Vereniging Peuterspeelzaal Amerongen ’t Kwetternest Postbus 20 3958 ZT Amerongen
Pedagogisch beleidsplan 18-09-2013
Pedagogisch beleidsplan
18-09-2013
Inhoudsopgave Voorwoord
3
Deel 1: Het pedagogisch beleid
4
Inleiding 1. Het pedagogisch hoofddoel 1.1. Onze visie op mens zijn 1.2. Onze visie op de ontwikkeling van kinderen 1.3. Onze visie op de opvoeding 1.4. Ons pedagogisch hoofddoel 2. Het pedagogisch handelen 2.1. Subdoel: het gevoel van eigenwaarde van de kinderen stimuleren 2.2. Subdoel: de zelfstandigheid van de kinderen bevorderen 2.3. Subdoel: de sociale ontwikkeling stimuleren 2.3.1. Omgaan met emoties 2.3.2. Omgaan met elkaar 2.3.3. Rekening houden met elkaar, conflicten hanteren 2.4. Subdoel: de kinderen een omgeving bieden waarin ze zich veilig voelen 2.5. Subdoel: de kinderen respect voor het leven bijbrengen
5
3. Het werkplan 3.1. De gewenningsprocedure 3.2. De invulling van een dagdeel 3.2.1. De doelstelling van een dagdeel 3.2.2. Het verloop van een dagdeel 3.2.3 Afscheid nemen 3.2.4. Regels 3.2.5. Het vieren van verjaardagen 3.2.6. Feesten 3.2.7. Stagiaire
8
Deel 2 De randvoorwaardelijke beleidsgebieden
12
6 7
9 10
11
Inleiding 1. Het ouderbeleid 2.1. Algemeen 1.1.1.De informatievoorziening aan de ouders 1.1.2.De betrokkenheid van de ouders 1.1.3.Omgaan met klachten 1.2. Relatie tot het pedagogisch beleid 2. Het personeelsbeleid 2.1. Taakomschrijving medewerker 2.2. De vervangingsprocedure bij ziekte en (on)betaald verlof 2.3.Functioneren
13
14 15
3. Het toelatingsbeleid 3.1.Het Huishoudelijk Reglement van de Peuterspeelzaal Amerongen 3.2.Aanvulling op het Huishoudelijk Reglement van de Peuterspeelzaal Amerongen
PSZ ’t Kwetternest - Amerongen
1
Pedagogisch beleidsplan
4. Het financiële beleid 4.1.Algemeen 4.2.Organisatie 4.3.Begroting 4.3.1.Inkomsten 4.3.2.Uitgaven 4.4.Financiële administratie
18-09-2013
16
17 18
5. Het accommodatiebeleid 6. Het externe beleid 6.1. De gemeente 6.2. Andere kindervoorzieningen
19 20
Deel 3 Omschrijving van de vereniging 1. De verenigingsvorm
21
2. Het bestuur 2.1 Algemeen 2.2 Taakomschrijving voorzitter 2.3 Taakomschrijving secretaris 2.4.Taakomschrijving penningmeester 2.5 Taakomschrijving ledenadministratie 2.6.Taakomschrijving bestuurslid personeelszaken
22
PSZ ’t Kwetternest - Amerongen
2
Pedagogisch beleidsplan
18-09-2013
Voorwoord De Vereniging Peuterspeelzaal Amerongen bestaat officieel sinds 24 april 1974. Voor deze datum waren er al oppasochtenden, geleid door vrijwilligers die lid waren van de Vereniging van Huisvrouwen. Nu bestaat het team uit 3 gediplomeerde medewerkers, verdeeld over twee groepen, die samen 9 dagdelen vullen. In dit pedagogisch beleidsplan staat beschreven op welke wijze peuterspeelzaal “het Kwetternest” uitvoering wil geven aan het pedagogisch handelen. Aan dit pedagogisch handelen, ligt een visie ten grondslag. Deze visie en de vertaling hiervan in doelstellingen zijn nader uitgewerkt in dit beleidsplan. Dit pedagogisch beleidsplan kent haar oorsprong in de praktijk: het dagelijks omgaan met kinderen en hun ouders heeft onze visie op peuterspeelzaalwerk gevoed. Ontwikkelingen in de maatschappij en in het werkveld van de peuterspeelzaal voeden eveneens deze visie. Dit beleidsplan is bestemd voor ouders, medewerkers, stagiaires, beleidsambtenaren, onderwijskrachten en andere belangstellenden. Voor medewerkers en stagiaires biedt dit pedagogisch beleidsplan een leidraad voor hun pedagogisch handelen: wat wil de organisatie aan kinderen bieden; wat zijn de uitgangspunten voor zowel het aanbod als de omgang met kinderen; hoe wordt vormgegeven aan de ontwikkeling, Het beleidsplan geeft de gemeente als subsidieverstrekker voor voor- en vroegschoolse educatie inzicht in de doelstellingen en activiteiten welke met hulp van de verstrekte subsidie worden gerealiseerd. Op het gebied van voorschoolse educatie en doorgaande leerlijnen zijn de te nemen stappen beschreven in een plan van aanpak. Met de Vereniging “Een school met de Bijbel” is een intentieverklaring in het kader van samenwerking getekend. Ook heeft het bestuur van de peuterspeelzaal een huurcontract met de Vereniging “Een school met de Bijbel”. De peuterspeelzaal heeft een open aannamebeleid voor alle drie basisscholen in Amerongen. Het pedagogisch beleidsplan is nooit af. Nieuwe ervaringen en nieuwe inzichten met betrekking tot de ontwikkeling van kinderen en de begeleiding daar zijn voor bestuur, ouders en medewerkers reden om dit beleidsplan op regelmatige basis kritisch te bekijken en indien nodig aan te passen. Een pedagogisch proces zien wij dan ook als een actief en voortdurend vernieuwingsproces. Ik wil de medewerkers, onderwijskrachten, bestuursleden danken voor hun inzet, openheid en actief meedenken, waardoor wij u hier ons pedagogische beleid kunnen presenteren. Maaike Houtman (voorzitter) September 2013
PSZ ’t Kwetternest - Amerongen
3
Pedagogisch beleidsplan
18-09-2013
Deel 1: Het pedagogisch beleid Inleiding De manier waarop gewerkt wordt is een proces geweest van jaren en blijft in ontwikkeling. We willen naar buiten toe duidelijk maken wat onze manier van werken met de kinderen is. Ouders van kinderen die op de peuterspeelzaal komen spelen zullen graag willen weten hoe er met hun kinderen omgegaan wordt. Een keer komen kijken geeft daarnaast veel informatie. Ook vinden we het voor de speelzaal belangrijk dat er een duidelijke werkwijze is. Tenslotte is het pedagogisch beleid belangrijk voor de toetsbaarheid van de kwaliteit van onze speelzaal. We vinden het belangrijk om ons dagelijks handelen te kunnen toetsen aan het beleid, zodat voor onszelf en anderen duidelijk is dat we op een goede manier ons werk doen. In dit deel van het beleidsplan zullen we in de eerste plaats het pedagogisch hoofddoel formuleren. Vervolgens gaan we in op het pedagogisch handelen. Tenslotte beschrijven we in het werkplan de dagelijkse gang van zaken in de groepen.
1. Het pedagogisch hoofddoel Het pedagogisch hoofddoel vormt in feite het antwoord op de vraag: ‘wat willen wij als speelzaal aan de opvoeding bijdragen?’ Om op deze vraag een antwoord te kunnen geven, zullen we eerst onze visie geven op het mens zijn, op de ontwikkeling van kinderen en op de opvoeding.
1.1.
Onze visie op mens zijn
Ieder kind is uniek. We accepteren en respecteren ieder kind met zijn/haar eigen ontwikkeling. We hebben oog en oor voor de mogelijkheden en gevoelens van elk kind. We bieden een vertrouwde uitdagende omgeving en binnen deze leeromgeving wordt elk kind gericht bij zijn/haar ontwikkeling ondersteund. Wanneer een kind opvalt binnen de groep zullen we dit signaleren en in overleg met de ouders zullen we het kind ondersteunen. We bieden kinderen de ruimte om zich op eigen wijze en eigen tempo te ontwikkelen.
1.2.
Onze visie op de ontwikkeling van kinderen
Ieder kind draagt vele mogelijkheden in zich. We gaan uit van de eigen krachten van het kind. Ieder kind is van nature onderzoekend en nieuwsgierig en is uit op een steeds beter omgaan met de wereld waarin hij leeft. We stimuleren ieder kind tot zelfstandigheid, weerbaarheid en het dragen van eigen verantwoordelijkheden. De mate waarin een kind zijn talenten en mogelijkheden ontwikkelt, wordt beïnvloed door zijn opvoeding (zowel thuis als elders) en zijn totale omgeving. Het handelen van opvoeders is van groot belang voor de ontwikkeling van kinderen.
1.3. Onze visie op de opvoeding Als basis om zich te kunnen ontwikkelen hebben kinderen een sfeer van veiligheid en vertrouwen nodig. Wij hebben de taak om voor die veiligheid en dat vertrouwen te zorgen en een omgeving te creëren die voorziet in de behoefte van kinderen om ervaringen op te doen en ze daarin te stimuleren. Daarnaast zien we het als onze taak om de nieuwsgierigheid van kinderen te prikkelen en hen de gelegenheid te geven die nieuwsgierigheid te bevredigen en in goede banen te leiden. Binnen de peuterspeelzaal ontmoet het kind andere kinderen en andere volwassenen. We stimuleren kinderen om elkaar te ontmoeten, met elkaar te spelen en van elkaar te leren.
PSZ ’t Kwetternest - Amerongen
4
Pedagogisch beleidsplan
18-09-2013
1.4. Ons pedagogisch hoofddoel Op grond van het voorgaande formuleren we ons pedagogisch hoofddoel als volgt. Ons streven is dat de kinderen hun eigen persoonlijkheid en talenten optimaal kunnen ontwikkelen en dat wij ze tegelijkertijd normen en waarden bijbrengen. Hierbij houden wij rekening met de omgeving en de maatschappij.
2. Het pedagogisch handelen Het pedagogisch hoofddoel krijgt vorm in het pedagogisch handelen. In de dagelijkse omgang met de kinderen werken we aan diverse subdoelen, die bijdragen aan het behalen van ons hoofddoel. In dit hoofdstuk zullen we aan de hand van een aantal subdoelen ons pedagogisch handelen toelichten. Gaandeweg zal blijken dat de verschillende subdoelen elkaar kunnen overlappen.
2.1. Subdoel: het gevoel van eigenwaarde van de kinderen stimuleren Ieder kind ontwikkelt zijn verstandelijke en lichamelijke mogelijkheden in zijn eigen tempo en naar zijn eigen persoonlijkheid. Het belangrijkste is het plezier van het kind in wat hij doet. De medewerkers proberen vanuit een aandachtige en observerende houding het gedrag, verbale en non verbale uitingen zo juist mogelijk te interpreteren. Kinderen worden gestimuleerd hun eigen verantwoordelijkheid te nemen. Zij worden bewust gemaakt van het verband tussen het eigen gedrag en de reactie van een ander hierop. Kinderen worden geleerd om consequenties van het eigen gedrag beter te begrijpen en daar voor zover mogelijk al rekening mee te houden. Kinderen worden geleerd om te gaan met moeilijke situaties. De leidsters stimuleren hen in het bedenken van oplossingen.
2.2. Subdoel: de zelfstandigheid van de kinderen bevorderen We vinden het belangrijk om de zelfstandigheid van de kinderen te bevorderen, omdat dit het zelfbewustzijn en het zelfvertrouwen ontwikkelt. De kinderen kunnen zo hun eigen “ik” ontdekken. We willen de zelfstandigheid en het zelfvertrouwen bevorderen door de kinderen zoveel mogelijk zelf te laten doen zonder dat er gevaarlijke situaties ontstaan. Kinderen kunnen vaak meer dan je denkt en hebben er plezier in. De sfeer en de omgeving zijn hierbij belangrijk: vaste medewerker, vaste ruimte, vaste groep, vaste plaatsen voor het materiaal. De zelfstandigheid van kinderen kan betrekking hebben op verschillende ontwikkelingsaspecten: motorische ontwikkeling, creatieve ontwikkeling en sociale ontwikkeling; Door deze 3 aspecten te ontwikkelen leert een kind zich zelfstandig te bewegen, leert dat het dingen kan creëren/maken en leert dat het opdrachten en taken kan (laten) uitvoeren. De omgeving om het kind heen wordt zo hanteerbaar en het kind leert zo dat het ook een belangrijke plaats heeft in de omgeving. Motorische ontwikkeling De motorische ontwikkeling is gericht op een toenemende lichaamsbeheersing. Er is een onderscheid tussen de ontwikkeling van de grove en fijne motoriek. Bij de ontwikkeling van de grove motoriek gaat het voornamelijk om het verkrijgen van de fysieke en emotionele controle over bewegingen als lopen, buigen en springen. Bij de fijne motoriek horen allerlei kleine bewegingen die kinderen met handen en vingers, voeten en tenen maken. Het aanbod van spel en spelmateriaal sluit hierbij aan. Bij mooi weer spelen kinderen buiten met fietsjes, karren e.d. Bij slecht weer maken de kinderen gebruik van de materialen van het speellokaal van de basisschool. Hierbij wordt er aandacht gegeven aan spel in groepsverband.
PSZ ’t Kwetternest - Amerongen
5
Pedagogisch beleidsplan
18-09-2013
Creatieve ontwikkeling Creatief zijn is meer dan alleen het werken met verschillende materialen, kinderen geven vorm aan hun eigen belevingswereld. Met allerlei materialen en met verschillende technieken kunnen kinderen uiting geven aan hoe zij de wereld om zich heen ervaren. Er worden zo min mogelijk kant en klare materialen aangeboden. Er wordt een beroep gedaan op de eigen inbreng en fantasie van het kind. Naast ontwikkeling van creativiteit door te werken met verschillende materialen, leren kinderen zich op een andere manier uiten. Er wordt met de kinderen gezongen en gedanst en er wordt naar muziek geluisterd. Ook in het gewone spel gebruiken kinderen hun fantasie. De medewerkers gaan met de kinderen mee in hun fantasiespel: grenzen t.a.v. emotionele en fysieke veiligheid worden hierbij bewaakt. Sociale ontwikkeling Bij de sociale ontwikkeling gaat het om hoe het kind omgaat met anderen en hoe anderen omgaan met het kind. De sociale ontwikkeling is niet los te zien van de emotionele ontwikkeling. De peuters bezoeken vanaf twee jaar de peuterspeelzaal. Een tweejarige peuter is vooral nog heel erg op zichzelf gericht. Vanaf ongeveer twee en een half jaar beginnen de kinderen meer in een groep te functioneren. Vanaf het moment dat kinderen zich meer bewust worden van hun omgeving en van anderen om hen heen, wordt hen spelenderwijs geleerd om rekening te houden met elkaar. Om naar elkaar te luisteren en om samen te spelen en ook samen te delen.
2.3. Subdoel: de sociale ontwikkeling stimuleren 2.3.1. Omgaan met emoties Verdriet, woede, verlegenheid, (on)machtsgevoelens zijn allemaal emoties die belangrijk zijn voor de sociale ontwikkeling. Een kind dat geleerd heeft met zijn emoties om te gaan zal beter in staat zijn om o.a. met de emoties van anderen om te gaan en te begrijpen. We nemen de emoties van de kinderen altijd serieus en proberen ze hun gevoelens onder woorden te laten brengen. Natuurlijk houden we hierbij wel rekening met de verbale mogelijkheden van de kinderen. Bij kinderen die het nog niet goed kunnen verwoorden proberen we d.m.v. vragen de kinderen hierbij te helpen.De sociale ontwikkeling is niet los te zien van de emotionele ontwikkeling. Door bewuste ontmoetingsmomenten te creëren, zoals het kringgesprek, het samen eten, het vieren van een verjaardag, stimuleren de medewerkers om betrokken te zijn met elkaar en de emoties te delen. Kinderen leren in de omgang met elkaar ook dat het belangrijk is om met elkaar rekening te houden, om naar elkaar te luisteren en samen een oplossing te bedenken. 2.3.2. Omgaan met elkaar Voor jonge kinderen is het van belang dat ze leren omgaan met elkaar. Peuters zijn in de overgangsfase van ik-gerichtheid naar gerichtheid op anderen. Als medewerkers proberen we de ontwikkeling van die gerichtheid op anderen te begeleiden. Wanneer kinderen bijvoorbeeld speelgoed van elkaar afpakken, proberen we het probleem op te lossen door er met beide kinderen over te praten. Dit doen we omdat we het kind willen leren te verwoorden wat het wil en te leren delen. Daarnaast maken de medewerkers van de gelegenheid gebruik om te proberen kinderen af te leiden met ander speelgoed. Wanneer twee kinderen op hetzelfde fietsje willen fietsen, zeggen ze bijvoorbeeld tegen het kind dat ook zo graag wil fietsen:” Kom dan ga jij nu even steppen dan mag je straks fietsen”. Soms is delen heel erg moeilijk, vooral met eigen speelgoed. 2.3.3. Rekening houden met elkaar, conflicten hanteren Een belangrijk aspect van omgaan met elkaar is rekening houden met de wensen en belangen van anderen en omgaan met conflicten die zich voordoen. Ieder kind is anders en heeft zijn eigen aanpak nodig. - Spel verstoren, omdat het kind eigenlijk graag mee wil spelen. - Een kind zit niet lekker in zijn vel en reageert dat af op zijn omgeving. - Een conflict tussen kind en medewerker: het stoppen van niet te tolereren gedrag. - Peuter houdt zich niet aan een vaste regel, b.v. niet aan tafel blijven zitten tijdens het eten en drinken. - Conflict tussen twee kinderen: plagen en pijn doen. - Bijten en slaan.
PSZ ’t Kwetternest - Amerongen
6
Pedagogisch beleidsplan
18-09-2013
2.4. Subdoel: de kinderen een omgeving bieden waarin ze zich veilig voelen Om kinderen een veilige omgeving te kunnen bieden, is het van belang om vaste gewoonten aan te leren. Het ritme van de ochtend biedt de kinderen houvast en een veilig gevoel. Aan het begin van de ochtend wordt het verloop van de ochtend besproken met de kinderen aan de hand van dagritmekaarten. Hierbij wordt dan structuur geboden en maken de medewerkers de dag voor de kinderen inzichtelijk. Wanneer er afgeweken wordt van het vaste ritme (bv. bij festiviteiten) wordt hier de nodige aandacht aan geschonken, om zoveel mogelijk te voorkomen dat de kinderen van slag raken. Veiligheid buitenruimte. De peuters spelen op het verhoogde gedeelte van het schoolplein op vastgestelde tijden. Van dit verhoogde schoolplein wordt op andere tijden gebruik gemaakt door de kleutergroepen van de basisschool. De oudere kinderen maken gebruik van het verlaagde schoolplein en de daarbij behorende spelmaterialen. Er mag geen gebruik gemaakt worden van elkaars gedeelte uitgezonderd op aparte feestdagen. Dit is vooraf afgesproken met de directie van de basisschool. Er is een aparte ruimte voor de spelmaterialen van de jonge kinderen. Hier is een structuur van opruimen afgesproken. De kinderen komen niet in de ruimte, de medewerkers zetten alles op de plaats. De buitenruimte wordt door middel van een slot afgesloten. De voetgangershekken worden afgesloten. Er wordt duidelijk bij de peuters aangegeven dat zij op het schoolplein moeten blijven. Afval op het plein wordt door de medewerkers opgeraapt en direct weggegooid. Kapotte kleine materialen worden meegenomen om ter vervanging nieuwe materialen te kunnen bestellen. Voor elke vakantie wordt er door de medewerkers specifiek aandacht besteed aan de stand van zaken van de buitenmaterialen. Tijdens het buitenspel zijn de medewerkers buiten aanwezig en houden toezicht op de kinderen. Er wordt ook regelmatig meegespeeld om de kinderen te kunnen observeren. De veilgheid rond entree/gang valt onder de verantwoording van de basisschool. Dit wordt in het arbobeleid beschreven. Dit geldt ook voor de regels, zoals fietsen en skaten op het plein. Veiligheid binnen de groepsruimte De medewerkers maken gebruik van de keuken van de school, daar wordt de koffie/thee gezet. Er is dus geen apparatuur aanwezig in de groepsruimte. De koffie/thee wordt gedronken op afstand van de kinderen in Er wordt geen kind tijdens het drinken op schoot genomen. Mocht er afval op de grond vallen, wordt dit direct door de medewerker opgeruimd. Een keer per jaar wordt een schoonmaakavond met ouders gehouden. Het speelgoed wordt dan tegelijkertijd aan ouders meegegeven om thuis schoon te maken. Er wordt door de medewerkers hiervoor een instructie gegeven. Ook aan het begin van het schooljaar wordt de schoonmaak door de medewerkers gecontroleerd. Voor elke vakantie worden de volgende punten doorgenomen: - Speelgoed wordt gecontroleerd op scherpe kanten - Kapot speelgoed wordt weggegooid - De veiligheidstrips worden bekeken in alle ruimtes die door ons in gebruik zijn. De kinderen mogen niet rennen binnen de ruimtes die wij in gebruik hebben. Na spel ruimen de kinderen zelf op onder verantwoording van de medewerkers De medewerkers zorgen ervoor dat de plastic zakken opgeborgen zijn in een kastje met een slot en dat het speelgoed met kleine onderdelen opgeborgen zit in een gesloten kast. De deur van de groepsruimte wordt afgesloten. De kinderen kunnen niet zo uit de groep lopen, daar er een extra deurknop boven aan de deur bevestigd is. Er zit een hekwerk voor het magazijn, zodat kinderen niet zelfstandig in het magazijn kunnen komen. Voor veel peuters geeft lichamelijk contact een gevoel van veiligheid, vooral nieuwe kinderen geeft het een gerust gevoel om even op schoot te mogen zitten. We laten hierbij wel het kind de afstand bepalen: wil het niet op schoot of aangeraakt worden? Prima, dan praten we alleen. Ook als een kind zich heeft bezeerd is de schoot een troostrijke plaats. En ook is het natuurlijk belangrijk om zomaar even op schoot iets te kunnen vertellen, zomaar voor de gezelligheid.
PSZ ’t Kwetternest - Amerongen
7
Pedagogisch beleidsplan
18-09-2013
Ook consequente toepassing van de regels draagt bij aan een veilige omgeving. Hierdoor weten kinderen na verloop van tijd precies wat er van ze verwacht wordt in bepaalde situaties en omgekeerd weten ze ook wat ze kunnen verwachten van anderen. Veiligheid binnen sanitaire ruimte Bij beweging in de sanitaire ruimte springt het licht aan. De kinderen gaan zo mogelijk zelfstandig naar het toilet, de medewerker kijkt op afstand toe en zorgt dan dat kinderen niet klimmen binnen de sanitaire ruimte. De medewerker laat de sanitaire ruimte verzorgd en opgeruimd achter. Op grond van veiligheid is het ook belangrijk om goed om te gaan met hygiëne. Hiervoor verwijzen wij naar de bijlage. In deze bijlage is het hygieneprotocol opgenomen. Verdere onderdelen van veiligheid zijn terug te vinden in het arbo-beleidsplan met het daarbij behorende plan van aanpak
2.5. Subdoel: de kinderen respect voor het leven bijbrengen We willen de kinderen respect bijbrengen voor de ander, ook als die anders is, b.v. een andere huidskleur heeft, een beperking heeft, een afgeplakt oogje heeft of andere opvallende kenmerken. We tonen respect voor de (on)mogelijkheden en tempo van de andere kinderen (we lachen elkaar niet uit, we plagen niet omdat iemand anders is). We vinden het ook belangrijk dat kinderen respect hebben voor planten en dieren. We leren ze oog te hebben voor de natuur. Gezamenlijk ontdekken we de ontluikende planten en bomen in het voorjaar en het kleuren en vallen van de bladeren in het najaar. Als er een spinnetje in de klas zit, wordt het niet doodgeslagen, maar buitengezet, want een spin is wel een kriebelbeestje, maar het weeft een web en vangt vliegen en muggen. Op een vastgesteld gedeelte kunnen de kinderen de ontwikkeling van planten en bloemen volgen.
3. Het werkplan De peuterspeelzaal is voor kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar. In voorkomende gevallen is het bestuur bevoegd van deze regel af te wijken. Redenen kunnen o.a. zijn plaatsgebrek op de basisschool en ontwikkelingsproblemen van een peuter. Er zijn in principe twee groepen. De ene groep heeft maximaal acht kinderen en de andere groep maximaal 16 kinderen. Bij de laatstgenoemde groep wordt de verantwoording door twee medewerkers gedeeld. Op maandag en woensdag is er 1 groep met maximaal 16 kinderen en 2 medewerkers. Op de andere dagen kan het door de groepsgrootte voorkomen dat de groepen samengevoegd worden, maar het maximaal aantal kinderen wordt nooit overschreden. Wij hanteren het zogenaamde opendeurenbeleid. De ruimte is zodanig ingericht dat kinderen van verschillende groepen elkaar kunnen ontmoeten. Dit kan zijn in de eigen of aangrenzende groepsruimte, doordat de deur tussen geschakelde groepen letterlijk wordt open gezet. Er worden specifieke activiteiten georganiseerd in een andere ruimte dan de eigen groepsruimte. De talenten van de pedagogisch medewerkers kunnen daarbij worden ingezet. Ook tijdens het buitenspelen op het gezamenlijke buitenterrein kunnen kinderen samen activiteiten ondernemen met kinderen uit de andere groep. Op deze manieren worden kinderen uitgenodigd om hun horizon te verbreden en soms letterlijk een stapje verder te zetten in de beschikbare ruimte en in hun ontwikkeling. Door het opendeurenbeleid wordt kinderen meer mogelijkheid geboden om andere vriendjes of broertjes/zusjes uit een andere groep te ontmoeten en ander speelgoed te ontdekken. Dit kan zijn in het vrij spel van de kinderen, maar er worden ook activiteiten aangeboden die kinderen extra uitdaging bieden. Ook worden er thema-gerichte activiteiten georganiseerd. Samengevat is het doel van het opendeurenbeleid: 1. Uitbreiding van speelruimte, spelaanbod en leefruimte 2. Uitbreiding van onderlinge contacten tussen de kinderen
PSZ ’t Kwetternest - Amerongen
8
Pedagogisch beleidsplan
18-09-2013
3. Profiteren van talenten van pedagogisch medewerkers 4. Vertrouwdheid met de beschikbare ruimte Het openzetten of sluiten van de groepsdeur gedurende de dag, is een bewuste keus van de pedagogisch medewerker. De pedagogisch medewerker kan de inschatting maken dat de groep behoefte heeft aan de rust van de eigen groep. Tijdens het halen van kinderen en tijdens tafelmomenten wordt er meestal voor gekozen om de deur dicht te laten. Gedurende de activiteiten buiten de eigen groep houden de pedagogisch medewerkers in de gaten of ieder individueel kind zich prettig voelt bij de situatie van de open deur. Daar waar nodig wordt extra aandacht of begeleiding geboden of gaan kinderen gewoon weer terug naar hun eigen groeps(ruimte).Wanneer kinderen bij activiteiten de stamgroepen verlaten wordt de maximale omvang van de stamgroep tijdelijk losgelaten. Wel blijft het aantal kinderen per pedagogisch medewerker van kracht, toegepast op het totaal aantal aanwezige kinderen op de locatie. Ieder kind start met 1 of 2 ochtenden in de week. Dit is een keus van de ouders en heeft te maken met de plaatsingsmogelijkheid Vanaf 3 jaar wordt peuters de mogelijkheid geboden om de speelzaal een extra middag te bezoeken (indien er plaatsen open zijn). Dit ter voorbereiding op de basisschool. De kinderen, die gebruik maken van voor-en vroegschoolse educatie bezoeken, indien de mogelijkheden van de peuter het toelaten, de peuterspeelzaal 4 dagdelen. 3.1 VVE BELEID Binnen de gemeente Utrechtse Heuvelrug is een convenant afgesproken rond de voor-en vroegschoolse educatie. Het doel van dit convenant is om afspraken te maken op het gebied van kwaliteit, bereik en resultaten van de voor-en vroegschoolse educatie op de Utrechtse Heuvelrug. Voor deze kinderen vindt een warme overdracht naar het basisonderwijs plaats. Deze warme overdracht houdt in dat de schriftelijke overdracht wordt toegelicht door een mondelinge overdracht van een medewerker van de peuterspeelzaal Tijdens deze warme overdracht wordt het vastgestelde overdrachtsformulier van peuterspeelzaal naar basisschool, vastgesteld door de gemeente, besproken. Dit formulier is minimaal twee keer ingevuld. Bij een complexe problematiek vindt er een gesprek plaats met de interne begeleider en de leerkracht van groep 1 van de ontvangende school. Als basis voor de VVE werkwijze wordt gewerkt met een VVE-programma Puk en Ko. Ter bevordering van de positieve effecten op de brede ontwikkeling van het jonge kind wordt alle kinderen vanaf 2,5 jaar die gebruik maken van de peuterspeelzaal het programma geboden. Peuters met een taalontwikkelingsachterstand worden extra ondersteuning geboden om achterstanden voor de start in groep 1 van het basisonderwijs te verminderen of zelfs op te heffen. Het programma laat kinderen ook spelenderwijs groeien in taal, ontluikende gecijferdheid, sociale-communicatieve vaardigheden en woordenschat. Alle peuters worden gestimuleerd, maar peuters met extra aandacht worden binnen de vastgestelde dagdelen regelmatig gestimuleerd in hun ontwikkeling door extra aandacht van de medewerkers. Volgens een van te voren vastgesteld plan per thema worden aan deze kinderen activiteiten in het kader van verschillende ontwikkelingsgebieden aangeboden. Programma Puk en Ko Puk en Ko is een totaal programma voor kinderen vanaf 0 tot 6 jaar. De “Puk methode” is een taalmethode voor de jonge kinderen vol interactieve betekenisvolle activiteiten. Niet alleen kinderen met een taalachterstand maar ook de taalvaardige kinderen vinden hier voldoende uitdaging. Puk laat jonge kinderen spelenderwijs groeien in taal ontluikende gecijferdheid, socialecommunicatieve vaardigheden en woordenschat. Puk en Ko biedt veel uitdagende activiteiten, de kinderen leren spelenderwijs en doen zelf ontdekkingen. Bij Puk en Ko wordt gewerkt met thema’s die aansluiten bij de belevingswereld van het kind. Een thema duurt gemiddeld 4 á 5 weken en wordt aangepast aan de doelgroep., ·De pedagogisch medewerkers besluiten in onderling overleg welk thema ze kiezen. Er wordt bekeken of er aanpassingen nodig zijn wat betreft de doelgroep, welke materialen zijn nodig bij het thema, hoe kan het lokaal in themasfeer worden ingericht en welke activiteiten passen bij het thema.
PSZ ’t Kwetternest - Amerongen
9
Pedagogisch beleidsplan
18-09-2013
Met ingang van dit jaar wordt er in het kader van een thema twee maal samengewerkt met de basisscholen. Daar twee van de drie basisscholen ontwikkelingsgericht werken wordt onderzocht of de methode startblokken geschikt is voor de peuterspeelzaal. Dit in verband met de doorgaande leerlijn. Van week tot week wordt er een planning gemaakt over de activiteiten die per dag gedaan worden. Voor jonge kinderen risicokinderen wordt een plan van aanpak gemaakt. De activiteiten bieden genoeg mogelijkheden voor initiatieven van pedagogisch medewerkers en kinderen. De thema’s kunnen naar eigen inzicht aangepast worden bij onverwachte gebeurtenissen. De pedagogisch medewerkers zijn vrij in de keuze van de thema’s. Ook komen thema’s als de seizoenen en feestdagen aan bod. VVE thuis In schooljaar 2012-2013 is VVE thuis gestart. Vertegenwoordigers van VVE thuis van Meander Omnium nodigt de ouders van VVE kinderen uit. Door hen wordt aan de ouders een programma aangeboden met activiteiten die aansluiten bij het thema waar de peuterspeelzaal mee bezig is. De ouders worden hiermee ook geactiveerd om thuis met de kinderen bezig te zijn, de kinderen te ondersteunen en de stimuleren. Er wordt gebruik gemaakt van een ruimte van de basisschool. Dus ouders en kinderen worden op dezelfde locatie verwacht. Voor het overig VVE beleid verwijzen wij naar de bijlage van dit plan.
3.1. De gewenningsprocedure We streven ernaar om een ongedwongen sfeer te scheppen, zodat een kind en ouder zich thuis voelen op de peuterspeelzaal en het spelen soepel kan verlopen. Toch is het ene kind sneller gewend dan het andere. Kinderen reageren verschillend op de medewerker, op de groep en op het (uiteindelijke) vertrek van de ouder(s). Kinderen krijgen ruim de tijd om aan de nieuwe situatie te wennen; er wordt niets geforceerd Omdat kinderen verschillen, verschillen ook de manieren waarop kinderen kunnen wennen, bijvoorbeeld - een peuter wordt gebracht, de ouder blijft er even bij, zegt het kind gedag en gaat weg; - de medewerker spreekt af telefonisch contact te hebben over hoe het gaat; - soms is een bepaald tijdstip van de ochtend moeilijk voor een kind. Er vindt dan overleg met de ouders plaats om b.v. de peuter later te brengen of eerder te halen; - de gewenningsperiode kan zo’n 6 tot 8 weken duren.
3.2. De invulling van een dagdeel 3.2.1. De doelstelling van een dagdeel Bij alle activiteiten die op een dagdeel plaatsvinden, wordt beoogd de ontwikkeling van het kind te stimuleren. Het kan hierbij gaan om: - de emotionele ontwikkeling; - de sociale ontwikkeling; - de cognitieve ontwikkeling; - de motorische ontwikkeling. Alle activiteiten vinden plaats in een ongedwongen sfeer, waarin het kind voldoende keuzevrijheid heeft. 3.2.2. Het verloop van een dagdeel Ieder dagdeel heeft in grote lijnen dezelfde opbouw: a. 08.30 - 08.45 starten met vrij spelen b. 08.45 - 09.15 aan tafel(kringactiviteit 1) PSZ ’t Kwetternest - Amerongen
10
Pedagogisch beleidsplan
c. d. e. f.
09.15 - 10.00 10.00 - 10.30 10.30 - 10.45 10.45 - 11.30
18-09-2013
creatieve activiteiten en vrij spel buiten spelen of groep/thema-activiteiten toiletbezoek en handen wassen aan tafel(kringactiviteit 2)
ad.a Het vrije spel Bij het vrije spel kiest het kind zelf wat het wil gaan doen. Dat kan sterk variëren en uit verschillende korte momenten bestaan. B.v. eerst een puzzel, dan in de huishoek, met de auto’s enz. Zeker bij de oudere peuters wordt gestimuleerd iets eerst af te maken waar ze mee bezig zijn. Uiteraard zijn bij vrij spel ook regels waaraan de peuters zich moeten houden. B.v. huishoekspullen niet in de autohoek. ad.b. Aan tafel(kringactiviteit 1) De kring, die gemaakt wordt aan de groepstafels, is een vast moment tijdens de ochtend. In de kring, - zingen we liedjes (goedemorgen, wat gaan we doen vandaag en lekker spelen) - noemen we de namen en zeggen we goedemorgen - nemen we de dagritmekaarten door - praten we met elkaar - lezen we voor of behandelen we een thema activiteit. - proberen de kinderen aan tafel te blijven zitten ad.c. Creatieve activiteiten Tijdens de creatieve activiteiten leert het kind verschillende materialen ontdekken. Niet altijd is een peuter bereid aan een knutselwerkje deel te nemen. In dat geval: - proberen we het kind te “prikkelen” en te stimuleren. - wordt het werkje uitgesteld tot het volgende dagdeel die week. - als het kind echt niet wil knutselen, wordt het werkje niet gemaakt. Dit wordt uiteraard uitgelegd aan de ouders. ad.d. Buiten spelen Tijdens het buitenspel kan het kind zich op allerlei manieren uitleven. Er wordt gebruik gemaakt van de zandbak, een klimrek, karren, fietsen, steppen, scheppen, emmers, stoepkrijt enz. ad.e. Toiletbezoek en handen wassen Voor de peuters die al (bijna)zindelijk zijn hebben we een vast moment op de ochtend dat we naar het toilet gaan. Hierbij is altijd één van de medewerkers aanwezig om te helpen. Natuurlijk is het gedurende de rest van de ochtend ook mogelijk om naar het toilet te gaan als het kind dit aangeeft. Dit tijdstip gebruiken wij ook om met alle kinderen de handen te wassen. ad.f. Aan tafel (kringactiviteit 2) Deze kring wordt ook gemaakt aan de groepstafels. In deze kring, - zingen we liedjes (o.a. lekker eten, lekker drinken) - wordt met zijn allen gegeten en gedronken - komen we tot rust - praten we met elkaar - lezen we een verhaaltje voor of kijken we naar een filmpje op het digibord - proberen de kinderen aan tafel te blijven zitten. - behandelen we een thema - doen we een spelletje In de kring leren de peuters naar elkaar te luisteren, op hun beurt te wachten en zich te uiten, zowel verbaal als non/verbaal. 3.2.3 Afscheid nemen Het afscheid nemen van de ouder die het kind brengt is voor veel kinderen een ingrijpend moment. In de eerste plaats geldt dit voor kinderen die nog maar kort op de speelzaal spelen, maar in bijzondere omstandigheden kan dit ook gelden voor kinderen die al langer op de speelzaal zijn. In de regel bestaat het afscheid nemen uit de volgende stappen;
PSZ ’t Kwetternest - Amerongen
11
Pedagogisch beleidsplan
-
18-09-2013
de jas wordt uitgedaan en weggehangen, het kind komt binnen met de ouder en de evt. beker wordt op zijn plaats gezet; er wordt nog even gezamenlijk gepuzzeld of gespeeld; er wordt afscheid genomen en de ouder vertrekt;
Vooral bij kinderen die moeilijk afscheid kunnen nemen of waarbij bijzondere omstandigheden een rol spelen, neemt de medewerker actief deel aan het afscheid nemen. Ze doet dit door mee te gaan spelen, een gesprekje met het kind te beginnen en eventueel te troosten en af te leiden. Bijzondere omstandigheden die invloed kunnen hebben op het afscheid nemen zijn b.v.: - het kind wordt altijd door dezelfde persoon gebracht en dan opeens door iemand anders; - ziekte in het gezin (b.v. papa ligt in het ziekenhuis): - er is een broertje of zusje geboren; - spanningen rond het naderende Sinterklaasfeest. 3.2.4. Regels Kinderen moeten de gelegenheid hebben zoveel mogelijk zelf te doen en te ontdekken. Natuurlijk worden hieraan wel grenzen gesteld, zodat het kind zich de geldende waarden en normen eigen kan maken. Dit is in het voorgaande al aan de orde geweest. Het gaat hierbij om regels als: we gaan elkaar niet slaan, we proberen naar elkaar te luisteren enz. Ook zijn er enkele regels die gericht zijn op het stimuleren van de zelfstandigheid: je mag zelf je beker terug gaan zetten, zelf je jas aantrekken, zelf het speelgoed ontdekken, indien mogelijk zelf naar het toilet laten gaan. Tenslotte noemen we een regel die gericht is op de sociale ontwikkeling: b.v. het niet afpakken van elkaars speelgoed, “samen spelen, samen delen”. 3.2.5. Het vieren van verjaardagen Verjaardagen worden gevierd. Er wordt samen met de jarige een mooie kroon geplakt met bloemen, naam en leeftijd erop. Ook van het trakteren wordt werk gemaakt. Er wordt gezongen, waarbij de jarige op de feeststoel mag zitten, de jarige krijgt een cadeautje en mag daarna met de medewerker de traktatie ophalen, terwijl de andere kinderen hun ogen dicht houden en een tel-liedje zingen. Daarna mag de jarige trakteren. Ouders mogen hierbij aanwezig. 3.2.6. Feesten Enkele keren per jaar wordt afgeweken van de dagindeling zoals die hierboven is omschreven. Het gaat dan vooral om feesten. Sinterklaasfeest Gezamenlijk met de basisschool ontvangen we de Sint en zijn Pieten. Daarna gaan we naar onze eigen groepsruimte en kiezen we voor een rustige voortzetting zodat de spanning niet te hoog oploopt. Alle kinderen krijgen deze ochtend een cadeautje. Kerst De groepsruimte wordt in kerstsfeer gebracht. Themafeesten Gedurende het schooljaar organiseren de medewerkers een aantal themafeesten, zoals: voorleesdagen, eindejaarsfeest, kerstontbijt e.d. 3.2.7. Stagiaire Onze peuterspeelzaal is een erkend leerbedrijf van Calibris. Af en toe zijn er ook snuffelstages of sociale stages. Dit houdt in dat er dan een scholier (van verschillende middelbare scholen) een weekje meeloopt. Dit is om hen een beeld van een peuterspeelzaal te geven. Ook het ROC neemt soms contact met de peuterspeelzaal op voor een stagiaire. De peuterspeelzaal staat open voor stagiaires in verband met meer handen voor de groep.
PSZ ’t Kwetternest - Amerongen
12
Pedagogisch beleidsplan
18-09-2013
Deel 2 De randvoorwaardelijke beleidsgebieden Inleiding In het tweede deel van dit beleidsplan gaan we in op de randvoorwaarden waaraan voldaan moet worden, om onze pedagogische uitgangspunten daadwerkelijk invulling te kunnen geven. In hoofdstuk 1 zullen we ingaan op de rol die de ouders spelen op de peuterspeelzaal. We beschrijven in paragraaf 1.1. het beleid dat we ten aanzien van de omgang met en de inzet van de ouders wenselijk vinden. In paragraaf 1.2 leggen we de relatie naar het pedagogisch beleid en geven hiermee een motivering van het ouderbeleid. Een tweede belangrijke randvoorwaarde die vervuld moet zijn om de peuterspeelzaal goed te laten draaien is het personeel. In hoofdstuk 2 gaan we in op de maatregelen die genomen worden om ervoor te zorgen dat nu en in de toekomst gekwalificeerd en gemotiveerd personeel de basis van de peuterspeelzaal vormt. In hoofdstuk 3 bespreken we het aannamebeleid, dat ervoor moet zorgen dat de kinderen op een verantwoorde wijze tijdig geplaatst kunnen worden in één van de speelgroepen. In hoofdstuk 4 wordt het financiële beleid kort beschreven en het accommodatiebeleid komt in hoofdstuk 5 aan de orde. Tenslotte wordt in hoofdstuk 6 aandacht besteed aan het externe beleid.
1. Het ouderbeleid Ouders zijn primair verantwoordelijk voor de zorg en de opvoeding van hun kinderen. Deze verantwoordelijkheid blijven zij dragen, ook als zij hun peuters voor een bepaalde tijd aan de zorg van de peuterspeelzaal toevertrouwen.
1.1.
Algemeen
In de relatie tussen peuterspeelzaal en ouders zijn drie aspecten van belang, te weten: - de informatievoorziening naar de ouders; - de betrokkenheid van de ouders; - de wijze waarop omgegaan wordt met klachten, via het bestuur. 1.1.1. De informatievoorziening aan de ouders De informatievoorziening aan de ouders begint al op het moment dat zij contact opnemen met de peuterspeelzaal. Op het consultatiebureau worden de ouders op de mogelijkheid van de peuterspeelzaal geattendeerd. Een andere vorm van informatievoorziening is de informatie die de medewerkers geven aan de ouders die met hun kind binnen komen wandelen om eens een kijkje te nemen. Het bestuurslid dat de wachtlijst beheert en de kinderen plaatst, heeft ook een belangrijke rol in de informatievoorziening. Voor veel ouders vormt zij het eerste contact met de peuterspeelzaal. Bij de aanmelding van hun kind hebben zij vaak veel vragen, bijvoorbeeld over het verloop van een speelochtend, het aantal dagdelen, de kosten enz. Eén van de taken van de ledenadministratie is het verstrekken van deze informatie. Zij verstrekt de ouders ook het aanmeldingsformulier, het informatieboekje en een intakeformulier. Wanneer een kind geplaatst wordt, geeft de ledenadministratie het dagdeel door en nog een aantal praktische zaken over het wel en wee op de peuterspeelzaal. Wanneer een peuter voor de eerste keer komt spelen leveren de ouders het intakeformulier bij de medewerkers in. Dit formulier wordt actueel gehouden. De medewerkers zullen het kind en de ouder(s) op hun gemak stellen. Indien nodig vertellen zij hoe een speelochtend verloopt. Als er vragen zijn over het intakeformulier zal één van de medewerkers het formulier met de ouder(s) bespreken.
PSZ ’t Kwetternest - Amerongen
13
Pedagogisch beleidsplan
18-09-2013
Voor kinderen met een VVE indicatie wordt een afspraak gemaakt voor een intakegesprek met één van de medewerkers. Wanneer een kind moeite heeft met wennen overlegd de medewerker met de ouder(s) hoe het wennen het best aangepakt kan worden. Ook wanneer de medewerkers constateren dat een kind opvallend gedrag vertoont, nemen ze contact op met de ouder(s). Soms is het nodig om deskundige hulp (bijvoorbeeld consultatiebureau of MEE voor een observatie) in te schakelen, hiervoor wordt altijd eerst toestemming van de ouder(s) gevraagd. Door middel van thema/nieuwsbrieven houden de medewerkers de ouders op de hoogte van wat er zich in de speelzaal afspeelt. De nieuwsbrieven worden ook op de website gezet. Ook organiseren zij 2 keer per jaar een zgn. koffie-knutselochtend waarbij aan de ouders de mogelijkheid geboden wordt om een deel van een speelochtend bij te wonen, te knutselen met hun kind en de medewerkers te spreken. Er is ook altijd de mogelijkheid om een afspraak met de medewerkers te maken. 1.1.2.De betrokkenheid van de ouders De betrokkenheid van de ouders kan verschillende vormen aannemen. Op de eerste plaats is er de betrokkenheid in de vorm van het contact tussen ouder en medewerker over het kind als er iets bijzonders is gebeurd op de peuterspeelzaal (positief en negatief). Een vorm van betrokkenheid bij de peuterspeelzaal is die van de vrijwillige ouderhulp, zoals: - bestuurstaken; - oudercommissie/klachtencommissie in wording - voorleesouder(s); - reparatie van speelgoed; - schoonmaken van speelgoed; - hulp bij speciale activiteiten (zoals de themadagen); Ook kan de betrokkenheid van ouders tot uiting komen op de Algemene Ledenvergadering die in maart wordt georganiseerd. Op deze avond wordt door het bestuur en de medewerkers informatie gegeven en worden evt. nieuwe bestuursleden gekozen. 1.1.3.Omgaan met klachten Het kan voorkomen dat een ouder vragen of opmerkingen heeft en het niet eens is met de manier waarop de medewerker met het kind omgaat of met de activiteiten die georganiseerd worden. Dan kunnen zij die altijd voorleggen aan een van de medewerkers of het bestuur. Het kan ook zijn dat ouder en medewerker elkaar niet aanvoelen. Wanneer zij echter van mening zijn dat de opmerking/klacht op een onafhankelijke wijze behandeld moet worden, dan kunnen zij zich richten tot de onafhankelijke klachtencommissie. Voor overige informatie verwijzen we naar het klachtenreglement.
1.2.Relatie tot het pedagogisch beleid Vaak is de peuterspeelzaal de eerste grote stap buiten de vertrouwde omgeving van het kind. Daarom is het van groot belang dat er overleg wordt gevoerd tussen ouders of andere verzorgers en de medewerker. Ook voor de ouders is het vaak een grote stap wanneer hun kind naar de peuterspeelzaal gaat. Door het geven van informatie vooraf en door overleg en betrokkenheid in de beginfase wordt onzekerheid of onbehagen bij de ouders weggenomen. Op die manier zal het peuterspeelzaalbezoek voor ouder en kind een positieve ervaring zijn.
PSZ ’t Kwetternest - Amerongen
14
Pedagogisch beleidsplan
18-09-2013
2. Het personeelsbeleid In het personeelsbeleid dient een heldere communicatie tussen bestuursleden en medewerker voorop te staan. Er moet duidelijkheid zijn over de taken die ieder vervult en hoe de verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn verdeeld. In de volgende sub-paragrafen zullen we ingaan op de functieomschrijving van de medewerkers. Vervolgens beschrijven we de sollicitatieprocedure en de vervangingsprocedure bij ziekte of (on)betaald verlof. Tenslotte zal een sub-paragraaf besteedt worden aan functioneren en beoordeling.
2.1. Taakomschrijving pedagogisch medewerker Op de peuterspeelzaal is de medewerker werkzaam in groepen van wisselende samenstelling. De groepen bestaan uit maximaal 16 kinderen. Aan de medewerker worden de volgende opleidings/ c.q. ervaringseisen gesteld: - vereiste diploma’s zoals beschreven in de CAO welzijn. De medewerker is in staat om haar pedagogisch handelen af te stemmen op het in dit beleidsplan geformuleerde pedagogisch beleid. Daarnaast is de medewerker in staat om: - te observeren en van daaruit interpretaties te geven en achterstanden te signaleren; - eventuele stagiaires te begeleiden; - met ouders en collega’s samen te werken en taken te verdelen; - bijeenkomsten en activiteiten met ouders te organiseren; - te rapporteren en te informeren aan de ouders, aan het bestuur en binnen het medewerkeroverleg; - materiaal in te kopen en de peuterspeelzaal in te richten; - de peuterspeelzaal netjes en schoon achter te laten (dit in overleg met de afgevaardigde van de school ); - regelt zelf vervanging (indien mogelijk) bij ziekte of afwezigheid. De medewerker beschikt over de nodige kennis betreffende: - achtergronden van het gedrag van kinderen; - de wisselwerking tussen het kind, gezin en milieu. Zij houdt haar kennis op peil door het volgen van relevante cursussen en het bijhouden van vakliteratuur. De medewerkers worden getraind in het omgaan met werkdruk. De medewerker is in staat plezierig en adequaat om te gaan met volwassenen (ouders) en om een open en ontspannen relatie met anderen op te bouwen. Zij is aanwezig bij het medewerkers overleg, de ledenvergadering en de medewerkers/bestuursvergaderingen. Regelmatig wordt in het medewerkers overleg een afsprakenlijst samengesteld, om tot een zo evenredig mogelijke verdeling te komen van de taken die het werk in de eigen groep overstijgen (B.V. boodschappen doorgeven, was, opruimen, voorbereiding ledenvergadering, enz.
2.2. De vervangingsprocedure bij ziekte en (on)betaald verlof Naast de vaste medewerkers is het zeer gewenst dat de vereniging een beroep kan doen op één of meer invalmedewerkers bij ziekte of verlof. Aangezien niet alle medewerkers fulltime werken kunnen zij elkaar in geval van nood ook vervangen. Procedure bij ziekte: - zieke medewerker meldt zich ziek bij de penningmeester van het bestuur; - zieke medewerker zoekt zelf vervanging als dit mogelijk is. Is dit niet mogelijk regelt collega of bestuur dit; - 1 medewerker (volgens afspraak) meldt de vervanging bij de penningmeester; - uitbetaling vindt plaats via de salarisadministratie of penningmeester. PSZ ’t Kwetternest - Amerongen
15
Pedagogisch beleidsplan
18-09-2013
Procedure bij (on)betaald verlof: Iedere medewerker mag (on)betaald verlof opnemen. De duur en hoeveelheid gaat in overleg met het bestuur. De medewerker met verlof regelt zelf vervanging. Eén medewerker(volgens afspraak) houdt dit bij en geeft dit door aan de penningmeester.
2.3.Functioneren Jaarlijks worden er functioneringsgesprekken gehouden. In deze functioneringsgesprekken wordt gesproken over het werk, de werksfeer, de werkomstandigheden en de werkuitvoering. De gesprekken hebben tot doel de kwaliteit van het werk te verbeteren door het maken van afspraken over de te bereiken doelstellingen en het oplossen van gesignaleerde problemen. De verdeling van taken onder de medewerkers wordt hierbij besproken. Tevens komt in dit gesprek de fysieke belasting in het kader van de werkdruk aan de orde. De gesprekken vinden plaats tussen personeelsbestuurslid en iedere medewerker. Daarnaast is de voorzitter van het bestuur bij het gesprek aanwezig. De medewerker levert gesprekspunten aan. De voorzitter als derde persoon is geen gesprekspartner, maar bewaakt de voortgang van het gesprek en maakt een verslag. In dit verslag worden de gemaakte afspraken vastgelegd, de medewerker ondertekent dit verslag voor akkoord. De functioneringsgesprekken vinden eenmaal per jaar plaats. Na een half jaar volgt, indien nodig, een evaluatiegesprek.
3. Het toelatingsbeleid 3.1. Het Huishoudelijk Reglement van de Peuterspeelzaal Amerongen. Het toelatingsbeleid is geregeld in artikel 3, 9 en 10 van het Huishoudelijk Reglement van de Peuterspeelzaal Amerongen. Daarin is het volgende bepaald: Artikel 3. Toelating 3.1 Gezien de doelstelling van de peuterspeelzaal worden alleen kinderen toegelaten in de leeftijd van 2 jaar tot de leeftijd van 4 jaar. 3.2 In voorkomende gevallen is het bestuur bevoegd van deze regel af te wijken. Redenen kunnen o.a. zijn plaatsgebrek op de basisschool en ontwikkelingsproblemen van een peuter. 3.3 In principe worden kinderen met een beperking toegelaten. Voorwaarden hiervoor zijn: • De beperking moet op het aanmeldingsformulier worden vermeld. • Er dient vooraf een gesprek tussen de medewerker en de ouders / verzorgers plaats te vinden. In dit gesprek worden de mogelijkheden en belemmeringen besproken. • Eventuele extra aandacht mag niet ten koste gaan van de andere kinderen. Als richtlijn wordt daarom 1 kind met een beperking per dagdeel gehanteerd. 3.4 Op de peuterspeelzaal worden slechts kinderen uit andere gemeenten toegelaten, als er voldoende plaats is. Het is aan het bestuur dit te beoordelen. 3.5 Wanneer bij een kind een besmettelijke aandoening zoals diarree, ontstoken oog/ogen, waterpokken, hoofdluis etc. wordt geconstateerd, dan wordt hem/haar de toelating ontzegd totdat deze aandoening is verdwenen. Artikel 9. Aanvraag lidmaatschap 9.1
9.2 9.3
Een peuter wordt aangemeld door het invullen van het aanmeldingsformulier, te verkrijgen bij de medewerker tijdens openingstijden van de peuterspeelzaal of via de ledenadministratie. Er is ook een mogelijkheid het formulier te downloaden via de website. Aanmelding kan plaatsvinden vanaf 1,5-jarige leeftijd van de peuter. Volgorde van aanmelding is veelal volgorde van plaatsing.
PSZ ’t Kwetternest - Amerongen
16
Pedagogisch beleidsplan
18-09-2013
Artikel 10. Eindigen lidmaatschap 10.1 Het lidmaatschap eindigt automatisch wanneer de peuter de leeftijd van 4 jaar bereikt (behoudens het gestelde in art. 3.2. 10.2 De ouder(s)/verzorger(s) zijn verantwoordelijk voor het tijdig (minimaal 4 weken van tevoren) afmelden van de peuter in gevallen als verhuizing of persoonlijke motieven van ouder(s)/verzorger(s). 10.3 De ouder(s)/verzorger(s) zijn tot afmelding gehouden aan het gestelde in artikel 7.2 en volgend.
3.2. Aanvulling op het Huishoudelijk Reglement Naast de punten uit het Huishoudelijk Reglement worden bij het toelatingsbeleid nog de volgende zaken betrokken. 1. Zes weken voor de zomervakantie en in de maand december worden er geen nieuwe kinderen toegelaten. In overleg met de ouders wordt dit soms wel gedaan als het in het belang van de peuter is. 2. Wanneer een kind in aanmerking komt voor plaatsing, krijgen de ouders ongeveer drie weken van tevoren telefonisch bericht over de datum en de groep waarin het kind de peuterspeelzaal kan bezoeken. Wanneer ouders besluiten hiervan geen gebruik te maken, heeft dit geen consequenties voor de plaats op de wachtlijst. 3. Ongeveer 1 week voor plaatsing ontvangen de ouders een uitnodigingskaartje. 4. De ledenadministratie bepaalt wanneer en in welke groep een kind geplaatst wordt. 5. Het moment van aanmelding is bepalend.
4. Het financiële beleid 4.1. Algemeen Een goed financieel beleid is randvoorwaarde voor de continuïteit van de peuterspeelzaal. Op lange termijn moeten inkomsten en uitgaven met elkaar in evenwicht zijn. Dit betekent dat in relatie tot de te verwachte stijging van de kosten (salarissen, algemene prijsstijging) een daarop afgestemde stijging van de inkomsten (ledenbijdragen) noodzakelijk is. Voor mogelijk toekomstige grote uitgaven worden voorzieningen opgenomen. De vereniging heeft geen winstdoelstelling. Ten behoeve van de continuïteit en het afdekken van risico’s wordt wel gestreefd naar een eigen vermogen > 10% van de begroting.
4.2. Organisatie Het bestuur is verantwoordelijk voor het financiële beleid en heeft deze verantwoordelijkheid gedelegeerd aan de penningmeester. Beslissingen aangaande financiële zaken worden altijd door minimaal 2 bestuursleden (waaronder de penningmeester) genomen. Periodiek rapporteert de penningmeester de voortgang aan het bestuur. De kascontrole wordt jaarlijks uitgevoerd door de kascommissie, bestaande uit 2 onafhankelijke ouders (leden) welke in de Algemene Ledenvergadering (ALV) worden benoemd. Indien er tijdens de ALV er geen kandidaten zijn dan werft het bestuur tussentijds de kascommissie. De leden worden van de financiële situatie op de hoogte gehouden door middel van het financiële jaarverslag, wat in de ALV ter goedkeuring voorligt. Op basis hiervan verlenen de leden het bestuur en in het bijzonder de penningmeester decharge over het gevoerde beleid. Tevens bekrachtigen de leden in de ALV de begroting voor het lopende jaar, welke daarmee een taakstellend karakter krijgt.
4.3. Begroting Jaarlijks stelt de penningmeester een sluitende begroting op. Hulpmiddelen hierbij zijn:
PSZ ’t Kwetternest - Amerongen
17
Pedagogisch beleidsplan
18-09-2013
begroting voorgaande jaren realisatie afgelopen jaar besluiten bestuursvergaderingen nieuwe ontwikkelingen op het gebied van wet- en regelgeving, m.n. salarissen en daaraan verbonden sociale premies. In december wordt de conceptbegroting door het bestuur goedgekeurd. Deze conceptbegroting dient als werkbasis voor het komende jaar. -
4.3.1.Inkomsten De inkomsten bestaan nagenoeg geheel uit de volgend posten a. ledenbijdragen b. Overheidssubsidie Ad a. ledenbijdragen De leden betalen 11 maal per jaar een ledenbijdrage (4-wekelijks, met uitzondering van 1 periode in de zomervakantie). De penningmeester maakt een voorstel voor het de nieuwe ledenbijdrage het bestuur stelt de nieuwe ledenbijdrage vast in december. Voor zijn voorstel let de penningmeester op de ledenbijdragen van vergelijkbare peuterspeelzalen (benchmark). . Wanneer een verhoging noodzakelijk is gaat deze in per 1 januari en worden de leden vooraf schriftelijk op de hoogte gesteld. De verhoging wordt opgenomen in de begroting welke tijdens de ALV door de leden wordt vastgesteld. De ledenbijdrage wordt, tijdens de 4-wekelijks periode, geïnd door middel van automatische incasso. Na 2 mislukte incassopogingen kan een administratieve boete worden opgelegd. Daarnaast kan de ledenadministratie eenzijdig het lidmaatschap opzeggen. Waar mogelijk worden andere subsidiebronnen aangeboord (o.a. Oranjefonds) dan wel worden (sponsoring/wervings)activiteiten ontplooid voor grote, niet begrootte uitgaven. 4.3.2.Uitgaven De uitgaven bestaan uit de volgende posten: a. Personeelslasten b. huisvestingslasten c. overig Ad a. Personeelslasten De grootste uitgaven betreffen de personeelslasten. De medewerkers worden betaald volgens de CAO. Daarbij wordt de jaarlijkse tredeverhoging (bij goed functioneren) en eventuele CAO aanpassingen gevolgd. De uitbetaling is vast per maand met een periodieke verrekening van de werkelijke uren (op basis van een urenregistratie). Voor het kunnen aantrekken van vervanging bij ziekte is een voorziening “ziektekosten” opgenomen ter betaling van het salaris van 2 medewerkers over een periode van 13 weken. Na deze periode gaat de afgesloten verzekering in. De pensioenpremie wordt conform de bepalingen van de cao betaald door werkgever en werknemer. Voor de studiekosten wordt jaarlijks begroot in overleg met het bestuurslid voor personeel aan de hand van de noodzakelijke scholing zoals besproken met de medewerkers. Binnen de fiscale mogelijkheden worden zoveel mogelijk onbelaste uitkeringen gedaan. De werknemers ontvangen rond hun verjaardag een belastingvrije uitkering van € 45,-. Het kerstpakket voor de werknemers heeft een onbelaste waarde van € 40,- . De ledenadministrateur ontvangt een onkostenvergoeding van € 90,- voor telefoongebruik welke in 2 termijnen wordt uitbetaald. Het afscheidscadeau voor werknemers bedraagt maximaal € 35, -, voor bestuursleden € 12, -, voor elk jaar in functie. De onkostenvergoeding voor vrijwilligers wordt binnen de fiscale mogelijkheden vastgesteld. Ad b. huisvestingslasten
PSZ ’t Kwetternest - Amerongen
18
Pedagogisch beleidsplan
18-09-2013
Deze bestaan uit het huren van de benodigde lesruimte welke voldoet aan de wettelijke eisen zoals gesteld voor peuterspeelzaal en VVE werk. Er wordt gestreefd naar contracten die continuïteit bieden met een acceptabele indexatie zoals bijvoorbeeld de CPI. Ad c. Overig Het betreft daarbij diverse relatief kleine exploitatieposten zoals speelgoed, abonnementen, eten&drinken, verzekeringen, contributies, bijdragen etc. Voor kleine dagelijkse uitgaven is op de peuterspeelzaal een kleine kas onder verantwoordelijkheid van een medewerker aanwezig. Het kasboek wordt periodiek gecontroleerd door de penningmeester. Op meubilair en speelgoed vindt geen afschrijving plaats. Voor grote uitgaven buiten de begroting is een voorziening “groot onderhoud” opgenomen. Voor ongevallen-, inboedel- en aansprakelijkheid zijn bedrijfsverzekeringen afgesloten. Gezien de werkomvang, expertise en gewenste continuïteit is de salarisadministratie uitbesteed. Omvangrijke aankopen/ leveringen dienen bij voorkeur in concurrentie te worden uitgevraagd. Afgesloten contracten dienen periodiek te worden herzien op marktconformiteit.
4.4. Financiële administratie De penningmeester beschikt over een boekhoudpakket. Jaarlijks wordt aan de hand van dit pakket de jaarrekening opgemaakt. Rekeningen De peuterspeelzaal beschikt over een bankrekeningen en een spaarrekening. Wijziging van de bank en spaarrekening is voorbehouden aan het bestuur. De penningmeester en een tweede bestuurslid hebben digitale toegangsmiddelen. Bewaarplicht Op de loon- en salarisadministratie rust een bewaarplicht van 10 jaren, op de financiële administratie een bewaarplicht van 7 jaren. Van de digitale bestanden van de boekhouding wordt maandelijks een back-up gemaakt op schijf.
5. Het accommodatiebeleid De ruimte en de inrichting van de zalen zijn erop gericht dat de kinderen zoveel mogelijk zelfstandig bezig kunnen zijn. De kasten en het overige meubilair, het sanitair, de spiegels zijn allemaal op ‘peuterhoogte’, zodat de kinderen (bijna) overal zelf bij kunnen. Zodoende zijn de kinderen zo min mogelijk afhankelijk van de medewerkers. Met het oog op het zelfstandig kunnen bezig zijn van de kinderen is ook aandacht besteed aan veiligheidsaspecten, zoals beveiliging van de deuren om beknellingen te voorkomen. Ook buiten is de speelruimte zo ingericht dat de peuters er veilig kunnen spelen. Zowel bij het binnen als buiten spelen staat zelfstandigheid van de kinderen voorop. Natuurlijk is er hierbij wel altijd toezicht van de medewerkers. De ruimte waarin gespeeld wordt, is verdeeld in verschillende hoeken, zoals een huishoek,een bouwhoek, een autohoek enz. Bij de aanschaf van speelgoed en spelmateriaal wordt erop gelet dat alle facetten van de ontwikkeling van kinderen aan bod kunnen komen.
6. Het externe beleid 6.1. De gemeente Met de gemeente, onze subsidiegever, vindt het volgende overleg plaats: - 1x per jaar financieel overleg met de penningmeester, in verband met de subsidieaanvraag; - In voorkomende gevallen met de wethouder onderwijs en/of de beleidsmedewerker(ster).
PSZ ’t Kwetternest - Amerongen
19
Pedagogisch beleidsplan
18-09-2013
6.2. Andere kindervoorzieningen Het bestuur en de medewerkers staan in principe open voor samenwerking met andere kindervoorzieningen, mits de eigen identiteit gewaarborgd kan blijven.
PSZ ’t Kwetternest - Amerongen
20
Pedagogisch beleidsplan
18-09-2013
Deel 3: Omschrijving van de vereniging 1. De verenigingsvorm De peuterspeelzaal van Amerongen is ondergebracht in een vereniging. Voor de wijze waarop deze vereniging vorm heeft gekregen, verwijzen we naar de statuten en het huishoudelijk reglement.
2. Het bestuur 2.1 Algemeen Het doel van het bestuur is in de eerste plaats het bewaken van de voortgang (financieel, personeel, oudercontact, beleidsvorming en uitvoering) gericht op instandhouding van de vereniging en de peuterspeelzaal. Het dagelijks bestuur wordt gevormd uit de voorzitter, secretaris, penningmeester, ledenadministrateur en een lid personeelsbeleid. De bestuursleden worden in de eerste plaats verworven uit de groep ouders van kinderen die de peuterspeelzaal bezoeken of binnen afzienbare tijd gaan bezoeken. Daarnaast is het ook mogelijk om bestuursleden te werven van buiten de oudergroep, b.v. gericht op bepaalde specialismen die de peuterspeelzaal ten goede kunnen komen. De meerderheid van de bestuursleden moet uit de oudergroep voortkomen. Het werven van bestuursleden kan over drie schijven lopen: - lobby bij ouders op de peuterspeelzaal; - opgeven via het inschrijfformulier van de peuter; - brief aan alle betrokken ouders. Bestuursleden worden door de leden op de algemene ledenvergadering benoemd. Bestuursleden worden benoemd voor een periode van twee (2) jaar. In principe treden elk jaar twee leden af. De continuïteit van het bestuur wordt zo gewaarborgd.
2.2 Taakomschrijving voorzitter De voorzitter heeft een drieledige taak, te weten: a. het bewaken van de algemene beleidslijnen; b. het coördineren van bestuurshandelingen (met name van het bestuur); c. het onderhouden van externe contacten. Onder het coördineren van de bestuurshandelingen (punt b) wordt verstaan: - het bijeenroepen en leiden van bestuursvergaderingen en overlegvergaderingen met de medewerkers - het verdelen van de taken binnen het bestuur, met inachtneming van opgestelde takenlijst; - het controleren of bestuursbesluiten of –acties niet in strijd zijn met de statuten. Het onderhouden van externe contacten (punt c) betreft met name de contacten met de gemeente en met de ouders.
2.3 Taakomschrijving secretaris De secretaris draagt zorg voor: a. het bepalen van de agenda voor de vergaderingen, in overleg met de voorzitter; b. het bijwonen en notuleren van vergaderingen, alsmede van de algemene ledenvergadering; c. het schrijven van het jaarverslag, in samenwerking met de voorzitter en penningmeester. d. het bijhouden van de adressenlijst;
PSZ ’t Kwetternest - Amerongen
21
Pedagogisch beleidsplan
e. f. g. h.
18-09-2013
het bijhouden van de inwerkmap; het bijhouden van het infoboekje; beheren website; het plaatsen van artikelen over psz in lokale kranten.
De notulen van de bestuursvergaderingen (punt b) worden binnen veertien dagen na de vergadering aan de bestuursleden toegestuurd c.q. gebracht. Deze notulen bestaan minimaal uit een verslag van de vergadering en een takenlijst.
2.4. Taakomschrijving penningmeester De penningmeester heeft de volgende taken: a. Opstellen van de begroting en de jaarcijfers en deze toelichten op de algemene ledenvergadering; b. Contact onderhouden met de gemeente aangaande financiële zaken (met name de subsidieaanvraag); c. Verzorgen van de betalingen van de vereniging (middels elektronisch bankieren) en het incasseren van de ledenbijdragen; d. Salarisadministratie. Contactpersoon tussen het administratiekantoor en de vereniging (aangaande salarisadministratie, belastingaangifte en pensioenadministratie); e. Verzorgen van de financiële administratie; f. Bewaken van de begroting; g. Aanspreekpunt binnen de organisatie voor financiële vragen; h. Bijwonen van bestuursvergaderingen en overlegvergaderingen tussen bestuur en medewerkers. Meedenken over organisatie en beleid in het algemeen en met name over de financiële kant hiervan.
2.5 Taakomschrijving ledenadministratie De ledenadministrateur heeft de volgende taken: a. Contactpersoon voor ouders en medewerkers over ledenadministratie en betalingen; b. Behandeling van aanmeldingen; zorgdragen voor voldoende aanmeldingsformulieren op de peuterspeelzaal; verzamelen van ingeleverde aanmeldingsformulieren en mutatieformulieren op de peuterspeelzaal; - verwerken gegevens aanmeldingsformulieren in PSA-ledenadministratie; - plaatsen aanmeldingen op wachtlijst. c. Wachtlijstbeheer en toelating: - bijhouden van vrijkomende plaatsen; - toewijzen van plaatsen; - telefonisch overleg met ouders over mogelijke plaatsing; - plaatsing verwerken in PSA-ledenadministratie; - uitnodigingskaartje voor nieuwe peuters maken en bezorgen. d. Presentielijsten maken: - per periode van vier weken presentielijsten uitdraaien uit PSA-ledenadministratie; - presentielijsten afgeven op peuterspeelzaal. e. Incassolijsten maken: - per periode van vier weken ledenlijsten uitdraaien voor automatische PSA-ledenadministratie; - mailen van incassobestand aan penningmeester; - contact opnemen met ouders waar automatische incasso niet mogelijk was (storno’s); - regeling met deze ouders treffen om ledenbijdrage alsnog te incasseren. - het lidmaatschap opzeggen bij gebleken wanbetaling bijwonen van overleg tussen bestuur en medewerkers; - in voorkomende gevallen werkzaamheden verrichten voor het bestuur.
PSZ ’t Kwetternest - Amerongen
22
Pedagogisch beleidsplan
2.6 Taakomschrijving
18-09-2013
bestuurslid personeelszaken
Het bestuurslid personeelszaken heeft de volgende taken: a. Samen met de voorzitter verzorgen van personeelszaken (contacten met de medewerkers over personeelszaken lopen via of in overleg met de voorzitter); b. Onderhouden van het personeelsbeleid; c. Begeleiden van sollicitatieprocedures (werving, sollicitatiegesprekken bijwonen, arbeidscontract opstellen, informatiepakket voor nieuwe medewerkers samenstellen enz.); d. Realiseren van functioneringsgesprekken/beoordelingsgesprekken (opzet van vorm en inhoud en de uitvoering); e. Informeren medewerkers over personele zaken (bijvoorbeeld pensioenen, Arbo, toelichten CAO); f. Contacten onderhouden met de Arbo-dienst (verzorgen van de verzuimregistratie); g. Verzuimbegeleiding (contact met zieken onderhouden, attentie); h. Bijhouden van de CAO (doorvoeren van wijzigingen, informeren van medewerkers enz.) We hebben een abonnement op het handboek CAO-Welzijn; i. Aandacht voor scholing; j. Archiveren van personeelszaken/aanleggen en beheren van personeelsdossiers; k. Eventueel onderzoeken van mogelijkheid van stages met lange loopduur.; l. Bijwonen van bestuursvergaderingen en overlegvergaderingen tussen bestuur en medewerkers. m. Aanvraag en controle Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) medewerkers verzorgen n. Verzorgen Kerstpakketten en attenties bij verjaardagen
2.7 Taakomschrijving algemeen bestuurslid Het algemeen bestuurslid heeft een gelijkwaardige positie in de besluitvorming van het bestuur. Het algemeen bestuurslid heeft de volgende taken: - bijwonen van bestuursvergaderingen; - bijwonen van overleg tussen bestuur en medewerkers; - in voorkomende gevallen werkzaamheden verrichten voor het bestuur.
Pedagogisch beleidsplan aangepast d.d. 22-04-2014
PSZ ’t Kwetternest - Amerongen
23
Pedagogisch beleidsplan
18-09-2013
Plan van aanpak 2013-2014/2014-2015 September/oktober 2013
November/t/m januari 2014
Februari t/m maart 2014 April t/m juli 2014 Gedurende het schooljaar in samenwerking met werkgroep 2014-2015 September/oktober 2014 November 2014/december 2014 Januari t/m maart 2015 April tot juli 2015 Augustus/oktober 2015
Personeelsbeleid, waaronder taakurenbeleid. - Taken van medewerker worden in kaart gebracht - Er wordt een evenwichtige verdeling vastgesteld - Uren worden in kaart gebracht van werken met kinderen, voorbereiding en overlegsituaties Arbobeleid wordt vastgesteld. Er wordt gebruik gemaakt van de nieuwe Arbomeester 2. Deze arbomeester komt in september uit. Risicoanalyse met plan van aanpak wordt verder uitgewerkt. De volgende onderdelen komen o.a aan de orde : gezondheid, veiligheid, Arbo Tevredenheid enquête Evaluatie samenwerking Vereniging “een school met de Bijbel” Onderzoek naar methode Startblokken
Scholingsbeleid Uitwerken leerlijn peuterspeelzaal/basisschool Uitwerken gezamenlijke thema’s Evaluatie pedagogisch beleid Uitwerking samenwerking Vereniging” een school met de Bijbel en stichting Peuterspeelzaal Evaluatie arbobeleid, waaronder verzuimbeleid Evaluatie personeelsbeleid
Bijlagen bij dit document: 1.Hygieneprotocol inclusief luizenprotocol 2.VVE beleid 3.Klachtenreglement 4.Protocol kindermishandeling 5.Protocol vermissing 6.Huishoudelijk reglement
PSZ ’t Kwetternest - Amerongen
24
Pedagogisch beleidsplan
18-09-2013
Veiligheidsplan Aanvulling op het pedagogisch beleidsplan. Extra maatregelen rond de veiligheid van het jonge kind. In verband met de inrichting doe de peuterspeelzaal zal inslaan op het gebied van ontwikkelingsgericht werken zullen er meer excursies met de kinderen gaan plaatsvinden. Als start van een project wordt het thema dicht bij de kinderen gebracht, zodat wij kinderen kunnen bereiken in hun naaste ontwikkeling. De start kan plaatsvinden in de peuterspeelzaal, maar ook daarbuiten. Als de pedagogisch medewerkers naar buiten gaan, houden zij rekening met de volgende maatregelen. -
De pedagogisch medewerker geeft het goede voorbeeld bij uitstapjes buiten de deur. Er wordt een autostoeltje of fietsstoeltje gebruikt bij een uitstapje.
In het algemeen wordt de keuken gebruikt van de basisschool. De pedagogisch medewerkers halen daar koffie en thee. De thee/koffiekopjes hebben goede oren. Binnen de leefruimte van de kinderen, worden deze kopjes midden op de tafel gezet. Binnen de leefruimte wordt geen gebruik gemaakt van placemats of tafelkleden. Binnen de leefruimte met keukenblok wordt regelmatig gecontroleerd of de veiligheidstrips nog in goede staat zijn en goed vastzitten. Zodra deze loszitten wordt dit doorgegeven aan de directie van de school. Binnen de leefruimte wordt geen gebruik gemaakt van speelgoed met onderdelen kleiner dan 3,5 cm. Er wordt gebruik gemaakt van de entree van de basisschool. Bij deze entree wordt gebruik gemaakt van een grote vastzittende droogloopmat om de schoenen af te vegen. De vloeren worden hierdoor niet nat. Mocht het nat worden, dan wordt de vloer drooggemaakt. Bij het verschonen houdt de pedagogisch medewerker toezicht op de trap, het kind mag niet alleen klimmen, maar wordt bij het naar boven en beneden gaan begeleid. Na het verschonen gaat het kind op de billen naar beneden. Het materiaal binnen het speellokaal wordt blijvend verzorgd. Afval op de trappen of op het spelmateriaal wordt direct verwijderd. Plan van aanpak Overleg met basisschool over kind veilige contactdozen in het speellokaal, in het informatieboekje van de school zal worden zal worden aangegeven dat de kinderen geen kleding met koorden mogen dragen. Laatste wijziging d.d. 27-01-2015
PSZ ’t Kwetternest - Amerongen
25