herkennen. Op de hoek met het Lieve Vrouwekerkhof bevindt zich een hoekconsole, waarop in de tijd vóór de Reformatie een Madonnabeeldje heeft gestaan.
24
de beiaardier, werd dit klokkenspel ook op gezette tijden op ingenieuze wijze aangestuurd door een zogenaamde speeltrommel. Dit mechaniek zorgde eeuwenlang voor de muzikale aankondiging van de uurslag. In 1925 werd de Hemony-beiaard gewijzigd en uitgebreid, en daarbij werd de speeltrommel vervangen door een nieuw exemplaar. Tot voor kort lagen de onderdelen van de oude 17de eeuwse trommel onder het stof verscholen. Fraai gesmede tandwielen, stijlen en raderen, en een gaaf lichterbed; vermoedelijk het oudste van Nederland. Door de Stichrting Amersfoort Beiaardstad en de Nederlandse Beiaardschool zijn initiatieven genomen om deze speeltrommel aan de vergetelheid te ontrukken. De gemeente Amersfoort heeft dit initiatief omarmd en opdracht gegeven tot restauratie van dit bijzondere 17de eeuwse speelinstrument.
Onze-Lieve-Vrouwetoren,
Lieve Vrouwekerkhof
Langestraat 36, boogfries met vullingen van Jugendstiltegels, ondersteund door gecanneleerde consoles. Vergelijk Muurhuizen 23.
NB. toegang alleen door middel van kaartreservering in torenportaal De tussen 1993 en 1996 gerestaureerde OnzeLieve-Vrouwetoren, gebouwd in de tweede helft van de 15de eeuw, behoort tot de fraaiste gotische torens van ons land. De vondst van een miraculeus Mariabeeldje in 1444 was er de oorzaak van dat Amersfoort een belangrijke bedevaartplaats werd. Dit gaf aanleiding tot de bouw van de imposante toren. De derde omloop bevat het gehele scala dat eigen is aan de Hooggotiek: spitsbogen met daarboven wimbergen met vierpassen, bekroond door een kruisbloem, pinakels met hogels en spuwers in de vorm van fabeldieren. Ook de toen reeds bestaande kapel op het LieveVrouwekerkhof werd in die periode aanzienlijk vergroot. Bij een buskruitontploffing in 1787 ging deze kerk verloren. Sindsdien resteert alleen de toren. In de 17de eeuw werd de toren verrijkt met een Hemony-carillon. Eind vorige eeuw werd dit klokkenspel (35 klokken), evenals de toren zelf, gerestaureerd en geplaatst in een nieuwe houten klokkenstoel. In 1997 is in deze klokkenstoel een tweede, modern gestemde beiaard aangebracht (58 klokken). Vervolgens is de beiaard gecompleteerd met een zevengelui, waardoor het totale aantal klokken op precies honderd is gekomen.
23
Op verschillende momenten zullen de twee beiaarden worden bespeeld.
Langestraat 34, kapiteel van de winkelpui. Dit exemplaar komt dicht in de buurt van die van het Pantheon in Rome!
Kapelhuis, Krankeledenstraat 11 Omstreeks 1500 werd het huis met kenmerken van de baksteengotiek gebouwd voor de ‘Broederschap van Onze-Lieve-Vrouwe’. Deze instelling had als opdracht om de verering van Maria te bevorderen en de diensten in de nabijgelegen kapel te regelen. Het pand werd in 1905 ingrijpend gerestaureerd,
34
Restauratie van de 17de eeuwse speeltrommel in de Onze Lieve Vrouwetoren In de 17de eeuw werd de Onze Lieve Vrouwetoren verrijkt met een beiaard. Naast bespelingen door
Door adviseur Henk Veldman is een restauratieplan opgesteld, waarbij het principe ‘behoud gaat voor vernieuwen’ wordt gekoesterd. Geen verbeteringen, geen vernieuwingen, geen overbodige mooimakerij; alleen de onderdelen die noodzakelijk zijn om de trommel goed op te kunnen bouwen, zoals een houten frame en enige messing lagerblokken, zullen nieuw gemaakt worden. Dit is mogelijk omdat de speeltrommel een museale en educatieve opstelling krijgt op de houtzolder van de OLV-toren. De vakkundige uitvoering van de restauratie vindt plaats door de firma “Het Molenpad Expertise”, die er behagen in schept om zoveel als mogelijk is onzichtbaar te werk te gaan. Eenvoudigweg uit respect voor het werk van voorgangers. Het echte werk is immers eeuwen geleden al gedaan! Tijdens de Open Monumentendag zal de uitvoering van de restauratie vermoedelijk in volle gang zijn. In de toren wordt hierbij een toelichting gegeven door Henk Veldman, opsteller van het restauratieplan. Rembrandt in Amersfoort De heer Jan Lodewijks maakte het Comité Open Monumentendag Amersfoort attent op een pentekening van de hand van Rembrandt, die zich in de collectie van het Louvre in Parijs bevindt (@K80
amersfoort magazine
ornamenten
te beluisteren. Zie hiervoor het programma op pagina's 8 en 9.
d0107763-000[1]). Hierop is de oude situatie van de Westsingel herkenbaar. Wanneer u via het bruggetje de Westsingel heeft bereikt en vanaf dat punt naar links in de richting van de Varkensmarkt kijkt, staat u ongeveer op het punt, waar Rembrandt deze pentekening zal hebben gemaakt. Rembrandt maakte deze tekening in 1649 toen hij samen met Hendrikje Stoffels op weg was naar Bredevoort, waar de ouders van Hendrikje woonde. In het herdenkingsjaar, waarin Rembrandt zo centraal staat, is dit een bijzondere aanvulling op de route.
Westsingel 46, halfrond empirevenster boven de hoofdtoegang, met als ornamenten: halfrozetten van acanthus- en laurierblad. Het kalf is eveneens voorzien van acanthus.
27
De Observant, Stadhuisplein 7 Breestraat 34, de luxueuze klauwstukken die de dakkapel flankeren hebben hier de vorm van dolfijnen gekregen, stijl Lodewijk XIV.
26
Oude Stadhuis, Westsingel 43 /
Stadhuisplein 5
Westsingel 10-13, Art Déco bouwceramiek uit het atelier van Brouwer, hier het toepassen van geometrische vormen.
Bijna niet aan te nemen dat de hoofdvorm van onze gietijzeren lantaarnpalen is gebaseerd op elementen uit de Griekse bouwkunst.
25
Johanneskerk, Westsingel 30 Op de hoek van de Westsingel en de Molenstraat staat sinds 1960 de Johanneskerk, ontworpen door de architecten S. van Woerden en H.J. Schneider uit Soestdijk. De kerk is een goed voorbeeld van de functionalistische architectuur uit de jaren zestig. Vorig jaar is het interieur door architect ir. P. Wassink verbouwd. Tijdens de dag is in dit monument regelmatig muziek
Omstreeks 1780 liet de joodse koopman Abraham Cohen aan de Westsingel, in Lodewijk XVI-stijl, een indrukwekkend huis optrekken. De voorgevel is volledig uitgevoerd in hardsteen. Het bovenlicht van de hoofdingang aan de Westsingel behoort door het rijke houtsnijwerk in Lodewijk XVI-stijl tot de fraaiste voorbeelden van Amersfoort. Na de in 1994 voltooide restauratie heeft Westsingel 43 een representatieve functie gekregen met twee trouwzalen en monumentale vergaderkamers. Het interieur is bijzonder gaaf. De vloeren en lambrisering zijn uitgevoerd in marmer, terwijl de wanden van fraaie stucwerk-voorstellingen zijn voorzien. Het trappenhuis, halverwege de gang, is zeer monumentaal van uiterlijk. Op de eerste verdieping bevindt zich de oorspronkelijke feestzaal van het huis. De met bladgoud vergulde versieringen verlenen aan de ruimte een monumentaal cachet, vooral de scherp gesneden ornamenten met acanthusblad rond de medaillons en de knisperende linten zijn karakteristiek voor de Lodewijk XVI-stijl .
In 1472 kregen de Franciscaner-Minderbroeders de beschikking over een stuk grond langs de Westsingel. Aangezien zij de regels van het kloosterleven strikt wilden naleven (observeren) werden zij dan ook Observanten genoemd. Het Observantenklooster groeide uit tot een belangrijk complex: een kapel, met aan de noordzijde een kloosterhof, een rondgaande kloostergang, drie omsluitende gebouwen met de daarbij behorende moestuin. Uit die periode is in het interieur van het huidige Stadscafé een 16de-eeuwse spiltrap bewaard gebleven. De aanzet tot de gecanuleerde hoofdbaluster heeft de vorm van een in die tijd gebruikelijke voluut.
Na de Reformatie en de toetreding van Amersfoort tot de Unie van Utrecht verdwenen de Observanten uit de stad. In de gebouwen werden andere functies ondergebracht, zoals de Doelen voor de schutterij, een vertrek voor de stadsgeneesheer en een glasblazerij. In de 19de eeuw werd de Artillerie- en Genieschool in het complex gevestigd, later een ‘Werkhuis tot wering van de bedelarij’, en weer later een kazerne. Ook verschillende gemeentelijke diensten vonden er onderdak. Dit alles had tot gevolg dat het complex eindeloos werd verbouwd. De kapel was al vrijwel direct afgebroken. Nadat in de jaren zeventig van de twintigste eeuw zelfs een sloopvergunning was verleend, bleef het gebouw toch behouden en kon het voormalige klooster in 1982 worden gerestaureerd. In de periode 19972000 werd het pand verbouwd tot informatiecentrum. Ook het Archief Eemland, de nieuwe naam voor de
35
amersfoort magazine
30
Logegebouw Jacob van Campen, Van
Randenbroek
35
Kapel Coelhorst, Coelhorsterweg 35,
De Zonnehof, Zonnehof 8
Het tentoonstellingsgebouw De Zonnehof werd in 1958 ontworpen door architect Gerrit Rietveld. Burgemeester Molendijk speelde een belangrijke rol bij de totstandkoming van dit zeer ruimtelijk opgezette gebouw, waarvan de eerste plannen uit 1956 dateren. In het gebouw is gebruik gemaakt van een maatsysteem van drie meter, dat zowel in de plattegrond als in de gevels is terug te vinden. De gevels zijn opgebouwd uit witte en zwarte geglazuurde baksteen. Geheel in de lijn van De Stijl ontwierp de architect sobere vergaarbakken passend in zijn functionele gevelontwerp. Ondanks de strakke blokvorm bezit het interieur een verrassende ruimtelijkheid.
Zie voor wandeling pag. 50
Zie voor wandeling pag. 50
Foto: Bureau Monumentenzorg
Tentoonstellingsgebouw
31
Activiteiten Siesta, Omgeving Eem
Op de plaats van het ‘Spijkertje’ wordt op verschillende momenten op de dag een rijdende beiaard bespeeld.
Foto: Willem van Loon
op de verdieping is gesitueerd, waardoor de kerkgangers letterlijk en figuurlijk OP-gaan om God te ontmoeten. Het interieur bezit voor die tijd kenmerkende ramen, waarin o.a. Psalm 23 is uitgebeeld. De onderverdieping is laag, bestemd voor ‘aardse’ zaken, zoals vergaderingen en doordeweekse activiteiten.
Hoogland-West
De ingrijpende restauratie van deze boerderij is nagenoeg voltooid, waardoor een bezoek aan dit monument zeer de moeite waard is. (zie ook pag. 38).
Persijnstraat 9
Logegebouw van de Vrijmetselarij rond Amersfoort, in 1900 door architect W. van Schaik in Jugendstil gebouwd voor Vrijmetselaarsloge Jacob van Campen. Het gebouw kent een Voorhof voor ‘gewone’ bijeenkomsten. Daarnaast is er de Tempel, waar de broeders ceremonieel bijeenkomen. De artefacten in deze tempel hebben een symbolisch karakter overeenkomstig de aard van de Vrijmetselarij die veelvuldig gebruik maakt van symbolen en rituelen uit de middeleeuwse kathedralenbouw. Maçonnieke symbolen, zoals de winkel haak en de passer, treft men niet alleen aan in het tympaan boven de hoofdingang, maar ook in de glas-in-loodramen door het gehele gebouw.
Hoogland-West
De eerste vermelding van deze, aan Sint Nicolaas (patroonheilige van de zeevarenden) gewijde, kapel dateert uit 1363. Het gebouw is rechthoekig van vorm en is niet voorzien van een voor kapellen zo kenmerkende (meestal drie-zijdige) koorsluiting. De kapel is vrijwel exact oost-west georiënteerd, waardoor het schuin aan de Coelhorsterweg is gelegen. Na de reformatie in Amersfoort (1579) werden in de kapel toch nog tot 1585 katholieke diensten gehouden. Om het rooms-katholicisme terug te dringen, besloten de Staten van Utrecht in 1655 om de kapel weer te openen, maar nu voor protestantse doeleinden. Op 11 december 1747 bracht een storm zware schade toe aan het gebouw. Pas in 1759 besloten de Staten van Utrecht tot restauratie over te gaan en werd de kapel weer in gebruik genomen. Na de opening van een nieuwe kerk in de dorpskern van Hoogland werd de kapel Coelhorst in 1843 verkocht aan de familie Van Tuijl van Serooskerken, de bewoners van het landgoed Coelhorst. In een rond venster bevindt zich nog het zeer oude wapen van deze familie, waarop drie jachthonden, brakken genaamd, staan afgebeeld. Het gebouw werd als grafkapel in gebruik genomen en bleef dat tot op de huidige dag, na overerving, sinds 1957, voor de familie Beelaerts van Blokland. Uit deze periode stammen drie graftomben die zich tegen de oostwand bevinden.
36
Boerderij De Geer, De Stelp 37,
Kattenbroek
zie pag. 38
Boerderij, Bik 29, Hoogland
32
Wandeling door Vathorst
Voor het eerst is deze boerderij, die in restauratie is, voor het publiek toegankelijk. Zie ook pag. 38.
zie pag. 7
33
Boerderij Bosserdijk,
Zevenhuizerstraat 56, Hoogland
Evenals vorig jaar kunt u boerderij Bosserdijk bezoeken. Inmiddels is de restauratie ver gevorderd.
36
Boerderij, Coelhorsterweg 6,
Dit kerkgebouw is ontworpen door de Hilversumse architect Dick Egberts. Nadat de eerste steen op 8 juni 1962 was geplaatst, kon de kerk op 25 maart 1964 in gebruik worden genomen. Op de gevel bevindt zich een figuratieve voorstelling met in het midden een kruisvorm. Bijzonder is dat de kerkzaal
Tijdens de dag is in dit monument regelmatig muziek te beluisteren. Zie hiervoor het programma op pagina's 8 en 9.
29
34
Opstandingskerk, Euterpeplein 1,
gemeentelijke archiefdienst Amersfoort, is in dit pand gevestigd. De collectie kunt u raadplegen via www.archiefeemland.nl.
28
ornamenten
37
Met dank aan: Janneke van Brussel, Sandra Hovens, Willem van Loon, Theo Miltenburg, Hetty van Oordt, Joke Sickmann, Francien Snieder, Abe van der Veen en Jaap Vernhout.
amersfoort magazine
ornamenten
Open-Boerderijenroute | Tekst Albert van Engelenhoven, monumentenadviseur/bouwhistoricus bureau monumentenzorg Amersfoort
Door de moderniseringen in de agrarische sector, de afgelopen decennia, is veel van het historische karakter van de boerenerven verdwenen. Veel oude boerderijen, hooibergingen, stallen en schuren zijn afgebroken, of dermate aangepast aan een nieuwe functie als modern boerenbedrijf, kantoor of woonhuis, dat de intrinsieke waarde ervan in meer of mindere mate verloren is gegaan. Dit proces zal zich de komende jaren onverminderd voortzetten, waardoor de kans bestaat dat historische boerderijcomplexen geheel dreigen te verdwijnen Om deze ongewenste ontwikkeling te keren, is de gemeente Amersfoort momenteel bezig met een onderzoek naar de cultuurhistorische waarde van alle boerderijen die dateren van voor 1960. Uit een eerdere inventarisatie bleek dat dit aantal zo’n 200 stuks betreft. De belangrijkste daarvan zullen ter zijner tijd als monument worden beschermd. Waarmee functieverlies niet is uit te sluiten, maar de aanwezige fysieke historische waarden in ieder geval bewaard zullen blijven. Hierbij gaat de aandacht niet alleen uit naar de betreffende boerderij, maar ook het erf met opstallen, beplanting en historisch-geografische elementen maken deel uit van de waardebeoordeling. De eerste stappen op de weg naar duurzaam behoud zijn al daadwerkelijk gezet. Voor enkele boerderijen zijn voorbereidingen voor restauratie gaande, voor een aantal is de uitvoering ervan gestart en één boerderij, gelegen aan de Coelhorsterweg 6, zal op openmonumentendag officieel worden opengesteld voor publiek na een belangwekkende restauratie.
Coelhorsterweg 6, boerderij Kraaijkamp
36
Aan de Coelhorsterweg 6 stond een vervallen boerderijtje omringd door grote en al even vervallen schuren. Hier woonden broer en zus; Gradus en Meintje van Weerhorst, laatste telgen van een familie die hier zo’n 150 jaar heeft gewoond en een boerenbedrijf runde. Na hun overlijden kocht de familie Smink boerderij en erf, om hier een nieuw huis te bouwen. Omdat de boerderij als monument beschermd was, mocht deze niet worden afgebroken. Het woonhuis verrijst momenteel elders op het perceel en de boerderij is vorig jaar door de familie Smink in authentieke staat hersteld. Ook het erf is op oude wijze ingericht met stallen, een omheinde moestuin, een boomgaard, een drinkpoel voor het vee en ter zijner tijd ook nog een hooiberg. Tezamen met het omringende weide- en akkerlandschap van Hoogland-west, is hier weer zichtbaar onder welke omstandigheden men zo’n 150 jaar terug woonde en leefde op het Hogeland. Op openmonumentendag zal de boerderij op feestelijke wijze door de wethouder van monumentenzorg worden geopend voor publiek. Omdat de boerderij één van de weinige is die van ouds af geen eigen naam heeft, zal de openstelling worden benut om daar wat aan te doen. De boerderij zal worden vernoemd naar Willem Kraaijkamp, die verantwoordelijk is voor de bouw ervan in 1820. U bent van harte welkom om de openingshandeling om 10 uur ’s-ochtends bij te wonen.
Foto links boerderij Kraaijkamp met vader en zoon Van Weerhorst op een foto uit omstreeks 1900. Foto rechts: boerderij Kraaijkamp na restauratie in 2005/6. (foto links: Archief Eemland/foto rechts: bureau monumentenzorg)
37
amersfoort magazine
Zevenhuizerstraat 56, boerderij Bosserdijk
ornamenten
33
Boerderij Bosserdijk in onttakelede toestand met op de voorgrond de medewerkers van bureau monumentenzorg. V.l.n.r. Max Cramer, Jaap Vernhout, Sandra Hovens en Albert van Engelenhoven. (foto: bureau monumentenzorg)
Op het einde van een boomrijke oprijlaan vanaf de Zevenhuizerstraat, ligt de ooit zo belangrijke boerderij Bosserdijk, ingeklemd tussen de huizen van de wijk Langenoord. Vanwege de vervallen toestand, was het een schandvlek in de zo ordelijke wijk. Maar hierin komt momenteel verandering, in opdracht van Schipper-Bosch projectontwikkeling vindt momenteel een restauratie plaats van de uit 1720 daterende boerderij. Met behoud van de historische waarden worden er twee royale woningen in gerealiseerd.
De Bik 29 (hoek Van Boetselaerlaan)
32
Boerderij Heetkamp, foto achterzijde boerderij (foto: bureau monumentenzorg)
aangegeven; 1856. Cornelis Schoonderbeek heeft de boerderij in dat jaar voor zichzelf en zijn vrouw Rutje van ‘t Klooster laten bouwen. Het perceel was in bezit van de vader van Rutje. In 1887 kocht Gijs van Wee de boerderij en zijn familie zou deze zo’n 100 jaar in bezit houden. In 1964 verplaatste men het woongedeelte naar een uitbreiding rechts van de boerderij. De koestal werd vervolgens doorgetrokken tot aan de voorgevel van de boerderij. Momenteel bestaan er plannen om de boerderij te restaureren en er een woning in onder te brengen. De uitbreiding van 1964 zal dan worden verwijderd. De vele schuren en loodsen worden vernieuwd, er voor in de plaats komen kleinere schuren in aangepaste stijl. (N.B. Deze boerderij is niet van binnen te bezoeken)
De Stelp 37, boerderij De Geer Boerderij aan De Bik 29, foto voorzijde rond 1970. De luiken en roederamen keren met de restauratie, die momenteel gaande is, weer terug. (foto: Ria Hilhorst/Archief Eemland)
36
(op de plattegrond op pag. 3 opgenomen) Een felle brand heeft in 2003 deze bijzondere, laat
17de eeuwse boerderij zwaar beschadigd. Tragisch, want dit was één van de weinige vrijwel gave historische boerderijen in Amersfoort. De vele schuren alsmede de drie hooibergen naast de boerderij bleven daarbij intact. Herbouw van de boerderij is een zware opgave, maar niet onmogelijk. In afwachting hiervan wordt de boerderij, om verder verval door weersinvloeden tegen te gaan, beschermd door een omhulsel van steigers en tentdoek. Omwonenden van de boerderij in de wijk Kattenbroek hebben zich verenigd in een stichting met de naam De Stolp, men wil de boerderij restaureren en hier een centrum voor bezinning, bezieling en creatieve ontwikkeling realiseren. Op open-monumentendag zal deze stichting diverse activiteiten rond de boerderij ontplooien. De Geer ligt achter de brandweerkazerne van Kattenbroek. U rijdt komende vanaf Het Masker De Baander in en gaat linksaf via Het Klinket naar boerderij De Geer.
In Hoogland staat aan De Bik, voorheen de weg naar De Slaag genoemd, op de hoek met de Oude Kleetersteeg (nu Van Boetselaerlaan) een boerderij die in huidig voorkomen in het derde kwart van de 19de eeuw is gebouwd door Pieter van ’t Klooster (van Schothorst). De boerderij werd gepacht, en later gekocht door de familie Berg, die hier tot 1990 een boerenbedrijf had. Kort hierna werd de boerderij, die traditioneel van opzet en indeling is, tot woonhuis ingericht en hiervoor ingrijpend verbouwd. Onlangs is die inrichting weer geheel verwijderd en momenteel wordt de boerderij gerestaureerd, om vervolgens weer opnieuw als woning in gebruik te worden genomen.
Weerhorsterweg 6, (hoek Droevendalse steeg) boerderij Heetkamp niet open Het bouwjaar van deze landschappelijk fraai gelegen boerderij is met muurankers in de voorgevel Boerderij De Geer, foto van de restanten van de boerderij onder een beschermende omhulling. (foto: bureau monumentenzorg)
38
-AdvertorialHart voor monument houdt onderhoudskosten voor eigenaar laag
Warm welkom voor Monumentenwacht | Tekst: Roelien Gorter Beeld: Archief Monumentenwacht Utrecht
Monumenten typeren vaak het karakter van een streek of een straat. De eigenaar heeft dus iets bijzonders onder zijn hoede. De Monumentenwacht draagt bij aan het behoud van het cultureel erfgoed in Nederland. Door regelmatige inspectie en onderhoud worden de kosten van de instandhouding van de historische gebouwen zo laag mogelijk gehouden. Wichert van Dijk, directeur van Monumentenwacht Utrecht, en senior-monumentwachter Joop Jansen leggen uit wat ze voor monumenteneigenaren kunnen betekenen. pannen. Dat lijkt misschien een kleinigheid, maar een dakpan die niet goed ligt, kan bijvoorbeeld veel waterschade veroorzaken. Lekkage vinden we dan ook echt uit den boze. We zullen er alles aan doen om een pand wind- en waterdicht achter te laten.” Een gemiddelde dag van de Monumentenwacht begint rond acht uur ‘s ochtends. Met een bus volledig toegerust met alle benodigde materialen, vertrekt het team van twee wachters naar de plaats van bestemming. Na het doornemen van de stand van zaken met de eigenaar of beheerder start de inspectie en worden de werkzaamheden verricht. “Afhankelijk van de grootte van het pand neemt dat een dag tot soms wel drie dagen of een week in beslag.” De gemiddelde inspectietijd voor een woonhuis was in 2005 twaalf manuren.
Historische woonhuizen, boerderijen, kerken, kastelen en andere waardevolle gebouwen worden geïnspecteerd en onderhouden door elf Monumentenwachten verdeeld over Nederland. Monumentenwacht Utrecht heeft in haar provincie zo’n 2.500 monumenten onder haar hoede. Dat is een kwart van het aantal dat zich in de provincie bevindt. Lidmaatschap van de Monumentenwacht is geen vanzelfsprekendheid. Van Dijk: “Nederlanders zijn blijkbaar niet geneigd om te onderhouden. Let maar eens op hoe vaak mensen verhuizen of een andere auto aanschaffen op het moment dat er onderhoud gepleegd moet worden. Blijkbaar lopen we ervoor weg en vinden we het chiquer voor nieuw te gaan.” Joop Jansen vult aan: “Wie een monument koopt, schaft daarmee ook
onderhoud aan. Iets moois in stand houden, lukt nu eenmaal niet zonder er aandacht aan te besteden. Dat gaat met een klassieke auto net zo.”
Waarde Eenmaal lid van de Monumentenwacht erkennen de eigenaren de waarde. “We hebben alleen tevreden klanten”, vertelt de directeur. “Met onze specifieke deskundigheid kunnen we dan ook veel betekenen”, vervolgt Jansen. “Een monumentenwachter is een allround vakman. Hij heeft verstand van timmer-, schilder- en vooral lood- en zinkwerk. Dat betekent ook dat we continu geschoold worden. We inspecteren een monumentaal pand, rapporteren de bevindingen aan de eigenaar en verrichten ter plekke klein onderhoud, zoals het vastleggen van dak-
Wanneer de inspectie eenmaal is verricht en de kleine herstelwerkzaamheden zijn uitgevoerd, ontvangt de eigenaar een rapport. Daarin staan alle constateringen en werkzaamheden vermeld. De Monumentenwacht kan vervolgens assisteren bij het opstellen van een onderhoudsplanning en het onderhoudswerk begeleiden.
Kosten besparen Hoewel de inspectie klinkt als een soort van Belastingdienst, is het tegendeel waar. “De Monumentenwacht is juist van harte welkom. Deze veelzijdige specialisten kunnen monumenteneigenaren veel kosten besparen door regelmatig onderzoek”, verklaart de directeur. Van Dijk grijpt nog even terug naar de geschiedenis. Iets meer dan dertig jaar geleden startte aannemer Yde Schakel in Friesland op kleine schaal met een
39
amersfoort magazine
Monumentenwacht. Hij had het idee om na restauratie regelmatig kleine inspecties uit te voeren en dat groeide uit tot de eerste Monumentenwacht. Inmiddels zijn er elf autonome provinciale Monumentenwachten. De kleine inspecties zijn groter geworden en ook het werk van de wachters is toegenomen. Utrecht telt zo’n tienduizend monumenten. Een kwart van de eigenaren heeft zich aangesloten bij de Monumentenwacht. “Onze rol zou groter moeten worden. Iedereen die zijn monument een warm hart toedraagt zou zich bij ons moeten aanmelden”, meent Van Dijk. “We zijn blij dat de laatste jaren vooral gemeenten zich dat meer realiseren en met ons afspraken maken of ons aanbevelen.” “Natuurlijk zijn we opgenomen in de cultuurnota van de provincie Utrecht. De huidige gedeputeerde voor cultuur, Jan van Bergen, en de leden van Provinciale Staten dragen de Monumentenwacht een warm hart toe. Door de ondersteuning van de provincie Utrecht kan de Monumentenwacht een laag uurtarief hanteren: in 2006 slechts € 26,50. Bovendien zijn we niet BTW-plichtig.” Dat de provincie veel waarde hecht aan haar monumenten blijkt ook uit de recente oprichting van een provinciaal CultuurFonds voor Monumenten. Dit fonds verstrekt leningen aan eigenaren van gemeentelijke monumenten of woningen die deel uit maken van een beschermd stads- of dorpsgezicht.
NRF-leningen Het Nationaal Restauratie Fonds (NRF) is een belangrijke partner voor eigenaren van monumenten. Het fonds verstrekt laagrentende leningen aan eigenaren van Rijksmonumenten. Tegelijk coördineert het NRF voor Utrecht de Provinciale regeling voor gemeentelijke monumenten uit. Ook hier is het NRF de uitvoerder. De provincie draagt dus voor een belangrijk deel bij aan de Monumentenwacht, maar ook het Prins Bernard Cultuurfonds laat zich niet onbetuigd. Elke keer dat Monumentenwacht Utrecht haar
40
ornamenten
team uitbreidt en er daarvoor een nieuwe bus nodig is, wordt deze volledig door het Prins Bernard Cultuurfonds gesponsord. “Ook dat scheelt ons enorm in de opstartkosten”, aldus Van Dijk.
Amersfoort In Amersfoort wordt met twee teams gewerkt die elk 350 monumenten inspecteren en van klein onderhoud voorzien. Elk team heeft de helft van de stad en een deel van het buitengebied. Tussen de Amersfoortse monumenten zitten verschillende favorieten onder de wachters. Het ‘huis met de blauwe ruitjes’ wordt genoemd, een voormalig klooster en de loge van de vrijmetselarij. Ook de begraafplaats in Amerongen heeft de bijzondere interesse van de wachters. Daarvan werden de grafkelders geïnspecteerd en dat gaf ook een bijzondere draai aan het werk. “Dit vak biedt zoveel variatie”, betoogt Jansen. De seniorwachter legt uit dat je op plaatsen komt waar anderen nooit zullen komen. “De ene keer heb je te maken met een woonhuis of boerderij als monumentaal pand, maar vaak genoeg zijn we ook op landgoederen en bij kastelen te vinden. Dan kom je ineens binnen bij een barones. Dat maakt het werk erg interessant. Niet alleen de personen dragen daaraan bij, maar ook de plaatsen waar het inspectiewerk en het onderhoud wordt verricht. Elke denkbare plaats inspecteren we. Dat betekent dus ook dat we het dak opgaan, torenspitsen beklimmen en aan de andere kant de kelder en kruipruimte inspecteren.” Soms zien de wachters met lede ogen aan dat er onder monumenteigenaren ook verkeerde keuzes worden gemaakt. Een doorn in het oog van monumentenwachters wordt het schoonmaken van gevels en vervangen van voegwerk genoemd. “Vaak is dat een esthetische overweging en heeft het niets met instandhouding te maken”, legt Van Dijk uit. “We ontmoedigen dat vrijwel altijd. Natuurlijk moet je soms voegwerk vervangen, maar dat kan prima gedeeltelijk en op kleur met het bestaande metselwerk. Bij schoonmaken van een gevel gaat de baklaag van een steen vaak stuk, de steen wordt dan poreus. Bij het machinaal uitslijpen van voegwerk gaat ook vaak de steen stuk en krijg je grotere en
dikke, vaak veel lelijker, voeg.
Foute restauraties Daarmee benadrukken de directeur en de seniormonumentenwachter nog maar eens te meer dat de monumenten hen zeer aan het hart gaan. “We willen het liefst zoveel mogelijk eigenaren bedienen. Ook om fout onderhoud en grootscheepse restauraties te voorkomen, zodat de oorspronkelijkheid van een pand behouden kan blijven. Het is nu eenmaal erg belangrijk om onderhoud uit te voeren. Wanneer een pand goed wordt onderhouden, bespaart dat op den duur kosten. Wanneer het woord restauratie valt, is het eigenlijk al te laat. Dan is onderhoud zo lang uitgebleven dat het echt veel geld gaat kosten. De Monumentenwacht werkt dus vooral preventief.” Daarom is het belangrijk dat monumentenbezitters zich bij ons aansluiten. Velen denken dat ze vanzelfsprekend lid zijn en spreken ons daarop aan. Helaas is dat niet zo, daarvoor moeten eigenaren zich toch echt eerst aanmelden (zie kader).” De Monumentenwacht heeft dus een belangrijke taak. “De bescherming van het gebouwd cultureel
Meer informatie of een aanmeldingsformulier? Monumentenwacht Utrecht Herenstraat 28 3512 KD Utrecht T 030 234 3880 E
[email protected]
erfgoed zien wij als groot belang”, zegt Van Dijk. “De geschiedenis van een land weerspiegelt zich in de bebouwing. Wij stimuleren particuliere eigenaren om dat te laten zien.”
Voordeel voor abonnees onder andere: • • • •
Kennis en informatie direct beschikbaar Bij kleine schades meteen hulp Periodiek een standaard inspectie Verval wordt voorkomen
Speciale Bijlage
35 jaar Stadsherstel Amersfoort behorende bij het Amersfoort Magazine Open Monumentendag - special 2006
Door Jos van der Burg
Colofon Stadsherstel Amersfoort-bijlage Tekst: Jos van der Burg Foto’s: omslagfoto door Petra van Schaik overige foto’s Archief Stadsherstel Amersfoort Productie: Uitgeverij Educom BV Uitgave: september 2006
In 1971 kocht de NV Amersfoortse Maatschappij tot Stadsherstel haar eerste pand. Vijfendertig jaar later bezit Stadsherstel ruim tweehonderd panden. Directeur Fons de Backer blikt in het jubileumjaar terug en kijkt vooruit. “Wij houden ons bezig met het aanpakken van slechte plekken in de stad. Wij poetsen doffe parels op.” Iedere tijd kent zijn eigenaardigheden. Een halve eeuw geleden was men in de ban van de vooruitgang en had men weinig oog voor het verleden. Uit menig oud pand werden in die tijd alle ambachtelijke oude details verwijderd. Glas in lood ramen werden vervangen door modern glas, fraaie profieldeuren afgetimmerd met triplexplaten en versierde plafonds ingeruild voor gladde gipsplaten. Het
42
stoffige verleden had afgedaan, het draaide om de toekomst. Binnensteden werden rücksichtlos op de schop genomen, waarbij veel historisch waardevolle zaken verloren gingen. In het barre historische klimaat staken zeven leden van de Juniorkamer Eemland in 1967 de koppen bij elkaar. Zij konden het niet langer aanzien dat ook in Amersfoort veel historische panden verloederden. Hoe het
Jubileum Stadsherstel Vijfendertig jaar timmeren aan de stad tij te keren? Met de oprichting van de NV Amersfoortse Maatschappij tot Stadsherstel wilden de zeven een bijdrage leveren aan het behoud van historische panden. De uitgifte van aandelen leverde veertigduizend gulden werkkapitaal op, zodat in 1971 in de Lieve Vrouwestraat het eerste pand kon worden gekocht. Niet zomaar een gebouw, maar de Lamme Goedsack, tot voor kort beter bekend als restaurant ‘t Madammeke. Voor het pand moest dertigduizend gulden worden neergeteld. Een habbekrats, ook al was het gebouw zwaar verwaarloosd, zegt De Backer. “Door de toen riante subsidieregeling van de rijksoverheid kon het pand voor 526 duizend gulden worden opgeknapt.” Nieuwe aankopen volgden, zoals het Kapelhuis aan de Krankeledenstraat, de ‘Gekroonde Meelzak’ aan het
Hof 19 voor de restauratie
Grote Spui, waarin nu nog de Nederlandse Beiaardschool zit, en de Snuifmolen aan de Kamp, waarin Toko Tjin is gevestigd. Nadat een stuk of tien panden waren verworven en opgeknapt, raakte de vaart er uit. De Backer: “De subsidieregeling voor het restaureren van oude panden werd in de jaren tachtig
sterk beknot, zodat het steeds moeilijker werd om restauraties financieel rond te krijgen. Einde jaren tachtig kreeg Stadsherstel de exploitatie nauwelijks nog sluitend.”
Kortegracht 6 voor de restauratie
Kortegracht 6 na de restauratie
Hof 19 tijdens de restauratie
Hof 19 na de restauratie
Stadsherstel Amersfoort was niet de eerste stad waarin kapitaalkrachtige burgers zich inspanden om historische waardevolle panden te behouden. In Amsterdam leidde de sloop van veel authentieke woningen in de binnenstad al in 1956 tot de oprichting van Stadsherstel Amsterdam NV. Net als de NV Amersfoortse Maatschappij tot Stadsherstel vanaf 1971 spant deze club zich in om bedreigde en verwaarloosde, historisch waardevolle panden te restaureren. In 1977 was de oprichting van Stadsherstel Den Haag en Omgeving. Nog veel later was Zwolle: in 1999 werd Stadsherstel Zwolle opgericht. Inmiddels kent bijna elke stad een Stadsherstel. De doelstellingen variëren op onderdelen, maar altijd gaat het om het behoud van historisch waardevolle panden.
43
æ
De Alliantie De Alliantie is in 2001 ontstaan uit een fusie van de woningcorporaties de Dageraad (Amsterdam), Atrium (Hilversum), Groene Stad Almere (Almere) en SCW (Amersfoort). De vier zijn na de fusie als zelfstandige werkmaatschappijen blijven bestaan. Sinds dit jaar heten de fusiepartners respectievelijk de Alliantie Amsterdam, de Alliantie Gooi en Vechtstreek, de Alliantie Flevoland en de Alliantie Eemvallei. De fusie past in de trend dat woningcorporaties zich versterken om slagvaardiger op de snel veranderende woningmarkt te kunnen optreden. In totaal heeft de Alliantie de zorg voor bijna zestigduizend woningen. Haar kerntaak is het huisvesten van een brede groep mensen, waarbij het accent valt op mensen met een smalle beurs. Maar de Alliantie doet meer. Ze werkt in wijken met andere partijen ook aan een schone, prettige en veilige leefomgeving.
Eigen beleid
De toekomst zag er somber uit, maar doortastend optreden van de toenmalige directeur Henk van den Broek van woningcorporatie SCW - de tegenwoordige de Alliante Eemvallei - bezorgde Stadsherstel een paar jaar later nieuw elan. De Backer. “Het was de tijd dat SCW de woningen overnam van het gemeentelijk Woningbedrijf. Daaronder zaten veel woonhuismonumenten. Van den Broek zag in het opknappen en de exploitatie ervan een taak voor Stadsherstel. Hij kocht met SCW alle aandelen van Stadsherstel, waarna de woonhuismonumenten werden overgeheveld naar Stadsherstel.” Het resultaat was een gestage groei van Stadsherstel. In 1997 bezat zij veertig panden, in 2001 honderdzestig en nu ruim tweehonderd. SCW redde Stadsherstel, maar Stadsherstel trad ook actief op buiten de woningcorporatie. Ruim de helft van het bezit is af komstig van SCW, de andere panden zijn af komstig van particulieren. Een grote sprong maakte Stadsherstel in 2000 met de aankoop van het volle-
Hof 39 in oude situatie vóór restauratie
dige bezit van pandenexploitant Gerrit Schulten. In één klap was Stadsherstel ca. veertig panden, waaronder veel bedrijfspanden, rijker. Stadsherstel overleefde de fusie van SCW met drie andere woningcorporaties in 2001. De positie van Stadsherstel is er niet wezenlijk door veranderd, zegt De Backer. “In plaats van
44
æ SCW is de Alliantie nu onze eigenaar, maar we voeren nog steeds ons eigen beleid. We hebben eigen commissarissen, een eigen begroting en jaarrekening.” De fusie zal op termijn de positie van Stadsherstel zelfs versterken, denkt De Backer. “De rijksoverheid heeft dit jaar de restauratieregeling door een instandhoudingsregeling vervangen. Er worden bijzondere eisen gesteld aan Stadsherstelorganisaties die een beroep op deze nieuwe subsidieregeling doen. Ze moeten beschikken over een professioneel werkapparaat en minstens twintig monumenten in bezit hebben. Ook moeten ze over een periode van vijf jaar hebben bewezen dat ze goed kunnen restaureren. Stadsherstel Amersfoort is de enige binnen de Alliantie die aan deze voorwaarden voldoet. We kijken nu wat dat concreet kan betekenen voor de drie werkmaatschappijen van de Alliantie. Met ‘wij’ doel ik in dit verband op ZINNIG Beheer dat al meer dan vijf jaar het financieel-,administratief- en technisch beheer verzorgt van
Hof 39 tijdens de restauratie
het stadsherstelbezit en dus ook de restauratieplannen voorbereidt. Behalve de directeur heeft Stadsherstel geen personeel in dienst.”
Parels
Stadsherstel heeft ook in ander opzicht het tij mee, want het besef dringt steeds beter door dat restaureren en onderhouden van historische panden maatwerk is. De Backer: “In het verleden vielen bij de meeste woningcorporaties monumenten onder het algemene beleid. Ze hadden geen bijzondere status. Dat leidde tot ongewenste situaties. Als in een straat kozijnen werden vervangen door kunststof kozijnen, kregen ook historisch waardevolle panden deze kozijnen. Dat is begrijpelijk, want woningcorporaties denken in grote aantallen. Men komt er steeds meer achter dat die benadering niet past bij de zorg voor historische waardevolle woningen. Woningcorporaties beseffen steeds beter dat deze monumenten de moeite waard zijn. Ze willen zich er graag mee afficheren. Een rol speelt ook dat maatschappelijk ondernemen steeds belangrijker wordt.” Dat woningcorporaties veel belang hechten aan historische panden merkte De Backer vijf jaar geleden ook na de oprichting van de Alliantie.
Hof 39 na de restauratie
“Toen ik een notitie schreef over de meerwaarde van Stadsherstel voor de drie andere werkmaatschappijen, was de reactie in de sfeer van: leuk dat je met ons wilt meedenken, maar blijf wel van onze monumenten af. Historische panden zijn voor hen de parels in de kroon. Ze koesteren dit kleine deel van hun bezit.”
Oudste stenen huis Tijdens bouwhistorisch onderzoek in Hof 39 kwam de oudste bouwfase van dit pand aan het licht. Er werden zgn. ‘kloostermoppen’ gevonden. Afgaande op het formaat van die stenen is Hof 39 in de dertiende eeuw gebouwd Achter de vroeg-negentiende-eeuwse gevel gaat een huis schuil met vijftiendeeeuwse vloeren, en zelfs dertiende-eeuwse muren. Dit blijkt het oudste stenen huis van Amersfoort te zijn. Omdat daarvan echter alleen beide zijmuren bewaard zijn gebleven, kan beter worden gesproken van ‘de oudste stenen in een Amersfoorts huis’. Logement “de Gaaper” verwijst naar de apotheek, die hierlang was gehuisvest. In het boek ‘Middeleeuwse huizen in Amersfoort’ wordt de bouwhistorie van Hof 39 uitvoerig beschreven door Albert van Engelenhoven.
Historische prent van de Hof waarop het pand Hof 39 goed te zien is
Door het grotere historische besef komen restauratierampen nog maar zelden voor, merkt De Backer. “Men doet niet alles meer op eigen houtje, maar laat zich adviseren. Wij krijgen nogal eens vragen over hoe iets aangepakt moet worden. Ook bij stedelijke herontwikkelingen is men voorzichtig geworden.
De Alliantie Eemvallei heeft in Amersfoortse stedelijke herontwikkelingsgebieden de woningvoorraad laten onderzoeken op stedenbouwkundige-, architectonische en monumentale waarden. Als men nu een gebied wil aanpakken, weet men vooraf welke panden historisch waardevol zijn.” Het leidt bij de
Backer tot een tevreden conclusie: “Het historisch besef over het Alliantiebezit is in Amersfoort op peil.”
45
æ
Stadsherstel schildje Op 24 april 2001 werd in restaurant ’t Madammeke in de Lieve Vrouwestraat het dertigjarig bestaan van Stadsherstel Amersfoort gevierd. Toenmalig directeur Fons Asselbergs van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg bevestigde destijds het eerste bronzen schildje van Stadsherstel aan de gevel van ’t Madammeke. Inmiddels siert dit bronzen schildje alle historische panden van Stadsherstel Amersfoort. Het schildje, ontworpen door rijksbeeldhouwer Gerard Overeem, verbeeldt de strijd van SintJoris –de schutspatroon van Amersfoort- met de draak. Met een beetje fantasie kan een parallel worden getrokken met Stadsherstel die het verval van de binnenstad te lijf gaat. Van de beeltenis is ook een legpenning vervaardigd. Deze wordt toegekend aan personen, die van betekenis zijn geweest voor de monumentenzorg in Amersfoort in het algemeen en Stadsherstel in het bijzonder.
46
Stadstimmerman
Terug naar Stadsherstel, dat zich de laatste jaren heeft ontwikkeld van historische schatbewaarder naar ‘stadstimmerman’. De Backer ziet een accentverschuiving. “Het draait bij ons steeds meer om het aanpakken van slechte stedelijke plekken dan om het verwerven van fraaie monumenten. Dat laatste kost veel geld en dat kunnen we beter steken in verwaarloosde zaken die de markt laat liggen. Het is leuk om een glim-
We moeten onze eigen broek ophouden. Als Stadsherstel voor investeringen geld leent bij de Alliantie, moet dat gewoon tegen marktrente worden terugbetaald. Als Stadsherstel geen sluitende exploitatie heeft, word ik door mijn commissarissen en aandeelhouder op de vingers getikt.” æ
Dubbel aantrekkelijk
Doordat Stadsherstel niet louter commercieel opereert, is het de laatste jaren op de woningmarkt
Bronzen schildje van Stadsherstel
mende parel te kopen, maar nog boeiender om een doffe parel op te poetsen. Ik noem ons werk timmeren aan de stad.” Dat Stadsherstel zaken kan aanpakken waarin anderen geen brood zien, komt doordat ze niet streeft naar een zo hoog mogelijk rendement. De Backer: “Wij zijn niet uit op winst, maar op het voorkomen van verlies. Dat is een andere insteek dan die van reguliere projectontwikkelaars. Met onze achtergrond in de wereld van woningcoporaties zijn wij meer gericht op maatschappelijk ondernemen. Waarmee ik niet wil zeggen, dat Stadsherstel zich kan permitteren verlies te maken.
nauwelijks actief. De reden is dat woningen te duur zijn geworden, zegt De Backer. “Met de huidige prijzen kunnen we
Achter de Heilige Geest 3-5 voor de renovatie
bij woningen niet quitte spelen. Dan moeten enorm hoge huren gevraagd worden en Amersfoort heeft daar geen markt voor.” Wel actief wervend is Stadsherstel op de markt van bedrijfspanden. “De Backer: “Woningen zijn te duur, maar het aankopen van bedrijfspanden lukt wel. Dat gaat goed en we hebben nauwelijks leegstand.” Het kopen van bedrijfspanden is vaak dubbel aantrekkelijk voor Stadsherstel, omdat de bovenverdieping vaak omgebouwd kan worden tot een of meerdere wooneenheden. De combinatie bedrijfspand en wonen past in het gemeentelijke beleid om wonen boven winkels te stimuleren. Stadsherstel speelt hierin een actieve rol, zegt De Backer. “In de jaren tachtig en negentig zijn op initiatief van de gemeente honderd woningen boven winkels gerealiseerd. In 2003 wilde de gemeente het beleid een nieuwe impuls geven. Er werd een NV Wonen boven Winkels Amersfoort opgericht met als enige aandeelhouders de gemeente en de Alliantie. Stadsherstel werd gevraagd de directie te voeren over de NV en het beleid te realiseren. Hoewel ook voor andere doelgroepen kan worden gebouwd, richt Wonen boven Winkels zich met name op de realisatie van woonruimte voor studenten en zogenaamde starters op de woningmarkt. Mijn commissarissen gingen akkoord, mits de activiteit financieel los zou staan van de Stadsherstelactiviteiten. Wonen boven winkels is nu eenmaal een andere tak van sport dan
Achter de Heilige Geest 3-5 na de renovatie
het opknappen van historische panden.” æ Goede spoor Wonen boven Winkels Amersfoort heeft een goede start gemaakt en inmiddels twee projecten opgeleverd. De Backer: “In opdracht van Krijco Leisure is de voormalige PPM-disco omgebouwd tot achttien studentenkamers. Wonen boven Winkels Amersfoort is bij dit project als ingenieursbureau opgetreden. Achter de Arnhemse Poortwal (het pleintje achter de Hema) hebben we een project gerealiseerd van negentien appartementen voor starters. Daarvoor heeft de NV de bestaande opstallen, inclusief een koffie- en sexshop aangekocht en gesloopt De beide winkels hebben in de onderbouw van de appartementen hun plek weer teruggekregen. Elders in de stad zijn we met kleinere aantallen bezig. In totaal wordt de realisatie van zo’n vijftig woonruimten voorbereid.” De Backer legt de voordelen van wonen boven winkels nog eens uit. “Het levert een bijdrage aan het versterken van de woonfunctie in de binnenstad. Het is goed voor de stad als winkelstraten ‘s avonds niet uitgestorven zijn. Het voorkomt sociale problemen. Door middel van wonen boven projecten kan ook het bouwkundige verval van bovenetages worden gekeerd.” De Backer is content. “Kijkend naar Amersfoort, zie ik dat er op het terrein van volkshuisvesting in bestaande wijken veel gebeurt. Er worden miljoenen in de herstrukturering van stedelijk gebied gestoken. Overal zie je bouwactiviteiten. De stad wordt op de schop genomen en de Alliantie Eemvallei speelt daarin een actieve rol.” Ook over Stadsherstel heeft hij geen klagen. “We hadden een lijst met zevenenveertig slechte plekken in de binnenstad en daarvan zijn er nog maar een paar over. Er is altijd nog genoeg te doen, maar we zitten op het goede spoor.” Of de jubilerende directeur nog wensen heeft? “We zijn met een buurgemeente
Achter de Arnhemse Poortwal voor de herontwikkeling
Achter de Arnhemse Poortwal in ontwikkeling
Achter de Arnhemse Poortwal na oplevering
in gesprek over de verkoop van monumenten aan Stadsherstel. Het besluit moet nog worden genomen, maar als het doorgaat belanden we in een nieuwe fase. We gaan dan over de grenzen van Amersfoort heen. Een andere ontwikkeling in die sfeer is de aanstaande rol die Stadsherstel Amersfoort gaat spelen in het beheer van de monumentenportefeuille van een buiten Amersfoort actieve woningcorporatie “ Er is maar één conclusie mogelijk: Stadsherstel zal nog veel jubilea beleven.æ
47
Uitgeverij Educom BV Zwolle magazine
Verkoopprijs € 2,50
N U M M E R 1 1 JA A R GA N G 3 J U L I 2 0 0 3
inclusief:
kijk
Zwolle
Davis Cup zet Zwolle op de kaart
amersfoort magazine
open monumentendag jaargang 8, nummer 1 - september 2005
G e m e e n t e s e c re t a r i s O e n z e Dijkstra over de veranderingen in de Zwolse ambtelijke o rg a n i s a t i e B E M O G P ro j e k t o n t w i k k e l i n g verhuist van Kampen naar Zwolle
HEDEN, VERLEDEN EN TOEKOMST VAN LANDGOED SCHELLERBERG
Behalve met het uitgeven van het reeds 10 jaar toonaangevende vakblad Geotechniek, heeft Uitgeverij Educom zich gespecialiseerd in de ontwikkeling en realisatie van (stads)promotionele- en beleids themagerichte uitgaven. Al onze uitgaven onderscheiden zich door een hoogwaardige kwaliteit. Dit geldt zowel voor de uitvoering alsmede de inhoud!
Kerken, kloosters en kapellen in Amersfoort
Doordat Uitgeverij Educom zelf mee investeert in kansrijke projecten is het bijna altijd mogelijk een dergelijke uitgave, ook binnen een beperkt budget, te realiseren. Neem vrijbijvend contact met ons op voor een oriënterend gesprek.
...ondersteunt de Open Monumentendag
bladen met inhoud StadSD8>8Q@E< Eldd\i( Eldd\i( DXXik)''DXXik)''-
'%/4%#(.)%+ /NAFHANKELIJK VAKTIJDSCHRIFT VOOR HET GEOTECHNISCHE WERKVELD
G
/NGEDRAINEERDE 3TABILITEITSANALYSE
<
C
;
F
F
I
E
5ITVOERING VAN DE SANDWICHWAND ONDER !MSTERDAM #ENTRAAL 3TATION /MGAAN MET RISICO´S BIJ DE RENOVATIE VAN (ET .IEUWE 2IJKSMUSEUM
Thema :lcklli_`jkfi`jZ_Y\c\`[ >\d\\ek\8g\c[ffie
8
E JAARGANG NUMMER JULI
INCLUSIEF
'%/+5.34
PAGINA TM
EDUCOM COMMUNICATIE T 010 - 425 65 44 E
[email protected]
www.uitgeverijeducom.nl Uw eigen website maakt u zelf! H O S T I N G
mijnwebsite
Bouw in 5 stappen uw eigen website met SiteBuilder! Een site voor uw bedrijf of
Notariskantoor Van der Deijl feliciteert Stadsherstel met het 35-jarig bestaan en wenst Stadherstel nog vele monumentale panden toe.
inclusief Anti-Vir us & Anti-Sp am
• 100 mb schijfruimte • 40 mailboxen • 5 Gb dataverkeer
%1,25
per maand!*
3 818 E N A me r s fo or t 033 - 463 5 1 64
voor privégebruik, u maakt het met SiteBuilder. Eenvoudig en overzichtelijk. En in ‘no time’ online!
prijs inclusief BTW
Wordt per jaar gefactureerd. Het totaalbedrag per jaar is dan % 14,95 incl. BTW * (excl. domeinnaam). U heeft al een domeinnaam vanaf % 9,95 per jaar.
Ut re c ht s e we g 8
Nu gen 0 3 datis gra n!! re probe
Niet alleen de snelste, maar ook de goedkoopste van Nederland!
Kijk op www.watsnel.nl
WANDELING SIESTA langs Industrieel erfgoed en objecten van techniek Museum Flehite, Westsingel 50 In het museum is een routebeschrijving verkrijgbaar van de wandeling langs panden van techniek en industrieel erfgoed. In de hal staat een door de firma Eysink vervaardigde automobiel. In de vaste collectie moet u beslist het fabuleuze 17de-eeuwse stadsgezicht van Matthias Withoos bekijken. Hierop staat de omgeving van de Eem tot in het kleinste detail afgebeeld. In het museum is ook de expositie ‘Amersfoort Werkt’ te bezichtigen.
Grote Spui 21b In dit gebouw was vroeger het beurtvaartbedrijf Houtzagter en Heinemann gevestigd. Mini-expositie: Philishave Grote Koppel 7 Pakhuis d’Eersteling
Kwekersweg 7 Benzinestation Dit BP-station uit 1957, ontworpen door architect Van Wageningen, maakt goede kans op de gemeentelijke monumentenlijst te worden geplaatst. Expositie: Tim van Dordt en Diederick Kraaijveld
Grote Spui 9-11 Beiaardschool, gedeeltelijk te bezichtigen
Het oorspronkelijke gebouw dateert uit 1640. Het stond vroeger bekend als Fabriek van Bakkerij-Grondstoffen A. Bast. In 1974 aangekocht door Stadsherstel en daarna herontwikkeld en gerestaureerd. Vermeldenswaard is verder, dat vanuit de tuin van de Beiaardschaal een fantasiebouwwerk (folly) te zien is. Deze folly staat in de belendende tuin achter Grote Spui 15-17. In 1641 is hier op het terrein van het voormalige Sint Agathaklooster een watermolen aangelegd. De bouwval van de molen is aangevuld met middeleeuwse bouwresten en omgetoverd tot een middeleeuwse kloosterhof.) Hier is een componologische tentoonstelling (over alles wat met beiaards te maken heeft) te bezichtigen. Grote Spui 13, gedeeltelijk te bezichtigen Pakhuis, gebouwd omstreeks 1900, mogelijk naar ontwerp van Herman Kroes. Hier is nu het kantoor van de Vereniging Huurdersbelangen gevestigd.
Koninklijke Klokkengieterij Petit & Fritzen in Aarle-Rixtel. Eerst kregen zij een plaats in de klokkentoren van Libingen (Zwitserland). Na een veel bewogen geschiedenis kregen de klokken uiteindelijk omstreeks 1990 een plaats in een reizende beiaard.
Dit pakhuis is in 1904 gebouwd naar ontwerp van architect Herman Kroes. Opdrachtgever was de ‘Firma J. van Vollenhoven, Afdeeling koloniale waren’ . In 1932 kwam pluimveevoederbedrijf d’Eersteling in het pakhuis. Later in gebruik kantoor en opslagruimte van de veevoederhandel van Gerrit van Nieuwenhuizen. Op de eerste verdieping van d’Eersteling is een fototentoonstelling te bezichtigen van het werk van Jos Ruijssenaars en Conny Meslier. Om 12.00 uur – onder voorbehoud- zal wethouder Ruud Luchtenveld de tentoonstelling officieel openen. Grote Koppel 13 In dit monument is het architectenbureau Jonkman en Klinkhamer gevestigd. Open huis (onder voorbehoud) Onderweg: mini-informatiemarkt met foto’s en boeken over industrieel erfgoed concerten op de beiaard van de Palz ter hoogte van de voormalige plaats van het Spijkertje. De beiaard, die tegenwoordig de naam ‘Reizende Beiaard De Paltz’ draagt, kwam in 1997 in het bezit van de heer E.S. Raaljes. Het carillon dateert uit 1965. De klokken zijn gegoten door de
Brabantsestraat/Kwekersweg Brug over de Eem Deze basculebrug markeert, mede door de hoge pyloon met daarop het wapen van Amersfoort, de entree van de stad. De architectuur is kenmerkend voor de jaren vijftig: een synthese tussen de traditionalistische Delftse school (de pyloon met de baksteenornamentieke patronen en het stadswapen) en de moderne Nieuwe Zakelijkheid (de open brugwachtersruimte). Gemeentelijk monument sind 1988. Tijdens deze dag kan het hefmechanisme van deze in 1956 ontworpen brug worden bezichtigd. Kleine Koppel 39 diverse gebouwen voormalige kleurstoffenfabriek Warner Jenkinson In 1881 is hier door de Amsterdamse architect G.B. Salm de ‘stoomlucifer
fabriek de Eem ’gebouwd. In de loop de jaren is de functie gewijzigd en zijn er diverse gebouwen bijgekomen. De meningen over het behoud van het complex zijn verdeeld. Te bezichtigen zijn: Atelier Theo van der Hoeven, Atelier Ger van Reenen, Atelier Rob Beerling en Hughes – interieur. Daarnaast zijn er rondleidingen, is er een installatie met voorstelling van De Spullenmannen en een Educatieve rondleiding met performance in de oude menghal. Kleine Koppel 15-17 Erdalfabriek (niet open) In 1936 vestigde de Erdalfabriek zich in Amersfoort. De gebouwen zijn ontworpen door architect F.A. Warners. Deze gebouwen staan op de nominatie om op de gemeentelijke monumentenlijst te worden geplaatst. Kleine Koppel 31 complex Rohm and Haas Centraal gelegen op het terrein bevindt zich een gebouw, waarin zich nog restanten bevinden van de villa ‘Eemzicht’, daterend uit 1830-1850. Rechts hiervan bevindt zich een in 1899 door architect W. Salomons ontworpen vierkante bouwmassa die onderdak bood aan een stoomwasinrichting. Links staat een gemetselde fabrieksschoorsteen uit 1927. Rechts van deze schoorsteen staan sinds 1931 twee loodsen met geknikte kappen. Het complex werd in het begin van de jaren vijftig aan de rechter zijde uitgebreid met een aantal loodsen. Alleen de schoorsteen en de droogloodsen komen in aanmerking voor een plaats op de gemeentelijke monumentenlijst Expositie: Thijs Trompert , Marisja Smit, Sander van Mill en Dick Rietkerk Kleine Spui 18, Brouwerij Drie Ringen Waarschijnlijk was dit monumentje vroeger één van de vele stadsboerderijen binnen de muren. Na de restauratie van 1990 is het pand als brouwerij in gebruik genomen. Een gevelsteen met de ‘drie ringen’, waarnaar de brouwerij en het bier zijn genoemd, is na de restauratie in de voorgevel aangebracht. Na de wandeling langs de Eem is een bezoek aan het proeflokaal aan te bevelen.
Krommestraat 36-40 (Dille & Kamille)
“Krommestraat 36-40 Brouwerij ‘De Kroon’ (1663). Een van de mooiste panden in de binnenstad van Amersfoort. Thans heeft dit object een winkel- en woonfunctie. Begin 2006 is het pand - in opdracht van Stadsherstel - grondig opgeknapt.”
NV Amersfoortse Maatschappij tot Stadsherstel Stadsring 236 Postbus 842 3800 AV Amersfoort
telefoon: (033) 460 50 20 fax: (033) 460 50 39 e-mail:
[email protected] internet: www.stadsherstelamersfoort.nl
Cultureel erfgoed voor de toekomst